Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Na 126 o'Pi5?a'45,ago wan, Zondag 6 Juni 1915 llflll Is®™* sclïfe ^IW^.MDn/iiïÉrS^ ADRIATI-3GHE5«R. Onder redactie van D. MANASSEN. Vader en Zoon. and ia den GE8RS. DOGGELhlAHH, Zeepfabrikanten. DE SOLDATENCOURANT r Jilpei r/VJJfrasi iiO^, ADEES DEK REDACTIE EX ADMIXISTBATIE PALESTEIXASTRAAT 10, AMSTERDAM TELEFOON Z.4988. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER "WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI- REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertentiün wende men zich toe het Alg. Advertentie-Bureau BOUMA Cc, Heerengracht 22G Amsterdam, tot de Drakkertf „Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot or.re Administratie, Palestrinastraa: 10, Amsterdam. Prijs der Advertentiën per regel 80 cent. By abonnement reductie Naar het Engelsch 2 „Ik zou hier zoker niet gekomen zijn, als ik niet gedacht had, dat uw man het u al verteld had", hernam Miss Barle op aarze lenden toon. „Ik was hier gekomen om eenig nieuws van u te hooren, in de hoop, dat de vooruitzichten nog niet zoo donker rijn, als het zich laat aanzien. Ik dacht, dat ge mij zoudt kunnen meedeelen, dat hij voor zich zelf nog een klein achterdeurtje opengehouden had, en ook voor mijOch .Wat moet ik nu beginnen?" Maar Mrs. Seaton kon haar geen enkel woord van troost meedeelen. Hare gedach ten schenen in een toestand van verwarring te verkeoren. Het ecnige, waarnaar zij nu nog slechts verlangde, was, haren echtge noot te zien, om van hem den staat van zaken te vernemen. Voordat de dag ten einde was, hadden andere vrieidinnen bezoeken bij haar afge legd met moedeloosheid op het gelaat en verhalen van bankroeten op de lippen, en de onwaarschijnlijkste geruchten omtrent die voorbeoldelooze paniek, die in de stad heerschte, aan haar overgebracht. Dezo geruchten klonken althans onwaarschijnlijk in de verschrikte ooron van Mrs. Seaton. Deze bezoeksters kwamen en gingen, en ïoo .werd de dag op de gewone wijs doorge bracht. De huishoudelijke bezigheden gin gen haren gang; er werd op zijn tijd gegeten en gedronken, en de tafel werd gedekt. Te midden van onze grootste rampen gaat het huishouden zijn gang. Welk een spotternij scheen dit alles voor het hart der neer slachtige vrouw, die in angstige spanning op de thuiskomst van haren echtgenoot w achtte Het was zes uur, en nog wachtte zij met het eten; maar de heer des huizes kwam niet om mee te eten. Het rijtuig keerde zender hem terug. Het werd zeven, acht, negen, tien, elf uur. Anna Seaton was tel kens al eens naar de voordeur geloopen om te luisteren, of zij hem ook hoorde aanko men. Allerlei verschrikkelijke onwaarschijn lijkheden kwamen haar voor den geest. Had de schok hem gedood? Was de slag zoo vreeselijk geweest, dat deze hem van zijn verstand beroofd had, en was hij niet bij machte geweest om daaraan weerstand te bieden? Nimmer zal zij dien avond, met pijnlijk wachten doorgebracht, vergeten. De klok sloeg twaalf uur, toen haar echt genoot langs het grintpak kwam aauloopen. Hij zag er bleek en uitgeput uit. Er was eene vergadering in het gebouw der bank gehouden, en dit was do oorzaak, waarom hij zoo lang uitgebleven was. Ten gevolge van den plotselingen slag, die de bank be dreigde, waren de commissarissen tot laat in den avond bij elkaar gebleven en hadden er over gepraat, niet hoe zij dien zouden afwenden, want dat was onmogelijk, maar welke noodlottige gevolgen deze voor ieder lumper zou na