DE SOIjDiA'X'liiJXrCOUtlil.JMT van Vrijttag: X8 Juni 19 13
OP ZEE.
Binnenland.
Legerzaken.
Marinezaken.
Uit Leger en Vloot
ons:
3
voor pen oorlog tegen don Koning op touw
gezet. Hij had generaal Beyers het laatst
gezien op den eersten November. Vóór
dien tijd was ©r geen sprake geweest van
eenig voornemen van de zijde der burgers
om tegen de regeoring in opstand te komen.
De meesto volgelingen van Maritz waren,
volgens zijne verklaring, onervaren jonge
lieden.
Op do Noordzee.
TJit het onderzoek, dat door de marine-
overheid is ingesteld nadat door het Neder
landsehe stoomschip „Gelderland" van do
Scheepvaart- en Steenkolenmaatschappij te
Botterdam do op zoo opgepikte bemanningen
van twee Engolscho visschersvaartuigon, welke
in den grond geboord waren, aangebracht wa
ren, is gebleken dat do bemanningen_dier zeil-
visechersvaartuigen, do „Lowestoft 951" en do
„Lowestoft 702", don 9cn Juni 's avonds 11.10
door de „.Gelderland" zijn. opgepikt.
Te ongeveer 7 uur 's avonds van dien dag
waren dezo vaartuigen op 52 gr. 25' N.B. en
3 gr. i' Oosterlengte door een Duitschen onder
zeeër tot zinken gebracht, nadat do bemanning
van do visschersschcpen gelegenheid had gekre
gen in de sloep te gaan. Twee man van de
onderzeeboot gingen op de visscliersschepen
over, en nadat zij aan boord van de duikboot
waren teruggekeerd, zonken de Lowestofter
zeilscheepjes.
Mede is, naar men weet, een onderzoek in
gesteld naar aanleiding van de door den Maas-
sluizer blazer 73 aan den Hoek van Holland
binnengebrachte bemanningen van Engelsche
visschersvaartuigon, die tob zinken zijn ge
bracht.
Hieromtrent heeft liet verhaal geloopen, dat
zij door een Zeppelin bestookt waren en door
de bommen uit dat luchtschip tot zinken ge
bracht waren.
Dit blijkt echter het verhaal te zijn van den
schipper van vorenbedoelden blazer, die intus-
schen geen Engelsch verstaat en zijn relaas
klopt dan ook geenszins met de verklaringen
van do bemanningen der beide in den grond
geboordo visschersvaartuigen, die van geen
Zeppelin boven hun schepen gewagen, maar
verklaard hebben, dat deze toe zinken waren
gebracht, nadat menschen van de duikboot aan
boord waren geweest en weer op de duikboot
waren teruggekeerd.
Do schepen waren de „Lowestoft 555" en de
„Lowestoft 426", die naast elkaar visschendo
waren. Zij werden in den nacht van "Woensdag
op Donderdag 10 Juni door den onderzeeër op
30 mijl N.N.W. van net lichtschip „Maas" ge
praaid en kregen hevel zoo spoedig mogelijk de
•schepen te verlaten. Na vier uur" geroeid te
hebben, werden de bemanuing door den bla
zer ,.MA 73" gevonden en behouden binnen
gebracht te Hoek van Holland. Het waren 8
man, n.l. 4 van de „Lt. 555" en 4 van do „Lt.
426".
Schepen getorpedeerd.
LONDEN. Volgens een Llovds bericht nit
Storcoway (Schotland) is heb Noorscho
stoomschip „Davanger" van Liverpool naar
Archangel Maandag bij de Hebriden iu den
grond geboord.
bemanning ia be Stornoway geland.
LONDEN. Het stoomschip „.Argyll" van
Huil naar Londen met een lading visch, is
Dinsdagochtend te zes getorpedeerd en ge
zonken in de Noordzee.
Vier man van de equipage en het lijk
van den kapitein zijn te Harwich aange
bracht.
De „U 14" gezonken.
BERLIJN. Volgens een. inededeeling
van den eersten Lord der Admiraliteit in
het Lagerhuis op 9 dezer, is in het begin
van Juni een Duitsche onderzeeër door do
Engelsohen tot zinken gebracht, waarbij de
geheele bemanning werd gevangen genomen.
Uit de thans gepubliceerde nota der Brit-
sche regeering over de behandeling van de
krijgsgevangen bemanningen der duikbooben
blijkt, dat dit de ,,U. 14" moet zijn. Daar
dié duikboot van de laatste expeditie niet
is teruggekeerd, moet zij dus als verloren
.worden beschouwd.
