it,, m
Tumxag 1 Migoslus TS15 -
Orgaan voor Leger en Vloot.
Na een jaar.
Oorlogsnieuws.
opï^45r0öO"0X(^pral'én:
Onder redactie van D. MANASSEN.
WROEGING.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z.4968. D.IT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PEK
WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NEET-MILITAI-
RFN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertcntien wonde mm zich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROUMA&Co,
Heerengracbt 22'i Amsterdam, tot de Drukkerü ..Jacob van C'ampen* N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administrate, Palestrinastraat 10
Amsterdam. Prys der Advertenti'n per regel 80 cent. By abonnement reductie
Het Erfgelscbe stoomschip ,,Anglo-üalit'oruian", dat den 5 Juli te Queeustown,
had onderweg een ontmoeting met een Duitschen onderzeer. Het schip weigerde stil
te blijven liggen op een signaal van den oüderzeër en de Duitscher begon daarop te
schieten. Met een van -de bemanning zeer ongelukkig gevolgde kapitein en acht
'man werden gedood. We zien hier den kapitein op het dek liggenzijd zoon, een
bootsman, nam daarop, liggende naast het lijk van zijn yader, het roer over, Een
be wijs van het onveranderlij k flegma maar ook van het plichtsbesef van den Engelschen
zeeman. Hij wist het schip in behonden naven te brengen.
Het jaar is thans om, het eerste jaar
van den oorlog. Lijkt het ons niet vreemd
toe? Kunnen wij ons voorstellen, dat nu
reeds een jaar lang de vreeselijko gruwel
voortduurt, dien wij een oorlog noemen en
die bijna geheel Europa., om van ons wereld
deel alleen te sproken, in vuur en vlam heeft
gezet? Is er geen. verbeelding voor noodig,
lijkt het geen hooze droom, dat betrekkelijk
dichtbij ons, èn ver weg, een strijd van
dood en vernieling, een strijd zonder er
barming wordt gevoerd met al de middelen
van wetenschap en techniek, met de ge
raffineerdste uitvindingen, en met geen
ander doel dan om zooveel mogelijk men-
schenleveus te vermelen, voortbrengselen
van menaehelijken arbeid te verwoesten
Kunnen wij ons er in denken, dat onder de
hevige spanning van onze zenuwen en ons
gevoelsleven een heel jaar, als wij oud
■worden het zeventigste of op zijn minst het
tachtigste deel van ons leven, is voor
bijgegaan?
"Het lijkt bijna onmogelijk, en het is
toch zoo. We zijn allen een jaar ouder ge-
worden, we hebben allen een jaar geleefd,
dat als in een droom is voorbijgegaan, en
dat voor velen van ons, al bleven we buiten
den strijd, een jaar van angst en zorg, van
achteruitgang is geweest, voor de mees
ten een verloren levensjaar. Het is wen-
soholijk, heb is goed, een oogenblik nu stil
te blijven 6taan en even achterom en vooruit
te zien. Het is natuurlijk onmogelijk in
ous korte bestek ook maar een eenigszins
uitgebreid overzicht te geven van den gewel
digen strijd, die mi door de groote mogend
Steunend, knarsend scheen het schip zich
te verzetten tegen den druk der zware
golven, die er tegen op sloegen, schuimend
en dreigend, en die telkens weer vergeefs
den aanval beproefden...
Hij lag lang uitgestrekt in zijn ruststoel
op hot bovenste dek en zijn blikken gleden
peinzend ovei* den Atlantjfechen Oceaan,
die zich in zwijgende oneindigheid uitstrek
te aan zijn voeten.
Ben knetterend 'geraas boven rijn hoofd
deed hem dit omwenden en naar den hemel
kijken. Hij zag hoven zich een wirwar van
draden, die donker en fijn tegen den blau
we luoht afstakenhet. toestel voor de
draadl'ooz» telegrafie. Uit de spitsen der
draden kwamen blauwachtige vonkjes te
voorschijn met een knetterend geluid. Het
was, of er een sluier voor zijn oogon kwam,
die wijd-op naar boven staarden. Zoo ging
heb nu reeds drie dagen, zonderling!
Wat kon deze onschuldige passagiersboot
toch onophoudelijk te seinen hebben? Hij
voelde, hoe een koude huivering hem langs
den rug liep.
