No. 118. Öplaag 45,000 exeriipiaran. Woensdag 19 Mei 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws^ Onder redactie van D. MANASSEN. Ons Oorlogsdagboek. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER REDAC AMSTERDAM, TELEFOC WEEK. LOSSE NCMME REN 3 CENT, ABONNEY riE EN ADMINISTRATIE PALESTRIN ASTRA AT 10, N Z.4S68. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER IS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI- ENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor AdvertentiPn wende men zich tot het AJg. Advertentie-Bureau ROUMA&Co, Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij „Jacob van Caznpen* N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerryk 9) Amsterdam of tot onze Administrate, PaJestrinastraat 10, Amsterdam. Prijs der AdvertentiPn per regel 80 cent. By abonnement reductie Italië en Oostenrijk. Op het oogenblik, dat we dit schrijven, as er nog geen beslissing gevallen omtrent de quaestie van oorlog of vrede in Italië. Maar heel lang kan het niet moer duren, of koning en regeering zullen een besluit moeten nemen, of zij den vrede zullen hand haven, zooals Duitschland en Oostenrijk- Hongarije gaarne zouden zien, of zich zuilen aansluiten bij de geallieerden. Nog steeds zijn er twee stroomingen in het volk, maar de oorlogzuehtdgen worden steeds rumoe riger. Met het oog op de mogelijk -komende dingen geven we hier een kaartje van het terrein, waar zich, waarschijnlijk althans in den beginne, de strijd tusschen Italië en Oostenrijk zal afspelen, nl. de grensge bieden van beide landen. Noordoostelijk Italië grenst langs een lange lijn aan Oostenrijk, vooral aan bet gebied Tirol, 't Is daar een bergachtige, afwisselende streek. Moeilijk zal de strijd er zijn en vol verrassingen, heel anders dan op het Wester- of het Oosterfront. In 't Oostenrijksche gebied daar, vooral in Tnënfc, wonen vele Italianen, en men weet, dat het gerucht ging, dat Oostenrijk dit gebied aan Italië zou afstaan. De Italianen eiscliten echter meer, ook aan de Oosten rijksche kust der Adriatische Zee, tegenover Venetië („Venedig" op de kaart) wonen vele landgenooten, die er hun taal hebben bewaard, en te Rome verlangde men ook Triëst, of althans eenige medezeggenschap daar. Dit alles scheen der Oostenrijksche regeering, en vooral keizer Frans Jozef, te ver te gaan, en ofschoon keizer Wilhelm aandrong, weigerde men te Weenen door afstand van grondgebied den vrede met Italië te koopen. deze wijze in de Veldpost gesteld, verzoeken we toch beleefd doch dringend nooit plaatsen van bestemming, doch steeds onderdeden te vermelden. Blijkbaar hebben de facteurs en de verdere militairen van mijn schrijven kennis genomen, daar het aantal onbestelbare stukken is afge nomen en de Veldartillerie speciaal het vermel den van het nummer der batterij niet meer na laat. Meerdere facteurs volgen bij de vermelding der onbestelbaarheid nog niet de voorschriften. Aanduidingen als „Apeldoorn onbekend", „Ede onbekend", „IJmuiden onbekend" enz. zijn ten eenenmale verboden. Enkele voorbeel den volgen hieronder nogmaals 1 II 3 R. I. onbekend (handteekening). Ie Comp. Ros. a overleden (handteekening). Ie Comp. Depot II onbekend (handteekening). I 4 R. V'. A. vermist (handteekening). Ia IIo Div. deserteur (handteekening). 2. 4 R. H. krijgsgevangen (handteekening). Het gebruik van andere dan de officieele afkortingen is niet gewenscht en geeft aanlei ding tot twijfel. den reuzenstrijd. MEDEBEEUNG, Losse exemplaren van „Do Soldatencourant", ter aanvulling van verzamelingen, worden door ons dadelijk na aanvrago toegezonden. Bij de aanvraag moet voor elk verlangd exemplaar 1 cent aan postzegels worden ingesloten. De exemplaren met den geheelen Esperanto- cursus verzenden wij na ontvangst van 15 cent postwissel of postzegels. Da GEHEELE tot nu too verschenen oplaag der „Soldatencourant" verzendon wij na ont vangst van f 