No.m
Zondag 9 Mei 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
De Nederlandsche Veldpost
„Mevrouw Schelvisch".
De kleine vioolspeler.
Oplaag 45,000 exemplaren.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EX ADMINISTRATIE PALESTRINA STRAAT 10,
AMSTERDAM. TELEFOON Z.-4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
AVEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NLET-MILITAI-
REN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertentien ■wende men zich tot 3: et AI g. Advertentie-Bureau ROL'MA A Co.
Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij ..Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Pa ic-stri nasi raat 10,
Amsterdam. Prys der Advertentién per regel 30 cent. Bjj abonnement reductie
Het Suezkanaal.
Ook Egypte is
betrokken in den
grooten wereld-
oorlog. Om ver
schillende rede
nen zelfs. In de
eerste plaats is dit
Afrikaanach land
eigenlijk een va
zalstaat van Tur
kije, maar op
Engeland's aan
dringen en dit
land is er almach
tig heeft het
zich|onafhankelijk
verklaard. Tur
kije dacht dus het
Nij 11 and terug te
winnen en heeft
meermalen be
proefd er troepen
heen te zenden.
In de tweede
plaats is het Suez
kanaal, voor de
handeldrijvende
staten, eu voor
Engeland in de
allereerste plaats,
van |ontzaglijk be
lang als een ver
korte weg naar
Iudië en Oost-
Azië. De aanval
der Turken gold
dan ook in de
eerste plaats dit
Kanaal en we heb
ben meer dan eens
melding moeten
maken van
vechten aan en
bij het Suez-ka-
naai. Als de vij
anden van Enge
land er in slaagden zich meester te maken van het Kanaal, zouden zij Engeland een
dikken streep door de rekening halen. Een paar dagen is door de aanvallen het Kanaal
gesloten geweest, maar over 't geheel heeft de scheepvaart nog geen last, ondervonden
van den strijd daar in de buurt. Wat echter niet is, kan nog komen en de Engelsche
regeering moet er steeds een oogje in !t zeil houden, moet er steeds bereid zijn op
een aanval.
Gas kaartje geeft het Suezkanaal weer met de omgeving, daaronder het Oostelijk
bekken dor Middellandsche Zee en 't noordelijk deel der Roode Zee.
O O or. A. P. EZNJAM3NSE,
Directeur Hoofde.vpeditic Veldpost.
VIII.
Hieronder volgen eenige strafbepalingen
waaraan ook de facteurs onderworpen zijn:
Wetboek van Srafrecht. Art. 177 le lid. Met
vangenisstral van ten hoogste twee jaren of
geldboete van ten hoogste driehonderd gulden
wordt gestraft
le. hij-, die een ambtenaar ecne gift of be
loften doet met het oogmerk om hem tc be
wegen in zijne bediening, in strijd met zijn
plicht, iets té, doen of na te laten
2g. hij. die een ambtenaar eene gift doet ten
gevolge of naar aanleiding van hetgeen door
dezen in zijne bediening, in strijd met zijn
plicht, is gedaan, of nagelaten.
Art. 170. Hij, dié door geweld of bedreiging
met geweld een ambtenaar dwingt tot het vol
voeren een»?r ambteverrichting of bet nalaten
ten ecner rechtmatige ambtsverrichting, wordt
gestraft >mét gevangenisstraf van ten hoogste
drie jaren.'
Art. 180. Hij, die zich met geweld of be
dreiging ïr.ot geweld verzet tegen een ambte
naar iverk'zaain in de rechtmatige uitoefening
zijner bediening, of togen personen, die hem
daarbij krachtens wettelijke verplichting of op
zijn t or zoek bijstand vorleenen wordt, als
schuldig aan wederspannigheid, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldbceto van ton hoogste driehonderd gulden.
Art. 201. HIJ, die opzettelijk brieven of an
dere stukken, aan een post- of telegraafkan
toor bezorgd of in een postbus gestoken, aan
hunne bestemming onttrekt, opent of bescha
digt, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste een Jaar.
Art. 202. Indien de schuldige aan een der in
de artikelen 198201 omschreven misdrijven
zich den toegang tot d© plaats van het misdrijf
verschaft of het gced onder zijn bereik brengt
door middel van braak, verbreking of inklim
ming. van valsche sleutels, van een valsche or
der of een valsch kostuum, kan de straf met
ten hóógste een jaar gevangenisstraf worden
verhoogd.
