OP ZEE. Binnenland. Legerzaken. ID Km SOSjiD ATBKT COUR A KTT van 'Vx,r|cia.g• QS 3T-u.:rai 1913 Een Duitsche luister-patronille aan 't werk, voor Reims, de Franscbe stad, die in de laatste da^en weer zoo dikwijls beschoten werd. Men kan ook spreken van een sluip-patrouille. Deze manier van patrouilleeren is zeer gevaarlijk, men maakt er vooral 's nachts gebruik van, als de duisternis belet iets van de vijanden te zien, en men door 't gehoor moet gewaar worden, of zij naderen en vanwaar. Maar daarbij moet men zelf zich zoo stil mogelijk, sluipend als 'tware, bewegen, want men kau er op aan, dat men evengoed beluisterd wordt, als men zelf beluistert. Dat men daarbij wel eens op lijken stoot van vrienden of vijanden, blijkt uit ons plaatje. hebben om militaire bewaking verzocht. De aanslag heeft tengevolge gehad, dat de dienstnemingen sterk zijn toegenomen, zoodat zich in de laatste drie dagen meer personen hebben aangemeld dan ooit sedert het uitbreken van den oorlog. FRANKRIJK. Van hei Westelijk Oorlogsterrein. Fransch legerberlcht. PARIJS. Duinkerken is Dinsdagnacht ge- bombardeed door een kanon van verre draagkracht (14 projectielen). Eenige bur gers zijn gedood. De Bolgische troepen vermeesterden ten zuidwesten van St. George een Duitscbe duinloopgraaf, waarbij alle verdedigers of gedood of gevangen gemaakt werden. In den sector ten noorden van Atrecht vielen de Duitschers in den nacht van 21 op 22 dezer, na een heftig bombardement, op verschillende punten aan. Zij werden volkomen teruggeslagen, behalve ten zuid oosten van Souchez, waar zij er in slaagden weder voet te krijgen in loopgraafstukken. In het Labyrinth leden ze zware verliezen. Een Duitsch© tegenaanval in den avond van 21 dezer gericht tegen de door de Franscben veroverde stellingen ten oosten van de hoeve Quennevières werd door het Fransche artillerie- en infanterievuur tot staan ge bracht. De Duitschers maakten gebruik van bommen met verstikkende gassen Aan de hoogten van de Maas in den sec tor van de Tranchée de Colonne, hebben de Franscben, na een vijandelijken tegenaan val te hebben afgeslagen, bun op 21 dezer behaalde winst uitgebreid. Een eerste aan val bracht slechts weinig vooruitgang, maar de tweede daarentegen stelde de Franschen in staat nieuwe loopgraven te vermeesteren ten oosten van die, welke zij Zondag hadden bezet. Deze winst bleef als de voorgaande gehandhaafd. In Lotharingen brachten de Franschen hun stellingen op den heuvel ten oosten van Reillon 300 meter vooruit en bezetten er de glooiingen ten zuidwesten van Remabois. Gemakkelijk werden tegenaanvallen afge slagen van Seintry af ingezet en ten zuid oosten van Parroy. Daarbij werden gevan genen gemaakt. In den Elzas gaan we in onafgobroken gevechten vooruit. Wij wonnen behalve bij Metzeral terrein hij Anlasswasen in de streek van Soudemach en maakten gevan genen en vermeesterden 3 mitrailleurs. PARIJS. Dinsdagochtend zijn weder vijf tien lange-afstandsgranaten op Duinkerken gevallen. Onze zware batterijen concentreer den het vuur op bet Duitscbe kanon. De tegenaanvallen ten noorden van 'Atrecht zijn hedenmorgen gestaakt. Zij ware* niet meer dan een hevig artillerie duel. In den loop van den dag werden de aan vallen der Duitschers op de hoogten langs de Maas, bij Woëvre, Lotharingen, terug- In de Vogezen zetten de Franschen hun opmarsch voort. Duitsch legerberlcht. BERUJN. Op den westelijken kanaal oever, ten N.W. van Dizmuyden, werden vijandelijke aanvallen op drie door ons be zette gohuohten afgslagen. Ten N. van Atrecht hadden Maandag nog slechts artillerie-gevechten plaats. De Fransche infanterie-aanval aan het Labyrinth, ten Z. van Neuville, werd te middernacht afgeslagen. In Champagne, ten W. van Perthes, kon den wij onze stellingen vooruitbrengen na met succes