1.postwissel of pestzegols. Geen audiëntie. Blijkens bericht in de „Staatscourant" wordt Donderdag a.s. door den Minister van Oorlog- geen audiëntie verleend. De Nederlandsche Veldpost DOOK A. P. BENJAHHKSE, Directcw Hoofdexpeditie Veldpost. XI. Eveneens gaat hot nu met iemand, die ran het eene onderdeel naar het andere wordt overgeplaatst Breda is het Bataljon waar men zich bij bevindt, het Postkantoor is do facteur, de persoon die u uitzendt is de compagnies commandant of de sergeant-majoor. Het Batal jon waar men zich heen begeeft is Noord Sctiawli. Dr. Steiner, de correspondent van den „Ber liner Lokal Anzeiger", die met het leger van Hindenburg thans den tocht me© maakt in Noord-Rusland, geeft een aanschouwelijke be schrijving van den brand van Schawli, waaraan het volgende ontleend is: „Daar het mijn plan was dezen nacht in Schawli t© blyven, ging ik op zoek naar een kwartier. Een oude man bracht mij naar het hotel. Bristol, in de hoofdstraat gelegen. Ik werd aangenaam verrast door de grootte en de zindelijkheid van dit hotel. Spoedig kreeg ik de verklaring. De eigenaar was een Koer- lander, die Duitsch sprak. Al zijn vijftig ka mers waren vrij, maar ik kon er toch geen in trek nemen, want, zooals de waard zei, binnen het kwartier zouden de bijgebouwen van het hotel wel in vlam staan. Hij bracht mij naar een achterkamer, van waar ik een blik had op het marktplein. Ik zag een vreeseb'jk schouwspel. Rondom het groot© vierhoekige plein brandden alle huizon. De hevige westewind blies het vuur aan, en de reusachtige roode vlammentongen sprongen van het eone huis naar het andere. De lucht was vol verstikkenden walm. Ik moest weg, want do gangen van het hotel waren reeds vol rook. Boneden op straat liepen de menschen doodkalm heen en weer. Oude joden, in zwarte, vuile kaftans, stonden op de hoeken van de straat en bespraken iets, heftig gesticuleerend. Maar aan blusschen dacht niemand. Ik ging naar een'groepje toe. „Ziet gij dan niet, dat het geheel© marktplein brandt? En wanneer niemand bluscht, dan moet do geheele ooste lijke stad in vlammen opgaan." „Waarom zouden wij blusschen, die huizen zijn van de Polen. Wij Joden, wonen aan den zuidkant van de stad." Dit was hun antwoord en zij gesticuleerden verder. De brand sloeg met angstwekkende snelheid aver op de naburige gebouwen. De vlammen wrongen van kot eene dak naar het andere, de Beveland, de Compagnie Kortgene, Colijns- plaat, Wissekerke of Kamperland, terwijl de Bataljonsstaf wordt voorgesteld door Kats. Deelt een militair nu niet dadelijk zijn aan komst mede aan zijn Compagniesfacteur, b.v. Wissekerke (gesteld, dat hij bij de 3o Com pagnie wordt ingedeeld) en aan den Bataljons- facteur (in dit geval het Postkantoor Goes, dat alle correspondentie voor Noord-Beveland behandelt), dan moeten zijn stukkon den langen weg langs alle Compagnieën (hulp- postkantoren) bewandelen, indien zij ten min ste niet onderweg onbestelbaar gemaakt en teruggezonden worden, of Noord-Beveland wegens onvoldoende adres niet bereiken. Had hij zijn adres direct bij aankomst opge geven aan den facteur van zijn vorig Bataljon, dan had deze zijn correspondentie direct na ontvangst ten postkantoro kur.nen nazenden, waardoor hij zijn stukken in den kortst moge- lijken tijd op hun bestemming zou hebben. Deelt hij zijn adres mee aan zijn Compagnies- facteur. dan duurt de nazending iets langer, en deelt hij het mede aan zijn Compagnies commandant, dan kan deze nog de noodige stukken, waschgoed en eventueel hem toe komende gelden toezenden. Het is to begrijpen, dat wanneer iemand, b.v. een reserve-sergeant van een depot, ge dirigeerd wordt op een Regiment om vandaar zijn Ladere bestemming te volgen, de zaak nog moeilijker wordt. Dan krijgt men ongeveer den toestand van iemand, die gezocht moot worden op Schouwen en Duiveland of op Voorne en Putten. Het is te hopen, dat dit toch eens ein delijk tot