Art. 272. Hij die opzettelijk eenig geheim,
hetwelk hij, uithoofde Tan zijn hetzij tegen
woordig, hetzij vroeger ambt of beroep ver
plicht is te bewaren, bekend maakt, wordt ge-
De Indische «schets „Mevrouw Schelvisch"
van den schrijver L»? Bron Yexela, te St. Piet-er,
in ons nummer van 30 April geplaa tst, heeft hij
de hteren onderofficieren van Jiet Indische le-
gor protesten uitgelokt. De geschiedenis blijkt
als staaltje uit het werkelijke leven gegrepen
te zijn, al komt hét ons bij nader inzien voor,
dat het geheel iets is aangedikt. Trouwens
in all«? standen der maatschappij treft meu
tuindergewenselvt© elementen aan.
Intusschen is het jammer, dat naast „Me
vrouw Schelvisch"' een hoofdrol wordt vervuld
door een onderoficier en wij hebben zeker eer
bied voor hen, die daartegen in opstand komen.
pleit zelfs ten zeerste vcor den tegen-
woordigen onderoficiersstand, dat men zulke
verhalen niet zonder meer laat passeeren. Wil
daarom, heeren onderofficieren, de nadrukke-
hjke, hoewel overbodig»? verzekering aanvaar
den, dat onzerzijds zeker niets onaangenaams
aan het adres van welke catagorie onderoffi
cieren dan ook is bedoeld, en dat het door ons
wordt betreurd, dat een der feuilletons van
den heer Le Bron de Vexcla onaangenaam gé-
weest is aan de uitmuntende gevoelens, welke
de onderofficieren van het Indische Leger be-
«'elen.
REDACTIE.
straft met gevangenisstraf van ten hoogste 'zés
maanden of geldboete vau ten hoogste zeshon
derd gulden.
Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon
gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op
diens klachte.
Art. 359. De ambtenaar of een ander met
eenigen openbaren dienst voortdurend of tij
delijk belast persoon die opzettelijk geld of
geldswaardig papier, dat hij in zijilo bediening
onder zich heeft, verduistert of toelaat dat
het door oen ander weggenomen of verduis
terd wordt, of dien a'nder daarbij als mede
plichtige ter zijde staat, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.
Art. 360. De ambtenaar of een ander met
«enigen openbaren dienst voortdurend of tij-
<!>:lijk belast persoon, die opzettelijk geld cf
registers, uitsluitend bestemd tot controle van
de administrate, valsche!ijk opmaakt of Ter-
valsc-bt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren.
Art. 361. De ambtenaar of een ander met
eenigen openbaren dienst voortdurend of tij
delijk belast persoon, die opzettelijk zaken be
stemd om voor de bevoegde macht tot over
tuiging of bewijs te dienen, akten, beschei
den of registers, welke hij in zijn»? bediening
ouder zich heeft, verduistert, vernielt, bescha
digt, of onbruikbaar maakt, of toelaat dat zij
door een ander worden weggemaakt, of dien
beschadigd of onbruikbaar gemaakt, of dien
ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat-,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste vier jaren en zes maanden.
Are. 362. De ambtenaar, die een gift of be
lofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan
wordt ten einde liem te bewegen oüi. zonder
daardoor in strijd met zijn plicht te handelen,
in zijne bediening iets te doen of na te laten,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste drie maanden of geldboete van ten
hoogste driehonderd gulden.
Art. 363. Mot gevangenisstraf van ten hoog
ste vier jaren wordt gestraft de ambtenaar
le. die een gift of belofte aanneemt, weten-
do dat zij hem gedaan wordt ten einde hem te
bewegen om, in 'strijd met zijn plicht, in zijn
bediening iets te doen of na te laten
2o. die een gift aanneemt, wetende dat zij
hem gedaan wordt ten gevolge of naar aan
leiding van hetgeen door hem, in strijd n»:t
zijn plicht, in zijne bediening is gedaan of na
gelaten.
Art. 366. De ambtenaar, die in de uitoefening
Kaar hel Engelscht
van
LOUIS B. F I S D A L E.
Pierré Lafont was oogenscliijnlijk een ruw
man, maar in zijn hart gloeide eene liefde, die
alle beschrijving tartte. Jean, zijn klein acht
jarig zoontje, was hem meer waard dan heel dé
wereld. Hij beminde, neen. aanbad deil blenden
knaap met zijn schitterende oogen zoozeer, dat
iemand die hem niet van nabij kende, het niet
zou hebben kunnen gelooven.
