No. 131.
Vrijdag 18 Juni 19f5
Orgaan voor Leger en Vloot.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Vader en Zoon,
De tosstand in den reuzenstrijd.
GEBRS. DüBBELMANH. Zeepfabrikanten.
Oplaag 4S,00Ö exemplaren.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z.4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
WEEK LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAIN
REN 8 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor AdvertenïiSn wende men zich tot het AJg. A'lvertentle-Bure&u ROUMA&Co,
Heerengracht 226 Amsterdam, totde Drukke/ij „Jacob van Cam pen" N. Z. Voorburgwal
284-240 (Keizerryk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Pakstrinaatraat 10,
Amsterdam. Prys der AdvertentiCn per regel 30 cent. By' abonnement reductie
De strijd aan de Oostenrijksch-Italiaansche grens schiet niet hard op. 't Kan
zijn, dat dit ten deele komt, omdat men van weerskanten er nog geen ernst mee maakt,
en Oostenrijk-Hongarije in 't bijzonder in 't Oosten meer wordt bezig gehouden,
Maar daar komt ook bij, dat het terrein in dezen nieuwen oorlog al heel moeilijk -is
voor groote operaties, voor een ontplooiing van belangrijke strijdkrachten. De strijd
wordt gestreden in de Alpen of althans in de uitloopers er van en hoe het er daar
uitziet, toont onze p'.aat aan. Rotsen, bergtoppen, passen en kloven vormen het
terrein en maken-het voorwaarts rukken vaak iets heel moeilijks, soms iet3 onmogelijks.
Herdenking
QyaSre Bras en Waterloo
Woensdag jl. werd de onderstaande order
van den Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht aan alle troepen voorgelezen:
Order voor de Land- en Zeemacht
op 16 Juni 1915.
De dagen van 16 en 18 Juni 1915 ver
levendigen de herinnering aan de vóór
honderd jaren door de voorgangers van de
moeste Nederlandsche korpsen verrichte
roemrijke daden tot bevestiging van het op
16 Maart 1S15 gestichte Koninkrijk, welke
daden in de' registers der mede honderd
jarige Militaire Willemsorde zijn geboekt.
Op dezen merkwaardigen dag is het mij
een behoefte mijne tevredenheid te betui
gen aan de Nederlandsche krijgsmacht, bij
don geweldigen volkenstrijd tot handhaving
onzer onzijdigheid te zamen geroepen.
De overwinningen van Quatre Bras en
van Waterloo waren te danken aan de rots
vaste houding en de trouwe kameraadschap
der verbonden troepen, aan de zelfstandig
heid onzer bevelhebbers onder aanvoering
van den Prins van Oranje.
Aan die voorbeelden ons spiegelende, go-
bieden plicht, eer cn belang, om tot be
houd van 's lands aloude, dierbare vrijheid
waakzaam, krachtig en gereed te blijven.
Leve de Koninginl
's-G ravenhage, 16 Juni 1915.
De Opperbevelhebber van Land
en Zeemacht,
get. Snijders.
Naar het Engelsch
6
Nu kwam de groentenverkooper de trap
opstrompelen. Hij moest het geld hebben,
dat men bem schuldig was voor do kooien,
die hij dien morgen gebracht had. Robert
kou hem slechts beloften geven, en de man
liet zich een paar harde woorden ontvallen,
over deftige menschen, dio goed leefden
van hetgeen zij aan eerlijke lieden schuldig
waren. Dit deed hem tot ander*) gedachten
komen. Toen de man vertrokken was,
leunde hij met zijn elleboog op den schoor
steenmantel, in sombere gedachten ver
diept. AL het verschrikkelijke van zijn toe
stand, en dit in een overdreven vorm,
kwam hem voor den geest: hij had een ge
voel, alsof hij een wanhopig besluit moest
nemen. Wat Mrs. Seaton op zijn gelaat
zag, vervulde haar met een nameloozen
schrik.
„Robert!" ziede zij zachtjes, nadat zij
diep adem gehaald had, „ochwanhoop
toen niet! God zal onzer zeker wel gedach
tig zijn, als wij slechte op Hem vertrou
wen."^
«Mij dunkt toch, dat Hij niet veel voor
Ds Slag bij Waterloo.
