fe m Vrijdag 17 September 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. TWEEDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT 'ADRES DER REDACTIE ÉN ADMINISTRATIE PALKSTKÏNASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON 25.4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertentii-n wonde men rich tot het A3;:. Advertentie-Bureau ROUMA&Có, Heerengracht 220 Amsterdam. tot de Drukkerij „Jacob van Campcu" N.Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, I'aJeatrinastraat 10 Amsterdam. Prjjs der Advertentie per regel 30 cent. B(j abonnement reductie Een afscheidstooneel uit; de eene of andere Italiaansohe stad. Een nieuwe afdeeling troepen gaat naar liet front, en de mannen zeggen hun verloofden, hun vrouwen en moeders vaarwel; een soldaat neemt.zelfs een heel teeder afscheid van zijn hond zooals. we zien. „Dag, Azor", of zoo iets, hooren we hem zéggen, „pas goed op de vrouw!" In een hoek zien wij de bagages opge-lioopt van soldaten, die in. den strijd gaan; tasschen, schoenen, pakjes, gemaakt doorliefhebbende vrouwen of moeders, enz., zelfs een gitaar ontbreekt er niet. Dit de waggonportiers ziet men eenige soldaten hangen, die aan hun gepluimde hoeden gemakkelijk te herkennen zijn als Jaersaglieri. Nog enkele oogenblikken en de trein zet zich 'in beweging, de mannen gaan de onbekende toekomst tegemoet. Losse nummers. Losse nummers van „De Soldatencourant" worden óp aanvraag dadelijk toegezonden. Bij de aanvraag moet voor eik verlangd exemplaar 1 cent aan postzegels worden Ingesloten. Waarschuwing. Zeer vele brieven aan ,,De Soldatencourant" geadresseerd komen helaas niet in ons bezit, omdat zij door de post met port belast en dan door ons geweigerd worden. Men zorge daarom bij verzending van brieven, die zwaarder dan 20 gram zijn, deze te frankeeren. De verspreiding van ons blad. Wij brengen in herinnering, dat troepen- deelen, die soms door een of andere oorzaak van ons blad veröïoken zijn, slechts een aan vraag tot ons te riohten hebben om regelmatig, driemaal per week, een pakket Soldatencouran- tcn te ontvangen. Nergens mag ons „Orgaan voor legor en vloot" ontbreken. Ons zelfvertrouwen. Eerste luitenant P. W. Pieters schrijft ons: Nu wij zoo aan alle kanten den oorlog om ons heen zien en legers van. verscheidene niillioe- nen sterk tegen elkaar zijn opgetrokken, lioo- xen wij zoo dikwijls den uitroep„wat zouden wij nu met ons handje-vol soldaten tegen zulk een reuzenmacht kunnen doen?" En dadelijk daarop staan er van ons klaar die met een .wijs gezicht beweren „niets natuurlijk" en ver der praten over „terugtrekken achter do wa terlinie", „wij worden toch immers direct in gepikt" en dergolijken onzin meer. Het ergste De geheimzinnige moord. 3 Iu den avond van den dag, waarop het verhoor had plaats gehad, arri veerde te Sandhorsfc een vreemdeling, die een kamer besprak in „De Drie Konin gen.'' Het was een buitengewoon bedaard man met eenvoudige manieren. Zoodra hij zijn koffer in de herberg had neergezet, bracht hij een bezoek aan dokter Gray, „Ik ben debective-inspecteuV Blinkhorst", zei hij, „en als u mij even zondt willen in lichten zou ik graag een oogenblik met u praten'''-. Het gesprek duurde ongeveer twintig Tm', butentoen stond de detective op. „Als u rdisscliien een kleine wandeling met mij in den omtrek van de Boschjes -wilde m akendokter „O, met genoegen", antwoordde Gray. „Het komt me voor, dat dit een heel ander geval is dan een gewone moord met de- ge wone beweegredenen", i De detective knikte. „Volkomen mijn opinie", zeide! hij. „Het