Woensdaq 23 Juni 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
No. 133.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Vader en Zoon.
Oplaag 45,000 exemplaren.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z.496S. DIT BLAD VERSCHIJNT DBIEMAAE PER
WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NEET-MILITAI
REN 8 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor AdvertectiCn wend»! men zich tot het AJg. Advertentie-Bureau ROCMA&Co,
Heeren gracht 220 Amsterdam, tot de Brekkery „Jacob van Cam pen" N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Pa!'.-strinastraat 10
Amsterdam. Prijs der AdvertentiCn per regel 80 cent B(j abonnement reductie
Het Noordoostelijk Oorlogsterrein.
hnrrF^553^r
We hebben
lang gesproken
van een Weste
lijk en Oostelijk
oorlogsterrein, er
zijn er nu een
paar bijgekomen:
het Italiaansche
en... een Noord
oostelijk oorlogs
terrein. Daarvan
geven we hier
een kaartje; het
omvat een ge
deelte van Polen
en de streek in
Rusland ten Oos
ten van Oostelijk
Pruisen en de
Oostzee, Koer
land vooral. Want
daar zijn de Duit-
schers ook door
gedrongen, zoo
als men weet,
wij hebben gele
zen van de ge
vechten bij
Schawli en de
bezetting van
de Russische
haven Libau en
de bedreiging
van Riga. Deze
namen en vele
andere, den laat-
sten tijd ge
noemd, vinden
we op ons
kaartje.
Geen audiëntie.
Blijkens bericht in de „Staatscourant"
wordt Donderdag a.s. door den Minister van
Oorlog geen audiëntie verleend.
3c toestand in den
De eigenaaraige situatie in aen geweldi
gen strijd, zooais zij in de laatste weken
was, blijft nog steeds bestaanwij bedoelen,
dat de Duitschers steeds vooruit rukken op
het Oostelijk oorlogsterrein, en dat de ge
allieerden daarentegen eenige voor dec icn
behalen in het Westen. Eenige, zeggen we,
en kleine kunnen we er gerust bijvoegen.
Wat in België, in Noord-Prankrijk gebeurt,
is in geen vergelijking te brengen met de
voorvallen in Galicië en Polen. Maar 't
zijn tooh voordeelen, vorderingen op een
front, dat onwrikbaar, onaantastbaar leek,
waarin over maanden en maanden geen de
minste verandering was gekomen. Thans
rukken de geallieerden vooruit, zij het ook
bij motors gerekend, ten zuiden van
Atrecht vooral, en winnen zij veld in den
Elzas. Want ook hier spannen de Pranschen
blijkbaar krachtige pogingen in om vooruit
te komen en zij zijn er niet onfortuinlijk- Zij
komen vooruit, in den Opper-Elzas o.a.,
en hebben daar een voorstad van Metzeral
bezet, welke laatste plaats daarop door de
Duitschers in brand werd geschoteneen
later bericht meldde zelfs, dat de Franschen
Metzeral hadden omsingeld.
Eenige vergoeding mogen den geallieerden
deze voordeelen in het Westen geven, ze
wegen niet op tegen de nederlagen, die maar
steeds de Russen lijden in het Oosten. Ze
geven niet gemakkelijk kamp en heftig en
hardnekkig is hun tegenstand de Duiteche
berichten spreken telkens van bloedige ge
vechten en vele verliezen, maar de Russen
gaan toch steeds weer achteruit, laat staan,
dat ze iets van het verloren ter
rein herwinnen. Steeds dichter komen
de Duitschers bij Lemberg en de
kans is groot, dat deze hoofdstad
van Galicië ook weldra in handen der Duit
schers en Oostenrijkers zal vallen. Doch niet
alleen in Galicië woedt de strijd, hij leeft
ook weer op in Polen, en de Duitschers ma
ken zioh daar en in Koerland blijkbaar ge
reed voor nieuwe aanvallen. Het is de vraag
of de Russen daaraan kunnen weerstaan.
Naar het Engelsch
(Slot.)
Het antwoord van Mr. Seaton hierop was
iets, dat naar ee>n gemompel en naar een
zucht zweemde.
„Vader, weiger het mij niet! Ge moet
hem hier laten komen, opdat ik hem nog
eens moge zien, als hij kan gevonden wor
den. Ik verg niet van u, dat ge u nu met
hem zult verzoenen; dat zal misschien later
gebeuren, ja, ik twijfel er niet aan, of
dit zal gebeuren. Ik moet Robert zien: ik
zou andere niet in vrede kunnen sterven.