Dikwijls nam li ij zijn zoontje in zijn armen
en bedekte hem telkens weer met hartstochte
lijke kussen, terwijl de tranen hem in de oogen
schoten, wanneer de naam zijner gestorven
Marie op zijn lippen kwam. De moeder van
Jean was gestorven, toen hij nog niet meer dan
een zuigeling was, maar zijn vader had hem
verzorgd en groot gebracht even teeder als een
vrouw liet had kunnen doen. Mr. Pierre had
nooit opgehouden te treuren over het verlies
van zijne vrouw, maar de liefde, die hij haar
toedroeg, was meer dan vertienvoudigd over
gebracht op het kind.
Er was nog eene bron van genot, die hem
nog gelukkiger maakte. Pierre was de trotsche
v bezitter van eene viool, die hij met meer dan
zijner bediening, als Terechuldigd aan hem zei
ven, aan ©en ander ambtenaar of aan eenige
op?nbare kas, vordert of ontvangt of bij «en
uitbetaling terughoudt hetgeen hij. weet dat
niet verschuldigd- is, wordt als schuldig aan
knevelarij, gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste zes jaren.
De toestand in den reuzenstrijd.
De berichten uit Berlijn en Weenen zijn
vol gejubel over de behaalde groote over
winningen in Galicië, de telegrammen
uit St. Petersburg blijven even krachtig
ontkennen, dat de Russische troepen ge
slagen zijn, dat de Duitschers en Oosten
rijkers daar succes hebben behaald. Bij Yperen,
zeggen de Duitschers, gaan wij vooruit, we
sluiten de stad al meer in en duwen de
Engelschen terug, de geallieerden beweren
van hun Kant, dat zij de hevige aanvallen
van den vijand met succes weerstaan. Hart-
mannsweilerkopf is een veel bestreden en
vaak genoemd punt in de Vogezen, een
hoogte, die aan de er om kampende-vijanden
talrijke slachtoffers heeft gevraagd, welnu,
een Amerikaansch journalist, heeft verklaard,
dat, de Franschen iu het bezit er van zijn,
dat hij zelf in hun posities daar is geweest,
maar aan den anderen kant geeft een Zwit-
sersch kolonel er zijn woord op, dat de Duit
schers er meester zijn. Aan de Dardanellen
duurt de strijd voort van de gelande troepen der
geallieerden tegen de Turksche, leest men
daarover de Engelsche telegrammen na, dan
schieten de operaties goed op, volgens de
Turksche komt er niets van terecht eu
wordt bataljon op betaljon vernietigd van
de invallers
Ziedaar een rijtje tegenspraken over de
merkwaardigste gebeurtenissen der laatste
dagen. Onze lezers behoeven die niet maar
zoo te gelooven, al3 zij de telegrammen uit,
de verschillende hoofdsteden lezen, zullen
zij een bevestiging vinden. De oorlog ont-
wikkelt blijkbaar merkwaardig de fantasie
der verslaggevers, officieele of niet-ofïicieele.
Of daar opzettelijkeoverdrijvingen bij zijn, be
stemd voor 't eigen volk of om den vijand zand
in de oogen te strooien wie durft het
zeggen? Maar moeilijk is en blijft het in
deze omstandigheden een overzicht van den
toestand te geven. Als wij nauwkeurig lezen
en vergelijken, moeten we wel tot de con
clusie komen, dat de Duitschers en Oosten
rijkers in Galicië voordeelen hebben behaald,
zijn die echter zoo grcot, dat de toestand
er door gewijzigd wordt, dat de Kussen
zullen moeten terugtrekken uit het Oosten-
rijksch gebied? We gelooven ook wel, dat d9
Duitschers eenige fortuinlijke dagen hebben
gehad bij Yperen, maar de algemeene situa
tie aan het Westerfront ondergaat daardoor
geen verandering. En wat de Dardanellen
aangaat, staat het blijkbaar vast, dat do
Turken een krachtigen tegenstand bieden en
den troepen der geallieerden totnogtoe harde
slagen toebrachten en ze wisten tegen te
houden: in het Britsche Lagerhuis heeft de
eerste minister in een vrij optimistische rede
verklaard, dat de het verst voortgerukte
divisie zich nu bij Sedil Bahr stevig heeft
verschanst.