slachtoffer had niet in den tegen woordige®. tijd aanleiding tot de misdaad gegeven." Toen men de dokterswoning Verliet^ kwam juist eén besteller met een telegram, gcncht aan den detective. Deze opende het i; e» »topt^ het iu_zij n en ook het treurigste echter is, dat zulke stem men. maar al te dikwijls uit ons leger zelf ko men. Vanzelf spreekt het dat dit niet de ver- stamdigsten zijn ,dio zulks vertellen, maar ook heel vaak schuilt er nog veel meer dan onver stand achter dio uitroepen. Zij komen dikwijls uit den mond van hen die liicnnede willen be weren, dat wij geen leger noodig hebben omdat wij immers toch niets kiraen doen en dio, nu ons land eenmaal zoo gelukkig is een leger te bezitten, verkorting van den oefentijd wen- schcn, minder geld aan het leger willen beste den, dat zoo verschrikkelijk duur is en daar gaat het juist voor hen om hen persoonlijk lasten oplegt die hun onaangenaam of bezwa rend zijn. voelt gij wel, dat deze menschen groote zelfzuchtige® zijn, die slechts hun eigen belang het voornaamste achten, maar het be lang van on.s vaderland, ons gemeenschappe lijk grootste belang terzijde stellen, omdat dat voor hen eenige plichten medebrengt, waar voor zij zich opofferingen moeten getroosten? Hollandsche soldaten, deze mannen zijn onze arootste vijanden; zij brengen 'stands veilig heid' in gevaar, door het zelfvertrouwen van ons leger te verzwakken. Leen nooit het nor aan hun verleidelijke roepstem, zij spiegelen 't li zoo mooi voor, zij willen u in 'hunne ver- cenigingen halen, die, volgens hen, zoo sterk en invloedrijk zijn, Toon hun, dat uw goede geest nog sterker is, dat gij vertrouwen hebt in eigen kracht en dat liet belang van ons dierbaar vaderland en van ons leger voor u het hoogste is.' Maar wij weten 't wel, ondanks alles vindt gij 't toch ook dat ons kleine legertje nipt op gewassen is .tegen die rëtjz en troep en mass a s van onze naburen en gij denkt ook dat wij maar zoo spoedig mogelijk tc-rugloopen achter onze zoo veilige waterliniën. Daarom vragen wij u allereerst af: „als gij aangevallen wordt door een kerel tienmaal grooter en sterker dan gij zelf zrjt, loopt gij dan weg 'of slaat gij „Hst verdwijnen van Gentle is- natuur lijk wel vreeand", begon de dokter, na eenig nadenken. „Gentle heet neb zooveel met den moord uit te staan als u of ik", zeide Blinkhorsit. De beslistheid van toon deed den dokter verwonderd naar zijn metgezel opzien. Toen men bij de Boschjes aankwam; bleef de detective staan om heb huis van den weg af eens op te nemen. Ongc-v- ->r twintig meter van de poort vormde de muur, die tusschen den weg en den tuin gelegen was een rechten hoek en maakte de eene zijde van een laan uit, dat omtrent vijftig meter lang was en uitliep op het open veld. De beide mannen sloegen het laantje in, vanwaar het huis zichtbaar was, „Wat is dat .voor een raam?".vroeg de inspecteur. „Dat is het raam van rde slaapkamer, waar de man gevonden werd". De ander knikte. Hij raakte met zijn handen op den bovenkant van den muur, maar trok ze onmiddellijk weer terug. „Glas." zeide hij. Hij deed zijn overjas uit en wierp die, <ten paar passen meer naar rechts, over den muurkantmet een kandigen sprong, waar bij hij op zijn voorarmen leunde, zat hij het volgende oogenblik op den muur. Schrij lings op den muur gezetenscheen hij een blik van verstandhouding om zich heen te werpen, terwijl hij stelselmatig den omtrek l Van zijn .ritplaats jypnam; Plotseling boog terug? Gij slaat zoo hard mogelijk terug, niet waar, en vecht tot gij niet meer kunt, dat we ten wij, zoo