Tweede De „Koningin-Emma". Uit Leger en Vloot. X>e <s3<o>T »T-s A, gir«Tii;]^roc3XJ!Ei.ikn^°3?1 van gondag QG iEeTpterxi"fc>o:r 1 O 1 5 Weer worden we hier verplaatst op het Italiaansch oorlogstooneel. Midden in de hooge bergen, die met hun met sneeuw bedekte toppen zoo rustig staan, als on bewogen door den hevigan strijd, die zich tusschen hen afspeeld. Het terrein biedt° eigenaardige, natuurlijke dekking aan, maar die nog niet voldoende is en die men nu op sommige punten nog kunstmatig heeft versterkt met zandzakken ep overdekte loopgraven. Het is een vooruitgeschoven Italiaansche post, die hief het Oostenrijksche leger, dat op ons plaatje echter onzichtbaar, in positie ligt, moet tegenhouden van een aanval of dien afslaan. OP ZEE. We geven, hier nog verschillende belich ten omtrent het ongeluk met de „Koningin Emma", omtrent de redding der passagiers en andere bijzonderheden Aankomst van de be manning. Met de „Maasstroom" van de Holland- sche Stoomboot Maatsj.aappij is Donderdag morgen het grootste gedeelte van de beman ning te IJ monden aangekomen. Precies halftwaalf stoomde de Maas stroom" het IJ op en eenige minuten later ■was de boot aan de Handelskade gemeerd. Dö Javaantjes stonden zich op het achter dek in het zonnetje te-koesteren, sommigen noo- nietwaar, je kunt nooit weten met de zwemgordels om het lijf. Toen de „Maasstroom" gemeerd lag, kwa men eenige bootjes van de Maatschappij „Nederland" langszij, die een tweetal offi cieren van de verongelukte boot naar het kantoor van.de „Nederland" aan de P. H. Kade vervoerde en de rest van de beman ning naar de IJkade bracht. Omtrent de ramp zelf vernamen wij van den 2den machinist, den heer B. O 1 d e n- d o rp het volgende :i De ontploffing. 't Was Woénsdagmórgen kwart voor Ken, toen we, in blije verwachting van spoedig in veilige haven weder binnen te zijn, plot seling een hevigen knal hoorden. We waren toen ongeveer bij het vuurschip de Sunk. Ds 3e officier De Boer stond voor op 't schip, kapitein B r a a t op de commando brug. De 3e machinist Haak had op dat ©ogenblik het bevel in de machinekamer. De schok- was zeer hevig. Een oogenblik klonk er van enkele zijden een gegil van vrouwen en kinderen. Maar dat was spoe dig gedaan door de geruststellende houding van de bemanning. Al spoedig bleek dat het schip getroffen was door een mijn, die, misschien onder de oppervlakte drijvende, niettegenstaande den verscherpten en nauwlettenden uitkijk, onopgemerkt was gebleven. De mijn out- Het Perpetuum Mobile. (Nadruk verboden.) Het vraagstuk van het Perpetuum Mobile, van het toestel, dat eeuwig draait en zelfs nog kracht kan leveren voor andere doeleinden, ononderbroken en zonder arbeid van buiten, heeft t-e allen tijde philosofen, vorschers en speculanten aangelokt. Het is dan ook een verleidelijk idee een toestel te oonstruceren, of te maken, dat zonder kracht of warmte te eischen, uit zich zelf steeds arbeid blijft produceereu, die voor alle doeleinden gebruikt zou kunnen wor den, zoodat de mensch maar behoeft toe te kijken, en van het gedane werk te profi teer en. De nieuwe wetenschap heeft --eleerd, dat het Perpetuum Mobile tot de ongerijmd heden behoort. Arbeid wordt slecht3 ge leverd ten koste van arbeid en kan niet uit niets geschapen worden. Een toestel, dat hiervoor moet dienen, is dus onbestaan baar dit neemt niet weg dat het vraagstuk in quaestie nog altijd groot-e belangstelling verwekt. Ondanks dat het positief bewijs geleverd is, dat de oplossing van het vraag stuk niet bereikt kan worden, worden nog altijd nieuwe eeuwig bewegende toestellen bedacht en zoo ook komt het, dat wij hier een overzicht willen geven van de geschie denis van dit ideaal. Een van de oudste Perpetuum Mobile-constructies is schema tisch afgebeeld in onderstaand schetsje. plofte onder het voorschip. Ruim