uitgevoerde ontploffingen. Ook bij de Maashoogten duren de gevech ten, onder zwaar artillerievuur, den gehee- Jen dag voort. Dinsdagmorgen te 3 uur gin gen wij tot den aanval over; wij verjoegen uit onze loopgraven de daarin doorgedron gen vijanden, en maakten 130 gevangenen. Een kleine vijandelijke aanval bij Mar- cheville werd afgeslagen. Ten oosten van Lunéville ontwikkelden zich bij Leintry nieuwe voorpostenge vechten, In de Vogesen verplaatteen wij Dinsdag nacht onze posities volgens ons plan en zon der door den vijand te zijn verontrust op den oostelijken oever der Fecht, ten oosten van Sondernacli- Bij Sbilsenfirst leed do vijand bij zijn nieuwe aanvallen weer ernstige verliezen. Onze vliegers wierpen bommen op Cour celles, westelijk van Reims. De door vijandelijke vliegers geworpen bommen op Brugge en Oetende hebben geen militaire schade aangericht^ Frankrijks spoorwegen gedurende den oorlog. De „Hamburger Neueste Nachricliten" onder den titel: „Frankrijk's redding door zijn spoorwegnet" daarover een beschouwing. Het blad doet dit om de bijzondere reden dat overal, ook door Duitsckland's vijanden, de uitnemendheid van Duitechlland's spoorwegwezen steedis-' weer werd geroemd om de Duitscbe strate gische sucessen te verklaren... dus te ver kleinen. Een beschouwing in een Duitsch blad over Frankrijk zou thans natuurlijk op zijde kunnen gelegd worden ware het niet dat het Hamburger blad die weder ontleende aan het Amerikaansche spoorweg tijdschrift „Railway Age". Niemand zal ontkennen dat Duïtschland voornamelijk door zijn spoorwegen den strijd in het westen en oosten zoo goed kan volhouden, zoo schreef de „Railway Age", maar ook de Fransche spoorwegen hebben hun land een grooten dienst bewezen. Be halve in de eerste veertien dagen det mo bilisatie hebben de Franschen zonder dat zich ergens een ernstig bezwaar vertoonde, regelmatig en o-emakkelijk het goederen- en personenverkeer kunnen volhouden. De bezwaren van die taak namen nog toe door de vele troepen-verschuivingen en door de verladingen van krijgebenoodigdheden. Door nieuwe strategische eischen waren die noodzakelijk geworden, want het front breidde zich steeds meer uit tot zelfs 940 kilometer van het Engeïsch Kanaal tot de Zwitsersche grens. Het transport wei-d nóg verzwaard door gebrek aan 6teenkolen en te weinig locomo tieven. Ook het getal spoorwegbeambten ver minderde steeds. Gedurende den kritieken tijd van 1 tot 20 Augustus, werden minstens 1,800.000 soldaten naar bet front getransporteerd, maar de troepen verschuivingen verdriedub belden het getal militaire treinen. Toen zich den 26 Juli de eerste dreigen de lcenteekenen van den oorlog deden ken merken begon eerst de emigratie van toe risten uit Parijs, doch ook de terugkeer der Parijzenaars. Meer dan 500,000 reizi gers keerden naar Parijs terug en 200,000 verlieten die 6tad. In die week waren de treinen verdubbeld, ja verdrievoudigd. Den 31 Juli werd de landweer, die de spoorwegen moest bewa ken, langs de spoorlijn vervoerd, hetgeen de drukte nog vermeerderde. Den volgen den dag werden te 5 uur de spoorwegen voor hetpubliek gesloten en alleen voor de mi litairen gebruikt. De spoorweg-autoriteiten moesten in één nacht do dienstregeling van zes spoorlijnen wijzigen. Dat nieuwe plan werd voor 140 a 160 treinen gemaakt en een station kreeg slechts telegrafisch bericht wanneer daar een trein zou aankomen. Op een dag werden 200,000 van zulke telegrafische meldingen verzon den. Gedurende 20 druklcend-warme dagen rolden 70,000 treinen door Frankrijk. Be halve de troepen-transporten naar de gren zen moesten ook de militairen naar hun regimenten vervoerd worden. En sedert rol den de treinen onafgebroken. Zij brachten millioenen recruten naar het front, of Helpen aan de verplaatsing der hoofd troe