Vrijdag, 18 Juni, viert de wereld, thans
weer in een geweldigen krijg gewikkeld, de
herinnering aan een veldslag, die ontzag
lijke gevolgen voor schier geheel Europa
heeft gohad, die het reods wankele wereld
rijk van Napoleon voorgoed in puin stortte,
die aan vele volken voorgoed de vrijheid te
ruggaf, den slag bij Waterloo. Voor ons
Nederlanders is die slag van niet geringe
beteekenis geweest; niet alleen hebben vele
Nederlandsche krijgers er aan deel genomen,
heeft een prins van Oranje, onze latere ko
ning Willem II, er zijn bloed gestort, maar
wij ook hebben daar onze nationaal bestaan,
onze vrijheid herwonnen. Van deze bloedige
worsteling van 18 Juni 1815 een kort ver
haal te geven is het doel van dit artikel.
Napoleon, door de mogendheden, die hem
onttroond hadden, naar Elba verbannen,
was vandaar teruggekeerd, geestdriftig door
het grootste deel des volks en door zijn oude
generaals en troepen ontvangen hij kwam
r.a een zegetocht door Frankrijk terug te
Parijs en nam weer liet bewind op zich^
de heerschappij der „honderd dagen" be
gon. De Fr arische keizer beloofde aan de
Europeesche mogendheden, dat hij van ver
dere veroveringen, van nieuwe oorlogen af
zag, hij wilde rustig zijn eigen land regee-
ren. Er was een neiging onder de vorsten
hem te gelooven, misschien zag men ook op
tegen een nieuwen strijd, maar daar begon
Joachim Murat, een der grootste veldheeren
van Europa, en van zoon van een herbergier
opgeklommen tot koning van Napels, den
strijd. Hij had zich eerst van Napoleon ge
scheiden, zich met Rusland en Oostenx-ijk
\erzoend, maar voelde berouw, en toen Na
poleon weer ta Parijs was, verklaarde hij
Oostenrijk den oorlog, tegen den zin van
zijn keizer, en zijn troepen trokken op
raar 't noorden. Nu zagen de verbonden
Europeesche vorsten in, dat de Napoleon
tische veroverings-geest nog altijd niet ge
storven was en zij verklaarden den Fran
schen keizer den krijg.
ons doet", luidde het bittere antwoord;
maar werkelijk was hij bijira radeloos en
had hij allen moed verloren. „Wij hebben
nog al lang op hulp van den een of anderen
aard gewacht."
„Robert. Robert! Och. verlies je geloof
in God toch niet!" zeide zij op smeekenden
toon. „Dit zou mijn dood zijn. Zoo'lang als
jij het kunt uithouden, kan ik het ook."
Hij legde haro hand in de zijne en sloeg
zijn arm om haar heen. Zoo bleef hij gedu
rende eenige minuten staan, maar zeide
niets, en keek slechts in het vuur en dacht
na. „Moge God mij kracht geven om het
te doen!" was het besluit, waartoe bij ein
delijk bij zich zeiven kwam.
„Waar ga je naar toe, Robert?" vroeg
zij, want hij begaf zich naar do deur.
„Ik moet even een boodschap doen,
Anna! Ik zal niet langer uitblijven dan
noodig is."
„.Maar waar moet je dan naar toe?"
vroeg zij, en hij ondekte een zonderlinge
bekommering in haren blik en in hare stem.
„Een poging gaan doen om iete voor
morgen te eten te krijgen. Ik zal zoo gauw
als mij maar mogelijk is terugkomen."