do reserve-sergeanten zal doordrin gen en ook tot al diegenen, die het niet de moeite waard vinden om volledige adressen op te geven. Voor straf moest aan hen worden op gedragen om op een verlofdag op een of andor eiland oen daar totaal onbekend persoon, die zich op het gemeentehuis van een der dorpen had gemeld, op te sporen. Ze zouden dan wel uitgedroogde houten daken zogen het vuur in en het vergane hout brandde als vuurmakers. Na een half uur was het oostelijk gedeelte van de stad één vuurzee. Half waanzinnig renden vrouwen, mannen en kinderen tusschen de huizen, allen vol geladen met het armzalige huisraad, hun eenig hebben en houden. Zij waren niet van de huizen weg te krijgen. Steeds opnieuw liepen zij de brandende krot ten weer binnen, om er nog iets uit te .halen. Een vrouw rukte zich los van twee soldaten, dio haar vast hielden, en ronde een hui» bin nen, waaruit van alle kanten de vlammen sloegen. De balken dreigen reeds neer te stor ten. Zij verschijnt met loshangend haar, het gezicht vuurrood van de hitte, lialf onmachtig van rook en walm en houdt in de hand kramp achtig vast, alsof zij niets liever ter wereld had, een bont, blauwrood zonnescherm. Daar zijn drie Joden. Hijgend sleepen zij groote boeken, in half vergane leeren banden, kande labers met zeven armen en een menigte ge heimzinnige voorwerpen, onvermoeid uit een groot gebouw en stapelen alles midden in de straat op een hoop. Het huis staat reeds in lichtelaaie. Maar steeds draven de drie Joden in en nit en bren gen kostbaarheden naar buiten. Het huis is zoo vol rook, dat men geen deuren en geen vensters meer ziet. Alleen de vlammen, die uit het dak opstijgen. De drie Joden wilden het gebouw weer binnen rennen. Ik grijp er een, om hem tegen te honden. Hij kan nauwelijks adem halen, trilt over zijn geheele lichaam en hijgt naar lucht. Hij, met zijn langen witten baard, is minstens zeventig jaar oud. Hij smeekt me hem los te laten. Hij moet het brandende huis binnen, want daar is het nog heiligste de thora. En als ik hem toch niet los wil laten, begint de man te jammeren en te weenen. Dan moet hij het zelf maar weten. Ik kan hem niet terug houden. Na een paar ellendige minuten verschijnt hij weer, de bonte, goudglanzende thora in de hand. Hij wankelt en valt midden op straat neer. Hij heeft een flauwte gekregen door hitte, rook leeren hun adres volledig op te geven. Mocht iemand er nog aan denken, dat het al voldoende zou kunnen zijn om alleen do Divisie te vermelden, laat hem dan eerst Jan Marinis- sen in Noord-Holland op gaan zoeken. Mis schien vindt hij hem per advertentie, evenals ik de nalatigcn vindt door middel van de „Solda tencourant". Het spijt me alleen, dat ik voor veler oogen onbereikbaar ben, omdat do „Sol datencourant" bij zeer vele Depotbataljons en Rcservebataljons nog niet gelezen wordt. "Wie brengt daar eens verbetering in? Misschien zal een enkele zeggen, dat wan neer iemand van een Depotcompagnie gediri geerd wordt op een compagnie van een veld- legerbataljon, de adressen toch steeds voldoende bekend zijn. Ter opheldering diene dan, dat het dirigeeren als regel geschiedt op een bataljon, waarna de bataljonscommandant bepaalt bij welke compagnie de onderofficieren en man schappen zullen worden ingedeeld. Blijkbaar wordt op de bataljonsbureaus van de aankomst en verdeeling van de militairen geen aanteeke- ning gehouden. Deze is feitelijk ook niet noo- dig, daar zij alleen van nut zou zijn voor den facteur en de betrokkenen voor deze mededee- ling zelf kunnen zorg dragen. Reservepersoueel wordt blijkbaar gedirigeerd op het Regiment, de Regimentscommandant wijst het Bataljon aan, de Bataljonscomman dant de compagnie. Aanteekening wordt niet gehouden, zoodat deze personen na vertrek van de depots ten eenenmalo onvindbaar zijn. Ge volg is, dat van de onbestelbare stukken, die voor het reservepersoueel een hoog percentage vormen. Nog