175.
1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
m.
Onder redactie van D. MANASSEN,
tweede jaargang. Woensdag 29 September
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRTNASTRAAT 10,
AMSTERDAM TELEFOON Z. 4968. UIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
■WEEK.-LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI-
REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Geen audience.
Blijkens bericht in ,de „Staatscourant"
wordt Donderdag a.s. doox den Minister van
Oorlog geen audiëntie verleend.
Dc verspreiding van ons blad.
Wij brengen in herinnering, dat troepon-
deelen, die soms door oen of aruiere oorzaak
van ons blad verstoken zijn, slechts een aan
vraag tot ons te richten hebben om regelmatig,
driemaal per week, een pakket Soldafencouran.
ten ie ontvangen. Nergens mag or.s „Orgaan
voor leger en vloot" ontbreken.
Wie te weinig exmplaren ontvangt behoeft
het ons slechts to berichten. Dadelijk zenden
wij dan een grooter aantak Nu de lange avon
den op komst zijn, rekenen wij op aller mede
werking bij de verspreiding van ons orgaan voor
leger en vloot.
Verkoop aan de Kiosken.
Om het koopen van „Do Soldatoncourant"
voor ieder militair te vergemakkelijken, hebben
wij met de Amsterdamsche Kioskenonderne
ming een overeenkomst getroffen. Voortaan zal
voor den gewonen prijs van een cent per exem
plaar voer ieder militair „Do Soidatencourant"
ta koop zijn aan de stations: Amsterdam 1e
Perron en 2e Perron, Haarlem, Leiden, Den
Haag, Rotterdam (Maas), Hoek van Holland,
Hiïvorsum, Amersfoort, Alkmaar, Den Heider,
Tiel, Bussum, Apeldoorn, Zaandam, Rotterdam
(Hofplein), Zandvoort, Scheveningen (Kur-
haus) (Z. H. E. S.) en aan de Kiosken te Am
sterdam en Den Haag.
Losse nummers.
Lossa nummers van „De Soldatencourant"
worden op aanvraag dadelijk toegezonden. Bij
de aanvraag moet voor elk verlangd exemplaar
1 cent aan postzegels worden ingesloten.
De gevreesde.
2
Em nu was de woesteling uit de gevang®
■lis ontslagen en zou hij zich in staat zien
zijn ©ed te volvoeren. Hij had geïnformeerd
waar zijn slachtoffers zich ophielden en vrao
misschien op dit oogemblik reeds op weg
om, zijn. vrecselijke bedreiging ten uitvoer to
.brengen.
Dat alles verhaalde majoor Selwyn terwijl
de auto zich met moeite eon weg baande
door de overvolle straten van Noordwest
Londen.
Duivels!" riep Armstrong verontwaar
digd uit, „wat een gemeene kerel! Daar
moeten wij een stokje voor steken. We zul
len, hem vóór zijn. Wacht een paar minuten
tot we G'ricklewood voorbij zijn. en dan zui
len we de kar een zetje geven
Hij. voegde de daad bij .het woord. Te
Hendon maakte de auto iets meer dan vijf
tien kilometer per uur drie minuten latei-
haalde hij er veertig. Twee of drie politie
agenten trachtten achtereenvolgens het
voertuig-het stilstaan te brengen, ra aar
Armstrong deed alsof hij hen niet zag, en
zij moestep zich vergenoeven met het op-
teekenen van het autonirmmer.
nJij bent een brutaal heer, Armstrong!''
zei majoor Selwyn, terwijl de straatweg
achter hen weg schoot. „Op die manier heb
ben wij kans, dat wij ongeveer gelijk aan
komen met dien bandiet, en vóór hij nog
fie ic.sstp.itd iit den rsuzensiriji
De jongst verToopen dagen zijn wel merk
waardig geweest en hebben ons interessant
nieuws gebracht. Overwinningen, een ze
gepraal der Duitechers, can overwinning der
Franscben en der Russen, die misschien
to breed door do laatsten wordt uitgemeten.
Met de zegepraal der Duitschers bedoelen
we er ditmaal goene op 't slagveld; het is
er een© van anderen aard, een finauciecie,
ecu moreele, zouden we ook kunnen zeggen.
