Zoürian 11 JuH 191! Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. ft§. Uitbreiding van den Landstorm enz. Os heldin ven Bardsford Oplaag 45,000 exemplaren. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRïNASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z.4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI REN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertent tën wende ine* zien tot 'n--*. Aly. Advert«riti<;-Iiure.Ti KOI "MA Co. IleerenKracht 220 Amsterdam, tot de Drukkerij „Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Atnst n-lain "of tot onz>: Administratie, PaleHtrinostraat 10 Amsterdam. Prijs der Advertentie» per regel 30 cent. 13\j abonnement reducl 't Is moeilijk, zegt een Engelsch"correspondent, om onze soldaten neerslachtig te maken en waarlijk, ons plaatje hierboven bevestigt zijn woorden. We zien hier een afdëeling Engelsche'soldaten, die uit de loopgraven naar hun kwartieren gaan, ze zijn afgelost yoor 24 uur. Vermoeid, besmeurd met slijk, afgemat door den langen donder van 't geschut en 't gevaar, dat zij liepen, sukkelden ze in 't eerst voort. Maar de frissche lucht, het koeltje, dat om hun hoofd ruisoht en het mooie groen wekt hen op. De grappenmaker der compagnie vindt eenige leege blikken, zó kt houtjes op en bevordert een paar zijner kameraden tot trommelslager: zelf loojit hij meteen dikken stok voorop als tamboer-majoor, en--de vroolijkheid is er weer in. De mannen stappen zingende verder en de paar officieren kijken lachend toe. Verschenen is dc Memorie van Antwoord der Regeering op het afdeelingsvorslag der T«'>cedo Kamer nopens het wetsontwerp tot nadcro uitbreiding van don Landstorm enz. Dg strekking van het wetsontwerp. Aan dit Regeeringsantwoord wordt het vol gende ontleend: Het is niet zender bevreem ding, dat de Regeering kennis nam van de algei'neeno klacht, dat do strekking van dit wetsontwerp voor niemand volkomen duidelijk isdit bevreemde te meer, omdat verschillende lcuen op verschillende plaatsen in het Voor- loopig Verslag, blijk gaven die strekking juist tc hebben begrepen. Do Regeering was van meening duidelijk te zijn, toen ze zij het dan met korte woorden in do Memorie van Tob lichting hare overtuiging uitsprak om trent do noodzakelijkheid om geleidelijk onze weermacht to versterken. Nu echter blijkt, dat omtrent do bedoeling dezer woorden twijfel is gerezen, vereischcn zij nadere toelichting, zegt do Regeering. Van het uitbreken van den oorlog af heeft dc Rogeering bij alle genomen of voorgestelde maatregelen slechts één doel voor oogen ge had de handhaving eener strikte onzijdigheid. Voor dat doel zijn nagenoeg alle krachten, waarover zij kon beschikken, gereed gesteld geleidelijk zijn zij afgevuld en verbeterd. De vraag of wat ten vorigen jare kon worden op- gestold, voldoende moest worden geacht, heeft de Rcgoering zich niet gesteld. Er werd ge daan wat toen mogelijk was. Daardoor is bij de oorlogvoerenden ongetwijfeld do overtuiging 2 II. Professor Elesworth, op de buitenplaats Bardsford Hall, had vele deugden, maar ook do aebreken. van. die deugden- Hij was eeu man van aanzien, had veel gevoel van eigenwaarde, was impulsief cn trotsch. Hij had zijn land als geleerde veel diensten be wezen en genoot nu van de rust. Maar het was geen onvermengde rust. Hij was weduwnaar met één zoen, Henri. En Henri Elesworth was te Bradsford niet voordeelig hakend. Hij was van grooten aanleg, opvliegend, spoedig geraakt en een joii.gmensch van „indrukken". Hij mocht niet bepaald slecht genoemd worden, maar gold voor een wildzang en een heethoofd. Maar da.t alles behoorde nu tct liet ver leden. Er had eeu totale verandering met Henri Elesworth plaats gegrepen. Hij werd een toonbeeld van goed gedrag, begon een geregeld leven te leiden en onberispelijke manieren aan to nemen. Elesworth was niet weinig nieuwsgierig