m. 145.
Woensdag 21 Juli 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Se icestand in Sen reuzenstrijd.
Engeland en wij.
Opïaalf45 J>ÖO ©*emtflarëh.
DE SOLDATENGOURANT
AMSTERDAM,
EE? SCSTVBÖNNEMËXT >1.50 PEE DRIE MAASDEN'.
DE STRIJD IN GALICïË.
Nog eens weer een kaartje van het
atrijdtooneel in Galicië, nu met de
nieuwe posities der tegenstanders.
De dikke donkere bochtige lyn geeft
aan, hoe die posities op het oogenblik
zijn. Vergelijking met vroegere kaartjes
zal doen uitkomen, hoeveel verder de
Duitsohers en Oostonnjkera vooruit
geschoven zijn vergeleken met een:ge
weken vroeger, 't Is waar, dat in de
paar laatste dagen de toestand vrijwel
onveranderd blijft, maar zie eens naar
Lemberg en merk op, hoever de legers
der bondgenooten daar al voorbij zijn.
De Bug, waar de Russen zich zoo
versterkt hadden, is al lang in de
macht der vijanden, de Zlota Lipa insge
lijks, aan welke rivier hevige gevechten
plaats hadden. Men vindt op de kaart
vele andere in de laatste weken vaak
genoemde plaatsen.
Geen audiëntie.
Blijkens bericlit in de„Staatscourant"
wordt Donderdag a.s. door den Minister van
Oorlog geen audiëntie verleend.
Premie voo-r onze Iezei*s.
Zoolang de voorraad strekt zentten wij, uit
sluitend gedurende de maand Juil, na ont
vangst van f 1 postzogols of postwissel, Je
geboete oplage van „De Soldatencourant"
franco toe.
Na deze maand Is No. 150 van ons blad be
reikt en kost de geheele oplage f 1.50.
RSEDEDEELIWG.
Losso exemplaren van ,,De Soldatencourant",
or aanvulling van vorzamellngen, wordon door
>*ie dada/Ijk na aanvrage franco toegezondsn.
Bij de aanvraag moot voor elk verlangd exem
plaar 1 cent aan postzegels wordon Ingesloten.
De exemplaron met dan gclieelen Esperanto-
cu-tus verzenden wij franco na ontvangst
van 13 oen; postwissel of postzegels.
Dsz® prijzen g9ld8n UITSLUITEND voor
militairen bij V9rzcndlng aan hun militair®
adressen. Burgers betalen het driedubbele.
Tegen den Londenschen correspondent van
ê<3 ,,N. R. Ct." heeft de heer Winston
Churchill oa. gezegd
Niemand heeft liet recht om Nederland
van. zijn onzijdigheid een verwijt te maken.
Als onafhankelijke staat zag het zijn be
lang daar en het, had het volste recht om
in overeenstemming ermee te handelen. En
hebben wij geen bewijs gegeven, dat wij
dat recht meonen te erkennen Op het kri-
tioltste oogenblik hebben wij het stipt ont
zien. Wij hebben zelfs niet gevraagd, zelfs
niet gezinspeeld op doortocht. Dat wij in
het vervolg van den oorlog on3 tot ©eni
gen aanslag op Nederland's onzijdigheid
zouden laten verleiden, is onmogelijk, on
denkbaar. Wij gaan het beginsel waarom
wij strijden, niet zelf vernielen, nadat we
or zoo ontzettend veel voor hebben opge
Het reizen te water in
vroeger tijd.
Intiiacha Schetsj door J. P. SCHOENAKER.
II. (Slot.)
Was er geen zeilschip, Arabier of Chinees
ter beschikking, dan is het reeds voorgeko
men, dat een prauw werd gehuurd om
dalhnede zijne bestemming te bereiken.
Yan een dier prauwroisjes als de meest
oorspronkelijke, zij hier eene beschrijving
gegeven.
Het was in de maand Mei van het j;-.ar
1824, toen do luitenant der artillerie Var
Geen en zijn collega Maclain der infanterie
hunne kameraden, den kapitein Bauer ei
den luitenant Von Schmidt auf Altenstadt.
die van Padang naar de bovenlanden over
geplaatst, tot Priaman uitgeleide deden.