Do derde D'uitsche oorlcgsleening heeft een
succes gehad, dat inderdaad verbazend is. Ze
was oorspronkelijk vastgesteld cp 10 miliard,
maar werd later tot een onbepaalds grens
toegegelateii. Dit wil in den regel zeggen,
dat men de leening niet al te best vertrouwt,
wat den uitslag betreft en op minder rekent.
Welnu, de leening heeft méér dan 12 mil
iard mark opgebrachtDe keizer, de Duit-
sche regeoring, de bladen zijn in do wolken,
't Verbaast, ons niet: Duitschland heeft in
derdaad getoond, dat zijn financieel© kracht,
en... de vaderlandsliefde van zijn volk groot
is. De Duitschers vechten riet alleen dapper,
zij leggen ook hun geld op het altaar des
vaderlands. Er is misschien wel esnig bui-
tenlandseh geld bij, uit zeer goede bron
werd vernomen, dat er voor millioenen uit
Amerika is ingeschreven, maar het over
groot® deel er van ig door het Duilsche volk
opgebracht Op welke manier echter, en of
er achter den sohoonen schijn dezer finan-
ciëelo operatic niet veel donkera verborgen
iets heeft kunnen doen!"
Hij had het nauwelijks gezegd, toen er
iets vreeselijks gebeurde. Men was dicht
bij Bradburn, toen plotseling uit een zijpad
twee kinderen, die elkander achteraan lie
pen, op den weg verschenen. Een gil van de
kinderen, een hevige schok door het op
rijden van den auto in volle vaart tegen
het dichtgewaden kreupelhout, en daar
op herinnerde de majoor zich niets meer.
Toen hij zijn oogen weer opendeed, lag hij
voorover aan den kant van dan weg, terwijl
Armstrong, die een vochtigen zakdoek in do
hand hield. zich. over hem heenboog.
„Voel je je al wat beter, ouwe jongen?"
zei Armstrong.
„Ja", zei do majoor, terwijl hij met be
vreemding om zich hesdi keek, en toen hij
den auto in 't gezicht kreeg en zich plot
seling alleg herinnerde, voegde hij er aan
tóe: „is de kar
„Ja üei Armsteong hoofdschuddend,
^ogenblikkelijk buiten dienst, maar het
defect, is wel te herstellen. Tob mijn spijt
kan ik je nu echter niet verder brengen..."
Hij sprak op kalmen toon, ofschoon zijn
gehavend gezicht te kennen gaf op welk een
gevoelige manier hij met het- kreupelhout
langs den weg had kennis gemaakt.
..Heb dank, Armstrong. Ik ben je erken
telijk voor hetgeen je voor me deedt, en
liet spijt me genoeg dat je auto zoo bescha
digd ie, maar ik moet verder".
Hij richtte zich op, en voelde naar zijn
horloge.
„Gerechte Hemel, 't bijna kwart voor
ligt, durven we niet zeggen. Dat. er zoo bij- 1
zonder groote vreugde wordt betoond over
't slagen der leening, zou haast doen denken,-,
dat men het tegendeel had gevreesd.
Een vreugde is nooit ongedeeld, nu
juist komen er berichten van Russische suc
cessen, die, wo zeider- het reeds, breed uit-
gemeten worden in de Russische telegram
men, maar die de Duitschers en Oostenrij
kers niet tegenspreken, ten declo zclfg be
vestigen.'In 't Noorden, in de streek van
Dunaburg en van Wilna, is zeer hard ge
vochten, boden de Russen hardnekkigen
tegenstand, werd soms dagen gevochten om
een dorp, dat genomen, hernomen en weer
verloren werdHier echter schijnen <j©
Duitschers nog aan de winnende hand -te
zij li y Hoe dapper de tegenstand der Ruseen
is, zij- werden ten slotte teruggedreven.
Anders staat het'in 't centrum en in liet
zuiden. Lang3 den spoorweg Brest-Pinsk,
waar de Duitscher xeeds een deel eind waren
opgerukt, is het leger van Mackensen zeer
hard aangevallen door de Russen en werd;
het na eon hardnekkig gevecht zelfs ge
dwongen zich terug te trekken achter liet
Oginski-kansal, ten oosten vau de .Tasjolda.