naar de oorzaak van dat alles. Zijn oude .vriend dokter Lewis lichtte hem veldra in- ,,Ja, professor, u bent waarlijk niet. de eenige, die den grooten ommekeer in Henri opmerkt. Maar u bent wel de eenige, die de oorzaak van dat. alles niet schijnt te kennen. Een paar maanden geledon zijn we hier verrijkt niet een nieuwe wijkzuster. Zij is niet al leen de knapste, maar ook reeds de meest populaire jongedame hier in Bards ford. En Henri is tot over zijn ooren op haar verliefd. Al do gunstige veranderingen dto bij- hem-hebt opgemerkt-, moogt u gevestigd, dat Nederland ten dezo vast beslo ten is. Hoe meer wij nu in staat zullen zijn een ieder te doordringen van liet besef, dut Nederland voortgaat, zijne krachten te ver sterken, des te grootor is dc kans, dat het doel zal worden bereikt. De. zwakke wordt lichtelijk medegesleurd als rond hem het ge weld woelt; de sterke alleen kan zijn stand punt handhaven. Het zoudó een bewijs van zwakte cu een noodlottig genlis van offervaar digheid zijn, indien wij er voor zouden terug deinzen, te doen wat in ons vermogen is. Zoo wel uit krijgskundig als uit politiek oogpunt moot dan ook goede hoedanigheid der strijd krachten op den voorgrond gesteld geen an dere eisch gesteld worden dan dat wij zoo stérk mogelijk zijn. Het antwoord op de vraag of wij genoeg zullen hebben gedaan, behoort aan de geschiedenis- Geen drijven naar oorlog. Dat door versterking van ónze weermacht 6teun zou worden verleend aan een eventueel drijven naar deelneming aan den volkeren- krijg, is een denkbeeldig gevaar. Ware ons volk oorlogszuchtig van aard, ware het belust op uitbreiding van gebied of van macht, dan zou het bestaan van eenig gevaar niet kunnen worden ontkend, al zou dan ook de regeering zich niet mogen laten weerhouden, al die maatregelen voor te stellen of te nemen, welke door de omstandigheden geboden .zijn. Zij zou er dan slechts nog meer op bedacht moeten zijn. zelve sterk te staan en zich niet in eeu ongewenschte richting tc laten drijven. Eenige onverantwoordelijke dagbladschrijvers maken echter het volk niet. Ons volk verlangt den vrede te bewarenhet koestert, als geheel go- nomen, een vriendschappelijke gezindheid je gens elk der oorlogvoerenden; liet is te koel van hoofd om zich door enkele opruiendo danken aan de nieuwe zuster". Dokter Lewis vervolgde zijn weg. ,,Ik vreesde wel de een of andere onaan gename oplossing", bromde professor Eles worth in zijn baard, terwijl bij zijn wande ling voortzette. ,,Een verpleegster in de familie Ik moet dat tot eiken prijs voor komen Hij wist dab een frontaanval op Henri dadelijk afgeslagen zou worden. Strategisch beleid ten opzichte van de nieuwe wijkzuster zou méér aan tc bevelen zijn. Hij ont moette haar weldra op eeu van zijn wande lingen. „Heeft u misschien een paar minuten voor mij, juffrouw Edgard, om een zeer persoonlijke zaak te besprekenIk meen, dat u mijn zoon Henri kent. Ma-akt hij u het hof V' Nelly bloosde hevig. ,,Ik zou het recht hebben uw vraag als een beleediging op te vatten. Maar aan gezien u Henri's vader is, zal ik mijn eigen gevoelens het zwijgen opleggen... Wat tusschen Henri en mij bestaat en gesproken is, behoeft zelfs zijn vader niet te weten. Maar Henri maakt mij inderdaad liet hof." ,,Dan roep ik uwe medewerking in om dit in 'i vervolg' tegen te gaan. Vlei u zelf niet, dat er zich een goede partij voor u opgedaan heeft. Als Henri zoo ver afdaalt op de maatschappelijke ladder, zal ik het- als mijn plicht moeten beschouwen hem niet langer als zoon tc erkennen. U zult er geen voordeel mee hebben. Bovendien kan zoo'n ongelijk huwelijk niet anders dan op t ongeluk uitloopen. In uw eigen belang raad j ik u, houd hem uit uw buurt. Hij is tot dusver geen al te lief zoontje geweest. Hij zou u, maar te laat. minscluen ecnonbe- trouwbaar minnaar blijken". schrijvers tot een oorlogssteinming te laten op zetten. Bovendien zou het niet van wijs beleid getuigen, tegen oorlogszuchtige neigingen een rem aan te leggen, die tevens een beletsel zou kunnen vormen om voor ons den vrede te hand haven. 