Nadat hij haar even een hartelijken kus
gegeven had, als hij in hunne gelukkiger
dagen altyd had gedaan, deed hij een zwart
Napoleon .nam den 6trijd aan. Aan het'
hoofd van vier legerkorpsen, ter sterkte van
128,000 man en bestaande uit de dappere
keizerlijke garde, uit oude soldaten, uit vrij
willigers en bataljons der nationale garde,
trok hij onverwachts op naar de zuidelijke
Nederlanden. Hier toch was een Engelsch-
Nederlandsch-Hannoveraansch leger onder
den he'*tog van Wellington saamgetrokken,
90,000 a 95,000 man sterk, waarmede een
Pruisisch leger onder Blücher, 117,000 man,
rich moest vereenigen. In dezen strijd zou
voor Napoleon de beslissing vallen, dat wiet
hij, en de groote vraag was, of het hem ge
lukken zou de legers der bondgenooten, één
voor één, voor zo zich konden vereenigen,
te verslaan. Deze oude taktiek had Napoleon
reeds dikwijls sucoes bezorgd.
Het begin van den veldtocht was den
Franschen gunstig; bij Ligny stieten zij op
de Pruisen en die werden daar wel niet ver
slagen, maar toch teruggedrongen, misschien
ten. deele omdat hun aanvoerder, Blücher,
licht gewond werd, maar ook omdat hij nog.
niet zijn volle legermacht ter beschikking?
had. Een overwinning voor Napoleon was
dit echter niet, want het Pruisische leger
trok in goede orde terug;Napoleon liet haar
vervolgen door een af deeling van zijn leger
onder generaal Grouchy, welke echter den
vijand niet vond, doelloos een paar dagen
ronddoolde, en later te laat bij Waterloo
kwam om daar Napoleon's neerlaag te kun-
r.en verhinderen.
Het gevecht bij Ligny had op 16 Juni
plaals, dienzelfden dag werd elders hard
nekkig gestreden, bij Quatre Bras. Daar,
op het kruispunt der straatwegen van Na
men naar Nivelles, waar Wellington stond,
en van Chareleroi naar Brussel, had de
prins van Oranje post gevat met 6000 man
en 16 stukken geschut. Tegen dezen zond
de keizer maarschalk Ney af met een korps
van 16.000 man infanterie, 5000 ruiters ei}
50 stukken geschut, een drie a viervouj
dige overmacht dus. Tegen dezen geduchteq
vijand, met aan 't hoofd een der beste gene
raals van Napoleon, hield de Nederlandsche
divisie, aangevuurd door Oranjes helden
moed en door de doodsverachting zijner on
derbevelhebbers, uren lang stond, in weerwil
der zware verliezen, vooral door de Fransche
artillerie en cavalerie den meerencleels not
jeugdigen soldatentoegebracht. Eerst Iaat
in den namiddag kreeg Oranje versterking
Picton's divisie, die tot de beste Engelscüe
troepen behoorde, de Brunswijkers onder
hun dapperen hertog, die hier helaas sneu
velde, andere afdeelingen van Wellington's
leger, en ten slotte moest Ney afdeinzen.
Doch wanneer de Nederlanders, die uren
lang alleen moesten strijden, niet zoo held
haftig hadden stand gehouden, zou Ney zich
in den rug van Blücher hebben kunnen
werpen in den slag te Ligny, was het Prui
sische leger verloren geweest en had Napo
leon den slag van Waterloo gewonnen.
Intusschen, totnogtoe was de strijd voor
Napoleon niet ongunstig verloopen en zijn
leger had weinig geleden, het kon verder
oprukken naar 't noorden. Wellington, die
van den aftocht der Pruisen had gehoord,
was nu teruggetrokken in de richting van
Brussel, een half uur ten zuiden van het
dorp Waterloo. Napoleon trok hem na en
op 17 Juni lagen hier de vijandelijke legers
tegenover elkaar. Napoleon brandde van
verlangen om den slag te beginnen, maar
de regen viel in stroomen neer en er was
geen denken aan. De keizer was voor niets
zoo bang ala dat Wellington in den nacht
zou aftrekken en den slag vermijden; meer
dan eens stond Napoleon op van zijn leger
stede, maar telkens zag hij nog de wacht
vuren van den tegenstander branden op de
zelfde plaats.
Maar Wellington dacht niet aan een te
rugtocht. Hij had. al zijn beschikbare strijd
krachten, ongeveer 68000 man Engelsche,
Nederlandsche, Nassausche, Brunswijksche
en Hannoveraansche troepen, vereenigd
op een voor de verdediging uiterst geschikt
terrein, van welks voordeden hij bovendien
met meesterlijk beleid partij had getrokken
en dat niet meer dan drie uur verwijderd
was van Wavre, het middelpunt der Pruisi
sche krijgsmacht.
