OP ZEE. Lederzaken. DE ®OXjXJ^TJ2SIV«Z7CS10"3E^.^5lM',,3? ■xr&tTi 525o>rx'cS.£ig- 3. X öFia. li X O X O jöstrow^ le [C^oAS^Vó. £s^:l? VwpisCHAB\^d, ai'i. Ka, ,<11 y^jaVy&chat^fe^ K^SÜlsjeiliw |iWi£5\V»SÏ^YN^wl™i^ Bjrt ï«h /IM-i™;» Wér*°^ OörcsinWp U, 4 Pa^chèw- /To/naszatv °0pot3chno o ^Ngyvo Alerandrija i-.r. 5rfiidl)5w«z ówo'enV* LV L f *Jkte a qubïïrNjjb. Cholrq />^e^^°ra -s^ahEdncv^f ^P°"* 1 ie ~A.».v CAnjjelnik Sandc"nirj^\A-O^ Bic aSiotschek^i Pa Kamerazen iobrin/ UJrestlihjvvsk tWIodswa 1»K* \Dubfêo wJ^je^y^0sfe^e27^/',rt' o ,.Kra5nosl3v3 V \vhdimir-^ "\- Jwi.nany IoT~ V. Krfcnik. - J Opatow yf®e i'"?A -/v. firuh?>vhowXJ_ i tsd^^dö^ II Mie/ét *oBfs8&i? fheiz fy1 y\' V wc J Jlpwno. Cubn. 3v»arii3ka\ i/-.-2;£.L.._ •tedawice NeSmart g2en kaartje nemen wij heden op, waarop gó bewegingen de-r Duitsch-Ooetenrijksehe o iepen in Galicië duidelijk kunnen worden •^reeaan. zDp het oogenblik, dat we dit schrijven, can de legers van Von Mackensen aan den =eg, tussehen Sokal en Kamionka-Strumi- QC/a; ten zuiden daarvan bij Bosh-Zloczow ,j°sreert Von Böhm-Erinolli. Von Linsingeu -gireert aan de Zlota-Lipa, (aan den ^=uj.drand van het kaartje) en poogt daar i-f. n 1 we£ "vrij te maken voor de legers van ]-1'e,'>rQ Botlimer en Pflanzer-Baltin, die uit t lQ.. zuiden oprukken. njr<)n Jteeds meer worden de Russische legers, H>' p zich in dit uiterste oostelijke deel van ",'1' a]-ücië handhaven, naar de Russische grens j,c irongen in de richting van Brody. ■k -^Tegelijkertijd opereert generaal Von n >yrsch, die de Tanef overtrok en de Por i<«? -eikte, ten noorden van die rivier bij -ys-^asnik, waarbij hij in hevige geveohteu ^«^vikkeld is met de Russen; dezen hebben 'agem de jongste berichten aanzienlijke •■ei,45 sterkingen daar ter plaatse bijeenge- "e'ea.cht, en deden aanvallen, die echter vol- ;(e,!sis de Weensclie berichten werden afge- :ci<U<gen, volgons de Russische berichten tot l<e»0]i nederlaag der Oostenrijksche troepen Üejsdden. Klaarblijkelijk zijn deze gevechten b Ij niet geëindigd, en worden zij met af- fl:creet A'q'rc' wisselende kansen gevoerd. De verbinding tuesohen dezen linker vleugel, die zich aansluit aan de stellingen aan den Weichsel, en de legers, die in Oost- Galicië strijden* wordt gevormd door het leger van aartshertog Josef Ferdinand, die in de richting van Cholm oprukt en tus sehen Krasnostawe en Zamocs (Samostjé) strijdt. Uit deze situatie blijkt, dat zoo de Russen tot achter de lijn LublinCholmKowel worden teruggeslagen, liet gevaar voor Warschau dreigend wordt; in de bocht van den Weichsel toch, ten westen van War schau, hebben de Duitsche legers stellingen ingenomen, die zij reeds maanden lang kon den versterken. Slagen zij er nu in, de Russische legers te splitsen, Iwanof naar Brody te dringen, en zich aan den spoor weg IwangorodLublinCholtmKowel vast te zetten, dan kunnen zij Warschau ook van uit het zuiden en zuid-oosten be dreigen. Zoo ver is het nog wel niet; nog steeds wordt gevochten in de lijn die van Krasnik over Samocs, Zokal naar de Zlota-Lipa loopt. Maar het kaartje maakt het. overzicht van de positie, die de legers daar thans in nemen, gemakkelijk, eu geeft de gelegen heid de bewegingen te volgen, die door Russen en bondgenooten worden uitgevoerd. elapu wel de grootste moeite kostte om van 7ui n menschen gedaan to krijgen. ;,f i,cr,,Dlat zij zwijgen en zich onzichtbaar 1< j ken", antwoorde de officier- •krjie.Het onzichtbaar maken beginnen we al ,]j>1 aardig te leeren, schrijft de „mobilise" br< a; kruipen op den buik en loopen'op handen ,-ii b voeten als de besten. We kunnen ons 'dv aardkluiten of boombladeren verande- yli en weten ons prachtig dood te houden. eyt een allervreemdst iets moet dat zijn Tggir vliegers, die over onze linies en kan- i' i nemen ten zweven. Zoolang het dag is, n' 3 'toont zich geen ieven^ wezen op velden y ch weëen U10 gehuchten en dorpen schij- ^w.a uitgestorven. Een keel enkelen keer ^bj.r'pt iemand snel, vlak tegen de huizen ad,e1irukt, voort of ziet men een eenzamen g'^elrijder-ordonnans ijlings voortpeddelen. ®!ne aar dat is ook alles. Troepen, ruiters, t a_e?in, artillerie, alles is in den grond ver- vVarenen. .