No. 177. Zondag 3 October 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Het Franseh-Britsche offensief. Onder redactie van D. MANASSEN. TWEEDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTEINASTRAAT 10, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAD PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNE MENT VOOR MILITAIREN 0.75. VOOR BURGERS ƒ1.50 P. DRIE MAANDEN Voor Advertentien wende r zich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROUMA Co. Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij ..Jacob van Canrpen" N.Z. Voorburgwal 231-'240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administrate. Palestrinastraat 10 Amsterdam. Prijs der Advertentiën per regel 30 cent. Bij abonnement n ductio In de laatste week hebben er belangrijke gebeurtenissen plaats gehad op het Weeter- front, gebeurtenissen, die daar onbekend watreoi in de vorige 12 maanden. Den laat- sten Zaterdag en Zondag van September hebben de Fransehen en de Engelschen aan vallen gedaan op het Duitsche front. Wij hebben er meer dan eens van verhaald, de Engelschen zijn vooruitgedrongen bij Loos, de Franschen in Champagne; zij hebben hier zoowel als daar eerst de voorste en toen de tweede linie van den vijand genomen, en zij zijn hier en daar doorgedrongen tot de derde linie. We geven hierbij een kaartje van het daardoor veranderde front, en ver wijzen naar de feuilletons in het nummer van heden over die gevechten. Men kan nu de gevechten nagaan. Dit nummer bestaat uit twee bladen. De toestand in den reuzenstrijd. Is, wat de Franschen en Engelschen Za terdag en Zondag der vorige week hebben beproefd, nu werkelijk het groote offensief geweest? Fransche en Engelsche bladen hebben er aan geloofd en gejuicht, de En gelschen, zooals we weten, nog het meest. Zij beweerden o.a., dat do puitschers nu weldra zouden zijn teruggeworpen tot den Rijn, hun legers aan het Westerfront zou den doorbroken,gescheiden zijn en afzonder lijk aangevallen. Nu, bijna een week later, denkt men niet heelemaal meer zoo opti mistisch. Aan een doorbraak gelooft men niet meer zoo licht en hetgeen men thans hoopt, is een langzame terugdrijving, zoo lezen we in ,,Land and Water" van den bekenden schrijver Hilaire Belloc, die ech ter wel eens over de schreef gaat met zijn optimistischen kijk op de dingen. De Fran sche bladen zijn thans reeds heel wat kal mer. Zij wijzen er op, dat misschien de tijd voor het groote offensief nog niet is ge komen, dat generaal Joffre zijn plannen heeft, die hij niet openbaar maakt en dat het nu alleen zijn doel was om de Duit- schors op enkele punten wat achteruit te drijven, zonder dat hij daarom een grooten aanval begint. Zoo bereiden de Fransche bladen er hun lezers op voor, dat na de groote krachtige activiteit er misschien weer De Londensche „Times" meldt uit Parijs: De gewonden van het slagfront in Cham pagne beginnen te Parijs aan te komen met de eerste verhalen over het openen van het groote offensief. De eer van den eersten stormaanval komt toe aan het vermetele koloniale corps. Onder leiding van generaal Marchand stormden de mannen tot den aanval vooruit. Generaal Marchand viel ernstig gewond in den buik. Zijn mannen echter snelden met onweerstaanbaar élan voort naar de linie der Duitsche loopgraven en door deze eerete linie heen. Zij lieten daarbij talrijke groepen Duitschers in spe ciaal versterkte schansen en drongen door tot de verzamelplaatsen in de achterhoede, waar de Duitschers nog iets langer weer stand bleven bieden. Het élan was zoo groot, dat ook de Fransche koloniale cavalerie onder de schitterende aanvoering van Mar- chand's rechterhand, generaal Baratier, voor de eerste maal sedert lange maanden op het oostelijk front weer in actie kwam. Haar