Bedenk het wel, vader! dat ik de hoop niet
kan voeden om in den hemel te komen, als
ik mii niet met mijn broeder verzoend heb."
„Ik wist niet, dat jij vijandig ten opzichte
van hem gezind waart," hernam mr. Sea
ton.
„Maar ik heb zwijgend partij tegen hem
gekozen, alsof ik dit was. en ik heb geen
poging aangewend om zijn verblijf op te
sporen."
„Hij was altijd een eigenzinnig, stijf
hoofdig..."
De klokken der naburige kerk lieten hare
Aan manschappen, aan menschenmateriaal
ontbreekt het hun legers niet, maar hun or
ganisatie is niet goed, er zijn geen kanon
nen, geen munitie vooral in voldoende mate.
Het gevolg daarvan is, dat de Russische
troepen niet dien weerstand kunnen bieden,
die noodig is voor dit opdringen der Duit
schers en Oostenrijkers, hoe dapper zij strij
den, hoe taai en volhardend ze zich toonen.
Maar ontmoedigd door deze neerlagen
tconen zich noch de geallieerden, noch de
Russen zelf.'Wat doet het er toe, zeggen de
laatsten, of wij terug moeten V ij doen dat
liever niet, maar ons grootste doel en stre
ven moet toch zijn om zooveel mogelijk
Duitschers te dooden. Zoo redeneeren de
Engelschen ook: als wij, de geallieerden,
maar eiken dag 10,000 Duitschers dooden,
vervullen wij onze taak en komen wij tot
een overwinning. Goed, maar vergeten de
Russen en Engelschen dan dat ook hun
zonen bij duizenden elkan dag omkomen?
De verliezen van het Engelscho leger wor
den nu al gerekend op meer dan tweemaal
honderdduizend dooden en gewonden. En
het leger der Engelschen is in dezen reuzen
strijd "zeker verreweg het kleinste der grooto
mogendhedenMaar uit deze betveringen,
uit het verlangen om al maar meer munitie
aan te maken, moet men opmaken, dat die
partij den oorlog zal winnen, die de meeste
tegenstanders weet te dooden.
Van de andere terreinen weinig nieuws.
De Italianen rukken in de z.g. kustprovin
ciën op, den kant naar Triest. Oostenrijk en
Italië bestoken elkaar nu eens met vliegers,
dan weer met oorlogsschepen. Nu verscheen
er weer een Oosfcenrijksch flotieljo voor de
Oostkust van Italië bij Fano en boorde daar
o. a. eon Italiaansch pantserschip in den
grond.
ENGELAND.
Langs het Engelsche front.
Gisteren heb ik overnacht in hefc bosch van
Xieppe, zoo begint een correspondent
een brief gedateerd 11 Juni. Nieppe
is een plaatojo van pl.m. 5500 inwoners,
dat bestaat behalve van den landbouw,
van potasch- en azijnf abrieken. Do in
dustrie vindt hier als op andero plaatsen in
Frankrijk nog ma'ar weinig stoornis. Twee
derde der arbeidskrachten zijn aan 't werk.
waarvan nog ruim 1/3 uit vrouwen bestaat.
De stilte in het bosch deed weldadig aam,
na zooveel dagen van krijgsrumoer. Wel is
waar hoorde men nog hot artillerie-duel, doch
alles leek nu vor af te gebeuren. Toch had
het bosch ook een bestemming gekregen in ver
band met don oorlog. Ik zag er talrijke vlieg
machines. er waren militaire kampen en hos
pitalen. Verschillende schilderachtige landhui-
vroolijke tenen hooren en deden de woor
den op de lippen van den grijsaard be
sterven.
„Vrede op aarde, in nienschen een wel
behagen!" mompelde Charles Seaton, ter
wijl zij naar het klokkenspel luisterden.
„Beste vader! Ik weet, dat ge mijn ver
zoek niet zult weigeren. Op een volgenden
Kerstavond, wanneer deze klokken zich we
der doen hooren, zal ik niet meer hier zijn.
„Ik moet je zeggen, dat ik niet weet,
waar hij naar toegegaan of wat er van hem
geworden is," zeide Mr. Seaton mokkend,
toen do klokken zwegen en hare echo's weg
gestorven waren.