Logischin, dat in de handen der Duitschers
was. werd hier hernomen door de Russen.'
Niet beter gaat het den Oostenrijkers in-
't Zuiden, in Galicië en den vestingen-drie
hoek van Wolhynië. Daar hebben de Russerb
zich in den laatsten tijd steeds dapper ge
weerd, en reeds voor eenige dagen werd ge-,
meld, dat de Oostenrijkers zic-h achter de
Styr moesten terugtrekken. Ze kregen 'daar
bij hulp uit het centrum, van het leger van,
Mackensen, en volgens de Russen werd dit
nu zoo verzwakt, dat het den strijd aan.
de Pripet niet kon volhouden. Hoe ditzij,
ook in 't. zuiden bij Luzk moesten de Rus
sen terugtrekken en volgens Russische be
richten zou deze vesting in hun handen
zijn gevallen. Ook nog verder zuidelijk, bij
Trembowla, zouden de Oostenrijkers troepen
meer naar t 'westen zijn gedreven. Merk
waardig is dit sucoes der Russen zeker,
wijst het op een verslapping der kracht van'
het DDuitèche leger? Men moet dit succes
niet o vei schattende Russische berichten
zijn misschien al te optimistisch en wie weet
van hoe korten tijd het succes is.
Wij haalden hoven een spreekwoord aan,
er is er nog een, dat toepasselijk is op deze
dagen een ongeluk komt nooit alleen niet
alleen in t' oosten, ook op het Westerfront
"hebben de Duitschers een slag ontvangen,
die daar vcoral onverwacht komt. Op ver
schillende punten zijn de Duitschers te
ruggedrongen o.a. in Champagne, hier zelfs
over een front van 25 K.M. De Duitschers
zelf geven toe, dat zij de eerste linie loop
graven rücesten prijs geven. Bovendien
zouden de Fransdhen 20,000 krijgsgevange
nen hebben gemaakt. Een overwinning dus,
zoo als we in geen maanden hebben gehad.
Van de andere oorlogsterreinen geen
nieuws, dat vermelding waard is. 'In den
Balkan gist hetBulgarije mobiliseert, Grie
kenland mobiliseert en allerlei geruchten
doen de ronde.' Nog is het geen oorlog, maar
strijdlust is' er wel en belangenquaesties zijn
er ook. In soo.'n geval is het. moeilijk het
omgehangen zwaard in de scheede te laten
rusten.
QUiTSCHLAND.
In het gevecht.
In een feuilleton in het „Berl. Tagebl."
vertelt Walter von Hollander, een Duitsch
officier, van een gevecht en daarbij schetst
hij den psychologischen toestand van den
soldaat voor en in den strijd.
De oude. soldaat ruikt onmiddellijk,
dat het een warnïe dag wordt. Een nuch
tere koorts grijpt allen aan. Doodsangst?
Nioraand heeft angst. Niet één, die niet
reeds velen heeft zien sterven. Maar in de
diepte van zijn hart gelooft niemand aan
zijn dood. „Jij kan wel sterven, of die en
die, maar niet ik." Zijn verstand weet,
dat hij ook wel eens sterven kan. Daar op
dezen koelen morgen, bij dit boschje, voor
dezen heuvel neen, daar kan hij met ster
ven. Sterven is niet zoo gemakkelijk en
eischt rijp overleg.
...Op een avond hadden de Russen zich
tweeën. Hoe ver'is het nog tot Wodehurst?"
zei hij.,
„Niet. meer dan twee mijlen, denk ik. Je
kunt hier in het dorp wel 't een of ander
voertuigje krijgen. Dat is hier nauwelijks 'n
paar honderd met/er vandaan".
Majoor Selwyn ree3 op, braaf uit zijn hu
meur, maar overigens ongedeerd.
„Tot ziens voorloopig, brave vriend. Ik
zie je wel in de stad als je klaar bent met
de reparatie. En nogmaals dank!"
Toen zette hij de pas er in en slaagde er
ten slotte, na niet geringe moeilijkheden in
een oude rammelkast te krijgen, die met.
tergende langzaamheid te voorschijn werd
gehaald.
