m. 145. Woensdag 21 Juli 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Se icestand in Sen reuzenstrijd. Engeland en wij. Opïaalf45 J>ÖO ©*emtflarëh. DE SOLDATENGOURANT AMSTERDAM, EE? SCSTVBÖNNEMËXT >1.50 PEE DRIE MAASDEN'. DE STRIJD IN GALICïË. Nog eens weer een kaartje van het atrijdtooneel in Galicië, nu met de nieuwe posities der tegenstanders. De dikke donkere bochtige lyn geeft aan, hoe die posities op het oogenblik zijn. Vergelijking met vroegere kaartjes zal doen uitkomen, hoeveel verder de Duitsohers en Oostonnjkera vooruit geschoven zijn vergeleken met een:ge weken vroeger, 't Is waar, dat in de paar laatste dagen de toestand vrijwel onveranderd blijft, maar zie eens naar Lemberg en merk op, hoever de legers der bondgenooten daar al voorbij zijn. De Bug, waar de Russen zich zoo versterkt hadden, is al lang in de macht der vijanden, de Zlota Lipa insge lijks, aan welke rivier hevige gevechten plaats hadden. Men vindt op de kaart vele andere in de laatste weken vaak genoemde plaatsen. Geen audiëntie. Blijkens bericlit in de„Staatscourant" wordt Donderdag a.s. door den Minister van Oorlog geen audiëntie verleend. Premie voo-r onze Iezei*s. Zoolang de voorraad strekt zentten wij, uit sluitend gedurende de maand Juil, na ont vangst van f 1 postzogols of postwissel, Je geboete oplage van „De Soldatencourant" franco toe. Na deze maand Is No. 150 van ons blad be reikt en kost de geheele oplage f 1.50. RSEDEDEELIWG. Losso exemplaren van ,,De Soldatencourant", or aanvulling van vorzamellngen, wordon door >*ie dada/Ijk na aanvrage franco toegezondsn. Bij de aanvraag moot voor elk verlangd exem plaar 1 cent aan postzegels wordon Ingesloten. De exemplaron met dan gclieelen Esperanto- cu-tus verzenden wij franco na ontvangst van 13 oen; postwissel of postzegels. Dsz® prijzen g9ld8n UITSLUITEND voor militairen bij V9rzcndlng aan hun militair® adressen. Burgers betalen het driedubbele. Tegen den Londenschen correspondent van ê<3 ,,N. R. Ct." heeft de heer Winston Churchill oa. gezegd Niemand heeft liet recht om Nederland van. zijn onzijdigheid een verwijt te maken. Als onafhankelijke staat zag het zijn be lang daar en het, had het volste recht om in overeenstemming ermee te handelen. En hebben wij geen bewijs gegeven, dat wij dat recht meonen te erkennen Op het kri- tioltste oogenblik hebben wij het stipt ont zien. Wij hebben zelfs niet gevraagd, zelfs niet gezinspeeld op doortocht. Dat wij in het vervolg van den oorlog on3 tot ©eni gen aanslag op Nederland's onzijdigheid zouden laten verleiden, is onmogelijk, on denkbaar. Wij gaan het beginsel waarom wij strijden, niet zelf vernielen, nadat we or zoo ontzettend veel voor hebben opge Het reizen te water in vroeger tijd. Intiiacha Schetsj door J. P. SCHOENAKER. II. (Slot.) Was er geen zeilschip, Arabier of Chinees ter beschikking, dan is het reeds voorgeko men, dat een prauw werd gehuurd om dalhnede zijne bestemming te bereiken. Yan een dier prauwroisjes als de meest oorspronkelijke, zij hier eene beschrijving gegeven. Het was in de maand Mei van het j;-.ar 1824, toen do luitenant der artillerie Var Geen en zijn collega Maclain der infanterie hunne kameraden, den kapitein Bauer ei den luitenant Von Schmidt auf Altenstadt. die van Padang naar de bovenlanden over geplaatst, tot Priaman uitgeleide deden. Wegens de onveiligheid der binnenwe gen, (wij waren ter Westkust van Sumatra in vollen oorlog met de Padris) namen de officieren hun route langs het zeestrand. Men vertrok 's morgens in de vroegte te paard van Padang over Jambi naar Pria man, dat tegen 5 uur namiddag3 bereikt werd. Die tocht te paard langs het zonnige strand had luitenant Van Geen, pas her steld van een verwonding, (gevecht bij Ma- raplam)'2eer vermoeid en bezorgde hom een hovige koorts. Van Geen en Maclain beslo ten deswege den terugweg niet meer over land, maar over