Wegens de onveiligheid der binnenwe
gen, (wij waren ter Westkust van Sumatra
in vollen oorlog met de Padris) namen de
officieren hun route langs het zeestrand.
Men vertrok 's morgens in de vroegte te
paard van Padang over Jambi naar Pria
man, dat tegen 5 uur namiddag3 bereikt
werd.
Die tocht te paard langs het zonnige
strand had luitenant Van Geen, pas her
steld van een verwonding, (gevecht bij Ma-
raplam)'2eer vermoeid en bezorgde hom een
hovige koorts. Van Geen en Maclain beslo
ten deswege den terugweg niet meer over
land, maar over zee to nemen, daar dio
minder vermoeiend was. Niet zonder moeite
en na lang loven en bieden, vonden zij een
*&U*umsg" «u iwss roefee, da Isa sssj
offerd. Gij kunt er volkomen verzekerd van
zijn, dat wij er onder geen omstandigheden
aan zullen tanken om op Nederland ©enigen
druk te oefenen, teneinde het zijn onzijdig
heid te doen verlaten.
Ik geloof wel, dat de Hollanders goed
doen zioh gereed, te houden. Maar het ge
vaar dreigt nimmer van onzen, kant.
Dat is een zeer wa ardervolle verklaring,
merkt de Nieuwe Ct. hierbij op, te meer
waardevol, daar verschillende omstandig
heden het recht geven aan te nemen, dat
de hier door don heer Winston Churchill
gesproken woordeft de meaning weergeven
van do Britsche regeeri:
Het, kritieke oogenblik" in deze woor
den bedoeld, dat is het tijdstip, waarop
Antwerpen wellicht behouden had kunnen
blijven voor de geallieerden. De heer Chur
chill heelt bijzondere en persoonlijke
redenen, om niet dan met smart terug te
kunnen denken aan den val van Antwer
pen. Daaraan zal het wel mode te danken
zijn, dat hij tegenover den Nederlandgehen
journalist niet ontveinsde, dat geografisch
en strategisch de territoriale regeling aan
de Scheldemond hem niet natuurlijk voor
kwam. Een dergelijke uitspraak van een lid
der Britsche regeering zou op zich zelf be
schouwd een voor ons zeer boaenkel ijken
klank hebben, vooral met Let oog op
hetgeen gebeuren kan bij de onderhande
lingen over den vrede en in verband
met hetgeen Pransclxe, Eugelsche en Bel
gische persorganen en j ..rticulieren, die
zich thans door den heer Winston Churchill
moeten laten zeggen, dat zij niet het recht
hebben ons een v -rwijt te maken van onze
neutraliteit., hebben bèweord over hetgeen
na den vrede met de Schelde zal moeten
De heer Winston Churchill heeft dat
blijkbaar ingezien. Hij zei tot den jour
nalist
Iu elk geval zult gij begrijpen, dat wij,
die ons hebben opgeworpen als de kam
pioen van een verdrukte kleine natie, zon
der ons zelf onmogelijk te maken geen an
dere kleine natie in haar onbetwistbare
rechten kunnen gaan Krenken. En gij be
grijpt ook, duo na dezen oorlog, wanneer
wij het tot een overwinning hebben ge
bracht c i dat zullen wij zeker- de
een flinke som per prauw naar
wilden brengen. Men kwam overeen tegen
zonsondergang (zes uur namiddags) te
cm barkeeren en hoopte omstreeks één uur
na middernacht op de reode van Padang
aan te komen.
Met groot© benendigheid brachten dé
roeiers de psauw door de branding, die ge
meenlijk op de kust van Priaman staat.
Het weer was prachtig en de wind, die om
den Noord liep, den reizigers zeer gunstig.
Spoedig was men op het ruime sopde
zee was kalm, geen zuchtje, dat hare hel
dere, blauwe oppervlakte rimpelde.
De Maleiers haalden krachtig aan, roei
den' onverpoosd voort en snei gleed het
vaartuig over 't. water.