3 Het adres dor 22. A! evenmin heeft men in dit voorstel der rogeering een opzettelijke tegemoetkoming te zien aan de beweging der mannen, die hun adres van 15 Mei a m dc Tweede Kamer der Sta ten-Genera al zonden. Toen dat adres ter kennis van de Rogeering kwam, stonden hare voornemens reeds gerui- men tijd. vast en was hot aanhangige wetsont werp reeds nagenoeg gereed om het Departe ment van. oorlog te verlaten. Waren de reeds •op don 8sten Maart aan de Kamer aangeboden ontwerpen betreffende ..Bijzondere niantroge-' Ion met betrekking tot de lichting 1916" on ..Uitbreiding vnn den Landstorm en aanvul ling van de Landstormwet"' vroeger in behan deling genomen, dan zou ook dit wetsontwerp eer zijn ingediend. De Regeering had dan ook volstrekt geen be weging in den lande noodig om tot hot besef te komen, dat .,een volk zich niet mag veroor loven voor do landsverdediging geschikte krachten onbenut te laten." Die in de Memorie van Toelichting voorop gestelde overtuiging had zij reeds lang tot de hare gemaakt. Dat zij dit onmiddellijk Let volgen door een verwijzing naar de onmis kenbare teekenen dab dit besef tot het Nodor- landsohe volk was doorgedrongen, mag slechts worden beschouwd als een uiting van voldoe ning over de gebleken solidariteit, die in dit opzicht tusschen volk en regeering naar hare meening behoort te bestaan. Zij ontkent niet, dat zoowel het adres der 22 als de woorden door verschillende leden in de vergadering der Kamer van 18 Mei gesproken tot die uiting aanleiding hebben gegeven. Niet ten onrechte kon in die vergadering de minister van oorlog j getuigen, dat hem op dat oogenblik oen lièht j was opgegaan; doch zijn gedragslijn is er niet J door bepaald en dc koers. Waarin do reg£e- j ring stuurde, is er niets door veranderd. Geen levée en masse. Thans zijn er symptomen naar tc nemen vnn tegenovergestelde» aard. Het Voorloopig Ver slag gewaagt van de ongerustheid, die in br?e- (le kringen is ontstaan, doordien de mooning werd gewekt, dat allo geschikte personen bene den de 40 jaar, die niet in militairen dienst zijn, nu biunen korten tijd zullen worden in gelijfd. Dat de vaagheid der toelichting oor zaak zou zijn van deze ongerustheid, komt dor regeering onverklaarbaar voor. Hei geleide lijke karakter der to nemen maatregelen komt in de toelichting duidelijk tot uitdrukking en evenzeer het voornemen om over de oudere jjroopen met tc beschikken dan wanneer "~hóotlzakêlrjkbeid er tóe "moëfftT~cIwingen. Be doelde ongerustheid heeft geen reden van be staan en allerminst was er grond voor dc agi tatie, die. tot schade van den gees van eens gezindheid der natie, in den lande is gewekt. Het in korten tijd oproepen en oefenen van allo geschikte mannen beneden den leeftijd van 40 jaar zou toch inderdaad te eenenmale onuitvoerbaar zijn. Heb is een feitelijke onmogelijkheid honderd duizenden, allen te gelijk en in korten tijd voor don krijgsdienst geschikt te maken zonder het bezit van de middelen om op groote schaal wa penen, munitie, klceding, uitrusting en alles wat tot een voldoend georganiseerde leger macht behoort, aan tc maken of van elders te betrekken. Een poging tot zulk een levée en masse zou falen, tot hopelcozc verwarring leidon en ten slotte, wanneer wij in don oorlog werden betrokken, voe ren tot paniek. Aan „legeruitbreiding op groote schaal" wordt dan ook door de Regee- riug niet gedacht; aan „phantasieën en iilu- siën, die tot doelmatige verwezenlijking niet kunnen komen", geeft zij zich niet over. De omstandigheden dwingen trouwens tot een slechts geleidelijk voortwerken van een wel afgebakende taak. Dat deze niet imn- stonds in haren vollen omvang tot uit