zee to nemen, daar dio minder vermoeiend was. Niet zonder moeite en na lang loven en bieden, vonden zij een *&U*umsg" «u iwss roefee, da Isa sssj offerd. Gij kunt er volkomen verzekerd van zijn, dat wij er onder geen omstandigheden aan zullen tanken om op Nederland ©enigen druk te oefenen, teneinde het zijn onzijdig heid te doen verlaten. Ik geloof wel, dat de Hollanders goed doen zioh gereed, te houden. Maar het ge vaar dreigt nimmer van onzen, kant. Dat is een zeer wa ardervolle verklaring, merkt de Nieuwe Ct. hierbij op, te meer waardevol, daar verschillende omstandig heden het recht geven aan te nemen, dat de hier door don heer Winston Churchill gesproken woordeft de meaning weergeven van do Britsche regeeri: Het, kritieke oogenblik" in deze woor den bedoeld, dat is het tijdstip, waarop Antwerpen wellicht behouden had kunnen blijven voor de geallieerden. De heer Chur chill heelt bijzondere en persoonlijke redenen, om niet dan met smart terug te kunnen denken aan den val van Antwer pen. Daaraan zal het wel mode te danken zijn, dat hij tegenover den Nederlandgehen journalist niet ontveinsde, dat geografisch en strategisch de territoriale regeling aan de Scheldemond hem niet natuurlijk voor kwam. Een dergelijke uitspraak van een lid der Britsche regeering zou op zich zelf be schouwd een voor ons zeer boaenkel ijken klank hebben, vooral met Let oog op hetgeen gebeuren kan bij de onderhande lingen over den vrede en in verband met hetgeen Pransclxe, Eugelsche en Bel gische persorganen en j ..rticulieren, die zich thans door den heer Winston Churchill moeten laten zeggen, dat zij niet het recht hebben ons een v -rwijt te maken van onze neutraliteit., hebben bèweord over hetgeen na den vrede met de Schelde zal moeten De heer Winston Churchill heeft dat blijkbaar ingezien. Hij zei tot den jour nalist Iu elk geval zult gij begrijpen, dat wij, die ons hebben opgeworpen als de kam pioen van een verdrukte kleine natie, zon der ons zelf onmogelijk te maken geen an dere kleine natie in haar onbetwistbare rechten kunnen gaan Krenken. En gij be grijpt ook, duo na dezen oorlog, wanneer wij het tot een overwinning hebben ge bracht c i dat zullen wij zeker- de een flinke som per prauw naar wilden brengen. Men kwam overeen tegen zonsondergang (zes uur namiddags) te cm barkeeren en hoopte omstreeks één uur na middernacht op de reode van Padang aan te komen. Met groot© benendigheid brachten dé roeiers de psauw door de branding, die ge meenlijk op de kust van Priaman staat. Het weer was prachtig en de wind, die om den Noord liep, den reizigers zeer gunstig. Spoedig was men op het ruime sopde zee was kalm, geen zuchtje, dat hare hel dere, blauwe oppervlakte rimpelde. De Maleiers haalden krachtig aan, roei den' onverpoosd voort en snei gleed het vaartuig over 't. water. Immer flauwer klonk het gebulder van de branding; a] vager smolt de kust van Priaman met het verschiet ineen en recht vooruit zag meu reeds, niettegenstaande het half duister, de eilandengroep voor Jambi zich in donkere plekken afteckenen. De officieren rekenden er vast op Pa dang in tijds té bereiken. Togen 8 uur evenwel stak plotseling van het Noorden een hevige wind op, die ster- kor en sterker werd, en, eer de prauw ter hoogte van het voorste eiland was, begon de lucht, onheilspellend te betrekken. Dikke, zwarte wolkon pakten zich samen, daalden lager en lager, om ten laatste met de zee een donkere massa te vormen. De zee, kort/ te voren nog zoo effen en kalm, werd woelig; rnoor en meer kuifden zich hare golven, welke nu wild en on stuimig elkaar najoegen en met toenemend geweld tegen de prauw aansloegen. Een storm brak los- positie der kleine staten sterker zal 'zijn dan ooit te voren. De misdadiger, die zich aan het kleine België vergrepen heeft, zal daar staan, na zijn tuchtiging, als een af schrikkend voorbeeld. En wat gij nu zégt, i