Marinezaken. Correspond e n t i p. Uit Legsr en Vloot 'UB SDIiD^TEHVrCOURAKTT ^ah ZScSödag: 0 Juli 1919 10 tot 18 procent gestegen. De Minister kan omtrent verhooging daarvan geen enkele toe zegging doen. Doze zaak hangt te veel samen met de eisohen der samenwerking van het leger. Het spreekt vanzelf, dat als bepaalde groepen geholpen worden, andere daarvan de dnpe worden. lntusschcn is verloden jaar de oogst binnen gehaald, terwijl hot percentage der verlofgan gers nihil was. Toen echter was er do indruk van dreigend gevaar. Than9 is men aan den toestand gewend en gevoelt men de bezwaren méér clan verleden jaar; vandaar de order in zake het oogstverlof. Niet op zoo ruime schaal echter als bij het hooiverlof, want alle groepen moeten hun beurt hebben. Het is niet de be doeling, dat do arbeiders, die tevens kleine be drijfsleiders zijn, aan het verlof zullen onttrok ken zijn, maar de landarbeider moet thans maar eens wijken voor den loonarbeider in an- derp takken van volkswelvaart. Het verlof wordt nu gegeven door dén compagniescom mandant. Deze beslist, welke man het verlof krijgt; altijd binnen de grenzen der 18 procent. Deze methode is ingesteld in de nieuwe ooget- verloforder. Ook het deelnemen aan do verkie zingen voor de gemeenteraden werd slechts toegelaten binnen do gesteldo grenzen. De minister kan 'niet toezeggen, dat bij de verloven alle gunstige adviezen zullen worden gerolgd. Als do minister 10 adviezen krijgt, m verlof to geven, terwijl hij maar aan do helft verlof kan geven, dan moet hij de verloven wel halveeren. Op den geest in het leger werkt een com plex van oorzaken in. Ook het sterk naar voren brengen, en vooral in deze Kamor hot onderstreepen van alle klachten en klachtjes, werkt daartoe mede. Na nog enkele woorden van afgevaardigden en een repliek van den minister werd het wets ontwerp zonder hoofdelijke stemming aango- Landstorm. Hoewel do Commissie van Rapporteurs der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot nadere uitbreiding van den landstorm reeds osnigo dagen geleden bijeenkwam voor de vaststelling van het eindverslag, is dit laatste nog niet aan de Kamer uitgereikt. Wij vernemen in verband hiermede, dat de commissie nög over enkele punten nader overleg met den Minister van Oorlog heeft noodig geoordeeld. Landbouwvorioveri in den oogsttijd. De Minister van Oorlog maakt het volgende ip de Staatscourant bekend Alleen aan bedrijfsleiders on aan hen, die als zoodanig fuugeeren kan in den oogsttijd, wan neer aan den betrokken compies. (esks., battij., fort-, dets.)-commandant de noodzakelijkheid daartoe blijkt, een verlof worden verleend. Ou der bedrijfsleiders moeten ook worden verstaan smeden, wagenmakers, hoef inedon, loonmaaiers en loondorsehers in het bezit van ecne machine, zoomede pnardonhouders, wanneer deze dienst plichtigen met den landbouw in betrekking staan. In verreweg de meeste gevallen zal met een verlof van li dagen of minder kunnen worden volstaan, in geen geval zal het den duur van 3 weken mogen overschrijden. Het verlof waarom het hior gaat, mag naar verkie zing in een of meer perioden worden genoten, maar mag niet verleend worden aan do mili ciens die voor cerstc-oefcning onder de wapo- nen zijn en ook niet aan hen, die slechts in hot buitenland grond in eigendom ot in pacht hebben. Het verleenen van een oogstverlof aan ar beiders cu knechten is mot liet oog op do be langen van den dienst en die van andoren niet mogelijk en behoort dus achterwege te blijven, i De voor den hooibouw door den opperbevel- i hebber van land- en zeemacht aangegeven grens van 18 voor de afwezigen, mag ook na 1 Augustus a. s. ten behoeve van de oogst- verloven niet ïyorden overschreden. Belanghebbenden bij tarwe-, rogge-, aard appel-, haver- on bietenoogst dienen lum schrif telijk verzoek om verlof zoo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op een door den compies. (esks. battij-, fort-, dets)-commandant aan te geven datum in. Op bij andere autoriteiten inko mende verzoeken zal niet worden gelet. De compies. (esk.s battij, fort-, dets)-com mandant stelt persoonlijk oen onderzoek in (door ondervraging van den betrokken dienst plichtige en zijn clorpsgenooten, door nagaan van de controle-lijst on ndministrntiebo'ek, enz.) en vraagt bij twijfel advies aan het be trokken bemiddelingsbureau voor den land bouw. Hij regelt bot verlof zoo billijk moge lijk, rekening houdfcnde met de belangen van den aanvrager, maar ook met die van anderen, zoodat gegronde klachten over onrechtmatig heden belmoren te worden voorkomen. Door een bedrijfsleider reeds genoten hooi- bouwverlof behoeft voor oen gemengd bedrijf een verlof in den oogsttijd niet uit te sluiten. De compies (esks. battij, fort-, dets)-com- mandonton houden op do wijze, als aangegeven in St. é'K 1631 aantoekening van de door hen verleende extra-verloven in den oogsttijd en dienen deze opgave onmiddellijk na