Plotseling kwam er een gedachte in li Sm
•p: ze wisten het!
.Ergens weerklonken schreden. Luisterend
hij het geraclit op. Een hoofd verscheen
heden van Europa wordt uitgevochten en
waarin zij alle de bloem en de kracht van
hun mannelijke bevolking opofferen. Bij
honderdduizenden, bij millioenen moeten,
nu reods de gevallenen geteld worden op de
verscliillende slagvelden en het eind schijnt
nog even ver, als toen de strijd begon. Toen
in Sept. het Duitsohe leger op maar en
kele tientallen van kilometers van Parijs
•itond, konden we verwachten, dat er mis
schien in enkele maanden een beslissing zou
vallen, hadden de Duiitsche soldaten mis
schien het recht te hopen, dat zij hun
Kerstmis thuis zouden vieren, geen half
jaar meer duurt het-, of we hebben weer
Kerstmis, honderdduizenden van hen, die
toen hoopten, komen nooit weer thuis, en
het ziet er niet naar uit, dat de nog leven
den, nog strijdend-en, hun Kerstmis ergens
anders dan op de slagvelden, in de loop
graven zullen doorbrengen. Heviger dan
ooit wordt bij 't einde van 't eerste oorlogs
jaar de geweldige strijd; de vredesklanken
van voor-enkele weken zijn weer verstomd
en verschillende oorlogsvoerende landen ma
ken zich gereed tot een nog heviger voort
zetting van den krijg...
Neen, wij willen geen overzicht geven van
dezen oorlog, afleen - een-korten terugblik.
Over de oorzakep behoeven wij daarbij niet
uit te weiden het conflict tusschen Oosten-
rijk-Hongarijle en Setrvië was maar een
aanleiding, wij weten nu te goed, dat de
meeste mogendheden reeds lang rekening
hebben gehouden met een aanstaanden groo-
ten krijg, dat reeds sedert jaren de brand
stof zich had opgehoopt-, en dat de vlam
evengoed reeds eenige jaren eerder, bij de
Marokko-quaestie, gedurende de Balkan
oorlogen, bad kunnen uitslaan. De oorlog
boven de trap het was de steward.
Wat wilt u?
"Wonderlijk, hoe heeseli en veranderd
klonk zijn stem, terwijl hij deze enkele
woorden sprak.
Wensolit u thee, mr. Douglas? vroeg
de steward beleefd.
Da gevraagde keek tersluiks met een on
derzoekenden blik naar den ander, die met
onbewegelijk gezicht voor hem stond. Zou
iemand het. heele schip door naar hem
hebben gezocht, alleen om hem een kop thee
aan te bieden?... Dat kcxn immers niet'...
Er was geen twijfel aandit was een spion,
die handelde op last van een ar.der en mis
schien in 't volgende oogenblik zijn lastge
ver bericht zou doen geworden. Met een
iuk sprong hij op en ging de trap af.
Ginds aan stuurboord stond de kapitein
in gesprek met twee lieeren. De steward
drong nu juist tussohen de staande, zitten
de of liggende passagiers heen, hij liep
op den kapitein toe en wisselde eeil paar
woorden met dezen. Ia 't volgende oogen
blik we idde het viertal hun hoofden om en
duidelijk voelde Douglas, hoe zo naar hem
keken
Nu weten die het ookwoelde het ln
zijn hoofd. Hij stak. schijnbaar onverschil
lig, zijn handen in de zakken en drentelde
over liet- promenade-dek. Juist zag hij, even
het hoofd omdraaiend, hoe de kapitein in
het kantoor ,van het Marconi-station ver
dween.
met Servië is totnogtoe maar een paskwil
gebleken, waarbij van bedde zijden eigenlijk
een vrij laksche, gereserveerde houding is
aangenomen, zoowel door de groote Donau-
monarehie als den kleinen Balkanstaat. Het
ging van den beginne aan om heel iets
anders dan om wraak te nemen op den
rtloord van den Oosten rijkschen troonop
volger en zijn gemalin, het. ging om de
hegemonie in Europa van Duitsehland of
Engeland, om den invloed in 't Oosten van
Slaven of Germanen.
