Tweede
De „Koningin-Emma".
Uit Leger en Vloot.
X>e <s3<o>T »T-s A, gir«Tii;]^roc3XJ!Ei.ikn^°3?1 van gondag QG iEeTpterxi"fc>o:r 1 O 1 5
Weer worden we hier verplaatst op het Italiaansch oorlogstooneel. Midden in
de hooge bergen, die met hun met sneeuw bedekte toppen zoo rustig staan, als on
bewogen door den hevigan strijd, die zich tusschen hen afspeeld. Het terrein
biedt° eigenaardige, natuurlijke dekking aan, maar die nog niet voldoende is en die men
nu op sommige punten nog kunstmatig heeft versterkt met zandzakken ep overdekte
loopgraven. Het is een vooruitgeschoven Italiaansche post, die hief het Oostenrijksche
leger, dat op ons plaatje echter onzichtbaar, in positie ligt, moet tegenhouden
van een aanval of dien afslaan.
OP ZEE.
We geven, hier nog verschillende belich
ten omtrent het ongeluk met de „Koningin
Emma", omtrent de redding der passagiers
en andere bijzonderheden
Aankomst van de be
manning.
Met de „Maasstroom" van de Holland-
sche Stoomboot Maatsj.aappij is Donderdag
morgen het grootste gedeelte van de beman
ning te IJ monden aangekomen.
Precies halftwaalf stoomde de Maas
stroom" het IJ op en eenige minuten later
■was de boot aan de Handelskade gemeerd.
Dö Javaantjes stonden zich op het achter
dek in het zonnetje te-koesteren, sommigen
noo- nietwaar, je kunt nooit weten
met de zwemgordels om het lijf.
Toen de „Maasstroom" gemeerd lag, kwa
men eenige bootjes van de Maatschappij
„Nederland" langszij, die een tweetal offi
cieren van de verongelukte boot naar het
kantoor van.de „Nederland" aan de P. H.
Kade vervoerde en de rest van de beman
ning naar de IJkade bracht.
Omtrent de ramp zelf vernamen wij van
den 2den machinist, den heer B. O 1 d e n-
d o rp het volgende :i
De ontploffing.
't Was Woénsdagmórgen kwart voor Ken,
toen we, in blije verwachting van spoedig
in veilige haven weder binnen te zijn, plot
seling een hevigen knal hoorden. We waren
toen ongeveer bij het vuurschip de Sunk.
Ds 3e officier De Boer stond voor op
't schip, kapitein B r a a t op de commando
brug. De 3e machinist Haak had op dat
©ogenblik het bevel in de machinekamer.
De schok- was zeer hevig. Een oogenblik
klonk er van enkele zijden een gegil van
vrouwen en kinderen. Maar dat was spoe
dig gedaan door de geruststellende houding
van de bemanning.
Al spoedig bleek dat het schip getroffen
was door een mijn, die, misschien onder de
oppervlakte drijvende, niettegenstaande den
verscherpten en nauwlettenden uitkijk,
onopgemerkt was gebleven. De mijn out-
Het Perpetuum Mobile.
(Nadruk verboden.)
Het vraagstuk van het Perpetuum
Mobile, van het toestel, dat eeuwig draait
en zelfs nog kracht kan leveren voor andere
doeleinden, ononderbroken en zonder arbeid
van buiten, heeft t-e allen tijde philosofen,
vorschers en speculanten aangelokt. Het is
dan ook een verleidelijk idee een toestel te
oonstruceren, of te maken, dat zonder
kracht of warmte te eischen, uit zich zelf
steeds arbeid blijft produceereu, die voor
alle doeleinden gebruikt zou kunnen wor
den, zoodat de mensch maar behoeft toe te
kijken, en van het gedane werk te profi
teer en.
De nieuwe wetenschap heeft --eleerd, dat
het Perpetuum Mobile tot de ongerijmd
heden behoort. Arbeid wordt slecht3 ge
leverd ten koste van arbeid en kan niet
uit niets geschapen worden. Een toestel,
dat hiervoor moet dienen, is dus onbestaan
baar dit neemt niet weg dat het vraagstuk
in quaestie nog altijd groot-e belangstelling
verwekt. Ondanks dat het positief bewijs
geleverd is, dat de oplossing van het vraag
stuk niet bereikt kan worden, worden nog
altijd nieuwe eeuwig bewegende toestellen
bedacht en zoo ook komt het, dat wij hier
een overzicht willen geven van de geschie
denis van dit ideaal. Een van de oudste
Perpetuum Mobile-constructies is schema
tisch afgebeeld in onderstaand schetsje.