optreden verklaart het groote aantal gevangenen in zoo korten tijd en op een zoo kort front. De eerste linie ging na de doorbraak der eerste loopgravenlinie zoo snel voort, ondanks verwoeden tegenstand, dat ze voortdrong tot de vijandelijke artil lerie-emplacementen, waar men om de ka nonnen heen een zeer "'heterogene verzame ling Duitschen, vond van alle wapenen, die uit de loopgraven waren gevlucht en nu omsingeld werden en zich moesten over geven. De Temps" van Maandag bespreekt in zijn Militairen Toestand bet ingezette offen sief en zegt o. a. :j een periode zal intreden van stilstand. Zoover is het voorloopig nog niet. Er is deze geheele week zeer hardnekkig gevoch ten en de geallieerden hebben buitengewoon krachtige aanvallen gedaan, maar zij on dervinden zoo hevigen tegenstand van de Duitschers, dat het resultaat maar luttel is, In Champagne in het bijzonder is de strijd zeer hai-dnekkig, vooral bij Mesnil, waar het Duitsche front een saillant of vooruitspringend ge deelte heeft, dat de Franschen blijkbaar willen indrukken, doch waarin zij nog niet geslaagd zijn. Over 't geheel kan men de berichten der Fransche communique's enkele successen daargelaten, die men on der de telegrammen vindt vermeld samenvatten in de woorden: „Wij hebben ons gehandhaafd in de genomen stellingen", wat op zich zelf wel reeds een feit van be lang is tegenover de krachtige tegenaanval len der Duitschers, maar niet getuigt van een geslaagd offensief, - daargelaten, dat de Franschen werkelijk eenigo vorde ringen maakten, ook nu nog. Doch over 't geheel is de toestand door al de geweldige pogingen, de reusachtige artillcrie-acties, bloedige bajonet-gevechten, niet ver anderd. Dat kan bijna evenzoo van het Engelsche als van het Fran sche front worden gezegd. De En< gelschen bij Loos en in den omtrek komen in de allerlaatste dagen weer wat vooruit en zouden zelfs de derde linie der Duit schers zijn genaderd. Maar ook hier is van een doorbraak geen sprake. Misschien zijn de Duitschers sterker, misschien is ook de overmacht der geallieerden wat kanonnen en munitie en manschappen aangaat, nog niet krachtig genoeg. Do kans op een spoe Is dit het begin van een grooten aanval 2 Wij weten er niets van; de opperbevelhebber heeft niemand in zijn plannen ingewijd. En dat juist geeft ons goede hoop een operatie waaraan ruchtbaarheid is gegeven, is een operatie, welke daardoor al beslist is. Laten wij voor het oogenblik met vreugde de ont vangen berichten beech ouwen eii met ver trouwen verder afwachten. En tevens willen wij herinneren aan hetgeen generaal de Lacroix onlangs schreef in zijn „Exquisse de bataille" „De opperbevelhebber beeft een aanvals plan opgemaakt; hij heeft een bepaald punt van bet front op het oog waar hij wil door breken, omdat dit punt bem liet zwak si schijnt of wel omdat hij vermoedt dat een doorbraak daar ter plaatse voor den vijand de verderfelijkste gevolgen zal hebben. Met dien opzet zal hij dus den aanval beginnen. Maar hij zou een fout begaan, indien hij in elk geval, wat er ook moge gebeuren, onwrikbaar zon vasthouden aan dien oov- spronkelijken opzet. Napoleon ging nimmer een gevecht aan zonder een plan gemaakt te hebben maar dat plan was niet onvat baar voor wijziging en was plooibaar genoeg om in overeenstemming met de omstandig heden te worden gebracht. Het kon toch gebeuren, dat op het punt, waar de opper bevelhebber wilde doorbreken, de vijand sterke reserves heeft aangetrokken. Zich koppig er tegen verzetten om bij de verdere ontwikkeling van de actie rekening te hou den met den nieuwgcsciiapen toestand, zon 't uitlokken van een échec beteekeneu, ter wijl op enkele K.M. afstand wellicht een gunstiger gelegenheid ware te vinden. De leider moet dan zijn bedoelingen