Duitsehland bleek daarbij het beet voor
bereid, in alle opzichten het krachtigst ge
organiseerd, we kunnen niet anders dan
eerbied daarvoor hebben. En het leek irt.
den beginne daardoor den strijd te winnen,
in enkele weken had het. heel België in
zijn bezit, stond het tot dichtbij Parijs,
scheen hst aan Frankrijk een nieuw gebied
te zullen ontrukken. Maar t-oen keerde de
kans: de Franechen en Engelschen vielen
op het juiste oogenblik aan en van de
Oise werd het Duitsche leger teruggeslagen
tot aan de Aisne, en kwam het -in Belgic
niet verder vooruit dan tot de lijn Yperen-
Nieuwpoort. Dat was een onbetwistbare
zegepraal der geallieerden, maar die feite
lijk zonder resultaat bleef. Het Fransch-
Engelsche leger kon zijn opmarsch niet voort
zetten; over de lange linie van de Zwitser-
sche grens tot de Noordzee groeven de
vijanden zich in de aarde vast als 't ware
en zoo is het negen a tien maanden geble
ven. Negen a tien maanden van een onop-
houdelijken feilen strijd, waarin het kanon
vooral een groots rol speelde, waarin ge
vochten wordt op een wijze, waarvan de his
torie geen ander voorbeeld heeft, waarin
door stormaanVallen nu een dorp, dan een
bosch of een alleenstaand huis, een loopgraaf
veroverd en weer verloren werd, maar waar
in, trots de ontzettende verliezen aan men-
schenlevens noch aan de eene noch aan de
andere zijde eenig voordeel werd behaald.
Aanvallen in grootschey stijl, pogingen tot
doorbraak der vijandelijke linies zijn nu en
dan, ook in de jongste weken, gedaan van
Fransche zoowel als van Duitsche zijde, maar
zij leden alle scliipbreuk. Feitelijk is er
geen verandering in den toestand gekomen
sedert den terugtocht der Duitschers op de
Aisne, en er is geen kans op, dat er voor-
loopig verandering zal komen.
Anders op het Oostelijk front, in den
strijd tegen Rusland. Ook daar nu en dan
een loopgravensirijd, een sappen-oorlog,
maar met veel afwisseling, met een op en
neer, een heen. en weer van de krijgskans,
die den strijd er veel interessanter maakt.
In den beginne dadelijk drongen de Rus
sen door op vijandelijk gebied, in Oostelijk
Pruisen en in Galicië. Uit het eerste wer
den zij telkens opnieuw teruggeworpen door
Von Hindenburg, den besten generaal der
Duitschers, die hen achtervolgde in Polen
en Warschau tot dichtbij naderde. In Gali
cië daarentegen kregen de Russen vasten
voet, Lem.berg eerst, toen Przemysl vielen
in hun handen en zij schenen naar 't
Westen te zullen oprukken, naar Krakau, in
't Zuiden door de Alpen heen te dringen iu
de Karpathen en een kleine grensstreek van
Hongarije werd door hen bezet. Doch aan
dien zegerijken opmarsch. kwam in Mei,
Juni en Juli een einde. Door de vereeiiigde
Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche
legere werden de Russische teruggedrongen,
Przemysl en Lemberg werden heroverd, al
verder de Russen teruggedrongen in Gali
cië, vandaar bijna verdreven en in Polen
al meer achteruit gezet. Thans, aan 't ein
de van 't eerste oorlogsjaar, staan de legers
der centrale mogendheden tot ver in Rus
land zelfs, waar zij in Koerland een heel
stuk, met Libau en Windau, bezet hebben,
en waar thans Warschau en Riga ernstig
worden bedreigd. Nog steeda in de laatste
weken, worden de Russen teruggedrongen,
dikwijls na taaien tegenstand. Duitsehland
schijnt den oostelijken vijand nu het eerst
te willen verslaan om zich dan met alle
kracht op het Westen te werpen.
In de Boekowina, waar de Russen reeds
vasten voet hadden gezet, zijn zij eveneens
in de laatste maanden a.l maar terugge
dreven en ten deele ia reeds de strijd daar
overgebracht op hun eigen gebied Bessara-
bië. Van een volkomen neerslag van Rus
land kunnen we op liet oogenblik nog niet
Hij ging over de kleine loopbrug naar het
bovendek. Hier hingen in hun davits, door
zeildoek bedekt, de reddingsbooten. Als hij
bierheen sloop, onder bescherming der duis
ternis van den nacht, de touwen losmaakte
en een boot neerliet?