afloop daarvan rechtstreeks aan het Departement van Oorlog in. Deze en andere extra-verloven om oecono- mische redenen verleend, hebben, indien hot onvermijdelijk is, den voorrang boven de perio dieke verlovenofschoon dus met het oog op een goeden geest in den troep het streven moot zijn het periodiek verlof niet geheel of gedeel telijk stop te zetten, zal dat bij enkele onder deden niet altijd kunnen worden vermeden. Hieronder volgen ©enige gegevens met be trekking tot den aard en den duur van som mige oogsten in do verschillende provinciën; dezo gegevens zijn verstrekt door hot Depar tement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Friesland. Rogge- en graanoogst: tus schen 1 en 16 Aug. Aardappeloogst: in Sept. Bietenoogst: in Oct. Groningen. In het grootste deel van Groningen valt do oogst in d<3 2do helft van Juli en in Aug. Tn do veenkoloniën valt de roggeoogst in het laatst van Juli en het begin van Aug., de haveroogst in Aug. en de aard appeloogst voornamelijk in Sept. Deze laatste is van overwegende be tee ke nis. Drenthe. Aanvang van den roggeoogst 25 Juli: duur 3 weken; in de veenkoloniën 1 a 2 weken langer. Aardappeloogst in Sept. Overijssel. Do talrijke kleine gemengde bedrijven kunnen niet een masimum verlof aan den leider van 14 dagen voor rogge- en tarweoogst zeer goed volstaan. Aan bedrijfs leiders afkomstig uit do zeer lage landen in een deel van den Noordwesthoek, waar de hooi bouw niet vroeger kan eindigen dan omstreeks half Aug., mag tot dien datum hooibouw-verlof worden verleend. Rogge-oogst: 20 Juli10 Aug. Haveroogst: 10 Aug.eind Aug. Aard appeloogst: 15 Sept.—15 Oct. Gelderland. In vele bedrijven zal met een maximum-verlof van 14 dagen kunnen worden volstaan. Omtrent het begin en hot ein de van den oogsttijd voor rogge, tarwe en haver werden geen gegevens ontvangen. Noor d-B r a b a n t. Voor bedrijfsleiders op den zandgrond in hot oosten van de provincie kan met een verlof van 14 dagen worden vol staan (tijdperk word niet opgegeven)voor bedrijfsleiders in hot westen van de provincie wordt voor den rogge- en tarweoogst een ver log van 14 dagen tusschent 20 Juli en 20 Aug. noodig geacht. Voor den aardappeloogst 14 dagen Tan af half Sept. Voor den bietenoogst 14 dagen tegen het eind van Sept. en in Oct. Jj i m bu rg, In het noorden en midden van do provincie wordt voor den rogge-oogst ten hoogste 14 dagen verlof gevraagd (tot half Augustus). Zeeland. Voor den rogge- en tarwe-oog1 is voor bedrijfsleiders een verlof noodig van 14 dagen tusschen 1 Augustus en 15 Sept. Voor den aardappel- en suikerbieten-oogst wordt aangegeven een verlof van 14 dagen tus schen half Sept. en eind Nov. Z u i d-H o 11 a n d. Omtrent aard en duur der oogsten werden geen gegevens ontvangen. Noor d-H o 1 land. De oogsten in dezo provincie heben plaats in de maanden Augus tus en September. Utrecht. Rogge-oogst: van eind Juli tot begin Aug. Tarwe-oogst: tweede helft van Aug. Aardappeloogst: Sept. en Oct. Vlootbouw. In de Tweede Kamer hebben do bcraadslagin gon plaats gehad over do wetsontwerpen tot verhooging van hoofdstuk VI. der Staatsbogroo- ting en van hoofdstuk I der bc.grooting van uit gaven van Ned.-Indië voor 1915. Korter gezegd, liepen de' beraadslagingen over den vlootbouw en hoofdzakelijk over den aanbouw van twee kruisers en vier onderzeebooten. Dit onderwerp was vervat in het eerste artikel en vond nogal tegenkanting. Toch* laten we dit dadelijk zeg gen, het werd aangenomen mét 46 tegen 21 stemmen en daarna volgde aanneming van ketf geheelo ontwerp zonder hoofdelijke stemming. Donderdag was bij deze beraadslagingen de Minister van Marine (de lieer Rambonnet) aan het woord. Het zou ons hier te ver voeren om do geheele rede van den Minister over te nemen, wij halen er dus enkele, de meest belangrijke deelen uit aan. O. a. blijkt uit de rede, dat do Minister niet, voornemens 'is heb bij dezo twee kruisers te laten. Loopt de aan bouw ar, dan is de Minister voornemens nog twee kruisers en vier onderzeebooten te laten bouwen. Aan vier kruisers heeft men zeker nog niet voldoende, maar do Minister meent, dat het plan van de Vlootwet nog het beste plan is, als het financieel uitvoer baar is, omdat een klein land als het onze geen agressieve bedoelingen heeft. Men mag rekenen op steeds bestaande tosenstelling van belangen der groote mogendïieden, als nien zelf zijn zaken goed behartigt. Do afgevaardigde Bichon van IJsselraonde had grootere onderzeebooten gowenscht, maar, vraagt de' Minister, weet hij dan niet, dat een proef in Engeland met een „Nautilus" van 1700 ton een mislukking is gebleken? Zeker zijn er enkele onderzecbooten van meer dan 1G0O ton maar met de opvoering van de waterverplaatsing degenereert de onderzee boot. De Duitschers hebben dio booten inge richt voor den handelsoorlog, wat toch nooit in onze bedoeling kan liggen. Bij het Duitsche systeem zit het luehtliehnam binnen in de