3 'PIES SQX^X3^^EI%rCJC3>r01C^.^.r»J-|^I* -VÊfcn "Vrij cl 10 SAmX 191B Naar L«ern ber Duitschers ön Oostenrijkers zijn in Galicië in de laatste weken wel vooruit gekomen, en blijkbaar rukken zij nog steeds verder op en drijven de Russen langzaam voor zich uit, naar de Oostgrens, naar hun eigen land. Dat schijnt het dool: het Duitsche en Oostenrijksche land in het Oosten bevrijden van den vijand, alleen op vreemden grond te strijden, zooals zij ook in het Westen doen. Przemysl is reeds voor ettelijke dagen gevallen, nu gaan de Duitsch Oostenrijksche legers den weg op naar Lemberg, en onophoudelijk vallen zij de Russen aan, worden nu en dan tegengehouden, hebben niet zelden ontzaglijke verliezen, maar uit de berichten moeten we opmaken, dat zij vorderen. Ons kaartje hierboven laat ons het strijdtooneel zien. Recht naar 't Oosten bijna ligt de weg van Przemysl naar Lemberg. Aan dien weg zien wij do bekende namen van verscheidene plaatsen, die een rol speolden in den jongsten strijd. In succesvolle aanvallen hebben de Duitschers en Oostenrijkers den vijand bijv. ten noordwesten van Mosciska teruggeworpen op de Wisznia. Bij Zurawno, verten zuiden van Lemberg, trokken de bondgenooten de Dnjester over en bestormden do hoogten aan de Oostzijde. derheden bericht: Bijna een uur, van kwart voor zeven tot bij achten, trokken vijande lijke vliegtuigen op groote hoogte over [Karlsruhe. .Vooral de bïnnemvijken in de nabijheid Van het paleis werden getroffen. De slachtoffers zijn bijna uitsluitend-bur gers, vrouwen en kinderen. Het is moeilijk in te zien wat eigenlijk met den aanval werd beoogd, daar liarls- ruhe een open, onversterkte stad is. Ook is geen schade'aan militaire inx-ichtingen toe gebracht. De verdenking ligt voor de hand, dat o.a. een aanval was bedoeld op het paleis van den groothertog, waar op het oogenblik do Koningin van Zweden vertoeft. Ook het „maricgrafliche Palais'-' werd door een bom getroffen. De bevolking ós-kalm. Er heersckt groote verbittering over het onzinnige optreden van den vijand. FR&ft&RUK. Van het Wostelójk Oorlogsterrein. PARIJS. Van den 9en op den lOen veroverden onze troepen een reeks loopgraven aan het front over 1800 meter lengte, waarvan de omtrek 2500 meter was en de breedte en diepte af wisselen tusschen 200 meter en 1 kilometer, daar de Duitsche linie tusschen de wegen SerreHubu terne en SerreVailly (Mailly?)Maillet een sterk vooruitsprin genden hoek maakt. Het rapport over dat offensief brengt hulde aan onze artillerie, die de Duitsche stellingen vernietigde, het resultaat van acht maanden werken. De bezetting, opge dragen aan het 170ste regiment uit Baden, leed groote verliezen; tot den Hen namen wij 580 gevangenen, onder wie 10 officie ren. De gevechten hadden het volgende verloop. Den 7en bestorming van het front van 1200 meter, den Sen uitbreiding van onze winsten naar het Noorden en vooruit gang in de diepte; ook uitbreiding in de breedte door een gevecht in de loopgangen, den lOen bezetting met alle kracht en macht van een nieuwe lijn, waardoor de reeds veroverde stellingen zich, naar het Zuiden toe, 500 meter verder uitstrekten. Toen de stellingen eenmaal waren geno men, brachten onze troepen die, onder het vuur. in staat van verdediging, met een moed en toewijding, die buitengewoon wa ren. Een tocht door de doodenvelden bij Atrecht. Ik heb heden, de correspondent schreef dit op 10 Juni met een colonne, die, met een geneesheer aan het hoofd, lijken ging bergen, een tocht gemaakt over Carancy naar Neuville St. Vaast. Die omgeving was gehuld in een dampigen mist, als wilde de 'natuur de verschrikkingen aan ons oog ont trekken. Niettegenstaande den mist bul derde het kanon met geweldig geluid over den grooten doodenakker, als wilde het den strijders een laatsten afscheidsgroet toeroe pen. Doch ook was het een