^Maar zoodra de zon ondergegaan is en -p duisternis valt, keert alles tot het leven 1 :ug. Uit de loopgraven rijzen schimmen 1 die zich uitrekken en de stijfgeworden Ijolematen bewegen. In de dorpen duiken ;"-.Tab alle hoeken en gaten geheimzinnige L jkezeus op, die zich verzamelen, aantre- .1Pln, liesn en weer loopen, op de wegen Jverschijnen auto's en wagens en karren en 1L >ldra is het een en al leven en beweging- Jb<Rijst de zon weer aan den horizon, dan e'bcrdwijnt dat alles opnieuw in den. grond schijnt alle leven weer gestorven. VI Het zwijgen dat is een andere quaes- bekent de „mobilise". 3>at te leeren - *ac heel moeilijk. Wij zijn geboren babbe- V*ars, de nakomelingen van de soldaten. yz'.n de revolutie en het keizerrijk, die jui- end ten strijde trokken en schertsend en t w'»ertend het vuur ingingen. „Zij" daar- ^v'.tegen zijn echte zwijgers. Toen zij nna ,?^nd binneiivielen, brachten zij niet alleen c in talrijke draagbare zoeklichten mee hun lichtbommen, maar ook bun luis- 3C rtoestellen. Met die microphoons, welke 3 j overal aanbrengen, hebben zij vaak de 3? eest verrassende successen behaald. cw Een dubbelpost of veldwacht is. ergens ,"v' nachts in bedekt terrein opgesteld. Niets zichtbaars verraadt de aanwezigheid der <wranschen, geen menschel ijk oog kan zo j/ri.tdekken. Toch plotseling worden ]h overvallen. Eenig geluid heeft hen ver- ,^>den: de mannen hebben zicb volkomen izichtbaar gemaakt maar zij hebben ■et kunnen zwijgen. Zij hebben gepraat Ij i hun stem is door den op enkele K.M. jr'stand geplaatsten microi>hooii opgevangen. Een kolonne begeeft zich 's nachts op ,neg om een troep in de loopgraven af te seen, Zij marcheert onder het geboomte door een greppel of droge gracht. Plot- 1 h'ling wordt zij door een mitrailleur be- \bhoten. Wederom heeft het geluid hen hen-raden; een bevel, een uitroep, het ge- j'.giikketik van een bajonet was voor den mi- l 'ophoon voldoende om de komst der on- -oh tb aren te rapporteeren. 5 RUSLAND. eJVan het Oostelijk Oorloqsterrein. PETERSBURG. Woensdagnacht heeft ®e vijand zonder succes onze stel- rngen bij hét station Moerawjef aan- jevallen. In den nacht van 6 Juli \as het hem gelukt ten westen van den óraatweg van Kalvaria naar Soewalki de Vvier Sjelmentka over te steken doch den eigenden dag werd hij er opnieuw van te- 'uggeworpen. In den nacht van 7 Juli viel de vijand bij e rivier Erjitz onze loopgraven aan ten f.W. van het dorp Jednerojetz, doch zon- <er succes. Eenige tientallen Duitschers handhaafden zich tot het aanbreken van en dag voor onz© loopgraven. In hun po- ingen om zich terug te trekken werden ijna allen door ons neergeschoten. In den loop van den dag hernieuwde de vijand zijn aanvallen op dezelfde loopgraven doch werd hij wederom met groote verliezen terugge slagen. Aan den linkeroever van de Weichsel deed in den nacht van 7 Juli de vijand, die zich had gedekt achter dikke wolken van verstikkende gassen, een aanval in de rich ting van Melimof over een front van twaalf werst. In enkele sectoren slaagde hij er in de eerste linie van onze loopgraven te ne men, doch den volgenden dag drongen wij hem door onze tegenaanvallen terug en werd de vorige toestand hersteld behalve in den sector die het dichtst is gelegen bij den straatweg naar Belimof, waar de strijd nog voortduurt. Tussehen het vlek Senne en het dorp Joe- sepof poogde de vijand in meergenoemden nacht een aanval op den sector in de nabij heid van de Weichsel. Deze pogingen ble ven echter vruchteloos. Tussehen de Weich sel en de Boeg waagde de vijand dien nacht geen enkelen aanval. In dienzelfden tijd gingen onze troepen in de richting van Lublin met succes voort het aangevangen offensief te ontwikkelen in den sector OerzendofBykha.va. Na de rivier Oerzendofka te zijn overgetrokken en langs de Bystrijitza te zijn opgemarcheerd brach ten zij den vijand ontzettende verliezen toe, maakten van 5 tot 7 Juli ongeveer 11000 gevangenen en namen vele tientallen mi trailleuses benevens een vaandel. Dit vij andelijk detachement is thans op don terug tocht. Wij achtervolgen het. Aan de Boeg, de Zolotaja, de Lipa en de Dn jester geen veranderingen. WEENEN. Officieel wordt bekend gemaaktIn Rus&isck-Polen ten oos ten van de Weichsel duren de ge vechten voort. Verschillende hevige aanval len der Russen werden bloedig afgeslagen. Daar de overmachtige vijandelijke troe pen, die aangevoerd waren tot dekking van Lublin, tot een tegenaanval overgingen, wer den onze troepen aan bedde zijden van den grooten weg op de hoogten ten