Immer flauwer klonk het gebulder van
de branding; a] vager smolt de kust van
Priaman met het verschiet ineen en recht
vooruit zag meu reeds, niettegenstaande
het half duister, de eilandengroep voor
Jambi zich in donkere plekken afteckenen.
De officieren rekenden er vast op Pa
dang in tijds té bereiken.
Togen 8 uur evenwel stak plotseling van
het Noorden een hevige wind op, die ster-
kor en sterker werd, en, eer de prauw ter
hoogte van het voorste eiland was, begon
de lucht, onheilspellend te betrekken.
Dikke, zwarte wolkon pakten zich samen,
daalden lager en lager, om ten laatste met
de zee een donkere massa te vormen.
De zee, kort/ te voren nog zoo effen en
kalm, werd woelig; rnoor en meer kuifden
zich hare golven, welke nu wild en on
stuimig elkaar najoegen en met toenemend
geweld tegen de prauw aansloegen.
Een storm brak los-
positie der kleine staten sterker zal 'zijn
dan ooit te voren. De misdadiger, die zich
aan het kleine België vergrepen heeft, zal
daar staan, na zijn tuchtiging, als een af
schrikkend voorbeeld. En wat gij nu zégt, i
dat sommigen in Holland beducht zijn, dat j
op het vredescongres, wanneer de bondge-
nooten daar de lakens hebben uit te dec-
len, zou ter sprake komen, dat mem Neder-
land zou voorstellen om Zeeuwsch-Vlaan-
deren af te staan tegen een stuk Duitsch
grondgebied, Oost-Friesland of iets der-
gelijks wij zijn nog zoo verr van den vrede
afdeze zaken zijn Dog nauwelijks, zoo al, j
besproken. Maar nog eens, het zou tegen f
het diepst© wezen van onze zaak indruischen j
om een land ais Nederland slechts 'te be- j
handelen of t© dwingen met bedreigingen of j
met geweid, nu of later en onder wat, voor-,jj
wendsds of omstandigheden ook.
Het is voor ons land vurig te hopen,
dat nooit aan deze woorden van een lid
der Britsche regeering zal behoeven t© wor- j
den herinnerd als het komt tot de vredes-
onderhandelingen.
Mem doot best in dezen oorlog geeuerlei
veronderstellingen, nog minder voorspel
lingen te doen. Er waren berichten van
groot© troepenverschuivingen der Duit
sohers naar het westen, de strijd in het
oosten, bij Krasnik, scheen t© rusten,
wat kon men anders denken of
nu, terwijl de Russen zoover waron
teruggedreven, tot in hun land, zouden
do Duitschers al hun krachten zet
ten tegen de liniën der vijanden in het wee
ten en don kamp in 't. oosten eerst laten
ruston. Inderdaad schijnt ook het offensief
der Duitschers, vooral in den Elzas, te zijn
hervat, maar we vergisten ons, toen we
meenden, dat de Russen nu eerst met vrede
zouden worden gelaten. Komt het, omdat
de aanval in 'b Westen toch zonder resul
taat blijkt? Best mogelijk, maar in elk ge
val is de strijd in 'fc oosten weer in vollen
gang-
Deze afstand wordt thane per kustboot in
a uur afuelegd.'
De officieren gevoelden zich niet zeer ge
rust, temeer daar de kans om één der eilan
den te bereiken steeds geringer werd.
Een notedop gelijk, danste de prauw op
de hoogo golven ,wier witgekamde kuiven,
door den wind gezweept., de opvarenden
met vlokken schuim overdekten.
Maar nog wist de ,,d.joeragang" de
prauw zoo te besturen, dat zij niet de speel
bal werd d<T baren en gebood hij den Ma
leiers, met lange krachtige slagen te roeden,
ten einde door kracht van riemen de macht
over 't roer t© kunnen behouden.
De toestand werd echter steeds hache
lijker, vooral door de toenemende duisternis,
welke belette den juisten koers te houden.
De stjprm nam elk oogenblik in hevigheid
toemen hoorde niets dan het ontzaglijk
bruisen der ze© en het geloei van den wind.
