Zoürian 11 JuH 191!
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
ft§.
Uitbreiding van den
Landstorm enz.
Os heldin ven Bardsford
Oplaag 45,000 exemplaren.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRïNASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z.4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI
REN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertent tën wende ine* zien tot 'n--*. Aly. Advert«riti<;-Iiure.Ti KOI "MA Co.
IleerenKracht 220 Amsterdam, tot de Drukkerij „Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) Atnst n-lain "of tot onz>: Administratie, PaleHtrinostraat 10
Amsterdam. Prijs der Advertentie» per regel 30 cent. 13\j abonnement reducl
't Is moeilijk, zegt een Engelsch"correspondent, om onze soldaten neerslachtig
te maken en waarlijk, ons plaatje hierboven bevestigt zijn woorden. We zien hier
een afdëeling Engelsche'soldaten, die uit de loopgraven naar hun kwartieren gaan,
ze zijn afgelost yoor 24 uur. Vermoeid, besmeurd met slijk, afgemat door den langen
donder van 't geschut en 't gevaar, dat zij liepen, sukkelden ze in 't eerst voort.
Maar de frissche lucht, het koeltje, dat om hun hoofd ruisoht en het mooie groen
wekt hen op. De grappenmaker der compagnie vindt eenige leege blikken, zó kt houtjes
op en bevordert een paar zijner kameraden tot trommelslager: zelf loojit hij meteen
dikken stok voorop als tamboer-majoor, en--de vroolijkheid is er weer in. De
mannen stappen zingende verder en de paar officieren kijken lachend toe.
Verschenen is dc Memorie van Antwoord
der Regeering op het afdeelingsvorslag der
T«'>cedo Kamer nopens het wetsontwerp tot
nadcro uitbreiding van don Landstorm enz.
Dg strekking van het
wetsontwerp.
Aan dit Regeeringsantwoord wordt het vol
gende ontleend: Het is niet zender bevreem
ding, dat de Regeering kennis nam van de
algei'neeno klacht, dat do strekking van dit
wetsontwerp voor niemand volkomen duidelijk
isdit bevreemde te meer, omdat verschillende
lcuen op verschillende plaatsen in het Voor-
loopig Verslag, blijk gaven die strekking juist
tc hebben begrepen. Do Regeering was van
meening duidelijk te zijn, toen ze zij het
dan met korte woorden in do Memorie van
Tob lichting hare overtuiging uitsprak om
trent do noodzakelijkheid om geleidelijk onze
weermacht to versterken. Nu echter blijkt, dat
omtrent do bedoeling dezer woorden twijfel is
gerezen, vereischcn zij nadere toelichting,
zegt do Regeering.
Van het uitbreken van den oorlog af heeft
dc Rogeering bij alle genomen of voorgestelde
maatregelen slechts één doel voor oogen ge
had de handhaving eener strikte onzijdigheid.
Voor dat doel zijn nagenoeg alle krachten,
waarover zij kon beschikken, gereed gesteld
geleidelijk zijn zij afgevuld en verbeterd. De
vraag of wat ten vorigen jare kon worden op-
gestold, voldoende moest worden geacht, heeft
de Rcgoering zich niet gesteld. Er werd ge
daan wat toen mogelijk was. Daardoor is bij de
oorlogvoerenden ongetwijfeld do overtuiging
2
II.
Professor Elesworth, op de buitenplaats
Bardsford Hall, had vele deugden, maar ook
do aebreken. van. die deugden- Hij was eeu
man van aanzien, had veel gevoel van
eigenwaarde, was impulsief cn trotsch. Hij
had zijn land als geleerde veel diensten be
wezen en genoot nu van de rust.
Maar het was geen onvermengde rust.
Hij was weduwnaar met één zoen, Henri.
En Henri Elesworth was te Bradsford niet
voordeelig hakend. Hij was van grooten
aanleg, opvliegend, spoedig geraakt en een
joii.gmensch van „indrukken". Hij mocht
niet bepaald slecht genoemd worden, maar
gold voor een wildzang en een heethoofd.
Maar da.t alles behoorde nu tct liet ver
leden. Er had eeu totale verandering met
Henri Elesworth plaats gegrepen. Hij werd
een toonbeeld van goed gedrag, begon een
geregeld leven te leiden en onberispelijke
manieren aan to nemen.
Elesworth was niet weinig nieuwsgierig
naar de oorzaak van dat alles. Zijn oude
.vriend dokter Lewis lichtte hem veldra in-
,,Ja, professor, u bent waarlijk niet. de
eenige, die den grooten ommekeer in
Henri opmerkt. Maar u bent wel de eenige,
die de oorzaak van dat. alles niet schijnt
te kennen. Een paar maanden geledon zijn
we hier verrijkt niet een nieuwe wijkzuster.