I liep I dan ook binnen enkele minuten vol water, i terwijl ook in ruim II het water met groote snelheid vries., Ilefc re'dding werk, Zooals gezegd verloor de "bemanning geen oogenblik haar koelbloedigheid. Onmiddel lijk werden de booten uitgezet en daarin namen de passagiers plaats. Onder hen waren verschillende vrouwen met nog zeer jonge kinderen. Het voorbeeld van de be manning werkte bemoedigend, en zonder stoornis had de tewaterlating plaats. De „Batavier" was in de onmiddellijke nabij heid en deze nam de passagiers op. Ook de manschappen van Engelsche torpedo booten, die in de nabijheid waren, verleen den kranigo hulp. Inmiddels was ook ruim II vol water ge- Ioopcn en begon de „Koningin Emma" aan de voorzijde ietwat te zinken. De equipage bleef echter, met uitzondering van degenen die de reddingbooten begeleidden, voorloo- pig nog aan boord. Men wilde nog al het mogelijke doen 'om het schip te redden. Poging tot redding van het schip." De ontploffing, hoe hevig ook, had geen schade toegebracht aan de machinekamer. Alles liep daa-r nog uitstekend. - D'e kapitein besloot daarop te draaien en het schip op een bank te zetten. Dat lukte. Na eenige uren stoomens had men een bank bereikt en daar werd het schip, dat intusscben steeds meer water maakte, vastgezet, 't Was inmiddels 2 uur in den middag geworden en nu klonk het commando „alle hens van boord!" Alleen de hoofdmachinist Grim en de eerste officier Soomer bleven nog op het schip om de wacht te houden en naar De equipage keert terug. Toen het schip op de bank zat en men van de „Batavier" zag dat de „Koningin Emma" niet verder van positie veranderde, werden onmiddellijk pogingen beraamd cm van de lading te redden wat te redden viel. Al spoedig staken eenige matrozen weder van cle „Batavier" af en begonnen de mail van boord te halen. Deze was geborgen in het achterruim en was geheel onbeschadigd. Om 6 uur keerden alle machinisten en sto kers met booten en Engelsche sleepbooten weder terug cm bij dit werk behulpzaam te zijn en alsnog gezamenlijk te trachten het schip te redden. Maar te vergeefs. Het schip was verloren. Langzamerhand was de vloed opgekomen staat, dient om de gewichten in een bepaal den stand te houden. Uit bijgaande figuur ziet men, dat de gewichten op de linkerhelft verder van het- middelpunt, dat tevens het draaipunt is, afstaan dan op de rechter helft. Onder het draaien blijft, zooals duidelijk is» dit ver schil bestaan. Nu meende de ontwerper van dit toestel dat de gewichten links door het afstands- verschil grooter kracht moesten oefenen dan de gewichten ^rechts, zoodat het rad, eenmaal aan het draaien gebracht, in een eeuwigdurende beweging raogst 11 ij ven. Een soortgelijke constructie is ook aan gegeven door den beroemden schilder Leo nardo da Vinci, die niet alleen een groot kunstenaar was, maar tevens een uitstekend technicus en van wie o.a. ook een vlieg machine-constructie bekend geworden is. F ij i. Zooals men ziet bestaat bet uit een rad, dat zit op een as en vrij kan draaien. Aan den buitenomtrek zijn hoekige schar nieren bevestigd, die aan het uiteinde van Jiun lange been gewichten dragen. Eet korte been» dat loodrecht'op het Iasgd Het toestel van Leonardo da Vinei (zie fig. 2) bestaat ook uit oen om het midden draaibaar rad. De spaken van bet rad zijn gevormd als gebogen goten. In deze goten kunnen ronde gewichten heen en weer rollen. Zooals blijkt uit de teekening zul len de gewichten aan de linkerzijde van het rad steeds naar buiten bewegen, en die aan de rechterzijde steeds naar, binnen rollen. De ronddraaiende beweging wordt hier dus op dezelfde wijze veroorzaakt als bij het toestel volgens fig.1 1. Vermoedelijk heeft Leonardo da Vinei zijn constructie zelf niet met grooten ernst opgevat. Hij heeft tenminste do zoekers naar de eeuwige