Het ranke vaartuig kreeg het hard te
verantwoordenbeurtelings hoog opgetild,
dan met snelle vaart in de diepte gesmakt,
'cheen liet den golven ten prooi.
De officieren waren ten einde raad en
wisten niet of zij zee zouden houden, dan
we lbeprooven één der eilandjes t© bereiken.
Het eene scheen even gevaarlijk als het
andere, daar. volgens zeggen der Maleiers,
een menigte blinde klippen zich in die streek
langs het strand bevinden, bovendien had
de lucht zich in zoo'n dikke duisternis ge
huld, dat men geen hand voor oogëu kon
zien.
Er schoot, dus niets anders over dan op
do zeewaardigheid van de prauw en de
stuurmanskunst van den djoeragang te ver
trouwen
Tot overmaat van ramp begonnen de
Maleiers voor het geweld der natuurkrach
ten t© sidderen en morden tegen de officie
ren, wion zij verweten hen door geld van
hunne haardsteden te hebben gelokt, om
in d§ golvep, do§a ogijscjpen. Celuküs
Da bondgenooten vallen daar weer hevig
aan, in 'fc Noorden zoowel als in 'fc Zuid
westen van Polen. Hindenburg heeft,
meldt een telegram, de opperste leiding ge
nomen en hij doet zijn zaakjes weer goed.
Sedert Vrijdag zijn de Russen over 'fc ge
heel© fronfc tusschen de Pissa. en den WT«ch
ad op den terugtocht. Verschillende leger
korpsen doen aan Sen aanval en de vervol
ging mee en bij tienduizenden worden weer
de krijgsgevangen Russen getold, bij tien
tallen de buitgemaakte machinegeweren,
waarbij nog tal van kanonnen en een groet©
voorraad munitie komfc. Wij krijgen zoo
den indruk, dat de Russen nog verder
terugwijken en dab Warschau bedreigd
wordt, en zeer ernstig bedreigd nu. Willen
de bondgenooten thans Rusland nopen tot
dea vrede, en dien zoodoende ook afdwin
gen van de andere geallieerden?
De gebeurtenissen op het Oostelijk oor
logster! ein blijven zoodoende van het groot-
et© belang.
Wat er verder op de verschillende oorlogs
velden gebeurt, zinkt daarbij in .het niet,
is van zeer weinig belang. Langs de geheelo
lange linie in 't Westen worden onbedui
dende gevechten geleverd, die wel eiken
dag hun slachtoffers eischen, maar geen
definitief resultaat hebben, zelfs zonder
gewicht zijn bijna voor de beslissing in den
oorlog. Altijd hebben we hier op verrassin
gen gewacht, steeds tevergeefs. Zouden dio
nu nog komen? Het lijkt er meer en meer
op, wat door een enkele verkondigd werd
in het begin van den oorlog: dat nï. in het j
Oosten ten slotte de beslissing zal vallen.
Dit echter alleen, omdat in 't Westen de
vijanden nog altijd tegen elkaar blijven op
gewogen in hun onwrikbare posities.
En elders, wat hebben we voor be
langrijks te verwachten van den Italiaan-
9chen oorlog, van den strijd aan de Darda-
nellen, in den Kaukas, in Zuid-Afnka
zelfs? Italië zou een verandering in den
toestand hebben kunnen brengen, het
29 daar blijkbaar niet toe in staat. Het
heeft Oostenrijks grens hier en daar over
schreden, maar dringt niet verder door.
Aan de Dardanellen wordt blijkbaar dag
aan dag hevig gevochten en van weerskan
ten bev-eren de tegenstanders, dat zij er
vcordeelen behalen, maar alles blijft bij 't
oude en Konstanfcinopel kan nog gerust
zijn. Ook uit den Kaukaaus, ook uit het
land van Euphra&t en Tigris („Tweeet-roo-
menland") komen telkens berichten uit
Turksvba en-Eugelsche bron, maar wij
z© zonder eenigc belangstelling, zij hebben
voor ons geene beteekenis. En de overwin
ning van Botha in Duitsch Zuidwest
Afrika wordt wel opgeblazen tot een groot-
sche daad, en zij 23 zeker in meer dan
een opzicht merkwaardig, maar ze oefent
op den eind-uiftlag geeuerlei beslissing.