Zoo wachtte Wellington op Zondag 18
Juni den eersten aanval der Franschen af.
Deze kwam eerst omstreeks den middag,
voor dien tijd was op den door den regen
doorweekten bodem een slag onmogelijk.
Die eerste aanval gold de zeer sterke stellin
gen vóór de slaglinie der bondgenooten go-
legen: Hougomont, La Haye Sainte en
Frichermont. De Franschen vielen aan met
hun onstuimige dapperheid, als steeds, wan
neer Napoleon aan hun hoofd stond, maar
zij werden ontvangen met even on wrikba
ren heldenmoed door de bondgenooten.
Hougomont werd ten slotte in een puinhoop
herschapen, La Haye Sainte viel 's avonds
zes uur in handen der Franschen, de ge
bouwen van Frichermont werden voor een
deel ontruimd door de troepen van Saxen-
Woima-r. Het gaat niet aan in dit kort be
stek al de bijzonderheden van den dag te
beschrijven, maar om zeven uur 's avonds
was eik«3 storm op de door Wellington be
zette hoogten, zij het ook ten koste van
zware verliezen, zegevierend
lakenschcn mantel om en liep de trap af.
De mantel 6oheen beter te zijn dan h:; wer
kelijk was, want de motten hadden er een
menigte gaatjes in gemaakt, zooals te zien
was, wanneer hij tegen het licht gehouden
werd. Hij had dien eens trachten te verpan
den, maar de lombardhouder wilde hem
niet aannemen. Dicht in dien mantel ge
wikkeld en met zijn hced diep in de oogen
gedrukt, zou hij niet gemakkelijk te her
kennen zijn.
Robert Seaton ging de straat op om te
zingen. Hij had hiertoe eindelijk den moed
gekregen. In de duisternis van den avond
en door zijn kleeding onkenbaar gemaakt,
kon hij dit gerust doen. Het zou hem mis
schien een kleinen oogst van zilver opbren
gen. Wat hij ook mocht verloren hebben,
zijn fraaie stem niet.
Hij spoedde zich voorwaarts, de eene
straat uit, de andere in, al meer en meer
naar de groote stad toe. Nadat hij in een
stille straat gekomen was, waarin een lange
reeks prachtige huizen tegenover eenige
boomen stond, dacht hij, dat het hier een
goede plaats zou zijn om te beginnen. De
meeste huizen waren helder verlichtge
lukkige gezinnen hadden rich hier vereenigd
om het Kerstfeest te vieren. In de voorka
mer van een der eersten stonden de luiken
Op dit tijdstip, 's avonds om 7 uur, werd
do voTsteling bij Waterloo zoo wanhopig,
zoo bloedig, dat de krijgsgeschiedenis van
allo volken tot vóór onzen tijd, nauwelijks
een weergade weet aan te wijzen. De Prui
sen hadden hun woord gehouden en waren
van Wavre opgerukt, maar Fransche rui-
terkorpsen. trokken hun tegemoet en dreven
hen tegen den avond zelfs terug uit het
eerst bezette dorp Planchenoit, op den rech
tervleugel van 't Fransohe leger. Napoleon,
die vergeefs naar Grouchy*s legerkorps uit
zag, besloot nu door een geweldige inspan
ning van al zijn strijdkrachten door het cen
trum des vijands heen te breken, voordat
de Pruisen op het slagveld verschenen. Tegen
Wellington's voornaamste stelling, tusschen
de wegen naar Nivellea en Charleroi, kwa
men de Fransche ruiterdrommen onder Kei
lerman, Milhaud, Ney aanstormen. Vooraf
had een geweldig tirailleur- en artillerie
vuur uit het veroverde Haye Sainte op de
gelederen der bondgenooten gericht, c'ien
aanval voorbereid. Vrecselijk was de schok,
van zulke ruiterbenden, onder zulke aan
voerders, op de Engelsch-Nederlandacho
troepen. Maar die stonden pal. Tot
elf maal toe werd de charge herhaald, tot
elf maal toe werd zij afgeslagen, 't
Was, schreef later een ooggetuige, een
Fransch generaal, of zij in den grond
geworteld stondenDat was te dan
ken aan dén heldenmoed der strijders, maar
niet minder aan de. kalmte en onverschrok
kenheid van den aanvoerder Wellington, aan
'de dapperheid van Oranje, Hill en andere
generaals.