Terwijl hij in het voorhistorisch rijtuigje
naap Wodehurst sukkelde, voelde majoor
Selwyn dat- zijn zaak verloren was. Wat. er
gebeurd was, war. gebeurd, en na a.l hetgeen
hij nu gedaan had wenschte hij dat hij nim
mer op weg gegaan mocht zijn.
„The Priory" was eon óudenvetsche villa
van twee verdiepingen, geheel begroeid met
kiimop en gelegen ongeveer dertig meter
van den straatweg naar St Albans.
Het was bijna twee uur 'p middags. Hugh
Selwyp en zijn vrouw waren bijna klaar
met de lunch toen het luide gesnor van een
Gnome" ééndekker de landelijke stilte ver
stoorde.
„Een vliegmachine, Betty!" zei Hugh.
„Ga mes eens kijken! Ze komt uit rie rich
ting van Hendon".
Het tweetal stond op en wandelde 4-irm
Lu arra de laan uit eu de omringende boo-
genesteld in een groote hoeve met daarmee
verbonden heuvel en rechts daarvan een
moeras. Zoo rapporteerden de patrouilles.
Onze heuvel, steil en breed, de heuvel, dien
wij nemen moesten, had zevenhonderd me
ter schootsveld. Dat vertelde ons de kaart.
.Zevenhonderd meter schootsveld, dat is
niet aangenaam, maar wij hadden erger vol
bracht, toen en toen en toen, bij al tie ver
vloekte nesten, die men niet kan uitspreken.
Zevenhonderd meter schootsveld, dat kost
menigeen een arm, been of het leven. Ze
venhonderd meter schootsveld, en daarbo
ven snaterende ganzen van heb kapïtool der
machinegewerenDe nacht zal echter den
weg verkorten, het duister ons pantseren.
Wij zijn niet vroolïjk en niet gedrukt, mis
schien een beetje sentimenteel. En ook hon
gerig. Onze meester, do buik, onze koning,
de honger, heerschen over ons.Ons hart is ge
vlucht van dé tyrannic naar Duitscliland.
Ons hart woont in heldere kamers, slaapt iu
brecde bedden, ons hart doet allerlei vreem
de dingen.Koning buik knort.Vandaag heeft
hij' echter zijn meester gevonden. Het be
vel is nog sterker dan hij. Eindelijk komt
het. Het wachten is het onverdragelijkste.
Een korte instructie. De riemen worden
aangetrokken. Niets mag rammelen. Ram
melen kan voor velen de dood zijn. Ieder
weet dat-. Dan rukken wij op. Zoo zacht
ais het gaat, op onze bespijkerde zolen.
Zacht gaat het commando van man tot man.
Een handdruk, hier en daar hoort men ©en
adres. Dan' komt het veld.
Wij marcheoren nog in gesloten gelede
ren. Het bloed popelt nu toch een beetje.
Iedere mater, dien wij onontdekt voor
waarts komen, beteekent het leven voor
velen. Het is heerlijk donker. Alleen de ge
zichten van de vier dicht nabijzijnden kan
ik herkennen. Het andere is een reusachtige
slang, die door de stoppels glijdt. Daar is
heb. Een stroom van licht glijdt langs den
heuvel. Onmiddellijk kunnen we in het licht
verdrinken. Zoeklicht. Liggen. Het is over
bodig het te roepen. Allen liggen al, als aan
dén grond genageld. Het gesnater der gan-
zon begint, een fluiten, een zingen, een
kletteren, een gonzen. Wij kussen u, aarde,
wij klemmen ons aan u vast. Bescherm ons,
modder, vriend en reisgezel van vele maan
den. Of de perzikboom in den tuin gebloeid
heeft? Een kogel smijt mij modder in den
mond. Ik spuw uit alle macht. Vijf minu
ten.
Achter mij lacht iemand als bezeten. Mijn
oppasser. Wat i; er aan de baud 1 Ze schie
ten te hoog. Hij schudt van het lachen.
Mijn buik knort. Ik ga op den rug liggen.