voering kan worden gebracht, mag op zichzelf toch niet als grond worden aan gevoerd tegen d© regeling, welke die taak in haar geheel aangeeft. En. zeker heeft, wanneer het in de bedoeling ligt te doen wat mogelijk is, niemand het recht die regeling te 6tempelen tot een „gebaar"'. Een gebaar zou de Rogeering hebben gemaakt wanneer zij inder daad den schijn had aangenomen de voorne mens te koesteren, welke men haar hier en daar wil toedichten. De maatregel, dien de Regeering voorstelt om tot geleidelijke versterking der weermacht te kunnen komen, is in wetgevenden zin niet an ders dan een doortrekken van de lijn, die wij tot dusverre gedurende hot mobilisatietijdperk hebben gevolgd. De bewering in het YoorloO- pig Verslag, als zou het hier in werkelijkheid neerkomen op het invoeren van algeineenen dienst- cn oefenplieht met terugwerkende kracht, mist dan ook eiken grond. Wat toch be helst het voorstel? Volgons artikel 1 zullen thans reeds bij den landstorm kunnen wor den gevoegd verschillende categorieën van per sonen, die daartoe wettelijk reeds zouden be lmoren, wanneer de Landstormwet, vroeger wet was geworden en reeds lang genoeg had door gewerkt, of wel de overgangsbepaling niet in de wet was opgenomen. De gedachte, in arti kel 1 belichaamd, ligt dus geheel binnen het be ginsel van de Landstormwethet is volstrekt geen novumhet is slechts een verder opheffen en dan nog in faculta- tieven zin van de overgangsbepaling, welke krachtens de wet van il Juni 1915 (St.hl. No. 242) ten aanzien van den geuapen- den landstorm reeds ten declc buiten werking was gesteld. De maatregel, bij de behandeling van laatstbedoelde wet door de Kamer ten op zichte van den gewapenden landstorm goedge keurd, kan thans verder worden uitgestrekt. I Wordt vervolgd De tosstand in den Welk een zonderlinge strijd is toch deze oorlog. - - vooral zooals hij nu al maanden in het Westen wordt gevoerd. Het is niets meer dan een opoffering van menschenlevens zon der eenig resultaat, dat dc moeite waard is. Een open gevecht van man tegen man is een bongo uitzondering; het blijft een vesting- oorlog. of liever nog een sappenstrijd, waarin men zich van weerskanten verschudt. Een heel eigenaardige» indruk moet het wel maken, als men den Engelsehen opperbevelhebber, maarschalk Frenchbijv. ziet seinen, dat zijn mannen bij Yperen 200 meter loopgraven ver overden en tachtig gevangenen maakten, en..... als men daarna, uit Duitsche bron ver neemt, dat diezelfde posities een dag later her nomen zijn. Twee dagen van verwoed vechten om 200 motor loopgraven, die gewonnen werden en weer verloren gingen, en die aan honderden menschon liet loven zullen hebben gekost, incnschen met al hun lief en leed, met een hart vol hoop op de toekomst, met liefde voor ouders, voor vrouwen en kinderen. Het is een episode, die dezen oorlog kenmerkt en die hot nuttcloozc van dezen langen, blocdigen, ont- zettenden strijd duidelijk maakt. En zooals bij Yperen. gaat het in 't Westen bijna overal elders. Nergens zijn in de laatste dngen - - nigwwns gewichtige voordeden be haald. Er is op verschillende plaatsen gevoch ten en dc telegrammen brengen ons weer de bekende namen: Atreeht, Bois-lc-Prètre. Souchez, Eparges, Argonnen, Mihiel. maar overal is de toestand nog haast dezelfde als in September. In den Elzas zijn nu ook de Duit- schors de aanvallende partij en 't is hun gelukt er don Fransclien een loopgraaf van een boelen kilometer to ontfutselen. In dezen oorlog een feit, waard om te vermelden, maar -dat den toestand niet wijzigt. Toegegeven, dat liet in het Oosten anders gaat. Daar rukken de troepen der bondge- nooton nog steeds op, maar niet name aan den Boven-Wciehsel geven de Russen hun loeJi handen vol werk. at echter met wegneemt, dat de Duitschcrs en Oostenrijkers er nog eenige voordeden hebben behaald en wij best kunnen zien gebeuren, dat zij