boot. Bij het onze heeft men de kasten binnen in het luchtliehaam. Men kan daarin dus zwaarder afvoerings-wërktuigen zetten, omdat in de boot meer ruimte is. Men heeft ook Frankrijk aangehaald, maar Frankrijk heeft in zijn fabricage van onderzeebooten groote sprongen en schommelingen gemaakt, en werkt met stoommachines in die booten. Dit heeft zijn bezwaar met de afvoering der verbrandings producten. Overigens staat vast, dat de teoh- niek thans reeds standaard-cischen stelt voor do onderzecbooten. waar men niet meer van af gaat. De groote mogendheden kunnen ovorigons gemakkelijker dan wij op dit gebied proefuomingen nemen. Aan een groot door stoom gedreven onderzeeschip valt in elk ge val op dit oogenblik voor ons niet to denkon. Wat het .aantal ontslagaanvragen van offi cieren aangaat, de Minister doet daaromtrent eenige mededeelingen. Na den oorlog hebben ontslag gevraagd 3 luitenants-ter-zee tweede klasse, 1 luiten an t-ter-zee derde klasse en 1 officier van administratie. Vier van deze aan vragen zijn ingewilligd, tegen den afloop der mobilisatie. Met de scheepswerven, die de booten bou- wen. zal gecontracteerd worden ntulat de ge vraagde prijzen zullen zijn gecontroleerd. De Minister kan den beer Van Nispen (Rheden) niet mededeelen waar de schuilplaateen en steunpunten voor de kruisers zicb in Indië be vinden. Uitbetaling vergoeding levensmiddelen 3-lll-4e Reg. inf. Eerste plaatsing. Onderstaande personen allen gediend heb bende bij 3e Gompie. III Bataljon 4e Reg. Infanterie worden verzocht ten spoedigste hun tegenwoordig adres aan den Serg. Ma joor Adm. op te geven v/d. Krogt, Bokhoven, Roze- boom, Broer, Wieten, Hoogen- d ij k, v/d Graaf, Koetsier en Balver, allen van de lichting 1916. J. v. O. te Udenhouk Ja, wanneer zijn finan- eieele omstandigheden die ondersteuning noodig maken. Aanvragen bij den Burgemeester. R e d. II. J. te Rottummeroog. U moet nu weer op :nv gewone beurt wachten. R e d. Serg. H. V'. F. B. te Nispen. Allo losse nummers zenden wij franco too na ontvangst van 1 cent per exemplaar aan postzegels. Red. M. I,. K. l© Aardenburg. Verbondon als chauffeur krijgt men f 3 por dag plus even tueel© inkwartiering met voeding* ot deelname aan do soldatenmenage. Als mi).-soldaat voor dezen dienst- aangewezen ontvangt men de ge wone soldij, enz. «Red. O. L. L. te Zuiddorpe. C moet onder om- schrijving van de daad. de reddingsmedaille aanvragen bij do Maatschappij, tot redding van Drenkelingen, Rokin. Amsterdam. Red. Mil. serg. S. to G. Voor ros. 2o luitenant- kwartiermeester bestaat op 't oogenblik geen afzonderlijke opleiding. Wel voor militie-offi cier of serg.-majoor-administrateur. Om bij dezo opleiding geplaatst te wordon dient men zich to wenden tot zijn compagniescomman dant, van wieD u bijzonderheden vernemen kunt. Red. Vestingartillerist, Kampen. Geen recht op pensioen. Gratificatie, als gunst, kan per request aan den Minister van Oorlog worden aangevraagd. Red. W, 1\ te Willemstad. Bij verlof bestaat ook ■oor u recht op vergoeding wegens gemis van levensmiddelen. Red. Mil. sold. Sell, te Venlo. Zijn adres is: Korp. Kox, 3o comp. 2o bat. grenadiers le divisie 'eldleger. Red. C. H. te 's-Gravenzande. Dat is door ons niét to zeggen. De commandant maakt zulks uit in verband met de eischen van den dienst. Red. W. V. te Krabbendgke. In no. 129 van ons blad vindt u de volledige bepalingen inzake vrij vervoer. Meer is ook ons niet bekend, maar daarin kan ieder zelf nazien, waarheen hij kosteloos reizen kan. Red. W. do V. te Borteldonk. lo. Aangewezen om als motorrijder dienst te doen ontvangt men voor het gebruik van zijn motorrijwiel f 1 toelage per dag. Hoogere rang is hieraan niet verbonden. 2o. Indien gemotiveerd, kan voor buitenlandsch verlof een request aan den M. v. O. worden ingezonden. Zorgen voor de noodige passen bij den consul van het land, waar men heen wil. Kosten ons niet bekend. Red. .T. K. te Krabbendijke. Wij hebben het door u bedoelde niet, maar wend u tot mr. Loosjes, secretaris van de Vcreeniging tot Verbetering van den Volkszang, Leidschegracht 117, Am sterdam. Deze kan u helpen. Red. Korp. B. te Soerendonk. Waarschijnlijk moet U tot de demobilisatie blijven. Maar dit lijkt ons thans nog niet met zekerbejd te zeggen. Red. Engelsche Handelscorrespondentie. Mil. J. Bokmen, hotel Hobbel, Ooltgens- )laat, vraagt of er in de stelling van het Hol- andsch Diep en Volkerak evtl. een landweer man of milicien is, die in staat is, les to geven in Engelsche Handelscorrespondentie. „Mocht er evtl een persoon zijn die bereid en in staat is mij. desnoods tegen vergoeding, zulke lessen te geven, dan zou ik hiermede zeer gebaat zijn." Men schrijve dan aan bovenstaand adres. Generaal Roessrri. Dit is het portret van den man. op wien Rusland nu zijn hoop heeft gebouwd. De neer lagen der Russen in de laatste weken in Ga- licië wijt men natuurlijk ten dode aan do legerleiding en grootvorst