Zij is niet al leen de knapste, maar ook reeds
de meest populaire jongedame hier in Bards
ford. En Henri is tot over zijn ooren op
haar verliefd. Al do gunstige veranderingen
dto bij- hem-hebt opgemerkt-, moogt u
gevestigd, dat Nederland ten dezo vast beslo
ten is. Hoe meer wij nu in staat zullen zijn
een ieder te doordringen van liet besef, dut
Nederland voortgaat, zijne krachten te ver
sterken, des te grootor is dc kans, dat het
doel zal worden bereikt. De. zwakke wordt
lichtelijk medegesleurd als rond hem het ge
weld woelt; de sterke alleen kan zijn stand
punt handhaven. Het zoudó een bewijs van
zwakte cu een noodlottig genlis van offervaar
digheid zijn, indien wij er voor zouden terug
deinzen, te doen wat in ons vermogen is. Zoo
wel uit krijgskundig als uit politiek oogpunt
moot dan ook goede hoedanigheid der strijd
krachten op den voorgrond gesteld geen an
dere eisch gesteld worden dan dat wij zoo
stérk mogelijk zijn. Het antwoord op de vraag
of wij genoeg zullen hebben gedaan, behoort
aan de geschiedenis-
Geen drijven naar oorlog.
Dat door versterking van ónze weermacht
6teun zou worden verleend aan een eventueel
drijven naar deelneming aan den volkeren-
krijg, is een denkbeeldig gevaar. Ware ons
volk oorlogszuchtig van aard, ware het belust
op uitbreiding van gebied of van macht, dan
zou het bestaan van eenig gevaar niet kunnen
worden ontkend, al zou dan ook de regeering
zich niet mogen laten weerhouden, al die
maatregelen voor te stellen of te nemen, welke
door de omstandigheden geboden .zijn. Zij zou
er dan slechts nog meer op bedacht moeten
zijn. zelve sterk te staan en zich niet in eeu
ongewenschte richting tc laten drijven. Eenige
onverantwoordelijke dagbladschrijvers maken
echter het volk niet. Ons volk verlangt den
vrede te bewarenhet koestert, als geheel go-
nomen, een vriendschappelijke gezindheid je
gens elk der oorlogvoerenden; liet is te koel
van hoofd om zich door enkele opruiendo
danken aan de nieuwe zuster".
Dokter Lewis vervolgde zijn weg.
,,Ik vreesde wel de een of andere onaan
gename oplossing", bromde professor Eles
worth in zijn baard, terwijl bij zijn wande
ling voortzette. ,,Een verpleegster in de
familie Ik moet dat tot eiken prijs voor
komen
Hij wist dab een frontaanval op Henri
dadelijk afgeslagen zou worden. Strategisch
beleid ten opzichte van de nieuwe wijkzuster
zou méér aan tc bevelen zijn. Hij ont
moette haar weldra op eeu van zijn wande
lingen.
„Heeft u misschien een paar minuten
voor mij, juffrouw Edgard, om een zeer
persoonlijke zaak te besprekenIk meen,
dat u mijn zoon Henri kent. Ma-akt hij u
het hof V'
Nelly bloosde hevig.
,,Ik zou het recht hebben uw vraag als
een beleediging op te vatten. Maar aan
gezien u Henri's vader is, zal ik mijn
eigen gevoelens het zwijgen opleggen... Wat
tusschen Henri en mij bestaat en gesproken
is, behoeft zelfs zijn vader niet te weten.
Maar Henri maakt mij inderdaad liet hof."
,,Dan roep ik uwe medewerking in om dit
in 'i vervolg' tegen te gaan. Vlei u zelf
niet, dat er zich een goede partij voor u
opgedaan heeft. Als Henri zoo ver afdaalt
op de maatschappelijke ladder, zal ik het- als
mijn plicht moeten beschouwen hem niet
langer als zoon tc erkennen. U zult er
geen voordeel mee hebben. Bovendien kan
zoo'n ongelijk huwelijk niet anders dan op t
ongeluk uitloopen. In uw eigen belang raad j
ik u, houd hem uit uw buurt. Hij is tot
dusver geen al te lief zoontje geweest. Hij
zou u, maar te laat. minscluen ecnonbe-
trouwbaar minnaar blijken".
schrijvers tot een oorlogssteinming te laten op
zetten. Bovendien zou het niet van wijs beleid
getuigen, tegen oorlogszuchtige neigingen een
rem aan te leggen, die tevens een beletsel zou
kunnen vormen om voor ons den vrede te hand
haven. 3
Het adres dor 22.