plofte onder het voorschip. Ruim I liep
I dan ook binnen enkele minuten vol water,
i terwijl ook in ruim II het water met groote
snelheid vries.,
Ilefc re'dding werk,
Zooals gezegd verloor de "bemanning geen
oogenblik haar koelbloedigheid. Onmiddel
lijk werden de booten uitgezet en daarin
namen de passagiers plaats. Onder hen
waren verschillende vrouwen met nog zeer
jonge kinderen. Het voorbeeld van de be
manning werkte bemoedigend, en zonder
stoornis had de tewaterlating plaats. De
„Batavier" was in de onmiddellijke nabij
heid en deze nam de passagiers op. Ook
de manschappen van Engelsche torpedo
booten, die in de nabijheid waren, verleen
den kranigo hulp.
Inmiddels was ook ruim II vol water ge-
Ioopcn en begon de „Koningin Emma" aan
de voorzijde ietwat te zinken. De equipage
bleef echter, met uitzondering van degenen
die de reddingbooten begeleidden, voorloo-
pig nog aan boord. Men wilde nog al het
mogelijke doen 'om het schip te redden.
Poging tot redding van
het schip."
De ontploffing, hoe hevig ook, had geen
schade toegebracht aan de machinekamer.
Alles liep daa-r nog uitstekend. - D'e kapitein
besloot daarop te draaien en het schip op
een bank te zetten. Dat lukte. Na eenige
uren stoomens had men een bank bereikt en
daar werd het schip, dat intusscben
steeds meer water maakte, vastgezet, 't Was
inmiddels 2 uur in den middag geworden
en nu klonk het commando „alle hens van
boord!" Alleen de hoofdmachinist Grim
en de eerste officier Soomer bleven nog
op het schip om de wacht te houden en naar
De equipage keert terug.
Toen het schip op de bank zat en men
van de „Batavier" zag dat de „Koningin
Emma" niet verder van positie veranderde,
werden onmiddellijk pogingen beraamd cm
van de lading te redden wat te redden viel.
Al spoedig staken eenige matrozen weder
van cle „Batavier" af en begonnen de mail
van boord te halen. Deze was geborgen in
het achterruim en was geheel onbeschadigd.
Om 6 uur keerden alle machinisten en sto
kers met booten en Engelsche sleepbooten
weder terug cm bij dit werk behulpzaam te
zijn en alsnog gezamenlijk te trachten het
schip te redden. Maar te vergeefs.
Het schip was verloren.
Langzamerhand was de vloed opgekomen
staat, dient om de gewichten in een bepaal
den stand te houden.
Uit bijgaande figuur ziet men, dat de
gewichten op de linkerhelft verder van het-
middelpunt, dat tevens het draaipunt is,
afstaan dan op de rechter helft. Onder het
draaien blijft, zooals duidelijk is» dit ver
schil bestaan.
Nu meende de ontwerper van dit toestel
dat de gewichten links door het afstands-
verschil grooter kracht moesten oefenen
dan de gewichten ^rechts, zoodat het rad,
eenmaal aan het draaien gebracht, in een
eeuwigdurende beweging raogst 11 ij ven.
Een soortgelijke constructie is ook aan
gegeven door den beroemden schilder Leo
nardo da Vinci, die niet alleen een groot
kunstenaar was, maar tevens een uitstekend
technicus en van wie o.a. ook een vlieg
machine-constructie bekend geworden is.
F ij i.
Zooals men ziet bestaat bet uit een rad,
dat zit op een as en vrij kan draaien.
Aan den buitenomtrek zijn hoekige schar
nieren bevestigd, die aan het uiteinde van
Jiun lange been gewichten dragen.
Eet korte been» dat loodrecht'op het Iasgd
Het toestel van Leonardo da Vinei (zie
fig. 2) bestaat ook uit oen om het midden
draaibaar rad. De spaken van bet rad
zijn gevormd als gebogen goten. In deze
goten kunnen ronde gewichten heen en weer
rollen. Zooals blijkt uit de teekening zul
len de gewichten aan de linkerzijde van het
rad steeds naar buiten bewegen, en die aan
de rechterzijde steeds naar, binnen rollen.
De ronddraaiende beweging wordt hier dus
op dezelfde wijze veroorzaakt als bij het
toestel volgens fig.1 1.
Vermoedelijk heeft Leonardo da Vinei
zijn constructie zelf niet met grooten ernst
opgevat. Hij heeft tenminste do zoekers
naar de eeuwige beweging beklaagd, om
den velen ij delen arbeid, dien zij ver
richtten.