dat sommigen in Holland beducht zijn, dat j op het vredescongres, wanneer de bondge- nooten daar de lakens hebben uit te dec- len, zou ter sprake komen, dat mem Neder- land zou voorstellen om Zeeuwsch-Vlaan- deren af te staan tegen een stuk Duitsch grondgebied, Oost-Friesland of iets der- gelijks wij zijn nog zoo verr van den vrede afdeze zaken zijn Dog nauwelijks, zoo al, j besproken. Maar nog eens, het zou tegen f het diepst© wezen van onze zaak indruischen j om een land ais Nederland slechts 'te be- j handelen of t© dwingen met bedreigingen of j met geweid, nu of later en onder wat, voor-,jj wendsds of omstandigheden ook. Het is voor ons land vurig te hopen, dat nooit aan deze woorden van een lid der Britsche regeering zal behoeven t© wor- j den herinnerd als het komt tot de vredes- onderhandelingen. Mem doot best in dezen oorlog geeuerlei veronderstellingen, nog minder voorspel lingen te doen. Er waren berichten van groot© troepenverschuivingen der Duit sohers naar het westen, de strijd in het oosten, bij Krasnik, scheen t© rusten, wat kon men anders denken of nu, terwijl de Russen zoover waron teruggedreven, tot in hun land, zouden do Duitschers al hun krachten zet ten tegen de liniën der vijanden in het wee ten en don kamp in 't. oosten eerst laten ruston. Inderdaad schijnt ook het offensief der Duitschers, vooral in den Elzas, te zijn hervat, maar we vergisten ons, toen we meenden, dat de Russen nu eerst met vrede zouden worden gelaten. Komt het, omdat de aanval in 'b Westen toch zonder resul taat blijkt? Best mogelijk, maar in elk ge val is de strijd in 'fc oosten weer in vollen gang- Deze afstand wordt thane per kustboot in a uur afuelegd.' De officieren gevoelden zich niet zeer ge rust, temeer daar de kans om één der eilan den te bereiken steeds geringer werd. Een notedop gelijk, danste de prauw op de hoogo golven ,wier witgekamde kuiven, door den wind gezweept., de opvarenden met vlokken schuim overdekten. Maar nog wist de ,,d.joeragang" de prauw zoo te besturen, dat zij niet de speel bal werd d<T baren en gebood hij den Ma leiers, met lange krachtige slagen te roeden, ten einde door kracht van riemen de macht over 't roer t© kunnen behouden. De toestand werd echter steeds hache lijker, vooral door de toenemende duisternis, welke belette den juisten koers te houden. De stjprm nam elk oogenblik in hevigheid toemen hoorde niets dan het ontzaglijk bruisen der ze© en het geloei van den wind. Het ranke vaartuig kreeg het hard te verantwoordenbeurtelings hoog opgetild, dan met snelle vaart in de diepte gesmakt, 'cheen liet den golven ten prooi. De officieren waren ten einde raad en wisten niet of zij zee zouden houden, dan we lbeprooven één der eilandjes t© bereiken. Het eene scheen even gevaarlijk als het andere, daar. volgens zeggen der Maleiers, een menigte blinde klippen zich in die streek langs het strand bevinden, bovendien had de lucht zich in zoo'n dikke duisternis ge huld, dat men geen hand voor oogëu kon zien. Er schoot, dus niets anders over dan op do zeewaardigheid van de prauw en de stuurmanskunst van den djoeragang te ver trouwen Tot overmaat van ramp begonnen de Maleiers voor het geweld der natuurkrach ten t© sidderen en morden tegen de officie ren, wion zij verweten hen door geld van hunne haardsteden te hebben gelokt, om in d§ golvep, do§a ogijscjpen. Celuküs Da bondgenooten vallen daar weer hevig aan, in 'fc Noorden zoowel als in 'fc Zuid westen van Polen. Hindenburg heeft, meldt een telegram, de opperste leiding ge nomen en hij doet zijn zaakjes weer goed. Sedert Vrijdag zijn de Russen over 'fc ge heel© fronfc tusschen de Pissa. en den WT«ch ad op den terugtocht. Verschillende leger korpsen doen aan Sen aanval en de vervol ging mee en bij tienduizenden worden weer de krijgsgevangen Russen getold, bij tien tallen de buitgemaakte machinegeweren, waarbij nog tal