is nu eenmaal een Hollandsche jongen. En zoo is ook'de geest, dio ons leger moet bezielen en die ons zal leiden. Begint gij te wankelen in het vertrouwen op eigen kracht, dan is al zoo oneindig veel verloren. Waarom zou ons Hollandsch leger, dat daar krachtig en sterk klaar staat, goed doorvoed en uitgerust met do beste wapens die in deze tijden bestaan en met een ruimen voorraad munitie niet even goed 't gevecht op kunnen nemen tegen een zooveel sterkeren tegenstander, als do troepenmacht van een ander land (Bo vendien is 't haast ondenkbaar dat dat land zijn geheele leger tegen ons alleen zal gebrui ken.) En als wij, klein landje, dat gevecht te gen 't zoo veel sterkere land durven opnemen, dan kan dat immers niet anders dan eerbied afdwingen van heel Europa. Maar daarvoor is noodig dat een flinke, krachtige geest iede- ren Hollandschen soldaat beziele, dat hij ver trouwen heeft in eigen kracht en vertrouwen in zijn chefs. Wij weten 't immers, wie wil die kan! Nog liever immers, zouden wij, hoe ellondig 't ook is, een eervolle nederlaag Jijden, dan een iprugtocht zonder den vijand gezien to hebj Den. Maar wij voelen wel weer, dat gij soldaten denkt: „dat ligt niet in onze handen, inaar in die der generaals."- Mis, een generaal, die een leger commandeert waarin een frissche geest waait van vertrouwen op eigen kracht, moed en volharding tot 't uiterste toe, ten bate van ons land, kan met dat leger eiken slag aanne men (mits 't tevens goed is uitgerust en geor ganiseerd en dat is ons leger zeer zeker!) Met oen leger waarin de stemming anders is, waai de soldaten spreken van „daar kunnen wij immers toch niet tegen op", is 't juist anders om. Met zulk een troep moet ieder generaal terugtrekken. En terugtrekken beteekent meestal vernietiging en 't gevolg van vernie tiging van 't leger is de ondergang van ons land. Dan zal onze tegenstander ons op onzen bodem zijn wetten voorschrijven. Maar wij ver zekeren u ook, dat wij er dan oneindig veel ellendiger aan toe zijn dan wanneer wij ons de vele opofferingen getroost hadden, die die lieden, waarvan wij in 't begin spraken, u als onnoodig en nutteloos voorstelden. Maar niet alleen in ons leger, ja zelfs in de burgerij dreigt dat woekerplant]o „gemis aan vertrouwen in de kracht van ons leger" welig te tieren. De schuld schuilt in het leger zelf. Zeer velen vinden 't immers zoo flink om tegenover burgers (vooral als er veel hij een zijn) te schelden op het leger, ja 't zelfs be lachelijk voor te stellen 't komt helaas wel voor dat hij die gesprekken soldaten nog tegen elkaar trachten op te snijden. Laten wij met al onze macht dat kwaad uitroeienHoudt ten allen tijde ons. leger hoog en ook al voelt ge hier of daar een kleinigheid die verkeerd mocht zijn, houdt toch de eer van ons leger onbe smet dat versterkt het vertrouwen van de burgerij in onze kracht en wij zullen ook steeds meer gewaardeerd worden. Laat u vooral nooit weerhouden door valsche schaamte, om daar waar ,'t noodig is met een krachtig woord 'op te treden tegen -lien, die weer op alles aan 't kankeren zijn. Onder het Koninklijk wapen staat' de zin spreuk „Ik zal handhaven'Laten ook wij handhaven die oude Hollandsche kracht, die ons vaderland steeds wist te redden en hoog te houden. En dan zal, als het ooit noodig mocht zijn, het Nederlandsche veldlegerdaar staan, waar zijn plicht het roept, krachtig en sterk, bereid om alles to geven, wat noodig is in 't belang van ons land, gerugsteund door de wetenschap dat daar ginds achter hen in de forten en liniën wapenbroeders zitten