it,, m Tumxag 1 Migoslus TS15 - Orgaan voor Leger en Vloot. Na een jaar. Oorlogsnieuws. opï^45r0öO"0X(^pral'én: Onder redactie van D. MANASSEN. WROEGING. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z.4968. D.IT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PEK WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NEET-MILITAI- RFN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertcntien wonde mm zich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROUMA&Co, Heerengracbt 22'i Amsterdam, tot de Drukkerü ..Jacob van C'ampen* N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administrate, Palestrinastraat 10 Amsterdam. Prys der Advertenti'n per regel 80 cent. By abonnement reductie Het Erfgelscbe stoomschip ,,Anglo-üalit'oruian", dat den 5 Juli te Queeustown, had onderweg een ontmoeting met een Duitschen onderzeer. Het schip weigerde stil te blijven liggen op een signaal van den oüderzeër en de Duitscher begon daarop te schieten. Met een van -de bemanning zeer ongelukkig gevolgde kapitein en acht 'man werden gedood. We zien hier den kapitein op het dek liggenzijd zoon, een bootsman, nam daarop, liggende naast het lijk van zijn yader, het roer over, Een be wijs van het onveranderlij k flegma maar ook van het plichtsbesef van den Engelschen zeeman. Hij wist het schip in behonden naven te brengen. Het jaar is thans om, het eerste jaar van den oorlog. Lijkt het ons niet vreemd toe? Kunnen wij ons voorstellen, dat nu reeds een jaar lang de vreeselijko gruwel voortduurt, dien wij een oorlog noemen en die bijna geheel Europa., om van ons wereld deel alleen te sproken, in vuur en vlam heeft gezet? Is er geen. verbeelding voor noodig, lijkt het geen hooze droom, dat betrekkelijk dichtbij ons, èn ver weg, een strijd van dood en vernieling, een strijd zonder er barming wordt gevoerd met al de middelen van wetenschap en techniek, met de ge raffineerdste uitvindingen, en met geen ander doel dan om zooveel mogelijk men- schenleveus te vermelen, voortbrengselen van menaehelijken arbeid te verwoesten Kunnen wij ons er in denken, dat onder de hevige spanning van onze zenuwen en ons gevoelsleven een heel jaar, als wij oud ■worden het zeventigste of op zijn minst het tachtigste deel van ons leven, is voor bijgegaan? "Het lijkt bijna onmogelijk, en het is toch zoo. We zijn allen een jaar ouder ge- worden, we hebben allen een jaar geleefd, dat als in een droom is voorbijgegaan, en dat voor velen van ons, al bleven we buiten den strijd, een jaar van angst en zorg, van achteruitgang is geweest, voor de mees ten een verloren levensjaar. Het is wen- soholijk, heb is goed, een oogenblik nu stil te blijven 6taan en even achterom en vooruit te zien. Het is natuurlijk onmogelijk in ous korte bestek ook maar een eenigszins uitgebreid overzicht te geven van den gewel digen strijd, die mi door de groote mogend Steunend, knarsend scheen het schip zich te verzetten tegen den druk der zware golven, die er tegen op sloegen, schuimend en dreigend, en die telkens weer vergeefs den aanval beproefden... Hij lag lang uitgestrekt in zijn ruststoel op hot bovenste dek en zijn blikken gleden peinzend ovei* den Atlantjfechen Oceaan, die zich in zwijgende oneindigheid uitstrek te aan zijn voeten. Ben knetterend 'geraas boven rijn hoofd deed hem dit omwenden en naar den hemel kijken. Hij zag hoven zich een wirwar van draden, die donker en fijn tegen den blau we luoht afstakenhet. toestel voor de draadl'ooz» telegrafie. Uit de spitsen der draden kwamen blauwachtige vonkjes te voorschijn met een knetterend geluid. Het was, of