m. rat Zondag 25 Juf] 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Warschau in gevaar. IVHannenmoed. ien' zal Holland hou'en! Ü3 toestand in den reuzenstrijd Oplaag 45,000 exemplaren. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRTNASTRAAT 10, AMSTERDAM. TELEFOON Z. 1968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NÜMMEKS VOOR MILITAIREN 1 GENT, VOOR NIET-MILITAI REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. -r Voor Advertentie wende men riek V>t het Alg. Advertentie-liurenu ROUMA&Co, Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij „Jaco'u van Campen™ N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 'J\ Amsterdam of t/A onze Administratie, Palcstrinaatraat 10 Amsterdam. Prijs der Advertentiên per regel 30 cent. B(j abonnement reductie (Bij de kaart) In ons vorig nummer heeft een kaart op zeer duidelijk wijze de posities der vijan delijke legers op het Oostelijk oorlogsterrein aangegeven. Daaruit bleek reeds, dat War schaude hoofdstad van Polen en een sterke vesting, allengs door Duitschers en Oosten rijkers wordt ingesloten. Wat hier gebeurt, we wezen er reeds op, is van zeer veel be lang voor den loop van den oorlog. Rusland is n"g niet niet verslagen, als het Warschau verliest, maar het heeft dan toch een zeer voelbaren klap gekregen, die indruk zal maken op het volk en het leger. Daarom geven wij hier nogmaals een schets van het oorlogsterrein in Polen. Do hierbij gevoegde kaart, die een speciale voorstelling geeft van de ligging Tot Augustus van 't vorige jaar was hij ondergrondsch arbeider op een onzer staats mijnen, daalde hij dag aan dag af in de donkore schacht, om in 't binnenste der aarde het brood te winnen voor vrouw en kroost. Maar dadelijk toen degroote oorlog kwam en zijn vaderland hem noodig had, verwis selde hij zijn mijnwerkersj^ak voer zijn uni form van doodskophuzaar, zijn houweri voor oen lans en \oegde zk'i bij zijn korps om in het leger van dea Duitschen kroonprins mee te doen aan de reuzenworsteling. die nu bijna een jaar lang al heel de wereld in strakke spanning houdt. Tien maanden lang hoorde hij onophou delijk het gebulder van de kanonnen, het geknetter van de geweren, het geratel van de mitrailleurs, en^ duizenden bij duizenden zag hij vallen om zich heen. V kecren •werd hij z*lf gewond in dien tijd en zeven paarden werden cv onder hem gedood, maar rus" en onbevangen zat hij mij op den laatsten dag van een kort verlof, vóór hij weer terug moest naar 't front, te vertellen van zijn wederwaardigheden van de snel heid waarmee ze waren opgerukt op Parijs aan, in de laatste helft van Augustus: van de teleurstelling die ze hadden ondervonden toen zo genoodzaakt werden terug te trek ken, sneller -nog dan ze gekomen waren van de wijze waarop hij zijn ïTzeren Kruis had verdiend. Rustig en onbevangen zat hij ie vertellen^ maar ofschoon mijn onder van Warschau, het Nareffront en de stelling van IwangorodLublin maakt het duide lijk, dat Warschau geleidelijk in de positie van een vooruitgeschoven post komt, zoo de Duiteche legers den Naref zouden overschrij den, uit het noorden over den Njemen op rukken, en in het zuiden in de lijn Iwan gorodLublin zouden kunnen oprukken. Dat dit het geval zal zijn, is natuurlijk niet te voorspellen hoe meer de omtrek kende beweging wordt voortgezet, des te moeilijker worden do bewegingen der le gers, en des te grooter wordt de mogelijk heid, dat de weerhaan van de kans keert". Voor 't oogenblik echter verkeeren do R.us- siscbe legers, volgens do mededeeling uit Petersburg, in een positie, waarvan het ge vaar zelfs door de Russische militaire krin gen niet wordt miskend. houd met hem bijna drie uren duurde en we ook spraken over andere dingen dan die, welke enkel stemmen tot ernst en droefheid, zag ik geen enkelen keer een glimlach spelen om zijn dunne lippen, zag ik geen oogenblik de strakke trekken van vastbe radenheid zich verzachten op het ernstig* gezicht, geen oogenblik ook de stalen wils kracht verdwijnen uit de blauwe oogc n die stonden te schitteren onder het ge- frqnsto voorhoofd. Veel van wat hij verhaalde was nu, na dat we zooveel over deD oorlog en oorlogs daden gelezen en gehoord hebben, niet. be langrijk meer, maar veel ook was er bij wat mij van genoeg belang schijnt, om nog eens over te vertellen, vooral ook omdat daarin verschillende momenten voorkomen, die in psychologisch opzicht belangwek kend zijn. 