liicr de Russi sche liniën doorbreken en naar Warschau kun nen opmarchc-eren. deze stad ock in het Zuiden en het Oosten bedreigend. Het gevaar voor de Poolsche hoofdstad is thans grooter dan het ooit in den oorlog was. Van het Oostenrijkscli-Italiaansclic front eigenlijk evenmin eenig belangrijk nieuws. Eén oogenblik hadden we gedacht, dat het daar zou spannen, dat het Italië ernst was met zijn aan val op het Tsonzofront, op Görz. Vier leger korpsen drongen tegen de Oostenrijksclie troe pen op, die steeds een verdedigende houding aannamen. Maar volgens het Oostenrijksche be richt werd de zeer krachtige aanval met zware verliezen voor den vijand afgeslagen, 't Bericht uit Y\ ccnen is voor sober gesteld voor zulk een lievigen strijd, die- wel een slag genoemd kan worden, maar der waarheid doet het waar schijnlijk niet tc kort. Ten minste het Italiaan- sche telegram over dit gevecht is volstrekt geen triona f berichtDe vijand, heet het, ver zette zich tegen onzen opmarsch door een zeer krachtigen tegenstand en door ernstige tegen aanvallen, maar hij slaagde er nic-t in het door .Professor Elesworth, u behoort uw eigen zoon te kennen. Maar blijkbaar doet u dit niet. Henri was vrijwel mijn eerste vriend in Bardsford; hij is nu mijn beste vriend. Herhaaldelijk beeft bij mij aangezocht zijn vrouw te worden. Nu ben ik er zeker van, professor, dat. u van liem houdt. Maar ik boud óók van hem. Hij beeft een tot dusver niet onberispelijk leven geleid. Hij beeft de ergernis gaande gemaakt van de fatsoenlijke bevolking van Bardsford en bij beeft uw trots als vader pijnlijk aangedaan. Bards ford beeft schande van hem gesproken en hebt hem verwijten gemaakt. En toch hebben beide partijen liem onrecht aange daan. Henri's betere hoedanigheden heb ben, dank zij zijn vader, nooit gelegenheid gehad a,an den dag te komen". „Dank zij zijn vader?!... Weet je wel, meisje, dat ik al mijn vrijen tijd zoek ge bracht heb om hein op te voeden cu tot een bruikbaar menscb te maken?" Natuurlijk deedt u dat. Maar u hebt uw heele leven studenten geschoolmeesterd. U trachtte uw zoon op te voeden op de manier waarop u les gaf. Hoe uitstekend de be doeling ook was, hebben de speciale lessen van den professor echter alles behalve j de geschiktheid om een zoon tot man te maken. Dus is IJenri geworden precies wat u an hem gemaakt hebt. En toch ondanks dit alles ligt er bij liem een goed karakter tot grondslag. Ik heb er de bewijzen van. Ileel Bardsford is het er over eens, dat Henri tegenwoordig een heel ander menscb is dan hij tevoren was. Dat komt doodeenvoudig omdat er één vrouw is die in hem gelooft, j En het zal mij altijd een reden van trots en j voldoening zijn, dat ik die vrouw was ..Ik ben geen ondankbare, maar u zult zelf cm tal van redenen wel begrijpen, dat j de zoon van professor Elesworth niet trou wen kan met een wijkverpleegster. Ik hoop, dat u de zaak zult gaan beschouwen als een gril van eeu dommen kwajongen, en het zou mij genoegen doen als u begreep dat u... laten we zeggen feitelijk onbehoorlijk bejegend bent door..." „Uw woorden zijn zeer belecdigend! Ik ben nog nooit onbehoorlijk bejegend- door iemand die den naam Elesworth droeg dan op 'r. oogenblik! Ik erken openlijk dat ik Henri liefheb, maar, juist omdat- ik hem liefheb, verzeker ik u, dat ik nooit met hem trouwen zal zonder uw t-oestemming1" Het waren moeilijke oogenbhkken geweeet voor Nelly Edgard. Maar er stonden ei- kaar nog moeilijker te wachten. Dionze-lfden namiddag kwam zij op haar wandeling Henri Elesworth tegen. ,,Ik weet niet wat er tusschen jou en mijn vader heeft plaats gehad, Nelly, maar ik ben zooevcn zijn aanwezigheid cntloopen. Te Bardsford Hall is de oorlog verklaard. Ik heb het huis verlaten en alles opgeofferd, eerder dan mijn vaders ultimatum af te wachten. Dat ultimatum zou ingehouden hebben, dat jij je zoudt overgeven, en