Nico!aas, do genera lissimus, heeft iets van zijn populariteit inge boet. En nu herinnert men zich ook weer gene raal Roesski, den man, die in de eerste maan den van den oorlog zegevierend opdrong iu Galiciö en Lomberg innam. Maar hij kreeg toeu „verschil van meening'met denopperbevel hebber, generalissimus grootvorst Nioolaas, en 't govolg was.... een onbepaald verlof wegens ziekte. Nu denkt men weer aan hem en inea herinnert zich, dat hij een der beste strategen is in het Russische leger. Er zou sprake van geweest zijn hem tot opperbevelhebber te be noemen, maar daar was do groobvorstenpartij tegen en hij wordt nu bevelhebber van het Noordwestleger, onmiddellijk onder grootvorst Nicolaas en met lxm-aniWs oiachtsbevoogd- heden. Do beëediging van luitenant Van Duysberg. Woensdag had in het Malieveld te 's-Graven- hago do plechtige beëed.giug plaats van den bij liet regiment Grenadiers benoemden reserve- 2e-luitemmt W. J. van Duysberg, Ridder der Militaire Willemsorde. Luitenant. Van Duysberg, die zoodra ons leger gemobiliseerd werd, als vrijwilliger in dienst trad, word achtereenvolgens aangesteld tot korporaal eu sergeant en bij Kon. Besl. •nn Juli j.l. benoemd tot officier. Tijdens den Boxeropstand in China was luitenant Van Duysberg als tolk verbonden aan het Nederlandsch gezantschap te Peking en onderscheidde hij zich bij een aanval op het. gezantschap dermate, dat zijn benoeming tot Ridder in do Militaire Willemsorde volgde. Nadat het regiment Grenadiers in gesloten bataljons carré was opgesteld, werd de ban geopend en presenteerden de bataljons het geweer. Hierna volgde voorlezing van het Kon. Besl. waarbij luitenant- Van Duysberg benoemd werd. Vervolgens legde de nieuw benoemde offi cier,- met het regimentsvaandel in de linker hand, don eed af in handen van den regiments commandant luitenant-kolonel jhr. Van Such- telen van da Haare, adjudant ran Z. K. H. don Prins der Nederlanden. Hierna werd de ban gesloten. Nadat de regimentscommandant den jongen officier aan liet regiment had voorgesteld en do onderofficieren en minderen had bevolen hem in alles te gehoorzamen, richtte de overste zich tot luitenant Van Duysberg, wenschte hem geluk en heette als zijn chef hem hartelijk welkom in het regiment. Wijzende op den eed zoo juist door den luitenant afgelegd, sprak hij de verwachting uit, dat de luitenant dezen in alles gestand zou doen. Uw verleden geeft mij recht, zei de overste, te verwachten, aat gij dit in elk opzicht zult doen. Reeds als burger hebt ge u zóó verdien stelijk gemaakt voor het Vaderland, dat het eeremotaal voor Moed, Beleid en Trouw u werd toegekend. Do grootste onderscheiding voor den soldaat. Wij zijn daarom des te meer ver heugd u in ons midden op te nemen. Aan uw wonsch is thans voldaan, gij kunt u voortaan wijden aan de eervolle taak van den officier. Deze taak echter legt u dure verplichtingen op. Wanneer onze geliefde Koningin u op roept om de onafhankelijkheid van ons land te helpen verdedigen, of do inwendige rust van het land te helpen herstellen en deze taak u zwaar mocht vallen, zoodanig dat ge tekort zoude schieten in het vervullen van uw plicht, wondt u dan tot de oudere officieren, gij kunt dan verzekerd zijn van hun steun en hulp. Ton slotte hoop ik, dat gij nimmer zult ver geten to behooren tot het regiment Grenadiers; het zal u bekend zijn, dat. daarbij te dienen, eeno eer en eene onderscheiding is. To groo- ter eer daar ge ingedeeld zijt bij het le batal jon, hot „Koningsbataljon". Hierna wendde de regimentscommandant zich tot de officieren van het regiment om den luitenant aan hen voor te stellen, ver trouwende, dat zrj den jongen officier zullen tegemoott roden als ware kameraden en ware Grenadiers. Na nog een kort woord van dank gericht te hebben tot do aanwezige familieleden van luitenant Van Duysberg en de belangstellen den. voor hun aanwezigheid, defileerde het regiment onder de opwekkende tonen van het ..Turf in jo ransel" der Kon. Mil. Kapel, voor den nieuwen officier. Do plechtigheid werd bijgewoond door den brigade-commandant kolonel Habbema. Oorlog l Mil. C. J. O. Mensc schrijft ons van fort Rijnnuwcn Doodseho stilte, een stilte welke de storm voorafgaat, heerschte op Fort Rijnauwcn. 't Was geschied. Wacht 4 had een ultimatum gestuurd aan Wacht 3. Do oorzaak? Ja, wat was daarvan do oorzaak? Om deze te verklaren ben ik genoodzaakt, eenigen tijd terug te gaan, en die dingen te beschrijven, welke aan den Oorlog voorafgingen. 