'k Laat hem zelf maar aan 't woord, dat valt mij 't gemakkelijkst, geïnspireerd als ik dan steeds word door de Begeisterang op het ernstige, mannelijke gezicht van den sterken, so li don kerel, zooals hij op een zonnigen .Tunimiddag tegenover mij zat, hand in hand met zijn bleeke, angstige vrouw, die tien maanden lang over hem in zorg gezeten had en, na hem een vijftal dagen weer naast zich te hebben geliad, opni w zou gaan vreezen dat ze hem moest verliezen, zoodra ze hem weer wist aange komen aan 't front, waar iedere seconde de wreede dood dreigt. „Op 14 Augustus was ons corps geheel klaar yoor den grooten toqhtj 590 verhaalde Exemplaren opgevraagd. Onze exemplaren van ,,De Soldatencourant" van de nummers 1, 11, 12, 59, 71, 74, 83 en 98 zijn bijna uitverkocht. Wis nog exemplaren van deze nummers onder zijn berusting heeft en deze missen kan, wordt vriendelijk verzocht, ons deze franco te willen doen toekomen, op dat wij er andere aanvragers van geheele op lagen een pleizler mede kunnen doen. Premie voor onze lezers. Zoolang de voorraad strekt zenden wij, uit sluitend gedurende de maanè Juli, na ont vangst van f 1 postzegels of postwissel, de geheele oplage van „De Soldatencourant" franco toe. Na deze maand Is No. 150 van ons blad be reikt en kost de geheele oplage f 1.50. hij, en met snelle dagmarschen ging het rechtstreeksoh op Parijs, het groofce doel, aan. We hadden haast, veel haast om in Parijs te komen, want toen al heette 't onder ons dat de kroonprins, onze opperbe velhebber, van plan was te probeeren om eerste te zijn, die de Parijsche forten be schoot, om de eerste te zijn ook die zege vierend Frankrijks hoofdstad binnenrukte. En toen we op zoo weinig tegenstand stuitten, daar de Franschen steeds maar terugtrokken, zonder ons tot .ernstige krachtsinspanning te noodzaken, kwam er al na weinige dagen in ieder van ons een gevoel van overmoed, gingen we elkaar voorpraten dat we onweerstaanbaar waren, dat de vijand, die we van onze jongens jaren af altijd als onbeduidend en minder waardig hadden leeren minachten, al ge noeg van ons had, zoodra hij ons zag, en dan in wilde haast terugtrok. Het „nach Paris", de strijdleuze va.n de eerste dagen, was al spoedig geen leuze meer. 't Werd iets wat vanzelf sprak, dat we naar Parijs gingen, en ziugonde trokken we na elke korte nachtrust dichter naar het doel, dat. one steeds gemakkelijker bereikbaar scheen. Op een der eerste Septemberdagen stond ik met een kameraad op zestien kilometers afstand van Parijs, trotsch als een koning dat ik tot de eersten zou bebooren, die de groote stad zegevierend binnen zouden trekken. Want allen waren we er toen vast van doordrongen, dat na korte beschieting de Parijsche forten zouden ineenstorten, zooals de Luikscke ineengestort waren, en (fTan den kanonnier G. .J. Groenouwe, K.R.A.) Wij, als Hollandsche soldaten, Staan kordaat voor allee pal, Neerland willfln we bewaren, Wat er ook gfbeuren zal! „Oranje" dat is onze leuze. 71 Prikkelt steeds ons plichtsgevoel „Nederland zal aan ons blijven Dat toch is ons aller doel. Refrein. Wilhelmien' zal Holland hou'en! Weg met vreemde heerschappij, We dulden hier geen and'rc machten, Haar alleen erkennen wij. Komt ons soms een vijand tarten. Nooden tot een wreed en strijd, We off'ren 't al voor Wilhelmientje, En voor d'onafhank'lijkheid. Eéne leus. één doel voor oogen, Eén gedachte, eenen zin Niemand zal ons landje, hebben, Dan onz' eigen Koningin l Refrein. Nimmer zullen we dan weif'len :t Rood-wit-blauw voeren wo mee, 't Oranje zal ons vaandel sieren, Op het land en op de zee. 