Boven een paar sterren. Een zachte, melo
die. Ik fluit. Neen, er fluit iets voorbij:
kindertooneeleu, een biddend kind-bij lamp
licht. I)it tooneel kon jij slechts zoo spelen,
lieve zuster. Nu ben jij gestorven. En je
was niet in den oorlog. Je hadt angst over
ons en wij leven.
TieB minuten. Het zoeklicht gaat verder,
eindelijk.-De ganzen zwijgen. Wij staan op.
Het is een beetje heet in den kouden nacht.
Wij gaan nu uit elkaar. Elke twintig pas
een man. Wij gaan in acht liniën. Anne
Russen
Ik heb do voorste linie. Vijfhonderd
meter vooruit en ingraven, is het bevel. We
gaan langzaam en gebogen. Hard loopen
zou ons kunnen verraden. Tien minuten
hebben we noodig. Dat is niet aangenaam.
In tien minuten kan men over veel denken.
„Zijn geheele leven ging aan zijn oogeu
voorbij." Neen, dat is hét niet. Het 33 veel
eer een op hol geslagen draaitooneel met
verwarde voorstellingen, bliksemsnelle bio-
scoopbeelden- en de dierbaarste dwaasheden
Een dol liedje; gaat mij door hot hoofd. Ik
kan het niet kwijt raken. Weer de eerste
regel. Wij zijn er. Maar nu hebben de gan
zen ons toch herkend en eer de ontfermende
aarde ons opneemt-, klettert een kogelregen
op ons neer, boren twee, zes, acht kreten
zich in mijn hoofd, ge-volgd dcor een kreu
nen. Wij graven voor ons leven. Dit klinkt
mooier dan het werkelijk is. Dan wordt hét
kalmer. Alleen het kermen duurt voort.
Wij liggen hier te wachten, tot. men ons
verder zendt. Ons heele denken wordt inge
nomen door het'wachten. O God, als dat
wachten er niet was, was de oorlog reeds
lang ten einde. Voor on3 steekt dreigend de
heuvel omhoog.
men voorbij, die het uitzicht naar het zui
den belemmerden. Zoodra „het hek van den
dam, volgde ook de keukenmeid en het dag
meisje, die niet minder aangetrokken werdeu
door de verschijning van een vliegtuig in
deze streken
Terwijl het viertal met aandacht naar
omhoog staarde eu elke beweging van de
vliegmachine gadesloeg, klom een krachtig
gebouwd maar schamel gekleed man over
de lage schutting die het terrein van ..The
Priory" scheidde van de omgeving eu spoed
de zich door de inrijlaan, voortloopen langs -
de booinen, naar het heerenhuis.
Hij bereikte het kleine boschje voer den
ingang eu zag links en rechts, alsof hij ge
vaar vreesde. Blijkbaar voelde bij zich ge
rustgesteld, want nu liep hij vlug de stoep
op en betrad weldra de huiskamer. Hier
wachtte hij luisterend weer eenige oogen-
blikken, het hoofd voorovergebogen, als om
het geringste geluid op te vangen
Plotseling werd een druk geschuifel in de
vestibule hoorbaar. De man liet zich on
middellijk op den vloer vallen en ki-oop on
der eettafel, het "hoofd gericht naar de deur,
die toegang tot de vestibule gaf.
Het volgend oogenblik zag hij een vrou
wenrok, gedeeltelijk bedekt door een wit
boezelaar, Hij wist dat het neerhangend ta
felkleed hem aan elks blik onttrok en hij
wachtte kalm tot de verschijning zich naar
het buffet begaf, v.-aar hij een geluid hoorde
alsof er iets in de laden ervan gezocht
werd.
Toen hoorde men stemmen, die uit de
Voor Advcrteiilién wende men rich tot Jiut Alg. Advertentie-Bureau BOI'.MACo
JIcercugracht 228 Amsterdam, to: d» Drukkerjl „JacoL van Camptm" N. Z. Voorburgwal
284-240 (Keizerrijk 0) Amsterdam of tot onze Administratie. Pnlestrinastraot 10
Amsterdam. Prys der Advertenti-'-n per regel <50 cent. Bjj abonnement reductie
llij slaapt. Nog slechts honderd meier.