't Was zeven uur. Appèl! Onze Majoor De Nooi, (de Moeder van Fort Rijnauwcn) begon weer regelmatig zijn dienst. Kanierwachts voor Twaalf infanteristen kwamen naar voren en gingen, door den majoor genoteerd, weer heen. Geëmploieerdcn voor, werd er weder gekomman doerd. Maar nu kwam er een drom men,■alien naar voren, waar 't einde haast van weg is. Timmerlieden, vaste grimktdrnaiers, privant- reinigers, lampenisten, karrijders, elcctricicn- (zonder vakkennis), bijkoks, vaste corveeën., oppassers kaptein, luitenant, majoor, sergeant, rustkamers en sehillevrouwon, Soldatencournn- tenverkoopors, Witters, gamollenschuurdoi-». vlechters, houthakkers, ordonnanceD, bricvcn- facteurs, ondercufieicrciibcdienden. cnwa terstoker*. Misschien waren er nog meer. maar men mag wel een hoofd als een ijzeren ?nt hebben, om dit allen uit elkaar te houden. Infin, do majoor kweet zich als gewoonlijk, uit stekend van zijn lastige taak, cn als er eentje het waagde, zich uit te geven voor 't geen hij niet was, werd deze onverbiddelijk terugge stuurd. Toch waren er eenige personen, dio 't .steeds weer probeerden, in den grooten drom mee to loopen. Ken klein voorl>eeld. Namen zal ik niet noemen, zij die dit lozen, weten heel goed wie het zijn. Op een keer riep do majoor als naar gewoonte: „Geëmployeerden voor!" En 't zelfde verschijnsel. Een hooien drom kwam naar voren .stuiven!. Wat ben jij? (werd er door den majoor gevraagd.) Ik, eorveeër irajoor. Jij, wil je wel eens maken dab je wegkomt; ga maar terug hoor! Nou ja majoor, maar ik probeer alleen maar of ik 'ter niet door Icon slepen. En jij? Ik? houthakker majoor. Wat., houthak ker, en er is geen hout meer te hakken. Wou jij dat baantje soms zes weken volhouden, orn zoo een goeie lijn to hebben en in 't gras te kunnen liggen. Nou majoor, dat nu niet, maar als er geen hout rneer to hakken is, kan n ook zien dat wij hard gewerkt hebben, en komt on- nu wel een dagje rust toe. Ga weg, gauw, maak dat je wegkomt, zeg ik je. Ik zal je laten wer ken, tot het zweet je van 't voorhoofd loopt (dit met een Tango-gebaar). En zoo ging dit nu eiken dag. Totdat er een verandering kwam. Reeds langen tijd was er door de mannen van Wacht drie, met scheeve oogen gekeken naar de baantjesgasten van Wacht Vier, en werd de majoor er op een goeden keer over aangesproken, en 't volgende gesprek ontspon zicli. Majoor, wanneer krijg ik nu eens een baantje; ik ben nu al haast een jaar op 'fc Fort en nog nooit heb ik een baantje gehad. Ook door nog eenige anderen werd hetzelfde gevraagd. Wat. jullie een baantje, neen hoor, ik zou je danken, jullie zijn niet vertrouwd ge noeg. Men kan jullie geen baantje geven, want dan komt er toch niets van terecht. Waarom majoor, dat weet u toch niet, want u heeft 't nog nooit met ons gc-probcerd, en nu gaat u ons al veroordeelen. O, dacht je soms dat ik jullie niet kende? Dat heb ik vaak genoog on dervonden. Net als met dat houthakken. Pas waren jullie ingedeeld, en loopen zo te zwaaien met het hakmes, voor de majoor, alsof ze wil len zeggen: „Ziet a wel majoor, hoe hard of wij werken", maar zoo heb ik jullie den rug toegekeerd, of successievelijk verdwijnt 't span netje naar hun kamers, en daar zitten ze, fmaakt eenige komische bewegingen van kaart- geven), met een groote kees tabak achter hun kiezen, totdat ik opeens hoor: „Jongens, daar heb je de majoor, daar komt ie an!" Weg zijn de kaarten, en dan kan ik jullie weer van do kamers afjagen. Neen, jullie krijgt van mij geen baantje. Nu ja majoor, maar u moet niet aan 't spreekwoord denken„Die eenmaal steelt, blijft steeds een dief!" U ziet zelf dat ik in den laatsten tijd goed oppas. In den be ginne had ik altijd straf, maar nu niet meer, dus dacht ik wel dat ik nu eens in aanmerking kon komen. Ja, dat is wa3r, hij doet nu erg zijn best, we hebben nu heelcmaal geen last meer met hem (wordt er door een sergeant, welke het gesprek bijwoonde, aan toegevoegd). En ik dan majoor, ik krijg ook nooit een baantje. Jij, je bent geen baantje nut. 't Is jou niet te doen om dat baantje, maar alleen om een goeie lijn, dan kan je op je kamer voor drachten zitten schrijven. Neen hoor, jij moet werken, hard werken, dat is gezond voor je. Je hebt toch al zoo'n verdachte kleur, en als je op je kamer blijft zitten, ben je er heclemaal gauw geweest. Je haalt de 40 toch al niet. Nu majoor, ik geloof u gaarne. Maar als ik, zooals u zei zegt, toch geen veertig jaar meer word, laat mij dan, dio paar laatste jaren welke ik nog te leven heb, ook geen werk meer verrich ten. Laat ik dan een rustige ouden dag hebben, zoodat ik kan zeggen: Mijn laatste rustige levensjaren heb ik geheel te danken aan onzen Majoor De Nooi (algemeen gelach). Nu, ik zie wel, ik laat me weer door jullie overhalen. Welk baantje zouden jullie graag willen hebben. Waterstokers? Ja! ja! ja Majoor!! Nu ser geant, u bent toch van Wacht drie, schrijf ze dan maar op. Maar denk jullie erom, dat er gewerkt moet worden hoor, en met Zaterdag te beginnen. Ja 1 majoor Nu. jullie hebt 't pleit gewonnen. Dat. geeft u ons toch niet tot ver wijt majoor? Neen, maar 'tis toch mooi als ik zeg dat jullie 't pleit hebt gewonnen. Ja majoor, maar dan zeggen wij ook: „Wee den Overwonnenen De slag was gevallen. Als een loopend vuurtje verspreide zich 't bericht over 'tFort: Wacht vier heeft geen waterstokers meer, Wacht drie levert ze voortaan Algemeene verbittering in Wacht vier. En nu, de Oorlog, dat vreeselijke monster is ophanden. Elk oogenblik kan do botsing plaats hebben. Eerst moet Wacht drie nog Generaal Picardo de Natte overlaten komen, en dan gaat 't er op los. Maar mocht deze, wat niet te hopen is, niet kunnen, komen, dan bezitten zij toch nog Generaal Joetje de Geweldige. Maar wij hopen dat 't alleen bij bedreigingen blijft, en dat diplomaten, zooals Majoor Do Nooi, den vreeselijken strijd, welke er uit zal breken, zal weten af te wenden. Dan kunnen wij de toekomst, welke er thans voor Wacht drie aanbreekt, met blijden lach tegemoet gaan. C. J. C. MENSE. Fort bij Rijnauwen, 14-7-15. Mobilisatie-Huwelijk. Zeemil.