weten aan te passen aan de gebeurtenissen." dige beslissing hier blijft althans voorloopig no^ verbazend klein. Eigenaardig is wel, dat de strijd in het Oosten in de laatste dagen schijnt te ver slappen. Hebben del Duitschers troepen van het Oosten naar 't westen gezonden? Hun berichten meldden nog wel, dat zij vooruit komen, maar de telegrammen zijn wat vaag en er worden weinig plaatsen genoemd» In 't noorden van dit front tusschen Riga en Wilna, schijnt de toestand weinig of niet te veranderen; ook in 't midden, in de streek der moerassen, valt blijkbaar weinig van belang voor. Iii 't zuiden daarentegen, in den vestingen-driehoek in Wolhynië, gaat het den Russen blijkbaar minder goed. Zij moeten daar terugtrekken; hun eigen berichten erkennen dat, en zo staan nu al achter de Styr. Van Luzk hebben ze stellig niet veel meer in bezit, ook bij Dubno gaan ze weer oostwaarts en rukken de Oos tenrijkers vooruit. Tcch blijkt uit verschil lende mededeelingen, dat de bondgenöoten hier vroeger wel verliezen hebben geleden, achteruitgetrokken zijn. De Oostenrijkers bedreigden voor eenige weken reeds Rowno, thans is daar geen sprake meer van. In het Westen zoowel als in het Oosten is er dus in de laatste dagen weinig of geen verande ring, van de andere oorlogsterreinen hoeven wel heelemaal niet te spreken. De strijd tegen Servië liet ook weef stil. DUITSCHLAND. Op luisterpost. Aan den „Berliner Lokal-Anzeiger" ont- leenen wij het volgende verhaal Dut er luisterposten zijn moeten, daarover waren wij het allen eens. Maar enkelen onzer waren de overtuiging toegedaan, dat het abso luut niet noodig was, dat deze posten zoo. ver van de eigen stellingen lagen. Doch de posten waren er eenmaal en wij moesten ze bezet ten. Daar het punt, bepaald als onze luister post, 800 meter voor onze loopgraaf lag en alleen te bereiken was door draadhindernissen over weide, veld en bremstruiken, kwamen wij slechts langzaam vooruit. Vooral, omdat de vijand raketten liet opstijgen en wij 'dan, volgens voorschrift, onmiddellijk op den grond moesten gaan liggen. Niettegenstaande len alleen maar behoeft te blijven staan in liet schijnsel der raketten, om niet gezien te worden. De mannen, die wij aflosten, meldden, dat er niets bijzonders gebeurd was. Wij gingen in een gat in den grond liggen en begonnen onzen dienst, die hierin bestaat, dat wij zelf geen geluid geven en lekten op vreemde geluiden, om dan onmiddellijk handelend op te tiygtc. Voor ons luistergat, ongeveer op twintig meter afstand, liep het M-kanaal. Onze oever was volkomen kaal, de andere oever, door de vijandelijke luisterposten bezet, begroeid met wilgen cn hazelnootstruiken. Over bet smalle kanaal liep een primitief bruggetje, dat vooral in donkere nachten door de luisterpatrouilles gebruikt werd, om de overzijde te bereiken. De nacht was buitengewoon stil. De rust werd niet eens verstoord door heb gebruike lijke kanongedonder uit de richting van Y Slechts af en toe schreeuwde een vogel of klonk uit de verte het rollen van een Fransche auto. Langzamerhand wennen oog en oor aan de duisternis en stilte en zien en hooren wij toonoelen en geluiden, die tevoren niet konden waargenomen worden. Aan den overkant schijnt zich een groot dier te bewegen. Maar een dier kan niet. vloe ken. Heel duidelijk hoor ik: „Sacré nom d'un chienEn dan een schaduw en nog een. De kameraden hebben het ook gehoord' en zonder iets te zeggen, alleen door handbewe gingen, spreken wij af, wat wij te doen hebben. Wij grijpen naar de handgranaten en wachten op den vijand. Wij kunnen wel raden, wat luj in zijn schild voert. Sedert wij hier liggen, heeft hij gemerkt, dat het onschadelijk maken van patrouilles onze specialiteit is. Zijn pa trouilles wagen het dus niet meer