Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Wosnstfag T4 Mi 1915
Onder redactie van D. MANASSEN.
Uitbreiding van den
Landstorm enz.
De heldin van Bardsford
Oplaag 45,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
AURÉS Ï>ER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRIN ASTRA AT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z.-1988. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
WÈÈK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI-
REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertentiën wende men rich Uit het A)g. Advertentie-Bureau JXOL'MAACo,
Heerengracht 22ti Amsterdam, tot de Drukkerij „Jacoh van Camp«m" X. Z. Voorburgwal
23-1-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of Uit on re Administratie, Pulcfftrin&Alraai 1')
Amsterdam. Prü» der AdvertentiCn per regel 30 cent. By abónnoment reductie
Een Oostenrijksch detachement cavalerie houdt zijn intocht in een Poolsch
dorp, dat ia de voorstelling van onze plaat hierboven. De dorpelingen staan langs
den weg geschaard om de kranige ruitera voorbij te zien gaan en zij doen dit blijk
baar met vreeze en beving, zooals blijkt, uit de houding van menigeen. In gebukte
houding, vol onderdanigheid, muts of hoed in de hand, kijken ze toe naar het bin
nenkomen ia hun armoedig dorpje van de vreemde militairen, die over hen beschik
ken over, hun met stroo gedekte huisjes, hun armzalige meubelen, hun geldj,en alles
■wat zij bezitten.
Geen audiëntie.
Blijkens bericht in de „Staatscourant"
wordt Donderdag a.s. door den Minister van
Oorlog geen audiëntie verleend.
flSEDEDEELING.
Losse exemplaren van „De Soldatencourant",
ter aanvulling van verzamelingen,,worden door
ons? dadelijk na aanvrage toegezonden. Bij de
aanvraag moet voor elk verlangd exemplaar
1 oont aan postzegels worden ingesloten.
De exemplaren met den geheelen Esperanto-
cursus verzenden wij na ontvangst-van 13 o«nt
postwissel of postzegels.
Da CEHEELE tot nu toe verschenen oplaag
dar „Soldatencourant" verzenden wij na. ont
vangst van f 1postwissel of postzegels.
Deze prijzen gelden UITSLUITEND voor
militairen bij verzending aan hun militaire
adressen.
Een noodwet.
Artikel 3 van het aangeboden ontwerp is
inderdaad van wijdere strekking. Daarmede
wordt de scheidingslijn, welke de wet trekt
3
(Slot.)
Nb nïgo weken zag men een nog zieke
lijk -uitziend meisje in dokter Lewis' rijtuig
rondrijden in de omstreken van Bardsford.
En in het stadje, op straat, thuis, in de
fabriek, begon men te overleggen op welke
wijze men het best zijn dankbaarheid aan
heb jonge meisje kon toonen.
Zij besloten „iets te doen". Het was een
/zonderling iet-s. Maar in zijn hart was iedet
van het gewone volkje overtuigd dat dat
het beste was...
Binnen enkele dagen kwam het plan tot
rijpheid. En op zekeren avond trok een
groote troep volks, met een meerderheid
uit de werklieden van de Fenwicks fabrie
ken, het stadje door en richtte zich tot
professor Elesworth.
„Wij komen hier, professor," zei de
woordvoerder, „uit naam van de mannelijke
en vrouwelijke bevolking uit den werkmans
stand van Bardsford. Gelijk u bekend is,
hoeft de plaats onzer inwoning groote ge
varen doorleefd. De epidemie is thans, God
zijdauk, verdreven. En waarschijnlijk is het
u ter oore gekomen, dat een krachtig middel
in Gods hand geweest is een zeker meisje,
genaamd Nelly Edgard. Het leven van
menig onzer is door haar toewijding en zelf
opoffering gered. In plaats van haar uit
dankbaarheid iets te geven, hebben wij be
sloten iets voor haar te vragen. Dat iets is
uitgedrukt in een request door al de werk
lieden, door heel do bevolking van Bards
ford geteekend. Het is eon verzoekschrift,
dat u het mogelijk zult maken dat Nelly
Ergard huwt met onzen mede-arbeider Henri
Elesworth. Wij weten, professor, dat wij
•en teedere zaak aanroeren, -een zaak die in
tusschen gewapenden en ongewapenden land
storm, nitgewischt; doch slechts: „tot een
nader door Ons te bepalen tijdstip". Het is
dezo bijvoeging, die op liet ontwerp den stem
pel drukt van een noodwet. Het is ook hieruit,
dat ten duidelijkste de bedoeling der Regee
ring blijkt, niet vooruit te loopen op latere
eventueele wetswijziging. Wanneer, zooals in
het. voornemen ligt, de werking van artikel 3
wordt opgehöven, zoodra do buitengewone om
standigheden, waaronder wij thans verkeeren,
hebben opgehouden te bestaan, zal de schei
ding tusschen den gewapenden en den onge
wapenden landstorm zijn hersteld. Het
zwaartepunt van het ontwerp ligt daarom
bovenal in den maatregel om aan hen, die, vol
gens de bedoeling dee wetgevers slechts tot
ongewapenden dienst zouden kunnen worden
verplicht, tijdelijk ook het dragen der wape
nen op te leggen.