„De zal vóór dien tijd gestorven zijn,"'
hernam Charles, alsof hij wilde voortzet
ten, wat hij het laatst gezegd had. „Vader,
dan zult go u misschien weder in het bezit
ar. Robert verheugen."
Mr. Seaton deed bij deze woorden een
gemompel hooren. Hij zich in het bozit van
Robert verheugenHet zou nog waarschijn
lijker zijn, dat de wereld in brand raakte,
dan dat dat ooit zou gebeuren.
„Ik zeg, dat ik niet weet, hoe ik hem zal
vinden of waar ik hem moet zoeken. Zoo'n
schavuit als hij is. Charles! Hij kun wel
naar Bofcany-Bay zijn.'i
zen waren van bestemming veranderd. Do
Engelschen hadden goed van do omstandighe
den partij weten te trekken; bij de villa's
waren annexen gebouwd, waarin honderd en
meer herstellende gewonden verblijf vonden.
Hot bosch is verscheidene kilometers laDg en
breed. Aan den noorderzoom waren overal
sterke stellingen. Het vorige jaar heeft liet
een oogenbiik gevaar geloopen. Doch de Duit-
scho opmarsch is juist te Armentières tot staan
gebracht. Nu is 't buiten gevaar. De buitenste
rand ligt nog meer dan twintig kilometer
achter de frontlijn der Engelschen. Anders
kon ik er zoo uitvoerig niet over schrijven. Te
midden van de Tommies kon ik nu den nacht
doorbrengen, in een der vele herstellingsoor
den te La Motte. Eerst heb ik het gebouw
kunnen bezichtigen. Alles zag er frisch c-n
practiscii uit. Met pijnlijke zorg was tot in
kleinigheden voor het gemak der pat ionten
zorg godragen. Inderdaad zorgen de Engelschen
uitmuntend voor hun gewonden. Ook eenige
patiënten van do stikgasaanvallen trof ik
hier. Ze waren het gevaar te boven, doch zou
den niet bruikbaar wezen voor het leger. Men
had ze evenwel hier gehouden, omdat ze, goed
administratief onderlegd, verzocht hadden,
zoodia mogelijk hun diensten aan de leger-
administratie te mogen wijden. Zeer belang
rijke gevallen van kogelw ouden zag ik. Zoo
een jongö man, die een kogel in de rechter-
iong had gekregen. De kogel had do wonde
in den rug verlaten, doch het jonge mensch
had, na eenige weken tusschen leven en dood
gezweefd te hebben, het leven er af gebracht,
t Was voor dien een stevige knaap geweest,
en zijn onthouderschap had volgens den genees
heer ook een vurig anti-alcoholist veel
tot behoud van zijn leven bijgedragen. Dan
lagen hier twee Tommies nevens elkander, die-
pas enkele weken geleden in het hospitaal
waren gekomen. De een was gewond worden,
en kon slechts door overtapping van bloed
behouden blijven. Zijn kameraad had verzocht
in aanmerking te komen om zijn makker to
mogen bijstaan. Nu lagen de beide herstellen
den naast elkander. Hun lievelingsontspan
ning bestond in dammen en schaken.
Den volgenden morgen om 5 uur reeds bul
derde boven het vogelconcert uit, fel het
kanon. Na een haastig ontbijt ging ik met een
geleider op weg. Toen we eenige kilometers
buiten het bosch waren met de kleine auto,
«tapten we uit. Na drie kwartier loopen tus
schen allerlei troepen, infanterie, aatillerie,
en andore kwamen we aan de loopgraven-
linies. Ik telde vijf loopgravenlinies op afstan
den van pl.m. 200 meter elk. De breedte was,
roorzoover ik kon zien, honderden meters. Ze
waren zoo diep, dat men, er rechtop in staan
de, voor den buitenstaander volstrekt onzicht
baar was. Op verschillende plaatsen waren de
'loopgraven breeder en trapsgewijze uitgegra
ven, en met zijgangen verbonden. Honderden
en honderden soldaten lagen en stonden er in.
Doch boe meer men naar voren kwam, hoe
dunner' de loopgraven bezet waren, en hoe
«maller en bedekter ze waren. Het terrein
ging hier glooiend op, met hier en daar heu
vels van beduidende hoogten er tusschen. Op
die heuvels waren de artillerie-stellingen en
do mitrailleurs.