pen mede. Niettegenstaande dat alles gaat de personendienst bijna normaal. Ook de dienst. BordeauxParijs voor scheepspassa giers is goed geregeld. Men vindt aan de aanlegplaatsen militair personeel, dat zorgt voor de plaatskaarten en men kan zelfs uit vier treinen kiezen. Om to begrijpen wat de Fransche spoor wegen eigenlijk hebben gedaan dient men te weten, wat het beteekent om een enkel legercorps te vervoeren. Zulk een corps be staat. ongeveer uit 39,000 man, uit kanon nen, paarden, munitie, uitrustingen, karren en luchtschepen.. Om een regiment te ver voeren zij minstons twee treinen van 60 wagens noodig. Dan zijn er nog 100 wagens noodig voor het geschut en voor de verdere regiments-benoodigdheden. Om de artillerie van een legerscorps to vervoeren zijn er 20 treinen noodig. Men heeft 50 goederen wagens alleen voor de kanonnen noodig; dan nog de paarden-wagens enz. Eén cava- lerie-regiment heeft vele treinen noodig. In totaal heeft een legercorps minstens 70 trei nen ieder van 50 wagens noodig. En, de Fransche spoorwegen hebben minstens in twintig dagen 42 legercorpsen moeten vér- voeren! RUSLAND. Van hofi Oostelijk Oorlogsterreïn. Lemberg hernomen, WEENEN. (Officieel.) ons tweede loger Veroverde heden Lemberg na een hevig gevecht. V/HENEN. Naar wij vernemen, heeft keize rWilhelm naar aanleiding van de ^inneming van Lemberg neg Dinsdagavond een telegram va ngolukwensching aan den legerbevelhebber, veldmaarschalk Friedrick, gezonden en hem benoemd tot Pruisisch veldmaarschalk. BERLIJN. (Officieel.) Lemberg is Dins dagmiddag na een hevig gevecht door de Oosten rij ksche troepen genomen. Het Oostenrijksche 34sbo regiment infan terie, welks chef de Duitsche keizer ie, heeft zich bij de bestorming van de versterking Lysagora onderscheiden. Russisch legorberlcht. PETERSBURG. Uit het groote hoofd kwartier wordt gemeld- Bij Schawli is de toestand onveranderd.Op 19 en 20 dezer hadden hevige gevechten plaats aan de rivier de Ringora, waar wij iets vooruit kwamen. Aan het Nareffront beproefdon eenige onbelangrijke Duitsche strijdkrachten, beschermd door aen hevig artillerievuur, tevergeefs een aanval tus- schen de rivieren Omoulof en de Orjits. Links van den Weichsel kwam do vijand den 20sten tot het offensief in afzonder lijke colonnes op het zuidelijk front van de rivier de Pilitsja. Na een kort gevecht werd hij teruggeslagen; wij namen daarbij eenige honderden gevangen. Aan het front bij Tanef vuurde onze artillerie bij tus- scbenpoozen. De aanval van den vijand duurt voort bij Ravaroeska. In den nacht van den 20sten trokken onze troepen zich van de Grodekmeren terug op de stellingen bij Lemberg. Aan den Dn jester vervolgde de vijand, zijn tevergeefsche aan vallen tusschen Mikolajef en Jidatsjef; hij werd teruggeslagen met zware verliezen uit •het dorp Demonka Riesna. Aan het front in Galicië en de Boekowina kwamen wij, niettegenstaande hardnekkige gevechten, in eenige sectoren vooruit. Ner gens slaagde de vijand er in vooruit te komen. De brand van Borysiaf. De oorlogscorrespondent van de „Berli ner Börsen-Courier" in Galicië schrijft: Daarginds branden, lichterlaaie, de napktha-bronnen. Zij branden dag en nacht, sedert zes dagen en zes nachten. Zwart stijgen, reeds wanneer men Droho- byez veriaten heeft, de rookwolken, rook- torens en rookvulkanen op, naar den wolke- loozen hemel. Dicht bij de ongelukkige stad Borysiaf beginnen dan de donkere stoom- kol ossen in de diepte te blinken en te ver blinden: nog steeds schieten de gouden flar den en de gouden wolken uit den grond op, nog steeds loeit de olie. Nooit is op zoo groote schaal brand gesticht als in Borysiaf, waar de Russen op hun terugtocht de naphtha in ba-and staken. Zij stichtten drie dagen lang brand, den 11, 12 en 13 Mei. Drie sotnies Kozakken, die