die, mocht de krijgskans keeren, hen ook tot 't uiterste zullen helpen en steunen. Niet alleen in grooto maar ook in kleine zaken moeten wij te allen tijde een beeld van flinkheid en ernst geven en bereidwillig too- nen, dat wij onzen plicht beseffen ook al wordt het dikwijls zoo moeilijk. En dan staan wij ook zooveel hooger dan diegenen die niet schromen, ten koste van hun eigen belang, 't militaire gezag en 't. zij indirect onze veiligheid in gevaar te brengen. Dan hebben vrij niet alleen zelfvertrouwen maar ook zelf voldoening. Luitenant P. W. PIETERS. Se toestand in den reuzenstrijd. Het zelfvertrouwen der Russen ia merk- waarlig, altban-s in de telegrammen, die uit Petrograd komen. Deze ontvein zen niet, dat de Duitsckers nog steeds vooruitrukken, zij gelóoven zelfs, dat zij nog wel verder "naar het Oosteji zullen gaan, zij geven toe, dat de hij zich voorover, met den strakken blik van een havik. Gt'ay zag hem ©enigen tijd in die hou ding terwijl hij blijkbaar iets van den muur opraapte, dat hij in zijn notitieboekje berg- de. Toen sprong hij weer op den begane® grond en trok zijn overjas weer aan. „Wat was dat?" .vroeg de dokter. „Iets van belang?" De detective glimlachte. „Misschien," zeide hij. „Men kan niet weten". Zij gingen naar de poort en traden het huis binnen. Hoofdagent Spragg zat in de gang en rookte een pijp. Hij stond op en zag de beide binnengekomenen met vragenden blik aan. „Ik ben detective-inspecteur Blinkhorst van New Scotland Yard," zeide de detec tive; „zoudt u even met mij mee willen gaan De agent zag hem met niet bijzonder vriendelijken blik aan. „Ik kan niet inzien, dat u hier noodig is", zei hij. „Wij zijn bezig het kluwen te ontwarren en ik ben iedere minuut de tijding te wachten, dat men den moordenaar gevat heeft. Wij zijn niet zulke uilskuikens als u schijnt te denken." ,Mag ik vragen wie u wel voor den moor- i denaar houdt?" vroeg Blinkhorst yrien- delijJï. „Wel, die Gentle natuurlijk". „O, die!" lachte Blinkhorst. „Nu, dio Duitsohere ©en manio hebben van aanvallen en altijd tnaar weer aanvallen en dat die hen reeds ver heeft gebracht, maar, voe gen zij er dan bij, die manie zal hen ook ten yerderve strekken. De Duitschers, heet het verder in een Petrogradsch telegram, werpen al -maar nieuwe mannen naar het front, met 't gevolg, dat de reserves worden uitgeput, dat Duitschland ten slotte gèen rnannon meer zal hebben. Daai-entegen staat de Russische beer nog altijd overeind en heft hij zijn zwaren poot op tegen Duitsch- land Wij merken laar nog niet veel van, toegegeven, dat de Russen niet zoo hard meer terugtrekken als vroeger wel, dat zij op verschillende punten een krachtige® tegenstand bieden, elders zelfs aanvallend optreden, 't is en blijft niettemin een feit, dat de troepen der bondgencoten nog maar steeds oprukken naar 't Oosten. En aiu weer meer in het noorden, in Koerland, in de streek van Wilna, juist daar waar de Rus sische berichten verklaard hadden, dat de Duitschers niet vooruit zouden komen. De legergroep-Hindenburg, de linker- of noor delijke vleugel van. het leger der bondgenoo- ten, heeft thans zelfs reeds de Dwina (of Düna) bereikt, waaraan Diinaburg en Friedrichstad liggen. De rivier is nog niet geforceerd, de Duitschers zijn er nog niet over. Maar ook verder in bet Zuidwesten, in de richting van Jacobstad naderen de Duitsche troepen de Düna en blijkbaar wordt de geheele legergroep hier langzaam maar zeker vooruitgeschoven. Doch grooter vorderingen nog hebben de Duitschers gemaakt tusschen Diinaburg en Wilna. Ook de Russische