Zoo blijven onze blikken vooral geves
tigd op het Oostelijk oorlogsterrein en kij
ken we eiken dag uit naar de berichten van
'fc Westen, maar vooral splitsen wij onze
ooren voor de vredeklanken, die nu en dan
gehoord worden tusschen het gedonder der
kanonnen, het geknetter der mitrailleurs,
de ontploffingen der bommen. De klanken
vergaan telken» weer, maar zij laten zich
ook Bteeds opnieuw hooren en wij krij
gen de voorstelling, dat toch al meer men-
schen tot de overtuiging komen, dat het nu
genoeg is. Niet in Engeland denkt men
blijkbaar nog zoo, te oordeelen naar de
woorden van regeeringspersonen, naar de
stemmen in de pers; het taaie Angelsaksi
sche ras geeft den strijd niet zoo spoedig
op en het krijgt blijkbaar al meer het volk
achter zich, dat oorspronkelijk niet zooveel
belangstelling koesterde voor den geweldi
gen strijd naar 't schijnt. En Engeland
heeft weer geld, voor maanden, en geld is
de ziel van den oorlog. En zoo, al blijft de
hoop leven, dat toch dit jaar ons nog wel
den vrede zal brengen, vragen we ons
tevens twijfelend af: hoe moet het einde
komen
Voor Advertao'ir-n wende men rich tot het Alg. Advertentie-Bure u ÜOU.MA Co,
Heerenera'ht 22»> Amsterdam, tot de Dmkkery .Jacob van C»mpen* N.Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) An.«t»rdam of tot onze Administratie, PaleKrlmwtrta! 10
Amsterdam. der Advertentiên per regel 5» cent. B|j abonnement reductie
ua „at bij doen kon. Eindelijk vroeg hij den
kapitein om verlof en kroop naar voren. He-
Kas na middernacht en er viel een zachte re.
gen. De vijand lag op niet meer dan 40 pa*
afstand. J)e vrij* jJIiger kwam uit do loop
graaf en kroop langzaam door het gras. Al*
een lichtkogel opsteeg, lag hij daar zelf ah
een lijk. Eens moest hij ©en half uur in ©en
granaatgat wachten. On-.pboudeliik lichtten cl-
vaUchormrequetten van den vijand.
Eindelijk was hij er. Hij na.ri van doft dood.-
weg wat deze bezeten had, stak het hij zirii
en toen ging hij aan het work. Mo© terugne
en kon hij het lijk niet. Hij moeet het hier
t iseohen tie loopgraven begraven. Met spadi
en hand groef h:j een gat in do aarde. Stood*
weer werd hij gestoord door het schcilo licht
van de requetten. Duitsche en Franache gra
naten ontmoetten elkaar Wen zi|u hoofd.
Tweemaal moest hij zichzelf in het 'graf v®r-
f uilen. Eindelijk was het diep genoeg. Hu
legde den dooden vriend in zijn laatste rust-
p aata; otdden kon hij niet, maar een oogen
blik zat hn heel stil.
Toen k t> hij het graf weer dicht. De aar
de was nat. Bet duurde lang tot ©en lace
-rafnouTel overbleef. De vrijwilliger atampte
Jeze te zamen tot er bijna niet» van te zien
was Toen trok hij een graszode uit den grond
en Jegde <i:o op het graf.
Ne die daad vah piëteit verricht te heb
ben, kroon hij naar de stelling terug waar
hij behouden aankwam.
bleven de officieren bedaard en spraken,
ofschoon zelf inwendig bevend, den Maleiers
moed in.
Het was een bange nachfc; men doolde
in het donker rond zonder te weten waar
en op welke hoogte.
„De hemel weet hoe ik te moede was,"
zoo schreef Van Geen in zijn dagboek, en
willen wij hem verder zelf aan 't woord
laten.
