No. 118. Öplaag 45,000 exeriipiaran. Woensdag 19 Mei 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws^
Onder redactie van D. MANASSEN.
Ons Oorlogsdagboek.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDAC
AMSTERDAM, TELEFOC
WEEK. LOSSE NCMME
REN 3 CENT, ABONNEY
riE EN ADMINISTRATIE PALESTRIN ASTRA AT 10,
N Z.4S68. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
IS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI-
ENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor AdvertentiPn wende men zich tot het AJg. Advertentie-Bureau ROUMA&Co,
Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij „Jacob van Caznpen* N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerryk 9) Amsterdam of tot onze Administrate, PaJestrinastraat 10,
Amsterdam. Prijs der AdvertentiPn per regel 80 cent. By abonnement reductie
Italië en Oostenrijk.
Op het oogenblik, dat we dit schrijven,
as er nog geen beslissing gevallen omtrent
de quaestie van oorlog of vrede in Italië.
Maar heel lang kan het niet moer duren,
of koning en regeering zullen een besluit
moeten nemen, of zij den vrede zullen hand
haven, zooals Duitschland en Oostenrijk-
Hongarije gaarne zouden zien, of zich zuilen
aansluiten bij de geallieerden. Nog steeds
zijn er twee stroomingen in het volk, maar
de oorlogzuehtdgen worden steeds rumoe
riger. Met het oog op de mogelijk -komende
dingen geven we hier een kaartje van het
terrein, waar zich, waarschijnlijk althans
in den beginne, de strijd tusschen Italië
en Oostenrijk zal afspelen, nl. de grensge
bieden van beide landen.
Noordoostelijk Italië grenst langs een
lange lijn aan Oostenrijk, vooral aan bet
gebied Tirol, 't Is daar een bergachtige,
afwisselende streek. Moeilijk zal de strijd
er zijn en vol verrassingen, heel anders dan
op het Wester- of het Oosterfront. In
't Oostenrijksche gebied daar, vooral in
Tnënfc, wonen vele Italianen, en men weet,
dat het gerucht ging, dat Oostenrijk dit
gebied aan Italië zou afstaan. De Italianen
eiscliten echter meer, ook aan de Oosten
rijksche kust der Adriatische Zee, tegenover
Venetië („Venedig" op de kaart) wonen
vele landgenooten, die er hun taal hebben
bewaard, en te Rome verlangde men ook
Triëst, of althans eenige medezeggenschap
daar. Dit alles scheen der Oostenrijksche
regeering, en vooral keizer Frans Jozef, te
ver te gaan, en ofschoon keizer Wilhelm
aandrong, weigerde men te Weenen door
afstand van grondgebied den vrede met
Italië te koopen.
deze wijze in de Veldpost gesteld, verzoeken
we toch beleefd doch dringend nooit plaatsen
van bestemming, doch steeds onderdeden te
vermelden.
Blijkbaar hebben de facteurs en de verdere
militairen van mijn schrijven kennis genomen,
daar het aantal onbestelbare stukken is afge
nomen en de Veldartillerie speciaal het vermel
den van het nummer der batterij niet meer na
laat.
Meerdere facteurs volgen bij de vermelding
der onbestelbaarheid nog niet de voorschriften.
Aanduidingen als „Apeldoorn onbekend",
„Ede onbekend", „IJmuiden onbekend" enz.
zijn ten eenenmale verboden. Enkele voorbeel
den volgen hieronder nogmaals
1 II 3 R. I. onbekend (handteekening).
Ie Comp. Ros. a overleden (handteekening).
Ie Comp. Depot II onbekend (handteekening).
I 4 R. V'. A. vermist (handteekening).
Ia IIo Div. deserteur (handteekening).
2. 4 R. H. krijgsgevangen (handteekening).
Het gebruik van andere dan de officieele
afkortingen is niet gewenscht en geeft aanlei
ding tot twijfel.
den reuzenstrijd.