In verband met een officieele mededec-
ling van den Buitochen mannest-f, dat de
Duitcche onderzeeboot ,,U. 14" van haar
laatste onderneming niot. is teruggekeerd
en als verloren moet worden beschouwd, ver
nemen wij,dat de bemanning van den Maan
dag te Schévèningen binnengekomen logger
„Soh. 347", schipper E. Grootveld, en toe-
behoorende aan de reederij J. J. van der
Zwan te Soheveningen, verklaard heeft to
hebben bijgewoond tijdens de reis van den
logger, dat in de eerste week van Juni vijf
bewapende Engelscho broilers een Duitsahe
duikboot in den grond boorden, waarbij de
kogels langszijde den logger vlogen. De
duikboot zou achter den logger bescherming
hebben gezocht. Alleen komt het nummer
Minister Bryan.
De Amerikaansche minister van buiten-
la Jidsobö zaken Bryan heeft onlangs zijn
ontslag genomen. Dit was naar aanleiding
van do gedachten-wisseling tusschen de Ver.
Staten en Duitschland omtrent het torpe-
deerem van neutrale schepen en inzonder
heid van de „Lusdtania". Over het vergaan
dozor laatste stoomboot, waarbij 1500 man
omkwamen, ontstond in Amerika groote op
winding en president Wilson richtte oen ta
melijk scherpe nota tob Duitschland, waarop
dit land eonigszins ontwijkend antwoordde.
Toen werd een nog krachtiger betoog voor
bereid, en hiertegen verzette zich minister
Bryan. Deze toch wil vóór alles vrede en
hij vreesde, dat de nieuwe nota een ultima
tum zou zijn, die tot een oorlog leidde.
Zoo streng was zij niet, maar Bryan onder-
tusscben handhaaft zijn ontslag, doch de
meerderheid van 't Amerikaansche volk
Skaa£ niet aan zijn zijde.
van den onderzeeër niet uit, daar deze
volgens de bemanning van den logger de
,,U 10" zou geweest zijn.
In aansluiting aan liet roods vermelde om
trent do Duitsolie onderzeeboot U 14 wordt
nog liet volgende vernomen
Schipper E. Grootveld van het loggerschip
Soh. 3-17, reeder J. J. van der Zwan, te Sohe
veningen, rapporteert, dat hij Zaterdag 5 Juni
1.1. '6 morgens vroeg in de Noordzee op 57 gr.
16 min. N.B. en 1 gr. 16 min. O.L. juist zijn
vleet van de haringvangst hebbende binnen
gehaald. heeft bijgewoond, dat een plotseling
opgedoken Duitse he onderzeeër (vermoedelijk
•de U 14), waarvan hij een ondeelbaar oogen-
blik te voren den periscoop had ontdekt, twee
schoten lo6to op een Engclschcn treiler, bewa
pend mot een kanon van 7.5 c.M. en bemand
o.a. met twee Engel soh© marine-matrozen.
Vermoedelijk had de onderzeeër door de zwaar
betrokken lucht niet gezien, dat nog vier an
dere Engolsche treilers, soortgelijk bewapend
en bemand, in den omtrek waren. Na het los
sen dier schoten, waarmede do onderzeeër wilde
te kennen geven, dat do bemanning van den
treiler er af moest komen, braoht deze echter
de stoomfluit in werking, waarop de vier
andere treilers onmiddellijk opdaagden en de
v f tegenstanders nu op hun beurt den onder
zeeër terstond de volle laag gaven. Daardoor
werd dezo danig in het voorschip getroffen, dat
omhoog ging, terwijl het achterschip onder
water bleef. De noderzeeër kon hierdoor niet
meer duiken en werd door een der treilers ge
ramd. Na nu geheel te zijn ondergegaan,
dook do onderzeeër een minuut later plotse
ling weer een oogenblik op, waarvan zijn be
manning, 44 man sterk, gebruik maakte om
met de zwemgordels over boord te springen,
waarop de onderzeeër een paar minuten later
voor goed onderging. De drenkelingen werden
allen door de bemanningen der treilers opge
pikt, dió koers naar Peterhead zotten, waar
zo de geredden aan land brachten.
De treiler, die het eerst in actio was, bo-
hoorde te Grimsby thuis en had een nummer m
de vijfhonderd. Van dit drama, dat zicli in kor
ten tijd afspeelde, was op 200 M. afstand de
logger Soh 347 getuige, alsook de Sch 194.
Beide liepen elk oogenblik gevaar te worden
getroffen door de herhaaldelijk over hun vaar
tuigen heen fluitende kogels, welke in hun
nabijheid in bet water ploften, maar gelukkig
bleven ze ongedeerd.
Voordat do gewapende Engelscho stoomtrei-
lers vertrokken, kwamen twee Engelscho ma
trozen en een Engelscho schipper met geladen
revolver aan boord van de Sch 347, genaamd
„Adriana", om de papieren ra te zien en te
trachten enkele inlichtingen in te winnen,
waarop echter geen antwoord kon worden ver
strekt. Nadat de papieren in orde waren be
vonden en de bemanning aldus met den schrik
was vrijgekomen, kon schipper Grootveld de
reis voortzetten en in de omgeving zijn vleet
weer uitzetten.