van kanonnen en een groet© voorraad munitie komfc. Wij krijgen zoo den indruk, dat de Russen nog verder terugwijken en dab Warschau bedreigd wordt, en zeer ernstig bedreigd nu. Willen de bondgenooten thans Rusland nopen tot dea vrede, en dien zoodoende ook afdwin gen van de andere geallieerden? De gebeurtenissen op het Oostelijk oor logster! ein blijven zoodoende van het groot- et© belang. Wat er verder op de verschillende oorlogs velden gebeurt, zinkt daarbij in .het niet, is van zeer weinig belang. Langs de geheelo lange linie in 't Westen worden onbedui dende gevechten geleverd, die wel eiken dag hun slachtoffers eischen, maar geen definitief resultaat hebben, zelfs zonder gewicht zijn bijna voor de beslissing in den oorlog. Altijd hebben we hier op verrassin gen gewacht, steeds tevergeefs. Zouden dio nu nog komen? Het lijkt er meer en meer op, wat door een enkele verkondigd werd in het begin van den oorlog: dat nï. in het j Oosten ten slotte de beslissing zal vallen. Dit echter alleen, omdat in 't Westen de vijanden nog altijd tegen elkaar blijven op gewogen in hun onwrikbare posities. En elders, wat hebben we voor be langrijks te verwachten van den Italiaan- 9chen oorlog, van den strijd aan de Darda- nellen, in den Kaukas, in Zuid-Afnka zelfs? Italië zou een verandering in den toestand hebben kunnen brengen, het 29 daar blijkbaar niet toe in staat. Het heeft Oostenrijks grens hier en daar over schreden, maar dringt niet verder door. Aan de Dardanellen wordt blijkbaar dag aan dag hevig gevochten en van weerskan ten bev-eren de tegenstanders, dat zij er vcordeelen behalen, maar alles blijft bij 't oude en Konstanfcinopel kan nog gerust zijn. Ook uit den Kaukaaus, ook uit het land van Euphra&t en Tigris („Tweeet-roo- menland") komen telkens berichten uit Turksvba en-Eugelsche bron, maar wij z© zonder eenigc belangstelling, zij hebben voor ons geene beteekenis. En de overwin ning van Botha in Duitsch Zuidwest Afrika wordt wel opgeblazen tot een groot- sche daad, en zij 23 zeker in meer dan een opzicht merkwaardig, maar ze oefent op den eind-uiftlag geeuerlei beslissing. Zoo blijven onze blikken vooral geves tigd op het Oostelijk oorlogsterrein en kij ken we eiken dag uit naar de berichten van 'fc Westen, maar vooral splitsen wij onze ooren voor de vredeklanken, die nu en dan gehoord worden tusschen het gedonder der kanonnen, het geknetter der mitrailleurs, de ontploffingen der bommen. De klanken vergaan telken» weer, maar zij laten zich ook Bteeds opnieuw hooren en wij krij gen de voorstelling, dat toch al meer men- schen tot de overtuiging komen, dat het nu genoeg is. Niet in Engeland denkt men blijkbaar nog zoo, te oordeelen naar de woorden van regeeringspersonen, naar de stemmen in de pers; het taaie Angelsaksi sche ras geeft den strijd niet zoo spoedig op en het krijgt blijkbaar al meer het volk achter zich, dat oorspronkelijk niet zooveel belangstelling koesterde voor den geweldi gen strijd naar 't schijnt. En Engeland heeft weer geld, voor maanden, en geld is de ziel van den oorlog. En zoo, al blijft de hoop leven, dat toch dit jaar ons nog wel den vrede zal brengen, vragen we ons tevens twijfelend af: hoe moet het einde komen Voor Advertao'ir-n wende men rich tot het Alg. Advertentie-Bure u ÜOU.MA Co, Heerenera'ht 22»> Amsterdam, tot de Dmkkery .Jacob van C»mpen* N.Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) An.«t»rdam of tot onze Administratie, PaleKrlmwtrta! 10 Amsterdam. der Advertentiên per regel 5» cent. B|j abonnement reductie ua „at bij doen kon. Eindelijk vroeg hij den kapitein om verlof en kroop naar voren. He- Kas na middernacht en er viel een zachte re. gen. De vijand lag op niet meer dan 40 pa* afstand. J)e vrij* jJIiger kwam uit do loop graaf en kroop langzaam door het gras. Al* een lichtkogel opsteeg, lag hij daar zelf ah een lijk. Eens moest hij ©en half uur in ©en granaatgat wachten. On-.pboudeliik lichtten cl- vaUchormrequetten van den vijand. Eindelijk was hij er. Hij na.ri van doft dood.