haast met het werk moesten maken, omdat dezelfde Honveds, die zij on voor hen verschrikkelijke wijze hadden loeren kennen bij den Oeszeker-pas, hun op de hielen zaten. De drie sotnies Kozakken, naar Bo rysiaf gecommandeerd om brand te stich ten, namen een halve sotnie Russische dra gonders mede. Deze moesten de nagaika tegen het volk gereed houden^ indien dit zich verzetten zou tegen het vernielen van reservoirs en putten, van .ketels en boorto rens. Maar niemand waagde tegen te spre ken. Het gerucht deed de ronde, dat be halve de petroleumschatten ook Borysiaf zelf in brand gestoken zou worden, zoowel de huizen van de Christenen als van de Jo den. De menschen dachten alleen erover te vluchtn. Maar zij begrepen spoedig, dat ook deze redding onmogelijk was, want alle straten waren uren en dagen lang reeds be zaaid met menschenterugtrekkende Rus sen De Kozakken deden hun werk zorgvul dig, zoolang de vijand nog voor de poorten stond. In een grooten halven cirkel om Bo rysiaf staken zij de petroleumbronnen aan. Hun techniek wa3 zeer eenvoudig. Zij boorden de reservoirs aan, lieten de petro leum uibloopen en wierpen brandende, in petroleum gedrenkte, lappen in de petro- leummeertjes, die voor de reservoirs ont staan waren. Toen zij de „mangaten" ont dekten, namen zij eenvoudig de deksels van deze mangaten weg, zoodat de petroleum rijkelijk uit de ketels vloeide. Enkele der brandstichters werkten al heel onnoozcl. Vijf man liepen naar een petro-leum-meertje, staken lucifers aan: het meer vlamde op. En binnen enkele seconden waren de vijf kozakken verbrand. Hun ka meraden werden na dit voorbeeld voorzich tiger. De rookwolken stegen zwart en zwaar boven de geheel© stad. Zij namen zoo'n omvang aan en waren zoo ondoordringbaar, dat de zon aan den volkomen helderen he mel achter de walm verscholen bleef en de warmte van den zonnedag veranderde in een steeds gevoeliger koude. Verstikkende gassen vulden de straten. Van tijd tot tijd hoorde men een verschrilckelijken knal. Dan vloog er buiten een ketel in de lucht. Iutusschen hadden de kozakken de' stad verlaten om de petroleumbronnen in brand te steken. Zij gingen naar de houten boor torens, die snel opvlamden en waarvan de vallende, brandende stukken terecht kwa men in de bronnen. Dan schoten er onmid dellijk vlammen uit den grond op, twintig, dertig M. hoog. Aan blusschen viel niet te denken. Niet omdat er geen mannen waren, <lie dit wilden doen, maar omdat zulk een brand niet te blusschen is. Eindelijk stonden er ongeveer zestig re- servoirs in brand, waarvan er een paar al leen 16,000 wagens petroleum bevatten. De boortorens waren spoedig weg, maar de twee honderd naphtha-bronnen brandden verder. Na zes dagen en zes nachten bedroeg de schade reeds honderd en tachtig millioen Mk. En steeds gingen er nog voor millioenen in vlammen op. Vele reservoirs, door de Ko zakken over liet hoofd gezien, ontbrandden van zelf door de hitte. In Borysiaf nam met den brand de pa niek-stemming toe. Vrouwen Taapten haar beddegoed bijeen, sleepten bet naar het an dere eind van de stad, dat verder weg lag van de ketels en zochten schreiend een onderkomen. Kinderen gilden om hun moeders. Duizen den honden jankten, hang in. de donkere stad, door de straten. Het was zoo duister geworden., dat men in de huizen 's middags de lampen moest aansteken en dat de men schen op straat fakkels droegen. Er viel regen in den laten namiddag. Maar do regen .was warm en zwart, als de vulkanen, die rondom werktenEn niemand herkende aan de zwarte gezichten zijn beste vrienden. Tegen den avond van den derdien brand- dag zetten -de Kozakken het plotseling op een loop. De schoten van de Honveds dreun den reeds in. de buurt. Zij, die bij vergis- eitng ook vele Fransche en Engelsctho bron nen in Hand