er een sluier voor zijn oogon kwam, die wijd-op naar boven staarden. Zoo ging heb nu reeds drie dagen, zonderling! Wat kon deze onschuldige passagiersboot toch onophoudelijk te seinen hebben? Hij voelde, hoe een koude huivering hem langs den rug liep. Plotseling kwam er een gedachte in li Sm •p: ze wisten het! .Ergens weerklonken schreden. Luisterend hij het geraclit op. Een hoofd verscheen heden van Europa wordt uitgevochten en waarin zij alle de bloem en de kracht van hun mannelijke bevolking opofferen. Bij honderdduizenden, bij millioenen moeten, nu reods de gevallenen geteld worden op de verscliillende slagvelden en het eind schijnt nog even ver, als toen de strijd begon. Toen in Sept. het Duitsohe leger op maar en kele tientallen van kilometers van Parijs •itond, konden we verwachten, dat er mis schien in enkele maanden een beslissing zou vallen, hadden de Duiitsche soldaten mis schien het recht te hopen, dat zij hun Kerstmis thuis zouden vieren, geen half jaar meer duurt het-, of we hebben weer Kerstmis, honderdduizenden van hen, die toen hoopten, komen nooit weer thuis, en het ziet er niet naar uit, dat de nog leven den, nog strijdend-en, hun Kerstmis ergens anders dan op de slagvelden, in de loop graven zullen doorbrengen. Heviger dan ooit wordt bij 't einde van 't eerste oorlogs jaar de geweldige strijd; de vredesklanken van voor-enkele weken zijn weer verstomd en verschillende oorlogsvoerende landen ma ken zich gereed tot een nog heviger voort zetting van den krijg... Neen, wij willen geen overzicht geven van dezen oorlog, afleen - een-korten terugblik. Over de oorzakep behoeven wij daarbij niet uit te weiden het conflict tusschen Oosten- rijk-Hongarijle en Setrvië was maar een aanleiding, wij weten nu te goed, dat de meeste mogendheden reeds lang rekening hebben gehouden met een aanstaanden groo- ten krijg, dat reeds sedert jaren de brand stof zich had opgehoopt-, en dat de vlam evengoed reeds eenige jaren eerder, bij de Marokko-quaestie, gedurende de Balkan oorlogen, bad kunnen uitslaan. De oorlog boven de trap het was de steward. Wat wilt u? "Wonderlijk, hoe heeseli en veranderd klonk zijn stem, terwijl hij deze enkele woorden sprak. Wensolit u thee, mr. Douglas? vroeg de steward beleefd. Da gevraagde keek tersluiks met een on derzoekenden blik naar den ander, die met onbewegelijk gezicht voor hem stond. Zou iemand het. heele schip door naar hem hebben gezocht, alleen om hem een kop thee aan te bieden?... Dat kcxn immers niet'... Er was geen twijfel aandit was een spion, die handelde op last van een ar.der en mis schien in 't volgende oogenblik zijn lastge ver bericht zou doen geworden. Met een iuk sprong hij op en ging de trap af. Ginds aan stuurboord stond de kapitein in gesprek met twee lieeren. De steward drong nu juist tussohen de staande, zitten de of liggende passagiers heen, hij liep op den kapitein toe en wisselde eeil paar woorden met dezen. Ia 't volgende oogen blik we idde het viertal hun hoofden om en duidelijk voelde Douglas, hoe zo naar hem keken Nu weten die het ookwoelde het ln zijn hoofd. Hij stak. schijnbaar onverschil lig, zijn handen in de zakken en drentelde over liet- promenade-dek. Juist zag hij, even het hoofd omdraaiend, hoe de kapitein in het kantoor ,van het Marconi-station ver dween. met Servië is totnogtoe maar een paskwil gebleken, waarbij van bedde zijden eigenlijk een vrij laksche, gereserveerde houding is aangenomen, zoowel door de groote Donau- monarehie als den kleinen Balkanstaat. Het ging van den beginne aan om heel iets anders dan om wraak te nemen