Als die ganzen er maar niet waren. Naast
mij lacht weer iemand. Een verweerd man
netje, gedrukt door liet leven. Onze oudste
vrijwilliger. Al6 het- mij maar niet treft,
zegt hij. En hij grinnikt in zijn baard.
Wat is.daaraan zoo komiek? Eerst wou ik
getroffen worden, maar dan treft het na
tuurlijk niet. Nu wil ik niet meer getrof
fen worden en nu treft het mij toch met. Ik
zwijg. Miju hoofd staat niet naar praten.
Ik moet aan iemand denken. Ik voel het,
deze iemand denkt aan mij. Eu ik kan niet
vinden wie het is. Ik ncuno het oude liedje:
Wie weet of wij ons wederzien. Het man
netje grinnikt alweer. Wederzien? Ja, wie
dat kanHij wil vertéllen, hij moet vertel
len, ik merk llot. Ik vraag hem dus en hij
vertelt. Een heel. eenvoudige geschiedenis.
Hij was-kolensjouwer geweest. Ten slótte
was hij getrouwd. Veel waard was ze niet,
maar hij ook niét. Na twee, drie jaren -
„kinderen hadden we niet" is hij kolen
sjouwer aan boord van een vrachtboot 'ge
worden. Eerst naar Amerika, dan naar
China, dan op en neer. Gezien heeft hij niet
veel meer dan de machinekamers en vaak
den ouden kapitein. Die woonde in Ham
burg in' het voorhuis. Hij iu 'het achterhuis.
Na twee jaar zijn ze teruggekomen, de
vrouw van den kapitein was ontrouw gewor
den. De kapitein liad zich toen dood ge
schoten. „Maar dat is alleen wat voor def
tige inenschen. Ook de mijne was niet trouw
gebleven. Ik heb een stok genomen. Zwijn,
heb ik geschreeuwd en ik heb baar afge
ranseld." Vervolgens had hij zijn stok op
genomen en was hij 'aan het zwerven ge
gaan den lieelen zomer. Maar geknaagd had
het hem toch. Toen is de oorlog gekomen
en had hij tot zich zelf gezegd: Daar ben'je
nog te gebruiken. Loopen ben je gewoon
en schieten ze je dood, dan is het góed.
Maar ze hebben hem niet dood geschoten.
Hij grinnikt.
Toen kwam de aanval. We deden wat we
moesten. Zooals steeds. We namén dea
heuvel. Aan een paar menschen koetten de
heuvel het leven. Zooals steeds. Onder hen
was het. kolensjouwertje. Ivogel jn het
hoofd. Hij had niet meer kunnen grinniken.
Het was niets bijzondere. We hebben ge
daan, wat we zoo vaak gedaan, gezien, ge
voeld hadden. Een paar zijn er bij geble
ven. Zooals steeds. Een paar wcenende
vrouwen meer. Daaraan kan niemand iet-s
doen. Morgen gaan we verder.
We l'oopen de Russen"achterna. Het is
steeds hetzelfde.
Vliegtuigen naar beneden geschoten.
- FREIBURG. Zaterdagochtend zijn twee
vijandelijke vliegtuigen bij Elzach naar be
neden geschoten. De bestuurders van beide
vliegtuigen werden gedood.
BELGIË.
Beschieting van Zeebrugge.
Men seint ons uit C'adzand dd. 25 Sept.:
Hedenmorgen ongeveer half zeven heeft een
Engelsch eskader, bestaande uit 5 groote en
ongeveer 25 kleine schepen, het vuur op Zee-
brugge geopend. Van dit eskader werd
slechts door twee groote schepen vuur gege
ven, waarschijnlijk met 28 centimeterkanon-
nen. De Duitsch© batterijen aan de kust be
antwoordden dit vuur met lichter geschut,
waarin ede zij eerst tegen 10 uur begonnen.
Om 7 uur steeg boven Zeebrugge e;:i zware
rookkolom op vermoedelijk werd deze rook
ontwikkeld door granaten, die van de En-
geleche vloot waren afgeschoten, om een
betere trefkans te hebben. De Engelschen
gebruikten ook licht geschut, dat cle kust
niet bereikte en dus vermoedelijk tegen
Duitsch© onderzeeërs werd gebruikt. Een
Duitsch vliegtuig vloog heen en weer van
Zeebrugge naar de Engolsche vloot, terwijl
ook een kabelballon boven Zeebrugge op
steeg.