waarschuwing aan de tegenpartij, dat men. op zijn hoede was, en gereed het gewonnen terrein te be houden en te verdedigen. De weg, dien wij gingen, was maar ongeveer 5 a 6 kilometer Fang, doch de hindernissen, die we hadden op den weg„ en het gevaar, dat nog steeds dreigde, maakten dat we er dubbel zoo lang tijd voor noodig hadden dan in gewone om standigheden. Overal op den weg had de colonne handen vol werk. Op onderschei dene punten bleven mannetjes achter om plaatselijk hun werk te doen. Het is lugu ber werk, dat steeds met piëteit wordt verricht. Vriend en vijand worden neergevlijd in de kuilen en aan den schoot der aarde toevertrouwd. Een priester zegent vluchtig de graven. In iedere colonne bevinden zich eenige ver pleegsters om zoo noodig gewonden, die nog gevonden worden, onmiddellijk te kunnen bijstaan. Meermalen toch komt het voor dat van onder de puinen nog gewonden te voor schijn komen, meestal Heden wier beenon verbrijzeld zijn. Ontzettend moeten, zoowel lichamelijk als moreel, die arme stakkerds lijden. Immers, de kans van niet opge- merkt te zullen worden, en dus hulpeloos te- sterven maakt hen dikwijls krankzinnig. hefe mï^agjïip^-kwa.mem: wo te Neuville. Arm dorpje! ,Wat zag 't er uit. Puin, niets dan puin, waar men 't oog wendde. Wat vóór eenige dagen nog eeni- gen vorm had, was nu ook geheel vernield. Intusschen waren de sappeurs reeds aan het onderzoeken der puinen. Men kan zich met voorstellen wat al onderscheidene zaken uit die puinen te voorschijn kwamen. Een compleet tuighuis hadden de Duitschers, schijnt 't, hier ingericht. Eenige veldka nonnen van 77 millimeter hadden zij achter gelaten, mitrailleurs, die echter niet allen in bruikbaren staat waren, en honderden geweren. In kelders vond men kisten met munitie, duizenden geweerpatronen en handgranaten. En behalve dit alles vond men honderden dooden. Ook Duitsche doo- den, en Duitsche gewonden, die door hun vrienden moesten achtergelaten worden. Op de vreeselijkste wijze waren ze verminkt. Talrijke lijken waren geheel verpletterd, door het gewicht van hot puin waaronder ze waren bedolven. Weer anderen waren ongeschonden, en schenen als waren ze sla pende. 't Waren mannen die door don luchtdruk der projectielen plots waren ge dood. Die lijken doen nog 't meeste aan. Men wil maar niet gelooven, dat ze dood zijn, die mannen. Terwijl men nu in 't oene deel van het dorp de dooden raapte, braakten aan den anderen rand van het dorp de kanonnen hun vernielenden inhoud over de Duitsche stellingen. Want de Duitschers hadden al weer vooraf in der haast klaargemaakte stellingen ingenomen, en ook nieuwe ver sterkingen ontvangen. Intusschen gingen wij van straat tot straat tusschen de puinen. In de Rue de l/Eglise, Rue du Nord, Rue de Notre Dame stond geen pui van een huis meer overeind. De namen der straten kwam ik slechts te weten van iemand die er woonde, de bordjes waren met andere onderschei- dingsteekenen verdwenen, in het stof en het puin. Achtergebleven katten, en hier en daar een ontsnapte kooivogel, dwaalden op de puinhoopen rond. Een kalf lag geheel open gescheurd achter in oen veldje. Doch wat is die jammer vergeleken met den aan blik van honderden mannen die hier weer door den grooten maaier waren geveld Uren achtereen was men bezig om de lijken te bergen. En niet alleen in Neuville, Carency en Ablain, ook in Souckez en op den weg naar Noulette Angres, was 't zoo. Met recht kon ik dus spreken van een tocht door de doodenvolden bij Atrecht. Ik informeerde eens naar het aantal dooden, dat hier nu in dat tiental dagen was gevallen. Men noemde het cijfer van 25 a 80 duizend doo den. En daarmee hebben de verbondenen een 20 a 25 kilometer terrein gewonnen I De artillerie der bondgenooten was nu overwegend in de meerderheid. "Vraagt men zioh af hoe 't komt, dat de bondgenooten ■niet