Over 'fc geheel dus is de oorlog nog in
vollen gang, wordt er misschien hardnek
kiger gestreden dan ooit, maar zonder dat
het bloed der honderdduizenden gevallenen
eenige beslissing heeftgebracht in den
grooten kamp. Thans dreigt de krijg zich
uit te breiden, zijn er nieuwe verwikkelin
gen in zicht. Japan neemt een steeds meer
vijandelijke houding aan tegen China; het
heeft dit land een ultimatum gezonden, en,
den oorlog in Europa voorbijziend, ver
volgt liet zijn eigen plannen. Die plan
nen zijn lang niet naar den zin van
Engeland en Kusland, zij brengen de
integriteit van het Chineesche rijk, door
deze volken gewaarborgd, in gevaar, maar
wat zullen zij er aan doen, nu zij zelf de
hauden vol hebben? Japan wordt op deze
wijze voor de geallieerden een gevaarlijke
vriend!
Een ander land, waarop de wereld thans
voortdurend het oog heeft gevestigd, is
Italië. Men viert er, te Quarto, de Garribaldi-
feesten, herinnering aan den grooten natio-
nalen strijd, tegen Oostenrijk in de eerste
plaats. Er is geestdrift voor die feesten iu
Italië en hier en daar hebben zij aanleiding
gegeven tot anti-Oosten rij ksche betoogingen.
Feller worde de woeling tusschen de stroo
mingen vóór en tegen den oorlog, en steeds
meer lijkt het er op, dat Italië zal worden
meegesleept in den wereld-oorlog, en onge
twijfeld zal het dan staan aan de zijde der
geallieerden. Zal dat het einde verhaasten
van den grooten strijd of voeren tot een
wanhopigen kamp, die ook andere neutrale
landen zal meesleepen?
Het ammunitieverbruik in den oorlog.
Welke getallen hefc verbruik van „kruit
en lood", om daarmee alle kogels, bom
men, granaten enz. te betitelen, verschoten
in dezen oorlog, zal opleveren is, zelfs bij
benadering niet op t-e geven. Zij zullen
echter zeef veel grooter zijn dan die welke
vorige oorlogen opleverden.
In den kloedigen slag van Vionviile in
1870/71, de bloedigste van dien oorlog,
verschoot het 3e legercorps per geweer 35
patronen; bij Liaojan, gedurende den Rus
sisch-Japanscben oorlog verschoten de Rus
sische soldaten 170; bij .Moekden zelfs 196
patronen per geweer op één dag. De Duit-
sche veldartillerie pafte bij Vionviile per
kanon 162 kogels en de Russische bij Moek
den 504 weg.
De voornaamste oorzaak van de steeds
vermeerderende behoefte aan ammunitie
is,'zoo zegt de „Frankfurter Zeitung", toe
te schrijven aan de manier van oorlogvoe
ren. Men had over liet algemeen wel reke
ning gehouden met de waarschijnlijkheid
dat op enkele punten van bet gevechtster
rein een verschansing- of .loopgravenoorlog
zou ontstaan die dagen en weken kon aan
houden. Maar dat deze oorlog geheele
legers over een lengte van honderden kilo
meters in de loopgraven zou doen stillig
gen, hadden weinigen vermoed. Toch is er
:n Duit-scbJand iemand geweest die dat wel
voorzag. Graaf Schlieffen heeft or steeds
op aangedrongen de zware artillerie te ver
meerderen en de organisatie van ammuni-
tie-aanvoer voor het leger te volmaken.
Het geschut van groot kaliber, noodzake
lijk om geheele aarden wallen en verschan
singen te kunnen beschieten verhoogt de
munitiebehoefte aanzienlijk. De kogels en
scherven van de springende granaten be
dekken in de breedte of diepte groote opper
vlakten, maar de werking van Eet groot
kalibergeschufc is beperkt tot een kleine
ruimte. Daardoor moeten aanmerkelijk
meer projectielen verschoten worden om
4xie kleine plek met goed gevolg te „bewer
ken". Ook de grooter wordende onzicht
baarheid van het doel eischt meer kogels.
Deze moeten als 'fcware gesproeid worden.
Het „.inschieten" met de kanonnen, d.w.z.
het vinden van de goede richting waar
door de schoten o_» het gewensclite punt
vallen, kost ook zeer veel ammunitie, maar
zelfs al zijn de kanonnen ingeschoten dan
nog miösen vele projectielen het doel. Een
aanzienlijke hoeveelheid ammunitie wordt
dus verschoten zonder direct nut en daar
toe behoort vooral ook de artillerie-munitie.
Daar deze steeds grooter en zwaarder
wordt is er ook steeds meer grondstof,
vooral ijzer, noodig. Echter is die zwaarte
ook een zeer lastige factor voor het trans
port naar het front.