't Onafhank'lijk Nederlandje, Ruilen we voor niets op aard 't Zal voor Wilhelmina blijven. Zij alleen, Zij is het waard. Refrein. Daarom jongens, vastberaden, Op voor Holland, op voor Haar! Voor de eer der Nederlanden, Staan we langen tijd al klaar. Vrijheid hier op eigen bodem, Geluk en voorspoed bovendien. Kan niemand ter wereld geven, Dan onz' eigen Wilhelmien'. Refrein G. J. GROENOUWE, Kanonnier K. R. A. Van twee Russische steden vermoedt men, dat zij weldra zullen vallen, Warschau en Riga. Er is geen helpen meer aan voor de Rus sen, over bijna het geheele frons moeten zij terugwijken. Ten noorden en ten Zuiden van Warschau buigen - vlo -legers der bondgenooten zich steeds meer naar t Oosten. Met taaie volharding houden de Russische troepen stand ten Westen van Warschau, maar hoelang nog mag men vragen. Ook elders bieden de Rus sen tegenstand en zij trekken maar niet krach teloos en willoos terug, doch de krachtige aanvallen der bondgenooten. kunnen zij geen weerstand bieden. Tengevolge daarvan staan de Duitschers nu reeds ten noorden van Warschau aan do Naref. in het Westen hebben zij de Bzoera Rafka-stelling bezet, in het Zuiden naderen zij meer en meer don spoorweg. De toestand der Russische hoofdstad wordt be narder. Do 6trijd verder in 't noorden, in Koerland, heeft over 't geheel niet zooveel belangstelling gewekt, maar hij is niet minder van gewicht. Do Duitschers zijn daar maar steeds verder voortgedrongendat zij tot Sjawli kwamen, hebben we al vrij lang geleden gehoorddaar na werd Libau van zeezijde beschoten en rak ten van landzijde de troepen er op aan. Toen ging het verder naar 't noorden en viel Windau in handen van den vijand die zich nu ontplooien kon naar 't Oosten en thans Riga bedreigt, een der groote Russische handelssteden. Men behoeft zich niet. te verwonderen als spoedig èn Warschau èn Riga vallen. En dan? Dan, zeggen Duiisclie schrijvers, gaat het ver Rusland in. zal Pet rograd, de hoofdstad zich moeten verdedigen. Die zoo spreken, mcenen dus, dat Rusland, de zwakste der geallieerden, het- eerst gedeemoedigd moet worden, en wel zoo, dat het geen lust meer heeft krijg te voe ren. Een bezetting van do hoofdstad zou in derdaad de kracht van het Russische volk zoo verlammen, dat-het wel om vrede zou smecken. Voorloopig echter is het nog niet zoo ver, voor- loopig wordt Petrograd nog niet bedreigd. De afstand, dié Riga van do hoofdstad scheidt is nog altijd driemaal zoo groot als de afstand van de Duitsche grens van Riga. Mogelijk zouden Duitschland en Oosten rijk-Hongarije de Russen zoover kunnen terugslaan, maar dat zou een langen tijd en zulk© ontzaglijke offers vergen, dat. het do vraag iajPof do Duiteche legeraanvoering er wel heil in zal zien, of het Deutsche leger dan nog wol sterk genoog is ora zich met zoo hevige kracht op do vijanden in 't Westen te werpen, dat Calais en Duin kerken, en wie weot Parijs, in do handen der bondgenooten vallen En daar moot, hot toch maar om te doen zijn. Voor het oogenblik is het nog niet te zeg gen, welke uitwerking do Rnasische neerlagen in het Oosten zullen hebben op den algemconen toestand, verslagen of omsingeld is bet Russi sche leger nog niet en ook achter Warschau en Riga blijft bet een gednehte vijand, dien men altijd in 't oog moet honden, waarvoor men altijd op zijn hoede moet wezen en voor wien men dus steeds een gedacht leger gereed moet honden. Zelfs thans, nu zij overal terug geslagen worden, verdedigen de Russen zich hardnekkig, krijgen zij steeds versterkingen en laten zo zich op sommige punten niet weg jagen. De 6trijd tegen Rusland is dus nog lang niet gewonnen. In 't Westen komt geen verandering, er