MEDEBEEUNG,
Losse exemplaren van „Do Soldatencourant",
ter aanvulling van verzamelingen, worden door
ons dadelijk na aanvrago toegezonden. Bij de
aanvraag moet voor elk verlangd exemplaar
1 cent aan postzegels worden ingesloten.
De exemplaren met den geheelen Esperanto-
cursus verzenden wij na ontvangst van 15 cent
postwissel of postzegels.
Da GEHEELE tot nu too verschenen oplaag
der „Soldatencourant" verzendon wij na ont
vangst van f 1.postwissel of pestzegols.
Geen audiëntie.
Blijkens bericht in de „Staatscourant"
wordt Donderdag a.s. door den Minister van
Oorlog- geen audiëntie verleend.
De Nederlandsche Veldpost
DOOK A. P. BENJAHHKSE,
Directcw Hoofdexpeditie Veldpost.
XI.
Eveneens gaat hot nu met iemand, die ran
het eene onderdeel naar het andere wordt
overgeplaatst Breda is het Bataljon waar men
zich bij bevindt, het Postkantoor is do facteur,
de persoon die u uitzendt is de compagnies
commandant of de sergeant-majoor. Het Batal
jon waar men zich heen begeeft is Noord
Sctiawli.
Dr. Steiner, de correspondent van den „Ber
liner Lokal Anzeiger", die met het leger van
Hindenburg thans den tocht me© maakt in
Noord-Rusland, geeft een aanschouwelijke be
schrijving van den brand van Schawli, waaraan
het volgende ontleend is:
„Daar het mijn plan was dezen nacht in
Schawli t© blyven, ging ik op zoek naar een
kwartier. Een oude man bracht mij naar het
hotel. Bristol, in de hoofdstraat gelegen. Ik
werd aangenaam verrast door de grootte en
de zindelijkheid van dit hotel. Spoedig kreeg
ik de verklaring. De eigenaar was een Koer-
lander, die Duitsch sprak. Al zijn vijftig ka
mers waren vrij, maar ik kon er toch geen in
trek nemen, want, zooals de waard zei, binnen
het kwartier zouden de bijgebouwen van het
hotel wel in vlam staan.
Hij bracht mij naar een achterkamer, van
waar ik een blik had op het marktplein. Ik
zag een vreeseb'jk schouwspel. Rondom het
groot© vierhoekige plein brandden alle huizon.
De hevige westewind blies het vuur aan, en de
reusachtige roode vlammentongen sprongen
van het eone huis naar het andere. De lucht
was vol verstikkenden walm. Ik moest weg,
want do gangen van het hotel waren reeds vol
rook. Boneden op straat liepen de menschen
doodkalm heen en weer. Oude joden, in zwarte,
vuile kaftans, stonden op de hoeken van de
straat en bespraken iets, heftig gesticuleerend.
Maar aan blusschen dacht niemand. Ik ging
naar een'groepje toe. „Ziet gij dan niet, dat
het geheel© marktplein brandt? En wanneer
niemand bluscht, dan moet do geheele ooste
lijke stad in vlammen opgaan."
„Waarom zouden wij blusschen, die huizen
zijn van de Polen. Wij Joden, wonen aan den
zuidkant van de stad." Dit was hun antwoord
en zij gesticuleerden verder.
De brand sloeg met angstwekkende snelheid
aver op de naburige gebouwen. De vlammen
wrongen van kot eene dak naar het andere, de
Beveland, de Compagnie Kortgene, Colijns-
plaat, Wissekerke of Kamperland, terwijl de
Bataljonsstaf wordt voorgesteld door Kats.
Deelt een militair nu niet dadelijk zijn aan
komst mede aan zijn Compagniesfacteur, b.v.
Wissekerke (gesteld, dat hij bij de 3o Com
pagnie wordt ingedeeld) en aan den Bataljons-
facteur (in dit geval het Postkantoor Goes,
dat alle correspondentie voor Noord-Beveland
behandelt), dan moeten zijn stukkon den
langen weg langs alle Compagnieën (hulp-
postkantoren) bewandelen, indien zij ten min
ste niet onderweg onbestelbaar gemaakt en
teruggezonden worden, of Noord-Beveland
wegens onvoldoende adres niet bereiken.
