Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Wosnstfag T4 Mi 1915 Onder redactie van D. MANASSEN. Uitbreiding van den Landstorm enz. De heldin van Bardsford Oplaag 45,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT AURÉS Ï>ER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRIN ASTRA AT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z.-1988. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WÈÈK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI- REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertentiën wende men rich Uit het A)g. Advertentie-Bureau JXOL'MAACo, Heerengracht 22ti Amsterdam, tot de Drukkerij „Jacoh van Camp«m" X. Z. Voorburgwal 23-1-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of Uit on re Administratie, Pulcfftrin&Alraai 1') Amsterdam. Prü» der AdvertentiCn per regel 30 cent. By abónnoment reductie Een Oostenrijksch detachement cavalerie houdt zijn intocht in een Poolsch dorp, dat ia de voorstelling van onze plaat hierboven. De dorpelingen staan langs den weg geschaard om de kranige ruitera voorbij te zien gaan en zij doen dit blijk baar met vreeze en beving, zooals blijkt, uit de houding van menigeen. In gebukte houding, vol onderdanigheid, muts of hoed in de hand, kijken ze toe naar het bin nenkomen ia hun armoedig dorpje van de vreemde militairen, die over hen beschik ken over, hun met stroo gedekte huisjes, hun armzalige meubelen, hun geldj,en alles ■wat zij bezitten. Geen audiëntie. Blijkens bericht in de „Staatscourant" wordt Donderdag a.s. door den Minister van Oorlog geen audiëntie verleend. flSEDEDEELING. Losse exemplaren van „De Soldatencourant", ter aanvulling van verzamelingen,,worden door ons? dadelijk na aanvrage toegezonden. Bij de aanvraag moet voor elk verlangd exemplaar 1 oont aan postzegels worden ingesloten. De exemplaren met den geheelen Esperanto- cursus verzenden wij na ontvangst-van 13 o«nt postwissel of postzegels. Da CEHEELE tot nu toe verschenen oplaag dar „Soldatencourant" verzenden wij na. ont vangst van f 1postwissel of postzegels. Deze prijzen gelden UITSLUITEND voor militairen bij verzending aan hun militaire adressen. Een noodwet. Artikel 3 van het aangeboden ontwerp is inderdaad van wijdere strekking. Daarmede wordt de scheidingslijn, welke de wet trekt 3 (Slot.) Nb nïgo weken zag men een nog zieke lijk -uitziend meisje in dokter Lewis' rijtuig rondrijden in de omstreken van Bardsford. En in het stadje, op straat, thuis, in de fabriek, begon men te overleggen op welke wijze men het best zijn dankbaarheid aan heb jonge meisje kon toonen. Zij besloten „iets te doen". Het was een /zonderling iet-s. Maar in zijn hart was iedet van het gewone volkje overtuigd dat dat het beste was... Binnen enkele dagen kwam het plan tot rijpheid. En op zekeren avond trok een groote troep volks, met een meerderheid uit de werklieden van de Fenwicks fabrie ken, het stadje door en richtte zich tot professor Elesworth. „Wij komen hier, professor," zei de woordvoerder, „uit naam van de mannelijke en vrouwelijke bevolking uit den werkmans stand van Bardsford. Gelijk u bekend is, hoeft de plaats onzer inwoning groote ge varen doorleefd. De epidemie is thans, God zijdauk, verdreven. En waarschijnlijk is het u ter oore gekomen, dat een krachtig middel in Gods hand geweest is een zeker meisje, genaamd Nelly Edgard. Het leven van menig onzer is door haar toewijding en zelf opoffering gered. In plaats van haar uit dankbaarheid iets te geven, hebben wij be sloten iets voor haar te vragen. Dat iets is uitgedrukt in een request door al de werk lieden, door heel do bevolking van Bards ford geteekend. Het is eon verzoekschrift, dat u het mogelijk zult maken dat Nelly Ergard huwt met