over liet bruggetje to gaan, doch trachten in bootjes over het water te komen. Wij hebben ons inis- tergat verlaten, het geweer om den hals ge hangen, in de linkerhand een granaat, in cio rechter twee granaten genomen en gaan krui pend naar den oever. Aan den overkant hoorden wij zacht roepen: „AllonsZes man in het kleine bootje, kwa men zij spookachtig nader. Wij twijfelden er Van Duitsche zijde ontvangen wij over het Fransch-Engelsche offensief bij Souain en Perthes de volgende mededeelingen Zaterdagmorgen om 5 uur werd het ge vecht begonnen, aanvankelijk met een be schieting door licht geschut, in de geheele strook SouainPerthesMassiges. Onge veer een uur later mengde zich ook zwaar geschut in den strijd, mortieren, houwit sers en zware kanonnen, die een onafge broken stroom projectielen over de Duitsche linies wierpen. De Duitsche commandant, die een aanval verwachtte, liet uit Somme- Py. en'uit het verder achterwaarts gelegen Aure versterkingen naar de voorste linies komen. Nadat het geschutvuur ongeveer 4 tot 5 uur onafgebroken had voortgeduurd, trad een kleine pauze in het artillerievuur in. De Duitsche officieren lieten alles ge reed maken om den aanval af te wachten, maar deze bleef uit. Na een uur ongeveer begon het artillerievuur opnieuw, nu in nog sterker mate, zoo mogelijk. De lucht was zwart van de massa's projectielen, die zonder ophouden van de Fransche linies kwamen aansuizenhet geratel en gedonder der mitrailleurs eu kanonnen was om razend te worden. Alle mijnen, die de Duitschers voor hunne stellingen hadden aangelegd, waren dóór de Fransche granaten getroffen en ontploft, de draadversperringen waren vernield, zoo dat voor de loopgraven een onontwarbaar kluwen van draad ordeloos dooreen lag en hing. Een ontelbaar aantal luchtmijnen werden uit de Fransche linies geworpen en suisden door de lucht. Des namiddags en des avonds werd telkens het vuren wat min der, doch hernam dan geleidelijk weder de volle kracht, zonder dat de aanval werd on dernomen. Het artillerievuur duurde den geheeleu nacht onverminderd voort. Dui geen oogenblik aan, dat zij het gemunt hadden op onzen luisterpost om wraak te nemen, om dat wij in den vorigen nacht een officierspa trouille hadden afgemaakt. Het spookschip was nog drie meter ongeveer van den oever. Toen floot een der onzen, drie Duitsche handgranaten suisden in het bootje, dan nog eens drie en weer drie, alles bliksem snel. Do boot vloog niet aan stukken, zooals wij vermoed hadden. In rook en vlammen gehuld kenterde het bootje en vijf lichamen dreven bewegingloos op het water. De zesde was niet te zien. Snel kropen wij terug in onzen granaattrech. ter en. nauwelijks waren we er aangekomen of de projectielc-n van een Fransch machine geweer floten over onze hoofden. Na tien mi nuten hield het schieten op FRANKRIJK. Van het Westelijk Oorlogsterrein. PARIJS. De gevechten in Artois en Champagne worden met dezelfde kracht voortgezet en de vorderingen houden aan. De geheele oerate stelling in Champagne, die door maandenlangen arbeid uitermate sterk was gemaakt, is geheel en al genomen over een front van 25 K.M. De Fransche troepen vallen de tweede linie onder gunstige omstandigheden aan. De Duitschers geven onmiskenbare blijken van uitputting en vermoeidheid. Groepen van honderden geven zich over, zonder ge vochten te hebben. Daar ten gevolge van het verbreken der verbindingen sedert drie dagen geen pro viand kon worden aangevoerd, zijn de krijgs gevangenen uitermate verzwakt. Men krijgt den indruk, dat er wanorde heerscht, zoowel in de vijandelijke linies als daarachter. In Champagne alleen maakten de Fran schen krijgsgevangenen, die tot 35 verschil lende infanterie-regimenten behoorden. Bataillons, compagnieën zelfs, worden