Had hij zijn adres direct bij aankomst opge
geven aan den facteur van zijn vorig Bataljon,
dan had deze zijn correspondentie direct na
ontvangst ten postkantoro kur.nen nazenden,
waardoor hij zijn stukken in den kortst moge-
lijken tijd op hun bestemming zou hebben.
Deelt hij zijn adres mee aan zijn Compagnies-
facteur. dan duurt de nazending iets langer,
en deelt hij het mede aan zijn Compagnies
commandant, dan kan deze nog de noodige
stukken, waschgoed en eventueel hem toe
komende gelden toezenden.
Het is to begrijpen, dat wanneer iemand,
b.v. een reserve-sergeant van een depot, ge
dirigeerd wordt op een Regiment om vandaar
zijn Ladere bestemming te volgen, de zaak nog
moeilijker wordt. Dan krijgt men ongeveer den
toestand van iemand, die gezocht moot worden
op Schouwen en Duiveland of op Voorne en
Putten. Het is te hopen, dat dit toch eens ein
delijk tot do reserve-sergeanten zal doordrin
gen en ook tot al diegenen, die het niet de
moeite waard vinden om volledige adressen op
te geven. Voor straf moest aan hen worden op
gedragen om op een verlofdag op een of andor
eiland oen daar totaal onbekend persoon, die
zich op het gemeentehuis van een der dorpen
had gemeld, op te sporen. Ze zouden dan wel
uitgedroogde houten daken zogen het vuur in
en het vergane hout brandde als vuurmakers.
Na een half uur was het oostelijk gedeelte van
de stad één vuurzee. Half waanzinnig renden
vrouwen, mannen en kinderen tusschen de
huizen, allen vol geladen met het armzalige
huisraad, hun eenig hebben en houden. Zij
waren niet van de huizen weg te krijgen.
Steeds opnieuw liepen zij de brandende krot
ten weer binnen, om er nog iets uit te .halen.
Een vrouw rukte zich los van twee soldaten,
dio haar vast hielden, en ronde een hui» bin
nen, waaruit van alle kanten de vlammen
sloegen. De balken dreigen reeds neer te stor
ten. Zij verschijnt met loshangend haar, het
gezicht vuurrood van de hitte, lialf onmachtig
van rook en walm en houdt in de hand kramp
achtig vast, alsof zij niets liever ter wereld
had, een bont, blauwrood zonnescherm.
Daar zijn drie Joden. Hijgend sleepen zij groote
boeken, in half vergane leeren banden, kande
labers met zeven armen en een menigte ge
heimzinnige voorwerpen, onvermoeid uit een
groot gebouw en stapelen alles midden in de
straat op een hoop.
Het huis staat reeds in lichtelaaie. Maar
steeds draven de drie Joden in en nit en bren
gen kostbaarheden naar buiten. Het huis is
zoo vol rook, dat men geen deuren en geen
vensters meer ziet. Alleen de vlammen, die uit
het dak opstijgen. De drie Joden wilden het
gebouw weer binnen rennen. Ik grijp er een,
om hem tegen te honden. Hij kan nauwelijks
adem halen, trilt over zijn geheele lichaam en
hijgt naar lucht. Hij, met zijn langen witten
baard, is minstens zeventig jaar oud. Hij
smeekt me hem los te laten. Hij moet het
brandende huis binnen, want daar is het nog
heiligste de thora. En als ik hem toch niet
los wil laten, begint de man te jammeren en
te weenen. Dan moet hij het zelf maar weten.
Ik kan hem niet terug houden. Na een paar
ellendige minuten verschijnt hij weer, de
bonte, goudglanzende thora in de hand. Hij
wankelt en valt midden op straat neer. Hij
heeft een flauwte gekregen door hitte, rook
leeren hun adres volledig op te geven.