onzen mede-arbeider Henri Elesworth. Wij weten, professor, dat wij •en teedere zaak aanroeren, -een zaak die in tusschen gewapenden en ongewapenden land storm, nitgewischt; doch slechts: „tot een nader door Ons te bepalen tijdstip". Het is dezo bijvoeging, die op liet ontwerp den stem pel drukt van een noodwet. Het is ook hieruit, dat ten duidelijkste de bedoeling der Regee ring blijkt, niet vooruit te loopen op latere eventueele wetswijziging. Wanneer, zooals in het. voornemen ligt, de werking van artikel 3 wordt opgehöven, zoodra do buitengewone om standigheden, waaronder wij thans verkeeren, hebben opgehouden te bestaan, zal de schei ding tusschen den gewapenden en den onge wapenden landstorm zijn hersteld. Het zwaartepunt van het ontwerp ligt daarom bovenal in den maatregel om aan hen, die, vol gens de bedoeling dee wetgevers slechts tot ongewapenden dienst zouden kunnen worden verplicht, tijdelijk ook het dragen der wape nen op te leggen. Nu het blijkbaar der Regeering niet is mo gen gelukken, in de Memorie van Toelichting voor een ieder duidelijk uiteen te zetten op welke wijze zij denkt gebruik te maken van de bevoegdheid, welke het wetsontwerp beoogt haar toe te kennen, en haar zelfs ten deze het verwijt van geheimzinnigheid niet is onthou den, wordt door de Regecring in haar Ant woord thans een meer uitgebreid overzicht ge geven aan de hand van de bij het antwoord gevoegde grafiek, zijnde een „Figuratieve schets, aanduidende de verhouding tusschen do dienstplichtigen en do vrijgestelden uit de ingeschrevenen van de militie, lichtingen 1896—191ö." den regel buiten het groote publiek behoort om te gaan. En toch, wij willen het vragen, om twee redenen. De eerste is, omdat het meisje zooveel geleden heeft voor haar heili gen plicht. En de tweede, dat de jongeman zulk een strijd gestreden heeft om het meisje te mogen bezitten. Zij beiden hebben elkan der lief met een oprechtheid en oen kracht, die men zelfs bij verloofden zelden ontmoet, maar het is uitgelekt, dat zuster Edgard Henri Elesworth niet wenscht te huwen zon der de toestemming van zijn vader. Het valt te vreezen. dat deze uwe toestemming moei lijk te verkrijgen zal zijn. Maar toch willen wij er u dringend om vragen. Wilt gij uw schatting betalen aan de heldin van Bards ford Wilt gij goedgunstig beschikken op dit algemeen petitionnement?" De professor was geruiracn tijd in stilte. Hij wist nauwelijks wat te antwoorden. Ten slotte vernamen de mannen van Bardsford de volgende beschouwing. „Ik erken, dat dit een buitengewoon ge val is", zoo spr&k de professor. „Maar dit petitionnement herinnert mij aan een plicht, en ik heb bij mijn weten nooit in mijn leven nïijn plicht verzaakt. Ik ben be kend met de groote diensten die de verpleeg ster aan deze plaats bewezen heeft. Ik ben niet onkundig van de heldhaftige wijae waarop zij de gemeenschap heeft gediend. Ik blijf bij mijn inzichten betreffende het huwelijk van mijn zoon, persoonlijke in zichten, waarvan ik natuurlijk niemand ter wereld rekenschap behoef af te leggen. Maar met het oog op het feit, dat deze wèl ongewone vorm van algemeene syaipacli'e tegelijk een sprekend getuigschrift is van een ongewone plichtsbetrachting en van zeer bijzondere hoedanigheden als 'nensch ec als vrouw, wil ik mij bij de zaak neerleg gen Nelly Edgard was volkomen onkundig gelaten yan het petitionnement, .wis dus Het heeft, naar de meenjng der Regeering, geen zm om, zooals door sommige leden wordt verlangd, met de oudere groepen te beginnen; zij zou trouwens niet weten waar alsdan met het oog op de billijkheid, zon moeten worden aangevangen. Vier maanden opleiding. De mannen, die worden opgeroepen, zullen op de in het afgeloopen mobilisatietijdvak steeds