Dat toestellen op de aangegeven wijze
geconstrueerd, niet konden werken, werd
mathematisch aangetoond door .Wilkins,
bisschop van Chester, een zwager van Crom
well, wiens berekeningen aantoonden, dat,
zooals men heb toen uitdrukte, de gewich
ten links volstrekt niet „zwaarder" wareu
dan rechts en dat aan beide kanten de
momenten yolkomen gelijk gijn,*"
en daardoor geraakte het schip weder los.
Heb gleed van de bank en be^on nu zoo
vreeselijk te hollen, dat een ieder nu, op
lijfsbehoud bedacht, moest trachten van
boord te komen. Andermaal klonk het
bevel „alle hens van boord!" En nu bleef
ook niemand meer achter. Wel lagen er
nog ongeveer 20 zakken van de mail, maar
daar viel niets meer aan te doen. 't Werd
levensgevaarlijk om langer te toeven. De
„Maasstroom" was inmiddels in do nabij
heid gekomen. Met het grootste gedeelte
van de mail werd ook de equipage daar aan
boord genomen.
Nog geen uur later was de „Koningin
Emma", een van de mooiste en grootste
schepen van de Maatschappij „Nederland",
in do diepte verzonken..,
l5*e passagiers.
Het overgroote deel van de passagiers
was inmiddels van de „Batavier" overge
gaan op de ..Kambangan", een .vrachtboot
van de Maatschappij „Nederland", even'
eens op de thuisreis.
Deze boot, waar zich ook de kapitein van
de „Koningin Emma" aan boord bevindt,
wordt hedenmiddag om 5 uur te IJmuiden
verwacht en zal dan opstoomen naar Am
sterdam, waar zij ongeveer 7 uur verwacht
wordt.
Sommige passagiers zijn aan boord van de
„Batavier" gebleven die op weg was naar
Londen. Enkelen bevinden zich nog aau
boord van Engelsche torpedobooten.
IQ© eigendommen van de passagiers zijn
om zoo te zeggen alle verloren gegaan.
Gelukkig alleen valt niet één mcnschenleven
bij déze ramp te betreuren.
.Verhaal vandenhof-
meester.
Gistermorgen, bij helder weer en kalme
zee, terwijl het gewone leven aan boord weer
heerschte na het ontbijt en de loods juist
vijf minuten het 6chip had verlaten, deed
een ontzaglijke slag het schip dreunen.
De kop werd' omhoog geworpen en eenige
minuien lang deinde het schip wild.
Het was juist 10 minuten voor 10. De
eerste ontsteltenis aan boord laat zich ge
makkelijk begrijpen. Vooral de kinderen
en vrouwelijke passagiers liepen dooreen
of werden door de woeste bewegingen van
het schip dooreengeworpen en trachtten in
allerijl aan dek te komen. Ook enkele vrou
wen, die nog in hare hutten waren, vlucht
ten slechte gedeeltelijk gekleed naar hoven.
Toen alle passagiers aan dek waren, waren
de reddingbooten bereids klaar gebracht om
uitgezet te worden, kinderen en vrouwen.
De knal, door de ontploffing veroorzaakt,
was ontzettend, terwijl het geheele voordek
in een scherpen kruitdamp was gehuld.
De „Koningin Emma" bleek onder de
waterlijn lek te zijn geslagen.
Nadat de bemanning op de „Batavier
IV" even toegezien had wat het schip deed,
vroeg, de kapitein vie bereid was, om weer
aan boord terug te gaan, teneinde te trach
ten de „Koningin Emma" weg te sleepen
en op een bank te zetten. Allen traden
vooruit en de booten keerden bemand weer
terug. Het-schip helde toen reeds meer en
meer voorover. De „Batavier IV" had een
tros - uitgebracht, die aan de „Koningin
Emma" werd vastgemaakt, doch tot twee,
ja, zelfs driemaal toe brak deze. De laatste
maal werden van de .Batavier IV" door de
hevig gespannen staaldraden een gedeelte
- ug v.. lwc^i»l r.]oe-
pen vernield, hetgeen aan boord weer even
groote opgewondenheid veroorzaakte, wijl
de toch reeds verschrikte passagiers het
krakend geluid toeschreven aan een tor
pedo, die op het schip zou gelanceerd zijn
en getroffen hebben.
De bemanning van de „.Batavier" wist
allen echter spoedig te kalmeeren.
Eenige Engelsche torpedobooten waren
inmiddels op de plaats van het onheil ver
schenen, die assistentie verleenden bij het
sleepen. Ook do „Kambangan"- kwam. in
zicht.
Wel tien a vijftien schepen waren inmid
dels in de nabijheid en de „Maasstroom"
nam een aantal mailzakken aan boord, die
inmiddels op het middendek opgestapeld
lagen.