Nu het blijkbaar der Regeering niet is mo
gen gelukken, in de Memorie van Toelichting
voor een ieder duidelijk uiteen te zetten op
welke wijze zij denkt gebruik te maken van de
bevoegdheid, welke het wetsontwerp beoogt
haar toe te kennen, en haar zelfs ten deze het
verwijt van geheimzinnigheid niet is onthou
den, wordt door de Regecring in haar Ant
woord thans een meer uitgebreid overzicht ge
geven aan de hand van de bij het antwoord
gevoegde grafiek, zijnde een „Figuratieve
schets, aanduidende de verhouding tusschen
do dienstplichtigen en do vrijgestelden uit de
ingeschrevenen van de militie, lichtingen
1896—191ö."
den regel buiten het groote publiek behoort
om te gaan. En toch, wij willen het vragen,
om twee redenen. De eerste is, omdat het
meisje zooveel geleden heeft voor haar heili
gen plicht. En de tweede, dat de jongeman
zulk een strijd gestreden heeft om het meisje
te mogen bezitten. Zij beiden hebben elkan
der lief met een oprechtheid en oen kracht,
die men zelfs bij verloofden zelden ontmoet,
maar het is uitgelekt, dat zuster Edgard
Henri Elesworth niet wenscht te huwen zon
der de toestemming van zijn vader. Het valt
te vreezen. dat deze uwe toestemming moei
lijk te verkrijgen zal zijn. Maar toch willen
wij er u dringend om vragen. Wilt gij uw
schatting betalen aan de heldin van Bards
ford Wilt gij goedgunstig beschikken op
dit algemeen petitionnement?"
De professor was geruiracn tijd in stilte.
Hij wist nauwelijks wat te antwoorden. Ten
slotte vernamen de mannen van Bardsford
de volgende beschouwing.
„Ik erken, dat dit een buitengewoon ge
val is", zoo spr&k de professor. „Maar dit
petitionnement herinnert mij aan een
plicht, en ik heb bij mijn weten nooit in
mijn leven nïijn plicht verzaakt. Ik ben be
kend met de groote diensten die de verpleeg
ster aan deze plaats bewezen heeft. Ik ben
niet onkundig van de heldhaftige wijae
waarop zij de gemeenschap heeft gediend.
Ik blijf bij mijn inzichten betreffende het
huwelijk van mijn zoon, persoonlijke in
zichten, waarvan ik natuurlijk niemand ter
wereld rekenschap behoef af te leggen.
Maar met het oog op het feit, dat deze wèl
ongewone vorm van algemeene syaipacli'e
tegelijk een sprekend getuigschrift is van
een ongewone plichtsbetrachting en van
zeer bijzondere hoedanigheden als 'nensch ec
als vrouw, wil ik mij bij de zaak neerleg
gen
Nelly Edgard was volkomen onkundig
gelaten yan het petitionnement, .wis dus
Het heeft, naar de meenjng der Regeering,
geen zm om, zooals door sommige leden wordt
verlangd, met de oudere groepen te beginnen;
zij zou trouwens niet weten waar alsdan met
het oog op de billijkheid, zon moeten worden
aangevangen.
Vier maanden opleiding.
De mannen, die worden opgeroepen, zullen
op de in het afgeloopen mobilisatietijdvak
steeds toegepaste wijze gedurende ongeveer 4
maanden worden opgeleid, om daarna plaats
te nemen in de gemobiliseerde onderdeden van
het gereedstaande leger. De in het Voorloopig
Verslag geuite meening, dat bet in de tegen
woordige omstandigheden mogelijk zal zijn de
manschappen in twee maanden zoover te bren
gen dat zij in de troepen kunnen plaats
nemen, wordt) door de Regeering niet gedeeld.