gesteleen hadden in plaats van Duitsdie en Oostenrijksche konden al hun werk niet af. En ton slotte dachten zij aan de oigen beurs. Voor dertig roebel, die de ingenieurs Hm gaven, onteagen zij' een bron. En zoo gelukte het nog een vrij groot aantal te redden. Dé Kozakken wilden ook de houten bruggen in Borysiaf vernielen. -D'och voor twintig roebel per brug lieten zij deze ongeschonden. Toen vertrokken de Kozakken, een wilde ■ongeregelde vlucht. Want op de heuvels voor de &tad stonden reeds de achtervolgers, de- Honveds van den Oeszokerpas. ITALIË. Ttalië en Oostenrijk. WEENEN. Bij Plava werden weder eeni ge aanvallen van den -vijand afgeslagen. Een. Italiaansche vlieger wieip zonder succes bommen op Görz. Op alle fronten verschiet de vijand veel -geschut munitie, maar blijft overigens passief. Itallaansch legerbericht. ROME. ïn de omgeving van de Monte Nero ontmoetten onze troepen voor de eerste maal aanzienlijke troe penmachten, waarschijnlijk uit Galicië afkomstig. Hun aanvallen werden afge slagen met groote verliezen hunnerzijds. Wij maakten gevangenen. Bij Plava werden tegen onze posities nachtelijke infanterie aanvallen gedaan, ondersteund door zwaar artillerie vuur en handgranaten, doch zij •werden afgeslagen. Een vijandelijk vliegtuig wierp bommen zonder schade te doen. SERVIË. in het gebombardeerde Belgrado. Stanley Taylor, de bijzondere oorlogscor respondent van de „Daily Chronicle" te Belgrado, schreef van daaruit het vol gende aan zijn blad Wanneer begint het bombardement weer? Wij vragen elkaar dat eiken dag. En men wordt, hoe Oostersch kalm in 't algemeen de Serviërs kunnen zijn, nu en dan bij die vraag wel wat opgewonden. Want Chika Tom (Oom Tom), zooals de Serviërs Sir Thomas Lipton noemen, komt weer hier en 't was juist twee maanden geleden dat, toen die Engelscbman hier was, de stad zoo hevig werd beschoten. Menschen werden ge doodgebouwen beschadigd en een groote vernieling zonder eenige noodzaak veroor zaakt. Zoodra. de Oostenrijkers aan den overkant te Semlin bemerken, dat Chika Tom in Bel grado is bij zijn Servische vrienden, zullen zij wel weer beginnen. Zfio gaat 't bier in 't gebombardeerde Belgrado. Vreemdelingen worden niet meer in de stad toegelaten zonder 6treng onderzoek naar hun doel. Sir Thomas Lipton is nu in Servië even populair als in Amerika, hetgeen veel zegt. Men wil het eerste hospitaal dat de Ser viërs te Semlin zullen oprichten, als zij dat bereiken, doopen het Lipton hospitaal!" Iedereen is er van overtuigd dat dit niet zoo lang moer zal duren... TURKIJE. Aan de Dardanellen. Van Reuter ontvingen wij alsnog een paar bij zond verb oden over de gevechten op G-ahipoli, te Londen per post ontvangen en gedateerd uit Caïro den 8sten Juni De Reuter-oorrespondent beeft o.a. nauw keurig vele officieren die uit de Dardanel- len-geveckten kwamen ondervraagd naar de wreedheden, die door de Turken zouden ge pleegd zijn en de meesten hunner erkennen dat de Turken eerlijk vechten. In verhand met de verklaring va-n een Turksch. officier aan een Australisch offi cier gedurende den wapenstilstand van Ka-ba Tepe op 23 Mei, dat Turken geen on vriendschappelijke gevoelens voor de Eugel- sehen hebben, maar dat zij natuurlijk, als soldaten, te gehoorzamen hadden, kan het volgende staaltje van Turksche welwillend heid dienen Een Turk droeg, onder een hevig vuur, een gewonden Engelscbman uit het gevecht en een andere Turk liet zijn waterflesok hij een gewonden Australiër achter. Een Engelsch soldaat die reeds lang ge wond en zonder voedsel had gelegen, kreeg van een Turksch soldaat een stuk brood. Natuurlijk zijn de Turken niet overal zoo en een paar dagen na den hevigen aanval der Turken op Sari Bair op 19 Mei zond de vijand do navolgende boodschap: „Wij zullen jullie Australisol e duivels