zich slepen. Het sas aan Mr. Seaton niet mogelijk op te staan, voordat de overigen dit deden. Hij kon de zaak nu niet meer voor zijn vrouw verborgen houden: met zijn hoofd op de hand leunende, .vertelde hij haar alles. „Robert!" zeide zij, terwijl zij zich ver mande, „kan er dan niets hoegenaamd ge daan worden om den slag af te wenden?" Hij schudde het. hoofd. „Het kantoor is al gesloten." „En wat zal het einde zijn?" Ondanks de bitterheid, die het hart van Robert Seaton vervulde, zou hij over deze vraag hebben kunnen lachen. Het einde? Noch hij, noch eenig ander mensch kon dit immers voorzien! „Miss Barle hoopte, dat je misschien nog hadt kunnen maken, dat zij geborgen was, Robert „Dat wil ik wel gelooven. Anderen zullen er eveneens over denken, en onder deze ook mijn vader. Zijn ongeluk zal voor mij het ergste van alles zijn." „Het zal een onoverkomelijke ramp zijn, zegt Elizabeth Barle. Zij zal van haar huis en van alles wat zij bezit, afstand moeten doen. Iedere shilling, dien zij heeft, was, zooals je weet, in de Groote Leening en Disconto-Maatschappij geplaatst. „Iedere shilling, dien ik bezit, steekt er ook in." Mrs. Seaton wist dit maar al te wel. „Het is een verschrikkelijke tijd", her nam hij, „een bijna algemeen bankroet. Maatschappijen, waarvan men onderstelde, dat zij secuur jwaren, banken, private fir ma's allen gaan over den kop. De pa niek, die vandaag in de City heerschte, was allerverschrikkelijkst. „Maar, Robert! wat heeft er aanleiding toe gegeven?" Wat er aanleiding toe gegeven had? Ro bert Seaton was niet in staat om die vraag te beantwoorden. Vooralsnog begreep hij het zelf niet eens. Het was in de laatste jaren een tijd van overspanning geweest. De wereld had haar ouden bedaarden gang laten varen en was met koortsachtige ge jaagdheid voorwaarts gesneld. De-menschen waren niet meer tevreden geweest, lan- zaam maar zeker tot rijkdom te geraken, zooals in ouden tijd, doch "hadden zich dien met verbazende snelheid weten te verwer ven. Reusachtige maatschappijen waren er gevormd, banken opgericht, geheimzinnige kantoren als uit den grond verrezen. De veilige oude vier of vijf percent interest werd te min geacht, kapitalisten, zoowel kleine als groote, gepensionneerde ambte naren, oude dames en jonge, die eenige duizenden bezaten, moesten zes, zeven, acht de hemel mag weten, hoe veel meer per centen van hun geld maken. Jongelie den, die het leven nog pas intraden, hadden hun huishouden op een grooten voet ingericht en reden in hunne eigene rijtuigen naar de stad, terwijl hunne vaders, die tienmaal rijker waren dan zij, zich nog maar altijd van den omnibus bedien den. Terwijl er zoo veel geld inkwam, ge woonlijk voor een korte poos, kon het niet anders, of alles moest op losse schroeven xakena En een algemeens ineenstorting was hiervan het gevolg geweest. Deze waarheden stonden aan Robert Seaton duister voor den geest. Hij had ze dien dag op het kantoor van de Groote Lee ning- en 'Disconto-Maatschappij door een ervaren man van zaken hooren ontwikke len. Robert Seaton onderstelde, dat er wel iets van aan zou kunnen zijn; hij had daar omtrent nog geene bepaalde meening voor zichzelf gevormd. Hij was een van die velen geweest, die aanzienlijke sommen verdiend hadden, r— en nu had hij alles eensklaps verloren. Zij zaten gedurende het grootste gedeelte van den nacht met elkander over de zaak te praten, zonder dat het hun gelukte, uit komst te zien. Misschien waren er in dien rampzaligen