op den rtloord van den Oosten rijkschen troonop volger en zijn gemalin, het. ging om de hegemonie in Europa van Duitsehland of Engeland, om den invloed in 't Oosten van Slaven of Germanen. Duitsehland bleek daarbij het beet voor bereid, in alle opzichten het krachtigst ge organiseerd, we kunnen niet anders dan eerbied daarvoor hebben. En het leek irt. den beginne daardoor den strijd te winnen, in enkele weken had het. heel België in zijn bezit, stond het tot dichtbij Parijs, scheen hst aan Frankrijk een nieuw gebied te zullen ontrukken. Maar t-oen keerde de kans: de Franechen en Engelschen vielen op het juiste oogenblik aan en van de Oise werd het Duitsche leger teruggeslagen tot aan de Aisne, en kwam het -in Belgic niet verder vooruit dan tot de lijn Yperen- Nieuwpoort. Dat was een onbetwistbare zegepraal der geallieerden, maar die feite lijk zonder resultaat bleef. Het Fransch- Engelsche leger kon zijn opmarsch niet voort zetten; over de lange linie van de Zwitser- sche grens tot de Noordzee groeven de vijanden zich in de aarde vast als 't ware en zoo is het negen a tien maanden geble ven. Negen a tien maanden van een onop- houdelijken feilen strijd, waarin het kanon vooral een groots rol speelde, waarin ge vochten wordt op een wijze, waarvan de his torie geen ander voorbeeld heeft, waarin door stormaanVallen nu een dorp, dan een bosch of een alleenstaand huis, een loopgraaf veroverd en weer verloren werd, maar waar in, trots de ontzettende verliezen aan men- schenlevens noch aan de eene noch aan de andere zijde eenig voordeel werd behaald. Aanvallen in grootschey stijl, pogingen tot doorbraak der vijandelijke linies zijn nu en dan, ook in de jongste weken, gedaan van Fransche zoowel als van Duitsche zijde, maar zij leden alle scliipbreuk. Feitelijk is er geen verandering in den toestand gekomen sedert den terugtocht der Duitschers op de Aisne, en er is geen kans op, dat er voor- loopig verandering zal komen. Anders op het Oostelijk front, in den strijd tegen Rusland. Ook daar nu en dan een loopgravensirijd, een sappen-oorlog, maar met veel afwisseling, met een op en neer, een heen. en weer van de krijgskans, die den strijd er veel interessanter maakt. In den beginne dadelijk drongen de Rus sen door op vijandelijk gebied, in Oostelijk Pruisen en in Galicië. Uit het eerste wer den zij telkens opnieuw teruggeworpen door Von Hindenburg, den besten generaal der Duitschers, die hen achtervolgde in Polen en Warschau tot dichtbij naderde. In Gali cië daarentegen kregen de Russen vasten voet, Lem.berg eerst, toen Przemysl vielen in hun handen en zij schenen naar 't Westen te zullen oprukken, naar Krakau, in 't Zuiden door de Alpen heen te dringen iu de Karpathen en een kleine grensstreek van Hongarije werd door hen bezet. Doch aan dien zegerijken opmarsch. kwam in Mei, Juni en Juli een einde. Door de vereeiiigde Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche legere werden de Russische teruggedrongen, Przemysl en Lemberg werden heroverd, al verder de Russen teruggedrongen in Gali cië, vandaar bijna verdreven en in Polen al meer achteruit gezet. Thans, aan 't ein de van 't eerste oorlogsjaar, staan de legers der centrale mogendheden tot ver in Rus land zelfs, waar zij in Koerland een heel stuk, met Libau en Windau, bezet hebben, en waar thans Warschau en Riga ernstig worden bedreigd. Nog steeda in de laatste weken, worden de Russen teruggedrongen, dikwijls na taaien tegenstand. Duitsehland schijnt den oostelijken vijand nu het eerst te willen verslaan om zich dan met alle kracht op het Westen te