A! evenmin heeft men in dit voorstel der
rogeering een opzettelijke tegemoetkoming te
zien aan de beweging der mannen, die hun
adres van 15 Mei a m dc Tweede Kamer der
Sta ten-Genera al zonden.
Toen dat adres ter kennis van de Rogeering
kwam, stonden hare voornemens reeds gerui-
men tijd. vast en was hot aanhangige wetsont
werp reeds nagenoeg gereed om het Departe
ment van. oorlog te verlaten. Waren de reeds
•op don 8sten Maart aan de Kamer aangeboden
ontwerpen betreffende ..Bijzondere niantroge-'
Ion met betrekking tot de lichting 1916" on
..Uitbreiding vnn den Landstorm en aanvul
ling van de Landstormwet"' vroeger in behan
deling genomen, dan zou ook dit wetsontwerp
eer zijn ingediend.
De Regeering had dan ook volstrekt geen be
weging in den lande noodig om tot hot besef
te komen, dat .,een volk zich niet mag veroor
loven voor do landsverdediging geschikte
krachten onbenut te laten."
Die in de Memorie van Toelichting voorop
gestelde overtuiging had zij reeds lang tot de
hare gemaakt. Dat zij dit onmiddellijk Let
volgen door een verwijzing naar de onmis
kenbare teekenen dab dit besef tot het Nodor-
landsohe volk was doorgedrongen, mag slechts
worden beschouwd als een uiting van voldoe
ning over de gebleken solidariteit, die in dit
opzicht tusschen volk en regeering naar hare
meening behoort te bestaan. Zij ontkent niet,
dat zoowel het adres der 22 als de woorden
door verschillende leden in de vergadering der
Kamer van 18 Mei gesproken tot die uiting
aanleiding hebben gegeven. Niet ten onrechte
kon in die vergadering de minister van oorlog
j getuigen, dat hem op dat oogenblik oen lièht
j was opgegaan; doch zijn gedragslijn is er niet
J door bepaald en dc koers. Waarin do reg£e-
j ring stuurde, is er niets door veranderd.
Geen levée en masse.
Thans zijn er symptomen naar tc nemen vnn
tegenovergestelde» aard. Het Voorloopig Ver
slag gewaagt van de ongerustheid, die in br?e-
(le kringen is ontstaan, doordien de mooning
werd gewekt, dat allo geschikte personen bene
den de 40 jaar, die niet in militairen dienst
zijn, nu biunen korten tijd zullen worden in
gelijfd. Dat de vaagheid der toelichting oor
zaak zou zijn van deze ongerustheid, komt dor
regeering onverklaarbaar voor. Hei geleide
lijke karakter der to nemen maatregelen komt
in de toelichting duidelijk tot uitdrukking en
evenzeer het voornemen om over de oudere
jjroopen met tc beschikken dan wanneer
"~hóotlzakêlrjkbeid er tóe "moëfftT~cIwingen. Be
doelde ongerustheid heeft geen reden van be
staan en allerminst was er grond voor dc agi
tatie, die. tot schade van den gees van eens
gezindheid der natie, in den lande is gewekt.
Het in korten tijd oproepen en oefenen van
allo geschikte mannen beneden den leeftijd
van 40 jaar zou toch inderdaad te eenenmale
onuitvoerbaar zijn.
Heb is een feitelijke onmogelijkheid honderd
duizenden, allen te gelijk en in korten tijd voor
don krijgsdienst geschikt te maken zonder het
bezit van de middelen om op groote schaal wa
penen, munitie, klceding, uitrusting en alles
wat tot een voldoend georganiseerde leger
macht behoort, aan tc maken of van elders
te betrekken. Een poging tot zulk een
levée en masse zou falen, tot hopelcozc
verwarring leidon en ten slotte, wanneer
wij in don oorlog werden betrokken, voe
ren tot paniek. Aan „legeruitbreiding op
groote schaal" wordt dan ook door de Regee-
riug niet gedacht; aan „phantasieën en iilu-
siën, die tot doelmatige verwezenlijking niet
kunnen komen", geeft zij zich niet over. De
omstandigheden dwingen trouwens tot een
slechts geleidelijk voortwerken van een wel
afgebakende taak. Dat deze niet imn-
stonds in haren vollen omvang tot uit
voering kan worden gebracht, mag op
zichzelf toch niet als grond worden aan
gevoerd tegen d© regeling, welke die taak
in haar geheel aangeeft. En. zeker heeft,
wanneer het in de bedoeling ligt te doen wat
mogelijk is, niemand het recht die regeling te
6tempelen tot een „gebaar"'. Een gebaar zou de
Rogeering hebben gemaakt wanneer zij inder
daad den schijn had aangenomen de voorne
mens te koesteren, welke men haar hier en daar
wil toedichten.