dat wilde ik niet-. Nu bid en smeek ik je, mij niet langer te weerstaan, en toe te stemmen in ons huwelijk. Wil je „Neen". „Maar het moet, Nelly. Bedenk, dat mijn liefde voor jou heol iets anders is dan de liefde van gewone menscken. Ik heb jou noodisr, niet alleen om mij gelukkig te ma ken, maar ook om mij op den goeden weg te houden. Ik heb indertijd den losbol uit gehangen, maar ncoit den bedrieger, den schurk. Maar iij, Nelly, moet me helpen". „Je vader heeft vandaag verscheidene de Italianen veroverde terrein te herwinnen. Welk terrein dit echter is, en welke veroverin gen het Itnliaansche leger liier heeft behaald, hot blijkt met geen enkel woord, mot gcr-n© aanduiding. Op zijn l>csr. zullen dus de ]t3lian<n eenige zeer kleine, weinig betekenende plaat sen bezet bobben, maar is hun krachtig offen sief mislukt. En een verlies van belang hebben ze op zee geleden: het slagschip „Anialfi" is getorpedeerd en gezonken. De Dardanellen en dc KaukasusWij fcn- ncn er eiken dag hetzelfde van zeggen. In net laatste Russische landschap wordt st©«-<is ge vochten en telegrammen uit Petrograd en uit Konstantinopcl gewagen altijd opnieuw van behaalde voordcelen, maar 't wil ons nog altijd maar niet duidelijk worden, lioc de toestond er eigenlijk uitziet en wie-er aan de winnende- hand is. En wat de Dardanellen betreft', r-teeds meer blijkt. Koe liet schiereiland Gnllipoli een hel is voor'de troepen der geallieerden? die er de Turken bestrijden, van wie er duizenden vallen. welke er weer schijnen op te staan, want dc verdediging blijft even krachtig, even onbreekbaar. Onveranderlijk ook hier de toe stand Do kastanjes, die Engeland cn Frankrijk h:er voor Rusland uit het vuur trachten te halen, zijn v.-©l heet. Zij branden er zich gewel dig de vingers aan, en.... komen er 'wellicht op den duur nog bedrogen mee .uit. Want Rusland wil den baas spelen m de Dardanellen, ook ten koste van deze beide mogendheden. Merk waardig is althans een .brief in de Italiaansehc f „Sccolo" uit Sti Petersburg. Daaruit blijkt, dat Sasonow de Zwarte Zee voor een zuiver Russische Zee bout en de Dardanellen. de toe gang. moeten dus ook Russisch zijn. Miljultow, ile leider der Russische Cadetten, guat nog' ver der; Yrec-nide oorlogsschepen moeten v.oortaan niet gezien worden in de Zwart© Zee en de eilanden Tcnodps en -Imbros aan den ingang komen ook Rusland toe gepakt. I)it zouden zij 't ergst gevonden In ben wat hun had kunnen overkomen. Nu v don zo wel zalig oppaseen dat ze niet weer handen der DmU-coers vielen. Een der Belgen, een jonge man van 21 ad i dri jaa Zijn een© broer, die slechts li maanden oud» w.is dan hij, was gesneuveld, M-gilijkertijd to hij zelf gewond was. Nog schoten zijn oog vol tranen, nu hij over 't geval sprak. houden dat elk onverwacht geluid in de nab heid heb zenuwachtig maakte, ,,'t Is zoo a mattend, te «lonken telkens weer, nu zulleu i me gaan vindon. Ik had cr schrik van ter to zullen inocton, cn dan misochicn in 't g< vang, menheer." J Hij voihaaldo nog van do ontzettende dag© die hij had meegemaakt op don terugtoch naar den Ysor on van den slag aan 1 Uit* heel zijn verhaal straalde een BELGIË Vluchtelingen. Onze correspondent schrijft van 5 J uli Prachtig Jag dc zee in haar wijd© uitge- strektneid icor ons. Het grooto' watorvJak leek een spiegel. Een helder blauwe lucht «tlide zich boven ons, links on recht© kronkelde dc rookpluimen, als groote vederen in de lucht. Knus en overluid pratend© zaten zc in c-en groep bijeen. Ze, dat waren een groepje man nen, donkerharige en lichtkleurige, tusschen de 20 en 30 jaar. ik voegde mij bij hen en toen ik zoo langs m'n neus weg liet bemerken, dat ik wol eens aan den Yser was geweest, had ik zo spoedig aan de praat. Ze waren nog maar kort uit Duitseliland, want van daar kwamen ze. Uit Munster on Soltau waren ze na veel moeite en gevaren