De opleiding zal geschieden op de gebruike
lijke wijze bij de daarvoor bestemde depots.
Opleiding bij het veldleger of in de stollingen,
waarop door verschillende leden met klem werd
aangedrongen, wordt niet doelmatig en oordeel
kundig geacht. Het bij de troepen aanwezige
kader heeft zijn eigen taak.; voor zoover er
bij de troepen kader overcompleet komt, kan
dit naar de depots worden gezonden, ten einde
mede te werken bij de opleiding der recruten.
Wat in het Voorloopig Verslag wordt aange
voerd over de gunstige werking door instroo
mt ng van nieuwe elementen onder de troepen,
wordt door de Regeering niet begrepen.
Nadat de indïvidueele opleiding der inge-
lijfden is voltooid en dezen in de gemobili
seerde onderdeelen plaats genomen hebben, zal
telkens een gelijk of ongeveer gelijk aantal
landweermannen met verlofworden gezonden.
Naarmate dus in den loop der maanden jonge
landstonnmannen bij het leger worden inge
deeld, zullen oudere landweermannen de ge
lederen verlaten.
Die landweermannen, in hunne haardsteden
teruggekeerd, zullen daar administratief wor
den gegroepeerd tot nieuwe onderdeelen en zoo
zullen zich dus geleidelijk georganiseerde com
pagnieën en bataljons vormen van personeel,
dat zich met verlof bevindt.
Op de vorenomschreven wijze handelende,
zal zegt de Regeering een drieledig voor
deel worden bereikt:
lo. De strijdmacht wordt versterkt met een
geoefende, tot organieke eenheden gegroepeerde
reserve.
2o. De mannen van ouderen leeftijd, veelal
hoofden van gezinnen, keeren naar hunne
haardsteden terug en blijven daar, zoolang niet
onverhoopt hunne medewerking aan de lands
verdediging wordt gevorderd.
3o. Jonge, daartoe geschikte mannen, die
tot dusver nog geen enkel persoonlijk offer
brachten voor de landsverdediging, nemen de
plaatsen in, door de onder 2o. bedoelden thans
reeds gedurende ruim 11 maanden bezet.
Omtrent het tempo, waarin de verwisseling
zal kunnen plaats hebben, met name omtrent
de sterkte van elke ploeg landstormmannei..
die telkens kan worden opgeroepen, eir tré
tusschenruimten, waarin de ploegen elkander
zullen kunnen opvolgen, is het niet mogelijk,
vaststaande gegevens te verstrekken.
Wanneer men op de hierboven aangegeven
wijze te werk gaat, zal er, als do buitengewone
omstandigheden, waaronder wij verkeeren,
nog geruimen tijd mochten duren, een oogen
blik kunnen aanbreken, waarop alle landweer
mannen naar huis gezonden en door land
stormmannen van jongere jaarklassen zijn ver
vangen. Hoeveel jaarklasson daarvoor zullen
moeten worden aangesproken, valt thans niet
met voldoeS.de nauwkeurigheid te bepalen.
Daarop is de uitslag van het geneeskundig
onderzoek van overwegenden invloed. Als
vaststaand kan evenwel worden aangenomen,
dat er dan nog zeer veel mannen zullen zijn,
waarover voor den landstorm nog niet zal zijn
beschikt.
De Regeering heeft bij het ineenzetten van
het wetsontwerp het opnemen van een grens
in de wet niet noodig geacht.
Hot lag echter volstrekt niet in haar bedoe
ling een kwistig gebruik to maken van do haar
eventueel te verleenen bevoegdheid. Zij ver
langde geen „vrijbrief", wel de noodige vrij
heid van handelen, wanneer de omstandig
heden nijpend mochten worden. Daarom be
toogde zij in de Memorie van Toelichting de
wenscholijkheid om' de beschikking over allen
te kunnen krijgen, „opdat, mocht de noodzake
lijkheid er toe dringen, de Regeering zonder
verwijl zal kunnen doorgaan met het voegen
bij den landstorm en het in werkelijken dienst
oproepen van andere groepen vrijgestelden en
vrijgeloten' In dezen passus ligt. in verband
met wat er aan voorafging, vanzelf de ge
in 't minst niet voorbereid op de gevolgen
ervan. Maar toen zij begreep wat bet volk
in Bardsford voor haar had verkregen,
wist zij de minder kiesche oppervlakte van
de geheele beweging te onderscheiden van
de sympathieke kern, van de hartelijke
liefde die uit zulk een spontane volksbewe
ging sprak...