De maatregel, dien de Regeering voorstelt om
tot geleidelijke versterking der weermacht te
kunnen komen, is in wetgevenden zin niet an
ders dan een doortrekken van de lijn, die wij
tot dusverre gedurende hot mobilisatietijdperk
hebben gevolgd. De bewering in het YoorloO-
pig Verslag, als zou het hier in werkelijkheid
neerkomen op het invoeren van algeineenen
dienst- cn oefenplieht met terugwerkende
kracht, mist dan ook eiken grond. Wat toch be
helst het voorstel? Volgons artikel 1 zullen
thans reeds bij den landstorm kunnen wor
den gevoegd verschillende categorieën van per
sonen, die daartoe wettelijk reeds zouden be
lmoren, wanneer de Landstormwet, vroeger wet
was geworden en reeds lang genoeg had door
gewerkt, of wel de overgangsbepaling niet in
de wet was opgenomen. De gedachte, in arti
kel 1 belichaamd, ligt dus geheel binnen het be
ginsel van de Landstormwethet is volstrekt
geen novumhet is slechts een verder
opheffen en dan nog in faculta-
tieven zin van de overgangsbepaling,
welke krachtens de wet van il Juni 1915
(St.hl. No. 242) ten aanzien van den geuapen-
den landstorm reeds ten declc buiten werking
was gesteld. De maatregel, bij de behandeling
van laatstbedoelde wet door de Kamer ten op
zichte van den gewapenden landstorm goedge
keurd, kan thans verder worden uitgestrekt.
I Wordt vervolgd
De tosstand in den
Welk een zonderlinge strijd is toch deze
oorlog. - - vooral zooals hij nu al maanden in
het Westen wordt gevoerd. Het is niets meer
dan een opoffering van menschenlevens zon
der eenig resultaat, dat dc moeite waard is.
Een open gevecht van man tegen man is een
bongo uitzondering; het blijft een vesting-
oorlog. of liever nog een sappenstrijd, waarin
men zich van weerskanten verschudt. Een
heel eigenaardige» indruk moet het wel maken,
als men den Engelsehen opperbevelhebber,
maarschalk Frenchbijv. ziet seinen, dat zijn
mannen bij Yperen 200 meter loopgraven ver
overden en tachtig gevangenen maakten,
en..... als men daarna, uit Duitsche bron ver
neemt, dat diezelfde posities een dag later her
nomen zijn. Twee dagen van verwoed vechten
om 200 motor loopgraven, die gewonnen werden
en weer verloren gingen, en die aan honderden
menschon liet loven zullen hebben gekost,
incnschen met al hun lief en leed, met een hart
vol hoop op de toekomst, met liefde voor
ouders, voor vrouwen en kinderen. Het is een
episode, die dezen oorlog kenmerkt en die hot
nuttcloozc van dezen langen, blocdigen, ont-
zettenden strijd duidelijk maakt.
En zooals bij Yperen. gaat het in 't Westen
bijna overal elders. Nergens zijn in de laatste
dngen - - nigwwns gewichtige voordeden be
haald. Er is op verschillende plaatsen gevoch
ten en dc telegrammen brengen ons weer de
bekende namen: Atreeht, Bois-lc-Prètre.
Souchez, Eparges, Argonnen, Mihiel. maar
overal is de toestand nog haast dezelfde als in
September. In den Elzas zijn nu ook de Duit-
schors de aanvallende partij en 't is hun gelukt
er don Fransclien een loopgraaf van een boelen
kilometer to ontfutselen. In dezen oorlog een
feit, waard om te vermelden, maar -dat den
toestand niet wijzigt.
Toegegeven, dat liet in het Oosten anders
gaat. Daar rukken de troepen der bondge-
nooton nog steeds op, maar niet name aan den
Boven-Wciehsel geven de Russen hun loeJi
handen vol werk. at echter met wegneemt,
dat de Duitschcrs en Oostenrijkers er nog
eenige voordeden hebben behaald en wij best
kunnen zien gebeuren, dat zij liicr de Russi
sche liniën doorbreken en naar Warschau kun
nen opmarchc-eren. deze stad ock in het Zuiden
en het Oosten bedreigend. Het gevaar voor de
Poolsche hoofdstad is thans grooter dan het
ooit in den oorlog was.