is hard gevochten in de laatste dagen, vooral in de Argonnen en de Vogezen; loopgraven zijn hier veroverd, daar teruggenomen aan den eenen en anderen kant: artillerie-geivechten hebben op verschillende punten plaats gehad en TÜegers heblten bommen geworpen, maar de toestand is dezelfde gebleven. De Italianen hebben zeer krachtige en herhaalde aanvallen gedaan in het gebied van Görz en op het pla- I teau van Dobardozware beschietingen van i weerskanten hebben groote schade aangericht en lievig zjin de verliezen geweest. Maar het resultaat blijkt achteraan van niet veel hetce- kenisenkele onbelangrijke punten zijn door de Italianen bezet, enkele blokhuizen door hen ingenomen, maar van een overwinning is geen sprake. In de Dardanellen is insgelijks geen verandering, eiken dag komen er berichten van gevechten, berichten, die nergens zoo te genstrijdig zijn al3 hier. Dat de geallieerden in Kon.stantinopel zullen komen, voorloopig gelooven we er nog niet aan. DUfTSCHLAND Het gebruik van schietvoorraad In den oorlog. Luiten ant-generaail Kohne, de hoofdredacteur van de Artilleristisohen Monatehefte" schrijft in as „Vossisohe Zeitivig" Toen vijftien jaar geleden het moderne snel- vuurgeschut zijn intocht hield, hebben oude artilleristen vaak de waarschuwing uitgespro ken, dat snelvuurgesahut een zeer gulzige vre ter zou zijn. In alle staten wend toen dan ook de uitrusting met ammunitie zeer vergroot. Men achtte do behoefte verdubbeld. Daar tege lijkertijd de ammunitie zwaarder geworden was. moest hot getal der caissons verdrievou digd worden. Desniettemin wordt overal over gebrek aan ammunitie gekia3gd. het luidst in Frankrijk en Engeland. De gulzigheid van het moderne wapen is sterker gebleken dan alle wijsheid In den Franscli-Duitechen oorlog beeft geen Duitsche batterij in een slag meer dan twee honderd schoten uit ieder van haar stukken afgevuurd- In den Oost-Aziatisohen oorlog was dit, getal bij vele batterijen meer dan verdub beld, ja, een Russische batterij heeft in den slag bij Toesjitejac 522 schoten uit ieder kanon gelost. De tegenwoordige oorlog stelt deze ge tallen nog ver in de schaduw. De Duitsche ar- tillerio heeft in den Fransch-Duitsahen oorlog weinig meer dan 817,000 schoten gelost, waar- van 471»,000 tegen Fransche vestingen en 338,000 in den veldoorlog, waarvan ongeveer het tiende gedeelte in den slag bij St. Privat. In den Oosb-Aziatischen oorlog, die weliswaar langer duurde, maar waarbij veel geringere strijdkrachten tegenover eikaar gestaan heb ben en de gevechten mot veel groenere tusschen- poozen plaats vonden, moeten door de artil lerie 954,000 schoten afgevuurd zijn, waarvan verreweg het grootste gedeelte door de veld artillerie. Over den tegenwoordigen oorlog zijn slechts weinige cijfers gepubliceerd. De Duitsche staf heeft echter den tienden Maart uit het westen gemeld, dat do vijand van den 16 Febr. af ont zaglijke menigten zware granaten, raak mec-r dan 100.000 schoten in 24 uur, tegen een fron: van acht Kilometer geworpen heeft. Dat is ongeveer het drievoudige van de Duitsche ar tillerie bij St. Privat tegen een dubbel zoo breed front. Op een meter front was het getal dus zes maaal zoo groot als op den heersten dag van 1870 en dat is nog meermalen her haald. Volgens een ambtelijk bericht van het Fran sche legerbestuur van 17 Juni zijn op één dag bijna 300.000 schoten door de Fransche artil lerie tegen de Duitsche stellingen ten noorden van Atrecht gelost. Dit is bijna zooveel als wat do geheele Duitsche veldartillerie in den ge- heeJen Fraasch-Duitschen oorlog verschoten heeft. dat we dan als een machtige vloedgolf door de fortenlinies zouden breken en ons wer pen op onze prooi. Maar we waren te vroeg in een overwin- 'gsx-oes geweest en als zoo'n roes je dron- van blijdschap heeft gemaakt, is de i- j\:I-stelling te dieper, wanneer je weer prijs moet geven wat je meent gewonnen te hebben. Je wordt razend en dol wanneer je, na zware lichamelijk- inspanning, op het punt staande om je prooi te bespringen, genoodzaakt wordt haar in deri steek te laten en hals over 1 p den weg dien je gekomen bent, weer ter-.