ontvlucht. Drie Franschen en vier Belgen waren 't. Zc waren in November krijgsgevangen gemaakt. Niet gaaf, o neen! Z> «aren gewond geweest, en hadden toen de linies der bondgeuooten niet méér kunnen bereiken.. -Ze «aren toen na een paar ontzettend© dagen iu Aken aangekomen. Onderweg was er aan hun wonden weinig of niets gedaan. Doch, merkte een uit het troepje op, 33ü derlui eigen volk hadden do Dutsen ook niets gedaanze waren er toch met zoo •veel." In Aken «aren ze van elkaar gesehei den en in verschillende hospitalen opgenomen. De verpleging was niet slecht geweest. Alleen, toen ze beterden, hadden zc meer en betere voe ding gewenscht. Later werden ze naar de ge vangenkampen gevoerd. Al dadelijk stond toen het plan rast om te ontvluchten, doch in don winter ging :t niet. Ze begrepen wel dat hun allerlei ongemakken en gevaren tc wachten stonden. Toch waren ze in 't begin van Juni op stap gegaan. Ze hadden gezorgd zooveel mogelijk Duitsch te leeren en dit was hun goed te pas gekomen. Meestal hielden ze zich overdag op in slootcn en greppels, dos nachts liepen zc en kaapte hier en daar veldvruchten, waaronder aard appelen, waarvan ze leefden. Ze zagen er dan ook alle allesliehalve voordeelig uit. Doch hun vreugde was groot ,dat zij weer bij hun kameraden zouden komen, om opnieuw deel uit te maken van het leger, Twee waren er bij, Fransehen, met vroiuv en kind; een reden te meer om te ontvluchten. Een dozer was de gids geweest. Die had vroeger al eens in Duitsohland gewerkt ca was bekend met het grensgcbruik. Bovendien had ec-n kaartje, dat ze uit een tijdschrift hadden overgetrokken, hun goede diensten be-.vezen. Zoc-dra zo «Jen voet in Nederland hadden gezet, was hun ellende natuurlijk voorlij. Zij gingen nu allen zoo spoedig mogelijk 1erug,doch zij zouden toch eerst wel wat moeten opknappen, meenden ze. Zij verhaalden hoe zij meermalen hadden gevreesd, op het laatste moment nog te worden barsche dingen gezegd. Onder andere was ik niet waard je vrouw te zijn. Dat wilde ik erkennen. Maar ook meende bij mij te moeten verwijten, dat ik je liefhad om een goede partij te doen, uit egoïsme dus. Ik heb hem geantwoord dat ik nimmer den zoon zou trouwen, zonder de toestemming van den vader". „En moet ik dan hulpeloos en werkeloos tusschen je'.ui beider trots in blijven staan? Tk gee f je nóóit op!" „Heb je alles wel goed overdacht, Henri? De liefde zal jou ontzettende opofferingen kosten' „Ik bon bereid ze te brengen en een proeftijd door te maken. Ik laat mijn stand en maatschappelijke voórdeelen eenvoudig los en zal een betrekking zoeken op de Fen- wick's fabrieken. Als ik je dan niet trou wen mag, dan zal ik ten minste voortdu rend in je nabijheid zijn". Het was hem heilige ernst Met een ge voel van trots ervoer Nelly hoe groot haar invloed ten goed© of ten kwade op hem was. En met echt vrouwelijke overdrijving vroeg zij zich af hoever zijn opoffering voor haar in de toekomst wel gaan zou. Henri Elesworth werkte in de fabrieken van Fenwick. Heel Bardsford wist waarom, lederen wist van do betrekking tusschen hem en zustor Edgard, en dat liefde de drijfveer was. Weken vervlogen, maar Henri hield vol. Zijn lót dodend met de anderen en hard «-erkend zonder cr op te snoeven, was Iïenri gelijk aan den eersten-besten werk man, veroverde zijn plaats en behield die met behulp van zulke eigenschappen die den ©nergiekon man doen kennen, onver schillig welken rang hij in de maatschappij inneemt.. i den fifag aan dé Net!» n vernaai straalde een onverw bare liefdé voor zijn kleine landje, dat ni scbriklijk verwoest wordt. Hij vertelde boe pijnlijk het voor de B.