Mocht iemand er nog aan denken, dat het al
voldoende zou kunnen zijn om alleen do Divisie
te vermelden, laat hem dan eerst Jan Marinis-
sen in Noord-Holland op gaan zoeken. Mis
schien vindt hij hem per advertentie, evenals ik
de nalatigcn vindt door middel van de „Solda
tencourant". Het spijt me alleen, dat ik voor
veler oogen onbereikbaar ben, omdat do „Sol
datencourant" bij zeer vele Depotbataljons en
Rcservebataljons nog niet gelezen wordt. "Wie
brengt daar eens verbetering in?
Misschien zal een enkele zeggen, dat wan
neer iemand van een Depotcompagnie gediri
geerd wordt op een compagnie van een veld-
legerbataljon, de adressen toch steeds voldoende
bekend zijn. Ter opheldering diene dan, dat het
dirigeeren als regel geschiedt op een bataljon,
waarna de bataljonscommandant bepaalt bij
welke compagnie de onderofficieren en man
schappen zullen worden ingedeeld. Blijkbaar
wordt op de bataljonsbureaus van de aankomst
en verdeeling van de militairen geen aanteeke-
ning gehouden. Deze is feitelijk ook niet noo-
dig, daar zij alleen van nut zou zijn voor den
facteur en de betrokkenen voor deze mededee-
ling zelf kunnen zorg dragen.
Reservepersoueel wordt blijkbaar gedirigeerd
op het Regiment, de Regimentscommandant
wijst het Bataljon aan, de Bataljonscomman
dant de compagnie. Aanteekening wordt niet
gehouden, zoodat deze personen na vertrek van
de depots ten eenenmalo onvindbaar zijn. Ge
volg is, dat van de onbestelbare stukken, die
voor het reservepersoueel een hoog percentage
vormen.
Nog bij enkele depots wordt in plaats van de
nieuwe indeeling, de plaats van bestemming
vermeld. Dat deze stukken ten eenenmale on
bestelbaar zijn, kan ieder begrijpen, die weet
dat op een plaats soms 3 of meer regimenten
liggen, dus 3 x 3 x 4 36 ot meer compag
nieën. Dankbaar voor 't groote vertrouwen op
De krantenventors in Amsterdam zijn niet
gewoon bij den straatverkoop het eene of
andere gebeurde feit luid uit te schreeuwen,
gewoonlijk zijn zij inderdaad merkwaardig
neutraal. Maar dezer dagen hoorde ik op een
morgen een roepen„Lees de Duitsche neder
laag in Noord-Erankrijk I" Als men dat zoo
telkens hoort om do twee of drie minuten,
maakt het een zekeren indruk, en men slaat
zijn ochtendblad nog eeus weer op om van die
„nederlaag" te lezen. Nu, zooals 't meestal
gaat, had de man overdreven: de Franschen
hebben in de laatste dagen, met name bij
C'arency, eenige voordeeion behaald, de Duit
sche rs naar 't schijnt iets teruggeworpen en
hun eenige loopgraven ontnomen. Na het voor
uitdringen der Duitschers bij Yperen is dit
zeker geen feit van geringe beteekenis, maar
van overwegend belang is het niet, en s.zn de
eindelijke beslissing zal het weinig of niets af
doen. Toch is wel opmerkelijk dit nieuwe offen
sief der geallieerden op het. Westerfront, dat
zich doet gelden op verschillende punten van
de lange linies en waartegen de Duitschers
inderdaad geweldig hun krachten moeten in
spannen. Volgens de jongste telegrammen is er
op het Westelijk oorlogsterrein weer zeer hard
nekkig gestreden, bij Yperen zoowel als in
Noord-Frankrijk en de Vogezen, maar een be
sliste zegepraal is aan geene zijde behaald. Op-
fnerken&waardig is nog, dat, volgens do Fran
sche en Engelsche berichten, de Duitschers op
enkele plaatsen moesten terugwijken en loop
graven ontruimen, wegens de vergiftige gassen,
die zij zelf hadden verspreid. Dat zou dan zijn
door het eigen wapen geslagen!