Elké kleinere hoogte was gebruikt om er een
»f meer machine-geweren op te planton. Op
eens hoorde ik een onheilspellend gefluit. Mijn
begeleider merkto op dat we nu tusschen de
artillerie der beide stellingen in stondon. Toch
glimlachte hij. Gevaar is er niet. Ze moeten
ons niet hebben, 't Was maar gemunt op
elkanders batterijen. Maar nu 't concert een
maal was begonnen, kon ik niet al te lang blij
ven, want er zou nu wel spoedig een storm
loop plaats vinden. Ik deed dus beter met hom
links af to slaan en wat meer naar achter de
dingen die komen zouden af te wachten. Twee
volle uren zat ik nu in afwachting van wat ge
beuren zou. En ja, tegen half tien in den mor
gen kwamen ze eindelijk af. Twee bataljons
(Wurtemburgers noemde mijn mentor ze)
kwamen op een vooruitgeschoven stuk loopgraaf 1
af. Doch ?e werden zoo warm ontvangen, dat
J van hen reeds halverwege terugtuimelde. Als
door onzichtbare vuisten in de borst getroffen
tuimelden ze achterover. Toch kwameu de an
deren weer meer naar voren, doch het vuur
werd feller, en nog weer verloren ze een deel
van hun mannen. Blijkbaar was 't hun bedoe
ling die vooruitgeschoven stelling, die maar
300 meter van hun linie af was, te vermeeste
ren. Doch hoe gering die afstand ook is, hem
afleggen in looppas, onder het vuur der mitrail
leurs en machine-geweren, is doodelijk. Die
dingen werpen in korten tijd zulk een gewel
digen voorraad kogels, dat 'fc hopeloos is er
tegen in te gaan. Slechts met veldgeschut zijn
zo te vernietigen, 't Schijnt echter dat men
gaat beproeven zich tegen de mitrailleur te
beschermen. Althans zoo moet ik 't verklaren,
dat ik sommige Duitschers kleine stalen schil
den zich voor de borst zag houden. Ongeveer
40 centimeter breed bij 30 centimeter hoog wa
ren ze. Of ze inderdaad op zoo'n korten af
stand de mitrailleur-patroon opvangen, weet ik
niet; wellicht was 't een proef. Daar de bestor
ming niet werd voortgezet, en het volgens de
Engelschen slechts begonnen was om hen uit to,
lokkon. kon ik geen gevangenen zien maken
met die schilden, 't Was trouwens de eerste
maal dat ze hier werden gezien.
Do Engelschen gaven er op 't moment do
„"Wij kunnen eene advertentie plaatsen,"
zeide kapitein Seaton. „Goddank!" dacht
hij. „Het zal alles nog wel te recht komen!"
Robert Seaton ging naar huis met zeven
shillings en negen en een halven penny. Zijn
zingen was goed betaald en, zooals wij
boven reeds gezegd hebben de harten
ontsluiten zich op Kersttijd lichtelijk. Hij
bracht één shilling in geld en eetwaren,
dio het overige vertegenwoordigden, thuis.
Maar de volgende week kwamen de zor
gen weder. Des Woensdags, toen zijn hoofd
en zijn hart op nieuw van pijnlijke gedach
ten vervuld waren, liet iemand hem een ad
vertentie in de „Times" zien.
„Robert Seaton! Kapitein Charles
Seaton, die uit Indië in het vaderland te
ruggekomen en ernstig ziek is, wensebt zijn
broeder Robert-, wiens tegenwoordig adre3
hem niet bekend is, te zien en te spreken.
Laat er geen tijd verloren gaan."
En Robert liet geen tijd verloren gaan.
Het adres van den kapitein was bij de ad
vertentie gevoegd, en bij snelde naar de
aangewezene woning toe.
Hoe groet was zijn verwondering echter!
Dio woning was juist bet buis, waarvoor
hij met- zingen begonnen was, waar men hem
voorkeur aan in hun posities to blijven. Do
Duitschers namen onder het vuur do gewonden
mee. Later haalden de Roode Kruis-soldaten
der Duitschors do dooden weg en zweeg de mi
trailleur. Zulke korte wapenstilstanden schij
nen als bij onderling overleg geregeld gehou
den te worden.