noorden van Krasnik teruggetrokken. Ten westen van de Weichsel werden eenige vóór-stellingen der Russen stormen derhand genomen. Aan de Boeg en in Oost-Galicië is de algemeene toestand dezelfde gebleven. Aan de Beneden Zlota-Lipa werden aan vallen van den vijand afgeslagen. TURKIJE. Het gevecht van 28 Juni aan de Dardanelles Reuters bijzondere correspondent aan de Dardanellen seinde over het gevecht van Juni: Het resultaat van een schitterenden a; val der onzen waseen stuk grond van een mijl op ons linkerfront en liet verdrijven van den vijand uit vijf reeksen loopgraven. Een strategisch voordeel werd behaald, dat de toestand in ons voordeel zal doen veran deren. Om te begrijpen wat geschiedde, moet er aan herinnerd worden, dat de aanval op 4 Juni ons een bocht in het centrum onzer linie schonk, daar dat centrum vooruit werd geschoven over een lengte van ongeveer 1000 meter voor de flanken uit (rechts van den weg Seddul-Bahr-Krithia en dus geheel in de richting van den Achi Baba. Red.) Wat de rechterzijde dier linie betrof werd de ongelijkheid eenigszins aangevuld d00r de Fransche voorwaartsche beweging ("van 21 Juni). Op de linker zijde, waar onze loopgraven op vele punten slechte eenige meters van de Turksche afliggen, hebben de plaatselijke gevechten nog voortdurend plaats na den 4en Juni. De vijand is, loopgraaf na loopgraaf, daar uit zijn verschansingen geschoten, doch doet steeds nog wanhopige tegenaanvallen. 's Nachts hebben korte maar bloedige schermutselingen plaats tussehen de loop graven, die eindigen doordat onze soldaten de Turken met do bajonet verdrijven uit dat gedeelte van een loopgraaf waarop do aanval gemunt is. Van het wanhopig vechten geven de toe standen in die door ons daarna bezette loop graven het bewijs. Het middengedeelte van onze linker posi tie wordt gevormd door een lange, diepe en kronkelende „Nullah" of kreek, d/e op de Turksche kaarten genoemd staat als de Saghirdere rivier, waarvan die kreek nu de bedding is. De „Nullah" loopt van de zee en daaraan eenigszins parallel naar de heu vels, waaryan Achi Baka het middenpunt is. Links wordt die Nullah van de zeo ge scheiden door een hoog smal plateau dat aan de kust vrij stijl met eou helling van 400 voet naar het water afdaalt. Dat plateau en de loopgraven die uit de Nullah daarheen voeren waren voorname lijk het terrein van den aanval van 28 Juni. De weg voor dien aanval werd gebaand door de vreeselijkste beschieting van onze artillerie, die de vijand tot nog toe heeft gehad. Te negen uur in den ochtend van 28 Juni opende onze artillerie met een ge talsterkte en kaliber waarover cle vijand zich heeft moeten verbazen een geweldig vuur met zware projectielen op de Turk sche posities en zette dat twee uur lang voort. Vanuit zee bestookte een aantel schepen, dicht bij Kaap Helles liggende, de vijandelijke stelling. De „Talbot" lag ver der op aan de kust en de torpedojagers „Wolvering" en „Scorpion" deden ook mede. Het. was een prachtig schouwspel, boven op Kaap Helles, te zien hoe de groo te rook- en zandwolken opvlogen langs een zelfde lijn als waarin de vijandelijke loop graven lagen. Boven alles zweefde een verkenningsbal- lou, in verbinding zijnde met een scbip en onze scheepsarfcilleristen helpende door het doel aan te wijzen. Een vijandelijke vlieger beproefde een bom op den ballon te werpen maar miste en werd weggejaagd. To 10.30 opende de veldartillerie het vuur. Haar hoofddoel was de ijzerdraad versperring vóór de vijandelijke loopgraven Dit ging met oen volkomen succes en op vele plaateen werden openingen gemaakt door het ijzerdraad heen. Toen begon het werk voor de infanterie. Op den kaden van de Nullah ontmoetten de Britsche en Turksche voorposten elkaar met een barricale van ijzerdraad en zand zakken tussehen zich. Op de rechterzijde in d& richting van de Nullah hadden de Turken een positie inge nomen, die bekend staat onder een naam van „Boemerang''-fort of „Boemerang loopgraaf", vanwege haar vorm. Het is een hoofdloopgraaf met ontelbare van el kaar onafhankelijke toegangen. Die „Boemerang" hield alle pogingen om voorwaarts te gaan tegen en is de plek geweest waar heel wat bom-aanvallen plaats hadden. Te 10.45, na beschieting van de „Boemerang" met ontplofbaar materieel, werd het bevel tot aanvallen gegeven. De soldaten stonden in afwachting op verhoogingen en ladders, gereed