werpen. In de Boekowina, waar de Russen reeds vasten voet hadden gezet, zijn zij eveneens in de laatste maanden a.l maar terugge dreven en ten deele ia reeds de strijd daar overgebracht op hun eigen gebied Bessara- bië. Van een volkomen neerslag van Rus land kunnen we op liet oogenblik nog niet Hij ging over de kleine loopbrug naar het bovendek. Hier hingen in hun davits, door zeildoek bedekt, de reddingsbooten. Als hij bierheen sloop, onder bescherming der duis ternis van den nacht, de touwen losmaakte en een boot neerliet? Goeden dag, mr. Douglas! Ontzet keerde hij zich om. Voor hem rtond de kapitein. Boos weer, mr. Douglas! zei deze glimlachend. De verschrikte passagier keek met flikkerende oogen den gezagvoerder aan, die vervolgde: Heeft niets te beteekenen voor ons schip van 24000 ton. maar... hij 'liet meto het genot van een, die zioh veilig weet., zijn blik glijden over de onstuimige zee.... maar wie nu in zoo'n notedo]*zat... lieve hemel Met een breeden zeemanslach stapte hij verder om na een paar schreden bij een dame te blijven staan. Hij weet het, warrelde hem door 't hoofd. Hij weet ook, wat je van plan was. je wordt nagegaan bij eiken stap,... bij eiken stap... De volle klank van den gong weergalmde over 't schip: heb diner! Een late gast snelde voorbij. Kom, mr. Douglas... niet- wegblijven dat .valt op Hij schrok wë©r. Hoe valt dat op -Nu, zeide andere lachend, en trok hem mee, weet u niet, dat men iedereen, voor spreken, maar allengs begiut het daarop te gelijken, en de Duitschers hebben niet ge heel ongelijk, als zij reeds durven hopen op een bedreiging van Petersburg. Italië, de "bondgenoot der Centrale mogendheden vroeger, sinds twintig jaren, heeft het verdrag ineena verbroken, en .-trijdt nu mee aan de zijde der geallieerden. Naar het heet, om zijn landgenooten in Oostenrijksche streken, Tirol, Karinthié, de kustprovinciën, te ..bes-rijden. Men had gedacht, dat Italic s optreden, met een vrij groot versch leger, eon goede vloot, een keer zou geven aan den strijd. Totnogtoe k: daar niet veel van gebleken. Het terrein an den strijd aan zijn grens is moeilijk, dat moet worden toegegeven, maar totnogtoe heeft Italic, ook met zijn herige aanvallen in de richting van Görz en Triest weinig belangrijks gedaan. Een vierde oorlogsveld, waarheen de blik ken dikwijls getrokken worden, vormt het eiland Gallipoli, de ingang der Dardanellen. De geallieerden willen deze zeeëngte foroee- renKonsbantinopel innemen, niet het minst om Rusland in rechtstreeksobe ver- bonding te brengen met zijn bondgenoot en. Wij weten, hoe verbitterd de strijd daar is, i'.oe hel. Engelsch-Fransche landingsleger poogt de Turksche forten te nemen, hoe pntzagelijk de verliezen er zijn, hoe oorlogs schepen na eenige zware verliezen, zich ér niet meer wagen, en hoe, niettegen staande alle krachtsinspanning van weers kanten. de Turken geholpen door de Duitschers, de strijd er op het doode punt blijft. Verrassingen kunnen zich daar nog voordoen, de Engelschen beweren, dat zij zeker te Konstan tin opel zullen komen, maar op het oogenblik is do strijd er volkomen onbeslist. Is het nog de moeite waard te spreken van tfo gevechten in den Kaukasus, in 'fe lanr (Van den Euphraat, zelfs van de ,bverwin ningen de* Boeren in Zuid-Afrika Zij hebben in dezen oorlog maar weinig betee- kenis, zelfs de laatste, want het hangt van den afloop van den strijd in Europa af, of Duitsehland zijn koloniën terug zal krijgen of niet'. We zouden nog willen schrijven over den strijd op zee. Wat valt er echter van te vertellen. De groote vloten tellen niet mee in dezen oorlog de onderzeeër.