De strijd tegen de luchtschepen heeft ook
aan de artillerie een geheel niéuw arbeids-
doel gegeven, dat heel wat projectielen koet
Hoewel voorts, lij manoeuvres bijv. in
vredestijd, toezicht kau gehouden worden
op het nocdeloos verschieten van kogels en
het beperkt gebruik van kruit, komt het
in den oorlog herhaaldelijk voor, dat door
zenuwachtigheid of vrees dat het projectiel
niet ver genoeg zal komen, de lading zwaar
der genomen wordt dan feitelijk nocdig was
of met te groote projectielen wordt gescho
ten, terwijl 'fc doel ook met kleinere te be
reiken was.
Het is, vooral des nachts en in de loop
graven, geen wonder dat er dikwijls een
schot gelost wordt door een zenuwaohtigen
soldaat! Op een schot meer of minder komt
het nu niet aan. doch waar millioenen
soldaten te velde zijn, daar vormen die
agitatie-schoten" een zeer groot getal.
Dit schieten op loos alarm is eenigermate
kenschetsend voor het gehalte van den troep.
Bij goed gedisciplineerde troepen die de aan
voerder geheel in handen heeft, komt het
veel minder voor. Het patronenverbruik is
dus een maatstaf voor de qualiteit der regi
menten. Koe slechter bovendien de infan
terie is, hoe harder zij roept om hulp aan
artillerie. De artillerie moest steeds daaraan
voldoen, daar d'it haar taak is. Komt daar
nog bij dat zulke troepen infanterie, in hun
zenuwachtigheid voortdurend van stelling
moeten veranderen, dan kost ook dat alweer
extra veel artillerie-amraunitie.
gewone vaardigheid bespeeldeen het- was hun
een waar genoegen, na de afgeloopen dagtank
bij elkaar te gaan zitten en dan tijd te ver
drijven, onder het grootste genot. J'ean luis
terde steeds met verrukking. Zijn vader speelde
dan air na air en de kleine klapte in zijne han
den en sprong uitgelaten rond, nat den vader
meer voldoening schonk dan stormachtige toe
juichingen van een stampvolle zaal op een
volksconcert zou gedaan hébben. Na verloop
van tijd begon de knaap ook te spelen. Hij had
zijns vaders aanleg voor muziek; met een
scherp gehoor en vlugge vingers werd hij spoe
dig onder de leiding van zijn vader een knappe
kleine speler. Toen verlangde hij niets vuriger
dan een eigen viool te bezitten. Hij behoefde
zijn wensch voor iets slechts te kennen te
geven en de vader ontzei zich iedere weelde tot
die wensch verruild was. Hoe verrast «n verrukt
was Joan dan ook niet, toen hij bij zijn ont
waken op den morgen van zijn achtsten ver
jaardag eene nieuwe riool in eene open schoonc
kast voor zijn béd zag liggen! Hij sprong het
bed uit. nam het instrument iu zijne handen,
kuste liet in vervoering en liep daarna naar de
kamer van zijn vader rvien hij met dankbetui
gingen en kussen overlaadde. Nu gevoelde hij
zich inderdaad dubbel gelukkig. Zijne viool
werd nu zijn onafscheidelijke kameraad. Onder
richt door zijn vader, werd hij werkelijk een
verdienstelijk speler. Hij werd zelfs aange
zocht op te treden op concerten iu zijn woon
plaats en naarmate zijn roem grooter werd,
werden de aanvragen o_m zij ge ju-nsjgjt, menig-.
vuldiger, tot er maar weinigen meer waren,
die niet hadden hooren spreken van Jean, den
kleinen vioolspeler.
De Frans.ch-Duitsche oorlog was uitgebroken.
De Franschen werden opgeroepen om huis en
erf te verlaten en de wapenen op ie nemen
i our de zaalc van het vaderland en onder dat
getal was ook "Pierre La-font. Als trouw zoon
van Frankrijk gaf hij zonder tegenpruttelen
gehoor aan dien oproep, maar zijn hart kromp
ineen bij de gedachte iemand achter te moeten
laten, die hem dierbaarder was dan zijn eigen
leien zijn zoon. Gaarne zou hij zijn leven
gegeven hebben voor de zaak van zijn vader
land, maar de gedachte te moeten scheiden,
misschien voor altijd te moeten scheiden van
zijn lieveling, ontzenuwde hem bijna. Tocli
hield hij zich kloek. Hij liet den knaap zelfs
niet gissen, wat er in zijn gemoed omging.
„Gij weet. Jean, dat alle Franschen soldaten
moeten zijn", zei hij den avond voor zijn ver
trek, „en als een oorlog uitbreekt, moeten zij
gehoor geven aan den plicht, die hen toept.'