Aan do identiteit van de Sch 347 had gedu
rende de reis niets ontbrokenwant de Ned.
vlag was bestendig ontplooid, hetgeen ook hielp
bij het verschijnen een week t© voren op 600
M. boven het aar tuig van twee Zeppelins., die
echter bij het waarnemen van do nationaliteit
huns weegs gingen.
Gisterochtend is schipper Grootveld van do
vee'bewogen reis met de aanzienlijke en beste
vangst van 16 last haring behouden de Scbe-.-e-
ningsche haven binnengekomen.
Een Deensoh schip aangehouden.
LONDEN. De Deensche schoener Marie"
Dinsdag te Leith aangekomen, bericht dat
onderweg van Christiansund naar Leith
het schip Donderdag ongeveer 40 mijlen
van May Island door een Duitsche duik
boot werd aangehouden. De bemanning
kreeg last in de booten te gaan en een
aantal Duitschers kwamen aan boord met
het doel het schip in brand te steken. Juist
echter kwamen toen twee Briteche patrouil
levaartuigen in zicht en de duikboot riep
baar mannen terug en verdweon spoedig.
Een dor patrouille booten nam de beman
ning van de Marie" aan boord en sleepte
het schip zelf naar Leith.
Het gevecht met de „Br&slau",
PETERSBURG. Het resultaat van
het gevecht van de twee torpedojagers
van het Russische eskader tegen den
kruiser „Breslau", was dat de krui
ser ernstig beschadigd werd en een der
torpedojagers lichte averij kreeg, benevens
eeuige gewonden. Uit de officioele Duitsche
communiqués zou men kunnen opmaken,
dat de Russische torpedojagers zwaar be
schadigd zouden zijn en daarin staat zelfs
dat de Russische torpedojagers door de
„Breslau" tot zinken zouden gebracht zijn.
De inwoners van Sebastopol zagen daaren
tegen de twee booten, na hun expeditie
veilig in den haven ankeren.
De „Lusitania".
LONDEN. Het onderzoek omtrent het
verlies van do „Lusitania" werd Dinsdag
geopend. Bij het afleggen zijner verklaring
verzekerde de kapitein van het schip, dat
het noch voor aanval, noch voor verdedi
ging was bewapend en geene verborgen ka
nonnen aan boord had.
Duikboot tegen torpedoboot.
De oud-kapitein ter zee Persius wijdt in het
„Berliner Tageblatt" een beschouwing aan de
waarde der duikbootcn tegenover gewone torpe
dobooten. Tot nog toe heette het, zegt hij, dat
gewone torpedobooten in het algemeen veilig
waren voor aanvallen van duikbootcn. Aan den
eenen kant omdat zij door haar weinigen
diepgang weinig kans liepen om door een tor
pedo tc worden getroffen. Do torpedo toch loopt
drie meter onder water en zou dus onder de
torpodoboot door gaan. Wie zoo dacht, vergat
dat de diept®, waarop de torpedo zich heweegt,
geregeld kan worden. Er is slechts een een
voudige handgreep noodig om do torpedo, voor
zij in de lanceerbuis wordt geplaatst, voor een
diepgang van J meter of b.v. yan 4 M. te
regelen.
Reeds op 1 Mei werd bij het lichtschip „Gal
loper" do Engolsche torpedojager ..Recruit"
door een Duitsche duikboot vernield.
Thans zijn weer tweo nieuwe gevallen ge
meld. Dc Engelscho torpedojagers 10 en 12, die,
naar de Britsche Admiraliteit mededeelt, door
,een Duitsche duikboot tot zinken zijn gebracht,
hadden een waterverplaatsing van 250 ton, een
snelheid van 26 tot 27 knoopen en liepen in
1906 en 1907 van stapel. Do bewapening bestond
uit 2 kanonnon van 7 en 6 cM. en van 45 eM.
torpcdo-lancocrbuizcn. Do lengte dezer schepen
was 55 M., do breedte 5.6 M. en do diepgang
1.8 M.
Prins Hendrik in Zuid-Limburg.
,,Z. K. H. Prins Hendrik zal", zoo
schrijft de „Limb. Koer van Woensdag,
„lieden te Roermond arriveeren en aldaar
waarschijnlijk de gast zijn van burggraaf
van Aefferden op diens nabij Roermond
gelegon kasteel Schondelen". Voorts zal
Z. K. II. vertoeven te Holtum (Born) op
het kastoel „Wolfhagen" van den Com
missaris dor Koningin.
Hedenavond volgt dan een bezoek aan
Amsfcenrade, alwaar Z. K- H. op het kasteel
van Graaf d'Ansembourg den nacht sal
doorbrengen,, om in-den. voormiddag yan
Donderdag SimpelveKT, Kerkrade en Rol-
due te bezoeken. Als gast- van den Gom
missaris der Koningin wordt Z. K_ H."ver
volgens Donderdagmiddag to Maastricht
verwacht. Van daar vertrekt Z. K. H. Vrij
dagochtend."