- zijn er de en Engeland zoowel als Duitsehland doen wijs hun groote 'schepen te verbergen in de havens. Nog nergens heeft de marine, van welk land ook alweer de onderzeeërs uitgezonderdiets gedaan, dat van be- teekenis was in dezen krijg. De blokkade van Duitsehland door Engeland duurt voort, de onderzeesche blokkade door 't eerste land Insgelijks, maar zij kon den han del van Groot'-Brittanje niet verhinderen. Zij heeft alleen tengevolge gehad een con flict met Amerika, dat zich op het oogen blik ernstig laat aanzien, maar waarvan we toch niet zouden kunnen zeggen, welke uitwerking het zal hebben. Zoo duurt de oorlog voort. Men bereidt zich van weerskanten voor op nog grooter inspanning. Vooral van den kant van de gealliëerden. Oorlogsleeningen en munitie- aanmaak, beide in 't groot, wijzen er op, dat Engeland in 't bijzonder den strijd nog lang niet uit acht en het uitzicht op vrede nog ver weg. Men neemt zelfs maatregelen voor den oogst van 't volgend jaar. Zal deze verwoertende, moordende krijg dan inder daad nog een jaar duren? Is er nog geen kans op het einde? Het leek er op, dat Duitsehland naar den vrede smachtte. Stemmen van sociaal democraten daar gingen op om tot onder handelingen te komen. Van annexaties zou daarbij van weerskanten geen sprake zijn. Was dit de stem der volks in Duitsehland? Er valt, achterna beschouwd, aan te twij felen. Duitsehland staat er te goed voor in de tegenwoordige situatie om den strijd vcor niets gevoerd te hebben. En aan Duitsehland vreemd gebied over te laten, waar dan ook, de geallieerden denken er niet aan, op dien voet vrede te sluiten. Zoo denkt prof. Kernkamp in zijn be kende beschouwingen over den Europee- schen oorlog er ook over. Wij eindigen hier met een citaat uit zijn jongste brochure ,,Wij kunnen skchts ééne reden vinden, waardoor de eiach van een vrede zonder annexaties in Duitsehland kans op inwilli ging zou krijgenindien de regeering lot het inzicht kwam, dat een voortzetting van den oorlog op den duur noodlottig voor het Rijk zou zijn, en zij daarom nu, in den aanstaanden zomer, terwijl Duitschland's militaire positie nog zoo sterk in, dat het vrede kan aanbieden, zonder dat zulk aanbod ah een bewijs van zwakheid mag worden uitgelegd, zich bereid verklaarde een einde aan den oorlog te maken zonder eonige yitbreiding van gebied fe eischen. Maar niets wijst er nog op, dat de Duit sche regeering tot dit inzicht is gekomen. En bovendien om vrede te sluiten in de toestemming van t wee partijen noodig. Wij vreezen, dat dezelfde reden, die de Duitsche regeering zou kunnen bewegen om op de aangegeven voorwaarden vrede .aan te bieden, juist voor de tegenpartij de reden zou zijn, waarom z:j dien vrede verwierp. Alleen dan zou een eventueel aanbod van Duitsehland niet voetstoots worden verwor pen, wanneer de Engehche regeering en wij geloovendat haar houding tevens be slissen zou over die van Frankrijk tot de overtuiging was gekomen, dat de .voort zetting van den oorlog niet kan leiden tot de „vernietiging" van Duitsehland. Er ia nog geen enkele aanwijzing, dat deze over tuiging bij de Engelsche regeering is ge rijpt maar men moge bedenken, dat de oorlogvoerende mogendheden van geen vre- j delievende gezindheid zullen doen blijken, zoolang zij daartoe niet genoodzaakt worden, of zoolang zij niet de zekerheid hebben, dat die gezindheid ook bij de tegenpartij aanwezig is en er een basis van onderhan deling kan worden gevonden, die goede kansen biedt voor het sluiten van den vrede. Tot zoolang zullen zij voortgaan in