toegepaste wijze gedurende ongeveer 4 maanden worden opgeleid, om daarna plaats te nemen in de gemobiliseerde onderdeden van het gereedstaande leger. De in het Voorloopig Verslag geuite meening, dat bet in de tegen woordige omstandigheden mogelijk zal zijn de manschappen in twee maanden zoover te bren gen dat zij in de troepen kunnen plaats nemen, wordt) door de Regeering niet gedeeld. De opleiding zal geschieden op de gebruike lijke wijze bij de daarvoor bestemde depots. Opleiding bij het veldleger of in de stollingen, waarop door verschillende leden met klem werd aangedrongen, wordt niet doelmatig en oordeel kundig geacht. Het bij de troepen aanwezige kader heeft zijn eigen taak.; voor zoover er bij de troepen kader overcompleet komt, kan dit naar de depots worden gezonden, ten einde mede te werken bij de opleiding der recruten. Wat in het Voorloopig Verslag wordt aange voerd over de gunstige werking door instroo mt ng van nieuwe elementen onder de troepen, wordt door de Regeering niet begrepen. Nadat de indïvidueele opleiding der inge- lijfden is voltooid en dezen in de gemobili seerde onderdeelen plaats genomen hebben, zal telkens een gelijk of ongeveer gelijk aantal landweermannen met verlofworden gezonden. Naarmate dus in den loop der maanden jonge landstonnmannen bij het leger worden inge deeld, zullen oudere landweermannen de ge lederen verlaten. Die landweermannen, in hunne haardsteden teruggekeerd, zullen daar administratief wor den gegroepeerd tot nieuwe onderdeelen en zoo zullen zich dus geleidelijk georganiseerde com pagnieën en bataljons vormen van personeel, dat zich met verlof bevindt. Op de vorenomschreven wijze handelende, zal zegt de Regeering een drieledig voor deel worden bereikt: lo. De strijdmacht wordt versterkt met een geoefende, tot organieke eenheden gegroepeerde reserve. 2o. De mannen van ouderen leeftijd, veelal hoofden van gezinnen, keeren naar hunne haardsteden terug en blijven daar, zoolang niet onverhoopt hunne medewerking aan de lands verdediging wordt gevorderd. 3o. Jonge, daartoe geschikte mannen, die tot dusver nog geen enkel persoonlijk offer brachten voor de landsverdediging, nemen de plaatsen in, door de onder 2o. bedoelden thans reeds gedurende ruim 11 maanden bezet. Omtrent het tempo, waarin de verwisseling zal kunnen plaats hebben, met name omtrent de sterkte van elke ploeg landstormmannei.. die telkens kan worden opgeroepen, eir tré tusschenruimten, waarin de ploegen elkander zullen kunnen opvolgen, is het niet mogelijk, vaststaande gegevens te verstrekken. Wanneer men op de hierboven aangegeven wijze te werk gaat, zal er, als do buitengewone omstandigheden, waaronder wij verkeeren, nog geruimen tijd mochten duren, een oogen blik kunnen aanbreken, waarop alle landweer mannen naar huis gezonden en door land stormmannen van jongere jaarklassen zijn ver vangen. Hoeveel jaarklasson daarvoor zullen moeten worden aangesproken, valt thans niet met voldoeS.de nauwkeurigheid te bepalen. Daarop is de uitslag van het geneeskundig onderzoek van overwegenden invloed. Als vaststaand kan evenwel worden aangenomen, dat er dan nog zeer veel mannen zullen zijn, waarover voor den landstorm nog niet zal zijn beschikt. De Regeering heeft bij het ineenzetten van het wetsontwerp het opnemen van een grens in de wet niet noodig geacht. Hot lag echter volstrekt niet in haar bedoe ling een kwistig gebruik to maken van do haar eventueel te verleenen bevoegdheid. Zij ver langde geen „vrijbrief", wel de noodige vrij heid van handelen, wanneer de omstandig heden nijpend mochten worden. Daarom be toogde zij in de Memorie van Toelichting de wenscholijkheid om' de beschikking over allen te kunnen krijgen, „opdat, mocht de