OP ZEE.
Binnenland.
Legerzaken.
ID Km SOSjiD ATBKT COUR A KTT van 'Vx,r|cia.g• QS 3T-u.:rai 1913
Een Duitsche luister-patronille aan 't werk, voor Reims, de Franscbe stad, die
in de laatste da^en weer zoo dikwijls beschoten werd. Men kan ook spreken van
een sluip-patrouille. Deze manier van patrouilleeren is zeer gevaarlijk, men maakt
er vooral 's nachts gebruik van, als de duisternis belet iets van de vijanden te zien,
en men door 't gehoor moet gewaar worden, of zij naderen en vanwaar. Maar daarbij
moet men zelf zich zoo stil mogelijk, sluipend als 'tware, bewegen, want men kau
er op aan, dat men evengoed beluisterd wordt, als men zelf beluistert. Dat men daarbij
wel eens op lijken stoot van vrienden of vijanden, blijkt uit ons plaatje.
hebben om militaire bewaking verzocht.
De aanslag heeft tengevolge gehad, dat
de dienstnemingen sterk zijn toegenomen,
zoodat zich in de laatste drie dagen meer
personen hebben aangemeld dan ooit sedert
het uitbreken van den oorlog.
FRANKRIJK.
Van hei Westelijk Oorlogsterrein.
Fransch legerberlcht.
PARIJS. Duinkerken is Dinsdagnacht ge-
bombardeed door een kanon van verre
draagkracht (14 projectielen). Eenige bur
gers zijn gedood.
De Bolgische troepen vermeesterden ten
zuidwesten van St. George een Duitscbe
duinloopgraaf, waarbij alle verdedigers of
gedood of gevangen gemaakt werden.
In den sector ten noorden van Atrecht
vielen de Duitschers in den nacht van 21
op 22 dezer, na een heftig bombardement,
op verschillende punten aan. Zij werden
volkomen teruggeslagen, behalve ten zuid
oosten van Souchez, waar zij er in slaagden
weder voet te krijgen in loopgraafstukken.
In het Labyrinth leden ze zware verliezen.
Een Duitsch© tegenaanval in den avond van
21 dezer gericht tegen de door de Franscben
veroverde stellingen ten oosten van de hoeve
Quennevières werd door het Fransche
artillerie- en infanterievuur tot staan ge
bracht. De Duitschers maakten gebruik van
bommen met verstikkende gassen
Aan de hoogten van de Maas in den sec
tor van de Tranchée de Colonne, hebben de
Franscben, na een vijandelijken tegenaan
val te hebben afgeslagen, bun op 21 dezer
behaalde winst uitgebreid. Een eerste aan
val bracht slechts weinig vooruitgang, maar
de tweede daarentegen stelde de Franschen
in staat nieuwe loopgraven te vermeesteren
ten oosten van die, welke zij Zondag hadden
bezet. Deze winst bleef als de voorgaande
gehandhaafd.
In Lotharingen brachten de Franschen
hun stellingen op den heuvel ten oosten van
Reillon 300 meter vooruit en bezetten er de
glooiingen ten zuidwesten van Remabois.
Gemakkelijk werden tegenaanvallen afge
slagen van Seintry af ingezet en ten zuid
oosten van Parroy. Daarbij werden gevan
genen gemaakt.
In den Elzas gaan we in onafgobroken
gevechten vooruit. Wij wonnen behalve bij
Metzeral terrein hij Anlasswasen in de
streek van Soudemach en maakten gevan
genen en vermeesterden 3 mitrailleurs.
PARIJS. Dinsdagochtend zijn weder vijf
tien lange-afstandsgranaten op Duinkerken
gevallen. Onze zware batterijen concentreer
den het vuur op bet Duitscbe kanon.
De tegenaanvallen ten noorden van
'Atrecht zijn hedenmorgen gestaakt. Zij
ware* niet meer dan een hevig artillerie
duel.
In den loop van den dag werden de aan
vallen der Duitschers op de hoogten langs
de Maas, bij Woëvre, Lotharingen, terug-
In de Vogezen zetten de Franschen hun
opmarsch voort.
Duitsch legerberlcht.
BERUJN. Op den westelijken kanaal
oever, ten N.W. van Dizmuyden, werden
vijandelijke aanvallen op drie door ons be
zette gohuohten afgslagen.
Ten N. van Atrecht hadden Maandag nog
slechts artillerie-gevechten plaats.
De Fransche infanterie-aanval aan het
Labyrinth, ten Z. van Neuville, werd te
middernacht afgeslagen.
In Champagne, ten W. van Perthes, kon
den wij onze stellingen vooruitbrengen na
met succes uitgevoerde ontploffingen.