- weg wat deze bezeten had, stak het hij zirii en toen ging hij aan het work. Mo© terugne en kon hij het lijk niet. Hij moeet het hier t iseohen tie loopgraven begraven. Met spadi en hand groef h:j een gat in do aarde. Stood* weer werd hij gestoord door het schcilo licht van de requetten. Duitsche en Franache gra naten ontmoetten elkaar Wen zi|u hoofd. Tweemaal moest hij zichzelf in het 'graf v®r- f uilen. Eindelijk was het diep genoeg. Hu legde den dooden vriend in zijn laatste rust- p aata; otdden kon hij niet, maar een oogen blik zat hn heel stil. Toen k t> hij het graf weer dicht. De aar de was nat. Bet duurde lang tot ©en lace -rafnouTel overbleef. De vrijwilliger atampte Jeze te zamen tot er bijna niet» van te zien was Toen trok hij een graszode uit den grond en Jegde <i:o op het graf. Ne die daad vah piëteit verricht te heb ben, kroon hij naar de stelling terug waar hij behouden aankwam. bleven de officieren bedaard en spraken, ofschoon zelf inwendig bevend, den Maleiers moed in. Het was een bange nachfc; men doolde in het donker rond zonder te weten waar en op welke hoogte. „De hemel weet hoe ik te moede was," zoo schreef Van Geen in zijn dagboek, en willen wij hem verder zelf aan 't woord laten. „Eindelijk barstte ten 12 ure nog een zwaarder© 9torm uit; er schoot ons niets anders over dan te landen. Het was wel is waar een wanhopig be sluit, doch langer konden wij het in zee niet hondenhet gevaar eener landing bij dez© duisternis was niet grooter dan op het water rond te zwalken. De steven van ons vaartuig was reeds naar wal gekeerd toen op eens een aller geweldigste regon neerploft©, welke ons met zulk een geweld in het aangezicht sloeg, dat hij ons de ademhaling schier be lette. Wij werden er door verbijsterd en wisten niet meer waar het land was, en of wij vóór dan wel achteruit gingen. Het was onmogelijk het bulderen van de bran ding van het loeien van den wind t© on derscheiden. Wij konden elkaar niet meer verstaan, en door de duisternis niet zien. Elke golf die tegen de prauw aanbotst© scheen haar te zullen verbrijzelen; zij slin gerde vreeselijk. De Maleiers hielden op met roeien en hieven een jammerlijk geschreeuw aan Het is zeker, dat onze toestand slechte weinige minuten had moeten duren of wij hadden ons graf in de golven gevonden, toen eensklaps een, vreeselijk© bliksemstraal vergezeld 'van een knetterenden donder slag, door de lucht schoot. Nu xoigc^, «roder pp&ouslen, de eeoe b\*z ENGELAND. De staking In Zuld-Wate». LONDEN. De vertegenwoordigers van de stakende mijnwerker* die Vrijdag ©en samenkomst hadden met den minister Run- ciman, koeTden naar Cardiff terug zonder dat zij er in geslaagd waren een oplossing te vinden voor de bestaande moeilijkheden. FRANKRIJK. .Van het Westelijk Oorlogatorrein. PARIJS. Rondom Souchez 'n hevig artil lerie-duel en infanterie-acties aan de hoog ten van de Maas. Wij heroverden Zondagochtend door een tegenaanval ©en gedeelte van een loopgraaf, dié Zaterdag door den vijand bezet was. De Duitschers deden in den loop van den dag wederom een aanval en maakten daarbij gebruik van brandende vloeistof, zij werden echter teruggeslagen. Wij brachten hun groote verliezen toe en maakten 202 krijgs gevangenen. Védrino» bevorderd. Volgens een bericht van den „Times"- oornr.pondent te Parij3 is de ook hier t© land© zeer bekende Franache vlieger Vé- drinee bevorderd en bij dagorder genoemd een bekwaam en moedig vlieger die zich altijd voor gevaarlijke ondernemingen aan- taedt en die nog onlangs een buitengewoon moeielijke en gevaarlijke zending met suc ces heeft volbracht. Begrafenissen. De oorlogscorrespondent van de „Vor- warte" in het Westen schrijft over begra fenissen die hij achter het front heeft