om met een enkelen spi'ong over de wallen heen te springen. In zulke loopgravengcvechten is de gevaarlijkste vergissing té langzaam over die wallen heen te komen. Op een signaal sprongen de mannen er over, doorrenden het tusschengelegen ter rein en sprongen in de Boemerang-loopgraaf De Engelschen kwamen er met bijzonder weinig verljezen in. In enkele minuten was de positie genomen. De hoofdaanval werd te 11 uur gedaan door drie bataljons die de eerste drie linies van de Turksche loopgraven bestormden. De eerste twee loopgraven lagen dicht "bij elkaar en weinig tegenstand werd daarin geboden. Zij waren vol doode Turken. Verder rechts ontmoette onze aanval ern stiger tegenstand en praktisch werd geen vordering daar gemaakt. Te 11.30 namen onze soldaten nog twee reeksen loopgraven. Dit was ook een merk waardig schouwspel, daar de onzen eenige honderden meters geheel open tusschen- terrein hadden over te loepen en dit deden alsof er geen vijand in hun nabijheid was. De vijand giug daarna aan den haal, maar zijn tegenaanvallen begonnen w r in den namiddag. Turkije en Bulgarije. LONDEN. De „Times" verneemt uit Petersburg: Volgens de mededeelingen door de ambas sade van een neutrale mogendheid ontvan gen legt een Duitsch pionierbataljon krach tige versterkingen aan, langs de lijn Enos- Midia. Het geheele aantal troepen van Klein-Azië naar Europa overgebracht be draagt 85.000 man; alleen in Juni werden 60.000 man, met de daarbij beboerende artillerie, uit Damascus gezonden in ver hand met het [besluit van von der Goltz- pasja om de verdedigingslijn voor Adria- nopel en Konstantinopel te versterken. Een Griekech staatsman meent, dat die troepenbeweging veroorzaakt is door het wantrouwen dat de Turken koesteren tegen de Bülgaarsehe staatkunde, wijl de regee ring te Sofia verzuimde den Turlcschen ge zant de waarborgen voor het behoud dor neutraliteit te geven, in ruil voor de door Turkije aangeboden compensaties. De „Times" verneemt uit Sofia, dat de forten om Adrianopel weder zullen worden ontmanteld, eu de kanonnen zullen worden overgebracht naar Hademkeui. Generaal Trauber zou verklaard hebben, dat het onnoodig was die stad te versterken, daar zij spoedig genoeg in handen der Bulgaren zou vallen. Groote ©heimhouding wordt betracht ten aanzien van den dood van kolonel Von Leipzig, die volgons een Duitsch bericht door een ongeluk om het leven zou zijn gekomen in de wachtkamer van het station te Usunkoepru. Hier ontvangen berichten zeggen, dat hij vermoord werd door een oud-Turk, voor wie de Duitecho overheer- sching steeds onduldbaar was. Dadelijk na dit ongeval verlieten de vali van Adrianopel en generaal. Trauber die stad om naar Konstantinopel te gaan. SERVIË. De „schrik van tie Donau'h De bijzondere correspondent van de „Times" te Belgrado schrijft: De toestand hier in Belgrado doet heel sterk denken aan een operette. Wie na de lunch niets te doen heeft, gaat eens de straat op en" een beetje naar den vijand kijken, gaapt eens en vraagt zich af, wanneer die nu weer gaat beginnen. Men kan ergens op het dak van een gunstig gelegen huis klimmen of de hoogten buiten de stad gaan bestijgen en met een kijker zien naar de plaats, waar tussehen de Oostenrijksche stad Semlin en de Grosse Kriegsinsel de Oostenrijksche ri- viormonitors zwart en leelijlc in den stroom liggen. Eerst waren het er zeven; nu nog maar zes. In den regel ziet men er maar drie, waarvan er één geregeld stoom op heeft, onder bewaking van een wachtboot. Wat men zoo van verre niet kan zien, is dat ze binnen eene omheining van balken liggen. Sinds hun aantal van zeven tot zes is teruggebracht door oen handig stukje torpedo-werk van een wachtbootje, dat als de „Schrik van den Donau" bekend staat, zijn de monitors bijzonder weinig onder nemend geworden. Er moeten uiterst gewichtige redenen zijn waarom men in Engeland niets mag weten van de samenstelling van de gemengde artil lerie-macht, die onder bevel staat van gene raal Jivkovitsj, den militairen commandant van het district en waaraan de verdediging van Belgrado is toevertrouwd. De Oostenrijkers zijn volkomen bekend met hare samenstelling. De voornaamste punten daarvan zijn in de Fransche, Ameri- kaansche, Zwiteerscba en andere bladen be handeld, maar het schijnt, dat de meest noodlottige gevolgen zouden te verwachten zijn, wanneer het Engelsehe