Ook bij de Maashoogten duren de gevech
ten, onder zwaar artillerievuur, den gehee-
Jen dag voort. Dinsdagmorgen te 3 uur gin
gen wij tot den aanval over; wij verjoegen
uit onze loopgraven de daarin doorgedron
gen vijanden, en maakten 130 gevangenen.
Een kleine vijandelijke aanval bij Mar-
cheville werd afgeslagen.
Ten oosten van Lunéville ontwikkelden
zich bij Leintry nieuwe voorpostenge
vechten,
In de Vogesen verplaatteen wij Dinsdag
nacht onze posities volgens ons plan en zon
der door den vijand te zijn verontrust op
den oostelijken oever der Fecht, ten oosten
van Sondernacli-
Bij Sbilsenfirst leed do vijand bij zijn
nieuwe aanvallen weer ernstige verliezen.
Onze vliegers wierpen bommen op Cour
celles, westelijk van Reims.
De door vijandelijke vliegers geworpen
bommen op Brugge en Oetende hebben geen
militaire schade aangericht^
Frankrijks spoorwegen gedurende den oorlog.
De „Hamburger Neueste Nachricliten"
onder den titel: „Frankrijk's redding
door zijn spoorwegnet" daarover een
beschouwing. Het blad doet dit om de
bijzondere reden dat overal, ook door
Duitsckland's vijanden, de uitnemendheid
van Duitechlland's spoorwegwezen steedis-'
weer werd geroemd om de Duitscbe strate
gische sucessen te verklaren... dus te ver
kleinen. Een beschouwing in een Duitsch
blad over Frankrijk zou thans natuurlijk
op zijde kunnen gelegd worden ware het
niet dat het Hamburger blad die weder
ontleende aan het Amerikaansche spoorweg
tijdschrift „Railway Age".
Niemand zal ontkennen dat Duïtschland
voornamelijk door zijn spoorwegen den
strijd in het westen en oosten zoo goed kan
volhouden, zoo schreef de „Railway Age",
maar ook de Fransche spoorwegen hebben
hun land een grooten dienst bewezen. Be
halve in de eerste veertien dagen det mo
bilisatie hebben de Franschen zonder dat
zich ergens een ernstig bezwaar vertoonde,
regelmatig en o-emakkelijk het goederen- en
personenverkeer kunnen volhouden. De
bezwaren van die taak namen nog toe door
de vele troepen-verschuivingen en door de
verladingen van krijgebenoodigdheden.
Door nieuwe strategische eischen waren
die noodzakelijk geworden, want het
front breidde zich steeds meer uit tot zelfs
940 kilometer van het Engeïsch Kanaal tot
de Zwitsersche grens.
Het transport wei-d nóg verzwaard door
gebrek aan 6teenkolen en te weinig locomo
tieven.
Ook het getal spoorwegbeambten ver
minderde steeds.
Gedurende den kritieken tijd van 1 tot
20 Augustus, werden minstens 1,800.000
soldaten naar bet front getransporteerd,
maar de troepen verschuivingen verdriedub
belden het getal militaire treinen.
Toen zich den 26 Juli de eerste dreigen
de lcenteekenen van den oorlog deden ken
merken begon eerst de emigratie van toe
risten uit Parijs, doch ook de terugkeer
der Parijzenaars. Meer dan 500,000 reizi
gers keerden naar Parijs terug en 200,000
verlieten die 6tad.
In die week waren de treinen verdubbeld,
ja verdrievoudigd. Den 31 Juli werd de
landweer, die de spoorwegen moest bewa
ken, langs de spoorlijn vervoerd, hetgeen
de drukte nog vermeerderde. Den volgen
den dag werden te 5 uur de spoorwegen voor
hetpubliek gesloten en alleen voor de mi
litairen gebruikt. De spoorweg-autoriteiten
moesten in één nacht do dienstregeling van
zes spoorlijnen wijzigen.
Dat nieuwe plan werd voor 140 a 160
treinen gemaakt en een station kreeg slechts
telegrafisch bericht wanneer daar een trein
zou aankomen. Op een dag werden 200,000
van zulke telegrafische meldingen verzon
den. Gedurende 20 druklcend-warme dagen
rolden 70,000 treinen door Frankrijk. Be
halve de troepen-transporten naar de gren
zen moesten ook de militairen naar hun
regimenten vervoerd worden. En sedert rol
den de treinen onafgebroken. Zij brachten
millioenen recruten naar het front, of
Helpen aan de verplaatsing der hoofd troe
pen mede. Niettegenstaande dat alles gaat
de personendienst bijna normaal. Ook de
dienst. BordeauxParijs voor scheepspassa
giers is goed geregeld. Men vindt aan de
aanlegplaatsen militair personeel, dat zorgt
voor de plaatskaarten en men kan zelfs uit
vier treinen kiezen.