berichten geven dit toe; over alle wegeai daar bewegen de Duitsche troepen zich naar het Oosten en volgens een Duiisch etafbericht zou die be woging reedg hebben geleid tot het berei ken va?i den spoorweg DünabuxgWilna. En hier is het ook weer gegaan, als toen grootvorst Nicolaas nog aan 't hoofd van 't Russische leger stond, ook onder 't opper bevel van den Tsaar passen hier de Russi sche troepen de oude taktiek toe en trekken zich terug voor een ernstig bedoeld Duitsch offensief. Zij geven zelf toe, dat zij in de streek van het spoorwègstation Prodbrodse terug getrokken zijn.' De gevolgen van deze op- nikkende. beweging, der Duitschers zal wel zijn, dat Wilna zal vallen en daarna Düna burg en dan zullen de bondgenooten over de Düna trekken en zijn zij weer een eindje verder op den weg naar Petersburg. Maar of zij daarheen zullen gaan? Het is nog een zeer lange, lange weg. Volgens een Rus sisch telegram is het doel van Duitschland bekendkeizer Wilhelm wil Rusland zóó in het nauw brengen, dat hij werkelijk in October vredesonderhandelingen zal kun nen beginnen. Maar er is geen sprake van, dat Rusland dan zal villen, heet het. Verder naar 't Zuiden wordt op het ooste lijk front minder snel vooruitgedrongen maar ook in hét gebied van de Pripet, het moerasland, trekken de Duitschers, die hier schouder aan schouder, strijden met de Oostenrijkers, nog ietwat vooruit, terwijl heel in 't Zuiden, in Galicië en in Wolhynië, do Oostenrijkers, die Luzk en Dubno reeds in hun bezit hebben, nu aanrukken op Rowno. Over 't geheel kan men dus zeggen, dat de Russendie eerst vastbesloten sche nen om stand to houden, die zelfs van eer groote overwinning in Galicië gewaagden, nu hun oude taktiek van achteruitgaan weer hebben opgenomen, en zoo is de toe stand aan het Oostelijk front weer de oude geworden. In het Westen is het al niet anders. Het Duitsche offensief, dat zich vooral concen treerde in Axgonne, waar het leger van den kroonprins ligt, is blijkbaar weer tot staan gekomen. Het gaat daar weer als altijd, als reeds sedert een jaar lang. Aanvallen van weerskanten, maar steeds van geringe betee-' kenis en met nog geringer resultaat. De ar tillerie speelt nog altijd een hoofdrol en de luchtvaartuigen doen niet weinig mee. Fransche luchteskaders hebben bommen ge worpen op Duitsche stedenDuitsche lucht schepen bom&ardeeren telkens Engelsche kuststeden en gaan soms zelfs verder 't bin nenland in. Steeds opnieuw worden er een loopt niet weg. Hij is een half uur geleden aangehouden." Hij ging de trap op. gevolgd door den dokter en nu ook gewillig door Spraggs. Op de slaapkamer gekomen, zag de detec tive misnoegd het vertrek rond. „Wie gaf u order om de kamer op te ruimen?" vroeg hij gestreng, den agent aan ziende. „Niets is opgeruimd," was het antwoord, uitgezonderd „Uitgezonderd het •eenige ding dat niet aangeraakt had moeten worden." „Ik heb enkel dat kastje met l#adjes een beetje verzet, om het raam beter te kunnen onderzoeken. „Juist, en zoodoende hebt u de kans on mogelijk gemaakt dat wij achter de waar heid zouden komen." Blinkhorst haalde een vergrootglas te voorschijn en onderzocht nauwkeurig het meubelstuk en het vensterraam. Met een zucht deed hij het vergrootglas weer iu zijn vestzak. „ik dacht 'niet dat er. zulke idioten be stonden", zei hij op bitteren toon. Daarop begon hij een stelselmatig onder zoek van de kamer. Een tijdlang wei-den zijn pogingen in geen enkel opzicht beloond. Aan den wand tegenover het vensterraam was oen haard, en daarvóór stond een fraai papieren kamerschut. Hij bezag het