Hoewel deze grondgedachte dus* fout
was, is men er nog eens op terug gekomen.
In het begin van de 17e eeuw werd een
Perpetuum Mobile geconstrueerd door
Edward Somerset, markies van Worcester.
Dit bestond uit een rad van 14 voet door
snede, dat aangedreven werd door 14 ge-
wichfcen elk van 50 pond.
Het merkwaardige is, dat dit toestel in'
den Tower voor den koning van Engeland
en de geheele hofhoudinggedemon
streerd is, en dat destijds iedereen evenals
de uitvinder aan de deugdelijkheid van het
toestel geloofde. Somerset zelf noemde het
,,'t ongeloofelijkste ding op de wereld" en
het publiek koesterde er de grootste ver
wachtingen van. Die natuurlijk niet ver
vuld zijn.
In plaats van door gewichten kan men van
de zwaartekracht gebruik maken door val
lend water. Met behulp daarvan zijn dan
ook vele toestellen uitgedacht.
Figuur 3 vertoont er een. Zooals men
ziet bestaat het uit eeu schroef van Archi
medes (a.), waarmede evenals met de tegen
woordig nog gebruikelijke tonmolens, door
ronddraaiïng water opgepompt kan worden.
Dit komt terecht in den bale B en stroomt
daaruit door buis C op het waterrad D.
Dit raakt dus aan het draaien en brengt
den tonmolen in beweging, die water
oppompt enz. Alles tot in het oneindige
door. Tenminste zoo meende men. In wer
kelijkheid bleek echter dat de kracht van
het vallende water niet voldoende was.
Men wist echter ook hierop raad. De
constructie werd zoodanig veranderd, dat
op den schuingeplaatsten tonmolen drie
waterraderen boven elkaar werden aange
bracht, Uit het reservoir, waarin de ton
molen water pompt, stroomt dit op het
eerste waterrad, wordt dan opgevangen in
een tweedg reservoir, waaruit het og het'
Het losaingswerk was nu echter ongekend
moeilijk door den hellenden stand van het
schip. Loopen aan boord was bijna onmo
gelijk.
Do machines werkten niet meer, doordat
de machinekamer vol water stond.
Tc kwart over acht begon de „Koningin
Emma" vreeselijk te werken en over te
hellen.
Aan boord van de „Maasstroom" werd
de bemanning van de „Koningin Emma"
op buitengewoon hartelijke wijze verzorgd.
De hofmeester deed hen doq# een uitstekend
maal voel van den ^oorgc-jttuc-n angst ver
geten.
Een Lloydbericht.
Lloyds meldt via Reuter, dat de „Ko
ningin Emma" omgeslagen en gezonken is
het schip is bij laag water gedeeltelijk zicht
baar.
Onderhoud mot den gezag
voerder.
Kapitein M. C. Braaf, de gezagvoerder
van de „.Koningin Emma", zoo vertelt een
verslaggever van het Hbld-, is zoo vriende
lijk ons te woord te scaan op de reis door het
Nocrdzeekanaal. in do hut van zi.jn collega
kapitein G. Kruvt. .-zagvoerder van d«>
„kambongan", met welk schip ook een aantal
passagiers te IJmuiden aankwamen.
De waren, zoo vertelt de kapitein. Woens
dagochtend om vijf uur van.do reede van Deal
vertrokken en onder loodscommando stoomden
we langs de Elbow-boei, de vuurschepen van
Kentish Knock en Longsand naar het loods-
station bij de Sunk. Daar werd 2^ mijl bin
nen de Sunk de loods afgezet op een kotter.
Het schip werd daarna weer „slaags" ge
bracht en op de koers Z 65 O gebracht om
bezuiden het Gallopervuurschip de reis naar
Amsterdam te vervolgenZeven minuten na
dat bet schip slaags."was, toen de telegraaf
juist op „volle kracht" stond, word een gewel
dige schok gevoeld onder den bodem van het
voorschip, gepaard gaande met een doffen
knal.
De schok was zoo hevig, dat het heele schip
werd opgelicht en even natrilde.
Daarop werd het stil. De schok was zoa
hevig dat de kompasketels van hun steunpun
ten werden geworpen en de zware laadspier uit
den pos werd gelicht en op het dek gesmeten.
Het schip begon dadelijk naar bakboord
over te hellen en de kop begon te zinken. Toen
de pompen gepeild werden, bleek ruim I bijna
vol te zijn, terwijl ruim II langzaam water
maakte. Van do brug af werden de water-
diehto deuren voor zoover ze nog open waren,
gesloten en de gezagvoerder gaf onmiddellijk
orders om de sloepen naar buiten te draaien.