-kustw. G. Dunt Jr. schrijft ons: M. K. W. post 30 bezit ongetwijfeld nog flinke mannen, mannen van ondernemingsgeest en vooruitstrevendheid. Zelfs e'e gruwelijke oor log en de drukkende mobilisatiestrijd hebben 'hen niet kunnen afschrikken een stoutmoedige daad te volbrengen. Misschien uit jaloerachheid of waarschijnlijker aangemoedigd door onze oollcga en vriend A. P. de Korver uit Sliedreoht, dio ongeveer 2 maanden geleden in het huwelijksbootje stapte, heeft ook heden collega No. 2, n.l. Bart Pieter Baay uit Tholen, het meisje, dat hij nog tot voor korten tijd zijn verloofde noemde, tot vrouw gemaakt. Gefeliciteerd „Bart", een gelukkig huwelijk hoor! Evenals bij De Korver. hebben wij ook heden weer besloten dezen dag van gewicht voor „onze Bart" niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Van zijn bruidsdagen gebruik makende, heb ben we hem een stoffelijk, blijk van kameraad schap, bestaande uit eenige praktische huis houdelijke artikelen, met enkele hartelijke woor den aangeboden. Ongeveer met de volgende woorden sprak Baay zijn dank uit „Collega's en Vrienden van „Post 36", „Het is mij zeer aangenaam dit geschenk ter gelegenheid van mijn huwelijk van jullie te mogen ontvangen. Het is een bewijs hoe goed de kameraadschap onderling is. „Ik gevoel mij dan ook ten zeerste verplicht, mede namens mijn aanstaande echtgenoot©, jul lie allen onzen oprechten dank te betuigen. „Wanneer do tijd eens weer aanbreekt, dat wij allen weer in do burgermaatschappij tcrug- keeren en ik zie dan op dit geschenk neor, dan is dat voor mij een aangename herinnering, al was toen de tijd zeer ernstig. Nogmaals, mijne vrienden, bemanning van post 36, mijn harteüjkcn dank." Een flink, uit volle borst, driewerf „hoera!" was het. slot van deze kameraadschappelijkheid. De strijd in Galicié heef: in den laatsten tijd dien ie Polen wel wat op den acht'- grond gedrongen. Waar t hot ook, dat daar niet z< -1 hovig werd gevochten, dat do strijd zich ineer concoj.-' treerde in Galicië. Than - wordt dat allengs ander.*, nu do Russen in GaliciS en ook in do Bukowina steeds meer naar !t Oosten zij gedrukt, moeten ook die in Polen achteruit, en word- dus ook daar de stnjd hervar. i Maar hier bieden do Russei grooter tegenstand en voor-a: m de laatste dagen ont spinnen er zich hardnekkige gevechten, waarin van beide' kanten verwoed gestreden wordt, zonder dat er resultaten van belang worden behaald. We geven nog eens weer een kaartje van dit oorlógsterrein. Vooral fns-srhen Weichsel en Boeg, in den omtrek van Krasnik en Lnblin, werd fel gestredon n de laatste dagon. Een afscheid bij het 19e Reg. Inf. De Miliciensvan de 3o Sectie 2o Bataljon schrijven ons Heden was het do laatste dag, dat do Ser geant Slingerland do 3o Sectio leidde. Toen Vrijdag 23 Juni bet bericht kwam van zijn over plaatsing naar Gouda, was het eerste woord van allen: hoe jammer toch, pas moesten wij onzen Kapitein Van Ingen Schouten missen, en nu moest ons dit lot weer ten deel vallen. Wat Sergeant Slingerland voor ons geweest is, laat zich beter gevoelen dan beschrijven, temeer daar hij de laatste is die vanaf de mobi lisatie nog bij de 3e Sectio was en die ons allen steeds met al zijn krachten hoeft bijgestaan om het ons zoo aangenaam mogelijk te maken. Geen wonder dan ook dat er zich een band be gon te leggen tusschen de manschappen en den sectiecommandant, dio steeds hechter werd naarmate de mobilisatie in dagon toenam. Als hij dan ook bij de Sectie verscheen, kwam er steeds een aangename en gezellige geest onder de manschappen. Dit stemt altijd tot. genoegen en vooral in dezen zoo moeilijken tijd, als een Sectiecommandant op zijn mannetjes rekenen kan cn wederzijds de manschappen op den Sectiecommandant. Geon wonder dan ook dat we hem met leede oogen zien vertrokken. Wij betuigen dan namens de 3e Sectie onzen op rechten dank, hopende dat het hom in Gouda goed moge gaan. De Milicien W. SMIT, 4e Comp., 2e Bat., 19o Rog. Infanterie. Kranige marsch-prestaties. Men schrijft van militaire zijde aan de „Nieuwe Courant" Gedurende de door een infanfcerie-brigade go- houden oefeningen tegen do N. H. W. in de afgeloopen week, werd een kranige marsch- praestatie