beweging beklaagd, om den velen ij delen arbeid, dien zij ver richtten. Dat toestellen op de aangegeven wijze geconstrueerd, niet konden werken, werd mathematisch aangetoond door .Wilkins, bisschop van Chester, een zwager van Crom well, wiens berekeningen aantoonden, dat, zooals men heb toen uitdrukte, de gewich ten links volstrekt niet „zwaarder" wareu dan rechts en dat aan beide kanten de momenten yolkomen gelijk gijn,*" en daardoor geraakte het schip weder los. Heb gleed van de bank en be^on nu zoo vreeselijk te hollen, dat een ieder nu, op lijfsbehoud bedacht, moest trachten van boord te komen. Andermaal klonk het bevel „alle hens van boord!" En nu bleef ook niemand meer achter. Wel lagen er nog ongeveer 20 zakken van de mail, maar daar viel niets meer aan te doen. 't Werd levensgevaarlijk om langer te toeven. De „Maasstroom" was inmiddels in do nabij heid gekomen. Met het grootste gedeelte van de mail werd ook de equipage daar aan boord genomen. Nog geen uur later was de „Koningin Emma", een van de mooiste en grootste schepen van de Maatschappij „Nederland", in do diepte verzonken.., l5*e passagiers. Het overgroote deel van de passagiers was inmiddels van de „Batavier" overge gaan op de ..Kambangan", een .vrachtboot van de Maatschappij „Nederland", even' eens op de thuisreis. Deze boot, waar zich ook de kapitein van de „Koningin Emma" aan boord bevindt, wordt hedenmiddag om 5 uur te IJmuiden verwacht en zal dan opstoomen naar Am sterdam, waar zij ongeveer 7 uur verwacht wordt. Sommige passagiers zijn aan boord van de „Batavier" gebleven die op weg was naar Londen. Enkelen bevinden zich nog aau boord van Engelsche torpedobooten. IQ© eigendommen van de passagiers zijn om zoo te zeggen alle verloren gegaan. Gelukkig alleen valt niet één mcnschenleven bij déze ramp te betreuren. .Verhaal vandenhof- meester. Gistermorgen, bij helder weer en kalme zee, terwijl het gewone leven aan boord weer heerschte na het ontbijt en de loods juist vijf minuten het 6chip had verlaten, deed een ontzaglijke slag het schip dreunen. De kop werd' omhoog geworpen en eenige minuien lang deinde het schip wild. Het was juist 10 minuten voor 10. De eerste ontsteltenis aan boord laat zich ge makkelijk begrijpen. Vooral de kinderen en vrouwelijke passagiers liepen dooreen of werden door de woeste bewegingen van het schip dooreengeworpen en trachtten in allerijl aan dek te komen. Ook enkele vrou wen, die nog in hare hutten waren, vlucht ten slechte gedeeltelijk gekleed naar hoven. Toen alle passagiers aan dek waren, waren de reddingbooten bereids klaar gebracht om uitgezet te worden, kinderen en vrouwen. De knal, door de ontploffing veroorzaakt, was ontzettend, terwijl het geheele voordek in een scherpen kruitdamp was gehuld. De „Koningin Emma" bleek onder de waterlijn lek te zijn geslagen. Nadat de bemanning op de „Batavier IV" even toegezien had wat het schip deed, vroeg, de kapitein vie bereid was, om weer aan boord terug te gaan, teneinde te trach ten de „Koningin Emma" weg te sleepen en op een bank te zetten. Allen traden vooruit en de booten keerden bemand weer terug. Het-schip helde toen reeds meer en meer voorover. De „Batavier IV" had een tros - uitgebracht, die aan de „Koningin Emma" werd vastgemaakt, doch tot twee, ja, zelfs driemaal toe brak deze. De laatste maal werden van de .Batavier IV" door de hevig gespannen staaldraden een gedeelte - ug v.. lwc^i»l r.]oe- pen vernield, hetgeen aan boord weer even groote opgewondenheid veroorzaakte, wijl de toch reeds verschrikte passagiers het krakend geluid toeschreven aan een tor pedo, die op het schip zou gelanceerd zijn en getroffen hebben. De bemanning van de „.Batavier" wist allen echter spoedig te kalmeeren. Eenige Engelsche torpedobooten waren inmiddels op de plaats van het onheil ver schenen, die