Wij gingen nu verder. Doch wij waren nog
maar even van do tweede loopgravenlinio of
er barstte een granaat een twintigtal meter
van ons af. Mijn begeleider tastte plotseling
naar zijn voet. 't Bleek dat een stuk ijzer in
zijn schoen was gedrongen, on zijn Toet ge
kneusd had. Hinkende werd hij weggeleid. Zelf
voelde ik me minder op mijn gemak. Ik was 't
/nog juist ontkomen, behalve dan ©en klein
stukje dat me een gat in mijn veldflesch van
aluminium had geslagen. Nu was 't natuurlijk
voor vandaag uit met kijken in do loopgraaf
Men achtte zich niet.verantwoord als mij iets
overkwam. Ik ging dus maar mee met mijn be-
jgeleider. Na onderzoek bleek hij er nogal ge
nadig af te zijn gekomen. Slechts ec-n paar
dagen zou hij rust moeten houden. De harde
soldatenschoen had hem behoed voor erger.
Verpleging van gewonden in de open lucht.
In Manchester is in de tuinen van het
Victoria Red Cross Hospital een open barak
gebouwd, waarin gewonden worden ver
pleegd.
Deze barak bestaat uit een bouten pavil
joen, dat onder de boomen is opgetrokken.
Eéne zijde is geheel open, doch kan met een
soort rolluiken afgesloten worden, wanneer
dit bij regenachtig weer gewenscht blijkt.
In het dak zijn vent-ilatie-roosters aange
bracht, zoodat „gebrek aan frissche lucht"
wel het minste bezwaar is, waarmee men
te kampen zal kunnen hebben.
Professor Thorbura, op wiens voorstel de
barak is gebouwd, deelde bij de opening
daarvan mede, dat het hier een proefne
ming geldt. Bij vorige oorlogen zou nl. zijn
gebleken, dat gewonden, die wegens plaate
gebrek niet in de hospitalen konden worden
opgenomen en dus in de open lucht werden
verpleegd, veel beter en vlugger genazen
dan andere die in gebouwen hadden plaat3
gevonden. Dikwijls genazen zulke gewon
den, die door de doctoren als hopeloos wer
den beschouwd, wonderbaarlijk Bnel.
Iedereen weet tegenwoordig wel, zegt de
„Manch. Guardian", waaraan wij dit be
richt ontleenen, dat de openlucht-behande
ling bij infectie-ziekten, bijv. bij tubercu
lose, dikwijls de meest doeltreffende is.
„Minder bekend is echter", volgens
prof. Thorburn, „welke gunstige resultaten
verkregen worden bij openlucht-behandeling
van gewonden, vergeleken bij behandeling
binnenshuis. Wanneer een man gewond is,
dan stuurt men hem niet naar Engeland
ter behandeling van zijn wonden. Die wor
den zoo spoedig mogelijk behandeld, zoo
dicht mogelijk bij het front. Daarheen wordt
hij alleen gezonden als zijn wonden geïnfec
teerd zijn of als zijn zenuwgestel geschokt is.
Voor de behandeling van infectie aan won
den bestaat er geen beter middel dan wat
Charles Kingsley „God's zuurstof" noem
de. Als het zenuwgestel echter geschokt is,
hetzij ten gevolge van verwondingen, hetzij
door de geweldig© inspanning in den strijd,
dan is het meest geschikte middel het ge
zicht op de vrije natuur en niet dat op vier
muren".
Zware straffen.
Tegen beide firmanten van de firma Wil
liam Jacks Co. te Glasgow, die, zooals
wij dezer dagen mededeelden, beschuldigd
werden van „handeldrijven met den
vijand", is door de jury het „schuldig" uit-
Ónder aanneming van verzachtende om
standigheden veroordeelde de rechter hen
tot 6 maanden gevangenisstraf ©n boven
dien tot een boete van 2000 p.st. ieder, sub
sidiair 6 maanden gevangenisstraf.
Rapport van French.
LONDEN. Ten noorden van Hoog© be
zetten wij 200 yards Duitsche loopgraven.
In den loop dezer week namen wij 215
man gevangen én maakten wij dri© machine
geweren en een gevulden gas-cylinder buit.
Wij lieten een aantal mijnen springen ten
noordoosten van Armentières en vernielden
daardoor een gedeelte van de loopgraven
des vijands, waarna wij den vluchtenden
Duitschers nog verliezen toebrachten door
ons geweer- en geschutvuur.