- En was er geen paniek aan boord, kapi
tein? vroegen wij.
Niet de minste paniek, was bet ant
woord. De passagiers, honderd-vijf-en-vijftig
in getal, hielden zich volkomen kalm. Ilct
schip was stilgelegd en van het sloependek
wapen de booten gevierd, terwijl de passagiers
op het promenadedek in de booten waren ge
holpen. Vijf hoogstens zeven minuten na den
schok was alles in de booten, die buiten boord
hingen om gestreken te worden. Ik ging langs
de booten om ten overvloede tot kalmte aan te
sporen.
Waaraan schrijft u het toe, dat er geen
paniek ontstond? vroegen wij.
De passagiers wisten hun plaatsen. Zij
wisten waar zij aan dek moésten staan om
in do hun toegewezen b' i bun aangewezen
plaats in te nemen. Herhaaldelijk hadden wij
oefening gehouden met de passagiers.
Direct na den schok, zoo ging kapitein Braat
voort te vertellen, had ik roet een vlag geseind
om een Engelschen loods, die dadelijk aan
boord kwam. De bedoeling was met zijn hulp
i.^fc ^.ir -T- u zetten.Bovendien
gaf ik noodseinen met do stoomfluit en weldra
kwamen Engelsche destroyers en trawlers en
ook de Batavier -IV" in de nabijheid. De pas
sagiers werden ongeveer allen door do „Bata
vier" aan boord genomep. Ik bleef voorloopig
aan boord van de „Koningin Emma" en ook
de bemanning kwam terug. Ik dacht namelijk
dat het mogelijk was nog naar Londen te ko
men, maar dit bleek niet te gaan. De „Bata
vier IV", een paar torpedojagers en een sleep
bootje traohtten toen de „Emma" naar een
bank te sleepen, maar toen de kop den grond
raakte, kon het schip niet verder gesleept wor
den. Bij dat sleepen braken een paar trossen,
waardoor de. „Batavier IV" averij kreeg aan
brug. en booten.
Toen de „Koningin Emma" vast zat. zijn wij
de mail gaan lossen. Do kas was reeds door den
administrateur meegenomen. Een groote rader
boot kwam langszij, die de mail voor het groot
ste deel kon overnemen. Van de ongeveer 90
tweede waterrad viel en kwam in een
derde reservoir, om ten slotte op het onder
ste waterrad te vallen om van daar weer
terecht te komen in den bak, waaruit het
opgepompt was om opnieuw den kringloop
mede te maken.
Men meende zoo de kracht van het water
verdrievoudigd te hebben, wat natuurlijk
niet juist was, daar deze slechts afhankelijk
is van de totale valhoogte. Ook dit toestel
werkte dus niet, evenmin als het toestel
afgebeeld in fig.. 4«
zakken bicven er slechts 20 achter.
Tegen den avond kunm do groote r.teamred-
ding&boofc uit Harwich in do nabijheid, dio
langszij bleef voor hei. geval men op de „Ko
ningin Emma" wilde blijven.
Maar toen het schip al scheever naar bak
boord kwam te liggen en toen, bij het rijzen
van het water, Jiet schip niet vlot kwam. maar
integendeel vol liep. besloten wij met het oog
Op hot gevaar van boord te gaan.
Om vier uur was ik met do „Batavier" naar
do ..Kambangan" gegaan, om to vragen ivat
dichterbij to ankeren en do passagiers over te
nemen. Enkele passagiers bleven op do „Bata
vier". andere gingen met destroyers naar een
Engelsche haven.
JDo kapitein had nog op het laatsto oogenblik
mc-t eenige hofmeesters en Javaanscho bedien
den dekens van boord van do „Emma" ec-
haald.
Te half negen had hij hot schip voor <3e
laatsto maal verlaten. Om kwart "ver negen,
half tion, was do „Koningin Emma" langzaam
omgeslagen. Jn het maanlicht zagen wij «ia-
het schip heelemaal plat lag; bij hot laagste
water lag het schip voor twederdo onder wa
ter. Maar gelukkig bleken allen gered te zijn.
Des nachts was men met de ..Kambangan" in
de nabijheid blijven liggen. En Donderdagmor
gen om vijf uur was kapitein Braat met den
eersten officier met een sleepboot om do „Ko
ningin Emma" heengestoomd.