noodzake lijkheid er toe dringen, de Regeering zonder verwijl zal kunnen doorgaan met het voegen bij den landstorm en het in werkelijken dienst oproepen van andere groepen vrijgestelden en vrijgeloten' In dezen passus ligt. in verband met wat er aan voorafging, vanzelf de ge in 't minst niet voorbereid op de gevolgen ervan. Maar toen zij begreep wat bet volk in Bardsford voor haar had verkregen, wist zij de minder kiesche oppervlakte van de geheele beweging te onderscheiden van de sympathieke kern, van de hartelijke liefde die uit zulk een spontane volksbewe ging sprak... De kleine kerk van Bardsford was over- vuld met belangstellenden bij het huwelijk van zuster Edgard met Henri Elesworth. Er ontbrak maar één persoon: in Bardsford- Hall gaf professor Eleswordth aan iedereen belet. III. In een zeer bescheiden huisje in Stanwear Lane werkte Nelly Elesworth ijverig heel don dag, en wachtte 's avonds aan de deur totdat eon bekende figuur zich op het voet pad vertoonde. Vermoeid van zijn dagwerk aan de fa briek, zegende dan Henri Eleswortn de kleine gerieflijkheden, die zijn huisje hem bood, en die hem dankbaarder stemden dan do weelde die hij ooit in zijn vaders villa had gekend. Professor Elesworth, die mettertijd niets van zijn trots verloor, had zich steeds meer teruggetrokken, stelde minder dan ooit be lang in het leven in stad en het allerminst in dat van „die hut" in Stanwear Lane. Er ging een nieuw praatje in Bardsford. Men had zich afgevraagd of het met de financiën van professor Elesworth niet treu rig geschapen stond. Zijn heele bezitting bestond in geldbeleggingen en op de geld markt waren groote dalingen voorgevallen. Zoodra het gevaar dreigde, had hij ge tracht het af te wenden. Hij had gespecu leerd met den moed van een soldat en de vlugheid van een tijger. Maar iedere maand was het fortuin hem vijandiger. De geruch ten worden zekerheid.... (lachte opgesloten, dat de Regeering zich bij de oproeping van landstormplichtigon een voor- loopige grens had gesteld, een grens, die slechts zou worden overschreden, wanneer de nood zakelijkheid ertoe mocht dringen. Kwam ech ter de nood aan den man, dan, zoo meende zij, behoorde haar de •bevoegdheid niet te zijn onthouden zonder verwijl met de oproeping van landstorm mg utien te kunnen voortgaan. De Regeer mg had zich gevleid met de ver wachting dat Tiet door h3ar tot dusverre in deze voor ons land zoo moeilijke maanden ge volgde beleid, voor de Kamer een genoegzamen waarborg zou hebben opgeleverd tot het stel len van vertrouwen in haar schriftelijke e» mondelinge mededeelingen, die alle wezen op het voornomen, een gematigd, bedachtzaam, met de eischen der practijk overeenstemmend gebruik te maken van do eventueel aan haar to verleenen bevoegdheid. Nu het blijkt, dat zij zich hierin althans ten aanzien van een ge deelte der Kamer heeft vergist, is zij in het belang der zaak er toe overgegaan een wijzi ging in het aangeboden ontwerp aan te bren gen, waardoor zal worden tegemoet gekomen aan het door vele leden uitgesproken verlan gen. fWordt vervolgd). Oe toestand in den reuzenstrijd. De berichten, die in de laatste dagen van het Oostenlijk oorlogsterrein komen, zijn niet heel duidelijk en geven niet veel bijzon derheden. Het schijnt, dat er thans in den opmarsch der Duitschers stilstand is geko men, en dat bij Krasnik o. a. de Russen zeer hardnekkig tegenstand bieden. Een herhaling van wat we reeds zoo dikwijls ge zien hebben in dezen oorlog op het Ooster front: de Russen terugtrekkend, maar niet verslagen, niet omsingeld, houden nu weer stand, ontvouwen opnieuw, met versterkin gen, die ze ontvangen, een groote kracht en de aanvallende en voorschrijdende bewe ging der Duitschers is tot staan