Al is het duidelijk, dat de Duitsche aanval
bij Yperen de laatste dagen tot staan is ge
bracht, eenige verandering is door dit alles niet
gebracht op het Westèrfront. Anders in het
Dosten, zooals men weetdaar zijn in de jong
ste weken wel degelijk den Russen zware
slagen toegebracht, en ook nu nog lezen we
van nieuwe zegepralen der Oostenrijkers en
Duitschers in Galicië. De Oostenrijksche troe
pen staan weer voor Przemysl, dat de Russen
zoolang hielden ingesloten en dat zij ten
slotte veroverden, waardoor zij een groote troe
penmacht vrij kregen voor een nieuwen aan
val. Zij hebben ook aangevallen, doch zonder
succes; integendeel alleng3 werden zij steeds
meer teruggedrongen bij de verschillende pas
sen, tot generaal van Mackensen hun een be
sliste nederlaag toebracht'aan do Dunajec en
zij sedert al meer en meer hebben moeten
terugwijken in de Karpathen. Voornamelijk
echter in het Westen; in Oostelijk Galicië zijn
de Russen in den laatsten tijd eenigszins voor-
ui tgedrongen. De boog der linies daar is zoo
doende veel grooter geworden en aan den kant
van de Bukowina dringen de Russèn nu op.
Wat den strijd in Polen betreft, we krijgen
daarvan in de laatste dagen geen duidelijk
beeld. De vijandelijke krachten schijnen er
tegen elkaar op te wegen. Noordelijker. in
Lithauen, zijn, zooals men weet, de Duit
schers doorgedrongen tot Mitau, tot Libaa
zelfs, en 't Heette, dat zij Riga bedreigden.
Maar do laatste berichten spraken weer van
nieuwe Russische aanvallen, Russische troepen
zouden weer zijn doorgedrongen tot Schawli en
een hevige stnjd om deze plaats zou zijn ont
brand. De strijd in het Oosten behoudt dus zijn
karakterhet is een heen en weer gaan, maar,
en opwinding. Maar de thora, heb heiligste,
dat bij bezit, houdt hij krampachtig in zijn
handen tegen de borst gedrukt.
Intusschen zijn onze genie-soldaten met het
reddingwerk begonnen. Zij probeeren met de
weinige middelen, waarover zij beschikken,
een paar blokken huizen, die gespaard gebleven
zijn. te redden. Een collega en ik helpen
ijverig. En dwingen met goede, maar nog met
veel meer slechte woorden, de mannelijke be
volking water aan te dragen. Het is ergernis
wekkend, dat zonder geweld geen menseh hel
pen wil.
Ik ging naar mijn kwartier, in een wijk, die
niet bedreigd werd. De straat was uitgestor
ven. Langs de huizen lagen overal de men
schen met hun armelijk huisraad. Het vee liep
in den nacht rond. Huilend slopen de honden
langs da huizen. Dan dreunde plotseling een
ioffe slag, door vele gevolgd, steeds harder,
steeds duidelijker. Do grond en de lucht trilden.
Onze soldaten lieten gedeelten van den spoor
weg in de lucht springen. Voorwerpen vlogen
de lucht in en men boorde het fluitende suizen
van de stukken, die boven onze hoofden
vlogen.
In den vroegen morgen beschenen de eerste
zonnestralen alleen nog de gloeiende puin-
hoopen van Schawli en de moede, bleeke ge
zichten van de daklooze menschen, die op de
breede chaussee naar het westen en het oosten
trokken om een nieuw huis te zoeken.
41ste Week.
10 MeiAanval van Duitsche luchtschepen
op de Engelsche kust boven Weet-
diff en Southend, waarbij in
enkele huizen brand ontstaat en
(©enige burgers gedood worden.
Het Eng s.a. „Queen Wil-
helmina'' ter hoogte van Blyth
door een Duitschen onderzeeër in
den grond geboord; bemanning
gered.
In de Oostzee boort een Russi
sche duikboot bij Libau een
Dnitsch transportschip in den
grond.
In een schermutseling aan- den
Bosporus 'wordt het Duitech-
Tuxische slagschip „Göben"
ernstig beschadigd door Russi
sche oorlogschepenhet schip
keert echter naar Konstantino-
pel terug.