Toen zijn wij heengegaan, aldus voltooide
kapitein Braat zijn verhaal, datsober en om.jr-
gesmukt gpdaan werd. maar waaruit toch naast
droefhoid over het verlies van het schip groote
voldoening sprak, dat alles zoo zonder verlies
van menschenlevens was afgcloopen. En onwil
lekeurig kwam de herinnering op aan derge
lijke rampen met buitenlandacho schepen, die
helaas niet steeds zoo goed afloopen
\ol lof was kapitein Braat over do uitste
kende stemming, welke aan boord van de
„Kambangan" heerschte. en over de groote
bereidwilligheid, waarmede officieren en ma
chinisten van deze vrachtboot hun hutten af
stonden aan vrouwen en kinderen van de ver
ongelukte mailboot.
Aangenomen wordt, dat de „Koningin
Emma" 'op een verankerde mijn gelcopen is.
Een drijvende mijn zou men moeten'gezien lieb-
ben aan boord.
De lading van de ..Koningin Emma" bedond
uit Indi.sche producten, als tabak, koffie, kina
bast, 'thee, maïs en coprah.
Hei drama op de „Noordzee V'.
Woensdag vroeg is het s.s. „Caledonian'
van Huil te Rotterdam aangekomen met twee
leden van de bemanning van den Katwijker
logger K. W. 171.
Het waren Arie Ros en Dirk de Mol, twee
13-jarige jongens uit Katwijk.
Zoodra we hiervan hoorden, zijn we er op uit
getrokken, schrijft de ..Maasbode", om meer
bijzonderheden aangaande het vreesolijke dra
ma dat zich aan boord van den logger hc-eft
afgespeeld, te vernemen.
Arie Ros, die tusschen twee haakjes, ons ab
soluut niet krankzinnig lijkt, vertelde ons het
volgende, waarvan hij ooggetuige was geweest.
We waren met 13 man van uit Katwijk zc-e in
gestoken, toen op een Zondagavond Arie Vlie
land zeide, dat hij den II. Geest in zich voeldej
hij was eeu uur dood geweest en had toen den
H. Geest gezien. Gedurende een viertal dagen
is toen Arie Vlieland aan het vertellen geweest
over God en allerlei zaken, die in den bijbel
staan. Zoo langzamerhand, aldus onze zegsman,
voelden wij allen zoo iets raars in ons opkomen.
Een zekere Klaas Kuyt is op een avond wel
een uur lang aan het dansen geweest en heeft
zich allerzonderlingst gedragen. Vlieland zei,
dat Kuyt van den duivel bezeten was, maar
Kuyt lachte er mee en gaf niets om de zede-
preeken van Vlieland.
Tegen den morgen heeft de bemanning zich
woedend op .Klaas.Kuyt, die op het achterdek
stond, geworpen en hem overboord gegooid.
Den avond van dien €ag is een zekere Piet
van Duyn, ook een Katwijker, naar beneden
gegaan en wilde, zoo verteide Ros verder, m'n
vader te lijf. Hij greep hem bij de keel en wilde
hein wurgen, doch m'n vader duwde hem in
een hoek, waar hij hard ging zitten schreeu
wen en zich als een gek aanstelde. Hij werd
toen door de bemanning onder een bank ge
trapt, omdat hij ook van den duivel bezeten
was. Men is toen schoppen en stokken gaan
halen en daarmee ging men hem te lijf. Een
ijzeren schop werd dubbel geslagen op zijn
hersens en een houten schop brak middendoor,
zoo hard sloegen ze; maar dood was hij nog
niet, toen nam Jacob Jonker een bijl en sloeg
hem zijn hoofd middendoor.
Jonker is daarop naar boven gegaan en wierp
de kap van het vooronder af. Daarop is de
heele bemanning naar boven gesneld cn het
goeds ook allerlei zonderlings gezegd en ge
daan heeft.
Volgens liem krijgt men het Perpetuum
Mobile door 5 onsen amaJgaan met 5 onsen
tin te mengen en samen te wrijven met
10 onsen sublimaat. Dit mengsel laat men
in een retort zich. gedurende vier dagen op
een marmeren plaat oplossen tot het wordt
als olijfolie, dan wordt het hoven een etroo-
vuur gedestilleerd tot de massa een droge
substantie vormt. Wanneer men deze
operatie yan oplossen en destilleeren her-
Dit bestaat uit een bak waarin ge
plaatst is een buis 2, die uitkomt in een
plat reservoir 4. Dit reservoir, dat ca.
10,3 M. boven 1 staat, is gesloten en wordt
luchtledig gemaakt. Het water stijgt dan
in 2 op, stroomt in 4 naar links, brengt de
raderen 5 in beweging, vloeit af door 6,
stijgt weer op in 2, enz.
Dit toestel is uitgedacht in1912!