Tegen half elf Stoomde het Engelsche
eskader weg.
EMGELAflStè.
Keir Hardie overleden.
LONDEN, 26 Sept. (Reuter.) De beken
de socialist Keir Hardie is te Glasgow over
leden.
frankrijk.
Van het Westelijk Oor!on»»terroin,
Een overwinning der Franschen.
PARUS. In Ar mis hebben wij ons
in den loop van den nacht, gehandhaafd
iu Go stellingen, die wij Zaterdag had
den veroverd, waaronder het kasteel Car-
loul, het kerkhof vau Souchez en dc laatste
loopgraven, die de vijand nog bezet hield
ten oosten van de versterkte helling, bekend
onder den naam „heb Labyrinth".
In Champagne werden de hardnekkige ge
vechten voortgezet langs liet- geheele front.
Onze troepen drengen de Duitsche linies bin
nen over een front van 25 K.M. en een diepte,
afwisselende van 1 tot 4 K.M. in den loop
van den nacht handhaafden zij zich In alle ver
overde stellingen.
Het aantal krijgsgevangenen, die tot dus
verre zijn geregistreerd, bedraagt meer dan
tienduizend.
Van de rc>t van het ffont valt niets te
vermeiden, behalve een onverhoedsche aan
val vau onze artiüerie in de streek van
Lenoiy in Ban de Sapt.
PARIJS. (Communiqué.) Er hebben ge
vechten met bommen en luchttorpedo's
plaats gehad tussclien de Somme c-n de
Aisne.
Onze artillerie heeft, een munitie-depót iu
een .versterkt huis in de lucht laten vliegen.
Wederom werden de vijandelijke loop
graven, blokhuizen en batterijen in Cham
pagne op het allerhevigst beschoten, waarna
de Fransche infahterie 'een aanval deed op
de Duitsche link-s tusschcn de buippes eu
de Aisne en de eerste stellingen van den
vijand op bijna het gehcolc front bezette.
Onze vooruitgang duurt voort.
PARLJS. Onze aanval ten noorden v.ia
Atrecht had nieuwe vorderingen tengevol
ge. Wij bezetten het geheeio dorp Souchez
en avanceerden naar het oosten toe in de
richting van Givenchy.
Vorder naar het. zuiden bereikten wij Le
Fola en drongen verder door naar het ncor-
deu.
Wij namen ,1000 maa gevangen.
Wij gnigen voort met het winueu van
Jerein in 'Champagne door het rterko net
werk van loopgraven en forten t© door
schrijden, dat door de Duitschers in den
loop vau eén aantal maanden was voltooid.
Wij zijn naar het noorden opgetrokken
en hebben de Duitschere genoodzaakt drie
a vier KM. achteruit te trekken naar de
tweede line. Het gevecht duurt voort op
het geheele front.
De vijand heeft zware verliezen geleden
door ons vuur en in het handgemeen en
heeft veel materiaal in de ontruimde ver
sterkingen achtergelaten. Dit is nog niet
geteld, maar dat 24 veldstukken veroverd
zijn, is thans reeds bekend.
Er zijn 16,000 niet-gewonde krijgsgevan
genen en hun aantal stijgt nog steeds. In
het geheel hebben de geallieerden in twee
dagen 20,000 niet-gewonde gevangenen
gemaakt.
PARIJS Onze batterijen, aan de Belgische
kust hebben samen met de Engelsche vloot
de stellingen der Duitschers te Westenda
en Middelkerkc beschoten.
De Engelschen deden met succes een
aanval op de stellingen van den vijand ten
westen van Loos eu Hulluch.
De Franschen hebben, in samenwerking
met de Engelschen, een hevigen aanval ge
daan ten noorden van Atrecht en voet ge
kregen op verschillende punten van de vijau-
deÜjke linies.
BERLIJN. Da gevechten ten vervolge
van een sedert maanden voorbereid Fransch-
Engélsch offensief werden voortgezet op het
grootste gedeelte van het froiit, zonder dat
de aanvallers hun doel noemenswaard nader
kwamen.