Zeegevecht op de Noordzee bij
het Nederlandsche lichtsohip
Noord-Hinder, Twee Duitsche
torpedobooten en do kleine Engel
sche hulp'.ruiser „Columbia" in
den grond geschoten; van het
laatste schip slechts één man ge
red.
Een Duitsche aeroplane werpt
bommen op Parijs5 personen
gewond.
("p het Oostelijk slagveld blij
ven de Duitschers en Oostenrij
kers de terug trekkende Russen
vervolgen over het geheele zuide
lijk front. De Duitschers bezet
ten Kielce en Oostenrijk-Hon-
gaarsche troepen Turka. De Rus
sen ondernemen een tegenaanval
op Horodenko in zuid-oostelijk
Galicië,
De Duitsche regeering spreekt
tegenover de Nederlandsche haar
leedweaen uit wegens het in den
dat valt niet te ontkennen, over 't geheel een
succes voor de Duitschers, al ia bet een succes,
waaraan d©z© niet veel hebben totnogtoe en
dat hun telkens bestreden wordt door nieuwe
aanvallen van Russen.
Van de andere oorlogsterreinen niet veel
nieuws. De Engelsehen geholpen door de
Zuid-Afrikanen onder generaal Botha, hebben
in Duitsch Zuid-Wcst-Afrika een overwinning
behaald door de inneming van Windhoek.
Aan de Dardanellen is de toestand nog niet-
veel veranderd, de gealliëerden nikken nog
niet hard op, maar de toestand schijnt voor de
Turken toch ietwat benarder te worden. Hun
verliezen zijn ontzaglijk groot en er zouden
zich te Konstantinopel teekenen van moede
loosheid vertoonen.
Italië staat nog onder het teeken van de
orisis. Het ministerie-Salandra blijft aan, d.w.
z dat het nog een dobberen blijft tusschen
oorlog en vrede. Doch het volk toont zich
steeds krijgslustiger en steeds meer anti-
Duitsch of vooral anti-Oostenrijksch gezind. Er
wordt zelfs gesproken van het opzeggen van
het Drievoudig Verbond. En too wordt, al
klinken er nog stemmen voor den vrede, Italië
blijkbaar steeds meer naar den oorlog gedreven.
SELGIË.
Koning Albert en het Fransche leger.
PARIJS. Koning Albert heeft, om het
Fransche leger zijn erkentelijkheid te betui
gen voor zijn hulp en het geluk te wenschen
na zijn schitterende houding tijdens de laat
ste gevechten, talrijken Franschen officie
ren de Leopoldsorde en de Kroonorde ver
leend. De minister van oorlog Mille rand en
generaal Foch kregen het grootkruis van de
Leopoldsorde.
DUITSCHLAND.
Een telegram van den Keizer.
AKEN. Naar aanleiding van den
honderdsten gedenkdag van de ver-
eeniging van de Rijnprovincie met
Pruisen heeft het stadsbestuur van Aken
een telegram van hulde gezonden aan den
keizer. Hierop zond de keizer tot antwoord
een telegram, waarvan het slot luidt: De
afgunst en nijd van onze vijanden trachten
sindsdien het Duitsche vaderland en het
Duitsche volk te vernietigen, en het zegevie
rend voortschrijden van de Duitsche kuituur
en den Duitschen arbeid te belemmeren.
Thans is het niet de tijd achterwaarts te
zien en het verleden met dankbaarheid te
herdenken, maar om met vastberadenheid
de aanslagen van den vijand het hoofd te
bieden en met gepantserde vuist de toekomst
van het vaderland te verzekeren. De helden
moed en offervaardigheid van ons volk, wel
ke in den ons opgedrongen strijd reeds zulke
groote overwinningen behaalde, zijn, met
Gods hulp, een waarborg, dat wij de zwaar
ste beproeving, welke ooit het Duitsche va
derland ondervond, zegevierend zullen door
staan.
In dit onwankelbare vertrouwen zend ik
mijn trouwe stad Aken mijn gToeten en
mijn dank.
Vèrdragend geschut.