meer van het behaalde voordcel kon den partij trekken, dan is 't antwoord: de Duitschers, die aanvankelijk te zwak waren om den aanval der Franschen, die mede door hun beste troependeolen werden ge steund, af te slaan, kregen intijds verster king van artillerie. Ze offerden nu een deel der infanterie op om de artillerie gelegen heid te geven zich vast te zetten en in te schieten. Zoodra dit voldoend© was ge beurd, konden do Franschen geen vorderin gen van beteekonis meer maken. Zoo gaat liet steeds hier in den oorlog. Beide par tijen zijn tegen elkander opgewassen. Men zal dus op het westelijk oorlogstooneel te vergeefs wachten op groote terreinwinsten. Vandaar ook dat iedere, strijd, ook over een frontbreedte van slechte weinig kilometers, zoo uitputtend is. Noord-Frankrijk, gelijkt dan, ook steeds meer en meer een uitgestrekt kerkhof. Opmerking verdient dat er bij die aanval len weinig van liet geweer als schiettuig gebruik gemaakt wordt. Dit wordt al weer begrijpelijk als men weet, dat er in het handgemeen geen tijd gelaten wordt tot richten van het geweer. De bajonet is het aanvalswapen der infanterie, en ook de meer en meer gebruikte handgranaat. De bajonetsteken die ik zag bij de dooden waren meerendeele in borst en zijde terecht gekomen. Schedelwonden werden grooten- deels veroorzaakt door de sappeure-gereed- scliappen. Ik zag een paar Duitsche dooden., wier schedel blijkbaar- ingeslagen was met oen spade. Bij weer anderen was het gelaat geheel onkenbaar, getroffen als ze waren door stukken granaten of kartetsen. Velen hadden dozijnen ronde kartetskogels in hun lichaam. De uniformen waren dikwijls nog sleclit6 flarden. Steeds nog weer is er climax in het oor logsdoel dat men hier te aanschouwen krijgt. Steeds nog wieer is 't erger, dan hetgeen men -te voren zag. De Loretto-Sieuveï. De oorlogscorrespondent van de „Voss. Zeit." in het westen geeft in zijn blad een beschrijving van den bekenden Loretto- heuvel en de verwoede gevechten, daar in de afgeloopen wekon geleverd. "Wij ontlee- nen aan zijn artikel het volgende Dicht voor den kam van ©en stijgend plateau, nauwelijks meer zichtbaar, liggen de puinhoopen van de kleine kapel Notre- Danio de Lorette, vroeger een verzamel plaats van yrome bedevaartgangers, nu maandenlang reeds het centrum van de meest bloedige en wildste gevechten. Uit oude prenten ziet men, dat het een kerkje was in bouwdoosstijl, zonder bijzon dere schoonheid, opgetrokken uit rooden baksteen en wit graniet. Hoog boven in den open gevel hing de klok, waarvan de silhouette reeds in de verte zichtbaar ge weest moet zijn, wanneer men de hoogte be klom. De kerk troonde boven op een karig begroeide heidevlakte. Aken een groote boom stond naast haar, als trouwe wachter. De kerk is thans een ruïne, de boom is govallen. Even beneden de puinhoop liggen de Fransche stellingen, nog iets lager de Duitsche. Duidelijk zie ik, van een hoog© stellage in een verlaten fabriek, het verdere slagveld. Aan de zuidoostelijke helling van den Loretto-heuvel, die steii omlaag gaat, de door den vijand bezette kansel", linies daarnaast een klein dal, en nog verder links de hoogte van "Vimy, door de Duit schers bezet. Omtrent de gevechten bij den Loretto- heuvel, die eens in de geschiedenis bekend zullen staan als .,do slag bij Atrecht", ver telde een regiments-commandant den corres pondent het volgende: De buitengewone hevigheid van deze gevechten is onbeschrijflijk. Een artillerie vuur, zoo zwaar, als men het nooit te voren beleefde, vormde de inleiding. Den 9den Mei duurde bet razend makend bombarde ment van de Franschen van 's morgens ze ven tot half twaalf, zonder een oogenblik pauze. De geheele hoogte was niets anders dan één enkele zwarte rookwolk. Men had kunnen verwachten, dat in onze voorste stel lingen niemand, meer in leven zou zijn, laat