verricht door een der compagnïën van het 22e reg. infanterie. Na het einde van de laatste nacht-oefening keerde de brigade naar haar garnizoen terug. Bedoelde compagnie heeft, de nachtoefening door zwaar terrein inbegrepen, daardoor in 24 uren ongeveer 60 K.M. afgelegd, en kwam niet alleen zonder één achterblijver in het kwartier terug, doch heeft ook gedurende den geheelen marsch geen enkelen tijdelijken uitvaller gehad. Des to flinker is deze praestatie, daar het hier niet gold „vrijwillige deelneming", doch een bevolen dienst van de geheele compagnie, terwijl ook de vorige dagen de krachten niet gespaard zijn. Dankbetuiging. Hiermede betuig ik mijn hartolijken dank, ook namens mijn vrouw, aan allen die hebben bijgedragen, tot het verkrijgen van het mooie cadeau, bij gelegenheid van mijn huwelijk ge- schunken, inzonderheid aan het kader en man schappen van de afdceling „Blauw". P. STEKETEE, 2-IH-14 R.I. Dankbetuiging. Ik gevoel mij gedrongen, op dezo wijze uiting te geven aan mijn© dankbaarheid, welke ik verschuldigd ben aan do le Comp. van het 42e Bat L.W.I. voor het prachtige cadeau, dat ik bij gelegenheid van mijn huwelijk van hen ont vangen mocht. Dit zal voor mij een voortdu rende herinnering wezen aan de goede ver houding tusschen mijne kameraden tijdens deze lange mobilisatie. Mede namens mijne echtge noot© nogmaals hartelijk dank. J. VAN DER PAS, lo Comp. 42© Bat. L.W.T. SPORT. Voetbalcompetitie voor Leerdam e. o. 35e Bat. 4e Cie. L. W. inf. IFort Diofdijk I, 14 Juli 1915. Landweerplichtige F. A. des Tombe schrijft ons Het was 12 uur. Een zware regenbui deed bijna alle hoop vervliegen, dat de belangrijke wedstrijd van de 4e Comp. tegen het Fort Diefdijk in duigen zou vallen; na een half uur klaarde het echter op en toen om half twee de wedstrijd een aanvang nam, was een talrijk enthousiast publiek aanwezig, zooveel zelfs, dat alle zitplaatsen bezet waren! Daar de bekende voetballer De Korver den toss had gewonnen, trapte Diefdijk af en al spoedig bleek dat beide partijen er alles op zouden zetten om te win nen: Diefdijk kon daardoor kampioen zijn, de 4e Compagnie had ook die kans nog, daar ze dan nog tegen Nieuwesteeg een beslissingswed strijd zou moeten spelen. Het begin was een verkennen van. het terrein, maar al krachtiger werden de aanvallen van de 4e en het duurde dan ook niet lang of Luit. Levy scoorde met een harden schuiver: 1O. Fanatiek viel Dief dijk hierna aan, maar het samenspel van de landweermannen zat zoo soliede in elkaar, dat er van doorheen komen geen sprake was. De Korver wa3 overal op zijn plaats en zijn prach tig spel bracht allen in verwondering. Een half uur was verstreken, of andermaal scoordo de 4e Compagnie met een zeer mooi schot en nu scheen de fut er hij do Diefdijk uit te zijn. Captain Van der Eist moedigde dan ook terecht zijn mannen aan en zclvo zuiverde hij als back met mooie zuivere schoten zijn terrein. De Korver, bij ondervinding wetende, wat het zeg gen wil op een wedstrijd in het voordeel te zijn, zette er alles op om de voorsprong te ver- grooten. Op allerlei wijzen draaide hij tusschen do verdediging door en op betrekkelijk verren afstand loste hij een schot dat doel trof. 30. Met dezen voorsprong werd spoedig daarop door scheidsrechter De Vries rust geblazen. In middels was de belangstelling voor dezen wed strijd nog grooter geworden door het bezoek van de H.H. Officieren, Kapitein Lens, voor zitter der Sportcorr. missie voor Leerdam e. o», le-Luitenant Gerritsen, lid dier genoemde commissie en le-Luit Kluyt, welker bezoek door do spelers zeer cp prijs werd gestold Na de rust zette Diefdijk er alles op om het verloren terrein te herwinnen. En het is hun inderdaad gelukt door hard werken, speciaal van hun captain. Van de backplaats naar de voorwaartslinie overgegaan, kwamen de 2 laat ste goals dan ook van zijn voet. Bravo! De eerstgemaakte van de drie goals had echter voorkomen kunnen worden, ware het niet, dat na een „hands"bal van een der backs binnen het strafschopgebied en waarvoor niet gefloten was, de toesnellende De Breter den bal inzette. Toch was het geheele elftal na de rust veel sterker en was de 4e Comp. geheel terugge drongen. Intussehen was de zon te voorschijn ge komen, waarbij' eenige wind, welken thans de 4oComp. tegen had, zoodat hot den voorwaarts er niet gemakkelijker op werd gemaakt, terwijl ook dc achterhoede het zwaai* te verantwoorden kreeg. Kortom, bij twee doorbraken doelpuntte Van der Eist. Kort daarop is het tijdeen ge lijk spel is het einde. Een fotograaf zorgde voor vereeuwiging-van deze ontmootingdo 2 elftallen roet eenige loden van do sporteommissio zullen apoodig aan sportliovond Nederland kunnen tonnen, dat ook in I/oordam o. o. do voetbalsport onder do mili tairen hoogtijd viert. Eeno beHliïïsingRwodstrijd tuwjehon Fort Diof dijk en Fort Nieuwesteeg zal nu moeten uit maken, wio do uitverkoren ksimpiocn zal zijn. Wedstrijd 4-11-13 R. I. MiL J. B. Beurs schrijft ons Zondag 11 Juli word in Maastricht e»-n vo balwedstrijd gespeeld tusschen c-n militair Xl tal cn de v oc tlx»I v croc ni ging „Zwart Blauw Het militair Xl-i&l was samengcsUdd tji spelers van <1© 4© Compagnie van hut 13e Rep II Bat. Inf., dk> veel te danken hebben aan d» hulp van den sergt.