het openbaar tien „vasten wil" te verkondigen om den strijd „tot. het bittere einde" vol te houden, terwijl in het geheim reeds vre desonderhandelingen gaande zijn. De mogelijkheid is dus niet uitgesloten, dat heel onverwacht en vrij spoedig, althans veel eerder dan gewoonlijk wordt aange nomen, de vrede tot stand komt. Maar waarschijnlijk achten wij dit niet. Ook de neutrale staten zullen goed doen, bij de door hen te treffen voorzieningen, uit te gaan van de veronderstelling, dat het eerxe oorlogsjaar nog door een tweede zal worden gevolgd. zeeziek houdt, die niet precies op tijd aan tafel verschijnt? Ja, natuurlijk... Dousrlas-haalde een paar malen diep adem en glimlachte. De kapel in roode frakken speelde het Amerikaëneche volkslied. Vroolijk gelach, handgeklap van enkelen, daarop een herhaling. Kristallen glazen klonken met diepen toon... Newyork Het woord trilde door de eetkamer. De oogen der wouwen schitterden, de mannen maakten haastiger bewegingen, dat deed het gevoel, dichter bij 't vaderland te zijn! Van mond tot mond ging het. woord: bin nen drie uren zijn wij in Hoboken. Douglas boog liet hoofd dieper over zijn bord, om de doodelijko bleekheid van zijn gezicht te verbergen. Binnen drie uren zou hert beslist worden... vrijheid of dood... binnen drie uren... Het schip rees en daalde in rythmische bewegingen. Door de kleine vensters keek men over den schuimende oceaan... neen, nu verhief het schip zich weer en zag men naar de wolken. Water, water... Hij haalde een paar malen diep adem. O, deze ont zettende beweging! En die zaal vol raen- schen!... Nu kwam de kapitein binnen en ging met een korten groet aan het hoofd nan de tafel zitten. Hij legde zijn muts ach ter zich op een 6toel..., Het zijn blik als zoekend door de eetzaal glijden... en nu... bleven zijn oogen niet ot> hem gericht... in den reuzenstrijd. Warschau zit nog altijd in het nauw, tnaar, om de waarheid to zeggen, in de paar laatste dagen niet zoo veel meer als daar te voren. Do triomfantelijk© optocht der bondgenooten aan alle kanten van Warschau ^schijnt eenigszins tot stann te zijn gekomen, wo lezen nog van gevechten, maar niet meer van die groote slagen, die tienduizenden van gevangenen, dat hard vooruitdringen der Duitschers en Oos tenrijkers en het terugwijken der Russen. De laaisten zijn nu in de linie van forten ge komen langs de Naref en al zijn sommige daar van, als Pultusk en Rozan reeds in handen der Duitschers, de andero zijn uitmuntende steun punten voor de legers van den vijand. Zoo liggen daar, ten noorden van Warschau Nowo Georgiewsk, Ostrolenka, Lomsja en vorder naar 't noorden Augoestdw en Grodno (dit laatste aan de Njcmen). Met Iwanjorod, Lublin en Cholm in 't Zuiden vormen zij een waardige verdedigingslijn, waar de Duitsche en Oosten rijksche legere, meent men in de Fransche en Engelsche pers, genoeg mee te stellen zullen hebben. Als de Russen daar m3ar eenmaal stand houden, beweert men, krijgt men ze niet zoo gauw van de plaats, 'tls voor do Russen te hopen, want zijn die vestingen, of eenige er van, gevallen, dan blijft er voor. Warschau ook niet veel hoop meer. En stilzitten doen de bondgenooten nog niet, de Duitschers heb ben dezer dagen weer Pirunow, nabij Blonje, veroverd en zijn dus weer dichter hij Warschau gekomen. Het is best mogelijk, dat de legers der bondgenooten wat uitrusten en dat daar na de nieuwe groote veldtocht in 't Oosten be gint. We achten Hindenburg er too in staat, die in Koerland nog steeds vorderingen maakt. In hot Westen gaat de oorlog zijn ouden ganger komen steeds berichten van