nacht te Londen wel meer huisgezinnen, die, evenals zij geruïneerd, hetzelfde deden. Er verliepen eenige dagen: 't waren noodlottige dagen. Eene vreeseüjke neer slachtigheid hmg, ais een lijkkleed, over de financieels wereld der hoofdstad. De zaken werden erger in plaats van beter: wat in het eerst nevelachtig was, verander de in de dikste duisternis. Maar wij hebben alleen met de Groote Leening- en Disconto-Maatschappij te maken. Deze was reddeloos verloren. Ver schrikkelijke dingen werden er van verteld. Al mochten zij, die er onder leden, het ook geen oplichterij noemen, zoo kwam hetgeen zij er van zeiden, daaraan toch zeer nabij. Op Robert Seaton, als administrateur der Maatschappij, kwamen al de smaad en schande neer. De. klerken konden zich uit de voeten maken; de directeuren hielden zich in hunne huizen schuil onder het voor wendsel van keel- of hoofdpijn; maar Mr. Seaton moest op zijn post zijn en de loo- pende zaken afdoen. Er was eigenlijk niets af te doen dan schulden. Er bestonden niets dan schul den en ontzaglijke schuldbekentenissen aan crediteuren. De Groote Leening- en Dis conto-Bank had eene groote menigte geld in te vorderen, waarvoor zij schuldbekente nissen, acceptatiën, enz., in handen had. maar daar de partijen, die daarvoor aan sprakelijk waren, in den algemeenen onder gang deelden, zou Mr. Seaton de documen ten even goed in het vuur kunnen werper.. Onverdiende blaam kwam zeer en driedub bel op zijn hoofd neer. Het was zeker, dat hij hij zelf verscheiden zijner vrienden had overgehaald om hunne spaarpenningen in de bank te plaateen. Miss Barle was een van deze Het baatte niet, of Robert Seaton tegen deze menschen ook al herhaalde malen zeide, dat hij zich had laten leiden door den wensch om hun van dienst te zijn, dat hij blindelings geloofd had. dat de Groote Leening- en Disconto Bank op hechte grondslagen berustte, en dat de ondergang van andere en uitgebreidner ondernemingen ook deze plotseling en on verwacht had doen springen. Het beleefd ste antwoord, dat hem nog gegeven werd, was, dat hij dit had moeten vooruitzien. (Wordt vervolgd). Italië 15. G IX t G IX I* ij Oos Torkzche vaartuigen, vooral transportschepen, tot zinken. Bij Krithia deden de Turksche troe pen een aanval op de versterkingen der geal lieerden, maar zij werden bijna geheel vernie tigd door het vuur der verdedigers. Wij krij gen den indruk, dat de Turken, dio blijkbaar onder de leiding dor Duitschers staan, zich zeer dapper weren, maar dat zij op den durn- de troepen der geallieerden niet zullen kunnen tegenhouden. In do Balkanstaten gist het, voornamelijk in Bulgarije en Roemenië. Er hébben beteo- 1 gingen plaats tegen Oostenrijk en vóór Italië, naar de telegrammen melden. Men moot deze berichten altijd eenigszins onder voorbehoud aannemen, maar wel blijkt er uit, dat er woo- I !:ng ia in de gemoederen, dat men alleen nog :iiet weet, bij wien zich aan te sluiten. Blijk- l baar voelt men zich wel aangetrokken tot Rusland, tot de entente dia», doch de inneming van Przemysl zal denkelijk diepen indruk ma- .'