Om to begrijpen wat de Fransche spoor
wegen eigenlijk hebben gedaan dient men te
weten, wat het beteekent om een enkel
legercorps te vervoeren. Zulk een corps be
staat. ongeveer uit 39,000 man, uit kanon
nen, paarden, munitie, uitrustingen, karren
en luchtschepen.. Om een regiment te ver
voeren zij minstons twee treinen van 60
wagens noodig. Dan zijn er nog 100 wagens
noodig voor het geschut en voor de verdere
regiments-benoodigdheden. Om de artillerie
van een legerscorps to vervoeren zijn er
20 treinen noodig. Men heeft 50 goederen
wagens alleen voor de kanonnen noodig;
dan nog de paarden-wagens enz. Eén cava-
lerie-regiment heeft vele treinen noodig. In
totaal heeft een legercorps minstens 70 trei
nen ieder van 50 wagens noodig. En, de
Fransche spoorwegen hebben minstens in
twintig dagen 42 legercorpsen moeten vér-
voeren!
RUSLAND.
Van hofi Oostelijk Oorlogsterreïn.
Lemberg hernomen,
WEENEN. (Officieel.) ons tweede loger
Veroverde heden Lemberg na een hevig gevecht.
V/HENEN. Naar wij vernemen, heeft
keize rWilhelm naar aanleiding van de
^inneming van Lemberg neg Dinsdagavond
een telegram va ngolukwensching aan den
legerbevelhebber, veldmaarschalk Friedrick,
gezonden en hem benoemd tot Pruisisch
veldmaarschalk.
BERLIJN. (Officieel.) Lemberg is Dins
dagmiddag na een hevig gevecht door de
Oosten rij ksche troepen genomen.
Het Oostenrijksche 34sbo regiment infan
terie, welks chef de Duitsche keizer ie, heeft
zich bij de bestorming van de versterking
Lysagora onderscheiden.
Russisch legorberlcht.
PETERSBURG. Uit het groote hoofd
kwartier wordt gemeld-
Bij Schawli is de toestand onveranderd.Op
19 en 20 dezer hadden hevige gevechten
plaats aan de rivier de Ringora, waar wij
iets vooruit kwamen. Aan het Nareffront
beproefdon eenige onbelangrijke Duitsche
strijdkrachten, beschermd door aen hevig
artillerievuur, tevergeefs een aanval tus-
schen de rivieren Omoulof en de Orjits.
Links van den Weichsel kwam do vijand
den 20sten tot het offensief in afzonder
lijke colonnes op het zuidelijk front van
de rivier de Pilitsja. Na een kort gevecht
werd hij teruggeslagen; wij namen daarbij
eenige honderden gevangen. Aan het front
bij Tanef vuurde onze artillerie bij tus-
scbenpoozen. De aanval van den vijand
duurt voort bij Ravaroeska.
In den nacht van den 20sten trokken onze
troepen zich van de Grodekmeren terug op
de stellingen bij Lemberg. Aan den Dn jester
vervolgde de vijand, zijn tevergeefsche aan
vallen tusschen Mikolajef en Jidatsjef; hij
werd teruggeslagen met zware verliezen uit
•het dorp Demonka Riesna.
Aan het front in Galicië en de Boekowina
kwamen wij, niettegenstaande hardnekkige
gevechten, in eenige sectoren vooruit. Ner
gens slaagde de vijand er in vooruit te
komen.
De brand van Borysiaf.
De oorlogscorrespondent van de „Berli
ner Börsen-Courier" in Galicië schrijft:
Daarginds branden, lichterlaaie, de
napktha-bronnen. Zij branden dag en
nacht, sedert zes dagen en zes nachten.
Zwart stijgen, reeds wanneer men Droho-
byez veriaten heeft, de rookwolken, rook-
torens en rookvulkanen op, naar den wolke-
loozen hemel. Dicht bij de ongelukkige stad
Borysiaf beginnen dan de donkere stoom-
kol ossen in de diepte te blinken en te ver
blinden: nog steeds schieten de gouden flar
den en de gouden wolken uit den grond op,
nog steeds loeit de olie. Nooit is op zoo
groote schaal brand gesticht als in Borysiaf,
waar de Russen op hun terugtocht de
naphtha in ba-and staken.