staan nog in staat weerstand te bieden. Maar toch wierpen de Duitsche troepen, toen de vijand plotseling een stormaanval deed met een groote overmacht, de aanval lers terug. Zich te ontworstelen aan den moreelen druk van een dergelijk vuur en dan nog in staat te zijn 'tot liet afslaan van een overmacht, is een bewijs van meester schap over de zenuwen, zelden te voren ver toond. ,,U moet bedenken", zei de commandant, „dat onze manschappen meer in granaat gaten dan in loopgraven staan, dat de ver sterkte stelling waaraan men vaak oen ge- healen dag werkte, in een paar uur vernield kan zijn. Het was een bel. De vijand bad al zijn kracht bier geconcentreerd. En toch bloven onze mannen kalm, lieten zij zich niet ontmoedigen." Na den Oden Mei f d de vijand niet min der verwoed op. Dikwijls waren de vijande lijke linies zoo dicht bij elkaar, dat zij slechts door een strook van vijf meter ge scheiden waTen. Bij een afstand van vijf en twintig meter zei men „Dat is niet erg, onze loopgraven liggen vijf en 'twintig me ter van elkaar!" Dikwijls stonden do mannen dagen lang tot den built in een moeras. En wanneer ze er eens uit Irwamen om achter bet front uit te rusten, dan zagen zij er niet meer als menschen uit. Het succes van de Franschen bij 'den Lo retto-heuvel bestaat hierin, dat 'de Duit schers thans weder staan, waar zij den der den Maart stonden. rpjsland. Van het Oosteüsjk Oorlogsteirean. PETERSBURG. Het Russisch hoofd kwartier meldt: Aan do rivier do Windau sloegen wij den 13en met groote verliezen onzen tegenstan der terug bij zijn herhaalde pogingen die rivier met een groote strijdmacht over te gaan bij Liatzkoff. Eveneens hielden wij aanvallende vijandelijke troepen tegen die benedenstrooms van de genoemde yJaats de Windau overtrokken. Bij Schawli duurt het gevecht om bet bezit van onze stellingen met afwisselend succes voort. Schawli werd met zwaar ge schut beschoten. Aan de fronten bij de Njemen en de Naref ©venals aan den lin keroever van den Weichsel ontwikkelde de vijand de aangevangen gevechten niet. Bij een bevigen tegenaanval ten noorden van Prasnietsj bemachtigde onze infanterie den 13den bijna alle voorste loopgraven die de vijand ons den vorigen dag had afgenomen. In Galicië begon opnieuw den 12en en 13en dezer een hardnekkig gevecht over het geheele front van af Piskorwiese a/d San tot aan Moscieslca. De vijand ging tot den aanval over met sterke colonnes aan het front van de rivier de Lubaczowka en slaag de er in die aan den benedenloop over te trekken en eveneens tusschen de Lubazowka en de Wisznia, waar hij het dorp Toegla nam. Aan den Dnjester viel de vijand in den nacht van 13 dezer en den volgenden och tend ons bruggenhoofd bij bet dorp Niets- niof hevig aan, maar zonder resultaat. Aan den linkeroever van den Djnester bij het gront tusschen Zozawa en Zalesczika ondernamen wij den 12en een buitenge woon hevigen tegenaanval, waarbij ver schillende" compagnieën Tyroolsche jagers en het 20ste bataillon jagers bijna geheel wer den neergesabeld. Den volgenden ochtend ondernam op dezelfde plaats een detachement van onzen landstorm een tegenaanval, ondersteund door onze andere troepen, waarbij 400 man en 8 officieren worden gevangen gemaakt. BERLIJN. Uit het groote hoofd kwartier wordt gemeld: Ten westen van Schawli vermeesterde de Duit sche troepen het dorp Douksza. Ver volgens sloegen zij verschillende door 2 tot 3 Russische regimenten beproefde tegen aanvallen af. Vier officieren en 1660 man werden gevangen genomen. Onze nieuw ge wonnen stellingen ten zuiden en ten oosten van den weg MariampolKowno werden gisteren herhaaldelijk door sterke vijande lijke krachten tevergeefs aangevallen. Wij deden een-offensieve beweging uit liet 'front- LipowoKolwarja, drongen de Russische liniën binnen en veroverden de voorste loopgraven. Ook aan