Napoleon geeft den strijd niet op. Er
moet nog één aanval worden gewaagd,
waarbij alles op het spel wordt gezetBülow
heeft met zijn Pruisen Pianchenoit weer
aangevallen; Ziethen's colonnes ziet men
van verre naderen; van Grouchy is nog niets
te bespeuren. Nu komt de Fransche garde
in actie; Ney, de dapperste der dapperen,
zal haar -aanvoeren; te voet, met getrokken
degen, marcheert de maarschalk van Frank
rijk naast de berenmutsen der grenadiers
°P*
Wellington trekt op het bedreigde punt
al zijn beschikbare troepen, voetvolk en
ruiterij, samen. Nauwelijks is de strijd be
gonnen, of daar wordt de prins van Oranje,
die met zijn gewone ontstuimige dapper
heid zijn troepen in 't vuur brengt, door
een musketkogel in de borst getroffen en
Half bewusteloos weggedragen. Zijn troe-
j-en, van hun aanvoerder beroofd, wijkeu
terug. Op hetzelfde moment echter daagt
uit een verlaging van het terrein, de Engel
sche garde onder Maitland op. „Op garde,
valt aan!" weerklinkt het bevel. De garde
valt aan en drijft de eerste colonnee der
Fransche grenadiers terug, den heuvel af,in
overijlde vlucht. Ma-ar de tweede colonne
der Franschen verschijnt en de Britten wij
kon nu in wanorde terug. Doch de overige
Engelsche infanterie opent een krachtig
geweervuur, de Nederlandsche rijdende ar
tillerie onder Van der Smissen komt voor
uit en zendt zijn kartetsen in de gelederen
der vijanden. Chassé valt met zijn Neder
landsche brigade <le Fransche colonne in de
linkerflank, en ook deze wordt den heuvel
afgejaagd.
En nu dondert het kanon van Ziethen
over het woelige slagveld. Do verdedigers
worden aanvallers'. De Engelschen werpen
zich op den geslagen vijand, de Pruisen
vallen krachtiger en geweldiger aan. Er is
onder de bondgenooten een geestdrift en
heldenmoed, waaraan de Frajischen geen
weerstand kunnen bieden. Nog poogt Na
poleon zijn geslagen troepen weer te verza
melen; het overgebleven regiment der garde
schaart zich in carré, 't Is allee vergeefsch,
de slag is verloren; het Fransche le
ger ontbindt zich, vlucht in ordelooza
massa's van het slagveld. Men zegt, dat
Napoleon zich midden in het krijgsgewoel
wilde werpen en den heldendood sterven,
maar dat zijn generaals hem met geweld
meevoerden. Het laatste carré der garde
weigert zich over te geven en sneuvelt met
het wapen in de vuist!...
Op de hoeve La Belle Alliance ontmoet
ten Wellington en de lichtgewonde Blücher
elkaar. Zij spraken af, dat de troepen des
laasten, die betrekkelijk weinig hadden ge
leden, den vijand zouden overvolgen. Die
vervolging werd met kracht doorgezetmen
gunde den Franschen geen oogenblik rust of
verademing; duizenden soldaten, een groot
aantal kanonnen en een aanzienlijke hoe
veelheid krijgsvoorraad vielen den over
winnaars in handenNapoleon's leger was
vernietigd, rijn macht had uit!
Dóch de zegepraal was duur gekocht:
25,000 a 30,000, dooden en gewonden lagen
op het slagveld en onder hen bevelhebbers
van grooten moed, bekwaamheid, krijgsbe
leid.