assistentie verleenden bij het sleepen. Ook do „Kambangan"- kwam. in zicht. Wel tien a vijftien schepen waren inmid dels in de nabijheid en de „Maasstroom" nam een aantal mailzakken aan boord, die inmiddels op het middendek opgestapeld lagen. Hoewel deze grondgedachte dus* fout was, is men er nog eens op terug gekomen. In het begin van de 17e eeuw werd een Perpetuum Mobile geconstrueerd door Edward Somerset, markies van Worcester. Dit bestond uit een rad van 14 voet door snede, dat aangedreven werd door 14 ge- wichfcen elk van 50 pond. Het merkwaardige is, dat dit toestel in' den Tower voor den koning van Engeland en de geheele hofhoudinggedemon streerd is, en dat destijds iedereen evenals de uitvinder aan de deugdelijkheid van het toestel geloofde. Somerset zelf noemde het ,,'t ongeloofelijkste ding op de wereld" en het publiek koesterde er de grootste ver wachtingen van. Die natuurlijk niet ver vuld zijn. In plaats van door gewichten kan men van de zwaartekracht gebruik maken door val lend water. Met behulp daarvan zijn dan ook vele toestellen uitgedacht. Figuur 3 vertoont er een. Zooals men ziet bestaat het uit eeu schroef van Archi medes (a.), waarmede evenals met de tegen woordig nog gebruikelijke tonmolens, door ronddraaiïng water opgepompt kan worden. Dit komt terecht in den bale B en stroomt daaruit door buis C op het waterrad D. Dit raakt dus aan het draaien en brengt den tonmolen in beweging, die water oppompt enz. Alles tot in het oneindige door. Tenminste zoo meende men. In wer kelijkheid bleek echter dat de kracht van het vallende water niet voldoende was. Men wist echter ook hierop raad. De constructie werd zoodanig veranderd, dat op den schuingeplaatsten tonmolen drie waterraderen boven elkaar werden aange bracht, Uit het reservoir, waarin de ton molen water pompt, stroomt dit op het eerste waterrad, wordt dan opgevangen in een tweedg reservoir, waaruit het og het' Het losaingswerk was nu echter ongekend moeilijk door den hellenden stand van het schip. Loopen aan boord was bijna onmo gelijk. Do machines werkten niet meer, doordat de machinekamer vol water stond. Tc kwart over acht begon de „Koningin Emma" vreeselijk te werken en over te hellen. Aan boord van de „Maasstroom" werd de bemanning van de „Koningin Emma" op buitengewoon hartelijke wijze verzorgd. De hofmeester deed hen doq# een uitstekend maal voel van den ^oorgc-jttuc-n angst ver geten. Een Lloydbericht. Lloyds meldt via Reuter, dat de „Ko ningin Emma" omgeslagen en gezonken is het schip is bij laag water gedeeltelijk zicht baar. Onderhoud mot den gezag voerder. Kapitein M. C. Braaf, de gezagvoerder van de „.Koningin Emma", zoo vertelt een verslaggever van het Hbld-, is zoo vriende lijk ons te woord te scaan op de reis door het Nocrdzeekanaal. in do hut van zi.jn collega kapitein G. Kruvt. .-zagvoerder van d«> „kambongan", met welk schip ook een aantal passagiers te IJmuiden aankwamen. De waren, zoo vertelt de kapitein. Woens dagochtend om vijf uur van.do reede van Deal vertrokken en onder loodscommando stoomden we langs de Elbow-boei, de vuurschepen van Kentish Knock en Longsand naar het loods- station bij de Sunk. Daar werd 2^ mijl bin nen de Sunk de loods afgezet op een kotter. Het schip werd daarna weer „slaags" ge bracht en op de koers Z 65 O gebracht om bezuiden het Gallopervuurschip de reis naar Amsterdam te vervolgenZeven minuten na dat bet schip slaags."was, toen de telegraaf juist op „volle kracht" stond, word een gewel dige schok gevoeld onder den bodem van het voorschip, gepaard gaande met een doffen knal. De schok was zoo hevig, dat het heele schip werd opgelicht en even natrilde. Daarop werd het stil. De schok was zoa hevig dat de kompasketels van hun steunpun ten werden geworpen en de zware laadspier uit den pos werd gelicht en op het dek