Onz© aviateurs hebben met succes bom
men geworpen op de electrische centrale te
La Bassée.
een shilling had laten geven. En hij, die
daar op de 9ofa gelegen had, moest zijn
broeder geweest zijn! Hij lag daar nu ook,
maar ochhoe wa3 zijn gelaat veranderd
en vermagerd en vervallenOok het zijne
was vervallen. Zij kenden elkaar ternauwer
nood meer.
„Charles!"
„Robert!"
Met dien uitroep -vielen zij elkander om
den bals. De oude Mr. Seaton, die dit too-
neel door een reet der deur, die op een kier
stond, gadesloeg, mompelde bij zich zelf,
dat Charles een gek was, maar verwonderde
zich toch, dat hij zijne oogen moest af
vegen.
Behoeven wij nog vele woorden hierbij te
voegen? Er bad eene verzoening plaats, en
de rampen van Robert Seaton waren ten
einde. Met de uiterste moeite, zoo scheen
het. althans. was mr. Seaton tot de over
tuiging te brengen, dat Robert ten opzichte
van dat geld een goede in plaats van eene
kwade bedoeling gehad had, en te bewegen
om het verleden© te vergeven.
,,Ik zal je je dagen niet in ledigheid
laten doorbrengen, Robertzeide hij,
„maar je in de gelegenheid stellen om zelf
ie brood te verdienen. De oude Rouse is
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogsterrein.
Aan het Engelscho front In Frankrijk.
Van Reuter ontvingen we een te Lon
den per post ontvangen verslag afkomstig
van het Engelsche front in Frankrijk. Wij
ontleenen er het volgende aan:
Do stilte die heorscht© langs de geheele
Engelsche linie sedert do afgeloopeu veer
tien dagen, is verbroken door twee Engel
sche offensieve bewegingen op twee punten
van on3 front, nl. bij Fesfcubert en bij Hoo-
ge. Een aanval, die werd voorafgegaan, als
gewoonlijk, door eeu artilleriebeschieting
van de vijandelijke loopgraven die hier en
daar werden verwoest, opende de actie in
den Festubertsector gisteravond (15 Juni)
juist vóór donker.
Na de beschieting trok onze infanterie
vooruit en won terrein in de vijandelijke
eerste loopgravenreeks en in een gedeelte
van de tweede reeks.
Die positie werd echter later onhoudbaar
en onze mannen weken terug, hoewel hier
en daar wat gewonnen was werd behou
den, niettegenstaande de krachtige Duit
sche tegenaanvallen. Er was hier en daar
een wanhopig gevecht gedurende deze ge
heele actie. Onze artillerie was in 't bijzon
der druk bezig om den weg schoon te vegen
voor onzen infanterieaanval.
Onze mannen gedroegen zich als gewoon
lijk zeer moedig. Er was nergens een wei
feling merkbaar langs de linie en de alge-
meene wensch was orn den vijand zoo dicht
mogelijk te naderen.
Toen het bevel tot chargeeren kwam ging
eiken soldaat voorwaarts met een onweer
staanbaar élan, allen schoten hunne gewe
ren af en gingen den vijand met de bajonet
te lijf. Na een tusschenpauze van eenige
uren werd het gevecht in den namiddag
voortgezet. Ik zag vandaag het toonecl van
den strijd bij Festubert. Het eigenlijk ge
vecht was op dat oogenbiik verminderd en
't geleek er ruefc op, of het spoedig weer zou
beginnen. Er was weinig leven; nu en dan
een wolk rook als er ergens nog een granaat
sprong.
Op den terugtocht van het front ont
moette ik eenige Roode-Kruis-auto's, maar
alle patiënten leken mij licht verwond.
Bij Hooge werd meer vooruitgang ge
maakt.
De aanval op dat punt, dat reeds het
tooneel van zooveel hardnekkige gevechten
was, begon tegen den avond. Onze soldaten
renden voorwaarts en slaagden er in de
eerste loopgravenreeks van den vijand te
bezetten over een frontlengte van een kilo
meter, terwijl de tweed reeks ook werd
bezet. De Duitschers vielen aan uit het
noorden bij het Bellewarmdemeer, maar die
aanvallen eindigden onder ons vuur en zij
lieten vele dooden achter op het terrein.
Wij namen ook een aantal gevangen;
meer dan 150 zijn er reed* in het hoofd
kwartier aangekomen.