„Maar kunnen zij u niet bij mij tbuis laten
blijven?" vroeg Jean in zijn eenvoud.
Neen, mijn jongen, neen."
„Welnu dan vader, dan zou ik met u willen
gaan" was het antwoord van den jongen.
„Dat kan niet-, Jean, dat kan niet! Maar
schep moed, ventje, de oorlog zal spoedig ge
ëindigd zijn en dan kom ik terug en misschien
krijg ik eene medaille, vie weet? Bedenk
eens, Jean, een medaille! Zoudt ge niet gaarne
hebben,, dat ik eene, medaille k^eegrj-' v 'V.
BELGIË.
De Belgen In het gevecht ten Noorden van
Yperen.
Men schrijft ons uit het onbezette gebied
van België
Veertien dagen aan één stuk was reeds
een heel© divisie aan het rusten en dat
bet-eekent heel wat in dezen tijd, waarin het
hoogste gecircht wordt van de zenuwen. De
jongens rustten aan de stee. aan het strand,
j En dat beleekent nog wat meer, als men
overwinterd heeft in de modder met vóór
zich de niet welriekende poel van het over
stroomde Y'sergebied. En het bart was in
vree en t weer was heerlijk. Zij hebben
in de duinen gelegen en het mulle zand
uren lang door de vingers laten glijden.
Zjj hebben op en neer gewandeld in-deze
mooiste streek van de Belgische duinen,
waarin de zandheuvels lijken als de plotse
ling stilgevallen baren van oen woelzee die
verstolten is, en met hun ruigheid doen die
duinen toch nog innemender aan dan vele
menschengroepen. Zij hebben geslenterd
langs het zand en de zon streelde, lange
dagen, de kalme zee en er werd gebaad als
in 't- „seizoen", 't "Was haast als in de
bloeidagen van 't Belgische strand. Alleen
ontbraken er nog de lichte, losse, vrije
damesgestalten in hun lichte, losse, vrije
toiletjes. De enkele dames, die hier onlangs
nog verbleven, zijn op dringend verzoek
naar veiliger plaatsen verhuisd. Op 's Ko-
nings verjaardag was 't één pret. Al de
volksspelen, die men in Vlaanderen en
Walen'and kent, kwamen er de jongens
opvroolijkenmen heeft kuipje gestoken,
op den mast geklommen, in zakken geloo-
pen, door verftonnen gekropen -en de
koning heeft de revue gepasseerd. Dit
ging kalm, plechtig en eenvoudig. Allen
zijn verhard, maar er waren er weinig, die,
bij 'fc neerzetten van 't geweer, niet gauw
een traantje uit de ooghoeken wegpinkten.
En de pret bleef duren. Men sprak reeds
van drie weken rust. Men genoot ervan als
kinderen van ©en dag vrijaf op school. Echte
kinderen, die niet meer denken om gevaar,
geen dood meer vreezen en onbezorgd het
genot van elk oogenblik ten volle uit willen
waarnemen.
Daar kwam echter de. tijdingde Fran
schen zijn in nood boven Yperen erheen 1
Twee regimenten van de rustende divisie
móesten versterking brengen aan de hulp
troepen. die reeds weg waren. De kinderen
waren weer mannen. Ik heb ze lang aan
gekeken. Er lag een koelheid over hun ge
laat en een strakke vastberadenheid in hun
blikken. De speelsche uitspanning was iets
dat reeds tot een ver verleden behoorde.
Weer waren zij de mannen met den hoogen
plicht, die duizenden makkers te wreken
hadden, hun vrouw, hun kinderen, zichzelf
en hun heele land vrij te vechten hadden.
Van hen en van niemand anders zou hun
later geluk afhangen. Ze wisten wat hun
te wachten stond. Reeds lang waren zij op
alles voorbereid. Vooruit maar, aan het
werk, dat nu toch eenmaal hefc hunne was
en dat zij goed wilden doen, zonder wijken
en zonder pralen. Ze trokken op in den
donkeren avond. En velen, die bleven,
den-tranen in de oogen om de jonge 1--
die verzwonden.
Wat er gebeurde, weet gij reeds,
enkele bijzonderheden mogen er nog wel bij.