publiek daar van iets te weten kwam. Men mag er dus niets van zeggen, dan dat deze macht van een allerbehoorlijkst cosmopolitische samen stelling is en dat de jongelui (gelukkig kan ik me op het oogênhlik niet herinneren tot welke nationaliteit ze belmoren, want sedert lunchtijd heb ik ze niet gezien) die de „Schrik van den Donau" bekeeren, er veel pleizier van hebben. In donkere nachten zoeken zij hun weg door allerlei vaartjes en doorgangen, waar niemand ze vermoedt en maken het den Oostenrijkers verbazend lastig. De Oostenrijkers hebben drie kanonneer- booten, die er als speelgoed-dreadrioughts uitzien, met mitrailleurs in de geschut- torens. Elk van die kanon neerbooten zou de „Schrik" in een paar minuten kunnen opeten, als hij hem maar te pakken kon krijgen. Maar de Schrik" komt als het goed donker is, bestookt dan, met zijn céne machinegeweer een van de dreadnoughts en snelt dan als eon haas weder heen. Tien dagen geleden zette een dreadnought de „Schrik" na, maar kwam daarbij in een goed aangelegd mijnenveld terecht, waarna zijn overschot bij het Kojara-eiland aan den grond liep, midden in den stroom, zoodat de geschuttorens en de kiol van Belgrado uit goed. te zien zijn. De bemanning ontkwam, ua do machinegeweren overboord te hebben geworpen. Den volgenden dag haalde de „Schrik" nog aardig wat buit er van af, zooalsmunitie voor het machinegeweer, automatische pistolen en zelfs een gramo- phoon met een stel goede platen, de naam plaat en de vlaggen van den dreadnought. De jongeman, die het bevel voert op den „Schrik" (ik herinner me nog altijd niet tot welke nationaliteit hij behoort), heeft van zijne regeering dezer dagen eene onder scheiding gekregen, die veel gelijkt op de D. S. O. (Distinguished Sendee Order). En hij heeft diét wèl verdiend. Nacht aan nacht gaat hij, met zijne kameraden op allerge vaarlijkste tochtjes uit en terroriseert eene geheele flottielje van monitors, kanonneer- boofcen en 'dergelijke, zeker honderdmaal zoo-sterk aan bewapening en bemanning als dé-,„Schrik", 't Is om t© huilen, dat ik niet zeggen, mag, wie die jongelui zijn. De „Times" zegt in een naschriftje, dat hier waarschijnlijk kapitein-luitenant Kerr, van de Engelsehe marine bedoeld wordt, die onlangs de D. S. O. kreeg, terwijl ieder lid van de bemanning de ■Distinguished Conduct Mcddl kreeg. VEREENIGDE STATEN. Holt's dood. NEW-YORK, Het lijk van Holt wérd volgens de methode-Berthillon vergeleken met "de gegevens over Miinter, den Duit- schen exprofessor van het Harvard-college en de identiteit met dezen, is' daardoor ho ven twijfel vastgesteld. De veronderstelling dat Holt medeplichtigen had, -wordt ver sterkt door. het feit dat Holt's salaris ge ring was en zijn levenswijze zijn schijnbare middelen verre te boven ging. Groots gepantserds onderzeebootien. In oen dezer dagen verschenen, brochure houdt de gep. luitenant-ter-zee le klasse M. K. Medenbach een pleidooi voor den aanbouw van vijf moderne gepantserde onderzeebooten van ometreaks 2000 ton. („Het 25-millioen-wetsoutwerp"Bel in fante Den Haag.) Breedvoerig bespreekt do hoer Medenbach dit wetsontwerp van <len Minister van Ma rine, waarbij naar bekend is «le aan bouw wordt voorgesteld van 2"verkennings- kruisers van 6000 ton en 4 onderzeebooten a 800 ton. Wat «le kruisers aangaat, komt de schrijver tot de conclusie, „dat do voorgestelde kruisers onder geen voorwaarde mogen worden aan vaard, en dat wij voor het oogenblik aller eerst zijn aangewezen op den aanbouw van onderzeebooten Do verschillende redenen, die den Minister tot den aanbouw geleid heb ben, tracht do schrijver to weerleggen. Belangwekkend is het, wat de schrijver zegt over de voorgestelde „groote onderzeebooten van 800 ton". Geruchten zeggen, aldus sciir., dat dc watorverplaatsing in ondergedompel- den toestand 700 ton zal bedragen. Den aanbouw van dit type onderzeeër ont raadt de schrijver en wel op de volgende gronden: Vooropgesteld zij nogmaals, dat slechts dat materieel moet worden aangebouwd, dat in do toekomst do minste kans biedt als ver ouderd te moeten worden beschouwd en der halve de meeste kans om later nog een be- hoor'iyko gevechtswaarde te vertegenwoor digen. Niet alleen hetgeen wij om ons heen zien gebeuren, wijst ons or dan op, dat slechts het grootste en krachtigste typo van onderzee boot daarvoor in aanmerking komt, maar ook een