De kleine kerk van Bardsford was over-
vuld met belangstellenden bij het huwelijk
van zuster Edgard met Henri Elesworth.
Er ontbrak maar één persoon: in Bardsford-
Hall gaf professor Eleswordth aan iedereen
belet.
III.
In een zeer bescheiden huisje in Stanwear
Lane werkte Nelly Elesworth ijverig heel
don dag, en wachtte 's avonds aan de deur
totdat eon bekende figuur zich op het voet
pad vertoonde.
Vermoeid van zijn dagwerk aan de fa
briek, zegende dan Henri Eleswortn de
kleine gerieflijkheden, die zijn huisje hem
bood, en die hem dankbaarder stemden dan
do weelde die hij ooit in zijn vaders villa
had gekend.
Professor Elesworth, die mettertijd niets
van zijn trots verloor, had zich steeds meer
teruggetrokken, stelde minder dan ooit be
lang in het leven in stad en het allerminst
in dat van „die hut" in Stanwear Lane.
Er ging een nieuw praatje in Bardsford.
Men had zich afgevraagd of het met de
financiën van professor Elesworth niet treu
rig geschapen stond. Zijn heele bezitting
bestond in geldbeleggingen en op de geld
markt waren groote dalingen voorgevallen.
Zoodra het gevaar dreigde, had hij ge
tracht het af te wenden. Hij had gespecu
leerd met den moed van een soldat en de
vlugheid van een tijger. Maar iedere maand
was het fortuin hem vijandiger. De geruch
ten worden zekerheid....
(lachte opgesloten, dat de Regeering zich bij
de oproeping van landstormplichtigon een voor-
loopige grens had gesteld, een grens, die slechts
zou worden overschreden, wanneer de nood
zakelijkheid ertoe mocht dringen. Kwam ech
ter de nood aan den man, dan, zoo meende
zij, behoorde haar de •bevoegdheid niet te zijn
onthouden zonder verwijl met de oproeping
van landstorm mg utien te kunnen voortgaan.
De Regeer mg had zich gevleid met de ver
wachting dat Tiet door h3ar tot dusverre in
deze voor ons land zoo moeilijke maanden ge
volgde beleid, voor de Kamer een genoegzamen
waarborg zou hebben opgeleverd tot het stel
len van vertrouwen in haar schriftelijke e»
mondelinge mededeelingen, die alle wezen op
het voornomen, een gematigd, bedachtzaam,
met de eischen der practijk overeenstemmend
gebruik te maken van do eventueel aan haar
to verleenen bevoegdheid. Nu het blijkt, dat zij
zich hierin althans ten aanzien van een ge
deelte der Kamer heeft vergist, is zij in het
belang der zaak er toe overgegaan een wijzi
ging in het aangeboden ontwerp aan te bren
gen, waardoor zal worden tegemoet gekomen
aan het door vele leden uitgesproken verlan
gen.
fWordt vervolgd).
Oe toestand in den reuzenstrijd.
De berichten, die in de laatste dagen van
het Oostenlijk oorlogsterrein komen, zijn
niet heel duidelijk en geven niet veel bijzon
derheden. Het schijnt, dat er thans in den
opmarsch der Duitschers stilstand is geko
men, en dat bij Krasnik o. a. de Russen
zeer hardnekkig tegenstand bieden. Een
herhaling van wat we reeds zoo dikwijls ge
zien hebben in dezen oorlog op het Ooster
front: de Russen terugtrekkend, maar niet
verslagen, niet omsingeld, houden nu weer
stand, ontvouwen opnieuw, met versterkin
gen, die ze ontvangen, een groote kracht
en de aanvallende en voorschrijdende bewe
ging der Duitschers is tot staan gekomen.
Nog is dit alles geen feit, de duidelijke
berichten, we zeiden het reeds, blijven uit,
en op wat de Russen seinen, moeten we niet
al te veel vertrouwen. Maar de Duitsche
overwinningstelegrammen worden ook vager
korter, en we krijgen den indruk, dat op
het oogenblik Warschau niet meer zoo ern
stig bedreigd.