De uitvinder van dit zeer naïef bedachte
toestel heeft het met enkele andere uit
vindingen van denzelfden aard. en dezelfde
waarde beschreven in een Duitsche bro
chure, waarvan er spoedig eenige tiendui
zendtallen verkocht zijn.
Zou uit deze oplaag afgeleid moeten wor
den, dat nog altijd tal van menschen er
aan twijfelen of de wetenschap wel gelijk
leeft en de hoop koesteren, dat werkelijk nog
eens een ontdekker van de „ware" Perpe-
tuum-Mobile-theorie, zooals de uitvinder van
het laatst besproken toestel zich noemt, zal
verrijzen
Ook de chemie heeft men te kuip geroe
pen, om de eeuwige beweging te verwekken.
We moeten weer in de eerste plaats noemen
den alchimist Paracelsus, die naast yoel
haalt, maken zich langzamerhand van de
massa atomen los, die in een glas gebracht,
een voortdurende beweging hebben.
Wilkins, bisschop van Chester, meende
dat dit recept niet kon deugen, omdat het
destilleeren een te hardhandige operatie
was. Dingen, die herhaalde malen zoo ge
forceerd behandeld waren, konden daardoor
niet geschikt gemaakt worden voor. het
eeuwige.
Evenwel, ook de ernstige chemici van
vroeger hebben zich door het Perpetuum
Mobile-idee laten inpalmen. Van niemand
minder dan Robert Boyle (16271691) is
de volgende beschrijving afkomstig
„Een wiskunde-leeraar bad een nieuwe
vurmachine uitgevonden, en toestemming
verkregen, deze aan Zijne Majesteit den
Koning te toonen. Daarbij stelde bij een
mengsel van verschillende ingrediënten in
een aarden pot op een gloeiend kolenvuur.
„Door een toeval ving bet mengsel vlam,
zoodat bij bet zoo spoedig mogelijk moeet-
blussclien.Hij nam den pot van het vuur
en toen bet mengsel koud geworden was,
wilde hij nagaan wat er neg van oyergeble-
bleek daar dat Jonker ook al van den duivel
bezeten was.
Jonker .stak er den draak me© en onder den
uitroop: „jullie zijn allemaal gok, geloof jullie
daar nog nar.!" ging hij naar bcncuen on sloot
zit li in zijn kooi op.
Door de opgewonden bemanning bij daar
spoedig uitgehaald ea met dissols werd hem do
bchedel ingeslagen.
De lijken ran do beide vermoorden zijn over
boord gegooid.
Toen Je lijken van dek waren, gingen ze
aldus Ros hot v&nrtufg aftakelen, de breek
werden overboord geworpen, daarna do roei
boot, do tonnen, die aan dek stonden en ten
slotio liet men do vleet sr-hicten. Zoo hebben
wo een nacht rondgezwalkt toen w© door do
„Jonas Rein" werden opgepikt-.
Acht <1«t opvarenden van het Katwjjkseho
viswheravaartuig „Noordzee V". waarop zich
het drama afaprride on dio uit Engeland naar
hier zijn overgebracht, zijn Woensdag in het
Huis van Bewaring, to 's-Gravenhago ingesloten
en hebben een verhoor óndergaan voor dcu
reehter-commissaris.
Do Landstorm.
(Tan sergeant G. Pcrsklomp.)
(Wijze Vrije vrouwen.)
Eiud'lijk zal het toch gebeuren
Eind'lijk zijn ze or toch bij,
'k Zal er heuach niet hard om treuren
't Is gelukkig voor de maatschappij.
Brroeid wa» het om alle dagen
Al die jongeren te zien
Zender uniform te dragen
Reeds langer dan een maand of 10.
Flip z'n broer moet nu <x>k dienen
Of bij 't prettig vindt of niet.
De jongen zou wel kunnen grienen
Met z'n diensttijd in 't verschiet
„Och"., zoo zucht mama he©l tccdcr
„Als hij cr maar tegi-n kan",
,.'t. Is zoo'n erge zwakke jongen"
,,'t Is nog een kind en lang geen man." (bis)
Vroeger lachten ze terdege
Als ze ons daar zagen gaan
Fiink bestoft van t. vuil der wegen
trokken zich daar'niet; van aan.
Nu is 't blaadje aan het koeren
Dn landweer, dio trekt er van door,
En hun zal men mores loeren
Daar zorgt nu de wet wel voor (bis)«
Mo dunkt, ik boor er al een vragen
..Ben ik morgen kamerwacht
En. cs-n tweeden hoor ik klagen
'k Moet de kast in dezen nacht.''