gesmeten. Het schip begon dadelijk naar bakboord over te hellen en de kop begon te zinken. Toen de pompen gepeild werden, bleek ruim I bijna vol te zijn, terwijl ruim II langzaam water maakte. Van do brug af werden de water- diehto deuren voor zoover ze nog open waren, gesloten en de gezagvoerder gaf onmiddellijk orders om de sloepen naar buiten te draaien. - En was er geen paniek aan boord, kapi tein? vroegen wij. Niet de minste paniek, was bet ant woord. De passagiers, honderd-vijf-en-vijftig in getal, hielden zich volkomen kalm. Ilct schip was stilgelegd en van het sloependek wapen de booten gevierd, terwijl de passagiers op het promenadedek in de booten waren ge holpen. Vijf hoogstens zeven minuten na den schok was alles in de booten, die buiten boord hingen om gestreken te worden. Ik ging langs de booten om ten overvloede tot kalmte aan te sporen. Waaraan schrijft u het toe, dat er geen paniek ontstond? vroegen wij. De passagiers wisten hun plaatsen. Zij wisten waar zij aan dek moésten staan om in do hun toegewezen b' i bun aangewezen plaats in te nemen. Herhaaldelijk hadden wij oefening gehouden met de passagiers. Direct na den schok, zoo ging kapitein Braat voort te vertellen, had ik roet een vlag geseind om een Engelschen loods, die dadelijk aan boord kwam. De bedoeling was met zijn hulp i.^fc ^.ir -T- u zetten.Bovendien gaf ik noodseinen met do stoomfluit en weldra kwamen Engelsche destroyers en trawlers en ook de Batavier -IV" in de nabijheid. De pas sagiers werden ongeveer allen door do „Bata vier" aan boord genomep. Ik bleef voorloopig aan boord van de „Koningin Emma" en ook de bemanning kwam terug. Ik dacht namelijk dat het mogelijk was nog naar Londen te ko men, maar dit bleek niet te gaan. De „Bata vier IV", een paar torpedojagers en een sleep bootje traohtten toen de „Emma" naar een bank te sleepen, maar toen de kop den grond raakte, kon het schip niet verder gesleept wor den. Bij dat sleepen braken een paar trossen, waardoor de. „Batavier IV" averij kreeg aan brug. en booten. Toen de „Koningin Emma" vast zat. zijn wij de mail gaan lossen. Do kas was reeds door den administrateur meegenomen. Een groote rader boot kwam langszij, die de mail voor het groot ste deel kon overnemen. Van de ongeveer 90 tweede waterrad viel en kwam in een derde reservoir, om ten slotte op het onder ste waterrad te vallen om van daar weer terecht te komen in den bak, waaruit het opgepompt was om opnieuw den kringloop mede te maken. Men meende zoo de kracht van het water verdrievoudigd te hebben, wat natuurlijk niet juist was, daar deze slechts afhankelijk is van de totale valhoogte. Ook dit toestel werkte dus niet, evenmin als het toestel afgebeeld in fig.. 4« zakken bicven er slechts 20 achter. Tegen den avond kunm do groote r.teamred- ding&boofc uit Harwich in do nabijheid, dio langszij bleef voor hei. geval men op de „Ko ningin Emma" wilde blijven. Maar toen het schip al scheever naar bak boord kwam te liggen en toen, bij het rijzen van het water, Jiet schip niet vlot kwam. maar integendeel vol liep. besloten wij met het oog Op hot gevaar van boord te gaan. Om vier uur was ik met do „Batavier" naar do ..Kambangan" gegaan, om to vragen ivat dichterbij to ankeren en do passagiers over te nemen. Enkele passagiers bleven op do „Bata vier". andere gingen met destroyers naar een Engelsche haven. JDo kapitein had nog op het laatsto oogenblik mc-t eenige hofmeesters en Javaanscho bedien den dekens van boord van do „Emma" ec- haald. Te half negen had hij hot schip voor <3e laatsto maal verlaten. Om kwart "ver negen, half tion, was do „Koningin Emma" langzaam omgeslagen. Jn het maanlicht zagen wij «ia- het schip heelemaal plat lag; bij hot laagste water lag het schip voor twederdo onder wa ter. Maar gelukkig bleken allen gered te zijn. Des nachts