Napoleon, zonder hoed of degen ge
vlucht van het slagveld vol bloedplassen,
dooden, gewonden, wapenen, bereikte
over Charleroi, Philippeville en Laon de
de Fransche hoofdstad.
open, en daardoor kon hij duidelijk zien,
dat er eene sofa dicht bij het raam geplaatst
was, waarop een heer lag. Ja, dit was zon
der twijfel zulk een gunstige plaats, als
niaar mogelijk was.
Het hart van Robert Seaton klopte en
bonsde, alsof hij op het punt stond cm een
i misdaad te plegen. Hij kon het maar niet
i over zich verkrijgen, zijn stem te verheffen.
I Wel tien minuten lang stond liij besluite-
j loos. En toen deed hij zich zei ven allerlei
1 verwijtingen en trachtte zich diets te ma
ken, dat hij werkelijk een straatzanger was,
en troost te vinden in de gedachte, dat zij,
die hem hoorden, er niet aan zouden den
ken, dat hij ooit iets anders geweest was.
Gedurende den geheelen weg, dien hij
had afgelegd, had hij er over nagedacht,
waarmee hij zou beginnen. Niet met een
van die onbeduidende liedjes uit den nieu-
i weren tijd, zooals men gewoonlijk hoort
I dat zij hem te pijnlijk gevallen zijn. Daar-
j om begon hij met een van die oude melo-
dieën, die altijd welkom zijn.
m.
Het was een suite, die helder verlichte
j zaal, waarvan de luiken openstonden. In
1 het achterste vertrek, waarvan de deuren
[slechte half geopend waren, zaten vier per
Het wordt al moeilijker zich er een voor-
steding van te maken, hoe deze oorlog zal
eindigen, van het wanneer spieken
we heeleinaal maar niet, al zal deze krijg
ook zijn verrassingen nog wel hebben. Voor
alsnog is alles in de toekomst even duis
ter a.s bij het begin van den oorlog. Wij
begonnen te gelooven, dat Duitschiand ten
slotte wel het loodje zou moeten leggen,
vooral nu Italië er bij komt, nu het in
het Westen niet meer vooruit kan komen en
zijn reserves allengs moeten opraken. Maar
zie, daar toonen de Duitschers en Oosten
rijkers in het Oosten een energie, die aan de
zaken daar een heel andere wending geeft.
Het front der Russen wordt doorbroken,
teruggeduwd, Przemysl wordt herwonnen
verder naar 't Oosten rukken de troepen
der bondgenooten op en het gaat op Lem-
berg aan. Reeds meldde een telegram, dat
de Russen bezig waren deze hoofdstad van
Galicië te ontruimen, maar uit Petrograd
wordt dit tegengesproken. Doch het is zeker,
dat de Duitschers en Oostenrijkers ook ach
ter Przemysl terrein winnen, al gaat het
niet zoo vlug als zij wel dachten, al blijkt
het Russische leger, hoe vaak ook terugge
worpen, nooit verslagen, al biedt het telkens
weer zoo kracktigen tegenstand, dat wij aan
een eindeiijke volledige overwinning der
Duitschers haast niet gelooven.
Met het Russische leger is het trouwens
altijd een eigenaardige zaak geweest; F re
den k de Groote reeds en later Napoleon
hebben dit ondervonden de Russen zijn
sterk in het terugwijken, zonder verslagen
te worden. Hun tegenstanders behalen een
zegepraal, zonder dat rij zelf feitelijk een
nederlaag lijden; elders, verderop, staan zij
gereed den vijand opnieuw te ontvangen.
De bondgeuooten doen hier dezelfde erva
ring op, en we bewonderen niet zelden de
taaiheid van het Russische leger, alleen is
daarmee niet in overeenstemming het trans
port, de toevoer van levensmiddelen en mu
nitie, de intendance. Daardoor voor een
groot deel komt het, dat de Duitsch-Oosten-
rijksche legers steeds verder oprukken, dat
we den dag zien naderen dat de Russen te
ruggeworpen zijn uit Galicië.