.en in Roemenië en Bulgarije, en men zal zioh daar nog wel tweemaal bedenken voor men zich aanshm bij een mogendheid, die aan de verliezende hand is. OUITSCHLAND, Oostenrijk em Itelië zijn thans ook in den oorlog, een kaart van het terrein, waar deze "beide mogendheden, eens "bondgenooten, el kander thans bevechten, komt zoker niet te onpas. We geven hier het gebied om de noordelijke bocht der Adriatische Zee, met tal van plaatsen, die reeds genoemd zijn en nog dikwijls genoemd zullen worden in den strijd daar. Totnogtoe, men weet het, schijnt dia strijd slechts aarzelend gevoerd to worden en vooral van den kant van Italië had men mogen verwachten, dat het, reeds sedert maanden gereed, met een groot leger tegen de Oostenrijksche grenzen van Tirol, Karinthië, de kustprovinciën zou oprukken. Maar 't is bij schermutselingen enkleine giensgevechten totnogtoe gebleven. Wie weet echter, hoe spoedig de oorlog ook hier zich uitbreidt. Trouwens, het terrein is voor een oorlog in het groot niet heel geschikt. Overal, waai de Italianen de Oostenrijksche grens over schrijden, komen zij in bergachtig terrein, in uitloopers van de grootste en hoogste berggroep van Europa, do Alpen. Onze kaart geeft voornamelijk weer het noord oostelijk deal van Italië, het Oostenrijksche Tirol en de kustprovinciën der "beide lan- MEDEDEELING. Losse exemplaren van „Ds Soldatencourant", ter aanvulling van verzamelingen, worden door ons dadelijk na aanvrage toegezonden. Bij de aanvraag moet voor elk verlangd exemplaar 1 cent aan postzegels worden ingesloten. De exemplaren met den geheolen Esperanto- cursus verzenden wij na ontvangst van 15 cent postwissel of postzegels. De GEHEELE tot nu toe verschenen oplaag der „Soldatencourant" verzenden wij na ont vangst van 1. —postwissel of postzegels. Przemysl is weer gevallen, nu terug in de handen van de OostenrijkersDit is opnieuw een feit van belang in den oorlog in het Oos ten, vanwaar nog altijd do meeste verrassingen komen. In do laatste dagen waren we eenigs- zins gewend geraakt aan Russische voordeden, we lazen van duizenden krijgsgevangenen, die ze maakten, van tientallen genomen mitrail leurs, en we dachten waarlijk dat de aanval lende beweging der Duitschers en Oostenrij kers tot staan was gekomon. Weliswaar, wer den deze successen meestal behaald in Polen, maar ook in Galicië zouden zij den Oosten rijkers het verder opdringen hebben belet. In de Russische berichten heerschte zeker, dat blijkt nu wel, de gewone overdrijving, die we in do meeste oorlogsberichten aantreffen. Trouwens, we waren er reeds op bedacht, dat het in Galicië den Russen niet zoo voor den wind ging, als ze gaarne wilden doen geloo ven: bij èJfcryj hadden do bondgenooten geluk kige dagen en werden de Russen teruggedre ven. Tot Przemyd waren do Duitschers en Oostenrijkers al lang doorgedrongen, voor eenige dagen lazen we reeds, dat zij de ves ting aan drie kanten omgaven, dat alleen de zijde naar Lemberg nog open was. Maar Prze mysl is zeer sterk, al nebben de Oostenrijkers er mischien iets van vernield, toen zij haar in Maart overgaven, en do Russen heb ben maanden lang de vesting omsingeld en hardnekkinge bestormingen gedaan en zij viel eerst in hun handen, toen de honger hun bond genoot werd. We konden dus niet denken, dat de Oostenrijkers zioh er zooveel gauwer den. Men ziet de bergtoppen er omhoog stijgen en daartusschen door, langs passen, dringt men van 'fc een in 't ander land. Vele bekende namen geeft onze kaart aan. Aan do linkerzijde bijv., ten noorden van Bres cia, zien wij het grensplaatsje Condino in Tirol, dat de Italianen hebben bezet na een onbeteekenend gevecht, 't welk de Oosten rijkers tot den terugtocht dwong. Vooral in de buurt van het Garda-meer (Garda- See) wordt gevochten, doch ook verder naar 't oosten, rechts op onze kaart, bij Karfreit o.a. in de Julische Alpen, bij Monfalcone en