Vóór den grooten aanval der Duitschers,
waarbij zij, met behulp van hun chloor wal
men, ten noorden van Yperen zijn vooruit
gegaan, hadden zij reeds dat zelfde middel
aangewend. Twee dagen te voren wist ens
legerbestuur reeds te vprlclaren waarom de
Duifcsche communique's even te voren ge
klaagd hadden over Fransche obussen, die
verstikkende gassen verspreidden bij de ont
ploffing: toen reeds hadden zij zware ver
pestende dampen naar de loopgraven der
geallieerden heengeblazen. Maar de wind
was zacht en veranderde van richting en
joeg aldra de dampen naar de Duitsche loop
graven heen. De Duitschers zelf waren ge
dwongen hun schuilplaatsen te verlaten en
in allerijl het verderf te ontvluchten, wat
gebeurde onder een geweldige beschieting
van de infanterie en de artillerie der
geallieerden.
Toen kwam de wind gunstig voor de
Duitschers, en ditmaal was de damp uit
gespreid óver een lengte van een tiental
kilometer en een breedte van een kilometer.
O, ja. ja.' dan knn ik zo zelf dragen. O.
vrat zou ik mij trotsch gevoelen." Pierre had
geen lust liet gesprek voort te zetten en het
was spoedig geëindigd. Maar in den stillen
nacht sloop hij naar het- ledikant van bet sla
pende kind en staarde lang en bezorgd op liet
kalme gezichtje. De tranen kwamen in zijne
oogen. toen hij er aan dacht, dat hij zijn lieve
ling misschien voor den laats ten keer zag. Hij
boog zich over den kleine heen en kuste vurig
hefc schoons gelaat en sloop toen stil uit de
kamer.
Den volgenden morgen in de vroegte was hij
vertrokken, Jean achterlatende onder de hoede
van eene oude vriendin, eene weduwe, die,
daarvan was hij overtuigd, met zorg en toege
negenheid over den kleine zou waken.
De wreede oorlog bleef voortduren. Berichten
bereikten de bezorgde beirekkingen in het
vaderland, hoe dikwijls de dappere Franschen
werden teruggeslagen. Jean vroeg lederen
morgen, bij zijn ontwaken, of er heg geen
tijding van zijn vader gekomen was en z,jn
laatste woorden bij het naar bed gaan, waren
gericht tot- Hem. die Heer is over alles: „God
zegen en behoed mijn lieven vader!"
Nu en dan kwam er een brief van Pierre
een korte, in baast gekrabbelde, welke liet
grootste genot verschafte aan den jongen, die
smachtte naar de terugkomst van zi jn zoo teer
beminden vader.
Gedurende dezen tijd greep hij met blijde
gedachten naar zijne viool. Zij was zijn eenig-
•te troogt. Hij placht uren lang, in zijn.kamer
Wie erin was viel. Wie er in de verte van
inademde kreeg brakingen en spuwde bloed.
Hefc gevolg was tweeërlei. Do Duibfchers
konden eenige kilometers verder vooruit
rukken. Eu de geallieerde troepen waren
razend over zulke behandeling. De tegen
aanval was geweldig. Do beide partijen
stonden nu op het bloot© veld tegenover
elkaar. De druk der verwoed© Engelschen
en Belgen was onweerstaanbaar. En de
Duitschers moesten terugwijken tot <ie
nieuwe Joopgraven, die zij achteraan had
den kunnen aanleggen.
Van beide zijden waren de verliezen ver
schrikkelijk.
Hefc was aan vier duizend Duitschers ge
lukt de Yperlee de gekanaliseerde Yser
te overschrijden over een brug dichtbij
de Steenstraat. De Belgisch© zware artil
leriebrak de brug en de veldartillerie begon
op een vervaarlijke wijze buis te houden
i?i dit afgescheiden deel van het groot© leger.
Velen wilden zich overgevenreeds hadden
zij witte zakdoeken aan hun bajonetten ge-
heschen, maar toen men dat gemerkt bad
van de tegenzijde, begonnen hun eigen
mitrailleusen ben te besteken van cp den
rechteroever. De meesten stortten neer, en
slechts enkelen konden gevangen genomen
worden. Onze jongens hadden medelijden
met hen. Zoo brachten twee grenadiers een
Duitschen liniesoldaafc naar achter. Op zijn
hoofd droeg hij een grenadierspefc.
Heeft hij zelf die pet opgezet om ons
Bedriegelijk aan te vallen? vroeg oen voorbij
gaande soldaat.
Neen, verhaastte zich een van de beide
grenadiers te zeggen. Hij was blootshoofds
en kioeg van de kou. Ik heb bem mijn
pet opgezet.