Hoe het zij, de Russen schijnen niet van
plan de Duitschers verder te laten door
dringen. Zij hebben blijkbaar weer nieuwe
plannen. Er zijn versterkingen aangekomen
aan het front, mischien zijn de Russische
legers nu beter voorzien van munitie, en...
zij hebben ook een nieuwen bevelhebber ge
kregen. Generaal Roesski, die voor eenige
maanden zijn ontslag nam wegens verschil
met den opperbesvelheber, grootvorst Niko-
laas, hij kreeg ziekte-verlof! treedt
weer in het leger en krijgt een zeer bijzon
dere positie aan het hoofd, der Noordweste
lijke legers, onmiddellijk onder den genera
lissimus. Het plan scheen oorspronkelijk om
generaal Roesski aan het hoofd van het ge
heele leger te plaatsen, maar daar verzette
de grootvorsten groep zich tegen. Deze veld
heer is eem der beste strategen van Rusland
en toonde dat bij de inneming van Lemberg
in de eerste maanden van den oorlog, toen
de Russen zegevierend oprukten in Galicië.
De Duitschers zouden, nu zij zoo zegevie
rend voorwaarts schreden' in het Oosten, een
gedeelte hunner troepen vandaar naar 't
Westerfront heben gezonden. Vandaar de
krachtige aanvallen der laatste dagen voor
al in de Vogezen, waar zij groote verster
kingen hebben gekregen. Die aanvallen zijn
niet gelukt, de algemeene toestand aan het
Westerfront is nog dezelfde: 't is en blijft
een loopgravenstrijd en artillerie-beschie
ting. Het nieuwste van wat daar gebeurd
is, vinden onze lezers onder verder oorlogs
nieuws. De beslissing is er in geenen deele
vooruit-gebracht. Evenmin aan de Darda
nelles noch in den Kaukasus, noch aan de
Italiaansche grens. Nergens eenig spoor van
een groote actie, van oen slag, die verande
ring brengt in de posities der vijanden.
Jlotha heeft met de Zuid-Afrikaansch-
Engelsche troepen een overwinning behaald
in Duitsch-ZuidwesDAfrika en dit zoo goed
als geheel onderworpen.
I>e Engelsche regeenng en de Engelscho
bladen nemen dit op als een feit van be
lang. als een einde der kolonisatie-droomen
dor Duitschers. We moeten afwachten. In
elk geval is, wat daar gebeurde, niet van
belang voor den afloop van den grooten
strijd. Die wordt uitgevochten aan t Oos-
ter- en 't Westerfrcmt, in geen geval bui
ten Europa.
Hot Duitsche antwoord op de Ameri-
kaansche nota betreffende het torpedeeron
der „Lusitania" is nu gepubliceerd. Er
blijkt uit, al scheen de Duitsche rijkskan
selier dit wel te willen, dat er geen veran
dering in de wijze van oorlogvoeren der
onderzeeërs zal worden gebracht. Dat
Duitschland geen schuld erkent, dat hot
zich gerechtigd achtte de honderden niet-
strijders te dooden, spreekt van zelf, maar
het denkt er ook niet aan, om toegeeflijk te
zijn tegenover Amerika, behalve in enkele
ondergeschikte punten. Welke stemming
I dit antwoord in Amerika zal wekken, moet
wordeu afgewacht, er wordt bericht, dat
de verhouding weer veel meer gespannen is.
Henri en Nelly Elesworth hoorden ervan.
Bij het keukenvuur, lang nadat de eerstge
borene in slaap was, spraken zij over hem.
Nelly vond, dat er ingegrepéti moest wor
den. Henri schudde het hoofd. Maar ten
slotte zette Nelly dóór en op zekeren avond
begaf zij zich in haar eentje naar Bardsford-
Hall.
Professor Elesworth zag vreemd op, toen
hij zijn bezoekster herkende. Zwijgend wees
hij haar een stoel en wachtte af wat zij zeg
gen zou.
„Professor Slesworth, ik ben hier met-me
deweten van mijn man, maar met met zijn
toestemming. Hij twijfelde aan mijd ver
stand. U moet maar zeggen of hij gelijk
of ongelijk heeft. Iedereen weet, dat er in
de financieels -wereld- -pijnlijke dingen zijn
geschied. Zij, die het zeggen te weten, ver
tellen dab gij niet aan de algemeene ma
laise zijt ontsnapt, dat gij uw fortuin ver
loren hebt. Ik weet, dat ik mij blootstel
aan een onaangename ontvangst, - maar ik
reken op de riderlijkheid van den soldaat.