Gradisca, enz. Onze kaart ia een Dmlsche. Voor de meeste plaatsnamen maakt dit niet veel uit, vooral de Italiaansohe worden in het Duitech als in 't Nederlandsch geschreven en uitgesproken. Er zijn echter enkele uit zonderingen. „Venedig" is ons Venetië, „Trient" kennen we beter als Trente, de hoofdstad van de provincie Trentino, „Schweiz" is Zwitserland, waarvan een hoekje te zien komt. Voor het Duitsche „Meer" lezen wij Zee en voor „See" daar entegen meer. van zouden meester maken. Doch blijkbaar de positie der Russen in dit deel van Galicië zeer verzwakt; zij hebben ten minste de bezet ting van Przemysl naar Lemberg gebracht en de stad in handen der Oostenrijkers gelaten met maar ruim 12,000 gevangehen. In dubbel op-zicht is de inneming dezer ves ting een sucoes voor de bondgenooten: moreel en strategisch. In Rusland zal hot verlies van Przemysl wel een diepen indruk maken op het volk en daarentegen in de Oostenrijksche lan den en in Duitsdiland nieuwen moed geven. Strategisch is de val van Przemysl niet min der van belang: 't is te vreezen dat do Rus sen nu de San-linie wel zullen moeten opgeven en zich terugtrekken naar 't Oosten en hun troepen daar concentreeren, ten einde Lemberg en Oost-Galicië te behoudeh. Een dergelijk succes van Oostenrijk, terwijl het een nieuwen sterken vijand heeft gekregen in 't Zuidwesten, is zeer merkwaardig.. Italië's meedoen aan den oorlog hèeft de bondgenooten nog geen kwaad gedaan. 't Is waar, dat de Italianen wel eenige voor dcelen behalen aan hun noordoost-grenzen, maar van overwinningen kan men nog geens zins spreken. Indien bet bergachtig terrein een breede ontplooiing van strijdmachten niet in den weg stond, zou men willen spreken van een oorlog op sloffen, zooals Italië die daar voert. :t Zijn nog altijd alleen grensplaatsen, en van niet veel beteekenis, die zij m hun macht krijgen. Het lijkt alles nog slechts de voorbereiding tot een oorlog en de eigenlijke krijg lijkt nog te moeten komen, Van 't westelijk ooi'logstorrein hebben we hier eigenlijk nic-ts nieuws te vertellen; er wordt natuurlijk gevochten, dag en nacht bijao, maar dat wo,-dt er reed3 maanden en maanden, dat is niets bijzonders. Voordeelen van belang, dio hoenwijzen naar eenige beslis sing zijn er niet behaald. De telegrammen brengen elk.-n dag enkele bijzonderheden, ook nu, maar die behoeven we hier niet te ver melden. Het Wester front is dichter bij ons bed en daarom voor ons interessanter, maar wat in het Oosten gebeurt, is stellig veel be langrijker, niet alleen wat Galicië, ook wat Polen betreft. Do actie tegen de Dardanellen schijnt een minder fortuinlijken loop te nemen voor de Turken; dat blijkt ook uit de schaarscher wor dende berichten uit KonstantinopeL De En- gelsche berichten zijn daarentegen optimisti scher. Engelsche duikbooten zwerven rond door de Zee van Marmora en elders en brengen BIJ het graf van kameraden, In de Magdeburger Volksstimme schrijft een soldaat: „Op liet kerkhof liggen vier doode kamera den. Zij moeten vanmiddag begraven worden." Met deze woorden kwamen eenige kameraden terug van het kerkhof vau een groot Fransch dorp, dat niet ver van do loopgraven ligt. Vier dcode kameraden! Ik voel plotseling behoefte de vier kamera den een laatste bezoek te brengen. Langzaam wandel ik naar het kerkhof, overdenkend hoe levenslustig zij gisteren nog waron. In een graf, twee pas lang en twee pas breed, liggen ze alle vier vreedzaam naast elkaar. Ik licht het doek, dat hen voor mijn oogen ver- bergt, een weinig op. De eerste is een jonge ling van twee en twintig jaar. Moedig was hij uitgetrokken, had afscheid genomen van zijne oudejs en zijn meisje, van wie hij zoo veel vertelde, dat hij zoo lief had en dat later zijn vrouw zon worden. Gisteren nog dacht hij aan haar, schreef, dat hij nog steeds gezond en opgewekt was en misschien spoedig terug kon keeren. 