- te gaan. Want hals over kop ging het tegen het on stuimige, goed geleide offensief dat de Franschen begin September begonnen, wapen wij, lichamelijk afgemat door zware dagmarschen, op geen parten na opge-. wassen, en eiken dag gingen we verder in Npordelijke richting. Wat je op 'zulke dagen, dagen van teleurstelling, die vel gen op de overwiningsroes, inwendig lijdt, is niet te beschrijvendat moet je gevoeld hebben om te kunnen weten hoe het aan je vreet, hoe het je brengt, tot toomelooze woede, hoe het je drijft om alles te vernie len en te verwoesten wat je in den weg komt. Gelukkig voor de bewoners der streken waar we doortrókken, hadden we geen tijd te verliezen die dagen, moesten we zoo snel mogelijk wijken voor den on- stuimigen vijand, die hardnekkig ons op den voet bleef volgen. Maar badden we meer tijd gehad, veel van wat nu nog staat in Noord-Frankrijk zou zijn neergehaald. veel wat de onzen goede buit scheen, zou zijn meegevoerd. Doch we hadden geen tijd, we moesten verder, steeds verder te rug; tot eindelijk de vijand, die zelf ook uitgeput geraakte door de snelle vervolging, 'ons wat meer rust gunde en we gelegenheid vonden om onze formaties te versterken en een houding van tegenweer aan te nemen. Onze infanterie groef zich in, onze stuk ken werden zoo goed mogelijk opgesteld achter de infanterieloopgraven en einde lijk, na vele vermoeiende dagen, dagen waarin we geen tijd vonden zelfs om te eten of te drinken, begonnen we een tegen offensief- Maar 't ging slap, de eerste dagen. De vijand, weinig minder uitgeput dan wij, had geen kracht meer om door hardnekkig doorgezette aanvallen ons te jagen uit onze voorioopïge stellingen. Hij gaf ons den tijd om op ons verhaal te komen, zelf kwam hij ook weer bij. en toen hij eenmaal weer bij was, leerden we hem opnieuw kennen als dapper, volhardend en onstuimig. Op 13 of 14 September geloof ik, begon hij op nieuw onze stellingen aan te vallen, iu de volgende dagen ontwikkelde zich een ge vecht op zeer groote schaal, waarin hij steeds de overhand behield. Op 17 en 18 September bereidde het verschrikkelijke zijn hoogtepunt, ©p die twee dagen verloren wij in de buurt van Réthel alleen aan gesneu velden vijf en veertig duizend man. Een heel en dag was ik op dat deel van het ge vechtsterrein, waar 't Fransche vuur het moorddadigst woedd®- Mijn overste, ah mijn Het gewicht van do 300.000 Fransche acho- ten is tori minste 4,5 millioen kilogram. Om die daarheen te brengen rijn meer dan 300 groote goederenwagen*, noodig geweest. Op do landwegen waren voor het transport meer dim 1 Ü''M v ;i - dreso dag Tan Atrecht was, blijkt daaruit, dat.' een schot uit een veldkanon ongeveer 25 mark kost. Zelfs indien mon buiten beschouwing laat, dat ook vele zoor zware en dure projectie len daarbij geweest zijn, bedragen do korden van dezen éénon dag toch 7.5 millioen mark. Op den Hartmanrowellorkopf. In de „Yoes. Zeit." vertelt dr. Max Os- )x>m van 'n bezoek aan den Hartm&irasnca- lerkopf en hoe hij na een bezoek aan de slagvelden aan den berg op den top daar van aankomt. Do kapitein, zoo zegt hij, die ons hier in ontvangst genomen had en begeleidt, legde den vinger op den mond. „Niet te hard spreken, op zijn hoogst fluisteren en zacht- jes loopen, want wij zijn hier dicht bij de Franscnen." Het is oen dwaze toestand zooala men vermoedelijk nergens anders op een oorlogs terrein vindt. Het is alsof de tegenstanders elkaar met de vuisten bij de keel kunnen grijpen. De top van den berg is oen plateau van ongeveer 12 M. breedte. Vijf M. daar van naar het Oosten en Noorden hebben de 1 Duitschers, twee M. diepte naar het Zuiden en Weeten zijn