Zij stichtten drie dagen lang brand, den
11, 12 en 13 Mei. Drie sotnies Kozakken,
die haast met het werk moesten maken,
omdat dezelfde Honveds, die zij on voor hen
verschrikkelijke wijze hadden loeren kennen
bij den Oeszeker-pas, hun op de hielen
zaten. De drie sotnies Kozakken, naar Bo
rysiaf gecommandeerd om brand te stich
ten, namen een halve sotnie Russische dra
gonders mede. Deze moesten de nagaika
tegen het volk gereed houden^ indien dit
zich verzetten zou tegen het vernielen van
reservoirs en putten, van .ketels en boorto
rens. Maar niemand waagde tegen te spre
ken. Het gerucht deed de ronde, dat be
halve de petroleumschatten ook Borysiaf
zelf in brand gestoken zou worden, zoowel
de huizen van de Christenen als van de Jo
den. De menschen dachten alleen erover te
vluchtn. Maar zij begrepen spoedig, dat
ook deze redding onmogelijk was, want alle
straten waren uren en dagen lang reeds be
zaaid met menschenterugtrekkende Rus
sen
De Kozakken deden hun werk zorgvul
dig, zoolang de vijand nog voor de poorten
stond. In een grooten halven cirkel om Bo
rysiaf staken zij de petroleumbronnen aan.
Hun techniek wa3 zeer eenvoudig. Zij
boorden de reservoirs aan, lieten de petro
leum uibloopen en wierpen brandende, in
petroleum gedrenkte, lappen in de petro-
leummeertjes, die voor de reservoirs ont
staan waren. Toen zij de „mangaten" ont
dekten, namen zij eenvoudig de deksels van
deze mangaten weg, zoodat de petroleum
rijkelijk uit de ketels vloeide.
Enkele der brandstichters werkten al
heel onnoozcl. Vijf man liepen naar een
petro-leum-meertje, staken lucifers aan: het
meer vlamde op. En binnen enkele seconden
waren de vijf kozakken verbrand. Hun ka
meraden werden na dit voorbeeld voorzich
tiger.
De rookwolken stegen zwart en zwaar
boven de geheel© stad. Zij namen zoo'n
omvang aan en waren zoo ondoordringbaar,
dat de zon aan den volkomen helderen he
mel achter de walm verscholen bleef en de
warmte van den zonnedag veranderde in
een steeds gevoeliger koude. Verstikkende
gassen vulden de straten. Van tijd tot tijd
hoorde men een verschrilckelijken knal. Dan
vloog er buiten een ketel in de lucht.
Iutusschen hadden de kozakken de' stad
verlaten om de petroleumbronnen in brand
te steken. Zij gingen naar de houten boor
torens, die snel opvlamden en waarvan de
vallende, brandende stukken terecht kwa
men in de bronnen. Dan schoten er onmid
dellijk vlammen uit den grond op, twintig,
dertig M. hoog. Aan blusschen viel niet te
denken. Niet omdat er geen mannen waren,
<lie dit wilden doen, maar omdat zulk een
brand niet te blusschen is.
Eindelijk stonden er ongeveer zestig re-
servoirs in brand, waarvan er een paar al
leen 16,000 wagens petroleum bevatten. De
boortorens waren spoedig weg, maar de
twee honderd naphtha-bronnen brandden
verder. Na zes dagen en zes nachten bedroeg
de schade reeds honderd en tachtig millioen
Mk. En steeds gingen er nog voor millioenen
in vlammen op. Vele reservoirs, door de Ko
zakken over liet hoofd gezien, ontbrandden
van zelf door de hitte.
In Borysiaf nam met den brand de pa
niek-stemming toe. Vrouwen Taapten haar
beddegoed bijeen, sleepten bet naar het an
dere eind van de stad, dat verder weg lag
van de ketels en zochten schreiend een
onderkomen.
Kinderen gilden om hun moeders. Duizen
den honden jankten, hang in. de donkere
stad, door de straten. Het was zoo duister
geworden., dat men in de huizen 's middags
de lampen moest aansteken en dat de men
schen op straat fakkels droegen. Er viel
regen in den laten namiddag. Maar do regen
.was warm en zwart, als de vulkanen, die
rondom werktenEn niemand herkende aan
de zwarte gezichten zijn beste vrienden.
Tegen den avond van den derdien brand-
dag zetten -de Kozakken het plotseling op
een loop. De schoten van de Honveds dreun
den reeds in. de buurt. Zij, die bij vergis-
eitng ook vele Fransche en Engelsctho bron
nen in Hand gesteleen hadden in plaats van
Duitsdie en Oostenrijksche konden al
hun werk niet af. En ton slotte dachten zij
aan de oigen beurs. Voor dertig roebel, die
de ingenieurs Hm gaven, onteagen zij' een
bron. En zoo gelukte het nog een vrij groot
aantal te redden. Dé Kozakken wilden ook
de houten bruggen in Borysiaf vernielen.