De Kölnische Zeitung schrijft naar aanlei
ding van de beschieting van Duitnkerken:
De Duitschen», die minstens dertig kilometer
van Duinkerken verwijderd zijn, schieten met
kanonnen, die nog achter hun front staan. Aan
de stokken van de granaten heeft men het
kaliber kunnen meten. 33,1 Centimeter, slechts
vier oentimeter minder dan de projectielen van
de dikke Bertha. De uitwerking is verschrik
kelijk. Eén projectiel vernielt een half dozijn
huizen.
Voor wie iets van de nieuwe reusachtige
kanonnen weet is deze zaak niet vreemd. Wij
hebben hier niet te doen met mortieren, die
de projectielen met een steden boog afschie
ten, maar met kanonnen die zoover mogelijk
moeten reiken. Wij weten, dat het groote
scheepsgeschut een schotwijdte heeft van bijna
twintig kilometer. En wel bij een hoek van
ten hoogste twintig graden. Richt men den
loop steiler, dan vergroot zich de schotwijdte,
tot zij de grens bereikt bij een boek van veer
tig tot vijftig graden. Men heeft tot nu bijna
geen gebruik gemaakt van de groote schot
wijdten van het zware vlakbaangeschut, omdat
men bij dergelijke afstanden niet goed richten
kon. Eerst de vliegmachines maakten het mo
gelijk daartoe over te gaan en het is duidelijk,
dat bij een zoo uitgestrekt doel als een vesting
biedt, de trefzekerheid voldoende ia ook op
zoo'n grooten afstand.
In 1893 bereikte een 24 centimeter kanon Tan
Krupp reeds een 6chotwijdte van 2i kilometer
bij een boog van 9 kilometer straal. Het is dui
delijk dat een kanon van 33 centimeter, met
een veel langeren loop veel meer prestee ren
kan.
Ook de andere landen hebben dergelijke
kanonnen. Wij herinneren aan de 38 centime
ter kanonnen von do „Queen Elisabeth", dio
voor de Dadanellen voldoende Tan zich liet
spreken.
Dergelijke reusachtige kanonnen bieden de
groote moeilijkheden, dat zij een bijzonder
transport en een bijzondere opstelling ver-
eischen. Kanonnen met zoo lange loopen moe
ten vervoord worden op speciaal geconstru
eerde wagens. En het is mogelijk deze wagens
tevens te gebruiken als bedding.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogsterrein.
BERLUN. Ten noorden van Ype
ren vallen 6©dert Zaterdag zwarte troe
pen, zonder zich te bekommeren om de ver
liezen, die zij lijden, onze stellingen aan ten
westen van het kanaal bij Sfceenstraete en
Het Sas. Bij Het Sas werden alle aanvallen
afgeslagen, bij Steenstraete duurt de strijd
nog voort.
Ten zuidwesten van Rv sel gingen de
Engelschen na krachtige arfcilleristische
voorbereiding over tot een inf&nterie-aanva!
op onze stelling ten zeiden van Neuohatel,
die op de meeste punten reeds werd afge
slagen. Slechte op enkele plaateen duurt het
gevecht nog voort.
Meer naar het zuiden, aan beide zijdon
van den rug der hoogte van Notre Dame
de Lorette, bij Souchez en ten noorden van
Atrecht bij Neuvïlle, liepen nieuwe aanval
len der Franschen dood in ons vuur.
Zeer sterke verliezen leden de Franschen
bij de Loretto-hoogte, Souchez en Neuville.
Ten westen van Argonne maakten wij ons
door een aanval meester van een sterk
Fransch steunpunt, 600 M. hoog en 200 M.
diep, ten noorden van ViJle-sur-Tourbe en
wisten het te behouden ondanks drie nach
telijke aanvallen, waarin de vijand zware
verliezen leed. Een groote hoeveelheid mate
rieel en 60 gevangenen vielen in onze han
den.
Tusschen Maas en Moezel hadden op bet
geheele front levendige artillerie-gevechten
Iafanteriegevechten werden alleen gele
verd aan den westelijken zoom van het Le
Prêtre-bosch, De strijd aldaar duurt nog
voort.