„Eindelijk barstte ten 12 ure nog een
zwaarder© 9torm uit; er schoot ons niets
anders over dan te landen.
Het was wel is waar een wanhopig be
sluit, doch langer konden wij het in zee
niet hondenhet gevaar eener landing bij
dez© duisternis was niet grooter dan op het
water rond te zwalken.
De steven van ons vaartuig was reeds
naar wal gekeerd toen op eens een aller
geweldigste regon neerploft©, welke ons
met zulk een geweld in het aangezicht
sloeg, dat hij ons de ademhaling schier be
lette. Wij werden er door verbijsterd en
wisten niet meer waar het land was, en of
wij vóór dan wel achteruit gingen. Het
was onmogelijk het bulderen van de bran
ding van het loeien van den wind t© on
derscheiden. Wij konden elkaar niet meer
verstaan, en door de duisternis niet zien.
Elke golf die tegen de prauw aanbotst©
scheen haar te zullen verbrijzelen; zij slin
gerde vreeselijk.
De Maleiers hielden op met roeien en
hieven een jammerlijk geschreeuw aan
Het is zeker, dat onze toestand slechte
weinige minuten had moeten duren of wij
hadden ons graf in de golven gevonden,
toen eensklaps een, vreeselijk© bliksemstraal
vergezeld 'van een knetterenden donder
slag, door de lucht schoot.
Nu xoigc^, «roder pp&ouslen, de eeoe b\*z
ENGELAND.
De staking In Zuld-Wate».
LONDEN. De vertegenwoordigers van
de stakende mijnwerker* die Vrijdag ©en
samenkomst hadden met den minister Run-
ciman, koeTden naar Cardiff terug zonder
dat zij er in geslaagd waren een oplossing
te vinden voor de bestaande moeilijkheden.
FRANKRIJK.
.Van het Westelijk Oorlogatorrein.
PARIJS. Rondom Souchez 'n hevig artil
lerie-duel en infanterie-acties aan de hoog
ten van de Maas.
Wij heroverden Zondagochtend door een
tegenaanval ©en gedeelte van een loopgraaf,
dié Zaterdag door den vijand bezet was. De
Duitschers deden in den loop van den dag
wederom een aanval en maakten daarbij
gebruik van brandende vloeistof, zij werden
echter teruggeslagen. Wij brachten hun
groote verliezen toe en maakten 202 krijgs
gevangenen.
Védrino» bevorderd.
Volgens een bericht van den „Times"-
oornr.pondent te Parij3 is de ook hier t©
land© zeer bekende Franache vlieger Vé-
drinee bevorderd en bij dagorder genoemd
een bekwaam en moedig vlieger die zich
altijd voor gevaarlijke ondernemingen aan-
taedt en die nog onlangs een buitengewoon
moeielijke en gevaarlijke zending met suc
ces heeft volbracht.
Begrafenissen.
De oorlogscorrespondent van de „Vor-
warte" in het Westen schrijft over begra
fenissen die hij achter het front heeft ge
zien.
Op het kerkhof te Lens, zoo vertelt hij, lig
gen bijna alleen Badensche soldaten begraven.
Het land, een hek tare groot, is door een vrij-
wilügen hoofdelijken omslag ran het h©e!e Ba
den; the korps gekocht kunnen worden. Ieder
man heeft 5 pfennig betaald. Geen steen, geen
stuk hout is gerequireerd. Alles is voor con
tant geld bij de Franschen gekocht.
In de harde dagen van den slag bij Atrecht
heersclit© op dit kerkhof dag en nacht drukte.
Menig© nacht werden 50 dooden afgeleverd.
De dienst was uitstekend geordend. Op iedere
kist is een briefje geplakt met den naam en
het .doodsuur van den gesneuvelde. Het dood-
graversporsoneei bestaat, voornamelijk uit sol
daten. Elk van de gemeenschappelijk© graven
wordt aangeteekend op den platten grond, naar
grootte en ligging. Een opzichter met ©en lijst
siaat aan de versche graven en schrijft de
namen op in de volgorde waarin de lijken
worden begraven.