Terwijl de Duitschers hun aanval op
Yperen deden, hebben zij met vierhonderd
manschappen beproefd een van onze voor
uitgeschoven posten, dicht bij Oud-Stuyve'-
kenskerke, ten noorden van Dixmuiden, te
doen achteruit trekken. De Belgen lieten
hen heel dichtbij kom%n en er ging toen
plotseling een regen van schoten uit hun ge
weren en mitrailleuses. Daar zijn heel wat
Duitschers gevallen. De leider van de
Duitschers en de officieren van een heele
compagnie zijn er gevangen genomen.
Slechts drie Belgen sneuvelden te Oud-
Stuyvekenskerkede jonge luitenant Tustin,
de oudste zoon van minister Renkin en de
onder-luitenant Courouble, zoon van den
bekenden schrijver.
Luitenant Gust in zag aan het hoofd van
de Duitschers. die cp zijn afdeelin? toe
kwamen, den kapitein von Mackelandfc, die
bekoord had tot de openbare strijdmacht
in Belgisch Congo, en die bem herkende en
riep
Wacht, wij zuilen eens afrekenen
met u!
Maar de revolver van luitenant Gustia
belette het hem op vijf meters afstand.
Maar tegelijkertijd werd ook de luitenant
getroffen en stervend riep hij nog tot zijn
manschappen Schieten, schieten 1
Luitenant Paul Renkin, zoon van den
Belgischen minister van Koloniën, was een
jonge advocaat te Brussel. Bij 't uitbreken
van den oorlog nam hij vrijwillig dienst.
Op het slagveld won bij zijn officierstitéL
Hij viel terwij! hij van de eene loopgraaf
naar de andere liep om zijn manschappen
aan te moedigen. Net als hij viel, sprongen
twee secties naast zijn peleton vooruit tot
i stormloop. Eén van de secties werd
geleid door Jan Renkin, zijn broeder,
eens vrijwilliger en nu adjudant ge
worden, de andere sectie had als aanvoeraer
Robert Courouble.
De Duitschers werden overwonnen. En
blij kwara men weer. Maar Jan Renkin
vond in de voorste loopgraaf zijn broeder
Paul met verbrijzeld hoofd, en ever. vóór
de loopgraaf lag zijn kameraad Robert
Courouble gesnbuveld.
Couroubie was de zoon van Leopold Cou
rouble, den schrijver van de beroemde
biologie der ..Kaekebroeks", de prototypen
van de „Beule mannen".
Een Krijgslist.
Een H a v a s-bericht over het terugnemen
van het Engelsche front ten oosten van
Yperen in den nacht van Maandag on Dins
dag (als gevolg van de jongste gevechten)
meldt nog. dat de Duitschers van deze
operaties niets bemerkten, omdat de Engel
schen poppen in de verlaten loopgraven
hadden achtergelaten. De Duitschers.ont-
dekten dientengevolge de ontruiming pas
Dinsdagmiddag laat.
door te brengen met zijn geliefJ speeltuig.
Maar zijn geest- dwaalde telkens af naar het
slagveld. Jong als hij was, verbeeldde hij zieh
het geknal der geweren en het gekerm der ge
wonden «n stervenden te hooren. Telkens
schrikte hij op met oogen wijd opengespalkt,
van vrees, als het verschrikkelijke denkbeeld
in zijn geest opkwam, dat zijn vader ginds lag
te midden der verslagenen.
Een brief van zijn vader, meldende, dat- alles
nog wel was, bracht weer kalmte in zijn ge-
j moed. Jean nam den brief mee naar het een of
ander rustig heekje, waar hij er orer schreide
«n lachte, hem met zijn kussen en tranen be
dekte en eindelijke zorgvuldig met de andere
wegborg in een klein kistje, waarin hij al zijn
schatten bewaarde.
Eindelijk kwamen er geen brieven meer. Dag
na dag, week na week verliep, maar geen
tijding kwam er van den krijgsman. Je3n was
wanhopend. Zelfs zijUt- viool werd ter zijde ge
legd. Hij begon liet depót te bezoeken in do
lioop iets van den verlorene te weten te komen.
Met de grootste zorgvuldigheid ging hij de
dageÜjksehe lijsten van gedooden en gewonden
na. maar tot nu toe had hij zijns vaders naam
nog niet aangetroffen in de nood&ttige kolom
men. Do arme jongen was buiten r-ichzelvcn
van smart-, maar hij schreitia niet. Zijn hart
scheen te zullen breken, maar als een zoon,
zijn dapperen vader waardis/, droeg bij zijn leed
in stijt©.'r
'i&tö-Vdk&l9