morgen allen in de zee sturen". Die boodschap moet ondertusschen nog werkelijkheid worden. De Australische in fanterie bleef vijf weken in de loopgraven. De Turksche verliezon op het schiereiland tot den 22sten Mei worden door de militaire autoriteiten geschat op 55.000, hetgeen nog een lage Bchatting wordt genoemd. Wanneer wij onze zware verliezen in de Krithia-gdvechten op den 3en en 4en Juni berekenen zullen de Turksche verliezen nu wel tot 70.000 gestegen zijn. Vóór de „Triumph" ftonk, heeft hij heel wat vijandelijke versterkingen vernietigd, o. a. bij Kaba Tepe. Vele Engelscke officie ren hebben staaltjes van heldenmoed en tegenwoordigheid van geest gegeven. Ook de soldaten blijken zeer koelbloedig en op gewekt. Britsche troepen worden aan land gezet bij Gaba Tepe, aan de Dardanelles 't Zijn Australiërs, die hier in overvolle sloepen van de transportschepen aan de kust worden gebracht, om tegen de Turken te vechten, welke hardnekkig, voet voor voet, hun grondgebied en den toegang naar hun hoofdstad, Konstantinopel, verde digen. Een typisch gezicht krijgen we hier op een deel der Dardanellen, en men kan er op zien, hoe moeilijk het strijdterrein er is met zijn hoogten en dalen, zijn zware steile rotsen hier en daar, die loodrecht opstijgen uit de zee. Daar komt nog bij het vuur der Turksche forten, en gevaarlijk is de strijd daar wel voor dé deelnemers. _Maar voor het oogenblik is alles rustig hier en er is tijd om eens rustig rond te kij ken. En dan ziet men hoe hevig Servië ge teisterd is. Hier toch is het eens zoo mooie Belgrado de eemge stad van Servië, die eenigszins het karakter van stad draagt. En hoe is nu dat beeld? Behalve de steeds vroolijke „man in the street" ziet alles er even verlaten en stil uit. Vroeger was Belgrado het eenige cen trum van Servië, dat zich kon beroemen op vooruitgang en ontwikkeling. Het was de eenige stad, die rijk genoeg was om er een goede, gezonde waterleiding op na te hou den. En wie Nisj kent weet-, dab die tweede hoofdstad (en „stad" van Servië nog lang niet zoo modern was. Belgrado verschilde daarvan aanzienlijk. Voor eiken Serviër was het een dorado. B e o g r a d, de witte stad, waarop het ontwakende, zich moderniseerende land, zoo trotsch was....' Helaas, hoe is dat veranderd. Het is wel een fout om die hoofdstad zoo aan den drempel van een land, dat zich nog steeds door zijn naburen bedreigd ziet, te leggen. Want de Oostenrijksche vesting Semlin lag steeds zoo dreigend daar, aan de over zijde van de Donau. De beste en mooiste gebouwen van Bel grado zijn nu ruïnes. Het koninklijk paleis, het kostbare museum, de universiteit met resultaten van een halve eeuw wetenschap pelijk onderzoek, zijn zwaar beschadigd. Het ergste is, dat eon vierde van de be woners, het gegoede deel, de stad verlaten heeft. In de hoofdstraten zijn allo winkels dicht. Er is gebrek aan licht. Ook aan sui ker. Sigaretten zijn niet meer te krijgen, daar de mooie, groote regie-fabrieken ver nield werden. De electrisclie trams rijden niet meer, daar de lijnen vernield zijn. „Wanneer wij Serviërs bet winnen - zooals wij vast voornemens zijn zeide Passitsj mij te Niss, dan moeten wij met alles weer opnieuw beginnen. Onze landbouw 6taat Gt.il. Het Servische prachtvee is dood. Wij kunnen Engeland en Amerika niet dankbaar genoeg zijn voor hun hulp om onze landbouwers nog zooveel mogelijk te steunen met geld en werktui- gen Iedereen is even zuinig. Koning Peter geeft 't voorbeeld. Pasjitsj zelf ook. Fami lies die nooit anders dan comfort kenden en vele dienstbaren bielden, moeten nu eiken ochtend de karigo voedingsmiddelen voor den gekeelen dag zelf gereed maken. De armsten krijgen drie stuivers per dag van liet stadsbestuur. Duizenden vrouwen en kinderen verhongeren^ Van ©en Australisch soldaat