Goeden dag, mr. Douglas!
Ontzet keerde hij zich om. Voor hem
rtond de kapitein.
Boos weer, mr. Douglas! zei deze
glimlachend. De verschrikte passagier keek
met flikkerende oogen den gezagvoerder aan,
die vervolgde: Heeft niets te beteekenen
voor ons schip van 24000 ton. maar... hij
'liet meto het genot van een, die zioh veilig
weet., zijn blik glijden over de onstuimige
zee.... maar wie nu in zoo'n notedo]*zat...
lieve hemel
Met een breeden zeemanslach stapte hij
verder om na een paar schreden bij een
dame te blijven staan.
Hij weet het, warrelde hem door 't
hoofd. Hij weet ook, wat je van plan was.
je wordt nagegaan bij eiken stap,... bij
eiken stap...
De volle klank van den gong weergalmde
over 't schip: heb diner!
Een late gast snelde voorbij.
Kom, mr. Douglas... niet- wegblijven
dat .valt op
Hij schrok wë©r.
Hoe valt dat op
-Nu, zeide andere lachend, en trok hem
mee, weet u niet, dat men iedereen, voor
spreken, maar allengs begiut het daarop te
gelijken, en de Duitschers hebben niet ge
heel ongelijk, als zij reeds durven hopen
op een bedreiging van Petersburg.
Italië, de "bondgenoot der Centrale
mogendheden vroeger, sinds twintig jaren,
heeft het verdrag ineena verbroken, en
.-trijdt nu mee aan de zijde der geallieerden.
Naar het heet, om zijn landgenooten in
Oostenrijksche streken, Tirol, Karinthié,
de kustprovinciën, te ..bes-rijden. Men
had gedacht, dat Italic s optreden, met een
vrij groot versch leger, eon goede vloot,
een keer zou geven aan den strijd. Totnogtoe
k: daar niet veel van gebleken. Het terrein
an den strijd aan zijn grens is moeilijk,
dat moet worden toegegeven, maar totnogtoe
heeft Italic, ook met zijn herige aanvallen
in de richting van Görz en Triest weinig
belangrijks gedaan.
Een vierde oorlogsveld, waarheen de blik
ken dikwijls getrokken worden, vormt het
eiland Gallipoli, de ingang der Dardanellen.
De geallieerden willen deze zeeëngte foroee-
renKonsbantinopel innemen, niet het
minst om Rusland in rechtstreeksobe ver-
bonding te brengen met zijn bondgenoot en.
Wij weten, hoe verbitterd de strijd daar is,
i'.oe hel. Engelsch-Fransche landingsleger
poogt de Turksche forten te nemen, hoe
pntzagelijk de verliezen er zijn, hoe oorlogs
schepen na eenige zware verliezen, zich
ér niet meer wagen, en hoe, niettegen
staande alle krachtsinspanning van weers
kanten. de Turken geholpen door de
Duitschers, de strijd er op het doode punt
blijft. Verrassingen kunnen zich daar nog
voordoen, de Engelschen beweren, dat zij
zeker te Konstan tin opel zullen komen, maar
op het oogenblik is do strijd er volkomen
onbeslist.
Is het nog de moeite waard te spreken van
tfo gevechten in den Kaukasus, in 'fe lanr
(Van den Euphraat, zelfs van de ,bverwin
ningen de* Boeren in Zuid-Afrika Zij
hebben in dezen oorlog maar weinig betee-
kenis, zelfs de laatste, want het hangt van
den afloop van den strijd in Europa af, of
Duitsehland zijn koloniën terug zal krijgen
of niet'.
We zouden nog willen schrijven over den
strijd op zee. Wat valt er echter van te
vertellen. De groote vloten tellen niet mee
in dezen oorlog de onderzeeër.- zijn er de
en Engeland zoowel als Duitsehland
doen wijs hun groote 'schepen te verbergen
in de havens. Nog nergens heeft de marine,
van welk land ook alweer de onderzeeërs
uitgezonderdiets gedaan, dat van be-
teekenis was in dezen krijg. De blokkade
van Duitsehland door Engeland duurt
voort, de onderzeesche blokkade door 't
eerste land Insgelijks, maar zij kon den han
del van Groot'-Brittanje niet verhinderen.