En mijn bedoeling was, u heden te zeggen,
dat wanneer gij genoodzaakt zoudt zijn uw
woning te verlaten, gij welkom zult wezen
m de onze»".
De verwonderde toehoorder bewaarde
eenige oogenblikken het stilzwijgen.
„Ik neem dadelijk aan, dat u hier met
de beste bedoelingen komt", zeide hij,
„maar ik kan niet denken dat gij van mij
verwacht van uw vriendelijkheid te zullen
gebruik maken. Het is waar, dat ik niet
fortuinlijk geweest ben. Ik heb alles verlo
ren, mijn huis niet uitgezonderd. Bij hypo-
treek ben ik verplicht morgenochtend af
stand van Bardsford-Hall te doen. Ik dank
u voor uw vriendelijkheid, maar zal er geen
gebruik van maken".
Nelly zag dat alles nutteloos was. Met
een beleefdheidsphrase nam zij afscheid.
De morgen kwam. lTar-na uur verstreek.
BELGIË.
Op een uitkijk.
Hoe dichter ik heden, schrijft een correspon
dent aan het Westerfront op 7 Juli,
op mijn weg naar het front kwam
bij de zone waar gestreden werd, hoe
ondoordringbaarder de wegen werden. Wa
gens van allerhande soort reden frontwaarts,
hoog beladen met allerlei schiet- en werptuig.
Bataljon na bataljon zag ik in geforcecrden
marecli optrekken. Om bij Pilkem te komen
moest ik het kanaal over en passeerde daartoe
een brug bij X, een der «vele, die de Engel
sche n en Belgen roed6 over dit kanaal hadden
geslagen. Op die bruggen hebben de Duitsche
batterijen 't steeds gemunt. Herbaalde malen
worden zij geheel of gedeeltelijk vernield, eu
steeds weer worden ze met levensgevaar, doch
onverdroten ijver herbouwd. De mineurs en
sappeurs, die met dit werk belast zijn, hebben
een zware taak. Ik sloeg hen geruimen tijd
gade bij het ineenzetten van zoo n brug. De
deelen, die uit ijzeren pontons bestaan, komen,
bestuurd door twee man, aangevaren en rijen
zich nevens de andere. Zoodra het scheepje
zyn plaats heeft ingenomen, wordt de bodem
overdwars met sterke planken belegd. Deze
worden zoo aangebracht, das ze mede stevig
heid geven aan het geheel. Toch blijft er vee
ring in die bruggen Ik vroeg aan een offi
cier, die met de leiding belast was, of 't wel
eens voorkwam, dat zoo'n brug geheel of ge
deeltelijk bezweek, maar zelfs met de zwaarste
artillerie was dit nog niet voorgekomen. Trou
wens in den bruggenbouw had men zich heel
den winter en 't voorjaar geoefend. Heel den
winter zijn in Duinkerken en omstreken hon
derden van die pontons bijeengebracht. Met
het oog op het nu reeds twee maanden durende
offensief had men ook tusschen Ghyvelde en
Veurno aan die bruggenbouwoefeneningen ge
daan.
Doch al te lang kon ik mij niet ophouden.
Ik vernam op den rechteroever van het kanaal
dat de Duitschers met groote hardnekkigheid
zich bleven werpen op de door hen in den af
geloopen nacht verloren loopgraven. Steeds
weer kwamen nieuwe bataljons opzetten, die
het den Engelschen zuur maakte. Doch de
Engelschen hadden het voordeel dat de Fran-
ecbo artillerie de gelederen Her Duitschers
reeds dunde, alvorens dezen aan do loopgra
ven toe waren.
Ik heb vroeger reeds geschreven, dat de
bondgenooten meer en verder dragend geschut
hier hadden geplant. Ook deelde ik toen mee
dat ze kans hadden gezien dit geschut meer
naar voren te brengen, zonder dat het gevaar
liep.
De weg naar Rouselaere wordt nu voor een
aanmerkelijk deel door de batterijen der bond
genooten beheerscht. De Duitschers kunnen
dan ook van dien kant nrnar heël moeilijk en
met groot gevaar versterkingen aanvoeren. Ze
De rechthebbenden hadden professor Eles
worth uitgenoodigd den hypotheekhouder
tegen vier uur te verwachten.
Precies op tijd ging de bel over. Prof.
Elesworth bereidde zich voor op zijn ver
oordeeling. Hij hqorde iemand de^ trap óp-
gaan. Er werd geklopt, de meid liet...
mevrouw Henri Elesworth binnen.