afzonderlijk door den Duitschen comman dant in het gevecht gebracht, waaruit blijkt welk een verrassing de aanval der Franschen teweeg heeft gebracht eu welk een wanorde erop gevolgd is. Het moreel der Fransche troepen is bui tengewoon goed. De vastberadenheid en geestdrift van de gewonden, die van het front komen, wekt de bewondering op van allen, die met hen iu aanraking komen. Het behaalde schit terende succes heeft den strijdlust der troe pen verdubbeld. In Artois wordt met groote verbittering doorgevochten. De Franschen blijven vor deringen maken. De top van heuvel 140, het hoogste punt van de kam van Vimy, die de geheele vlakte van Lens en Douai beheerecht, en de boomgaarden ten zuiden van die kom, zijn in handen der Franschen. De soldaten, die in deze streek krijgsge vangen zijn gemaakt, behooren tot 28 ver schillende regimenten, waaronder vier Prui sische garde-regimenten. Het Engelsche leger, dat in verbinding is met de Fransche troepen, maakt vorde ringen ten noorden en ten zuiden van Loos. De twee eerste linies verschansingen zijn reeds genomen, op de derde worden hevige aanvallen gedaan. Het geheele aantal gevangenen, door de bondg'enooten gemaakt, bedraagt 25.000. waaronder meer dan 400 officieren. Tot nu tóe zijn 103 veroverde kanonnen geteld, zware zoowel als veldstukken en de inven- tarieeering van den buit is nog lang niet afgeloopen. PARIJS. Onze zware artillerie in België steunde de Engelsche vloot tegen de kust- batterijen. Thans is uitgemaakt dat alleen in Cham pagne 121 Duitsche zware en veldkanonnen zijn veroverd. Sedert den 25sten September liebben in Artois geen gevechten van beteckenis plaats Wij hebben Verder terrein gewonnen in Champagne ten noorden van Mesnil en zenden kanonnen van allerlei soort namen er aan deel. Het ge9donder van het geschut was zoo ontzettend, dat'den wachtposten in de Duitsche linies hooren en zien verging en dat men zelfs achter de tweede linie zijn eigen woorden niet kon verstaan. Door dit voortdurelid hevige schieten werd het ge heele terrein zoo met granaten én bommen overstroomd, dat letterlijk niets ongeschon den bleef. Alle loopgraven, voorlinies, luis terposten, wolfskuilen, alles wat in het ter rein was gegraven of gebouwd, werd met den grond gelijk gemaakt. Zondagmorgen verflauwde het vuren wat tegen het aanbreken van den dag, en om 5 uur ongeveer stormden Franschen en Engelschen naar de Duitsche stellingen. Tot vijfmaal toe werd de aanval afgeslagen onder het zware vuur van de Duitsche ar tillerie, en somtijds drongen de aanvallers in de stellingen der Duitschers doör en ont stonden woeste gevechten van man tegen man, waarin beide partijen ontzettende ver liezen leden. Toen de Franschen voor de zesde maal tot den aanval overgingen, ont ruimden de Duitsche troepen de volkomen vernielde en onhoudbaar geworden eerste lirre en trokken zicb in de tweede positie terug. Bij den zesden aanval konden de Franschen zich in de ontruimde Duitsche stellingen vastzetten en tot den aanval op de volgende linies overgaan. Doch deze werd afgeslagen, daar hier de verdedi gingswerken en versperringen, die door het vuur weinig hadden geleden, nog bijna ge heel intact waren, en bovendien hier het meer achterwaarts geplaatste Duitsche zware geschut zicb in den strijd kon men gen. De aanval op de tweede linie kon hier niet worden voortgezet. De Duitsche troe pen waren tusschen Souain en Massiges on geveer 3 a 4 kilometer teruggedrongen. 