de Orzyc slaagden onze aanval lende troepen er in het dorp Jednorozec (ten zuidoosten van Tsjorzele) de Tsjerwo- nagore en het bruggehoofd ten oosten daar van in storm te nemen. Tot dusver zijn op deze plaats 325 Russen gevangen genomen. Vijandelijk© aanvallen togen de plaats van onzen inval in 'het vijan delijke front ten noorden van Bolimof mis lukten. De in den slag van 13 en 14 dezer door het leger van Von Mackensen verslagen vijand slaagde er niet in in de achterwaarts voorbereide stelling ten noordwesten van Jaworof voet te krijgen. De vijand wercl teruggedreven voor liij zich- er kon vastzet ten. De buit neemt steeds toe. Door de krachtige vervolging zijn ook de Russische troepen ten zuiden van den spoor weg PrzemyslLemberg tot den terugtocht De troepen van generaal Von der Mar- witz namen gisteren Mosjiska. De rechter vleugel van het leger van Von Linsïngen vermeesterde de hoogten ten westen van Jezupol. Zijn cavalerie bereikte de streek ten zuiden van Mariampol. In Galicië. BERLIJN. Het „Berliner Tage- blatt" verneemt uit het Oostenrijk sche pershoofdkwartier: Het doorbreken van bet Russische front ten oosten en ten Z.-O. van Jaroslaw is de eerste belangrijke slag na de herovering van Przemysl. Van nog meer belang dan de materieel© succes sen, en de gevangenneming van 18.000 Russen, is het feit dat nu geheel Midden- Galicië van vijanden is ontdaan. In Z.-O. GaHcië wordt de toestand nog steeds be- heerscht door den strijd om de versterkte rivierlinie. De linie FlumatsjZaleszcyki is grooten deels herwonnen, en door de nieuwe actie tegen Zydacof zal ook het lot van de belangrijke rivierovergangen weldra beslist zijn. Onder de gevangen genomen Russen be vinden zich arbeidersafdeelingen, die onlangs eerst van wapens werden voorzien, en offi cieren klaarblijkelijk zonder voorafgaande opleiding. OOSTENRIJK-HONGARME. De hoSRltaal-honden. De hospitaal-honden, tot het opzoeken van go wonden, hebben vooral gedurende den win- ter-veldtooht in de besneeuwde Karpathon goede diensten bewezen. De „Deutscher Ku- rier" vertelt daarvan bet volgende: Hot zoeken van de gewonden was dikwijls alleen .mógelijk na het invallen van de duister nis. De gewonden waren vaak van do steile bellingen gerold, waar de sneeuw boog opge stapeld lag tussohon de deimemboomen. De bonden werkten zelfs in do diepste sneeuw als in don zomer. Eén bond volgde het spoor van acht gewonden, die van do helling gerold wa ren, in een ravijn terecht gekomen en daar stellig in de Februarikoude bevroren zouden zooals Maseey, van de „Daily Telegraph" constateert, - generaal C'adorna maakte geen melding van dien opmarsch totdat hij eerst zekerheid had dat er inderdaad een voldoend aantal troepen te Gradisca aan wezig was. Deze generaal is zeer sober in zijn rapporten en laat niets publiceercn waarvan liij niet absoluut zeker is. In de eenvoudigste bewoordingen worden do ver overingen van de meest gewichtige berg- stellïmgen gemeld. Hot Italiaansche publiek moet dan ook bet grootste vertrouwen heb ben in dezen legeraanvoerder. Het is twijfelachtig of ergens anders op het uitgebreide terrein van dezen oorlog zulke natuurlijke hinderpalen en terrein bezwaren ontmoet worden als in bet noorden en oosten van Italië en of ergens anders zulke staaltjes van bergbeklimmen en vech ten op bergwegen te zien zullen zijn. Op de rotspaden en gladde, smalle berg wegen, waar zelfs de voorzichtige geoefende muilezel zijn poot niet durft zetten, wordt de bergartillerie door de Italiaansche Alpen- troepen omhoog getrokken door de in dat soort werk geoefende en bewonderenswaar dig handige Alpenjagers. Toen de gevech ten daar in de hoogte begonnen, vonden de Oostenrijkers ©en voldoende boeveel heid artillerie daar gereed staan om hen te^en te houden. De aanvoer van mu nitie en proviand ging door middel van een aaneengeschakelde keten van soldaten die, als een langen stoet van mieren, uit de da len naar boven klom, precies elkaar's voet stappen volgende tusschen de rotsen en tegen do. hellingen en op en afgaande, on vermoeid elkaar met touwen steunende, trekkende en hijsohende- Iedereen was doordrongen van wat de zwaar gewonde kolonel Rossi van het 12e Bersagüori-regiment vóór zijn dood zeide en dat zioh onder alle troepen heeft verspreid ,,Bersaglieri Avanti De koning van Italië bezoekt alle voor naamste punten,. 