in 't bezit der Franschen, die dus 09k kunnen beweren, dat zij aan den rand van den top zitten, al ia het ook op dat gedeelte dat naar het gebergte ligt en niet op dat, hetwelk het terrein en de vlakte naar den Rijn toe beheerecht. Er blijven dus vijf meter tusschc-nruimte over. Het is een vreeselijk loeren op elkaar. In sterk verschanste rotsgangen ligt men tegenover elkander. Zonder ophouden gaat de verschrikkelijke strijd mot handgranaten zijn gang. Waar men maar iets verdachts hoort, vliegt één van deze moordinstrumen ten over de smalle tussriienruimte. Wij hooren ze ontploffen, nu eens recht» dan links, dan onder ons. Ook het infanterie- vuur is niet van de lucht. PangDaar valt een schot en een kleine heete splinter van een stalen kogelmantel rolt mijn buurman voor de voeten. Weer een schot en mij stui ven 'n paar zandkorreltjes op den schouder. „Dat is Emil", zegt de vroolijke onderoffi cier van de genie, die ons zooeven zijn werk plaats heeft laten zien. „Wie is Emil vraag ik. „Dat is de Fransche infanterist, die altijd op desse zandzakken schiet. Naast hem staat August. Pas op, die begint ook." Tegelijkertijd viel weer een schot. „Heb ik het u niet gezegd, het was August." Zoo leeft men hier al sedert maanden. Na nog van eonige ontmoetingen verteld te hebben, eindigt de schrijver „Terwijl wij naar beneden klauteren te rug naar het dal, hooren wij een kort go donder. De mijnenwerper is reeds aan het werk. Wild, gruwelijk, met grillige onregel matige stuiptrekkingen doch zonder tos- schenpoos woedt de strijd op den Hart- mannsweilerkopf £NGELANï>. Do staking in Zuld-Wales. LONDEN. Heb werk is Donderdag in Zuid-Wales hervat; het aantal afwezigen is gering in de mijnen. Een barmhartige Samaritaansche. Onze correspondent aan het front schrijft ons: Dezer dagen was ik in den omtrek van Béthune. Ik was na al het ontzettende leven ver achter de loopgraven in een een zamen hollen weg terecht gekomen. Plotseling bij een kromming van den weg, zag ik een gedaante blijkbaar in gehukte houding voor mij uitgaan. Het lede mi; iets vreemds. Kon dit wel ecu mensch zijn Ik versnelde mijn pas en had na een minuut of tien ingehaald wat daar voor mij uitging. Ik stond verstomd ei: daarvoor was alle reden. Ik zag een meisje van naar schatting 23 jaar, dat een hall over haar rug hangenden jongen Engelschen infanterist droeg. De jonge man had een schot in den schouder gekregen en zou. na voorloopig verbonden te zijn, zich alleen onderofficieren, tientallen van mijn kame raden zag ik vallen om mij heen, zonder hoofd, met afgerukte ledematen, met door midden geschoten romp. 't Gejammer van de stervenden om mij heen, die, gefolterd door afschuwelijke pijnen, lagen te wente len op den van bloed doortrokken grond, het fluiten en huilen van de granaten boven mij en aan weerszijden van mij, maakten me razepd van woede, maar ik was machte loos, kon op niets of niemand mijn woede koelen. Ik voelde dat ik tot waanzin ge voerd werd door het gevoel van razernij, dat op geen enkele wijze tot uiting ko:: komen. Toen, plotseling, als door een inge ving van boven, begon mijn verstand weer te werken, kon ik weer redeneeren met mij zelf. En „bleib doch ruhig", dacht ik toen, wat geeft het je of je gek wordt, „so lange an oir die Reihe noch nicht ist, wirds dich nicht treffen auch, und trifft es dich, da verspürst du es schon". Die redeneering houd ik sinds die dagen van helsche ver schrikking altijd maar met mij zelf, zoodra er gevaar komt eri, 'k geloof daardoor, ben ik steeds in staat gebleven om rustig en kalm te doen wat mijn plicht is. Maar velen kunnen dat niet, bij velen wordt de macht om te redeneeren en te denken buiten wer king gesteld, zoodra de granaten gaan in slaan, en zij zijn het, die bij duizenden en duizenden krankzinnig worden, in den o-.r- log. (Slot volgt,2

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1