met aandacht en zette het vervolgens voorzichtig op zij. Er was blijkbaar in eenigen tijd geen aantal slachtoffers gemaakt, meestal wcer- looze burgers, maar eenigen schrik schijnen dio aanvallen toch wel te wekkenmen wil Londen beschermen togen hen door kanon nen. Het is nog niet af te zien, waar do strijd zal heenvoeren. Men denkt nog niet aan het einde, en niomand kan zich dit einde voorstellen. Er hcorscht in velerlei opzicht een chaos van gevoelens en meeningen. Engeland blijft steeds even oorlogzuchtig, maar eigenaardig is, dat men thans niet meer, noch van den eenen noch van den anderen kant, spreekt van een volsl&gon overwinning. En nergens dan in het Oosten is er sprake van eenige verandering. Aan de Italiaansche grens, in de Dardanellen, in den Kaukasus, overal blijft de toestand, als op het Westerfront, dezelfde, en wij kunnen nog evengoed vragen als voor een jaarhoe lang nog? ENGELANÖ. Vliegtuigen boven Engoland. LONDEN. Het Persbureau bericht, dat een Zeppelin in den nacht van 13 op 14 Sept. een bezoek heeft gebracht aan de oostkust en bommen he Ut geworpen. Er werden kanonnen op het luchtschip gericht. Voor zoover valt na te gaan, zijn er geen persoonlijke ongelukken gebeurd en is er geen schade aangericht. Nader wordt bericht, dat bij den aanval van een aeroplane op de kust van Kent drie personen meer zijn gewond dan aan vankelijk werd medegedeeld, zoodat in het geheel' één man en zes vrouwen gewond zijn, waaronder twee vrouwen ernstig. Britsche verliezen. LOND'EN. In het Lagerhuis deel de do onderstaatssecretaris van oor log mede, dat de totale verliezen tot 21 Augustus bedroegen 381,983 officieren en manschappen, aldus verdeeld: Gedood 4965 officieren, 70,992 man gewond 9973 officieren en 1241,086 man; vermist 1501 officieren en 53,466 man. Een nieuw zwart legor. Engelsche bladen bevatten berichten over de a.s. indiening bijj. het parlement door den afgevaardigde Pierre Mass© van een wetsontwerp tot vorming van een nieuw zwart leger van minstens 700,000 man. Volgens het ontwerp-Masse zullen alle onderdanen in de koloniën de voorrechten van de bewoners van bet moederland deel achtig worden. Zij zullen belastingen moe ten betalen en dienstplichtig worden. Het ontwerp voorziet de vorming van een good geoefend, getraind leger, onder aan voering van Fransche officieren, dat in Maart of April op de Euxopeesehe slagvel den kan worden ingezet. Tevens bevat het ontwerp bepalingen over pensioenverloening a~ de gezinnen van ge sneuvelden. FRANKRIJK. Van hel Westelijk Oorlogsterreïn. PARIJS. Do activiteit der artille rie aan het front in Artois duurt voort. Ten Z. van de Somme wederzijdsch bombar dement, dat vooral hevig was in den om trek van Tillolby, le Cessier en Peuvraig- nes. De artillerie-actie duurt voort aan het Aisne-Marnekanaal bij Sapigneul en Godat. In Champagne, ten noorden van het kamp van Chalons en aan den westelijken zoom van de Argonnen in het bosch Mortmare brachten onze batterijen het vuur van de vijandelijke mitrailleurs tót zwijgen en wer den enkele vooruitspringende deelen der Duitsche linie met succes beschoten. Aan het overige front was de nacht kalm. Fransche vliegtuigen bombardeerden "het station van heb spoorwegsnijpunt Bensdorff bij Morbange en de vijandelijke kantonne- menten bij Chapelle in de Argonnen en bij Langemarck ten noorden van Ypëren. Een brief van Karei Heyting. Wij ontvingen ter inzage een brief van den beleenden oud-H. Y. Y.'er en international, Karei Heyting, die, zooals onze lezers reeds vernomen zullen (hebben, in het, Fransche