Onze verliezen bleken niet zoo hevig te
zijn, hoewel de Duitschers zonder twijfel
zeer zware verliezen hadden,
doen aan den toevoer van wat ncodig is
voor alle troepgedeelten die in het gevecht
gewikkeld zijn, zoodat iedereen, vooral aan
de aanvoerlijn, hard aan den arbeid was ge
durende den avond en den nacht-
Aanvoer van alle soorten van munitie,
geweerpatronen en zware projectielen had
plaats van de basis, en dit alles werd door
gezonden naar de vuurlinie, naar gelang
van de aanvraag.
Dat werk ging rusteloos door. Troepen
mannen met opgestroopte mouwen werkten
steeds maar door, bijgelicht door de aoety-
leenlichten. Zij sjouwden de projectielen
uit de wagentjes naar de lorrie's en ieder
wist dat een voortdurende aanvoer voor
onze kanonnen moest volgehouden worden
en dat geen aanvrage om mer projectielen,
hoe groot ook, geweigerd mocht worden.
Onze artillerie redde dien nacht ongetwij
feld vele Britsche levens.
Een gevecht in de lucht.
PARIJS. In een communiqué van
het Persbureau wordt het volgende
verhaal gedaan van een heldenfeit,
verricht door eon Fransch aviateur in
Elzas Een vijandelijk vliegtuig vloog over
de Fransche linies in de richting van
Aspach. Een Fransch sergeant-aviateur
stijgt dadelijk op, haalt het in in de wolken
en begint een gevecht op een hoogte van
3200 M. De vijandelijke aviateur beant
woordt den aanval met een mitrailleuse. De
Franschman stijgt tot boven zijn tegenstan
der, die bij het derde schot nederetort in do
Fransche linies midden in het bosch ten
zuidwesten van Weiller.
Het Fransche vliegtuig koerde terug met
doorschoten schroef, cylinder en motor, ter
wijl ook het linnen van do vleugels ge
scheurd was.
De sergeant-aviateur had alechta een
kleine schram aan den elleboog.
Aan het Fransche front.
PARIJS. In den noordelijken sector
van Atrecht zotten do Franschen hunne
actie voort en plukken zij op verschil
lende punten do vruchten van de gelukkig
afgeloopen govechten van de jongste dagen.
Na een zeer lievig gevecht werd do Buval-
diepto, die sedert 9 Mei hardnekkig ver
dedigd werd door de Duitechere, van allo
zijden ingesloten en stormenderhand geno-
nornen. De Franschen namen daarbij
mitrailleuses, maar maakten slechts tien
krijgsgevangenen, zoo hardnekkig had de
vijand tegenstand geboden.
Op de hellingen ten oosten van Lorette
in de richting van Souchez, namen de Fran
schen een aantal loopgraven en maakten
zij ongeveer 300 man, waaronder een tien
tal officieren, krijgsgevangen.
De Franschen zijn in het beait van do
hellingen van heuvel 119, waar de troepen
zich handhaafden ondanks een heviger
tegenaanval van de Duitechera. Ten zuiden
van die hellingen is het Franscho front
vooruitgeschoven.
Ten noordoosten vajj het Labyrinth ver
loren de Franschen in "don nacht van 18 op
19 Juni een gedeelte van de groote loop
graaf, van welke zij zich meester hadden
gemaakt. In den nacht van 19 Juni herover
den zij ze echter weder en sloegen zij de
aanvallen van den vijand af. In den ge
heel en sector werd een voortdurend hevig
artillerie-gevecht geleverd.
Aan den zoom van het Le Prêtre-bosch
trachtten de Duitschers een aanval te doen,
zij konden echter niet vooruit komen.
Te Embermenü veroverde oen Duitsch
bataillon in den afgeloopen nacht twee
kleine Fransche posten. De Franschen deden
hevige tegenaanvallen, hernamen, hoewel zij
geringer in aantal waren, de stellingen en
dreven de aanvallers op de vlucht.
In Elzas maken de Franschen nog steeds
vorderingen aan beide zijden van de Fecht,
niettegenstaande den zwaren mist en den
hevigen stortregen. De Franschen bezetten
aan den linkeroever van do westelijke Fecht
den Bnrunkopf. heuvel 859 en de dorpen
Steinabruck en Altenbof en hebben tus
schen de twee takken van de Fecht de open
plek Anlasswasen genomen.