P ARIJS. Giitermi d dag wenden vier
aanvallen der Duitschers op Steenstraete
afgeslagen.
Een communiqué deelt het schitterend
succes mede, dat de Engelschen behaald
hebben. De Duitschers leden een ernstige
nederlaag Er werd een ernstig gevecht van
man tegen man geleverd. Tengevolge van de
aanvallen der Franschen die hun nieuw
front versterken, zijn de Duitechera ten
noorden van Atrecht verder achteruit ge
dreven.
Te ViIle-3ur-Tourbe3 en Champagne
lieten de Duitschers Zaterdagnacht een mijn
springen achter de eerste Franscbo linie.
Acht Duitsche compagnieën deden daarop
een aanval. Zij wisten voet te krijgen; in
twee tegenaanvallen echter met de bajonet
en bommen werd do geheele spelling her-
MEN LETTE
bij het koopen van onze KARNEMELKZEEP
vooral op ons gedeponeerd Fabrieksmerk
„HET ANKER" en weigere onvoorwaar
delijk alle andere soorten. Een geregeld
gebruik dezer Zeep maakt de handen
blank als sneeuw, het gelaat zacht als
fluweel.
ALOM VERKRIJGBAAR.
grond boren door een Duitschen
onderzeeër van het Nederl. s.s.
Katwijk", en verklaart zich be
reid do schade te vergoeden.
De Franschen behalen op het
westelijk oorlogstooneel een be
langrijk p! atseüjk succes bij Ca-
rency en Atrecht; talrijke Duit
schers krijgsgevangen gemaakt,
benevens kanonnen en mitrail
leuses.
Een Turksche torpedo-boot
boort in de Dardanellen het
Engelsche slagschip „Goliath''
(13.150 ton) in den grond; van
de bemanning verdrinken onge
veer 500 man, 20 officieren en
1650 man gered. Een Engelsche
onderzee-boot vaart de Zee van
Marmora binnen en bcort een
transportschip en twee Turksche
kanonnoerbooten in den grond.
De Zuid-Afrikaansche troepen
bezetten onder bevel van Louis
Botha de hoofdstad van Duitech-
Zuid-West-Afrika Windhoek,
waardoor feitelijk deze geheele
Duitsche kolonie in Engelsch be
zit komt.
Do Nederl. stoomtrawler
,,'s-Gravenhage" door een onbe
kende vliegmachine in de Noord
zee met bommen- geworpen.
Het Italiaansche kabinet Salan-
dra besluit af te treden.
Ernstige ongeregeldheden tegen
Duitschers gepleegd in Johan
nesburg en Kaapstad, naar aan
leiding van de misdaad tegen de
^Lueitania".
14 De Russen behalen een voordeel
bij de stad Schawli, waar zij
het achtervolgende Duitsche leger
tot staan brengen en een verlies
toebrengen.
Het Deensch© s.s. Martha"
ter hoogte van Aberdeen door een
Duitschen onderzeeër in den
grond geboord.
16 Volks-betoogingeu in Rome, Mi
laan, Florence en Venetië ten
gunste van den oor'og tegen Oos
tenrijk; het afgetreden kabinet
Salandra wordt door den koning
gehandhaafd.
Een oproerige beweging in
Portugal tegen de dictatuur van
generaal Pimento de Castro wordt
onderdrukt, nadat diens ministe
rie zijn ontslag aan president
Manuel d'Amaga heeft inge-
diend.
17 Aan het westelijk oorlogs-front
hebben gedurende de geheele
week hevige gevechten plaats ge
had, het ernstigst bij Yperen en
Carency.
Aa-i het oostelijk front rukken
de legers van Duitechland en
Oostenrijk op tegen de lijn
PilicaBoven-Weichsel, Sambor
PrzemyslStanislaw de Rus
sische leger3- schijnen hier 6tand
te willen honden.
Aan de Dardanellen weten de
Engeisch-Fransche landingstroe
pen zich te handhaven, doch win
nen slechts weinig terrein op het
schier-eiland van GaüiüoK»