gekomen. Nog is dit alles geen feit, de duidelijke berichten, we zeiden het reeds, blijven uit, en op wat de Russen seinen, moeten we niet al te veel vertrouwen. Maar de Duitsche overwinningstelegrammen worden ook vager korter, en we krijgen den indruk, dat op het oogenblik Warschau niet meer zoo ern stig bedreigd. Hoe het zij, de Russen schijnen niet van plan de Duitschers verder te laten door dringen. Zij hebben blijkbaar weer nieuwe plannen. Er zijn versterkingen aangekomen aan het front, mischien zijn de Russische legers nu beter voorzien van munitie, en... zij hebben ook een nieuwen bevelhebber ge kregen. Generaal Roesski, die voor eenige maanden zijn ontslag nam wegens verschil met den opperbesvelheber, grootvorst Niko- laas, hij kreeg ziekte-verlof! treedt weer in het leger en krijgt een zeer bijzon dere positie aan het hoofd, der Noordweste lijke legers, onmiddellijk onder den genera lissimus. Het plan scheen oorspronkelijk om generaal Roesski aan het hoofd van het ge heele leger te plaatsen, maar daar verzette de grootvorsten groep zich tegen. Deze veld heer is eem der beste strategen van Rusland en toonde dat bij de inneming van Lemberg in de eerste maanden van den oorlog, toen de Russen zegevierend oprukten in Galicië. De Duitschers zouden, nu zij zoo zegevie rend voorwaarts schreden' in het Oosten, een gedeelte hunner troepen vandaar naar 't Westerfront heben gezonden. Vandaar de krachtige aanvallen der laatste dagen voor al in de Vogezen, waar zij groote verster kingen hebben gekregen. Die aanvallen zijn niet gelukt, de algemeene toestand aan het Westerfront is nog dezelfde: 't is en blijft een loopgravenstrijd en artillerie-beschie ting. Het nieuwste van wat daar gebeurd is, vinden onze lezers onder verder oorlogs nieuws. De beslissing is er in geenen deele vooruit-gebracht. Evenmin aan de Darda nelles noch in den Kaukasus, noch aan de Italiaansche grens. Nergens eenig spoor van een groote actie, van oen slag, die verande ring brengt in de posities der vijanden. Jlotha heeft met de Zuid-Afrikaansch- Engelsche troepen een overwinning behaald in Duitsch-ZuidwesDAfrika en dit zoo goed als geheel onderworpen. I>e Engelsche regeenng en de Engelscho bladen nemen dit op als een feit van be lang. als een einde der kolonisatie-droomen dor Duitschers. We moeten afwachten. In elk geval is, wat daar gebeurde, niet van belang voor den afloop van den grooten strijd. Die wordt uitgevochten aan t Oos- ter- en 't Westerfrcmt, in geen geval bui ten Europa. Hot Duitsche antwoord op de Ameri- kaansche nota betreffende het torpedeeron der „Lusitania" is nu gepubliceerd. Er blijkt uit, al scheen de Duitsche rijkskan selier dit wel te willen, dat er geen veran dering in de wijze van oorlogvoeren der onderzeeërs zal worden gebracht. Dat Duitschland geen schuld erkent, dat hot zich gerechtigd achtte de honderden niet- strijders te dooden, spreekt van zelf, maar het denkt er ook niet aan, om toegeeflijk te zijn tegenover Amerika, behalve in enkele ondergeschikte punten. Welke stemming I dit antwoord in Amerika zal wekken, moet wordeu afgewacht, er wordt bericht, dat de verhouding weer veel meer gespannen is. Henri en Nelly Elesworth hoorden ervan. Bij het keukenvuur, lang nadat de eerstge borene in slaap was, spraken zij over hem. Nelly vond, dat er ingegrepéti moest wor den. Henri schudde het hoofd. Maar ten slotte zette Nelly dóór en op zekeren avond begaf zij zich in haar eentje naar Bardsford- Hall. Professor Elesworth zag vreemd op, toen hij zijn bezoekster herkende. Zwijgend wees hij haar een stoel en wachtte af wat zij zeg gen zou. „Professor Slesworth, ik ben hier met-me deweten van mijn man, maar met met zijn toestemming. Hij twijfelde aan mijd