Aan den rechteroever van den oostelijken
tak hebben do Franschen de hoogte Hil-
genfirst genomen, die een voorpost vormt
voor den kleinen Gebweiler Ballon (Kah-
lerwasser) (Ballon, in het D ui tech Belcben,
is de naam van verschillende bergen in de
Yogesen) en rukken zij voort op de oostelijke
helling in de richting van Landosbach.
De Franschen hebben het station van
Miinster gebombardeerd en de munitie
depots aldaar in de lucht laten vliegen.
Op den 19den omsingelden de Franschen
Metzeral, dat de Duitschers van te voren
in brand hadden gestoken
BERLIJN. Ten noorden van het Kanaal
van La Bassce en op het front ten noorden
van Atrecht sloegen wij een aantal partïëelc
aanvallen bloedig af.
In Champagne werd een Fransche af dee
ling, die bij Perthes, nadat zij een mijn had
laten springen, een aanval deed, uiteen
geschoten.
Aanvallen der Franschen op onze voor
posten aan het Parroy-bosch, leidden tot
plaatselijke gevechten, bij welke wij de
overhand behielden.
Miinster in de Vogezen werd door de
Franschen hevig beschoten.
Nieuwe aanvallen der Franschen in hefc
MEN LETTE
bij het koopen van onze KARNEMELKZEEP
vooral op ons gedeponeerd Fabrieksmerk
„HET ANKER" en weigere onvoorwaar
delijk alle andere soorten. Een geregeld
gebruik dezer Zeep maakt de banden
blank als sneeuw, het gelaat zacht als
fluweel.
ALOM VERKRIJGBAAR.
0E8RS. D0BBE1MAKH, Zeepfabrikanten.
NIJMEGEN.
overledenik heb deze tijding van morgen
juist gekregenen als je lust hebt- om zijna
plaats in te nemen en jn zijn huis te wonen,
dan kan je hefc doen. Het zal groot genoeg
voor jou en je gezin zijn."
Het hart van Robert Seaton was van
dankbaarheid vervuld. Na al de ontberin
gen, die hij zich had moeten getroosten,
scheen dit vooruitzicht hem niets minder
dan hefc Paradijs toe.
„Het zal alles mettertijd wel terecht ko
rren, Robert fluisterde zijn broeder hem
toe, terwijl hij hem de hand drukte. „Dat
zio ik wel in. Je zult de erfgenaam zijn, als
ik van hier gegaan ben. Vader zal het niet
dulden, dat er een ander dan een Seaton in
het bezit van Seaton-Hoeve komt."
Charles Seaton wenschte Anna insgelijks
bij zich te zien. Robert bracht haar met zijn
beide oudste kinderen bij hem. Paul had
zijn nieuwe jasje nu aan. Mr. Seaton was
beleefd en verwaardigde zich, haar de hand
toe te steken, en de dames Seaton gaven
aan de vrouw van hun broeder een kus.
„Is u mijn grootpapa?" vroeg Paul eens
klaps.
„Wel zeker!" zeide de grijsaard.
,Difc is mijn nieuwe jasje. Ma heeft het
voor mij gemaakt. Wij hebben een broertje
gekregen, dat Robert heet-.'
„Wel zooEn hoe heet jij
„PauL Ik heet net als groofcp.... net
als u V*
Mr. Seaton vatte al dadelijk, misschien
in 'fc eerst wel om den naam, genegenheid
voor Paul op, zeide, dat hij nog wel eens te
rug mocht komen.
„Ik wil het niet met zekerheid zeggen,
Robert! maar misschien zal je de Kerstda
gen in 't volgende jaar wel met je geheele
gezin met- mij in de oude woning doorbren
gen", zeide do grijsaard, wiens hart zioh
een weinig begon te ontsluiten. „Wij zullen
daar dan misschien weer gaan wonen. Maar
'fc is nog geen stellige belofte, hoor! Ik zal
eerst- eens zien, hoe je je gedraagt. Char
les jij zoudt dat zou dat zeker graag willen.
Maar ik dacht er niet aan", voegde hij er
bij, terwijl er plotseling eene verandering
in zijne stem kwam en hij zijne woorden
onverhoeds afbrak. „Charles! ik vreea,
dat je dan niet meer bij ons zult rijn."
„Neen, vader! dat zal wel niet zoo we
zen. Ik zal dan in eene bQtero woonstede
zijn, dan zelfs Seaton-Hoeve is."'