Van het Oostenrijkscli-Italiaansclic front
eigenlijk evenmin eenig belangrijk nieuws. Eén
oogenblik hadden we gedacht, dat het daar zou
spannen, dat het Italië ernst was met zijn aan
val op het Tsonzofront, op Görz. Vier leger
korpsen drongen tegen de Oostenrijksclie troe
pen op, die steeds een verdedigende houding
aannamen. Maar volgens het Oostenrijksche be
richt werd de zeer krachtige aanval met zware
verliezen voor den vijand afgeslagen, 't Bericht
uit Y\ ccnen is voor sober gesteld voor zulk een
lievigen strijd, die- wel een slag genoemd kan
worden, maar der waarheid doet het waar
schijnlijk niet tc kort. Ten minste het Italiaan-
sche telegram over dit gevecht is volstrekt
geen triona f berichtDe vijand, heet het, ver
zette zich tegen onzen opmarsch door een zeer
krachtigen tegenstand en door ernstige tegen
aanvallen, maar hij slaagde er nic-t in het door
.Professor Elesworth, u behoort uw eigen
zoon te kennen. Maar blijkbaar doet u dit
niet. Henri was vrijwel mijn eerste vriend
in Bardsford; hij is nu mijn beste vriend.
Herhaaldelijk beeft bij mij aangezocht zijn
vrouw te worden. Nu ben ik er zeker van,
professor, dat. u van liem houdt. Maar ik
boud óók van hem. Hij beeft een tot dusver
niet onberispelijk leven geleid. Hij beeft de
ergernis gaande gemaakt van de fatsoenlijke
bevolking van Bardsford en bij beeft uw
trots als vader pijnlijk aangedaan. Bards
ford beeft schande van hem gesproken en
hebt hem verwijten gemaakt. En toch
hebben beide partijen liem onrecht aange
daan. Henri's betere hoedanigheden heb
ben, dank zij zijn vader, nooit gelegenheid
gehad a,an den dag te komen".
„Dank zij zijn vader?!... Weet je wel,
meisje, dat ik al mijn vrijen tijd zoek ge
bracht heb om hein op te voeden cu tot
een bruikbaar menscb te maken?"
Natuurlijk deedt u dat. Maar u hebt uw
heele leven studenten geschoolmeesterd. U
trachtte uw zoon op te voeden op de manier
waarop u les gaf. Hoe uitstekend de be
doeling ook was, hebben de speciale lessen
van den professor echter alles behalve j
de geschiktheid om een zoon tot man te
maken. Dus is IJenri geworden precies wat u
an hem gemaakt hebt. En toch ondanks dit
alles ligt er bij liem een goed karakter tot
grondslag. Ik heb er de bewijzen van. Ileel
Bardsford is het er over eens, dat Henri
tegenwoordig een heel ander menscb is dan
hij tevoren was. Dat komt doodeenvoudig
omdat er één vrouw is die in hem gelooft, j
En het zal mij altijd een reden van trots en j
voldoening zijn, dat ik die vrouw was
..Ik ben geen ondankbare, maar u zult
zelf cm tal van redenen wel begrijpen, dat j
de zoon van professor Elesworth niet trou
wen kan met een wijkverpleegster. Ik hoop,
dat u de zaak zult gaan beschouwen als een
gril van eeu dommen kwajongen, en het
zou mij genoegen doen als u begreep dat
u... laten we zeggen feitelijk onbehoorlijk
bejegend bent door..."
„Uw woorden zijn zeer belecdigend! Ik
ben nog nooit onbehoorlijk bejegend- door
iemand die den naam Elesworth droeg
dan op 'r. oogenblik! Ik erken openlijk dat
ik Henri liefheb, maar, juist omdat- ik hem
liefheb, verzeker ik u, dat ik nooit met hem
trouwen zal zonder uw t-oestemming1"
Het waren moeilijke oogenbhkken geweeet
voor Nelly Edgard. Maar er stonden ei-
kaar nog moeilijker te wachten.
Dionze-lfden namiddag kwam zij op haar
wandeling Henri Elesworth tegen.
,,Ik weet niet wat er tusschen jou en mijn
vader heeft plaats gehad, Nelly, maar ik
ben zooevcn zijn aanwezigheid cntloopen.
Te Bardsford Hall is de oorlog verklaard.
Ik heb het huis verlaten en alles opgeofferd,
eerder dan mijn vaders ultimatum af te
wachten. Dat ultimatum zou ingehouden
hebben, dat jij je zoudt overgeven, en dat
wilde ik niet-. Nu bid en smeek ik je, mij
niet langer te weerstaan, en toe te stemmen
in ons huwelijk. Wil je
„Neen".