18 Juni 1915.
Het comité tot oprichting van oen godenk-
tecken bij Quatre-Bras verzoekt ons hot vol
gende mede to deelen:
Het Néderlandscho en het Belgische Comité,
gevormd met het doel om, gezamenlijk door do
Nederlanders en Ik-lgen, op don honderdsten
gedenkdag van den strijd van 16 Juni 1815,
eon gedenkteekon bij Quatre-Bras to doen op
richten, ter herinnering aan het heldhaftig
gedrag van de^ aldaar gestreden hebbende
Noord- en Zuid-Nederlandsc-ho troepen en aan
do bij het treffen gevallen wapenbroeders, zijn
niet in staat geweest aan hun plan uitvoering
te geven.
In het vorige jaar werd door den voorzitter
van hot Belgische Comité op het slagveld van
Qunbre-Bra-s in eon redo voormeld wapenfeit
herdacht, bij welke plechtigheid ook, als verte
genwoordiger van den Noderlandschon gezant
to Brussel, tevens eore-voorzitter van het Ne
derlandsehe Comité, do gezantschapsraad M.
W. R. van Vollenhoven en de voorzitter van
hot Nederlandsehe sub-comité te Brussel, de
oud-kolonel der artillerie J. J. van Stuyvesant
Moven, tegenwoordig waren.
Weinig kon toen worden vermoed, dat onge-
eor zos weken later do oorlog zou losbarsten.
Op dien dag (18 Juni) werd, onder luide toe
juichingen van do aanwezigen, door don heer
Van "Willingen to Hasselt, mede bij die plech
tigheid tegenwoordig, het voor het gedenktee
kon noodig geachte terrein op de daarvoor uit-
fekozen plaats (tusschen Quatre-Bras en de
oeve Gémioncourt) ton geschenke gegeven.
Do architect J. Oaluwaors, dio ook hot
zeer geprezen Belgische getlenkteeken to Wa
terloo ontwierp, lieoft geheel belangloos een
ontwerp gemaakt van een gedenkteekon voor
Quater-Bras, dat door beide comités in begin
sel word goedgekeurd.
Dank zij den steun van ons Vorstenhuis, den
bijdragen van leger en vloot en de medewerking
van provinciale en plaatselijke commission in
ons land' en van de sub-comités in de koloniën
en in het buitenland, werd reeds een bedrag
van f 7000 door don penningmeester van hot
Nederlandsehe Comité ontvangen, welk bedrag
vermoedelijk nog zal vermeerderd worden.
Deze som is alsnu in Nederlandsehe en Nedor-
landsoh-Indische effecten belegd geworden, in
afwachting van het oogenblik, waarop daaraan
do bestemming zal kunnen worden gegeven,
waarvoor zij werd bijeengebracht. De tijdsom
standigheden zijn oorzaak, dat het Nederland
sehe Comité tot zijn groot leedwezen gemeend
heeft niet anders te kunnen handelen.
Toch mag do 16e Juni 1915 niet voorbijgaan
zonder dat het Nederlandsehe volk herdenkt,
dat vóór honderd jaren bij Quatre-Bras door het
hot ontslag enz. der militaire offu ioren bij do
landmacht en wen6chten don voorsteller ten
.woord van huldo te brengen voor het door hom
genomen initiatief.
IntusBchen waren er andere lotion die, hoe
zeer ook hunnerzijds den geest waardcorcnd©
dio den voorst&lor bij de indiening van het
voorstel heeft geleid, twijfel opperden of dat
voorstel wol in allo opzichten aanbeveling ver
dient en zich do vraag stoldon, of hol niet be
ter ware geweest ton dezo de stappen der Ro-
geering ar to wachten.
Deze leden wezen er op dat de leeftijdsgren
zen in art. 11 der wet van 1902 voorkomende,
aldaar gesteld zijn met het oog op Staatsbe
lang, in 't bijzonder in belang der
defensie. Een verleggen van die grenzen
kan slechts gerechtvaardigd zijn als het
defensie-, het legerbelang, zulks vordert,
althans zich or niet tegen verzet Dat de voor
steller de verlegging van de leeftijdsgrens niet
aan een maximum lieeft gebonden, was voor de
hier aan het woord zijnde leden een aanwijzing
te meer, dat hij bij de samenstelling van zijn
wetsontwerp het legerbelang te zeer uit het
oog heeft vorloron en zijn aandacht te veel
heeft geconcentreerd op de particuliere belan
gen van de bij de zaak betrokken officieren.
De strekking van het wetsontwerp is geen
andere dan een groep officieren, wier pro-
motiobelangen door de mobilisatie schade lij
den, in dat opzicht te gemoet to komen. Hoe
sympathiek die strekking moge zijn, de vraag
mag worden gesteld, of het aangaat dit doel te
bereiken door wijziging van een wettelijk voor
schrift dat ia ingegeven door motieven, aan de
behartiging van de promoticbolangcn geheel
vreemd, en dat een geheel ander Staatsbelang
dient.