Op den Junidag waarop ik het kerkhof be
zocht, was het ondragelijk heet. De pasge-
plante bloemen op de graven lieten hun ver
lept© koppen hangen. In een langen kuil stond
kist naast kist. Do kluiten vielen dof neer
op het dunne hout. Een kist stond terzijde bij
do heg. Ik ging naar dez© kist en las het
opschrift'; landweerman L. uit Murgtal in
Schwarzwaid, gestorven in den laataten nacht
in het hospitaal van A. Mijn gedachten gingen
naar die bekende plaats. Waarom stond de kist
hinr terzijde? Ik vroeg ernaar. O, er was niets
bijzonders mee. De afladers hadden den dood©
uit eon soort medegevoel in de schaduw van
de heg gezet en daar. was hij vergeten. Het
ging er warm toe op dit kerkhof in de dagen
van den slag om de Loretto.
De opaichter zond nu two© man naar de
kist. Zij droegen den vergeten doodo naar het
nieuw© graf. Hij werd naast zijn dooden ka
meraad gezet, wiens kist juist nog door de
aarde aankeek. Ik zal deze doodenrij nooit
vergeten. Men zet namelijk de kisten» hoofd
aan voet en voet aan hoofd. Zoo spaart men
ruimte.
Verder vertelt dezelfde oorlogscorrespondent
nog de volgende geschiedenis. Zjj hadden de
eerste loopgraaf verloren, maar de tweede
behouden. -Tusschen de eerste en tweede loop
graaf sas een vrijwilliger O. gesneuveld. Diens
schoolkameraad kon zijn lijk tusschen de zand
zakken door zien liggen. Drie dagen dacht hij
op den ander©; de gansohe hemel 6cheen
vuur.
Door de bliksemstralen konden wij de
kust van Sumatra en een klein eiland,
voor het dorp Jambi gelegen, bij fcusschen-
poozen zien.
„Grijpt de riemen," schreeuwden wij
uit alle macht, er was geen oogenblik te
verliezenwij moesten op het kleine eiland
landen, het mocht gaan zoo het wilde.
Sidderend .ansohouwd© ik de branding,
over welke wij heen moesten, toen op het
crverwachts, voor wij nog aan deaelve ge
naderd waren, een Maleier uitriep„Ik
voel grond.''
„Laat vallen je anker." was het ant
woord, dat wij gaven. Gelukkig hield het,
zoodat wij, door het eilandje, ©enigszins
voor den noordenwind, doch niet gfheel
voor de branding beveiligd waren.
Den ganschen nacht moesten wij onzen
Maleiers de behulpzame hand bieden, ten
eind© het water uit het vaartuig te hooaen.
Met liet aanbrekenvan den dag bedaarde
heit weer eenig?zin ©n ontwaarden wij de
schepen op de Padangsche reede-
Vele woorden waren er noodig om onze
schippertjes te bewegen het ankertje
lichten en derwaarts t© stevenen. Door de
beloften, dat- wij hun oen dubbel dagloon
zouden betalen, werd het gelicht- en zeil
gemaakt naar de plaste onze bestemming
Wij zullen een kwartieruura onder zeil
geweest zijn, toen door een windvlaag onzen
mast brak en de matten zeilen, met al het
touwwerk over boord viel, hetgeen ons
bijna het leven kostte, daar het prauwtje
op het punt was van om te ?laan.
De overtuiging, dat wij niet tegen de
holle zee konden in roeien, deed ens beslui
ten als onze krachten in te spannen en
Janjbi te beraden,
RUSLAND.
Van het Oostelijk Oortoqsterrein.
BERLIJN. Rapport van den generalea
staf
voor ©enige dagen onder opperste
leiding van veldmaarschalk Hindenburg in
gezette offensief leidde tot groote resul
taten.
Het leger-Von Below, dat den 14en bij
en noordelijk van Koerschany de Windau
overtrok, bleef terrein winnen4 Onze cava
lerie sloeg herhaaldelijk do vijandelijke rui-
ter ij uit het voideif officieren en 2450
man werden gevangen genomen, terwijl dr;e
kanonnen en vijf mitraiileurs werden buit
gemaakt. Onder de gevangen genomen offi
eieren bevindt, zich de commandant van het
18e regiment scherpschutters.