0nlang6 kwam hij aan een station waar ook een trein met troepen voor 1 het front stilstond, die wachtte tot de koninklijke trein naar Rome vertrok. Een soldaat verliet den trein met een groot pak briefkaarten in zijn hand om die even aan dat etatiou te posten. Hij zag den koning die naar hem keek en echrok daarvan zóó hevig dat hij, pogende te salueeren, het heele pak kaarten liet vallen. De koning vroeg naar de bestemming dier kaarten en toen de man antwoordde, dat ze alle voor „thuis"- bestemd waren, hielp de koning hem aan 't oprapen, nam het geheele pak over en zeide dat hij eerder te Rome zou zijn en ze dus wel zou laten bezorgen 1 Wat betreft de bezetting van Gradisca zoo valt nog op te merken, wat ook Beau mont, de correspondent te Milaan van ge noemd blad, zegt dat de Italianen daar door meester zijn van de geheele beneden Isonzo. De Oostenrijkers moeten, zich ge reed gemaakt hebben voor een hevigen tegenstand op den Monte Michele (iet6 noord-oosteHjker naar Görz toe) en op an- Bij het dorp Neuville St. "Vaast op het Westelijk oorlogsterroin is in de laatste weken zeer hevig gevochten. Volgens de telegrammen uit Parijs zijn de Franschen daar vooruitgedrongen en hebhen zij ten slotte het geheele dorp veroverd Maar 't ging voetje voor voetje en dag na dag. Huis na huis moest den Duitschers ontnomen. Dat er zoodoende van de eens zoo bloeiende plaats niet veel overbleef is te begrijpen. We zien hier een afbeelding van het dorp in puinhoop. zijn, als er niet spoedig redding opgedaagd was. Een andere ihcmd vond binnen korten tijd tien vermiste gewonden. De hond Itolf vond in één nacht negen ge wonden achter hekken, in struiken en op do beetworbelvelden. Twee dagen later vond hij vijf gewonden in tuinen en kelders. De Duitsche vereeniging voor hospitaal-hon den heeft het legerbestuur tob nu de beschik king gegeven over 1678 honden, waarvan 792 mannelijke on 482 vrouwelijke Duitsche her dershonden, 163 mannelijke en 76 vrouwelijke Dobermanns, 99 mannelijke en 43 vrouwelijke Airedale terrieres, 18 mannelijke en 5 vrou welijke Rottweiler. ITALIË. Italië en OostettrijK, WEENEN. Nieuwe pogingen der Italia nen om onze stellingen bij Tolmein (Görz) en Plava te bestoken blevon weder vruchte loos. Maandag was het in eenige sectoren voor het Isonzo-front mistig. Een door een parlementair overgebracht verzoek om het vuur te staken teneinde ge legenheid te geven de dooden te begraven, werd om militaire redenen van de hand gewezen. Aan de Karinthisol.e grens nam de Stier- miarksche landstorm den Kleinen Pal ten oosten van den Pló'ckenpas en sloeg drie tegenaanvallen van den vijand op dezen gren&berg af. In het Tiroolsehe grensgebied trachtte de vijand te naderen, en onderhield hij artil lerievuur op onze stellingen, maar zonder eenige uitwerking. Op één punt aan de grens noodzaakte een gendarmerie-post, zonder zelf verliezen te lijden, een Italiaansche compagnie tot den terugtocht en nam daarbij 58 Italianen go- vangen. De Alpenoorlog. De bezetting van Gradisoa was Zondag j.l. reecls officieel bekend te Rome. Uit nadere berichten blijkt dat de cavalerie, eerst in patrouilles en later talrijker en ondersteund door artillerie, de plaats binnentrok. Dit was reeds voldoende om te verklaren dat do Italianen-daar- dere booge punten bij de stad, maar toen de Italianen