Gewezen word voorts op do onbillijkheid ton
aanzien van do niet onder de bepaling vallende
officieren, ecne onbillijkheid, te grooter, wyl
juist de bevoorrechting van de door deze bepa
ling wel gebnto officieren voor ecrstbedoelden
oen vermindering van de promotiekansen be-
teekent.
Het voorstel toetsende nan de beweegreden,
die voor den voorsteller blijkbaar alleen heeft
gegolden: het verzekeren aan do officieren van
gelijke promotiekansen als in normale tijden,
merkten verscheidene leden op, dat de voorstel
ler er niet in geeLaagd is aan te toonon, dat -..e
door hem voorgestelde wetsaanvulling daar
voor noodig is.
Eindelijk werd nog opgemerkt, dat waar
deze wetswijziging militaire belangen betreft,
het zeer wenschelijk ware alvorens daarover e«
beslissing te nemen, hot oordeel der Regee
ring to kennen.
Onderscheidingen Celebes 1914.
Bij Eon. Besl. van 12 Juni 1915, ter belco-
ning van militairen van het leger in Ned.-
Indië, dio zich onderscheiden hebben bij d©
krijgsverrichtingen in Celebes gedurende de'
maand October 1914, is benoemd tot ridder der
Militaire Willemsorde 4e kl do fuselier P. J.
Looijor, er. is bepaald, dat bij afzonderlijke
Voor honderd faren.
■"Pi
Dit jaaris
vol herinneringen
van gebeurtenis
sen, eon eeuw ge
leden. Want in
1815 werd er ook
geducht gestre
den in een groot
gedeelte van Eu
ropa; het was de
laatste faze van
den grooten oor
log tegen Europa.
In die laats te faze
werd ook Duitsch
land bevrijd van
den vijand, waar
aan bet toen vrij
wel willoos was
overgeleverd. In
de jaren 1813 tot
1814 hebben do
Duitschers hard
nekkig, met on-
stuimigen moed
en ware doods
verachting, ge
streden voor hun
vrjjheid. Onder
die strijders wa
ren vele studen
ten en toen
Duitschland van
den vijand ver
lost was, sloten
die een vereeni-
ging, welke do
bevrijding van
hun land in ge
dachtenis zoude
honden, de zg.
„Burschenbond". Op 12 Juni 1815 kwamen in een herberg by Jena 113 studenten
samen en stichtten den Bond. Later is er bij de plek een gedenkteekon opgericht en
daarvan geven wij hier, precies honderd jaar later, een afbeelding.
In ons vorig nummer gaven wij verslag van den marsch TilburgAmsterdam
door een Amsterdamsche afdeeling op initiatief van den actenr-sergeant Louis van
Gasteren ondernomen. Thans geven wij een voor ons blad genomen kiekje op het
oogenblik, waarop de troep onder toejuiching van duizenden toeschouwers j.l. Zondag
in het Amsterdamsche Stadion is aangekomen en generaal Ophorst, commandant der
stelling van Amsterdam, de leiders complimenteert.
Vrijdagmiddag twee uur werd afgemarcheerd van Tilburg, onder leiding van
den eersten luitenant-adjudant H. J. Bloeine, terzijde gestaan door de res. 2e luitenants
Z. P. Polak en J. H. v. d. Woerd. Behalve de off. van gez. Ie kl. (0. I. L.) dr.
Brug, die den tocht als controleur medemaakte, nam de bataljonsarts, res. off. v.
gez. 2e kl. G. Gerke, er aan deel, terwijl ten slotte de res. 2e luitenant Gerh. van
Dijk met eenige speciale diensten van inkwartiering e. d. belast was. Op den
linkervleugel staat sergeant Van Gasteren, Hoewel vaag kan men op den achter
grond de gevulde tribunes zien.
jonge Nederlandsch-Bclgisehe leger, onder aan
voering van den 22-jangen prins van Oranje,
tegen vijandelijke overmacht een roemrijke
strijd is gevoerd, die, als inleiding tot don slag
van Waterloo, mede heeft bijgedragen tot de
bevestiging van ons onafhankelijk volksbe
staan.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer besloot de suppletoire
marine-begrooting inzake uitbreiding der Indi
sche vloot, in de afdeelingen te onderzoeken.
De ,,J. P. Coen".
Dezer dagen is het nieuwe schip der Stoom
vaart-Mij. „Nederland" van stapel geloopen
en heeft het zijn eersten goedgeslaagden proef
tocht gedaan. Verscheidene autoriteiten woon
den dezen bij, o.a. de minister van marine J.
J. Rambonnet, de minister van koloniën mr.
Tli. B. Pleyte, de minister van financiën mr.
M. W. F. Treub, die van landbouw, nijverheid
cn handel do heer F E. Posthuma, de burge
meester van Amsterdam, cn veel vele anderen.
Hot geheel van staal gebouwde schip heeft een
waterverplaatsïng van 15,600 ton en voldeed
in alle opzichten.