„Maar het moet, Nelly. Bedenk, dat mijn
liefde voor jou heol iets anders is dan de
liefde van gewone menscken. Ik heb jou
noodisr, niet alleen om mij gelukkig te ma
ken, maar ook om mij op den goeden weg te
houden. Ik heb indertijd den losbol uit
gehangen, maar ncoit den bedrieger, den
schurk. Maar iij, Nelly, moet me helpen".
„Je vader heeft vandaag verscheidene
de Italianen veroverde terrein te herwinnen.
Welk terrein dit echter is, en welke veroverin
gen het Itnliaansche leger liier heeft behaald,
hot blijkt met geen enkel woord, mot gcr-n©
aanduiding. Op zijn l>csr. zullen dus de ]t3lian<n
eenige zeer kleine, weinig betekenende plaat
sen bezet bobben, maar is hun krachtig offen
sief mislukt. En een verlies van belang hebben
ze op zee geleden: het slagschip „Anialfi" is
getorpedeerd en gezonken.
De Dardanellen en dc KaukasusWij fcn-
ncn er eiken dag hetzelfde van zeggen. In net
laatste Russische landschap wordt st©«-<is ge
vochten en telegrammen uit Petrograd en uit
Konstantinopcl gewagen altijd opnieuw van
behaalde voordcelen, maar 't wil ons nog altijd
maar niet duidelijk worden, lioc de toestond er
eigenlijk uitziet en wie-er aan de winnende-
hand is. En wat de Dardanellen betreft', r-teeds
meer blijkt. Koe liet schiereiland Gnllipoli een
hel is voor'de troepen der geallieerden? die er
de Turken bestrijden, van wie er duizenden
vallen. welke er weer schijnen op te staan,
want dc verdediging blijft even krachtig, even
onbreekbaar. Onveranderlijk ook hier de toe
stand
Do kastanjes, die Engeland cn Frankrijk
h:er voor Rusland uit het vuur trachten te
halen, zijn v.-©l heet. Zij branden er zich gewel
dig de vingers aan, en.... komen er 'wellicht op
den duur nog bedrogen mee .uit. Want Rusland
wil den baas spelen m de Dardanellen, ook
ten koste van deze beide mogendheden. Merk
waardig is althans een .brief in de Italiaansehc
f „Sccolo" uit Sti Petersburg. Daaruit blijkt,
dat Sasonow de Zwarte Zee voor een zuiver
Russische Zee bout en de Dardanellen. de toe
gang. moeten dus ook Russisch zijn. Miljultow,
ile leider der Russische Cadetten, guat nog' ver
der; Yrec-nide oorlogsschepen moeten v.oortaan
niet gezien worden in de Zwart© Zee en de
eilanden Tcnodps en -Imbros aan den ingang
komen ook Rusland toe
gepakt. I)it zouden zij 't ergst gevonden In
ben wat hun had kunnen overkomen. Nu v
don zo wel zalig oppaseen dat ze niet weer
handen der DmU-coers vielen.
Een der Belgen, een jonge man van 21
ad i
dri
jaa
Zijn een© broer, die slechts li maanden oud»
w.is dan hij, was gesneuveld, M-gilijkertijd to
hij zelf gewond was. Nog schoten zijn oog
vol tranen, nu hij over 't geval sprak.
houden dat elk onverwacht geluid in de nab
heid heb zenuwachtig maakte, ,,'t Is zoo a
mattend, te «lonken telkens weer, nu zulleu i
me gaan vindon. Ik had cr schrik van ter
to zullen inocton, cn dan misochicn in 't g<
vang, menheer." J
Hij voihaaldo nog van do ontzettende dag©
die hij had meegemaakt op don terugtoch
naar den Ysor on van den slag aan 1
Uit* heel zijn verhaal straalde een
BELGIË
Vluchtelingen.
Onze correspondent schrijft van 5 J uli
Prachtig Jag dc zee in haar wijd© uitge-
strektneid icor ons. Het grooto' watorvJak
leek een spiegel. Een helder blauwe lucht
«tlide zich boven ons, links on recht© kronkelde
dc rookpluimen, als groote vederen in de lucht.
Knus en overluid pratend© zaten zc in c-en
groep bijeen. Ze, dat waren een groepje man
nen, donkerharige en lichtkleurige, tusschen
de 20 en 30 jaar. ik voegde mij bij hen en
toen ik zoo langs m'n neus weg liet bemerken,
dat ik wol eens aan den Yser was geweest, had
ik zo spoedig aan de praat. Ze waren nog
maar kort uit Duitseliland, want van daar
kwamen ze. Uit Munster on Soltau waren
ze na veel moeite en gevaren ontvlucht. Drie
Franschen en vier Belgen waren 't. Zc waren
in November krijgsgevangen gemaakt. Niet
gaaf, o neen! Z> «aren gewond geweest, en
hadden toen de linies der bondgeuooten niet
méér kunnen bereiken.. -Ze «aren toen na een
paar ontzettend© dagen iu Aken aangekomen.