ver stand. U moet maar zeggen of hij gelijk of ongelijk heeft. Iedereen weet, dat er in de financieels -wereld- -pijnlijke dingen zijn geschied. Zij, die het zeggen te weten, ver tellen dab gij niet aan de algemeene ma laise zijt ontsnapt, dat gij uw fortuin ver loren hebt. Ik weet, dat ik mij blootstel aan een onaangename ontvangst, - maar ik reken op de riderlijkheid van den soldaat. En mijn bedoeling was, u heden te zeggen, dat wanneer gij genoodzaakt zoudt zijn uw woning te verlaten, gij welkom zult wezen m de onze»". De verwonderde toehoorder bewaarde eenige oogenblikken het stilzwijgen. „Ik neem dadelijk aan, dat u hier met de beste bedoelingen komt", zeide hij, „maar ik kan niet denken dat gij van mij verwacht van uw vriendelijkheid te zullen gebruik maken. Het is waar, dat ik niet fortuinlijk geweest ben. Ik heb alles verlo ren, mijn huis niet uitgezonderd. Bij hypo- treek ben ik verplicht morgenochtend af stand van Bardsford-Hall te doen. Ik dank u voor uw vriendelijkheid, maar zal er geen gebruik van maken". Nelly zag dat alles nutteloos was. Met een beleefdheidsphrase nam zij afscheid. De morgen kwam. lTar-na uur verstreek. BELGIË. Op een uitkijk. Hoe dichter ik heden, schrijft een correspon dent aan het Westerfront op 7 Juli, op mijn weg naar het front kwam bij de zone waar gestreden werd, hoe ondoordringbaarder de wegen werden. Wa gens van allerhande soort reden frontwaarts, hoog beladen met allerlei schiet- en werptuig. Bataljon na bataljon zag ik in geforcecrden marecli optrekken. Om bij Pilkem te komen moest ik het kanaal over en passeerde daartoe een brug bij X, een der «vele, die de Engel sche n en Belgen roed6 over dit kanaal hadden geslagen. Op die bruggen hebben de Duitsche batterijen 't steeds gemunt. Herbaalde malen worden zij geheel of gedeeltelijk vernield, eu steeds weer worden ze met levensgevaar, doch onverdroten ijver herbouwd. De mineurs en sappeurs, die met dit werk belast zijn, hebben een zware taak. Ik sloeg hen geruimen tijd gade bij het ineenzetten van zoo n brug. De deelen, die uit ijzeren pontons bestaan, komen, bestuurd door twee man, aangevaren en rijen zich nevens de andere. Zoodra het scheepje zyn plaats heeft ingenomen, wordt de bodem overdwars met sterke planken belegd. Deze worden zoo aangebracht, das ze mede stevig heid geven aan het geheel. Toch blijft er vee ring in die bruggen Ik vroeg aan een offi cier, die met de leiding belast was, of 't wel eens voorkwam, dat zoo'n brug geheel of ge deeltelijk bezweek, maar zelfs met de zwaarste artillerie was dit nog niet voorgekomen. Trou wens in den bruggenbouw had men zich heel den winter en 't voorjaar geoefend. Heel den winter zijn in Duinkerken en omstreken hon derden van die pontons bijeengebracht. Met het oog op het nu reeds twee maanden durende offensief had men ook tusschen Ghyvelde en Veurno aan die bruggenbouwoefeneningen ge daan. Doch al te lang kon ik mij niet ophouden. Ik vernam op den rechteroever van het kanaal dat de Duitschers met groote hardnekkigheid zich bleven werpen op de door hen in den af geloopen nacht verloren loopgraven. Steeds weer kwamen nieuwe bataljons opzetten, die het den Engelschen zuur maakte. Doch de Engelschen hadden het voordeel dat de Fran- ecbo artillerie de gelederen Her Duitschers reeds dunde, alvorens dezen aan do loopgra ven toe waren. Ik heb vroeger reeds geschreven, dat de bondgenooten meer en verder dragend geschut hier hadden geplant. Ook deelde ik toen mee dat ze kans hadden gezien dit geschut meer naar voren te brengen, zonder dat het gevaar liep. De weg naar Rouselaere wordt nu voor een aanmerkelijk deel door de batterijen der bond genooten beheerscht. De Duitschers kunnen dan ook van dien kant nrnar heël