Zij heeft alleen tengevolge gehad een con
flict met Amerika, dat zich op het oogen
blik ernstig laat aanzien, maar waarvan we
toch niet zouden kunnen zeggen, welke
uitwerking het zal hebben.
Zoo duurt de oorlog voort. Men bereidt
zich van weerskanten voor op nog grooter
inspanning. Vooral van den kant van de
gealliëerden. Oorlogsleeningen en munitie-
aanmaak, beide in 't groot, wijzen er op,
dat Engeland in 't bijzonder den strijd nog
lang niet uit acht en het uitzicht op vrede
nog ver weg. Men neemt zelfs maatregelen
voor den oogst van 't volgend jaar. Zal deze
verwoertende, moordende krijg dan inder
daad nog een jaar duren? Is er nog geen
kans op het einde?
Het leek er op, dat Duitsehland naar
den vrede smachtte. Stemmen van sociaal
democraten daar gingen op om tot onder
handelingen te komen. Van annexaties zou
daarbij van weerskanten geen sprake zijn.
Was dit de stem der volks in Duitsehland?
Er valt, achterna beschouwd, aan te twij
felen. Duitsehland staat er te goed voor in
de tegenwoordige situatie om den strijd
vcor niets gevoerd te hebben. En aan
Duitsehland vreemd gebied over te laten,
waar dan ook, de geallieerden denken er
niet aan, op dien voet vrede te sluiten.
Zoo denkt prof. Kernkamp in zijn be
kende beschouwingen over den Europee-
schen oorlog er ook over. Wij eindigen hier
met een citaat uit zijn jongste brochure
,,Wij kunnen skchts ééne reden vinden,
waardoor de eiach van een vrede zonder
annexaties in Duitsehland kans op inwilli
ging zou krijgenindien de regeering lot
het inzicht kwam, dat een voortzetting van
den oorlog op den duur noodlottig voor het
Rijk zou zijn, en zij daarom nu, in den
aanstaanden zomer, terwijl Duitschland's
militaire positie nog zoo sterk in, dat het
vrede kan aanbieden, zonder dat zulk
aanbod ah een bewijs van zwakheid mag
worden uitgelegd, zich bereid verklaarde een
einde aan den oorlog te maken zonder eonige
yitbreiding van gebied fe eischen.
Maar niets wijst er nog op, dat de Duit
sche regeering tot dit inzicht is gekomen.
En bovendien om vrede te sluiten in de
toestemming van t wee partijen noodig. Wij
vreezen, dat dezelfde reden, die de Duitsche
regeering zou kunnen bewegen om op de
aangegeven voorwaarden vrede .aan te
bieden, juist voor de tegenpartij de reden
zou zijn, waarom z:j dien vrede verwierp.
Alleen dan zou een eventueel aanbod van
Duitsehland niet voetstoots worden verwor
pen, wanneer de Engehche regeering en
wij geloovendat haar houding tevens be
slissen zou over die van Frankrijk tot
de overtuiging was gekomen, dat de .voort
zetting van den oorlog niet kan leiden tot
de „vernietiging" van Duitsehland. Er ia
nog geen enkele aanwijzing, dat deze over
tuiging bij de Engelsche regeering is ge
rijpt maar men moge bedenken, dat de
oorlogvoerende mogendheden van geen vre-
j delievende gezindheid zullen doen blijken,
zoolang zij daartoe niet genoodzaakt worden,
of zoolang zij niet de zekerheid hebben,
dat die gezindheid ook bij de tegenpartij
aanwezig is en er een basis van onderhan
deling kan worden gevonden, die goede
kansen biedt voor het sluiten van den vrede.
Tot zoolang zullen zij voortgaan in het
openbaar tien „vasten wil" te verkondigen
om den strijd „tot. het bittere einde" vol
te houden, terwijl in het geheim reeds vre
desonderhandelingen gaande zijn.
De mogelijkheid is dus niet uitgesloten,
dat heel onverwacht en vrij spoedig, althans
veel eerder dan gewoonlijk wordt aange
nomen, de vrede tot stand komt.