Onderweg was er aan hun wonden weinig of
niets gedaan. Doch, merkte een uit het troepje
op, 33ü derlui eigen volk hadden do Dutsen
ook niets gedaanze waren er toch met zoo
•veel." In Aken «aren ze van elkaar gesehei
den en in verschillende hospitalen opgenomen.
De verpleging was niet slecht geweest. Alleen,
toen ze beterden, hadden zc meer en betere voe
ding gewenscht. Later werden ze naar de ge
vangenkampen gevoerd.
Al dadelijk stond toen het plan rast om te
ontvluchten, doch in don winter ging :t niet.
Ze begrepen wel dat hun allerlei ongemakken
en gevaren tc wachten stonden. Toch waren
ze in 't begin van Juni op stap gegaan. Ze
hadden gezorgd zooveel mogelijk Duitsch te
leeren en dit was hun goed te pas gekomen.
Meestal hielden ze zich overdag op in slootcn
en greppels, dos nachts liepen zc en kaapte
hier en daar veldvruchten, waaronder aard
appelen, waarvan ze leefden. Ze zagen er dan
ook alle allesliehalve voordeelig uit. Doch
hun vreugde was groot ,dat zij weer bij hun
kameraden zouden komen, om opnieuw deel uit
te maken van het leger, Twee waren er bij,
Fransehen, met vroiuv en kind; een reden te
meer om te ontvluchten. Een dozer was de
gids geweest. Die had vroeger al eens in
Duitsohland gewerkt ca was bekend met het
grensgcbruik. Bovendien had ec-n kaartje, dat
ze uit een tijdschrift hadden overgetrokken,
hun goede diensten be-.vezen. Zoc-dra zo «Jen
voet in Nederland hadden gezet, was hun
ellende natuurlijk voorlij. Zij gingen nu allen
zoo spoedig mogelijk 1erug,doch zij zouden
toch eerst wel wat moeten opknappen, meenden
ze. Zij verhaalden hoe zij meermalen hadden
gevreesd, op het laatste moment nog te worden
barsche dingen gezegd. Onder andere was
ik niet waard je vrouw te zijn. Dat wilde
ik erkennen. Maar ook meende bij mij te
moeten verwijten, dat ik je liefhad om een
goede partij te doen, uit egoïsme dus. Ik
heb hem geantwoord dat ik nimmer den
zoon zou trouwen, zonder de toestemming
van den vader".
„En moet ik dan hulpeloos en werkeloos
tusschen je'.ui beider trots in blijven staan?
Tk gee f je nóóit op!"
„Heb je alles wel goed overdacht, Henri?
De liefde zal jou ontzettende opofferingen
kosten'
„Ik bon bereid ze te brengen en een
proeftijd door te maken. Ik laat mijn stand
en maatschappelijke voórdeelen eenvoudig
los en zal een betrekking zoeken op de Fen-
wick's fabrieken. Als ik je dan niet trou
wen mag, dan zal ik ten minste voortdu
rend in je nabijheid zijn".
Het was hem heilige ernst Met een ge
voel van trots ervoer Nelly hoe groot haar
invloed ten goed© of ten kwade op hem was.
En met echt vrouwelijke overdrijving vroeg
zij zich af hoever zijn opoffering voor haar
in de toekomst wel gaan zou.
Henri Elesworth werkte in de fabrieken
van Fenwick. Heel Bardsford wist waarom,
lederen wist van do betrekking tusschen
hem en zustor Edgard, en dat liefde de
drijfveer was.
Weken vervlogen, maar Henri hield vol.
Zijn lót dodend met de anderen en hard
«-erkend zonder cr op te snoeven, was
Iïenri gelijk aan den eersten-besten werk
man, veroverde zijn plaats en behield die
met behulp van zulke eigenschappen die
den ©nergiekon man doen kennen, onver
schillig welken rang hij in de maatschappij
inneemt..
i den fifag aan dé Net!»
n vernaai straalde een onverw
bare liefdé voor zijn kleine landje, dat ni
scbriklijk verwoest wordt. Hij vertelde
boe pijnlijk het voor de B.-lgischo artiller
is ah z- bun artillerie moeten richten op d
Viaanifceh- dorpen, ,,'t Js ons dan, als snijd©
w© in ons eigen vleeerh, ons eigen volk moett
we uit hun. huizon drijven om den Duts me
weg t© dringen."