moeilijk en met groot gevaar versterkingen aanvoeren. Ze De rechthebbenden hadden professor Eles worth uitgenoodigd den hypotheekhouder tegen vier uur te verwachten. Precies op tijd ging de bel over. Prof. Elesworth bereidde zich voor op zijn ver oordeeling. Hij hqorde iemand de^ trap óp- gaan. Er werd geklopt, de meid liet... mevrouw Henri Elesworth binnen. Een uitroep van den professor bewees hoe dit bezoek hem ontstemde. „Het doet u niet bepaald een groot ge noegen mij opnieuw te zïênV' vroeg Nelly. „Neen, niet bepaald. Ik heb meer ern stige bezigheden aan de hand. en geen tijd voor uw opdringerigheden. De hypotheek houder kan ieder oogenblik komen." „Professor Elesworth, de hypotheekhou der is gekomen. W»lt u deze papieren maar eens inzien", zeide zij en reikte hem de hy pothecaire stukken over. „Hoe kwam u hiervan in 't bezit?" „Volkomen rechtmatig. U. gaaft ze in bewaring bij de heeren Blanc Hulton; no tarissen, tegen opgenomen geld van de erf genamen van John Fenwick. Die erfgena men vertegenwoordig ik?" En toen de professor blijkbaar worstelde met zijn ongeloof, vervolgde zij: „Heb is een wonderlijke geschiedenis, pro fessor, maar.laat mij u haar uitleggen. Wees. ervan verzekerd, dat ik niet gestoord zal worden door de binnenkomst van welken hypotheekhouder ook In 'L kort vertelde zij de geschiedenis van haar fortuin en wat haar naar Bardsford gevoerd had. „Het is niet noodig u alles te vertellen wat er gebeurd is sinds ik hier kwam. Maar misschien verwondert het u, dat ik het alles zoover liet komen. De uitlegging is gemak kelijk genoeg. Ik had nooit behoefte aan geld. Ik stelde nooit vertrouwen in de macht ervan om de menschen gelukkig te? -maken. Ik kwam te Bardsford. Henrrf pogen nu alleen, als om zich to wreken, m hun vèrdragend geschut do appen en andere plaateen achter het front to verniel' Intnwchcn was ik al dichter bij het froi gekomen. Hier te Y... bevond zich een k'ri: uitzichttoren. Eigenlijk had h:«-r vroeger «-< moderne windmolen (een Amerifcaatucnc) g staan. Het rad wa» er af gehaald en :t g raamt© wa* nu gepromoveerd tot waarneming toren. Dio goraamteachtige stollingen bied» weinig trefkans en worden daarom voor dit do< gebruikt. Ik bedelde nu bij commandant I- om ee plaatsje op oen balk. Heel gaarne deed hij niet. Want al treft men moeilijk do uteliin; toch vallen hier wel eens dcxlcn en g«-.«voi_ den. Men schiet voortdurend oj> de stelling, vooral niet shrapnells en kartetsen. De. sprin gende dooien daarvan treffen dan wel eens den waarnemer. Nu, dat risico nam ik op me. Dan ja, als ik or zooveel voor over had, dan zou hij mo maar ©en plaatsje goven. Als eer ruiter te paard zat ik nu weldra een 30-ta meters boven den began en grond. Tot mijn mak had men don balk verbroed met ©en dil plankje. Daar zat ik nu en kon rondom mi in een omtrek van rersehillondo kilometer zien. En nu zag ik zo komen, bij gdteele ai deelingen, de veldgrauwen. Met struikelpassen kwamen zo aan, en telkens vielen er gaten de grauw© rijen, voordat zo de Joopgrav< halverwegon waren genaderd. Sl< hts enkc tientallen bereikten den rand 'Ier loopgravc om daar den dood t© vinden. Zoo telde ik een uur zeven aanvallen, waaraan naar icba ting een half regiment had d.-.