aandachtige beschouwing der ter beschik king staande gegevens wettigt deze gedrags lijn volkomen. Dit wordt door den oud-marine officier nader uiteengezet. Do schrijver wijst er o.a. op, dat reeds in „The Naval Annual" van December 1914 ge zegd werd, dat in de toekomst booten van 1700 ton en met een groote snelheid noodig zullen zijn, maar als de kanonnen van zwaar der kaliher (dan 7.6 c.M.) zonden worden, dan zou waterverplaatsing en voortstuwings- k.racht nog vermeerderd moeten worden. „Het is", aldus lezen wij in do brochure verder, „maar al to duidelijk, ook in ver hand met de geruchten omtrent Duitsche ondorzeebnotcn, (lal man da richting van ond crzee-torpedo-artillcncschcpcn is inc/esla- 600 gen, en dat wij met onze ongewapend© 700 tons bootjes weer merkwaardig ons best doen om ons laakbaar standpunt van voorhoen, u.i. „van uitkijken, afwachten en toren op ander mans ervaring", hardnekkig to handhaven." Do schrijver roept voorts uit: Groote, ge pantserde, Gewapende ondeizeeschepen is het rijk der toekomst. Het ligt voor do hand. Het is zonneklaar. En willen wij hot hoofd boven water houden, dan moeten wc mede en, waar het kan, zelfs voorsprong zoeken. Al kunnen wo dan misschien niet hetzelfde aantal bezitten, in h?t type behoeven we voor anderen niet onder te doen." Wat hot pantseren betreft, grondt de schrijver zijn meening op do daaromtrent ver spreide. geruchten, in verband met de groote waarschijnlijkheid. Artillerievuur, vliegtuigen en luchtschepen dwingen hiertoe, oolc al heeft men anti-ballon-geschut aan boord. (Do schrijver vermoedt, dat de nieuwe Engelsehe onderzeeër „Nautilus" gepantserd is.) Het door den Minister voorgestelde type onderzeeboot noemt de schrijver intusschen reds in den dop een verouderd type. De schrijver betoogt, dab pl.m. 2000 tons booten do richting van het oogenblik is en als liet kan: grooter. Naar ruwe schatting zal men er voor 25 millioen reeds vijf kunnen bouwen. ..Wil men dit niet aanvaarden, dan is het feitelijk geld verspillen, indien er nog iets voor de defensie ter zee wordt uitgegeven. Want het gaat hier tevens om de richting, om liet beginsel: of we voortaan durf en onder nemingsgeest zullen toonen, op eigen wieken zullen gaan drijven en krachtig zullen wor den dan wel de oude „Kat-uit-den-boom- politiek" weer zullen volgen en in de toekomst onze Koloniën zullen verliezen. Aanvaardt men thans het grootste type, dan zal dit ook op de Nedorlandsche werven een heilzamen in vloed oefenen. Deze zullen dan in staat zijn de grootste onderzeeschepen te bouwen en -zullen in dit opzicht dan voor de buiten- landseho werven riet onder behoeven te doen." Wat de werfquaesti© aangaat, wijst do schrijver op de noodzakelijkheid, om onverwijld de werf to Amsterdam uitsluitend tot 's Rijks werf van aanbouw voor groot onderzee-mate rieel in to richten. Ten slotte bepleit deze oud-marine-officier liet uitzenden van kundige ingenieurs naar het buitenland en het vormen van oen admi raliteit, „die meer vastheid van leiding aan 's lands zaken ter zee kan geven". Een lïaliaansch slagschip getorpedeerd. WEENEN. Een van onze duikbooten boord© in den morgen van 7 Juli een Ita- liaanschon pantserkruiser van bet „Amal- fi"-type iu het noordelijk deel van de Adriatisóhe Zee in den grond mot een tor pedo. LONDEN. Volgens de bladen is de Ita- liaanscbe kruiser „Amalfi" door een Oos tenrijksche duikboot in de Adriatische Zee met een torpedoschot in den grond geboord. (De nog jeugdig© Oostenrijkscb-Hong&ar- sche onderzee-flottielje heeft dus oen nieuw Succes te boeken. Eerst boorde een onder zeeër den Fransclien pantserkruiser „Gam- betta" in de straat van Otranto in den grond en thans is ook een Italiaansche pant serkruiser de „Amalfi" getorpedeerd. Do Amalfi" is eon van de nieuwe Itali aansche pantserkruisers van hetzelfde type als de „San Marco", „San Giorgio" en „Pisa", die na de drie van het „Vareee"- type gebouwd werden De „Amali'i" liep in 1908 van stapel. De waterverplaatsiug is 10,400 ton; de snel heid is 23.6 knoop. De bewapening bestaat uit vier kanonnen van 25 c.M., acht van 19 c.M., 16 van 7.6 q.M. en 24.7 c.M. Het pantserdék is 5 c.M. dik, het dek 25 c. M. De bemanning telt 684 koppen. Red.) Bericht van den Italiaanschen Marine staf. 8 Juli. Een verkenningstocht met ver schillende schepen werd den vorigen nacht in volle zee ondernomen