's Avonds was hij dood. Een granaatsplinter had hem in de loop graaf getroffen, juist toen hy in een bomvrij hol wou vluchten. De zelfde splinter trof een achter hem staanden kameraad, een landweer man. Zijn vrouw en vier kinderen, over wie hij zoo gelukkig was, weenen om hem. Naast den landweerman ligt een jong sol daat, dien een granaat volkomen in stukken scheurde. Hij meende bepaald later weer terug te keeren. Hij was immers slechts oppasser bij den betaalmeester en kwam daarom niet in de eigenlijke vuurlinie. Een vijandelijke vlie ger liad echter de cantino ontdekt, die in een benedenverdieping van het huis lag en de artillerie ingelicht. Een geluk was het nog, dat do cantine gesloten was, toen de granaat kwam. Nu kon deze slechts den eenen kame raad op de bovenverdieping den dood brengen. De vierde had bij het uitbreken van den oor log zijn zieke moeder moeten verlaten. Zoo lang ik hem kende, was hij nooit vroolijk ge weest. Zijn gedachten waren meestal bij zijn zieke moeder, die zijn hulp noodig had. Zij wacht reed3 zoo lang op den terugkeer van haar eenigen jongen. Over een paar uur zal een vormlooze heu vel, versierd met een houten kruis, hen bedek ken. „Hier rusten vier dappere Duitsche kameraden. Zij stierven den heldendood voor het vaderland", zal op het kruis staan. Vier dooder. en hoeveel menschen weenen om hen. Ik keer mij af en zio een grooteren heuvel. Op het kruis is te lezen: ..Hier rasten vier en dertig Duitsche soldaten. Zij stierven den hel dendood vcor het vaderland." Hoeveel levens lust ligt onder dit kruis 'begraven Ik zie om mij heen. Vele van deze graven liggen nog op dit kerkhof; Hoevelen wachten tevergeefs op den terugkeer van hun geliefden Langzaam verlaat ik het kerkhof. In mij leeft de gedachte: hoo lang nog en gij zijt ook dood. Op de Cote Lorraine. Een officier van de artillerie te Keulen ver telt over het succes dat de Duitschers den 24 April op de Cote Lorraine hebben behaald het volgende in de „Kölnische Volkszeitung" Ten zuidwesten van Combres ligt hes plat geschoten dorp Sb. Rémy in het lieflijke Lon- geau-dal. Van daar uit in westelijke richting naar Mouïlly hadden de Franschen een sterke stelling, die vooral aan den kaarsrechten heer weg naar Verdun, de „grande tranchée de Colonne", mei haar drie opeenvolgende rijen van loopgraven, aard-werken en breede draad hindernissen onneembaar scheen. Deze plaats werd den 24 April door alle be schikbare batterijen, voornamelijk van zwaar kaliber, van 12 uur tot 12 uur 20 's middags onder een heLnch vuur genomen, zoodat oo bezetting vreeslijk geteisterd werd. Precies om 12 uur 20 snelde onze intantcrio, ver heugd eindelijk uit de vervelende loopgraven to komen, voorwaarts- De overrompelde Fran schen hadden nauwelijks tijd aan te leggen. In vijf minuten was do eerste loopgraaf, dm onge- veer tachtig meter vooruit lag, genomen. Do bezetting, nog verdoofd van het artillerievuur, stak werktuigelijk de handen omboog. Met slaande trom ging het nu naar do twee de loopgraaf, ondanks het prikkeldraad. Kr viel nauwelijks een schot. Bajonet en