ook Monfalcone bezet hadden (zuidelijker, vrij dicht bij de golf van Triest gelegen) retireerden zij en lieten dat belangrijk zg. bruggehoofd", dat teveus een 6poorwegpunt van belang is, in 's vijands handen. In 1866 werd daar ook hevig gevochten. Toen was generaal Raf- faele Cadorna, de vader van den tegenwoor- digen chef van den generalen staf, de aan voerder. Voor de Milaneezen is de herinne ring aan die gevechten in deze dagen merk waardig, daar destijds de groote Milanee- sche patriot Frederico Confalonieri te Gra disca in een hol in de rotsen werd gevan gen gezet voor den tijd van vijftien jaar. Tusschen Gradisca en Triest schijnen do Oostenrijkers zich thans in verdedigings posities te hebben vastgezet. Een corres pondent dien het gelukt is daar iets van te zien, vertelt dab daar door de Oostenrij kers Lvele Russen en Serviërs aan heb werk gezet zijn om loopgraven te maken tel' hoogte van Prosene, Contonello en San Croce, plaatsjes, die zeer dicht bij Triest, aan de golf en aan den spoorweg gelegen zijn, doch toch nog een paar duizend voet boven de zee. Dit beteekenb dat men voor nemens is Triest van die zijde zoo stork mogelijk te verdedigen tegen het klaarblij kelijk zeer aanstaande ojiruklccn der Italia nen naar die stad. Bij de fortificaties van Tolmino, dus veel hooger op aan do Isonzo, waar de gevech ten om den Monte Nero plaats hadden of nog hebben, schijnen clo Italianen nog niet verder te kunnen komen. Do Alpen jagers en Bersaglieri hadden daar, in het zeer I hooge bergland, te vechten tegen zes ba taljons Oostenrijkers, die uit de richting van Plezzo kwamen, Ook daar, waar het landschap één aan eenschakeling is van hooge loodrechte berg toppen, scherpe en steile berghellingen, zeer diepe en hoogstgevaarlijko afgronden en kloven, hebben de Italiaansche berg troepen staaltjes van durf en geoefendheid vertoond, waarover de gemzen zouden ver stomd gestaan hebben, wanneer die niet reeds lang door al het schieten en rumoer in die andere stille bergen gevlucht waren. TURKIJE. Aan do Dardanelles LONDEN. Op Galipoli heeft zich de strijd ontwikkeld tot, eon loopgravenoorlog. Na onze overwinning op 4 Juni hebben de Tur ken grooten eerbied gekregen voor ons of fensief en dag en naoht moeten zij ervoor waken, dat .wij hunne loopgraven niet nemen. Op 11 Juni deden twee Engelsclie regi menten gelijktijdig een aanval op de Turk se he loopgraven. Na een hevig gevecht wis ten zij zich daarin te handhaven. Ondanks do beschieting met bommen namen zij de stelling. In den ochtend van 13 Juni deden de Turken een tegenaanval, zij kwamen echter onder het vuur der marine-machinegeweren on van de vijftig aanvallers sneuvelden <r dertig. De lijken lagen voor onze loop graven. De toestand is gunstig, de vooruit- gang gaat echter langzaam ten gevolge van do moeilijkheden, die het terrein biedt. Het Turksch offensief is merkbaar ver slapt. KONSTANTINOPEL. Het Hoofd kwartier bericht: Aan heb Dardanel- lenfront vernielde in den ochtend van 13 Juni tegen tegenover onze Ariboernoe opgestelde artillerie-de stelling, die de vijand onlangs yoor zijn bommenwerpers heeft op gelicht en zijn stellingen .voor machinege weren. Door dit krachtdadig vuur van onze ar tillerie brak achter de vijandelijke loop graven een brand uit, die een half uur duurde. In den nacht van 13 op 14 Juni drong een onzer kleine verkenningspatrouilles de loopgraven van den vijand b'j Sedul Bahr binnen en maakte een machinegeweer met toebehooren, benevens 15 geweren met ba jonetten en een menigte patronen buit. Maandag vloog een onzer vbegers over de eilanden Imbros en Lemnos en wierp bom men op het vijandelijke kamp op Lemnos. Onze kustbatterijen beschoten gisteren de vijandelijke artillerie-stellingen bij; Sedul Bahr, het kamp en transportschepen. De vijand, die bijna dagelijks aan het kracht