bij enkele depots wordt in plaats van de nieuwe indeeling, de plaats van bestemming vermeld. Dat deze stukken ten eenenmale on bestelbaar zijn, kan ieder begrijpen, die weet dat op een plaats soms 3 of meer regimenten liggen, dus 3 x 3 x 4 36 ot meer compag nieën. Dankbaar voor 't groote vertrouwen op De krantenventors in Amsterdam zijn niet gewoon bij den straatverkoop het eene of andere gebeurde feit luid uit te schreeuwen, gewoonlijk zijn zij inderdaad merkwaardig neutraal. Maar dezer dagen hoorde ik op een morgen een roepen„Lees de Duitsche neder laag in Noord-Erankrijk I" Als men dat zoo telkens hoort om do twee of drie minuten, maakt het een zekeren indruk, en men slaat zijn ochtendblad nog eeus weer op om van die „nederlaag" te lezen. Nu, zooals 't meestal gaat, had de man overdreven: de Franschen hebben in de laatste dagen, met name bij C'arency, eenige voordeeion behaald, de Duit sche rs naar 't schijnt iets teruggeworpen en hun eenige loopgraven ontnomen. Na het voor uitdringen der Duitschers bij Yperen is dit zeker geen feit van geringe beteekenis, maar van overwegend belang is het niet, en s.zn de eindelijke beslissing zal het weinig of niets af doen. Toch is wel opmerkelijk dit nieuwe offen sief der geallieerden op het. Westerfront, dat zich doet gelden op verschillende punten van de lange linies en waartegen de Duitschers inderdaad geweldig hun krachten moeten in spannen. Volgens de jongste telegrammen is er op het Westelijk oorlogsterrein weer zeer hard nekkig gestreden, bij Yperen zoowel als in Noord-Frankrijk en de Vogezen, maar een be sliste zegepraal is aan geene zijde behaald. Op- fnerken&waardig is nog, dat, volgens do Fran sche en Engelsche berichten, de Duitschers op enkele plaatsen moesten terugwijken en loop graven ontruimen, wegens de vergiftige gassen, die zij zelf hadden verspreid. Dat zou dan zijn door het eigen wapen geslagen! Al is het duidelijk, dat de Duitsche aanval bij Yperen de laatste dagen tot staan is ge bracht, eenige verandering is door dit alles niet gebracht op het Westèrfront. Anders in het Dosten, zooals men weetdaar zijn in de jong ste weken wel degelijk den Russen zware slagen toegebracht, en ook nu nog lezen we van nieuwe zegepralen der Oostenrijkers en Duitschers in Galicië. De Oostenrijksche troe pen staan weer voor Przemysl, dat de Russen zoolang hielden ingesloten en dat zij ten slotte veroverden, waardoor zij een groote troe penmacht vrij kregen voor een nieuwen aan val. Zij hebben ook aangevallen, doch zonder succes; integendeel alleng3 werden zij steeds meer teruggedrongen bij de verschillende pas sen, tot generaal van Mackensen hun een be sliste nederlaag toebracht'aan do Dunajec en zij sedert al meer en meer hebben moeten terugwijken in de Karpathen. Voornamelijk echter in het Westen; in Oostelijk Galicië zijn de Russen in den laatsten tijd eenigszins voor- ui tgedrongen. De boog der linies daar is zoo doende veel grooter geworden en aan den kant van de Bukowina dringen de Russèn nu op. Wat den strijd in Polen betreft, we krijgen daarvan in de laatste dagen geen duidelijk beeld. De vijandelijke krachten schijnen er tegen elkaar op te wegen. Noordelijker. in Lithauen, zijn, zooals men weet, de Duit schers doorgedrongen tot Mitau, tot Libaa zelfs, en 't Heette, dat zij Riga bedreigden. Maar do laatste berichten spraken weer van nieuwe Russische aanvallen, Russische troepen zouden weer zijn doorgedrongen tot Schawli en een hevige stnjd om deze plaats zou zijn ont brand. De strijd in het Oosten behoudt dus zijn karakterhet is een heen en weer gaan, maar, en opwinding. Maar de thora, heb heiligste, dat bij bezit, houdt hij krampachtig in zijn handen tegen de borst gedrukt. Intusschen zijn onze genie-soldaten met het reddingwerk begonnen. Zij probeeren met de weinige middelen, waarover zij beschikken, een paar blokken huizen, die gespaard gebleven zijn. te