-D'och voor twintig roebel per brug lieten zij
deze ongeschonden.
Toen vertrokken de Kozakken, een wilde
■ongeregelde vlucht. Want op de heuvels voor
de &tad stonden reeds de achtervolgers, de-
Honveds van den Oeszokerpas.
ITALIË.
Ttalië en Oostenrijk.
WEENEN. Bij Plava werden weder eeni
ge aanvallen van den -vijand afgeslagen.
Een. Italiaansche vlieger wieip zonder
succes bommen op Görz.
Op alle fronten verschiet de vijand veel
-geschut munitie, maar blijft overigens
passief.
Itallaansch legerbericht.
ROME. ïn de omgeving van de
Monte Nero ontmoetten onze troepen
voor de eerste maal aanzienlijke troe
penmachten, waarschijnlijk uit Galicië
afkomstig. Hun aanvallen werden afge
slagen met groote verliezen hunnerzijds.
Wij maakten gevangenen. Bij Plava werden
tegen onze posities nachtelijke infanterie
aanvallen gedaan, ondersteund door zwaar
artillerie vuur en handgranaten, doch zij
•werden afgeslagen. Een vijandelijk vliegtuig
wierp bommen zonder schade te doen.
SERVIË.
in het gebombardeerde Belgrado.
Stanley Taylor, de bijzondere oorlogscor
respondent van de „Daily Chronicle" te
Belgrado, schreef van daaruit het vol
gende aan zijn blad
Wanneer begint het bombardement weer?
Wij vragen elkaar dat eiken dag. En men
wordt, hoe Oostersch kalm in 't algemeen
de Serviërs kunnen zijn, nu en dan bij die
vraag wel wat opgewonden. Want Chika
Tom (Oom Tom), zooals de Serviërs Sir
Thomas Lipton noemen, komt weer hier en
't was juist twee maanden geleden dat,
toen die Engelscbman hier was, de stad zoo
hevig werd beschoten. Menschen werden ge
doodgebouwen beschadigd en een groote
vernieling zonder eenige noodzaak veroor
zaakt.
Zoodra. de Oostenrijkers aan den overkant
te Semlin bemerken, dat Chika Tom in Bel
grado is bij zijn Servische vrienden, zullen
zij wel weer beginnen.
Zfio gaat 't bier in 't gebombardeerde
Belgrado.
Vreemdelingen worden niet meer in de
stad toegelaten zonder 6treng onderzoek
naar hun doel.
Sir Thomas Lipton is nu in Servië even
populair als in Amerika, hetgeen veel zegt.
Men wil het eerste hospitaal dat de Ser
viërs te Semlin zullen oprichten, als zij dat
bereiken, doopen het Lipton hospitaal!"
Iedereen is er van overtuigd dat dit niet
zoo lang moer zal duren...
TURKIJE.
Aan de Dardanellen.
Van Reuter ontvingen wij alsnog een
paar bij zond verb oden over de gevechten op
G-ahipoli, te Londen per post ontvangen en
gedateerd uit Caïro den 8sten Juni
De Reuter-oorrespondent beeft o.a. nauw
keurig vele officieren die uit de Dardanel-
len-geveckten kwamen ondervraagd naar de
wreedheden, die door de Turken zouden ge
pleegd zijn en de meesten hunner erkennen
dat de Turken eerlijk vechten.
In verhand met de verklaring va-n een
Turksch. officier aan een Australisch offi
cier gedurende den wapenstilstand van
Ka-ba Tepe op 23 Mei, dat Turken geen on
vriendschappelijke gevoelens voor de Eugel-
sehen hebben, maar dat zij natuurlijk, als
soldaten, te gehoorzamen hadden, kan het
volgende staaltje van Turksche welwillend
heid dienen
Een Turk droeg, onder een hevig vuur,
een gewonden Engelscbman uit het gevecht
en een andere Turk liet zijn waterflesok hij
een gewonden Australiër achter.
Een Engelsch soldaat die reeds lang ge
wond en zonder voedsel had gelegen, kreeg
van een Turksch soldaat een stuk brood.
Natuurlijk zijn de Turken niet overal zoo
en een paar dagen na den hevigen aanval
der Turken op Sari Bair op 19 Mei zond de
vijand do navolgende boodschap: „Wij
zullen jullie Australisol e duivels morgen
allen in de zee sturen".