's Gravenhagu, 28 September 1915. OPPERBEVELHEBBER VAN LAND- EN ZEEMACHT. O.V.I. No. 34134. (Afd. 6. S. No. 9809), Onderwerp: Soldatencourant Op 16 Augustus 1914 werd aan Land- en Zeemacht de navolgende mededeeling gericht: „Door den Heer D. MANASSEN, Hoofdredacteur van het weekblad „De Fakkel" wordt, met medeweten en instemming van Zijne Excellentie den Minister van Ooricg uitgegeven een Soldatencourant. Het doel van deze uitgave is, den soldaten en schepelingen In populalren vorm het nieuws te brengen, waarin zij geacht kunnen worden belang te stellen en, in het algemeen, het bestaan van een opgewekten geest bij leger en vloot blijvend te bevorderen. De courant zal driemaal in de week, namelijk (n den ochtend van den Dinsdag, den Donderdag en den Zaterdag, verschijnen en verkrijgbaar worden gesteld tegen den prijs van 1 cent. De oplaag zal bedragen 50,000 exemplaren, die over de verschillende onderdeelen van het Leger en de Zeemacht zullen worden verdeeld. De toezending geschiedt aan de regimenten, bataljons, afdeelingen of compagniën, tot een bepaald aantal per compagnie, ecsadron of batterij. De commandanten der onderdeelen, waaraan de couranten worden gezonden, worden uitgenoodigd, maat regelen te treffen voor de verkrijgbaarstelling, alsook voor het overmaken der gelden, die bijv. door de sergeanten-majoor en opperwachtmeesters onder toezicht der betrokken commandanten kunnen worden geïnd. Het adre3 van den Heer MANASSEN, waarheen de geiden moeten worden gezonden is: Amsterdam, Palestrinastraat No. 10; voor vergoeding van de onkosten vcor overmaken e. d. kan op het te zenden bedrag 10 pCt. worden gekort. Het betreft hier eene zaak, die geheel in het belang van den soldaat wordt ondernomen; ook bij verkoop van alle exemplaren, worden de onkosten nog niet gedekt. Het zal mij aangenaam zijn, wanneer alle autoriteiten en commandanten voor het welslagen van dit sympathieke streven nagr hun vermogen bijdragen." Sinds dien is gebleken, dat de Soldatencourant volkomen heeft voldaan aan de verwachtingen en dat zij daaraan nog steeds voldoet. Tengevolge van de omstandigheid, dat inmiddels verschillende nieuwe onderdeelen zijn opgericht, alsook vele verplaatsingen hebben plaats gevonden, komt het voor, dat voor het tegenwoordige niet in alle opzichten het noodige wordt verricht, om zorg te dragen, dat de courant den soldaat steeds kan bereiken. Ik heb mitsdieng de eer, de autoriteiten en de commandanten der onderdeelen van Land- en Zeemacht uit te noodigen, hiertoe de meest mogelijke medewerking te verleenen. De Generaal, C. J. SNIJDERS] AAN de autoriteiten van Land- en Zesmacht. verder naar bet oosten tusschen heuvel 199 ten noorden van Massiges en den weg van Ville-sur-Tourbe naar Cernay. Wij maak ten daarbij wederom gevangenen. De Duitschers wisten weder voet te krij gen in eenigte versterkingen, waar zij vroe ger de nederlaag hadden geleden, maar door een tweeden zee rhevigen tegenaanval in denzelfden sector, werden zij er weder uit verdreven. Onze aeroplanes wierpen 72 bommen op het station van Guigniccurt en keerden be houden terug. BERLIJN. Uit het groote hoofdkwartier wordt gemeld: De vijand zette alleen in Champagne de pogingen tot doorbraak voort. Ten zuiden van den weg Meenen Yperen deden we een door twee Engel sche compagnieën bezette stelling in de lucht springen. Ten noorden van Loos ging onzo tegenaanval langzaam vooruit. Ten zuidoosten van Souehez slaagden de Franschen er in op twee plaatsen van kleine uitgestrektheid onze linie bin nen te dringen;, daar wordt nog ge streden. Een Fransche aanval ten zuiden van At-recht werd gemakkelijk afgeslagen. Tusschen Reims en de Argonnen waren de hunne stellingen loopen nu ten zuiden van Navals, van de Butte de Souain, van Tahu- rer, Ripont, en Cernay; tusschen Navals en Souain Iconen zij bijna loodrecht naar het zuiden, evenals tusschen Ripont en Rou- vroy en Virginie. De aanval op Loos. Uit het Engelsche hoofdkwartier in Frankrijk worden in een telegram, d.d. 28 September, de volgende nadere bijzonder heden omtrent