-majoor I'ioderiet, dio, ni«-t - tegenstaande do drukte op hot bureau, tot hc-t einde toe meegewerkt heeft voor het ringen van den wedstrijd. Jammer genoeg dat wij op het laatste oogenblik de hulp moesten inroepen van twee Lajidstorrasoldatcn, door bet niet. op komen van twee spelers. Als om kwart voor rier de ©ehoidsrechter Jamin beginnen blaast, stellen beide elftallen zich als volgt op Militair XI. miL sold Dankbetuiging aan allen van den Staf 4e Divisie (Van den kok H. C. v. Rossom.) Cjeachte Redacteur van de Soldatencourant, Nu ben ik ook weer bij de hand, En hoopt u dit nu weer wil plaatsen, Met dank van mij en van mijn naaste. Wij hebben gelezen in uw courant een aardig gedicht, Dat ook aan ons nu was gericht, En daarvoor hartelijk dank van ons alloa, Vooral aan Zigerius en do andere in getallen. Het deed ons een groot pleizier, O? hadden wij hieraan geon zier, Wij hebben gezien dat 't allen goed smaakte, En een pleizierigen dag er van maakte. Want het is meer als eens geweest, Dat het iedereen niet is naar zijn geest, Maar dat was nn hier wel 't gerval, Bij allen, ruim honderd in getal. Daarom, Lang Levo de Staf der 4o Divisie, En hopen er komt onder ons nooit ruzie, Ook Lang Leven de officieren V3n den Stsf, Die ons allen dit feestje gaf. H. C, v. ROSSEM, Kok, Staf 4e Dvi&ïc. Uit Ooltgensplaat. (Van mïL J. A. van Hurck.) Ofschoon ik de kroon des dichters niet draag, Geloof ik, dat ik het nu ook maar eens waag. In de hoop dat u geen hooge eischen zult stellen, Zal ik eens wat uit de Plaat vertellen. Vergeef me, dat ik eerst even verzin. Enfin, 'k zal beginnen met het begin. Dec Zondags aan den steiger is het plezant, Dan ziet men do dames net en galant, Langs den dijk hoen en weer steeds loopen, Terwijl zp stiekum op een avontuurtje hopen. Hebben z'er eindelijk eentje vastgegrepen, Natuurlijk liever mot gouden, dan golo of zon der stropen, Vlijen zij zich in het welige gras ternoer, Naast zich de verliefde( militaire lieer. Wat er verdir gebeurt, daar zal ik over zwij gen,' Anders zal ik met vele dames ruzie krijgen, En daar heb ik het. nu waarlijk niet op, Want de Plaatsche dames zijn „Engels" in don dop. Gaat men verder, op den dijk van den molen, Dan.... Ja, ik zog het onverholen, Het mooie gezicht, dat men daar dan zie-:. Je staat er paf van, geloof hot of niet.' Dan op het hoekie, 't café even in, Daar is het heerlijk, netjes cn kedin; Do hotelhouder staat klaar en zegt: Waarde vriend, Hic-r wordt je vlug en netjes bediend. Of niet, staat or achter, maar dat hindert niet. In O.-plaat verlaat de vreugde jo niet. Gaat men dan buiten en kijkt eens in 't rond, Daar slaat de een den ander tegen den grond. Ja, ze zijn nu werkelijk aan 't kloppen. Maar.... daar komt do politie op ao proppen. Ja, het is zeker en geloof het van mij, Die is direct overal en toch nergens bij, Wie zijn aan 't vechten? vraagt men subiet, Men krijgt ten antwoord: Jan, Kees of Plet. Dan volgt er weldra een proces-verbaal Over dat groote reuzonschandaal. Is de volgende avond dan aangebroken, Hoort men: er is een arrestant uitgebroken. Die man was werkelijk nergens te vindo En zat op 't laatst in de kast van zijn beminde. Men ziet dus, 't gaat-zooals 't gaat, Altijd afwisseling in Ooltgenspla^t, Toon is het hior werkelijk hooi good. Jammer dat ik het weer verlaten moet. Doch vrienden, bekenden, treurt nu maar niet, Geloof me maar, ik vergeet u „subiet"! EEN GEDETACHEERDE. mil korp. mil. rold. Jonas Prulkoira nriL sold. rrriL korp. mil. sold. Bours Kreusch Gilisvcu nriL korp. L. sold. mil. sorgt. Verhoeven Ronda Ulrich mil. sold. L. sold, v. d. Moulen Mesters Zwart-Blsar Verhoeren Hoogeboom Nijs, W., Niesten v. Golden Nijs, J„ N3js, L„ Candfil Frissen Sqen Bergmans. Boido partijen pakken dadelijk flink aan. met do militairen iets in de meerderheid. Als er bijna een kwartier gespeeld is, weet Ulrich aan do verdediging to ontsnappen met een mooi schot doolpnnt hij voor do ilitaircn. Als er door boido partijen nog eenmaal gedoelpunt h, wordt gewisseld. Na do rust gaan beide partijen flink tegen elkaar op. Z.-B. combineert nu on dan heel aardig, maar voor goal gekomen wordt het tel kens verknoeid door een 2 elftal speler. Do keeper van Z. B. werkt heel zenuwachtig, wat tot gevolg heeft dat de militairen nog 3 maa! doelpunten en Z. B. 2 maal. Met een 53 overwinning kunnen de militairen buiswanrt' gaan. Ik denk dat Z. B. 'dat nog wel eens goed zal maken. Met do hulp van de maj. Piederiet denken wij nog wel eens een wedstrijd te kun nen spelen.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 3