Die boodschap moet ondertusschen nog
werkelijkheid worden. De Australische in
fanterie bleef vijf weken in de loopgraven.
De Turksche verliezon op het schiereiland
tot den 22sten Mei worden door de militaire
autoriteiten geschat op 55.000, hetgeen nog
een lage Bchatting wordt genoemd.
Wanneer wij onze zware verliezen in de
Krithia-gdvechten op den 3en en 4en Juni
berekenen zullen de Turksche verliezen nu
wel tot 70.000 gestegen zijn.
Vóór de „Triumph" ftonk, heeft hij heel
wat vijandelijke versterkingen vernietigd,
o. a. bij Kaba Tepe. Vele Engelscke officie
ren hebben staaltjes van heldenmoed en
tegenwoordigheid van geest gegeven. Ook
de soldaten blijken zeer koelbloedig en op
gewekt.
Britsche troepen worden aan land gezet bij Gaba Tepe, aan de Dardanelles
't Zijn Australiërs, die hier in overvolle sloepen van de transportschepen aan de
kust worden gebracht, om tegen de Turken te vechten, welke hardnekkig, voet voor
voet, hun grondgebied en den toegang naar hun hoofdstad, Konstantinopel, verde
digen. Een typisch gezicht krijgen we hier op een deel der Dardanellen, en men kan
er op zien, hoe moeilijk het strijdterrein er is met zijn hoogten en dalen, zijn zware
steile rotsen hier en daar, die loodrecht opstijgen uit de zee. Daar komt nog bij het
vuur der Turksche forten, en gevaarlijk is de strijd daar wel voor dé deelnemers.
_Maar voor het oogenblik is alles rustig
hier en er is tijd om eens rustig rond te kij
ken. En dan ziet men hoe hevig Servië ge
teisterd is. Hier toch is het eens zoo mooie
Belgrado de eemge stad van Servië,
die eenigszins het karakter van stad draagt.
En hoe is nu dat beeld?
Behalve de steeds vroolijke „man in the
street" ziet alles er even verlaten en stil
uit. Vroeger was Belgrado het eenige cen
trum van Servië, dat zich kon beroemen op
vooruitgang en ontwikkeling. Het was de
eenige stad, die rijk genoeg was om er een
goede, gezonde waterleiding op na te hou
den. En wie Nisj kent weet-, dab die tweede
hoofdstad (en „stad" van Servië nog lang
niet zoo modern was.
Belgrado verschilde daarvan aanzienlijk.
Voor eiken Serviër was het een dorado.
B e o g r a d, de witte stad, waarop het
ontwakende, zich moderniseerende land, zoo
trotsch was....'
Helaas, hoe is dat veranderd. Het is wel
een fout om die hoofdstad zoo aan den
drempel van een land, dat zich nog steeds
door zijn naburen bedreigd ziet, te leggen.
Want de Oostenrijksche vesting Semlin
lag steeds zoo dreigend daar, aan de over
zijde van de Donau.
De beste en mooiste gebouwen van Bel
grado zijn nu ruïnes. Het koninklijk paleis,
het kostbare museum, de universiteit met
resultaten van een halve eeuw wetenschap
pelijk onderzoek, zijn zwaar beschadigd.
Het ergste is, dat eon vierde van de be
woners, het gegoede deel, de stad verlaten
heeft. In de hoofdstraten zijn allo winkels
dicht. Er is gebrek aan licht. Ook aan sui
ker. Sigaretten zijn niet meer te krijgen,
daar de mooie, groote regie-fabrieken ver
nield werden. De electrisclie trams rijden
niet meer, daar de lijnen vernield zijn.
„Wanneer wij Serviërs bet winnen -
zooals wij vast voornemens zijn zeide
Passitsj mij te Niss, dan moeten wij met
alles weer opnieuw beginnen.
Onze landbouw 6taat Gt.il. Het Servische
prachtvee is dood. Wij kunnen Engeland
en Amerika niet dankbaar genoeg zijn voor
hun hulp om onze landbouwers nog zooveel
mogelijk te steunen met geld en werktui-
gen
Iedereen is even zuinig. Koning Peter
geeft 't voorbeeld. Pasjitsj zelf ook. Fami
lies die nooit anders dan comfort kenden
en vele dienstbaren bielden, moeten nu
eiken ochtend de karigo voedingsmiddelen
voor den gekeelen dag zelf gereed maken.
De armsten krijgen drie stuivers per dag
van liet stadsbestuur. Duizenden vrouwen
en kinderen verhongeren^
Van ©en Australisch soldaat werd de voet
verpletterd door een granaatscherf. Juist
naderde generaal Godley.