leger dienst nam en zwaar gewond krijgsgevangen gemaakt werd. Het bestuurslid der H. Y. V., vuur in den haard geweest, want op den bodem ervan lag een laag stof; juffrouw Spaiu had het zich zeker een beetje gemak kelijk gemaakt, door hier yoorloopig alle vuil en stof bijeen te vegen. Blinkhorst woelde met zijn vingers in de verzameling stof en vond daaronder de overblijfselen van halfverbrand papier. Met de grootste zorgvuldigheid vischte hij ze er uit en legde zc op tafel. Als de bedoe ling geweest was ze te vernietigen, dan was het doel vrijwel bereikt. Van de heole partij was niet anders over dan een klein stukje papier, sterk verschroeid en opgekruld als een verdord blad- Dé detective beschouwde het met de grootste aandacht onder het glas. Er waren nog maar enkele weinige woorden half en half leesbaaT, maar de oogen van den detec tive straalden van benoegen, toen hij ze ont dekte. Het waren de volgende: Cki-Fun isgeweest raadg zorgv Blinkhorst kon een uitroep van blijd schap niet weerhouden. Hij staarde uit het venster, dat op de moerassen uitzag. Den beiden anderen ont ging geen van zijn wegingen, maar zij :iden geen enkel woord. Plotseling wendde hij zioh tot den dokter. „U was de eerste, die den verslagen© on- do heer F. M. Ja Chapello, Koninginneweg 181, te Amsterdam, doet thans een inzumcling van golden on waren, om dio geregeld aan don heer Heyting t« doen toekomen. Ongetwijfeld zal menig voi ibal-enthoueiast, dio ecrtndn Jfey- ting zoo vreedzaam en met- roem onder de No- derlandscho kleuren zag uitkomen, door een gifr, tot bovengemeld doel wilJon bijdragen, ten einde dezen dappere hot Ieren wat dragelijker te' maken Hier volgt eon uittreksel uit den in vele op zichten imoreesanten brief „Zooalb jo misschien zult weten, bon ik ia Parijs gevestigd, had juist 2 maanden vóór het uitbreken van den oorlog mo in een kleine fabriek gekocht. (Douarin et Heyting). Tocu de oorlog kwam, heb ik mijn plicht gedaan me daarin to mengen. Achteraf bekeken, hol» ik een ongehoord geluk gehad het er lovend af te brengen, maar stond ik voor do keus, dan zou ik hetaelfdo doen. Hot is vornedcrend thuis rustig to zitten als er eon hoop vrienden en kennissen zich dood Jaten schieten. Ik enga geerde mij den 23sten Augustus, ben den 2Jen van Parijs vertrokken naar Bayonno. Instruc tie tot 24 October en daarna naar de tranchées bij Reims. Ik zou oen dicJjter of een medicus moeten zijn om j© uit te kunnen leggen welko gewaarwordingen een dagenlang bombardement van-allejhand kaliber bij mo teweegbracht, do eerste tijd is fnuikend voor moreel en lichaam, maar men -went aan alios en ijzervrotèrs wor den niet goboron. Andero koel: is een bajonet- aanval, dan moet je ©ogenblikkelijk jo les op zeggen: „Als ik horn niet om zeep"hc!p ben ik Jiet kind van do rekening." Anders is hot on mogelijk in koelen bloede iemand, die op dén meter voor jo staat, wions oogen, mond in angst of gecstdriftsuitdrukking je ziet. eon stuk staal in hot lijf te steken. Do hedendaag- sene oorlog is afschuwelijk, er is geen ridder lijkheid meer en dood© en gowondo menschen zijn afgrijselijk om aan to zien. Mijn eerste verwonding, een granaat, di© voor mo uit elkaar sprong en mijn beide boenen bewerkte, was in do maand Maart; 14 dagen rust in con hospitaal, toen weer er op uit. Yan Maart tob Mei geen kwetsuren, niettegenstaande we voortdurend in do weer waren. Den 9don Mei had de groot© aanval bij Arras plaats, onzo compagnie word uitgepikt om een bres te ma ken. Hebben dan ook een bres gemaakt en zijn 5 K.M. vooruitgeschoven, maar