Maar waarschijnlijk achten wij dit niet.
Ook de neutrale staten zullen goed doen,
bij de door hen te treffen voorzieningen, uit
te gaan van de veronderstelling, dat het
eerxe oorlogsjaar nog door een tweede zal
worden gevolgd.
zeeziek houdt, die niet precies op tijd aan
tafel verschijnt?
Ja, natuurlijk...
Dousrlas-haalde een paar malen diep adem
en glimlachte.
De kapel in roode frakken speelde het
Amerikaëneche volkslied. Vroolijk gelach,
handgeklap van enkelen, daarop een
herhaling. Kristallen glazen klonken met
diepen toon... Newyork
Het woord trilde door de eetkamer. De
oogen der wouwen schitterden, de mannen
maakten haastiger bewegingen, dat deed
het gevoel, dichter bij 't vaderland te zijn!
Van mond tot mond ging het. woord: bin
nen drie uren zijn wij in Hoboken.
Douglas boog liet hoofd dieper over zijn
bord, om de doodelijko bleekheid van zijn
gezicht te verbergen. Binnen drie uren zou
hert beslist worden... vrijheid of dood...
binnen drie uren...
Het schip rees en daalde in rythmische
bewegingen. Door de kleine vensters keek
men over den schuimende oceaan... neen,
nu verhief het schip zich weer en zag men
naar de wolken. Water, water... Hij haalde
een paar malen diep adem. O, deze ont
zettende beweging! En die zaal vol raen-
schen!... Nu kwam de kapitein binnen en
ging met een korten groet aan het hoofd
nan de tafel zitten. Hij legde zijn muts ach
ter zich op een 6toel..., Het zijn blik als
zoekend door de eetzaal glijden... en nu...
bleven zijn oogen niet ot> hem gericht...
in den reuzenstrijd.
Warschau zit nog altijd in het nauw, tnaar,
om de waarheid to zeggen, in de paar laatste
dagen niet zoo veel meer als daar te voren. Do
triomfantelijk© optocht der bondgenooten aan
alle kanten van Warschau ^schijnt eenigszins
tot stann te zijn gekomen, wo lezen nog van
gevechten, maar niet meer van die groote
slagen, die tienduizenden van gevangenen, dat
hard vooruitdringen der Duitschers en Oos
tenrijkers en het terugwijken der Russen.
De laaisten zijn nu in de linie van forten ge
komen langs de Naref en al zijn sommige daar
van, als Pultusk en Rozan reeds in handen der
Duitschers, de andero zijn uitmuntende steun
punten voor de legers van den vijand. Zoo
liggen daar, ten noorden van Warschau Nowo
Georgiewsk, Ostrolenka, Lomsja en vorder naar
't noorden Augoestdw en Grodno (dit laatste
aan de Njcmen). Met Iwanjorod, Lublin en
Cholm in 't Zuiden vormen zij een waardige
verdedigingslijn, waar de Duitsche en Oosten
rijksche legere, meent men in de Fransche en
Engelsche pers, genoeg mee te stellen zullen
hebben. Als de Russen daar m3ar eenmaal
stand houden, beweert men, krijgt men ze niet
zoo gauw van de plaats, 'tls voor do Russen
te hopen, want zijn die vestingen, of eenige
er van, gevallen, dan blijft er voor. Warschau
ook niet veel hoop meer. En stilzitten doen
de bondgenooten nog niet, de Duitschers heb
ben dezer dagen weer Pirunow, nabij Blonje,
veroverd en zijn dus weer dichter hij Warschau
gekomen. Het is best mogelijk, dat de legers
der bondgenooten wat uitrusten en dat daar
na de nieuwe groote veldtocht in 't Oosten be
gint. We achten Hindenburg er too in staat,
die in Koerland nog steeds vorderingen maakt.
In hot Westen gaat de oorlog zijn ouden
ganger komen steeds berichten van kleine
gevechten, die soms -niet meer zijn dan scher-
waa dat niet de glimlach van oen jager, die
zijn wild in de macht- heeft. De kapitein
sprak een paar woorden tot die het dichtst
bij hem zaten, en nu... wendden niet aller
oogen zich naar hem Met een ploteelingen
ruk schoof hij zijn stoel naar achter, en
sprong op... met drie sprongen was hij bij
de trap. Goedaardig-spottende woorden wer
den hem nageroepen. Hij liep naar het
letege middendek. Juist gleed het stoomschip
oen rood lichtschip voorbij. Hij voelde, hoe
zijn hart begon te bonzenzijn adem stokte.