„Generaal!" riep de gewonde.
Godley keek naar hem.
„Generaal! Hier ziet u mij nu als een
mooi exemplaar Kangoeroe!" zeide de sol
daat, glimlachend niettegenstaande zijn
wond.
Een ander, ook een Australiër, beklaag
de zich, dat, toen hij gewond was in zijn
arm, de dokter hem een mouw van zijn jas
afnam; daarna werd hij getroffen in de
zijde en de dokter nam hem zijn buis weg.
Later werd bij in zijn been getroffen, en
moest zijn broek missen en zoo zou er niets
meer van zijn mooie uniform overblijven!
LONDEN. Hot rapport van bet hoofd
kwartier in de Dardanellen luidt:
Iu den avond van 19 Juni vuurden de
Turken 450 ontplofbare granaten op ons
linker-centrum en verzamelden zich tot den
aanval, welke echter niet werd uitgevoerd.
Bij een volgenden aanval golulcte het hun
vasten voet te krijgen in onzen saillant,
waaruit zij ten slotte echter werden ver
dreven. Het aantal dooden aan Turksche
zijden wordt op bijna duizend geschat.
Een Italiaansche vloot naar de Dardanellen.
Aan de „Voss. Zeitung" wordt uit
Genève bericht: Volgens een telegram uit
Rome is de actieve deelneming van Italië
aan. do actie in de Dlardanellen thans een
feit geworden. Versoheiden Italiaansche
kruisers en kleinere bodems hebben Tarente
verlaten en zijn naar Tenedos vertrokken.
Het eskader moet zich daar bij de Engelscke
en Fransche vloot aansluiten.
in zake Marifcz. Richter Lange verklaarde
de beschuldiging tegen de regeeringstroepen
geuit, dat ze wel eens verraderlijk zijn opge
treden tijdens de rebellie, volkomen onge
grond. Na de uitspraak verkla arde de verde
diger van De Wet, dat deze wenscht mede
te deelen, dat hij handelde zooals hij deed
met diepe godsdienstige overtuiging.
Dq beide punten waarop De Wet niet
schuldig is bevonden, zijn de vernieling van
een telegraafkantoor en de poging om zich
met de Duitschers te yereenigen. Het Hof
aanvaardde de verklaring van den bekl., dat
hij niet de bedoeling had gehad om zich met
den vijand te vereenigen.
Rechter Lange wees bij de uitspraak
van het vonnis tegen De Wet op diens
voorname positie als leider van het volk en
verklaarde daarbijZonder u en eenige
anderen, die zich met li verbonden hadden,
zoude er geen sprake zijn geweest van
rebellie."
Aanval op een pantserkruiser.
BERLIJN. Op 20 Juni deed een onzer
onderzeeërs ongeveer 100 zeemijlen ten oos
ten van do Firth of Forth een aanval op
een Engelschen pantserkruiser, naar het
scheen van het „Minotaur"-type. De torpe
do trof. De uitwerking kon echter door den
onderzeeër niet meer worden waargenomen.
De „Lusitania.".
BERLIJN. Do „Berl. Lok. Anz." bevat
de verklaring van den matroos Grahe, thans
woonachtig te Hamburg, over de quaestie
van de bewapening der „Lusïtania", die
Grab© voor de autoriteiten te Hamburg
Genoemde matroos verklaarde zoo beslist
mogelijk, dat de mededeeling van den te
New-York gearresteerden Duifcscken zeeman
Stahl juist, de bewering van de reederij
daarentegen onwaar was.
Grab© beweert herhaaldelijk op de ,Lusi-
tania" en de „Maurétania", die 'beide be
wapend waren, gevaren te hebben. In het
geheel stonden op de „Lusitania" vijf of
zes 12 c.M. kanonnen, die altijd bedekt
waren met zeildoek.
Hij had herhaaldelijk gezien, dat de aan
boord zijnde marine-reservisten geregeld
oefeningen hielden.
Aanval op de „Camerosiia".
LONDEN. De bladen bevatten bet bericht
dat de „Cameronia". van de „Ankerlijn"
te Liverpool Zondag van New-York aange
komen, gedurende de reis werd aangevallen,
door een onderzeeër die, niettegenstaande de
mailstoomer full speed liep, onmogelijk
te ontwijken was. De „Cameronia" trachtte
den onderzeeër te rammende onderzeeër
dook toen onder en werd niet meer gezien.
Vele aanzienlijke Amerikanen die aan
boord waren van de „Cameronia", deden
mededeeling van dit geval aan den Ameri-
kaanschen gezant.
Schip in den grond geboord.