was men met de ..Kambangan" in de nabijheid blijven liggen. En Donderdagmor gen om vijf uur was kapitein Braat met den eersten officier met een sleepboot om do „Ko ningin Emma" heengestoomd. Toen zijn wij heengegaan, aldus voltooide kapitein Braat zijn verhaal, datsober en om.jr- gesmukt gpdaan werd. maar waaruit toch naast droefhoid over het verlies van het schip groote voldoening sprak, dat alles zoo zonder verlies van menschenlevens was afgcloopen. En onwil lekeurig kwam de herinnering op aan derge lijke rampen met buitenlandacho schepen, die helaas niet steeds zoo goed afloopen \ol lof was kapitein Braat over do uitste kende stemming, welke aan boord van de „Kambangan" heerschte. en over de groote bereidwilligheid, waarmede officieren en ma chinisten van deze vrachtboot hun hutten af stonden aan vrouwen en kinderen van de ver ongelukte mailboot. Aangenomen wordt, dat de „Koningin Emma" 'op een verankerde mijn gelcopen is. Een drijvende mijn zou men moeten'gezien lieb- ben aan boord. De lading van de ..Koningin Emma" bedond uit Indi.sche producten, als tabak, koffie, kina bast, 'thee, maïs en coprah. Hei drama op de „Noordzee V'. Woensdag vroeg is het s.s. „Caledonian' van Huil te Rotterdam aangekomen met twee leden van de bemanning van den Katwijker logger K. W. 171. Het waren Arie Ros en Dirk de Mol, twee 13-jarige jongens uit Katwijk. Zoodra we hiervan hoorden, zijn we er op uit getrokken, schrijft de ..Maasbode", om meer bijzonderheden aangaande het vreesolijke dra ma dat zich aan boord van den logger hc-eft afgespeeld, te vernemen. Arie Ros, die tusschen twee haakjes, ons ab soluut niet krankzinnig lijkt, vertelde ons het volgende, waarvan hij ooggetuige was geweest. We waren met 13 man van uit Katwijk zc-e in gestoken, toen op een Zondagavond Arie Vlie land zeide, dat hij den II. Geest in zich voeldej hij was eeu uur dood geweest en had toen den H. Geest gezien. Gedurende een viertal dagen is toen Arie Vlieland aan het vertellen geweest over God en allerlei zaken, die in den bijbel staan. Zoo langzamerhand, aldus onze zegsman, voelden wij allen zoo iets raars in ons opkomen. Een zekere Klaas Kuyt is op een avond wel een uur lang aan het dansen geweest en heeft zich allerzonderlingst gedragen. Vlieland zei, dat Kuyt van den duivel bezeten was, maar Kuyt lachte er mee en gaf niets om de zede- preeken van Vlieland. Tegen den morgen heeft de bemanning zich woedend op .Klaas.Kuyt, die op het achterdek stond, geworpen en hem overboord gegooid. Den avond van dien €ag is een zekere Piet van Duyn, ook een Katwijker, naar beneden gegaan en wilde, zoo verteide Ros verder, m'n vader te lijf. Hij greep hem bij de keel en wilde hein wurgen, doch m'n vader duwde hem in een hoek, waar hij hard ging zitten schreeu wen en zich als een gek aanstelde. Hij werd toen door de bemanning onder een bank ge trapt, omdat hij ook van den duivel bezeten was. Men is toen schoppen en stokken gaan halen en daarmee ging men hem te lijf. Een ijzeren schop werd dubbel geslagen op zijn hersens en een houten schop brak middendoor, zoo hard sloegen ze; maar dood was hij nog niet, toen nam Jacob Jonker een bijl en sloeg hem zijn hoofd middendoor. Jonker is daarop naar boven gegaan en wierp de kap van het vooronder af. Daarop is de heele bemanning naar boven gesneld cn het goeds ook allerlei zonderlings gezegd en ge daan heeft. Volgens liem krijgt men het Perpetuum Mobile door 5 onsen amaJgaan met 5 onsen tin te mengen en samen te wrijven met 10 onsen sublimaat. Dit mengsel laat men in een retort zich. gedurende vier dagen op een marmeren plaat oplossen tot het wordt als olijfolie, dan wordt het hoven een etroo- vuur gedestilleerd tot de massa een droge substantie vormt. Wanneer men deze operatie yan oplossen en destilleeren her- Dit bestaat uit een bak waarin