kleine gevechten, die soms -niet meer zijn dan scher- waa dat niet de glimlach van oen jager, die zijn wild in de macht- heeft. De kapitein sprak een paar woorden tot die het dichtst bij hem zaten, en nu... wendden niet aller oogen zich naar hem Met een ploteelingen ruk schoof hij zijn stoel naar achter, en sprong op... met drie sprongen was hij bij de trap. Goedaardig-spottende woorden wer den hem nageroepen. Hij liep naar het letege middendek. Juist gleed het stoomschip oen rood lichtschip voorbij. Hij voelde, hoe zijn hart begon te bonzenzijn adem stokte. Zijn voorhoofd gloeide als in koortshitte; onder zijn hoed parelde het koude zweet. Neen,... dat ging de menschelijke kracht te boven. Zij joegen hem na als een roofdier... zij maakten hem krankzinnig. Het knet teren van de Marcom-telegraaf begon weer, dit vervloekte, dreigende, waanzinnig geknetter... Zoo moet het gejaagde wild het getrommel der drijvers in de ooren klin ken. Een einde... een einde!... Dreute lend ging een scheepsjongen voorbij Zeg eens! zei hij snel, met- hijgende ademhaling. Roep deu kapitein Hij moet dadelijk komen. Het is iets heel gewichtigs. De knaap zag hem verbluft aan tn liep toen snel de trap af. Een zware stap kwam naar boven. Met een verdrietig gezicht kwam de kapitein op het dek. Hij keek zoekend rond. Nu, mr. Douglas, vroeg hij op een toon van ergernis, wat ia voor gewichtigs?- Douglas legde de Land op bet-hart». muteelfngen. Een telegram uit Parijs vindt hot noodig t© vormeWmi, dat de Franachen in den Klzas two© Duitnche blokhuizen in de lucht hebben laten springen, dat zij ©Mora twee mitrailleurs en 2ÖO geweren hebben buit gemaakt, in den Frnsch-Duitedien oorlog van '70 ©n "71 had w«n wel wat ander* te melden! Ia de Vogezen bobben do Fronschen blijkbaar een succes behaald: op den bergkam Linden- kopfBiuwenkopf, die een d©«-| van het Fochtj dal boheersebt, hebben zij Duitsche stellingen rermeesterd. De Duitschers erkennen zelf* ©enig voordeel van hun vijanden, al zeggen zij, dat die stellingen werden heroverd op e©u kl©in deel na. dat kleine deel hebben do Franschcn dan toch in hun bezit gehouden. Van de andere fronten geen niernrs van be- teekeni«, kunnen wo zeggen met do slotzin van tcIo telegrammen. Het is en blijft, 't Oostelijk oorlogtterrein niet meegerekend, 1 een oorlog van uithouden. Noch bij do Darda nellen. noch in don Kaukasus, noch zelf aan het Italiaarvscho front is er sprak© van ©enig© verandering, 't blijft alles bij 't oude ea dat kan nog lang zoo duren. Want van vrede is ©p het oogenblik nog geen sprak©. Di© gehoopt hadden op ©en eind© Tan den strijd vóór den winter, zullen, zooals het ©r op 't oogenblik 4uitzi©t, teleurgesteld wor den. Natuurlijk zijn er altijd verrassingen mo gelijk. Maar 't is duidelijk, dat men in verschil lende oorlogvoerende landen zich voorbereidt op een nieuwen winterveldtoeht. Duitschlan lt 't is te begrijpen, is rc»«ls bezig met de org:» nisatie daarvoorhet laat dikker© uniform* n maken ©n nieuw© on groot© veld keukens vervaardigen. Doch ook ander© landen houden er rekening me©, 't schijnt dat Rostand er zelfs op hooptEngeland heeft dien winterreld- tocht reeds lang aangekondigd en zorgt reeds voor den oogst van 1916. Frankrijk neemt nu ook zijn maatregelen. Ze willen ons in al deze landen doen gelooven, dat wij er in ©lk geval nog in zitten tot he.t aanstaand© voorjaar. Maar daarmee staat nog niet vast, dat men voor dien tijd var» d© verndeling en verwoesting niet noeg zal krijgen, dat er toch vred© komt tct 't eind© van t jaar. Pogingen daartoe word'-n in neutral© landen nog stee-is gedaan. 