LONDEN. Volgens een Lloyds-tele-
gram uit Fraserburgh (Aberdeenshire,
Schotland) is het Engelsche stoom
schip „Carisbrook" van Montreal naar
Leitk met oen lading tarwe door een
Duitschen onderzeeër in den grond geboord
ter hoogte van Kinnaird Head (voor Fraser
burgh). De bemanning is te Fraserburgh
aangekomen.
Duitsche onderzeeër dwingt Noorweegschen
kapitein voedingsmiddelen in zee te werpen.
LONDEN. Bij zijn aankomst te
Newcastle rapporteerde de kapitein van
het Noorweegsche stoomschip Venus"
dat hij gepraaid was door een Duit
schen onderzeeër en gedwongen om een
groote hoeveelheid van de lading, bestaande
uit voedingsmiddelen, overboord te werpen.
Het schip kon daarna zijn weg vervolgen.
H. Wl. Koningin op inspectie.
H. M. de Koningin heeft Dinsdagochtend
vroeg de residentie wederom voor eenigen
tijd verlaten tot het houden van een mili
tairen inspectietocht.
ZUIO-AFRIKA.
De Wet veroordeeld.
BLOEMFONTEIN. Generaal De Wet is
veroordeeld tot zes jaren gevangenisstraf en
oen boete van tweed uizond pond sterling.
BLOEMFONTEIN. Bij de voortzetting
van het proces tegen generaal De Wet was
de rechtzaal overvol. Rechter Lange, die
presideerde, deelde in een rede, die twee
uren duurde, de uitslraak van 'tHof mede.
Aan 't slot gaf hij te kennen, dat het Hof
liooger beroep van'de Wet op enkele punten
1 zou goedkeuren. Rechter Lange besprak uit
voerig de gebeurtenissen van de rebellie,
wees er op, dat van de meeting te Kopjes,
v/aar tot rebellie werd besloten, generaal
j Do Wirt wist van de regecringsproclamatie
Uit do .Staatscourant".
Bij K. B. zijn benoemd, tot res.-off. v. gez.
Ie kl., de id. 2e kl. J. W. P. Fransen en
H. G. Eudersdorf f, laatstgen. ing.
21 Juni.
Bij K. B. is tijd. benoemd b/d inf., tot
res.-kapt., gep. kapt. der art. H. G, J.
Smits, van bet leger in Ned.-Indië.
Bij K. B. zjjn benoemd tot res.-2e-luit.
bij hun'tegenw. korps, vaandr. H. van Sil'f-
h o u t cn"F. van B e o k, ondorsch. vfh 22e
on 8e reg. inf.
Bij K. B. is benoemd, met bestemming voor
do inf. dér landweer, tot res.-2e-luit., de serg.
in res. H. J. W. J. von Heyden, vfh reg.
grenadiers.
Bij K. B. is F. J. L. Wolt ring, arts.
ing. 26 Juni, benoemd tot off. v. gez. 2de kl.
bij de zeemacht.
Militair verlof wegens oeconomische redenon.
Be Minister van Oorlog heeft do navolgende
aanschrijving tot burgerautoriteiten gericht:
,Jk heb do eer u het navolgende te doen
kennen
Aangezien het aantal verzoeken om verlof,
wogens oeconomischQ redenen, dat het Depar
tement van Oorlog bereikt, nog steeds toe
neemt, en het daarom dringend geboden is een
eenvoudiger werkwijze in de afdoening toe to
passen, zij het mij vergund uw medewerking
to vragen om verzoeken, die door den onmid-
dcllijken militairen chef van den belangheb
bende (betrokkene) door uw tussokonkomst
aan mij worden gericht, wel voorzien van uw
advies aan mij te willen doorzonden.
Hoewel misschien ten overvloede, acht ik
het niettemin mijn plicht u er op te wijzen,
dat nog steeds door velen al to lichtvaardig
eon verzoek om verlof aan mijn Departement
wordt ingezonden, terwijl het ook geen uitzon
dering is, dat een verzoek om_ zoodanig verlof
door een organisatie enz. wordt gesteund.
Beleefd verzoek ik u bij het geven van raad
rekening to willen houden met het beginsel,
dat door hot verloenon van verlof uitsluitend
oen algemeen sociaal of landsbelang ge
diend moet zijn."
Ontheffingen vrijstelling militiedienst.
Ten gevolge van de mobilisatie-oproeping
van 31 Juli 1914 hebben onderscheidene mihtio-
filichtigen, die in het genot waren van vrijstel-
ing van den dienst, zich ondor do wapenen be
geven, Sommigen deden dit -uit vaderlands-