Aan de kust trachtten ook Engelsche
schepen dporeen beschieting, vcoral van
Zeebrugge, iu te grijpenzij hadden echter
vestibule nader kwamen.
.,Ik denk van minstens negentig kilome
ter per uur, Betty. We konden hem nau
welijks eenige seconden in 't oog houden".
En Hugh met zijn vrouw traden de huis
kamer binnen.
„.Koffie!"' zeide Hugh tot het meisje, en
nu namen beiden plaats.
De man onder de tafel schrok teru.7 voor
de bijgeschoven crapauds en bleef toen op
het tapijt gebogen als een tijger, die op zijn
prooi loert.
„Vergeet nooit- wat je me beloofd hebt,
Hugh", zei Betty, toen het dienstmeisje
de kamer uit was. „Je zoudt nooit met
zoo'n vliegmachine meegaan, of ik moest
er bij wezen".
„Dat beteebent dan ..nooit". Bettv",
zei Hugh, op een toon alsof hij maar half
van plan was zijn woord te houden. „Ik
zou je niet aan de gevaren ervan willen
blootstellen voor al de schatten van de
wereld".
,,En toch zou je wèl zelf willen opstijgen.
Wat zijn mannen toch zelfzuchtige wezens!
Maar koi't cn goed, je weet het. ik verkies
eventueel dezelfde gevaren als jij"..
Zij zuchtte even en zag naar buiten, door
de boomen heen. waar af en toe stukjes
blauwe lucht flakkerden dcor de wuivende
takken.
„Zeg eens. Hugh", zei ze plotseling, met
iets vreemds in haar stem, „denk jij dat de
dood door zulk een ongeval zco vreeselijk
zou zijn? Ilc bedoel niet nu. natuurlijk,
maar den eeneu of anderen kesr later. Eén
van ons, als we samen gingen, of beiden
tegelijk...."
Hugh zag haar verschrikt aan en wilde
antwoorden, teen het meisje met de koffie
binnenkwam.
„Beste meld!'' zei Hugh op ernstigen
toon, toen zij weer alleen waren, „wat heb
je 'n onmogelijke, zwartgallige stemming
vandaag!..."
,^Fey" zooals ze in Schotland zeggen,
met andere woorden: wat melankoüek. Ik
heb daar af en toe wel eens meer last van.
O. ilc heb een gevoel alsof er iete verschrik
kelijks zal gebeuren. Maar laten we liever
over wat anders spreken. Bij voorbeeld",
ging zij voort, „je hebt me "nog niet verteld
van wie dat lelgram vras, dat je daar straks
gekregen hebt. Was !t van Kitty?"
„Neen", zei Hugh.
En na ecu aarzeling van een seconde ver
volgde hij:
„Het was van een van mijn uitgevers".
Op dit oogenblik viel zijn blik op het
glazen muurscherm, dat voor den haard
stond aan de andere zijde van de huiska
mer. Eu bij het heldere licht, dat de kamer
binnenviel, zag hij op dat scherm de scha
duw van een kruipend-gebogen man zich
a Reekenen
In een onberekenbaar deel van een secon
de vloog hem de gedachte van het telegram
van. zijn oorn door het hoofd, dat'tele-
gram, waarnaar Betty zoo nieuwsgierig
was.
Het gebied aan 't Westerfront, waar de Duitschers en geallieerden thans reeds
een jaar tegenover elkaar liggen en eiken dag vechten, was eens een dicht bewoonde
en dicht bebouwde streek. Er waren plaatsen, waar huis aan huis stond, of' talrijke
boerderijen over 't vruchtbare land lagen verspreid. Thans is het daar een woestenij.
Ons plaatje laat ons daarvan iets zien. Zij toont ons een Engelsche afdeeling in een loop
graaf, maar meer op den achtergrond een hoeve, of liever wat eens een hoeve was. Telkens
opnieuw werden cl3 gebouwen luer beschoten, totdat er zoo goed als niets meer van
overbleef.' Een hoeve stond nog godoeltelijk, nu heeft de vijand die weer eens krachtig
gebombardcord, de overblijfselen zijn m brand gevlogen en de vlammen verlichten
DTt -ket -Inrrdschop in-des - omtirc-k.