van de 2-50 man zijn er 4 overgebleven, die allen gewond krijgs gevangen raakten. Ik voor mijn deel kwam in het hospitaal te Douai en vervolgens te Düs- seldorf. met een schotwond in den buik, een granaatsplinter in mijn kin en 2 bajonetsteken fn mijn been. Door een reuzen-geluk beeft do kogel geen ingewanden verscheurd. Ik werd dadelijk geopereerd en heb den kogo! nu in mijn zak, me: het plan, ze te laten vergulden en aan mijn horlogeketting te dragen. "Na 3 maanden hospitaal kwam ik in Le; kamp van Friedrichsfeld bij Wezel, en ik ben op het oogenblik tolk op ec-n fabriek waar Fransche en Engelsche gevangenen werken. Je idee om ©et en rookwaren te zenden is zeer verlokkelijk ©n ik kan niet anders dan aannemen en jullie allen hartelijk danken. Hoe gaat het mot al onze vrienden in de H. V. Y. (Tel) Een vliegtocht. De Parijscho correspondent van do New- York Times beschrijft in dit blad een bezoek, dat hij bracht aan het station van vliegtuigen op het Franscho front, waarbij hij tegenwoor dig was bij het vertrek en den terugkeer van een vlieg-eskader, dat een tocht naar do Duit- echo loopgraven deed. „Het was", zoo verhaalt hij, „op een grooto vlakte, dat ik een der treffe-dste dingen zag, welko ik in dezen oorlog heb kunnen waar nemen. De grond was geheel bedekt met vlieg tuigen. Nooit te voren had ik zoo iets gezien. Er schenen er honderden te zijn. De kapitein wees naar het midden, waar zij in het gelid lagen geschaard voor een eskaders-gewijzo oefening. Er waren geheel© linie3 van machi nes, die aldus naast elkaar op het veld lagen. Een kolonel liep van de eene groep naar do andere en sprak met de kapiteins van de vier machines, dio achter elk van de vier linies stonden. Bestuurders en waarnemers gingen aan boord. Plotseling begonnen de machines en schroeven te draaien. Het geraas was oorver- doovend. Wij stegen uit onzen auto en do kolonol kwam bij ons. „Deze -linies van machines worden gevormd door onze kleine, vertrouwbare tusschensoort zei hij. „Zij hebben all©* mitrailleuses aan boord, terwijl con half dozijn bommen van onderen er ;?.n hangt. Zij kunnen zeer mooi vliegen bij elke soort van weer cn leggen onge veer 67 of 68 mijlen per uur af." „En de groote machines aerter de linies?" vroeg ik. dat zijn de nieuwe vliegtuigen met dubbele machine. Zij kunnen 80 mijlen per uur afleggen, maar zij vereischen een zeer zorg vuldige behandeling." „Hoe heeten ze?" vroeg ik. derzccht heeft?" „Ja," antwoordde dokter Gray. „Was er "behalve do teekens aan den hals niet nog iets bijzonders?" „Iets heel bijzonders. Hij had den een of anderen keer verminkingen ondergaan." „Juist, juist.. Aan zijn ooren, niet waar?"- De dokter knikte; verwondering lag in zijn oogopslag. „Ik wou, dat ik dat vroeger geweten had. Het waren geen verscho wonden, dunkt u." „Neen, integendeel. Wel de wonden op het voorhoofd." „Juist. Ik geloof dat ik alles begrijp. Het huis uitstappende, zag hij opmerk zaam naar den grorul. Op korten afstand waren een paar vogels bezig met het op pikken van enkele zaden. Onmiddellijk achter deze plek was een lage muur. Hij onderzocht don bodem nauwkeurig om voet stappen te vindon, ma-r er was er geen enkele to bekennen. Hij wierp een blik over den muur, boog rich er over heen en hield iet© in <ie hand. Het was een doodo vogel. Het dier h~aan één kant een lange streep bloed, veroorzaakt door een snede. Blinkhorst kon er het oog niet af houden. „Daar is een bedoeling mee," zei hij bij zichzelf„als ik er maar achter kon komen welken (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1