kolf de den «Lil hun werk. ?ilet een hoera verder naar de derde linie. Danr stonden de geweren nog in rotten. Wie zich niet verdedigde, werd trog- gevoerd. Onze artillerie bracht iederen keer baar mur vijf honderd motor vooruit en maakte zoo een vrij gebied, waarin onze onstuimige infanterie haar steeds achterna liep. Nu kwam do eerste vijandelijke batterij. De loopen rookten nog, maar de kanonniers zijn gevlucht. W:j namen nog meer batteryen. Ér zijn eenige 12 centi meter kanonnen bij en twee lange kanonnen van 15 centimeter, die door hun groote so hoots- verte ver naar hot zuiden onrust hadden go- bracht. Ook de aanvoerder van de batterij met zijn belangwekkend kaartenmatcriaal, echict- bóek, enz., werd gevangen genomen. Vooruit maar om do verwarring te gebrui ken Het boech werd dichter. Tusschcn do stammen werd man tegen man gevochten. Onze infanterie was de baas. De vijandelijke artillerie wist niet waarheen zij schieten moest en waar haar infanterie nu was. Nu kwamen de onzen ook te voorschijn nit de linie St. Rémy tot Grande tranchée, door diepe ravijnen, over steile hellingen, gedeel telijk met sparren begroeid. Zij drongen naar het noorden voorwaarts. Honderden Franschen werden in de loopgraven gevangen genomen, ofschoon de onzen over kale, hooge kammen hadden moeten voorwaarts rukken, terwijl do Franschen in onberispelijk aangelegde loopgra ven lagen. Aan do Grande tranchée vielen bat terijen ons in bandon, in het geheel zeventien kanonnen. Men deed groote moeite ze weg te brengen, maar do wegen zijn zoo doorploegd met loopgraven, dat men ze er niet over koa krijgen en er nieta andera te doen stond dan ze te laten spnngon. We kwamen dien dag drie kilometer vcêruit in de breedte en twee en een halven kilometer in de diepte. Zeventienhon derd man en zeventien kanonnen vielen in onze handen. Onze verliezen waren betrekkelijk ge ring. Eerst toen de vijandelijke artillerie zich op onze nieuwe linie had ingeschoten en deze met shrapnella bestrooide, begonnen de ver liezen» ENGELAND. Lloyd Ceorgo aan net woord. LONDEN. Minister Lloyd George zeide in een redevoering,. gehouden op een vergadering van werkgevers in heb machinevak en vertegenwoordi gers van de trade-unions", dat de afloop van den oorlog thans afhangt van de werk plaatsen. De groote successen der Duit schers in Galicië waren, volgens hem, al leen het gevolg van hun overweldigenden overvloed aan granaten. Zij hebben de zege behaald door hun uitstekende organisatie der werkplaatsen. „Hadden wij", zoo ver volgde de minister, „dezelfde hagelbuien van granaten kunnen werpen als de Duit schers in Rusland, dan zouden wij reeds in Duitschland zijn en zou het einde van den oorlog in het zicht zijn." Hij deed derhalve een beroep op alleo om te helpen, dat de legers van de noodige munitie worden voorzien. Dienstplicht keurde hij af, daar de man nen, die thans vrijwillig in dienst waren ge treden, verreweg de voorkeur verdienen, als zij maar behoorlijk toegerust worden. Voor 't eerst in 't vuur. Eon jonge territorial, kersversoh van een kantoorkruk in de City naar het front gegaan en nu, verpakt in verbanden, liggende in een MEN LETTE bij het koopen van onze KARNEMELKZEEP vooral op ous gedeponeerd Fabrieksmerk „HET ANKER" en weigere onvoorwaar delijk 'alle andere soorten. Een geregeld gebruik dezer Zeep maakt de handen blank als sneeuw, het gelaat zacht als fluweel. ALOM VERKRIJGBAAR. NIJMEGEN.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1