Dan is dus het gebied der bondgenooten
bevrijd van vijandendan kan de strijd in
't Oosten eonigszins tot rust komen, en kun
nen de Duitschers grooter kracht zetten
tegen 't vijandelijk front in 't Westen en de
Oostenrijkers tegen Italië. Nog is het niet
zoover, maar de kans is er en daarmee
lijkt het einde van den krijg verder verwij
derd. Want aan den vrede schijnt niemand
te denken; Engeland allerminst, dat,zich
steeds sterker uitrust en van het land „een
groot arsenaal" maakt; Frankrijk ook niet,
dat den vijand op zijn gebied met steeds
grooter kracht en moed aanvalt; noch Ita
lië, dat eerst aan 't begin van zijn strijd
tegen Oostenrijk staat en nu al plannen
maakt, hoever hot daarin zal doordringen.
De 6trijd duurt dus voort aan allo kan
ten, maar zonder vee! verandering te bren
gen, behalve in het oosten. De successen
der Franschen ten zuiden van Atrecht
(Arras) hebben nog altijd alleen plaatselijk
belang, van ©en doorbreking schijnt geer:
sprake. Dat Amerika een nieuwe vijand zal
zijn bij de vele van Duitschiand, lijkt niet
meer zoo waarschijnlijk ;wc zeiden reed?,
det de nota der Vcreenigde Staten vol
strekt geen ultimatum is, en denkelijk zui
len de beide mogendehden wel tot oen ver
gelijk komen, rneent men van weerskanten,
lloe dit vergelijk er uit zal zien, lijkt no*
een raadsel. Zal Amerika er zich bij neer
leggen, dat Duitschiand mailbooten en
neutrale handelsschepen torpedeert? Of
zal deze laatste mogendheid haar zeeoorlog,
den strijd met onderzeeërs, wijzigen Geen
van beide lijkt waarschijnlijk, het laatste
alleen als Engeland den uithongeringsoor-
log tegen Duitschiand, de „blokkade uit de
verte' opheft, en zou Engeland daartoe
willen overgaan en toestaan, dat Duitsch
iand levensmiddelen ontvangt van de neu
tralen Het lijkt er niets op; Engelands ge
dragingen tegenover den Zwdeedschen poet-
dienst en Zweedsche handelsvaartuigen be
wijst anders, en de manier, waarop Italië
optreedt tegen Zwitserland geeft ons duide
lijk te kennen, hoe de geallieerden Duitsch-
land en Oostenrijk willen afsluiten, ook te
lande.
_Hoe men de zaak ook bekijkt, men ziet
niet in, hoe er eenige verandering, eenige
toenadering kan komen, een oplossing
ten Blotte, die tot den vrede zou kunnen
voeren. Kans voor een beslissing in het
westen, en ook zelf6 in bet oosten, is er nog
niet: de bondgenooten noch de Entente ge
ven blijken, dat zij genoeg krijgen van den
strijd en een einde zonder beslissing wen»
i eclien. Steeds grooter wordt de verwarring
j in den Balkan, steeds heftiger in Engeland
de kreet van een krijg tot het bitter einde,
j Eiken dag opnieuw gaat deze oorlog zijn
I ouden gang, met bombardementen, storm-
I aanvallen, torpedecring van handelssche
pen, van strijd op verschillende fronten:
in België, Frankrijk, Polen, Galicië, aan
j de Itaiiaansche grens, bij de Dardanellen,
j in Kaukasië, enz. En even troosteloos kun-
I nen wij eiken dag vragen: hoe en wanneer
komt het einde? Maar, we zeiden het
reeds, de oorlóg kan zijn verrassingen
heb; en waar men geen matoriëele uitput-
ting kan erlangen, zal er misschien mor'ecle
uitputting komen, een verslapping van de
I geestkracht en zal men van weerskanten in
zien dat het eindelijk des bloedvergietena
genoeg is.
BELGIË
Een Zeppalln-hal vernield.
Een onzer berichtgevers meldt:
Een mededeeling van de Londensche
admiraliteit meldde 7 Juni, dat ©en lucht-
raid ondernomen werd tegen de Zeppeiinba!
te Evere bij Brussel door twee Engelsche
aviateurs. De hal werd door bommen in
brand gestoken. Men wist toen echter nog
niet of de loods een Zeppelin bevatte.