redden. Een collega en ik helpen ijverig. En dwingen met goede, maar nog met veel meer slechte woorden, de mannelijke be volking water aan te dragen. Het is ergernis wekkend, dat zonder geweld geen menseh hel pen wil. Ik ging naar mijn kwartier, in een wijk, die niet bedreigd werd. De straat was uitgestor ven. Langs de huizen lagen overal de men schen met hun armelijk huisraad. Het vee liep in den nacht rond. Huilend slopen de honden langs da huizen. Dan dreunde plotseling een ioffe slag, door vele gevolgd, steeds harder, steeds duidelijker. Do grond en de lucht trilden. Onze soldaten lieten gedeelten van den spoor weg in de lucht springen. Voorwerpen vlogen de lucht in en men boorde het fluitende suizen van de stukken, die boven onze hoofden vlogen. In den vroegen morgen beschenen de eerste zonnestralen alleen nog de gloeiende puin- hoopen van Schawli en de moede, bleeke ge zichten van de daklooze menschen, die op de breede chaussee naar het westen en het oosten trokken om een nieuw huis te zoeken. 41ste Week. 10 MeiAanval van Duitsche luchtschepen op de Engelsche kust boven Weet- diff en Southend, waarbij in enkele huizen brand ontstaat en (©enige burgers gedood worden. Het Eng s.a. „Queen Wil- helmina'' ter hoogte van Blyth door een Duitschen onderzeeër in den grond geboord; bemanning gered. In de Oostzee boort een Russi sche duikboot bij Libau een Dnitsch transportschip in den grond. In een schermutseling aan- den Bosporus 'wordt het Duitech- Tuxische slagschip „Göben" ernstig beschadigd door Russi sche oorlogschepenhet schip keert echter naar Konstantino- pel terug. Zeegevecht op de Noordzee bij het Nederlandsche lichtsohip Noord-Hinder, Twee Duitsche torpedobooten en do kleine Engel sche hulp'.ruiser „Columbia" in den grond geschoten; van het laatste schip slechts één man ge red. Een Duitsche aeroplane werpt bommen op Parijs5 personen gewond. ("p het Oostelijk slagveld blij ven de Duitschers en Oostenrij kers de terug trekkende Russen vervolgen over het geheele zuide lijk front. De Duitschers bezet ten Kielce en Oostenrijk-Hon- gaarsche troepen Turka. De Rus sen ondernemen een tegenaanval op Horodenko in zuid-oostelijk Galicië, De Duitsche regeering spreekt tegenover de Nederlandsche haar leedweaen uit wegens het in den dat valt niet te ontkennen, over 't geheel een succes voor de Duitschers, al ia bet een succes, waaraan d©z© niet veel hebben totnogtoe en dat hun telkens bestreden wordt door nieuwe aanvallen van Russen. Van de andere oorlogsterreinen niet veel nieuws. De Engelsehen geholpen door de Zuid-Afrikanen onder generaal Botha, hebben in Duitsch Zuid-Wcst-Afrika een overwinning behaald door de inneming van Windhoek. Aan de Dardanellen is de toestand nog niet- veel veranderd, de gealliëerden nikken nog niet hard op, maar de toestand schijnt voor de Turken toch ietwat benarder te worden. Hun verliezen zijn ontzaglijk groot en er zouden zich te Konstantinopel teekenen van moede loosheid vertoonen. Italië staat nog onder het teeken van de orisis. Het ministerie-Salandra blijft aan, d.w. z dat het nog een dobberen blijft tusschen oorlog en vrede. Doch het volk toont zich steeds krijgslustiger en steeds meer anti- Duitsch of vooral anti-Oostenrijksch gezind. Er wordt zelfs gesproken van het opzeggen van het Drievoudig Verbond. En too wordt, al klinken er nog stemmen voor den vrede, Italië blijkbaar steeds meer naar den oorlog gedreven. SELGIË. Koning Albert en het Fransche leger. PARIJS. Koning Albert heeft, om het Fransche leger zijn erkentelijkheid te betui gen voor zijn hulp en het geluk te wenschen na zijn schitterende houding tijdens de laat ste gevechten, talrijken Franschen officie ren de Leopoldsorde en de Kroonorde ver leend. De minister van oorlog Mille rand en generaal Foch kregen het grootkruis van de Leopoldsorde. DUITSCHLAND. Een telegram van den Keizer. AKEN. Naar aanleiding van den honderdsten