Een uitroep van den professor bewees hoe
dit bezoek hem ontstemde.
„Het doet u niet bepaald een groot ge
noegen mij opnieuw te zïênV' vroeg Nelly.
„Neen, niet bepaald. Ik heb meer ern
stige bezigheden aan de hand. en geen tijd
voor uw opdringerigheden. De hypotheek
houder kan ieder oogenblik komen."
„Professor Elesworth, de hypotheekhou
der is gekomen. W»lt u deze papieren maar
eens inzien", zeide zij en reikte hem de hy
pothecaire stukken over.
„Hoe kwam u hiervan in 't bezit?"
„Volkomen rechtmatig. U. gaaft ze in
bewaring bij de heeren Blanc Hulton; no
tarissen, tegen opgenomen geld van de erf
genamen van John Fenwick. Die erfgena
men vertegenwoordig ik?"
En toen de professor blijkbaar worstelde
met zijn ongeloof, vervolgde zij:
„Heb is een wonderlijke geschiedenis, pro
fessor, maar.laat mij u haar uitleggen. Wees.
ervan verzekerd, dat ik niet gestoord zal
worden door de binnenkomst van welken
hypotheekhouder ook
In 'L kort vertelde zij de geschiedenis van
haar fortuin en wat haar naar Bardsford
gevoerd had.
„Het is niet noodig u alles te vertellen
wat er gebeurd is sinds ik hier kwam. Maar
misschien verwondert het u, dat ik het alles
zoover liet komen. De uitlegging is gemak
kelijk genoeg. Ik had nooit behoefte aan
geld. Ik stelde nooit vertrouwen in de
macht ervan om de menschen gelukkig te?
-maken. Ik kwam te Bardsford. Henrrf
pogen nu alleen, als om zich to wreken, m
hun vèrdragend geschut do appen en
andere plaateen achter het front to verniel'
Intnwchcn was ik al dichter bij het froi
gekomen. Hier te Y... bevond zich een k'ri:
uitzichttoren. Eigenlijk had h:«-r vroeger «-<
moderne windmolen (een Amerifcaatucnc) g
staan. Het rad wa» er af gehaald en :t g
raamt© wa* nu gepromoveerd tot waarneming
toren. Dio goraamteachtige stollingen bied»
weinig trefkans en worden daarom voor dit do<
gebruikt.
Ik bedelde nu bij commandant I- om ee
plaatsje op oen balk. Heel gaarne deed hij
niet. Want al treft men moeilijk do uteliin;
toch vallen hier wel eens dcxlcn en g«-.«voi_
den. Men schiet voortdurend oj> de stelling,
vooral niet shrapnells en kartetsen. De. sprin
gende dooien daarvan treffen dan wel eens
den waarnemer. Nu, dat risico nam ik op me.
Dan ja, als ik or zooveel voor over had, dan
zou hij mo maar ©en plaatsje goven. Als eer
ruiter te paard zat ik nu weldra een 30-ta
meters boven den began en grond. Tot mijn
mak had men don balk verbroed met ©en dil
plankje. Daar zat ik nu en kon rondom mi
in een omtrek van rersehillondo kilometer
zien. En nu zag ik zo komen, bij gdteele ai
deelingen, de veldgrauwen. Met struikelpassen
kwamen zo aan, en telkens vielen er gaten
de grauw© rijen, voordat zo de Joopgrav<
halverwegon waren genaderd. Sl< hts enkc
tientallen bereikten den rand 'Ier loopgravc
om daar den dood t© vinden. Zoo telde ik
een uur zeven aanvallen, waaraan naar icba
ting een half regiment had d.-.-Jgenomen, op
een front van nog geen twee kilometer. Iiijna
mannetje aan mannetje kwamen zo op. Doch
ontzettend was 't te zien hoe rlnn io bifn ran
gen de gesohutprojeetielen der Fransehen neer
sloegen. Do arme kerels deden een wanhopig
werk. Om.streeks half zeven in den avond trad
eenige stilstand in. Doch reeds drie kwartier
later begon 't moorddadig gevecht opnieuw,
't Scheen alsof de Duitschers volstrekt nog
weer vóór den nacht, d© verloren stellingen
wilden terugnemen. Natuurlijk weten ze d it
met weer ©en steunpunt meer op den rechter
oever van het kanaal, do bondgenooten moe
ten voortdringen.