Het leger-Von Gallwitz viel de sedert be-
gin Maart met alle middelen va. de rno-
'dern© versterkingskunst ingerichte Russi
sche stelling ten zuiden en zuidoosten van
Mlawa aan. In stormloop werden drie ach
ter elkaar gelegen Russische linies ten noord
westen en noordoosten van Prasnyz door
broken en genomen, en Dzielin en Lipa be
reikt.
Door den van beide zijden aangebrachteD
druk geschokt en opnieuw aangevallen, gin
gen de Russen na ontruiming van Prasnvz
den Hen terug op hun Binds lang in ge
reedheid gebrachte opnameetelling Tsjecha
nof-Krasnozeit9j, Reeda den 15en bestorm
den de hen op de hielen volgende Duitschers
ook deze stelling, braken er ten zuiden van
Zielor.a over een front van zeven K.M.
doorheen en dwongen den vijand tot den
terugtocht. Zij werden ondersteund door de
troepen van generaal Von Scho:z, die van
uit Kelne aan de vervolging deelnamen.
Sinds Vrijdag zijn de Russen over het ge.
heelt front tusschen de Pissa en Weichsel
op den terugtocht naar de Nare/linie.
Het leger-Von Gallwitz maakt© in deze
dagen 88 officieren en 17,500 man krijgsge
vangen en veroverde dertien kanonnen,
waaronder één zwaar; 40 mitrailleurs en
zeven bommenwerpers.
Het leger-Von Scholx maakte in het ge
heel 2500 krijgsgevangenen en veroverde
acht mitrailleurs.
Nadat de verbonden troepen op het zuid
oostelijk gevechtsterrein de laatste dagen
aan den Boeg en tusschen Boeg en Weichsel
een reeks Russische voorstellingen hadden
genomen, ontwikkelt zich sinds gisteren op
dit geheele front onder leiding van gene
raai Von Mackensen een groote slag.
Ten westen van de Wjepr, ten zuidwesten
van Krasnostaw, braken de Duitsche troe
pen door de vijandelijke stellingen. Tót neg
toe vielen 28 officieren en 6380 man in
wij voor die plaats aan en zagen tot onzen
schrik, dat de branding vrij hoog stono
evenwel moesten wij er over.
Er behoort veel kunde en een goed oog
toe, om met een „prauw" over een zware
branding te komengemeenlijk zijn er drie
brandingen, die niet ver van elkaar zijn
verwijderd.
Zoo haast is het vaartuig niet op den
rug van de eerste, die het meesleept, of de
roeiers maken bijna geen gebruik van hun
riemen, uit vrees van over dezelve heen te
schieten.
Op het oogenblik, dat zij gaat breken,
roeien zij eenige treden terug, doch ter
stond snellen zij weder „voorwaarts" en
worden door de storting met behulp der
riemen als een pijl uit den boog op de rug
der tweede branding gebracht en zoo tot de
derde, die de zwaarst© is en de prauw op
den oever werpt. Tegen alle verwachting,
kwamen wij gelukkig er over. Ik had nooit
gedacht dat het zoo goed-zoude zijn afge-
loopen.
De Malefers betoonden hier al hun
kunst de laatste branding, die ons op hare
rug medsleepte, wierp ons verre op den
oever.
Wij sprongen allen tegelijk uit het vaar
tuig en spoedden ons naar het dorp Jambi.
Wij hadden te Priaman onze bedienden
bevolen om 's morgens ten 7 ure met onze
paarden naar Padang te vertrekken en
daar de weg welke zij moesten volgen door
Jambi liep, hoopten wij, dat zij het dorp
nog niet waren doorgetrokken.
De bewoners verzekerden ons, dat de be
dienden nog niet waren aangekomen, om
den weg naar Padang te paard te ver
volgen.
's Avonds 7 ure kwamen wij op de plaats
onzer bestemming."