ge zien. Op het kerkhof te Lens, zoo vertelt hij, lig gen bijna alleen Badensche soldaten begraven. Het land, een hek tare groot, is door een vrij- wilügen hoofdelijken omslag ran het h©e!e Ba den; the korps gekocht kunnen worden. Ieder man heeft 5 pfennig betaald. Geen steen, geen stuk hout is gerequireerd. Alles is voor con tant geld bij de Franschen gekocht. In de harde dagen van den slag bij Atrecht heersclit© op dit kerkhof dag en nacht drukte. Menig© nacht werden 50 dooden afgeleverd. De dienst was uitstekend geordend. Op iedere kist is een briefje geplakt met den naam en het .doodsuur van den gesneuvelde. Het dood- graversporsoneei bestaat, voornamelijk uit sol daten. Elk van de gemeenschappelijk© graven wordt aangeteekend op den platten grond, naar grootte en ligging. Een opzichter met ©en lijst siaat aan de versche graven en schrijft de namen op in de volgorde waarin de lijken worden begraven. Op den Junidag waarop ik het kerkhof be zocht, was het ondragelijk heet. De pasge- plante bloemen op de graven lieten hun ver lept© koppen hangen. In een langen kuil stond kist naast kist. Do kluiten vielen dof neer op het dunne hout. Een kist stond terzijde bij do heg. Ik ging naar dez© kist en las het opschrift'; landweerman L. uit Murgtal in Schwarzwaid, gestorven in den laataten nacht in het hospitaal van A. Mijn gedachten gingen naar die bekende plaats. Waarom stond de kist hinr terzijde? Ik vroeg ernaar. O, er was niets bijzonders mee. De afladers hadden den dood© uit eon soort medegevoel in de schaduw van de heg gezet en daar. was hij vergeten. Het ging er warm toe op dit kerkhof in de dagen van den slag om de Loretto. De opaichter zond nu two© man naar de kist. Zij droegen den vergeten doodo naar het nieuw© graf. Hij werd naast zijn dooden ka meraad gezet, wiens kist juist nog door de aarde aankeek. Ik zal deze doodenrij nooit vergeten. Men zet namelijk de kisten» hoofd aan voet en voet aan hoofd. Zoo spaart men ruimte. Verder vertelt dezelfde oorlogscorrespondent nog de volgende geschiedenis. Zjj hadden de eerste loopgraaf verloren, maar de tweede behouden. -Tusschen de eerste en tweede loop graaf sas een vrijwilliger O. gesneuveld. Diens schoolkameraad kon zijn lijk tusschen de zand zakken door zien liggen. Drie dagen dacht hij op den ander©; de gansohe hemel 6cheen vuur. Door de bliksemstralen konden wij de kust van Sumatra en een klein eiland, voor het dorp Jambi gelegen, bij fcusschen- poozen zien. „Grijpt de riemen," schreeuwden wij uit alle macht, er was geen oogenblik te verliezenwij moesten op het kleine eiland landen, het mocht gaan zoo het wilde. Sidderend .ansohouwd© ik de branding, over welke wij heen moesten, toen op het crverwachts, voor wij nog aan deaelve ge naderd waren, een Maleier uitriep„Ik voel grond.'' „Laat vallen je anker." was het ant woord, dat wij gaven. Gelukkig hield het, zoodat wij, door het eilandje, ©enigszins voor den noordenwind, doch niet gfheel voor de branding beveiligd waren. Den ganschen nacht moesten wij onzen Maleiers de behulpzame hand bieden, ten eind© het water uit het vaartuig te hooaen. Met liet aanbrekenvan den dag bedaarde heit weer eenig?zin ©n ontwaarden wij de schepen op de Padangsche reede- Vele woorden waren er noodig om onze schippertjes te bewegen het ankertje lichten en derwaarts t© stevenen. Door de beloften, dat- wij hun oen dubbel dagloon zouden betalen, werd het gelicht- en zeil gemaakt naar de plaste onze bestemming Wij zullen een kwartieruura onder zeil geweest zijn, toen door een windvlaag onzen mast brak en de matten zeilen, met al het touwwerk over boord viel, hetgeen ons bijna het leven kostte, daar het prauwtje op het punt was van om te ?laan. De overtuiging, dat wij niet tegen de holle zee konden in roeien, deed ens beslui ten als onze krachten in te spannen en Janjbi te beraden, RUSLAND. Van het Oostelijk