Wij kunnen nu melden, dat te Evere
inderdaad een Zeppelin vernield werd. Zeven
I lange spoorwagens, vol met verwrongen
i ijzerwerk overblijfsel van het luchtschip
I zijn naar Duitschiand vervoerd.
ÓÜITSCHLAWD,
Vliegeraanval op Karlsruhe.
KARLSRUHE. Dinsdagochtend vielen
ongeveer vijf vijandelijke vliegers de stad
Karlsruhe aan, gedurende drie kwartier.
Meerdere personen werden gedood of ge-
kwetst. Op verschillende plaateen werd on-
i bet-eekoner.de militaire schade aan voorwer
pen toegebracht.
KARLSRUHE. Omtrent den vlieger
aanval worden de volgende nadere bijzon-
MEX LETTE
bij het koopen van onze KARNEMELKZEEP
vooral op ons gedeponeerd Fabrieksmerk
„HET ANKER" en weigere onvoorwaar
delijk alle andere soorten. Een geregeld
gebruik dezer Zeep maakt de handen
blank als sneeuw, het gelaat zacht als
fluweel.
ALOM VERKRIJGBAAR.
sonen te whisten een bejaard heer met zijn
drie dochters. Een andere dochter stond bij
het vuur te praten met een jonkman, die
vaandrig bij het leger was. De heer, die op
de sofa in de voorkamer lag. was ziek en
wilde graag zoo rustig mogelijk liggen. Hij
was ziek uit Indië in het vaderland terug
gekeerd; en zijn vader en zijn zusters waren
ijlings van het vasteland gekomen om hem
te ontvangen en te verplegen. Dit was
een paar maanden geleden gebeurd. Zooals
hij daar lag, scheen hij een rijzig, knap man
te zijnmaar zijne krachten waren uitge
put en zijn gelaat was door het lijden ver
magerd. De jonge dame, die geen kaart
speelde, trad het vertrek stilletjes binnen
en ging naar hem toe. Zij was de eerste
jeugd al voorbij en had althans vijf en der
tig zomers achter den rug.
„Beste Charleszal je nu stellig niets ge
bruiken? Wat wijn met water? of eén
geklutst ei? of..."
„Niets, Letty!" viel hij haar in de rede.
terwijl hij zijne oogen opendeed. ..Laat mij
maar stilletjes liggenik heb nergens be
hoefte aan."
„Ik hoop, ik hoop, dat je toch niet- in
slaap waart! Heb ik je wakker gemaakt?"
„Ik heb rnV- vc'apen. Is George Calla
way al vertrokken Ï'A
„Neen, hij denkt de Kerstdagen over te
blijven."
De zieke deed de oogen weer dicht, en zij
keerde naar de andere kamer terug. Hij had
zich in gedachten over lndië verdiept. AL
hij deze riekte niet gekregen had, zou hij
nu getrouwd geweest zijn, want hij was me.
eene jonge dame aldaar geëngageerd. Hi:
wist nu, en hij had dit al twee a, drie weke.'
lang geweten, dat er voor hem aan geea
herstel en aan geen huwelijk meer te denken
viel. De ziekte zou, ondanks al de bekwaam-
heid der dokters, „eene krankheid tot den
dood" zijn; en hij deed zijn beet om rich
met zijn lot te verzoenen en vrede te vinden
in de beschikkingen Gods.
Maar toch was zijn hart nog van "bitter
verdriet vervulden bet was hem welkom,
in het stille avonduur daar alleen te liggen
en in de herinnering van het verledene te
leven, ofschoon dit zijn hart- met pijnlijke
gewaarwordingen vervulde. Hoe onbeteke
nend begonnen aardsche belangen hem toe
te schijnen, vergeleken bij die gewichtiger
aangelegenheden, waarmee hij zich al spoe
dig onvermijdelijk moest bezighouden De
aandoeningen van wereldsche eerzucht wa
ren nu voorbij. Dit wa3 slecht» dwaasheid
geweest, zooals hij nu inzag en gevoelde.
CWordl vervolgd:"