Zijn voorhoofd gloeide als in koortshitte;
onder zijn hoed parelde het koude zweet.
Neen,... dat ging de menschelijke kracht te
boven. Zij joegen hem na als een roofdier...
zij maakten hem krankzinnig. Het knet
teren van de Marcom-telegraaf begon weer,
dit vervloekte, dreigende, waanzinnig
geknetter... Zoo moet het gejaagde wild het
getrommel der drijvers in de ooren klin
ken. Een einde... een einde!... Dreute
lend ging een scheepsjongen voorbij
Zeg eens! zei hij snel, met- hijgende
ademhaling. Roep deu kapitein Hij moet
dadelijk komen. Het is iets heel gewichtigs.
De knaap zag hem verbluft aan tn liep
toen snel de trap af. Een zware stap kwam
naar boven. Met een verdrietig gezicht
kwam de kapitein op het dek. Hij keek
zoekend rond.
Nu, mr. Douglas, vroeg hij op een
toon van ergernis, wat ia voor gewichtigs?-
Douglas legde de Land op bet-hart».
muteelfngen. Een telegram uit Parijs vindt
hot noodig t© vormeWmi, dat de Franachen in
den Klzas two© Duitnche blokhuizen in de
lucht hebben laten springen, dat zij ©Mora
twee mitrailleurs en 2ÖO geweren hebben
buit gemaakt, in den Frnsch-Duitedien
oorlog van '70 ©n "71 had w«n
wel wat ander* te melden! Ia
de Vogezen bobben do Fronschen blijkbaar
een succes behaald: op den bergkam Linden-
kopfBiuwenkopf, die een d©«-| van het Fochtj
dal boheersebt, hebben zij Duitsche stellingen
rermeesterd. De Duitschers erkennen zelf*
©enig voordeel van hun vijanden, al zeggen zij,
dat die stellingen werden heroverd op e©u kl©in
deel na. dat kleine deel hebben do Franschcn
dan toch in hun bezit gehouden.
Van de andere fronten geen niernrs van be-
teekeni«, kunnen wo zeggen met do slotzin
van tcIo telegrammen. Het is en blijft, 't
Oostelijk oorlogtterrein niet meegerekend, 1
een oorlog van uithouden. Noch bij do Darda
nellen. noch in don Kaukasus, noch zelf aan
het Italiaarvscho front is er sprak© van ©enig©
verandering, 't blijft alles bij 't oude ea dat
kan nog lang zoo duren.
Want van vrede is ©p het oogenblik nog geen
sprak©. Di© gehoopt hadden op ©en eind© Tan
den strijd vóór den winter, zullen, zooals het
©r op 't oogenblik 4uitzi©t, teleurgesteld wor
den. Natuurlijk zijn er altijd verrassingen mo
gelijk. Maar 't is duidelijk, dat men in verschil
lende oorlogvoerende landen zich voorbereidt
op een nieuwen winterveldtoeht. Duitschlan lt
't is te begrijpen, is rc»«ls bezig met de org:»
nisatie daarvoorhet laat dikker© uniform* n
maken ©n nieuw© on groot© veld keukens
vervaardigen. Doch ook ander© landen houden
er rekening me©, 't schijnt dat Rostand er
zelfs op hooptEngeland heeft dien winterreld-
tocht reeds lang aangekondigd en zorgt reeds
voor den oogst van 1916. Frankrijk neemt nu
ook zijn maatregelen. Ze willen ons in al deze
landen doen gelooven, dat wij er in ©lk geval
nog in zitten tot he.t aanstaand© voorjaar. Maar
daarmee staat nog niet vast, dat men voor dien
tijd var» d© verndeling en verwoesting niet
noeg zal krijgen, dat er toch vred© komt tct
't eind© van t jaar. Pogingen daartoe word'-n
in neutral© landen nog stee-is gedaan.
3ELGIE.
Soldatenbrief.
Een onzer lezers zendt ons den volgenden
brief van een Belgisch soldaat te velde
Loo, Juillct 1915.