Uit de Staatscourant.
Bij K. B. zijn benoemd tot 2e-luit. bij het
leger in Ned.-Indië, do cadetten: bij do inf. T.
P Fikenschor, J. G. Gout, jhr. W.
Bore el, W. C. A. Sol, K. Drost, G.
W i e 1 i n g a, A. J. D a h 1 e r, S. J. A n-
driessen, D. van Kempen, H. J. de
J a m a e r, A. H a n s s e n, U. van
Kraaijenoord, H. van den Bos; bij
do cnv. G. A. de Stoppelaar; F. van
Leeuwen; bij do art. A. R. Bake, J.
Dekker, A. P. van K a t w ij k, S. d o
R u y t e r, W. T. Spier, L. P. F.
S c li i m p f, G. J. Reerink, J. W. van
M a a n e nbij de genie J. B.A. Brunin g,
F. van Such telen, N. J. C. T i e r i e,
A. van Hillegondsborg.
Officieren bij de landmacht.
Blijkens het voorloopig verslag verklaarden
verschillende loden zich ingenomen met do in-
dioning van het voorstel van wet van den heer
Eland tot aanvulling van art. 12 der wet van
9 Juni 1902 tot regeling van de bevordering
dagorders, zoo in Indië als in Nederland, eer
vol zullen worden vermeld do luit.-kol. d?r in:.
J. J. Engelen, de sergeant van dat wapen
B. N. J. do Kónnigh en de soldaat-zieken
verpleger A Haagsma.
(„St.-Ct.")
Verlofdagen.
Uit een adres van „De Hanze", Bond van
R.-K. Voreenigingen van den handoldrijvon-
den en indu6trieelen Middenstand in het Bis
dom Haarlem, aan den Minister van Oorlog
blijkt, dat door 292 personen aan den Bond
oen opgave van den toestand hunner zaak 's
verstrekt; dab 54 dezer aanvragen niet zijn
ingediend, omdat naar de mcening van het be
stuur dezen niet voor hot gevraagde verlof in
aanmerking kwamendat dus 238 aanvragen
komende uit 68 plaatsen zijn ingediend.
Bij de behandeling dezer zaken is, zegt het
adres, allerduidelijkst gebleken, dat zeer veel
zaken in een zeer emstigen toestand van ver
val verkeeren, en een groot deel alleen hij spoe
dige hulp, mogelijk nog voor tot-alen onder
gang behoed zou kunnen worden.
DaaTom vraagt adressant allerdringendst de
gevraagde extra verlofdagen ten spoedigste te
willen verleenen.
Vrijstelling van dienst.
Den militicplichtige H. J. Vos, Amsterdam,
is vrijstelling voorgoed van den ipilitiedienst
verleend, op grond, dat een zijner broeders, als
deserteur afgevoerd van het instructiebataljon,
zich inmiddels weder heeft aangemeld, waar
door H. J. Vos niet tot verderen dienst bij de
militie kon worden verplicht en wel wegens
broederdienst. („St.-Ct.")
Uit de St. Ct.
Bij K. B. is kap. J. W. A. Cassa. reg.
grenadiers, tor zake van tijd. ongesteldheid op
non-act. gesteld.
Uit de „Staatscourant".
Bij bescli. v. d. Min. v. Marino is de off.-
mach. 2e kl. A. H. Vootolink met 14
dezer gepl. bij do marinc-mncliinistenschool en
off .-mach. 3o kl. R. H. Was tor val met
denzelfden datum a/b. „.Schorpioen".
Bij besch. v. d. Min. v. Marino zijn geplaatst:
off. v. gez. Ie kl. H. R. Vorst met 1 Juli
a/b. „Kortenaer"luit. t. z. 2e kl. W. A.
Maas op Vlielandadolb. Ie kl. Kon. Mar.-
reserve C. H. P. Coster a/b. „Van Galen",
en H. J. B o u m a n op Terschelling.
Tijdelijke afwijking Bevorderlngswet
Zeemacht 1902.
In het Voorloopig Verslag betreffende het
wetsontwerp tot tijdelijke afwijking van de
bepalingen der bevorderingswet voor do zee
macht 1902 wordt medegedeeld, dat sommige
leden betoogden, dat officieren, die als gevolg
van de mobilisatie het voor hun bevordering
vereischte examen niet konden afleggen, niot
mooaten worden verplicht, nadat zij in bun
nieuwen rang reeds oenigen tijd gediend heb
ben tot tevredenheid van hun chefs, dat exa
men alsnog na do mobilisatie af te leggen.
Sommigen van de loden, die deze opmerking
maakten, verklaarden, dat zij in het algemeen
voor afschaffing van den eisch van een goed
afgelegd examen gestemd waren, ook voor nor
maio tijden.
Bij de landmacht wordt voor bevordering
zulk een eisch niet gesteld. Waarom geldt hij
wel bij do zeemacht?' Andere leden oordeelden
voor de zeemacht handhaving van don exarnen-
eisch wenschelijk.