Onder deze gesprekken naderden we de
Theems-mond. Spoedig daarna kon ik
reis voortzetten.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogöterrein.
PARIJS.. Een aanval der Duit]
schers in Belgiëop de loopgraven
ten zuidwesten van Pilkem, die
Engelsehen op 6 Juli hadden veroverd
werd door de Frartf-xjli-Engolscbe artillerie
met grooto verliezen voor den vijand afgc-
Te zos uur 's ochtends deden de vijan
den wederom een aanval op d© Fransch'
stelingen ten noorden van den weg va
Béthune naar Atreeht. Zij werden echt-
teruggeslagen.
Bij een tegenaanval ton noorden van het
station van Souchez met liet doel de loop
graven to heroveren, die zij den 7den Juli
's avonds hadden verloren, slaagden de
Duitschcrs er slechts in 100 van de 800
M. te bezetten
BERLIJN. Officieel bericht van den
neralen staf
Westelijk van Souchez slaagden de Fran
schen erin, over een breedte van ongeveer
800 XI. in onze voorste loopgravenlinie te
dringen; zij werden bij een tegenaanval
weder verdreven Een tweede aanval van
den vijand mislukte in ons vuur.
Om een kleit, gedeelte der linie, waarin
de Franschen nog zitten, wordt met grana
ten gestreden
De vijandelijke aanvallen op de door ons
ingenomen posities ten W. van Apremont
werden dag en nacht, doch zonder succes,
doorgezet. Het aantal gevangenen is^cot 3
officieren en 2400 man toegenomen.
Op het goheele westelijke oorlogstooneel
hadden levendige artillerieduels plaats
CeneraaJ Couraud.
Een telegram uit Athene aan het „Jour
nal" meldt, dat de commandant van het
Fransche expe-ditïeleger, generaal Gonraud
gewond werd, toen hij zich in de voorste
loopgravenlinie bevond, op 200 M. van de
Turk.-che stelling gelegen. Hij had zich j
naar dat gevaarlijke front begeven na ont
vangst van een bericht, dat de Turken een I
aanval schenen voor te bereiden. De gene- i
raai werd door granaatechorven getroffen
aan den rechterarm en aan de bccnen. Zijn
wonden zijn niet levensgevaarlijk. Gen©-
raa] Bailloud is tot zijn opvolger benoemd
op Gouraud's dringend verzoek.
Een later bericht meldt, dat generaal
Gourand te Parijs is aangekomen; zijn
rechterarm is geamputeerd en zijn beide
beenen zijn zwaar; gewond.
Zwijgen en onzichtbaar zijn.
„Un mobilise", die geregeld in de „Xla-
tin" schrijft, vertelt in zijn laatsten brief
het volgende
Onlangs bezocht een minister het front
en vroeg een bataljonscommandant wat
Het wss in die dagen, dat te Bradsford
de groote epidemie uitbrak.
De dokter en de wijkverpleegster kregen
hun overgroot deel in de werkzaamheden,
en thans werd den bewoners van Brads
ford duidelijk welke soort vrouw zij in Nelly
Edgard bezaten.
Dag aan dag was zij in het brandpunt
van de ziekte. Aan zich zelf denken kwam
niet bij haar op. Onbevreesd ging _zaj van
huis tot huis en waar zij kwam bracht zij
j verlichting voor het lichaam van de lijders
j en bemoediging in hun hart.
j Trapsgewijs begon de ziekte af te nemen,
de wolk trok weg. Toen, als uit opgekropte
wraak, greep de ziekte met de grootste
hevigheid het meisje aan, dat zoovele
i slachtoffers uit haar ijzeren greep had-ver
lost.
De bevolking van Bardsford interesseerde
zich voor haar, als was zij een der hun-
nen. En niet alleen uit sympathie voor
Nelly Edgard, maar zij dachten ook aan
j oen jongen man, die zulke angsten uitstond
over haar behoud, en die, hoewel hij io-de<-
oogenblik in gedachten was geweest bij het
werk en den strijd van zuster Edgard, niet-
J temin als een soldaat op zijn post was
gebleven.
De vreeselijkste dagen waren achter den
rug. De doktoren waren bijeen gekomen
om de middelen te beramen ten einde de
aanleidingen voor een mogelijken terugkeer
van de epidemie weg te nemen.
Onzichtbare krachten streden om het
leven van Nelly Edgard. Bardsford bad om
het behoud van dat leven, dat zich had wil
len geven om het hunne. De Hemel liet
zich. verbiddenNelly werd gespaard.
tiUot voiot.j