-Jgenomen, op een front van nog geen twee kilometer. Iiijna mannetje aan mannetje kwamen zo op. Doch ontzettend was 't te zien hoe rlnn io bifn ran gen de gesohutprojeetielen der Fransehen neer sloegen. Do arme kerels deden een wanhopig werk. Om.streeks half zeven in den avond trad eenige stilstand in. Doch reeds drie kwartier later begon 't moorddadig gevecht opnieuw, 't Scheen alsof de Duitschers volstrekt nog weer vóór den nacht, d© verloren stellingen wilden terugnemen. Natuurlijk weten ze d it met weer ©en steunpunt meer op den rechter oever van het kanaal, do bondgenooten moe ten voortdringen. Toen ik ruim acht uur mijn waarnemings post verliet, vernam ik, dat or ongeveer e n 100 Duitsche gevangenen waren gemaakt. Na een kwartier rijden met een auto van den mi litairen dienst kwam ik ze achterop. Een be klagenswaardig troepje, en toch te benijden in vergelijking met de duizenden, die nog zul len vallen. Ze gingen met moeden tred en af gematte lichamen. De Engol.sche liegeïeidera zagen met deernis op do mannen neer. Er is over 't algemeen tusschen de soldaten minder haat, dan men afgaande op do pers in de oor logvoerende landen wel zou denken. De strij denden zelf beseffen dieper dan wie ook. 't leed dat ze elkander moeten aandoen. Zo heb ben eerbied voor elkanders ongeluk. DUITSCHLAND, Het lot van een vlieger-luitenant. BERLIJN. Op 16 Mei kroeg een vliegtuig, bemand met de luitenant:- Leonhard en Emricht, last ©en verken ning te gaan doen ten oosten van de San, aan den straatweg Jaroslaw-Olchawa. Toen het vliegtuig niet terugkeerde, werd een onderzoek ingesteld, dat aanvankelijk geen resultaat had. Op 18 Mei werd het vlieg tuig verbrand gevonden aan genoemden straatweg. Tevens werd daarbij gevonden, het lijk van een Duitsch officier, waar schijnlijk luitenant Emrich. Luit. Leonhard was klaarblijkelijk met het vliegtuig verbrand, luit. Emrich was er uit gesprongen, doch door de Russen vreese- lïjk verminkt, en zcoals uit de verklaringen van de officieren van gezondheid bleek, door bajonetsteken en door gewelddadige mis handeling afgemaakt. Troepenverplaatsingen. Volgens een „Reuter"-bericht uit Zu rich, zou thans de Duitsche troepenbewe ging naar het westelijk front geëindigd zijn. Alleen artillerie is van Galicië naar het westen overgebracht; infanterie-afdeelingen zijn niet aan het front aldaar onttrokken' De infanterie, die naar het westelijk oor- logstooneel is gezonden bestaat bijna geheel uit pasgeoefende troepen uit alle deelen des Elesworth kreeg mij lief, en dat om mijzelf. Op dat oogenblik voelde ik mij gelukkig. Met al de schatten van John Fenwick on der mijn bereik, leefde ik als de vrouw met Henri Elesworth, den werkman op de pa pierfabriek. Henri heeft mij nooit verwe- .ten, dat hij zijn gemak en zijn rechten had opgegeven om mijnentwil. Nu zal hij méér weten. Hij is gpheel onkundig van hetgeen ik u vertel. Ik heb mijn geheijnen tot dus ver zorgvuldig bewaard; gij zijt de eerste, die het verneemt. Ik kom vandaag hier, professor, als uw vriendin. wilt gij, als uw dochter. Gij hebt uzelf afgezonderd van degenen, die u liefhebben. Zijt gij er te gelukkiger oin? Ik weet zeker van niet. Meer dan een jaar lang ben ik volkomen gelukkig geweest zonder de Bardfordpa- pierfabrieken en .zonder Bardsford-Hall. Ik Heb ze niet noodig. Ik zóu er heel mijn leven buiten kunnen. Maar ik wensch mijn rijk over te dragen aan mijn man, die om mijnentwil het zijne heelt prijsgegeven. Morgen zal Henri Elesworth heer en mees ter van de Fenwick papierfabrieken zijn. Ik zou hem óók gaarne weer in 't bezit van Bardsford-Hall zien. Ik meen het niet onvriendelijk, professor, maar uw n-aa-m is de mijne, uw zoon is de mijne, uw kleinzoon is de mijne, en thans is ook uyr huis het mijne. Het lot heeft mij dat allee gegeven en ik heb er bezit van genomen. Maar ik mensch het niet uitsluitend voor mijzelf te houden. Ik verzoek u dit alles met mij te deelen. Wilt gij?" Zij was voor hem neergeknield en zag hem met betraande oogen pleitend aan. De oude geleerde voelde ook de zijne vochtig worden. Met bevende hand streelde hij haar zacht, weelderig haar en fluisterde: „Mijn dochter!..."

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1