in de Adriatische Zee. De kruiser „Amalfi", die er aan deel nam, werd bij het aanbreken van den dag getorpedeerd door een Oostenrijksche onder zoeboot; het schip helde dadelijk sterk naar links over. De commandant riep, alvorens de be manning te bevelen zich in zee te werpen „Leve do Koning, leve Italië", met welken kreet door de geheele bemanning, welke zich bewonderenswaardig ordelijk en ge disciplineerd' op het achterschip bevond, werd ingestemd. Do commandant verliet het laatst het schip, door zich te laten glijden langs de zich nog boven water be vindende zijde van het schip. Kort daarop zonk de kruiser. Bijna de geheele beman ning en de officieren werden met onze eigen hulpmiddelen gered. De slag in de Oostzes. BERLIJN. In tegenspraak met dc Rus sische berichten omtrent het zeegevecht bij Gothland op 2 dezer is hetgeen wij van be voegde zijde daaromtrent vernemen: Onze lichte strijdkrachten, die gedurende den nacht een voorgeschove «stelling bezet had den gehouden, voeren den 2den Juli 's och tends in zuidelijke richting terug. Het we der was vooral naar het oosten toe heiïg, hier en daar zelfs mistig. Tegen zes uur in don ochtend werd plot seling uit óen nevelbank in hot oosten ge schoten op de „Augsburg" en de „Alba tros". Van de schepen zag men op 7 a 8000 M. afstand de onduidelijke omtrekken van vier vijandelijke schepen, die, later bleken de „Admiraal Makarof", „Bajan", „Bogatyr" en, „O'leg" te zijn. Do „Albatros", die tegen deze groote kruisers- goen gevechtswaarde had en ook in snelheid bij hen achterstond, kreeg he vel naar het Zwoedsche eiland Gothland terug te koeren, terwijl de „Augsburg" de heide verder naar het oosten liggende krui sers „Roon" en „Liibeck" naderbij riep en trachtte intusschen in vertrouwen op zijn grooter© snelheid het vuur van den vijand van de „Albatros" af te leiden, teneinde zelf onder vuur te worden geno men en den vijand iu de richting van de naderende versterking mede te sleepen. De vijandelijke krui&ei's lieten de „Alba tros" echter niet los, maar bleven het schip buitengewoon lievig beschieten. Dé „Alba tros" kon eohter wegéns haar geringere snelheid niet buiten het hereik van het vijandelijk vuur komen. Na een gevecht van twee uren, dat de Russen, ondanks hunne tegenspraak, nog niet eindigden, toen de „Albatros" reeds de Zwó&dsoho wateren had bereikt, zooals dn Duitsche dienstrapporten en door Zwoedsche bladen is geconstateerd, moest d© commandant liet schip, dat door zware treffers lek geschoten was en in zinkonden toestand verkeerde, bij Oestergam op liet strand zetten. Schip in brand. NEW-YORK. Een draadloos telegram be richt, dat het stqomschip „Minncliaha", dat Zondag j.l. van New-York naar Londen vertrok, in brand staat. Do bemanning tracht den brand in het ruim te folussclien. (iiHienSaad. Ongeluk met een marinesioep. Uit Bridle wordt ons nog gexneld: Van het begin der mobilisatie af lag aan het oinde der Bridsche haven een stoom- btxrkas van de Marine om toezicht te hou den op uitgaande schepen. Woensdagnacht om 2 uur is deze barkas, bemand met een offi cier en zes matrozen, van hier vertrokken naar zee en tijdens hevige rukwinden buiten de Brielsche Maas komende, vast geraakt op een zandbank, waar jaren geleden de „Groningen" is vergaan. Het was tegen 2 uur in den morgen toen de Brielsche vis- scher Vroombout, met zijn platboomsvaar- tuig daar naar bot visschende, de barkas bemerkte, en zien de het gevaar waarin deze verkeerde, begaf hij zich met zijn vaartuig- daarheen, aan don officier vragende of hij hulp verlangde. Deze, waarschijnlijk het gevaar waarin hij verkeerde niet inziende, riep terug, dat hij geen hulp noodig had, want dat hij voor anker lag en wel spoedig zou loskomen. Vroombout, die met zijn visch tijdig te Brielle moest zijn om ze naar Rotterdam te kunnen vervoeren, keerde daarom huiswaarts. Eenigen tijd daarna gaf hij aan zijn zoontie nog zijn spijt te kennen, dat hij niet hij de barkas was gebleven, daar hij vreesde, dat het schip gevaarlijk zat. Toen hij dan ook later een schot hoorde lossen vertelde hij ons geloofde hij wel, dat een ongeluk had plaats gehad. Het was echter te laat om terug te keeren. In den namiddag is een van de beman ning van de stoomsloep, de stoker Botbijl, niet aangekomen. Hij had een redding gordel aan toen hij over boord sloeg, en is zoo drijvende op de punt