Nu moe- 'k zelf m'n stroozak sjouwen",
F,n ik krijg geen kussen mee",
„Stellig hen ik atrak.» verkouwen"-
„Wat ben ik nu gepierd, o hé"!
Straks zie ik ze heerlijk zweeten
Door dien ransel op hun rrg
Fijn© dikko ertsoep eten
En een lekkre, verscho kuch.
Maar dit zult ge toch we! weten
Er komt een eind aan eiken nood
„Eerst, heb ik do kuch gegeten"
„Eet jij nu dat oorlogsbrood." this).
G. PERSKLQMP,
Een Lied op den dagelijkschen dienst a'boord
Hr. Ms. Celderland.
(Van matroos 3e kl. F. v. d. Berg).
Wijze: Zandvoort a/d. Zee.
De Gelderland dat is een schip,
Van ruim vier duizend ton,
Zoo fier en statig is hij gebouwd,
Als 't maar ©enigszins kon.
Do ma/sten en do pijpen,
Ja. 't heelo schip, is grijs,
Hij vaart zoo mooi op 'i water,
En dat stellen wij op prijs.
Wij hebben nu ook een drukken dienst,
Dat weet u wol misschien,
Eiken morgen onder stoom,
Om vier uur kan jo 't zien.
Refrein.
Wij gaan naar de Noordzee,
Wie gaat cr mee,
We nemen de schijven,
Met mooi weer moe.
En och, 't is zoo'n zaligheid,
Ais je over de golven glijdt,
Gelderland in volle zee.
Wij hoorden voel van vareff.
Ja. dat is ons ideaal
En die niet mot plcizier vaart,
ven was. Hij was echter niet weinig ver
baasd, te bemerken, dat overgebleven vloei
stof zich heftig bewoog. Hij zette den pot
nog eens op zij, om hem geheel te laten af
koelen. Toen hij na eenige uren weerkwam,
bevond hij, dat de vloeistof nog even hef
tig bewoog als te voren. Hij wierp er een
band zand op, om te zien of de beweging
van de vloeistof daarop overgedragen zou
worden. 3Iaar het teeraebtige deel daarvan
verbond zich met het zand, en vormde een
dik schuim, dat zich aan de oppervlakte uit
breidde; daar tusschendoor kon men zien,
hoe de vloeistof zich voortdurend bewoog.
„Twee dagen later, toen de uitvinder met
mij over zijn vuurmachin© 6prak, vertelde
hij mij ook dit zeldzame geval. Toen ik
vroeg of de beweging nog voortduurde, ant
woordde hij mij bevestigend. Mijn nieuws
gierigheid werd nu zoo groot, dat ik hem
verzocht, alhoewel het reeds nacht en slecht
wec-r was, den pot te laten halen.
„Ik wilde mij eensdeels van het verschijn
sel overtuigen, cn dan probeeren. met dezolf-
do ingrediënten die hij mij noamde, het na
te bootsen.
„Nadat de pot aangekomen was, toonde
zich werkelijk de beweging, waarvan .de uit
vinder mij vertelde. Ik liet den pot in mijn
laboratorium plaatsen en heb er van tijd
tot tijd naar gekeken."
Hij beschrijft dan verder den aard van
do beweging, en ©enige proeven, die hij met
de vloeistof nam. Een kleine hoeveelheid in
een nauwe flesch gebracht, die zoo gekurkt
was, dat de lucht er niet bij kon komenbe
woog zich niet, maar wel raakte dc vloeistof
weer in een zeer heftig© bewoging, wanneer
zij uitgegoten werd in een vlakke schaal.
Volgens Boyle had de weersgesteldheid in- -
vloed op de beweging, hoewel deze steeds
ononderbroken, doorging en ook bewoog de
vloeistof zich evengoed bij daglicht als bij
kaarslicht-.
Hij vertelt verder, dat, toen hij zelf ziek
was, hij dagelijks door een ander naar den
pot liet kijken en altijd het bericht- kreeg,
dat de beweging nog in gang was. „Hoe lang
zo zal blijven voortgaan moet de tijd nog
keren"schrijft hij, maar op een gegeven
dag breekt de pot en zoo kwam er een einde
aan dezo merkwaardig© vloeistof waarvan
jammer genoeg de samenstelling niet is
vermeld
Het is te begrijpen, dat wanneer een
wetenschappelijk man als Boyle geloofd#aan
de mogelijkheid der eeuwige beweging, het
groote publiek in dien tijd er in net alge
meen niet aan twijfelde.
En dï? goedgeloovigheid gaf aanleiding
tot ©;-n bedrog op groot© schaal t dat^ge-