werd de voet verpletterd door een granaatscherf. Juist naderde generaal Godley. „Generaal!" riep de gewonde. Godley keek naar hem. „Generaal! Hier ziet u mij nu als een mooi exemplaar Kangoeroe!" zeide de sol daat, glimlachend niettegenstaande zijn wond. Een ander, ook een Australiër, beklaag de zich, dat, toen hij gewond was in zijn arm, de dokter hem een mouw van zijn jas afnam; daarna werd hij getroffen in de zijde en de dokter nam hem zijn buis weg. Later werd bij in zijn been getroffen, en moest zijn broek missen en zoo zou er niets meer van zijn mooie uniform overblijven! LONDEN. Hot rapport van bet hoofd kwartier in de Dardanellen luidt: Iu den avond van 19 Juni vuurden de Turken 450 ontplofbare granaten op ons linker-centrum en verzamelden zich tot den aanval, welke echter niet werd uitgevoerd. Bij een volgenden aanval golulcte het hun vasten voet te krijgen in onzen saillant, waaruit zij ten slotte echter werden ver dreven. Het aantal dooden aan Turksche zijden wordt op bijna duizend geschat. Een Italiaansche vloot naar de Dardanellen. Aan de „Voss. Zeitung" wordt uit Genève bericht: Volgens een telegram uit Rome is de actieve deelneming van Italië aan. do actie in de Dlardanellen thans een feit geworden. Versoheiden Italiaansche kruisers en kleinere bodems hebben Tarente verlaten en zijn naar Tenedos vertrokken. Het eskader moet zich daar bij de Engelscke en Fransche vloot aansluiten. in zake Marifcz. Richter Lange verklaarde de beschuldiging tegen de regeeringstroepen geuit, dat ze wel eens verraderlijk zijn opge treden tijdens de rebellie, volkomen onge grond. Na de uitspraak verkla arde de verde diger van De Wet, dat deze wenscht mede te deelen, dat hij handelde zooals hij deed met diepe godsdienstige overtuiging. Dq beide punten waarop De Wet niet schuldig is bevonden, zijn de vernieling van een telegraafkantoor en de poging om zich met de Duitschers te yereenigen. Het Hof aanvaardde de verklaring van den bekl., dat hij niet de bedoeling had gehad om zich met den vijand te vereenigen. Rechter Lange wees bij de uitspraak van het vonnis tegen De Wet op diens voorname positie als leider van het volk en verklaarde daarbijZonder u en eenige anderen, die zich met li verbonden hadden, zoude er geen sprake zijn geweest van rebellie." Aanval op een pantserkruiser. BERLIJN. Op 20 Juni deed een onzer onderzeeërs ongeveer 100 zeemijlen ten oos ten van do Firth of Forth een aanval op een Engelschen pantserkruiser, naar het scheen van het „Minotaur"-type. De torpe do trof. De uitwerking kon echter door den onderzeeër niet meer worden waargenomen. De „Lusitania.". BERLIJN. Do „Berl. Lok. Anz." bevat de verklaring van den matroos Grahe, thans woonachtig te Hamburg, over de quaestie van de bewapening der „Lusïtania", die Grab© voor de autoriteiten te Hamburg Genoemde matroos verklaarde zoo beslist mogelijk, dat de mededeeling van den te New-York gearresteerden Duifcscken zeeman Stahl juist, de bewering van de reederij daarentegen onwaar was. Grab© beweert herhaaldelijk op de ,Lusi- tania" en de „Maurétania", die 'beide be wapend waren, gevaren te hebben. In het geheel stonden op de „Lusitania" vijf of zes 12 c.M. kanonnen, die altijd bedekt waren met zeildoek. Hij had herhaaldelijk gezien, dat de aan boord zijnde marine-reservisten geregeld oefeningen hielden. Aanval op de „Camerosiia". LONDEN. De bladen bevatten bet bericht dat de „Cameronia". van de „Ankerlijn" te Liverpool Zondag van New-York aange komen, gedurende de reis werd aangevallen, door een onderzeeër die, niettegenstaande de mailstoomer full speed liep, onmogelijk te ontwijken was. De „Cameronia" trachtte den onderzeeër te rammende onderzeeër dook toen onder en werd niet meer gezien. Vele aanzienlijke Amerikanen die aan boord waren van de „Cameronia", deden mededeeling van dit geval aan den Ameri- kaanschen gezant. Schip in den grond geboord. LONDEN. Volgens een Lloyds-tele- gram uit Fraserburgh (Aberdeenshire, Schotland) is het Engelsche stoom schip „Carisbrook" van Montreal naar Leitk met oen lading tarwe door een Duitschen onderzeeër in den grond geboord ter hoogte van Kinnaird Head (voor Fraser burgh). De bemanning is te Fraserburgh aangekomen. Duitsche onderzeeër dwingt Noorweegschen kapitein voedingsmiddelen in zee te werpen. LONDEN. Bij zijn aankomst te Newcastle rapporteerde de kapitein van het Noorweegsche stoomschip Venus" dat hij gepraaid was door een Duit schen onderzeeër en gedwongen om een groote hoeveelheid van de lading, bestaande uit voedingsmiddelen, overboord te werpen. Het schip kon daarna zijn weg vervolgen. H. Wl. Koningin op inspectie. H. M. de Koningin heeft Dinsdagochtend vroeg de residentie wederom voor eenigen tijd verlaten tot het houden van een mili tairen inspectietocht. ZUIO-AFRIKA. De Wet veroordeeld. BLOEMFONTEIN. Generaal De Wet is veroordeeld tot zes jaren gevangenisstraf en oen boete van tweed uizond pond sterling. BLOEMFONTEIN. Bij de voortzetting van het proces tegen generaal De Wet was de rechtzaal overvol. Rechter Lange, die presideerde, deelde in een rede, die twee uren duurde, de uitslraak van 'tHof mede. Aan 't slot gaf hij te kennen, dat het Hof liooger beroep van'de Wet op enkele punten 1 zou goedkeuren. Rechter Lange besprak uit voerig de gebeurtenissen van de rebellie, wees er op, dat van de meeting te Kopjes, v/aar tot rebellie werd besloten, generaal j Do Wirt wist van de regecringsproclamatie Uit do .Staatscourant". Bij K. B. zijn benoemd, tot res.-off. v. gez. Ie kl., de id. 2e kl. J. W. P. Fransen en H. G. Eudersdorf f, laatstgen. ing. 21 Juni. Bij K. B. is tijd. benoemd b/d inf., tot res.-kapt., gep. kapt. der art. H. G, J. Smits, van bet leger in Ned.-Indië. Bij K. B. zjjn benoemd tot res.-2e-luit. bij hun'tegenw. korps, vaandr. H. van Sil'f- h o u t cn"F. van B e o k, ondorsch. vfh 22e on 8e reg. inf. Bij K. B. is benoemd, met bestemming voor do inf. dér landweer, tot res.-2e-luit., de serg. in res. H. J. W. J. von Heyden, vfh reg. grenadiers. Bij K. B. is F. J. L. Wolt ring, arts. ing. 26 Juni, benoemd tot off. v. gez. 2de kl. bij de zeemacht. Militair verlof wegens oeconomische redenon. Be Minister van Oorlog heeft do navolgende aanschrijving tot burgerautoriteiten gericht: ,Jk heb do eer u het navolgende te doen kennen Aangezien het aantal verzoeken om verlof, wogens oeconomischQ redenen, dat het Depar tement van Oorlog bereikt, nog steeds toe neemt, en het daarom dringend geboden is een eenvoudiger werkwijze in de afdoening toe to passen, zij het mij vergund uw medewerking to vragen om verzoeken, die door den onmid- dcllijken militairen chef van den belangheb bende (betrokkene) door uw tussokonkomst aan mij worden gericht, wel voorzien van uw advies aan mij te willen doorzonden. Hoewel misschien ten overvloede, acht ik het niettemin mijn plicht u er op te wijzen, dat nog steeds door velen al to lichtvaardig eon verzoek om verlof aan mijn Departement wordt ingezonden, terwijl het ook geen uitzon dering is, dat een verzoek om_ zoodanig verlof door een organisatie enz. wordt gesteund. Beleefd verzoek ik u bij het geven van raad rekening to willen houden met het beginsel, dat door hot verloenon van verlof uitsluitend oen algemeen sociaal of landsbelang ge diend moet zijn." Ontheffingen vrijstelling militiedienst. Ten gevolge van de mobilisatie-oproeping van 31 Juli 1914 hebben onderscheidene mihtio- filichtigen, die in het genot waren van vrijstel- ing van den dienst, zich ondor do wapenen be geven, Sommigen deden dit -uit vaderlands-

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2