-lgischo artiller is ah z- bun artillerie moeten richten op d Viaanifceh- dorpen, ,,'t Js ons dan, als snijd© w© in ons eigen vleeerh, ons eigen volk moett we uit hun. huizon drijven om den Duts me weg t© dringen." Onder deze gesprekken naderden we de Theems-mond. Spoedig daarna kon ik reis voortzetten. FRANKRIJK. Van het Westelijk Oorlogöterrein. PARIJS.. Een aanval der Duit] schers in Belgiëop de loopgraven ten zuidwesten van Pilkem, die Engelsehen op 6 Juli hadden veroverd werd door de Frartf-xjli-Engolscbe artillerie met grooto verliezen voor den vijand afgc- Te zos uur 's ochtends deden de vijan den wederom een aanval op d© Fransch' stelingen ten noorden van den weg va Béthune naar Atreeht. Zij werden echt- teruggeslagen. Bij een tegenaanval ton noorden van het station van Souchez met liet doel de loop graven to heroveren, die zij den 7den Juli 's avonds hadden verloren, slaagden de Duitschcrs er slechts in 100 van de 800 M. te bezetten BERLIJN. Officieel bericht van den neralen staf Westelijk van Souchez slaagden de Fran schen erin, over een breedte van ongeveer 800 XI. in onze voorste loopgravenlinie te dringen; zij werden bij een tegenaanval weder verdreven Een tweede aanval van den vijand mislukte in ons vuur. Om een kleit, gedeelte der linie, waarin de Franschen nog zitten, wordt met grana ten gestreden De vijandelijke aanvallen op de door ons ingenomen posities ten W. van Apremont werden dag en nacht, doch zonder succes, doorgezet. Het aantal gevangenen is^cot 3 officieren en 2400 man toegenomen. Op het goheele westelijke oorlogstooneel hadden levendige artillerieduels plaats CeneraaJ Couraud. Een telegram uit Athene aan het „Jour nal" meldt, dat de commandant van het Fransche expe-ditïeleger, generaal Gonraud gewond werd, toen hij zich in de voorste loopgravenlinie bevond, op 200 M. van de Turk.-che stelling gelegen. Hij had zich j naar dat gevaarlijke front begeven na ont vangst van een bericht, dat de Turken een I aanval schenen voor te bereiden. De gene- i raai werd door granaatechorven getroffen aan den rechterarm en aan de bccnen. Zijn wonden zijn niet levensgevaarlijk. Gen©- raa] Bailloud is tot zijn opvolger benoemd op Gouraud's dringend verzoek. Een later bericht meldt, dat generaal Gourand te Parijs is aangekomen; zijn rechterarm is geamputeerd en zijn beide beenen zijn zwaar; gewond. Zwijgen en onzichtbaar zijn. „Un mobilise", die geregeld in de „Xla- tin" schrijft, vertelt in zijn laatsten brief het volgende Onlangs bezocht een minister het front en vroeg een bataljonscommandant wat Het wss in die dagen, dat te Bradsford de groote epidemie uitbrak. De dokter en de wijkverpleegster kregen hun overgroot deel in de werkzaamheden, en thans werd den bewoners van Brads ford duidelijk welke soort vrouw zij in Nelly Edgard bezaten. Dag aan dag was zij in het brandpunt van de ziekte. Aan zich zelf denken kwam niet bij haar op. Onbevreesd ging _zaj van huis tot huis en waar zij kwam bracht zij j verlichting voor het lichaam van de lijders j en bemoediging in hun hart. j Trapsgewijs begon de ziekte af te nemen, de wolk trok weg. Toen, als uit opgekropte wraak, greep de ziekte met de grootste hevigheid het meisje aan, dat zoovele i slachtoffers uit haar ijzeren greep had-ver lost. De bevolking van Bardsford interesseerde zich voor haar, als was zij een der hun- nen. En niet alleen uit sympathie voor Nelly Edgard, maar zij dachten ook aan j oen jongen man, die zulke angsten uitstond over haar behoud, en die, hoewel hij io-de<- oogenblik in gedachten was geweest bij het werk en den strijd van zuster Edgard, niet- J temin als een soldaat op zijn post was gebleven. De vreeselijkste dagen waren achter den rug. De doktoren waren bijeen gekomen om de middelen te beramen ten einde de aanleidingen voor een mogelijken terugkeer van de epidemie weg te nemen. Onzichtbare krachten streden om het leven van Nelly Edgard. Bardsford bad om het behoud van dat leven, dat zich had wil len geven om het hunne. De Hemel liet zich. verbiddenNelly werd gespaard. tiUot voiot.j

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1