Eenige leden wezen voorts op do onbillijk
heid, dat het voor den rang van luitenant der
3o klasse af te leggen tentamen in het geheel
geen gewicht in de schaal zal leggen voor de
ranglijst, maar dat dezo bepaald zal worden
door het een jaar te voren afgelegd overgangs
examen in do oudste afdeeling.
Adressen gevraagd.
De directeur Hoofdexpeditie Veldpost te
's-Gravenhage verzoekt opgave van de adres
sen van:
Peter Arts, 2 III 2RI 2e Divisie
(no. regiment en bataljon foutief) uit
Uedem;
B. L. Langen, ordonnance wielrijder
3 III 2 reg. inf. 2e div. (no. regiment
foutief) uit Londen;
Nurks, sergeant Landstorm 2e comp.
res. C. uit Takengan;
W. V e r h e y e, cavalerie-kazerne
Amersfoort uit Hudson Terms:
G. van Egmond, militair Hospitaal
Haarlem (aangeteokende uit Benkoelen).
R. W te Tilburg. Ook de troepen, waartoe
u behoort, verrichten den gewonen dienst, die
opgedragen wordt. Red.
J. K., Den Helder. Schrijven aan den heer
commandant van do Luehtvaartardeoling te
Socsterberg. Red.
A. v. d. W. to Eindhoven. Dat vindt u vol
ledig vermeld in No. 129 van „De Soldaten-
couarnt". Red.
J. A. "V. te Oudenboseh. Dat denk ik wel.
Maar voor alle zekerheid zou ik het de directie
uwer maatschappij zelve vragen, alvorens in
het huwelijksbootje te stappen. Goed succes en
veel geluk! Red.
L. B. E., Den Helder. Bij overlegging van
een verklaring van uw geneesheer nopens uw
ziekte, kan voor den geheelen duur soldij en
menagogeld worden uitgekeerd. Red.
Belanghebbende huzaren, Breda. Over die
vroegere uitkeeringen bestaat verschil van
meen ing. Red.
Inzender Nieuw-Namen. Wij zullen infor-
meeren. Red.
B. H. te Hooge Mierde. Ja. U moet u dan
wenden tot den Heer Burgemeester uwer
woonplaats. Red.
A. D. to Utrecht. U moet U met uwe solli
citatie wenden tot de Directie der Artillerie
inrichtingen Hembrug, gem. Zaandam. Red.
Gevonden voorworpen.
Gevonden: Een paar modelschoenen op de
voetbalterreinen van B. M. T. Terug to beko
men bij korpl. Mink, le comp. II© Bat. Reg.
Jagers.
Verloren voorwerpen.
Bij vergissing medegenomen een groene kepi
en daarvoor achtergelaten een blauwe, uit don
trein, dio Woensdag om 12 uur 59 vertrok uit
Den Haag naar Amsterdam.
Verzoeke terug te bezorgen aan den mil. A.
Gravemaker, 2e Batt. 4o Oomp. Jagers.
Do blauwe kepi draagt het W.N. 397730.
Verloren 22 Mei in den trein van Zwolle
naar Stadskanaal een bajonet met scheede, riem
en slot; reg.nnmmer 7113, serie letter K. nr.
2913. Tegen belooning terug te bezorgen aan
do 2e Comp. le Bat. 20e Reg. Inf. 4e Div.
Veldleger.
Uit Aalsmeer.
Serg.-maj.-instructcur P. Dijkstra schrijft
Reeds lang waren onder do gemobiliseerde
troepen alhier, stemmen opgegaan om een
muziekkorps op te richten. Er waren velerlei
bezwaren, maar nu is, dank zij de- groot©
medewerking van do WolEdolgoatrongo Hoeren
Rescrvc-Kapuein Fuhri en Rcserve-le Luite
nant van Waosbcrgcn, respectievelijk com
mandant van het detachement Vesting Artil
lerie buiten do forten in do groep Schopbol
cn Commandant van hot fort bij Aalsmeer
oen fanfarecorps van 20 blazers bestaande
uit personen bohoorendo tot do in het dorj>
Aalsmeer ingekwartierd© en in het fort bij
Aalsmeer gelegerde troepen, U>t stand ge
komen.
Hierbij mag een woord van grooten dank
worden gebracht aan het bestuur en do leden
van het burger ..Aalsmeer* fanfarecorps", dat
een groot godcclto barer instrumenten geheel
belangloos ter beschikking heeft gesteld, niet
tegenstaande er geen enkel dezer instrumen
ten onbezet was cn er reeds verscheidene naar
garnizoensplaatsen elders waren verhuisd.
Het nieuwe muziekkorps hnd het genoe
gen den WclEdelgcstrengen Heer Kapitein
Fuhri als haar Beschermheer to zien optreden,
terwijl den heer Duits, Landweerman in fort
Aalsmeer, don dirigeerstok zwaait.