gedenkdag van de ver- eeniging van de Rijnprovincie met Pruisen heeft het stadsbestuur van Aken een telegram van hulde gezonden aan den keizer. Hierop zond de keizer tot antwoord een telegram, waarvan het slot luidt: De afgunst en nijd van onze vijanden trachten sindsdien het Duitsche vaderland en het Duitsche volk te vernietigen, en het zegevie rend voortschrijden van de Duitsche kuituur en den Duitschen arbeid te belemmeren. Thans is het niet de tijd achterwaarts te zien en het verleden met dankbaarheid te herdenken, maar om met vastberadenheid de aanslagen van den vijand het hoofd te bieden en met gepantserde vuist de toekomst van het vaderland te verzekeren. De helden moed en offervaardigheid van ons volk, wel ke in den ons opgedrongen strijd reeds zulke groote overwinningen behaalde, zijn, met Gods hulp, een waarborg, dat wij de zwaar ste beproeving, welke ooit het Duitsche va derland ondervond, zegevierend zullen door staan. In dit onwankelbare vertrouwen zend ik mijn trouwe stad Aken mijn gToeten en mijn dank. Vèrdragend geschut. De Kölnische Zeitung schrijft naar aanlei ding van de beschieting van Duitnkerken: De Duitschen», die minstens dertig kilometer van Duinkerken verwijderd zijn, schieten met kanonnen, die nog achter hun front staan. Aan de stokken van de granaten heeft men het kaliber kunnen meten. 33,1 Centimeter, slechts vier oentimeter minder dan de projectielen van de dikke Bertha. De uitwerking is verschrik kelijk. Eén projectiel vernielt een half dozijn huizen. Voor wie iets van de nieuwe reusachtige kanonnen weet is deze zaak niet vreemd. Wij hebben hier niet te doen met mortieren, die de projectielen met een steden boog afschie ten, maar met kanonnen die zoover mogelijk moeten reiken. Wij weten, dat het groote scheepsgeschut een schotwijdte heeft van bijna twintig kilometer. En wel bij een hoek van ten hoogste twintig graden. Richt men den loop steiler, dan vergroot zich de schotwijdte, tot zij de grens bereikt bij een boek van veer tig tot vijftig graden. Men heeft tot nu bijna geen gebruik gemaakt van de groote schot wijdten van het zware vlakbaangeschut, omdat men bij dergelijke afstanden niet goed richten kon. Eerst de vliegmachines maakten het mo gelijk daartoe over te gaan en het is duidelijk, dat bij een zoo uitgestrekt doel als een vesting biedt, de trefzekerheid voldoende ia ook op zoo'n grooten afstand. In 1893 bereikte een 24 centimeter kanon Tan Krupp reeds een 6chotwijdte van 2i kilometer bij een boog van 9 kilometer straal. Het is dui delijk dat een kanon van 33 centimeter, met een veel langeren loop veel meer prestee ren kan. Ook de andere landen hebben dergelijke kanonnen. Wij herinneren aan de 38 centime ter kanonnen von do „Queen Elisabeth", dio voor de Dadanellen voldoende Tan zich liet spreken. Dergelijke reusachtige kanonnen bieden de groote moeilijkheden, dat zij een bijzonder transport en een bijzondere opstelling ver- eischen. Kanonnen met zoo lange loopen moe ten vervoord worden op speciaal geconstru eerde wagens. En het is mogelijk deze wagens tevens te gebruiken als bedding. FRANKRIJK. Van het Westelijk Oorlogsterrein. BERLUN. Ten noorden van Ype ren vallen 6©dert Zaterdag zwarte troe pen, zonder zich te bekommeren om de ver liezen, die zij lijden, onze stellingen aan ten westen van het kanaal bij Sfceenstraete en Het Sas. Bij Het Sas werden alle aanvallen afgeslagen, bij Steenstraete duurt de strijd nog voort. Ten zuidwesten van Rv sel gingen de Engelschen na krachtige arfcilleristische voorbereiding over tot een inf&nterie-aanva! op onze stelling ten zeiden van Neuohatel, die op de meeste punten reeds werd afge slagen. Slechte op enkele plaateen duurt het gevecht nog voort. Meer naar het zuiden, aan beide zijdon van den rug der hoogte van Notre Dame de Lorette, bij Souchez en ten noorden van Atrecht bij Neuvïlle, liepen nieuwe aanval len der Franschen dood in ons