dadig vuur dezer batterijen is blootgesteld, Het gisteren een vlieger zeven bommen daarop werpen, maar deze richtten geen schade aan. "Van de andere oorlogstooneolen zijn geen nieuwe berichten ontvangen. En den Kaukasus. KONSTANTINOPEL. Het Hoofd kwartier berichtAan het Kaukasus- fronb trok de vijand Maandag op in de richting van Olty; nadat hij zich echter overtuigd had, dat onze troepen tegen hem. oprukten, trok hij snel terug en liet hij zijn stellingen geheel en al in den steek. Wij bezetten ze daarop. Aan het Dardanellen-front schoten gis termorgen twee vijandelijke oorlogsschepen onder bescherming van zeven torpedcibooten ongeveer 90 granaten af op eenige onzer stel lingen bij Ariboernoe en Sedul Bahr. Zij hadden echter niet het minste succes eu voeren weldra daarop naar Imbros. Te land heeft slechts een zwakke artil lerie- en i nf anberie-bescliieti ng plaats ge had. Onze Anatolische batterijen richtten met succes het vuur op den vijand. Den 24sten Mei verscheen een Engefeche kruiser voor de kleine stad Moyileh aan de kuc-t van Medina aan de Roode Zee en liet een vliegtuig boven de stad opstijgen. Het -vliegtuig werd door onze soldaten en vrijwil ligers naar beneden geschoten. Aan de andere fronten geen wijziging. ZWITSERLAND Een vredesbijeenkomst te Bern. De Nederlandsche Anti-Oorlog Raad meldt: D'e dezer da,gen1 te Bern gehouden Inter nationale Conferentie, tezamen gekomen op uitnoodiging van de „Ligue pour la Defense de l'Humamtc eb pour 1'Organisation de son Progrcs", heeft met algemeen© stemmen do levendigste sympathie uitgesproken met- hel; Minimum-Programma van de „Centrale Organisatie voor een Duurzamen "Vrede", vastgesteld op de in April te 's-Gravenbage gehouden internationale bijeenkomst van den „Nederlandsche Anti-Oorlog Raad". Op deze bijeenkomst te Bern waren ook vertegenwoordigers van pacifistische ver- eenigingen in Frankrijk en Italië tegen woordig, zoodat thans ook in die landen propaganda voor liet- Minimum-Programma zal worden gemaakt. VEREEMBGDE STATEN. Amerika en de vrede, WASHINGTON. In tegenspraak op het bericht, dat de Vereenigde Sta ten niet geneigd zijn mede te doen aan verschillende pogingen van onzij- digen in verband met het herstel van den vrede in Europa, heeft president Wilson heden verklaard, dat do Regeering al het mogelijke zal doen om elke beweging aaji te moedigen, welke den vrede kan bevor deren of de verschillende Europee6cbe 'be langen met elkander in overeenstemming kan brengen. ZUfiD-AFRIKA. Christiaan de Wet. BLOEMFONTEIN. Het rechtsgeding te gen Christiaan deWet werd Dius- dag voortgezet. Uit het verhoor der getui gen ïi. charge, dat thans geëindigd is, bleek, welke schade door D e W e t's volgelingen is aangericht aan regeerings-eigendoramen. Kolonel Fowl. kapitein-geweldiger, verklaarde, dat het aantal der Vrijetaat- sclie rebellen meer dan 7000 bedroeg en dat Maritz, toen hij tot op den opstand over ging, 890 man, vier kanonnen en zes honderdduizend geweer-patronen medenam. Verschillende, getuigen a décharge hand haafden hun verklaring, dat volgens de op vatting der rebellen, de opstand alleen lx doekl was als een protest tegen, den.veb! tookt tegen Duitsch Zuid-West-Afrika. Eé getuige verklaarde, dat De Wet gèzeg had, dat wapens alléén noodig waren, om kracht bij te zetten aan het protest. Generaal 'Kemp, aanvoerder der opstan delingen, die, in afwachting van de behan deling zijner zaak, als getuige a décharge op trad, verklaarde, dat de vergaderingen op Lighteriburg Kopjes alleen bedoeld waren als een protest tegen den veldtocht tegen Duitsch Zuid-West-Afrika en dat er geen sprake was van de oprichting eemer repu bliek. Er was niets gezegd, dat als ©ene bedreiging tegen de vlag kon worden be schouwd en- ©r-was ook geene: samenzwering

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2