ge plaatst is een buis 2, die uitkomt in een plat reservoir 4. Dit reservoir, dat ca. 10,3 M. boven 1 staat, is gesloten en wordt luchtledig gemaakt. Het water stijgt dan in 2 op, stroomt in 4 naar links, brengt de raderen 5 in beweging, vloeit af door 6, stijgt weer op in 2, enz. Dit toestel is uitgedacht in1912! De uitvinder van dit zeer naïef bedachte toestel heeft het met enkele andere uit vindingen van denzelfden aard. en dezelfde waarde beschreven in een Duitsche bro chure, waarvan er spoedig eenige tiendui zendtallen verkocht zijn. Zou uit deze oplaag afgeleid moeten wor den, dat nog altijd tal van menschen er aan twijfelen of de wetenschap wel gelijk leeft en de hoop koesteren, dat werkelijk nog eens een ontdekker van de „ware" Perpe- tuum-Mobile-theorie, zooals de uitvinder van het laatst besproken toestel zich noemt, zal verrijzen Ook de chemie heeft men te kuip geroe pen, om de eeuwige beweging te verwekken. We moeten weer in de eerste plaats noemen den alchimist Paracelsus, die naast yoel haalt, maken zich langzamerhand van de massa atomen los, die in een glas gebracht, een voortdurende beweging hebben. Wilkins, bisschop van Chester, meende dat dit recept niet kon deugen, omdat het destilleeren een te hardhandige operatie was. Dingen, die herhaalde malen zoo ge forceerd behandeld waren, konden daardoor niet geschikt gemaakt worden voor. het eeuwige. Evenwel, ook de ernstige chemici van vroeger hebben zich door het Perpetuum Mobile-idee laten inpalmen. Van niemand minder dan Robert Boyle (16271691) is de volgende beschrijving afkomstig „Een wiskunde-leeraar bad een nieuwe vurmachine uitgevonden, en toestemming verkregen, deze aan Zijne Majesteit den Koning te toonen. Daarbij stelde bij een mengsel van verschillende ingrediënten in een aarden pot op een gloeiend kolenvuur. „Door een toeval ving bet mengsel vlam, zoodat bij bet zoo spoedig mogelijk moeet- blussclien.Hij nam den pot van het vuur en toen bet mengsel koud geworden was, wilde hij nagaan wat er neg van oyergeble- bleek daar dat Jonker ook al van den duivel bezeten was. Jonker .stak er den draak me© en onder den uitroop: „jullie zijn allemaal gok, geloof jullie daar nog nar.!" ging hij naar bcncuen on sloot zit li in zijn kooi op. Door de opgewonden bemanning bij daar spoedig uitgehaald ea met dissols werd hem do bchedel ingeslagen. De lijken ran do beide vermoorden zijn over boord gegooid. Toen Je lijken van dek waren, gingen ze aldus Ros hot v&nrtufg aftakelen, de breek werden overboord geworpen, daarna do roei boot, do tonnen, die aan dek stonden en ten slotio liet men do vleet sr-hicten. Zoo hebben wo een nacht rondgezwalkt toen w© door do „Jonas Rein" werden opgepikt-. Acht <1«t opvarenden van het Katwjjkseho viswheravaartuig „Noordzee V". waarop zich het drama afaprride on dio uit Engeland naar hier zijn overgebracht, zijn Woensdag in het Huis van Bewaring, to 's-Gravenhago ingesloten en hebben een verhoor óndergaan voor dcu reehter-commissaris. Do Landstorm. (Tan sergeant G. Pcrsklomp.) (Wijze Vrije vrouwen.) Eiud'lijk zal het toch gebeuren Eind'lijk zijn ze or toch bij, 'k Zal er heuach niet hard om treuren 't Is gelukkig voor de maatschappij. Brroeid wa» het om alle dagen Al die jongeren te zien Zender uniform te dragen Reeds langer dan een maand of 10. Flip z'n broer moet nu <x>k dienen Of bij 't prettig vindt of niet. De jongen zou wel kunnen grienen Met z'n diensttijd in 't verschiet „Och"., zoo zucht mama he©l tccdcr „Als hij cr maar tegi-n kan", ,.'t. Is zoo'n erge zwakke jongen" ,,'t Is nog een kind en lang geen man." (bis) Vroeger lachten ze terdege Als ze ons daar zagen gaan Fiink bestoft van t. vuil der wegen trokken zich daar'niet; van aan. Nu is 't blaadje aan het koeren Dn landweer, dio trekt er van door, En hun zal men mores loeren Daar