van Rozenburg aangekomen, van waai- hij zich naar Brielle heeft begeven, waar bij het ongeluk heelt medegedeeld. Het bleek dat de officier en 5 matrozen hierbij Let leven moeten hebben verloren, daar hij niets meer van hen be merkt heeft. Per auto is hij van hier ge haald om inlichtingen te verschaffen aan den stellingcommandant, te Hellevoetsluis. Uit 's-Gravonhage wordt nog gemeld: Een der opvarenden heeft zwemmende den wal van het eiland Rozenburg weten te bereiken en een lijk is reeds aan wal Omtrent het lot, der overige opvarenden bestaat nog geen zekerheid. Volgens mededeehng van den geredden schepeling (een stoker) is de sloep gestooten op een uitgebracht anker en daarbij lek geslagen en gezonken. Uit Hellevoetsluis meldt men ons nader: Woensdagmorgen bij het dagen is een defen siesloep onder bevel van een adelborst der marine-resorve van Brielle vertrokken met bestemming naar Scheveningeu voor het verleenen van diensten bij oefeningen, welke aldaar zonden worden gehouden. Op de Maasvlakte is deze sloep aan den gaond go- raakt, en heeft door het uitbrengen van den anker getracht zich vlot te maken. Dit schijnt te zijn gelukt, doch door den inmid dels ingetreden harden Z.-W. wind is het, vaartuig lek gestooten en gezonken, waarbij van de 7 opvarenden er helaas b zijn ver- dronkeu. De 7e, een stoker, heeft zich zwemmende, voorzien van reddingsboei en na een paar uur tobben weten te redden en is op het eiland Rozenburg aangekomen, waar hij in vrij goeden toestand arriveerde. Over Brielle is hij per auto te Hellevoet sluis aangebracht. Hier volgen! de namen van hen, die om gekomen zijn bij het vergaan van de defen siesloep der marine op 7 Juli jl.: Adelborst 1ste kl. der marine-reserve P. van der Does; matroos 1ste kl. der marine-reserve [W. S p a n j er, stamboek nummer 349; milicien-matroos C. do Jong, stamboeknuramer 1088 c.stoker lste kl. S. van Dok, stamboeknummer 3479; zeemilicien-stoker W. J. van Hol ten, stamboeknummer 748 c. korporaal stoker biunenlandsche dienst P. Boon, stamboeknummer 32082. Gered werd de zeemilicien-stoker A. Botbyl, stamboek nummer 5776 b. De opperbevelhebber van land- en zeemacht, generaal Snijders, heeft aan .do naaste familie leden van do omgekomenen bij liet vergaan van do defensiesloop dor Marine in hot Briel sche Zeegat, een telegram van deelneming ge zonden. Tot lieden is slechts één lijk gevonden, n.l. van den matroos le klasse der marine-resorve, W. Spanjer. Op verzoek van do weduwe, zal dit lijk met een torpedoboot vervoerd worden naar zijn woonplaats Terschelling. Donderdagochtend werd het stoffelijk over schot met militaire honneurs, aan den Hoek van Holland, aan boord van do torpedoboot ge bracht. i Op Terschelling heeft do overbrenging naai de begraafplaats eveneens mot militaire hon- nours plaats. Do redders van de „Süedrecht". Bij Koninklijk besluit van 5 Juli ia als blijk van goedkeuring en tevredenheid de gouden ©erepenning voor menscblievend hulpbetoon on eon loffelijk getuigschrift toegekend aan W. B. Nis bet, luitenant, der lioyal Garrison Artillery, wegens zijno leiding bij bet redden van de opvarenden van hot 8.S. „Sliedreoht" op 18 Maart, bij Frenchman's Point to South Shields (Engeland) de zilveren eerepenning voor mensehilevend hulpbetoon en oen loffelijk getuigschrift toegekend aan li. G o wans, A. Bal mor, J. Mc. Ga be, A. R. Rob son, artilleristen dor lioyal Garrison Artillety, we gens de door hen met levensgevaar volbrachte redding van do opvarenden van genoemd stoomschip. (>jSt. Ct.") Lotfsico. Het Gerechtshof te 's-Gravonhage heeft Donderdag arrest gewezen in een viertal zaken van Lotieico, aanhangig gemaakt tegen prijs- winners, aan wie de Haag scire Rechtbank hun vorderingen had toegewezen, niet verwerping van hot verweer van Lotisieo, dat de polis zou zijn geconverteerd in een obligatielening, doordat do trokking van do Staatsloterij in Augustus eenigen tijd heeft stilgestaan. Ook het. Gerechtshof oordeelde dat verweer ongegrond en bevestigde do vonnissen der Haagsche Rechtbank. Landstormwet. In haar zoooven verschenen memorie van antwoord op het afdelingsverslag der Twee- do Kamer nopens het wetsontwerp tot na dere uitbreiding van den Landstorm, ver dedigt de regeering uitvoerig de beoogdo versterking onzer woermacht, betoogen-de dat

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2