Het verheugt mij t© vernemen de goed©
staat mijner vrouw en beid© kinderen. Waar
lijk, het is reeds ©enigen tijd gebeden dat U
van mij e^nig nieuws ontvangen hebt. Met den
besten wil van d© wereld zou »k u wekelijks
willen schrijven, maar mot het gedacht u lastig
t© vallen of moeilijkheden aan te doen heb ik
gewacht, dagen, woken en maanden ara u voel
en groot nieuws te mogen melden.
Maar ik heb mij bedrogen want tot nu to©
zijn wij nog altijd op dezelfde lijn, dus gc-en
vooruitgang. Aan het bombardement zjjn wij
tegenwoordig gewooa en geven er zelfs geen
acht moer op, dag en nacht wordt er hier flink
geschotenbommen en schrapnels vallen hier
on daar, en daarbij gedurig do vliegers boven
ons hoofd di© elkander achtervolgen en be
schieten, het is voor ons vervelend allo dagen
dezelfde beweging te zien, daarbij is het vree-
sol ijk.
Wat u misschien zal verwonderen is, dat
geheel het Belgisch loger van kleeding is
veranderd. Wij zijn tegenwoordig a Horn aal in
Kngelsch kaki. Capote en Veste mot vier bui
tenzakken en bronzen knoopen broek, j&mhiers
©n Lépi. Zoo trekken de soldaten voor vier
H-w<vn naar de tranchées al zingende, want elk©
compagnie heeft om zoo te zeggen eon en har
monicaspeler vooraan en zoo en-avant naar deft
Yzer mot „Tipperary" enz.
Niettegenstaande er nog een twintigtal
muzikanten van ons regiment, in Holland ge
ïnterneerd zijn, is onzo muziek toch heropge
richt. 's Morgens hebben wij een of twee uren
repetitie of wel ©ene marche d'entrainementr
van 20 tot 25 kilom. met do soldaten die in
repos zijn.... :s Namiddags concert op de eene
of andere hoeve om de soldaten te vermaken,
dan eens voor de foot balclub of ander© speleu
van sport.
Wat de voeding betreft deze is zeer vol
doende. 's ilorgrn-: een half wst brood, ca ié
afgesmolten vet of spek, 40 tot 50 gr. brood
suiker, 5 oigarotten of 5 pijpen tabak, alle twee
dagen sardinen of kaas; 's middags: groenten
rijst of vermicelle soep, 200 tot 250 gr. vleescl»
en rond 6 uren 's avonds: aardappelen met con
serven (ossevlocech of saucissen X, carbonade,
flaraande, van tijd ook saiad© en café.
Boter, melk en eieren kunnen wij nog al ge
makkelijk bekomen, boter 4 fr, de kilo enz.
Gazetten krijgen wij ook op het front: T.o
Slatin, Ie Petit Journal, XX Siècle, la Belgi-
que enz., ook VlaanwcSi© en Hollandsche.
Van den vrede hooren wij weinig of niet
spreken, toch hebben v> ij allen nog Teel moed
en hopen op eene spoedige verlossing nog vóór
den aanstaanden winter
Wees "barmhartig, kapitein, zei hij sta
melend, maak er een einde aan...
Het bruine gezicht van den kapitein
kreeg een vragend© uitdrukking.
Wat scheelt u? Waaraan zal ik een
einde maken
Een einde, kapitein ik weet het.
U hebt me reeds lang herkend uit de pcr-
tretben... U weet al lang, wie ik bett...
U bent?
Een zacht hoofdschudden vergezelde de
vraag.
Ja... .Tack Croydon... de moorde
naar.... dien n zoekt...
De kapitein week een! slap terug, en
keek den ander aan met een bHk vol ver
bazing.
-U Jack Croydon?
Hij haalde een dagblad uit zijn zak ea
keek naar het portret in den mïdcfefeten
kolom en dan weer naar het gezicht voor
hem.
De hemel beware... U bent het...
Jack Croydon... de moordenaar... Dat ik
dat niet lang heb gezien
Hij haalde eon fluitje uit den sak; gil
lend klonk het gefluit over het dek en
eenige matrozen naderden, zij grepen Jack
Croydon op een gebaar van den kapitein
I