Oortoqsterrein. BERLIJN. Rapport van den generalea staf voor ©enige dagen onder opperste leiding van veldmaarschalk Hindenburg in gezette offensief leidde tot groote resul taten. Het leger-Von Below, dat den 14en bij en noordelijk van Koerschany de Windau overtrok, bleef terrein winnen4 Onze cava lerie sloeg herhaaldelijk do vijandelijke rui- ter ij uit het voideif officieren en 2450 man werden gevangen genomen, terwijl dr;e kanonnen en vijf mitraiileurs werden buit gemaakt. Onder de gevangen genomen offi eieren bevindt, zich de commandant van het 18e regiment scherpschutters. Het leger-Von Gallwitz viel de sedert be- gin Maart met alle middelen va. de rno- 'dern© versterkingskunst ingerichte Russi sche stelling ten zuiden en zuidoosten van Mlawa aan. In stormloop werden drie ach ter elkaar gelegen Russische linies ten noord westen en noordoosten van Prasnyz door broken en genomen, en Dzielin en Lipa be reikt. Door den van beide zijden aangebrachteD druk geschokt en opnieuw aangevallen, gin gen de Russen na ontruiming van Prasnvz den Hen terug op hun Binds lang in ge reedheid gebrachte opnameetelling Tsjecha nof-Krasnozeit9j, Reeda den 15en bestorm den de hen op de hielen volgende Duitschers ook deze stelling, braken er ten zuiden van Zielor.a over een front van zeven K.M. doorheen en dwongen den vijand tot den terugtocht. Zij werden ondersteund door de troepen van generaal Von Scho:z, die van uit Kelne aan de vervolging deelnamen. Sinds Vrijdag zijn de Russen over het ge. heelt front tusschen de Pissa en Weichsel op den terugtocht naar de Nare/linie. Het leger-Von Gallwitz maakt© in deze dagen 88 officieren en 17,500 man krijgsge vangen en veroverde dertien kanonnen, waaronder één zwaar; 40 mitrailleurs en zeven bommenwerpers. Het leger-Von Scholx maakte in het ge heel 2500 krijgsgevangenen en veroverde acht mitrailleurs. Nadat de verbonden troepen op het zuid oostelijk gevechtsterrein de laatste dagen aan den Boeg en tusschen Boeg en Weichsel een reeks Russische voorstellingen hadden genomen, ontwikkelt zich sinds gisteren op dit geheele front onder leiding van gene raai Von Mackensen een groote slag. Ten westen van de Wjepr, ten zuidwesten van Krasnostaw, braken de Duitsche troe pen door de vijandelijke stellingen. Tót neg toe vielen 28 officieren en 6380 man in wij voor die plaats aan en zagen tot onzen schrik, dat de branding vrij hoog stono evenwel moesten wij er over. Er behoort veel kunde en een goed oog toe, om met een „prauw" over een zware branding te komengemeenlijk zijn er drie brandingen, die niet ver van elkaar zijn verwijderd. Zoo haast is het vaartuig niet op den rug van de eerste, die het meesleept, of de roeiers maken bijna geen gebruik van hun riemen, uit vrees van over dezelve heen te schieten. Op het oogenblik, dat zij gaat breken, roeien zij eenige treden terug, doch ter stond snellen zij weder „voorwaarts" en worden door de storting met behulp der riemen als een pijl uit den boog op de rug der tweede branding gebracht en zoo tot de derde, die de zwaarst© is en de prauw op den oever werpt. Tegen alle verwachting, kwamen wij gelukkig er over. Ik had nooit gedacht dat het zoo goed-zoude zijn afge- loopen. De Malefers betoonden hier al hun kunst de laatste branding, die ons op hare rug medsleepte, wierp ons verre op den oever. Wij sprongen allen tegelijk uit het vaar tuig en spoedden ons naar het dorp Jambi. Wij hadden te Priaman onze bedienden bevolen om 's morgens ten 7 ure met onze paarden naar Padang te vertrekken en daar de weg welke zij moesten volgen door Jambi liep, hoopten wij, dat zij het dorp nog niet waren doorgetrokken. De bewoners verzekerden ons, dat de be dienden nog niet waren aangekomen, om den weg naar Padang te paard te ver volgen. 's Avonds 7 ure kwamen wij op de plaats onzer bestemming."

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1