zorgt nu de wet wel voor (bis)« Mo dunkt, ik boor er al een vragen ..Ben ik morgen kamerwacht En. cs-n tweeden hoor ik klagen 'k Moet de kast in dezen nacht.'' Nu moe- 'k zelf m'n stroozak sjouwen", F,n ik krijg geen kussen mee", „Stellig hen ik atrak.» verkouwen"- „Wat ben ik nu gepierd, o hé"! Straks zie ik ze heerlijk zweeten Door dien ransel op hun rrg Fijn© dikko ertsoep eten En een lekkre, verscho kuch. Maar dit zult ge toch we! weten Er komt een eind aan eiken nood „Eerst, heb ik do kuch gegeten" „Eet jij nu dat oorlogsbrood." this). G. PERSKLQMP, Een Lied op den dagelijkschen dienst a'boord Hr. Ms. Celderland. (Van matroos 3e kl. F. v. d. Berg). Wijze: Zandvoort a/d. Zee. De Gelderland dat is een schip, Van ruim vier duizend ton, Zoo fier en statig is hij gebouwd, Als 't maar ©enigszins kon. Do ma/sten en do pijpen, Ja. 't heelo schip, is grijs, Hij vaart zoo mooi op 'i water, En dat stellen wij op prijs. Wij hebben nu ook een drukken dienst, Dat weet u wol misschien, Eiken morgen onder stoom, Om vier uur kan jo 't zien. Refrein. Wij gaan naar de Noordzee, Wie gaat cr mee, We nemen de schijven, Met mooi weer moe. En och, 't is zoo'n zaligheid, Ais je over de golven glijdt, Gelderland in volle zee. Wij hoorden voel van vareff. Ja. dat is ons ideaal En die niet mot plcizier vaart, ven was. Hij was echter niet weinig ver baasd, te bemerken, dat overgebleven vloei stof zich heftig bewoog. Hij zette den pot nog eens op zij, om hem geheel te laten af koelen. Toen hij na eenige uren weerkwam, bevond hij, dat de vloeistof nog even hef tig bewoog als te voren. Hij wierp er een band zand op, om te zien of de beweging van de vloeistof daarop overgedragen zou worden. 3Iaar het teeraebtige deel daarvan verbond zich met het zand, en vormde een dik schuim, dat zich aan de oppervlakte uit breidde; daar tusschendoor kon men zien, hoe de vloeistof zich voortdurend bewoog. „Twee dagen later, toen de uitvinder met mij over zijn vuurmachin© 6prak, vertelde hij mij ook dit zeldzame geval. Toen ik vroeg of de beweging nog voortduurde, ant woordde hij mij bevestigend. Mijn nieuws gierigheid werd nu zoo groot, dat ik hem verzocht, alhoewel het reeds nacht en slecht wec-r was, den pot te laten halen. „Ik wilde mij eensdeels van het verschijn sel overtuigen, cn dan probeeren. met dezolf- do ingrediënten die hij mij noamde, het na te bootsen. „Nadat de pot aangekomen was, toonde zich werkelijk de beweging, waarvan .de uit vinder mij vertelde. Ik liet den pot in mijn laboratorium plaatsen en heb er van tijd tot tijd naar gekeken." Hij beschrijft dan verder den aard van do beweging, en ©enige proeven, die hij met de vloeistof nam. Een kleine hoeveelheid in een nauwe flesch gebracht, die zoo gekurkt was, dat de lucht er niet bij kon komenbe woog zich niet, maar wel raakte dc vloeistof weer in een zeer heftig© bewoging, wanneer zij uitgegoten werd in een vlakke schaal. Volgens Boyle had de weersgesteldheid in- - vloed op de beweging, hoewel deze steeds ononderbroken, doorging en ook bewoog de vloeistof zich evengoed bij daglicht als bij kaarslicht-. Hij vertelt verder, dat, toen hij zelf ziek was, hij dagelijks door een ander naar den pot liet kijken en altijd het bericht- kreeg, dat de beweging nog in gang was. „Hoe lang zo zal blijven voortgaan moet de tijd nog keren"schrijft hij, maar op een gegeven dag breekt de pot en zoo kwam er een einde aan dezo merkwaardig© vloeistof waarvan jammer genoeg de samenstelling niet is vermeld Het is te begrijpen, dat wanneer een wetenschappelijk man als Boyle geloofd#aan de mogelijkheid der eeuwige beweging, het groote publiek in dien tijd er in net alge meen niet aan twijfelde. En dï? goedgeloovigheid gaf aanleiding tot ©;-n bedrog op groot© schaal t dat^ge-

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 5