Toen ik ruim acht uur mijn waarnemings
post verliet, vernam ik, dat or ongeveer e n
100 Duitsche gevangenen waren gemaakt. Na
een kwartier rijden met een auto van den mi
litairen dienst kwam ik ze achterop. Een be
klagenswaardig troepje, en toch te benijden
in vergelijking met de duizenden, die nog zul
len vallen. Ze gingen met moeden tred en af
gematte lichamen. De Engol.sche liegeïeidera
zagen met deernis op do mannen neer. Er is
over 't algemeen tusschen de soldaten minder
haat, dan men afgaande op do pers in de oor
logvoerende landen wel zou denken. De strij
denden zelf beseffen dieper dan wie ook. 't
leed dat ze elkander moeten aandoen. Zo heb
ben eerbied voor elkanders ongeluk.
DUITSCHLAND,
Het lot van een vlieger-luitenant.
BERLIJN. Op 16 Mei kroeg een
vliegtuig, bemand met de luitenant:-
Leonhard en Emricht, last ©en verken
ning te gaan doen ten oosten van de San,
aan den straatweg Jaroslaw-Olchawa. Toen
het vliegtuig niet terugkeerde, werd een
onderzoek ingesteld, dat aanvankelijk geen
resultaat had. Op 18 Mei werd het vlieg
tuig verbrand gevonden aan genoemden
straatweg. Tevens werd daarbij gevonden,
het lijk van een Duitsch officier, waar
schijnlijk luitenant Emrich.
Luit. Leonhard was klaarblijkelijk met
het vliegtuig verbrand, luit. Emrich was er
uit gesprongen, doch door de Russen vreese-
lïjk verminkt, en zcoals uit de verklaringen
van de officieren van gezondheid bleek, door
bajonetsteken en door gewelddadige mis
handeling afgemaakt.
Troepenverplaatsingen.
Volgens een „Reuter"-bericht uit Zu
rich, zou thans de Duitsche troepenbewe
ging naar het westelijk front geëindigd zijn.
Alleen artillerie is van Galicië naar het
westen overgebracht; infanterie-afdeelingen
zijn niet aan het front aldaar onttrokken'
De infanterie, die naar het westelijk oor-
logstooneel is gezonden bestaat bijna geheel
uit pasgeoefende troepen uit alle deelen des
Elesworth kreeg mij lief, en dat om mijzelf.
Op dat oogenblik voelde ik mij gelukkig.
Met al de schatten van John Fenwick on
der mijn bereik, leefde ik als de vrouw met
Henri Elesworth, den werkman op de pa
pierfabriek. Henri heeft mij nooit verwe-
.ten, dat hij zijn gemak en zijn rechten had
opgegeven om mijnentwil. Nu zal hij méér
weten. Hij is gpheel onkundig van hetgeen
ik u vertel. Ik heb mijn geheijnen tot dus
ver zorgvuldig bewaard; gij zijt de eerste,
die het verneemt. Ik kom vandaag hier,
professor, als uw vriendin. wilt gij, als
uw dochter. Gij hebt uzelf afgezonderd van
degenen, die u liefhebben. Zijt gij er te
gelukkiger oin? Ik weet zeker van niet.
Meer dan een jaar lang ben ik volkomen
gelukkig geweest zonder de Bardfordpa-
pierfabrieken en .zonder Bardsford-Hall. Ik
Heb ze niet noodig. Ik zóu er heel mijn
leven buiten kunnen. Maar ik wensch mijn
rijk over te dragen aan mijn man, die om
mijnentwil het zijne heelt prijsgegeven.
Morgen zal Henri Elesworth heer en mees
ter van de Fenwick papierfabrieken zijn.
Ik zou hem óók gaarne weer in 't bezit
van Bardsford-Hall zien. Ik meen het niet
onvriendelijk, professor, maar uw n-aa-m is de
mijne, uw zoon is de mijne, uw kleinzoon
is de mijne, en thans is ook uyr huis het
mijne. Het lot heeft mij dat allee gegeven
en ik heb er bezit van genomen. Maar ik
mensch het niet uitsluitend voor mijzelf te
houden. Ik verzoek u dit alles met mij te
deelen. Wilt gij?"
Zij was voor hem neergeknield en zag
hem met betraande oogen pleitend aan. De
oude geleerde voelde ook de zijne vochtig
worden. Met bevende hand streelde hij haar
zacht, weelderig haar en fluisterde: „Mijn
dochter!..."