de inneming van Loos gege ven. De' eerste roemrijke charge door onze mannen van de loopgraven bij Vermelles uit ondernomen in het grauwe licht van Zaterdagochtend, bracht hen door het dorp Loos heen tot op den top van heuvel no. 70 daarachter, en zal altijd herdacht wor den als een van de schoonste praestaties van het Engelsche leger. Niets kon de mannen tegenhouden. De twee Duitsche loopgraven, die het dorp verdedigden, bezweken eerst voor hun vreeselijken aandrang. Toen stormden de Engelschen over een stuk open grond in de straten van Loos, waar een handgemeen en een gevecht met handgranten ontstond. Daarop kwamen zij' achter Loos aan de hel ling van heuvel no, 70, ongeveer een halve mijl verder naar het Oosten. Delaatste met alle kracht doorgezette aanloop eindigde op den topsommigen liepen nog door tot aan de andere zijde tot zij door machtige aardwerken, die met tal rijke mitrailleurs bewapend waren, tegen gehouden werden. Op dat tijdstip begon nen de batterijen van den vijand haar vuur op de helling van den heuvel te concentree- ren, waarom onze manschappen bevel kre gen. zich in te graven op ongeveer honderd yards afstand van den top. gevechten verbitterd. Ten zuiden van St. Marie a Py brak oen vijandelijke brigade door onzo voorste loopgravenstelling, zij stiet op onze reserves, die in een tegenaan val op den vijand achthonderd gevangenen maakteiFen de rest vernietigden.Alle Fran sche aanvallen tusschen de wegen van Somme Py, Souain en den spoorweg van ChallerangeSt. Menehould zijn gisteren, deels in verbitterde gevechten op korten afstand en onder zware verliezen -oor den vijand, afgeslagen. Donderdagmogén vroeg is een krachtige vijandelijke aanval gedaan op het front ten noordwesten van Massiges. Ten noorden van Massiges ging de aan vijandelijk flankeer- vuur zeer blootgestelde heuvel 191 ver loren. Aan de overigo fronten alleen artillerie- en mijngevechten van wisselende hevigheid. RUSLAND. Van het Oostelijk Oorloqsterrein. BERLIJN. Uit het Groote Hoofdkwar tier wordt gemeld: Legergroep v. Hindenburg. Ten zuiden van Dunaburg werd dè vijand in do moer- Den geheeleu Zondag en Maandag werd het gevecht om den heuvel voortgezet. Het dorp Lóós was door een drievoudige rij loopgraven, dio met prikkeldraad van buitengewone dikte en met prikkels van bijna een inch lengte beschermd waren, om geven. De beide eerste rijen waren door do artillerie-voorbereiding volkomen vernield, maar de derde was nog in behoorlijken staat en hier moest de versperring doorgeenedeu worden door manschappen, die ongedekt in het open veld stonden, blootgesteld aan het vijandelijk vuur. Een soldaat vertelde, dat in de loopgra ven om de stad de lijken van Duitschers op sommige plaatsen in stapels op elkaar Jagen. Het schouwspel, dat zich in Loos voor deed, spot met alle besclmjving. Er werden Duitschers gevonden, die in kelders ver- borben, bleven vuren op onze mannen, die door de straten snelden. In een gehuchtje werden mitrailleurs genomen, die door ga ten in de muren van boerderijen heen vuurden. In de straten had een vreeselijk bajonet- en bommengevecht plaats. Vele vijanden bleven doorvuren tot onze mannen op kor ten afstand waren gekomen en smeten toen hunne geweren weg, hieven <Je handen, om hoog en riepen om genade. Het dorp zelf is ernstig beschadigd door het arfi'erievuur- Van de kerk is slechts een vormelooze massa steecuen over. Vele huizen zijn aan stukkon gereten en de stra ten waren vol puin, waartusschen honder den dooden en gewonden lagen. Een aantal veldkanonnen werden in ge cementeerde loopgraven gevonden, terwijl ook vele krachtig versterkte mitrailleur-fun daties werden gevonden. Het kerkhof aan dén zoom van het dorp

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1