3ELGIE. Soldatenbrief. Een onzer lezers zendt ons den volgenden brief van een Belgisch soldaat te velde Loo, Juillct 1915. Het verheugt mij t© vernemen de goed© staat mijner vrouw en beid© kinderen. Waar lijk, het is reeds ©enigen tijd gebeden dat U van mij e^nig nieuws ontvangen hebt. Met den besten wil van d© wereld zou »k u wekelijks willen schrijven, maar mot het gedacht u lastig t© vallen of moeilijkheden aan te doen heb ik gewacht, dagen, woken en maanden ara u voel en groot nieuws te mogen melden. Maar ik heb mij bedrogen want tot nu to© zijn wij nog altijd op dezelfde lijn, dus gc-en vooruitgang. Aan het bombardement zjjn wij tegenwoordig gewooa en geven er zelfs geen acht moer op, dag en nacht wordt er hier flink geschotenbommen en schrapnels vallen hier on daar, en daarbij gedurig do vliegers boven ons hoofd di© elkander achtervolgen en be schieten, het is voor ons vervelend allo dagen dezelfde beweging te zien, daarbij is het vree- sol ijk. Wat u misschien zal verwonderen is, dat geheel het Belgisch loger van kleeding is veranderd. Wij zijn tegenwoordig a Horn aal in Kngelsch kaki. Capote en Veste mot vier bui tenzakken en bronzen knoopen broek, j&mhiers ©n Lépi. Zoo trekken de soldaten voor vier H-w<vn naar de tranchées al zingende, want elk© compagnie heeft om zoo te zeggen eon en har monicaspeler vooraan en zoo en-avant naar deft Yzer mot „Tipperary" enz. Niettegenstaande er nog een twintigtal muzikanten van ons regiment, in Holland ge ïnterneerd zijn, is onzo muziek toch heropge richt. 's Morgens hebben wij een of twee uren repetitie of wel ©ene marche d'entrainementr van 20 tot 25 kilom. met do soldaten die in repos zijn.... :s Namiddags concert op de eene of andere hoeve om de soldaten te vermaken, dan eens voor de foot balclub of ander© speleu van sport. Wat de voeding betreft deze is zeer vol doende. 's ilorgrn-: een half wst brood, ca ié afgesmolten vet of spek, 40 tot 50 gr. brood suiker, 5 oigarotten of 5 pijpen tabak, alle twee dagen sardinen of kaas; 's middags: groenten rijst of vermicelle soep, 200 tot 250 gr. vleescl» en rond 6 uren 's avonds: aardappelen met con serven (ossevlocech of saucissen X, carbonade, flaraande, van tijd ook saiad© en café. Boter, melk en eieren kunnen wij nog al ge makkelijk bekomen, boter 4 fr, de kilo enz. Gazetten krijgen wij ook op het front: T.o Slatin, Ie Petit Journal, XX Siècle, la Belgi- que enz., ook VlaanwcSi© en Hollandsche. Van den vrede hooren wij weinig of niet spreken, toch hebben v> ij allen nog Teel moed en hopen op eene spoedige verlossing nog vóór den aanstaanden winter Wees "barmhartig, kapitein, zei hij sta melend, maak er een einde aan... Het bruine gezicht van den kapitein kreeg een vragend© uitdrukking. Wat scheelt u? Waaraan zal ik een einde maken Een einde, kapitein ik weet het. U hebt me reeds lang herkend uit de pcr- tretben... U weet al lang, wie ik bett... U bent? Een zacht hoofdschudden vergezelde de vraag. Ja... .Tack Croydon... de moorde naar.... dien n zoekt... De kapitein week een! slap terug, en keek den ander aan met een bHk vol ver bazing. -U Jack Croydon? Hij haalde een dagblad uit zijn zak ea keek naar het portret in den mïdcfefeten kolom en dan weer naar het gezicht voor hem. De hemel beware... U bent het... Jack Croydon... de moordenaar... Dat ik dat niet lang heb gezien Hij haalde eon fluitje uit den sak; gil lend klonk het gefluit over het dek en eenige matrozen naderden, zij grepen Jack Croydon op een gebaar van den kapitein I

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1