vuur. Zeer sterke verliezen leden de Franschen bij de Loretto-hoogte, Souchez en Neuville. Ten westen van Argonne maakten wij ons door een aanval meester van een sterk Fransch steunpunt, 600 M. hoog en 200 M. diep, ten noorden van ViJle-sur-Tourbe en wisten het te behouden ondanks drie nach telijke aanvallen, waarin de vijand zware verliezen leed. Een groote hoeveelheid mate rieel en 60 gevangenen vielen in onze han den. Tusschen Maas en Moezel hadden op bet geheele front levendige artillerie-gevechten Iafanteriegevechten werden alleen gele verd aan den westelijken zoom van het Le Prêtre-bosch, De strijd aldaar duurt nog voort. P ARIJS. Giitermi d dag wenden vier aanvallen der Duitschers op Steenstraete afgeslagen. Een communiqué deelt het schitterend succes mede, dat de Engelschen behaald hebben. De Duitschers leden een ernstige nederlaag Er werd een ernstig gevecht van man tegen man geleverd. Tengevolge van de aanvallen der Franschen die hun nieuw front versterken, zijn de Duitechera ten noorden van Atrecht verder achteruit ge dreven. Te ViIle-3ur-Tourbe3 en Champagne lieten de Duitschers Zaterdagnacht een mijn springen achter de eerste Franscbo linie. Acht Duitsche compagnieën deden daarop een aanval. Zij wisten voet te krijgen; in twee tegenaanvallen echter met de bajonet en bommen werd do geheele spelling her- MEN LETTE bij het koopen van onze KARNEMELKZEEP vooral op ons gedeponeerd Fabrieksmerk „HET ANKER" en weigere onvoorwaar delijk alle andere soorten. Een geregeld gebruik dezer Zeep maakt de handen blank als sneeuw, het gelaat zacht als fluweel. ALOM VERKRIJGBAAR. grond boren door een Duitschen onderzeeër van het Nederl. s.s. Katwijk", en verklaart zich be reid do schade te vergoeden. De Franschen behalen op het westelijk oorlogstooneel een be langrijk p! atseüjk succes bij Ca- rency en Atrecht; talrijke Duit schers krijgsgevangen gemaakt, benevens kanonnen en mitrail leuses. Een Turksche torpedo-boot boort in de Dardanellen het Engelsche slagschip „Goliath'' (13.150 ton) in den grond; van de bemanning verdrinken onge veer 500 man, 20 officieren en 1650 man gered. Een Engelsche onderzee-boot vaart de Zee van Marmora binnen en bcort een transportschip en twee Turksche kanonnoerbooten in den grond. De Zuid-Afrikaansche troepen bezetten onder bevel van Louis Botha de hoofdstad van Duitech- Zuid-West-Afrika Windhoek, waardoor feitelijk deze geheele Duitsche kolonie in Engelsch be zit komt. Do Nederl. stoomtrawler ,,'s-Gravenhage" door een onbe kende vliegmachine in de Noord zee met bommen- geworpen. Het Italiaansche kabinet Salan- dra besluit af te treden. Ernstige ongeregeldheden tegen Duitschers gepleegd in Johan nesburg en Kaapstad, naar aan leiding van de misdaad tegen de ^Lueitania". 14 De Russen behalen een voordeel bij de stad Schawli, waar zij het achtervolgende Duitsche leger tot staan brengen en een verlies toebrengen. Het Deensch© s.s. Martha" ter hoogte van Aberdeen door een Duitschen onderzeeër in den grond geboord. 16 Volks-betoogingeu in Rome, Mi laan, Florence en Venetië ten gunste van den oor'og tegen Oos tenrijk; het afgetreden kabinet Salandra wordt door den koning gehandhaafd. Een oproerige beweging in Portugal tegen de dictatuur van generaal Pimento de Castro wordt onderdrukt, nadat diens ministe rie zijn ontslag aan president Manuel d'Amaga heeft inge- diend. 17 Aan het westelijk oorlogs-front hebben gedurende de geheele week hevige gevechten plaats ge had, het ernstigst bij Yperen en Carency. Aa-i het oostelijk front rukken de legers van Duitechland en Oostenrijk op tegen de lijn PilicaBoven-Weichsel, Sambor PrzemyslStanislaw de Rus sische leger3- schijnen hier 6tand te willen honden. Aan de Dardanellen weten de Engeisch-Fransche landingstroe pen zich te handhaven, doch win nen slechts weinig terrein op het schier-eiland van GaüiüoK»

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1