Er wordt flink geoefend, zoodat hot. to,ver
wachten is dat binnen korten tijd, de jonge
muziekvcrceniging onze mannetjes op menig
nummertje zal vergasten.
Haar zij allo goeds toegewenscht.
Een bruiloft.
Mede namens alle kameratien van do"2e.eec-
tie der 4o Comp. Wielrijders schrijft- mil'- H.
Olster ons:
Ls het in gewone omstandigheden iets heel
gewoons, wanneer er oen bruiloft gevierd
wordt, een. bruiloftfeest, als wij hier j.l. Zater
dag de eer haddon bij te wonen, is. dunkt mij.
de omstandigheden in aanmerking genomen,
wel de moeit© waard er eens een enkel woord
over to zeggen.
Onze kameraad Van Komen had zich, om
met zijn Jan no door den band des echts to
worden verbonden, naar Amsterdam begeven.
Daar de dienst streng is en zich niet aan liefde
stoort, moest Van Komen, zoodra hot huweljik
voltrokken was, weer naor de compie terug.
Wij allen gevoelden, dat dit spoedig woor
scheiden heel droevig was en om zijn geluk
weer zooveel mogelijk aan te vullen,' besloten
wij om de bruiloft in 't garnizoen verder te
vieren.
Toen onzo bruidegom dan 's avonds thuis
kwam. was zijne stroozak als herschapen m
een versierd bruiloftsbed. Alles was groen en
rozen. werd ter opluistering verlicht door
eenigo lrruipions, die er een schilderachtig aan
zien aan gaven.
Door milicien Holman werd den bold van
den dag een kort woord van hulde gebracht
en tevens gewezen op den stap, waarvoor velen
onzer onder deze omstandigheden zouden terug
schrikken en vervolgens werd liem een aardig
cadeau aangeboden, bestaande uit eeno penduio
met bijpassende vazen.
Na deze plechtigheid werden hem van. allo
kanten de handen toegestoken ter felicitatie,
zoodat hij nauwelijks woorden vinden kon. Het
was een treffend schouwspel, al die mannen
to midden van groen en bloemen en slechts
vaag beschenen floor de lampion».
Doch er bf>orsehtc een echt feestelijke stem
ming. Wo bleven tot laat feest vieren. Het
heeft ook bij dezen aan belangstelling niet.ont
broken. Ik acht het daarom mijn plicht een
woord van dank te brengen aan don WelÉd.
Gestr. Heer Luitenant v. d. Boon voor de be
langstelling. benevens aan de O.-O. voor do
belangstellnig, alsmede voor do stoffelijke '-ij-
drage.
H. OLSTER, 4e Comp. Wielrijders.
De gierige kostbaas.
Schelt uit het soldatenleven.
(Door Frederik van Monsjou.)
Toen in het dorp, dat niet ten onrecht©
Neerlands tuin genoemd wordt, onlangs.weer
een klein detachement artillerie-soldaten "arri
veerde, kwam eindelijk ook do kwoeker Crocus
voor inkwartiering aan de beurt. Crocus was
een best© man. zooals trouwens de meest©
kweekers, ©n de soldaa-i. die bij hem inge
kwartierd werd, zou het bèsfet goed gehad heb
ben. Maar Crocus had een sukkelende vrouw
en daarom werd Bolle Jan, zoo was do door-de-
weeksehe naam van den soldaat, meteen weer
uitgekwartierd. Crocus besteedde hem uit bij
een boer, met narno Paardeblom,- die dicht bij
het fort woonde, hetgeen Bolle Jan aan één
kant wel aangenaam was, want in hot fort
lag zijn zwager Piet. Maar overigens viel het
hem bij Paardoblom, zijn nieuwen kostbaas,
niet bijzonder mee. Neen, het zag or vrij onge
zellig uit on Paardeblom zelf, een lange, ma
gere, pokdalige vent, viel ook volstrekt niet in
don smaak van Bollo Jan.
„Je zult het hier wel naar je zin hebben",
zei Paardeblom. die bekend stond om zijn gie
righeid, toen hij hem naar boven, naar zijn
slaapvertrek bracht.
„Ja, je kletst goed", dacht Bolle Jan. een
grooie. zware snuiter, „maar ik geloof dat ik
jou in de gaten moet houden".
„Toen er hier drie jaar geleden manoeuvres
waren'vervolgde Paardeblom. „heb ik ook
inkwartiering gehad. Dat was 'n Amsterdam
mer en die h'-'-ft 't hier hostfg gehad. Ja, da'a
waar, hoor. Ben jij ook van Amsterdam?"
„Nee", zei Bollo Jan, „ik ben Rotterdam
mer, bootwerker". En bij zich zelf dacht hij
weer„Je bent mij te grijs, borst. Je doet 't
alleen om de spieën, dat zie ik al lang".
Na afloop van den diénst-zocht Bollo Jan zijn
zwager Piet op-en-gingen-zij--samen*hetMorp.
in, 'n potje bier vatten.