No.m Zondag 9 Mei 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. De Nederlandsche Veldpost „Mevrouw Schelvisch". De kleine vioolspeler. Oplaag 45,000 exemplaren. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EX ADMINISTRATIE PALESTRINA STRAAT 10, AMSTERDAM. TELEFOON Z.-4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER AVEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NLET-MILITAI- REN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertentien ■wende men zich tot 3: et AI g. Advertentie-Bureau ROL'MA A Co. Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij ..Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Pa ic-stri nasi raat 10, Amsterdam. Prys der Advertentién per regel 30 cent. Bjj abonnement reductie Het Suezkanaal. Ook Egypte is betrokken in den grooten wereld- oorlog. Om ver schillende rede nen zelfs. In de eerste plaats is dit Afrikaanach land eigenlijk een va zalstaat van Tur kije, maar op Engeland's aan dringen en dit land is er almach tig heeft het zich|onafhankelijk verklaard. Tur kije dacht dus het Nij 11 and terug te winnen en heeft meermalen be proefd er troepen heen te zenden. In de tweede plaats is het Suez kanaal, voor de handeldrijvende staten, eu voor Engeland in de allereerste plaats, van |ontzaglijk be lang als een ver korte weg naar Iudië en Oost- Azië. De aanval der Turken gold dan ook in de eerste plaats dit Kanaal en we heb ben meer dan eens melding moeten maken van vechten aan en bij het Suez-ka- naai. Als de vij anden van Enge land er in slaagden zich meester te maken van het Kanaal, zouden zij Engeland een dikken streep door de rekening halen. Een paar dagen is door de aanvallen het Kanaal gesloten geweest, maar over 't geheel heeft de scheepvaart nog geen last, ondervonden van den strijd daar in de buurt. Wat echter niet is, kan nog komen en de Engelsche regeering moet er steeds een oogje in !t zeil houden, moet er steeds bereid zijn op een aanval. Gas kaartje geeft het Suezkanaal weer met de omgeving, daaronder het Oostelijk bekken dor Middellandsche Zee en 't noordelijk deel der Roode Zee. O O or. A. P. EZNJAM3NSE, Directeur Hoofde.vpeditic Veldpost. VIII. Hieronder volgen eenige strafbepalingen waaraan ook de facteurs onderworpen zijn: Wetboek van Srafrecht. Art. 177 le lid. Met vangenisstral van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft le. hij-, die een ambtenaar ecne gift of be loften doet met het oogmerk om hem tc be wegen in zijne bediening, in strijd met zijn plicht, iets té, doen of na te laten 2g. hij. die een ambtenaar eene gift doet ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door dezen in zijne bediening, in strijd met zijn plicht, is gedaan, of nagelaten. Art. 170. Hij, dié door geweld of bedreiging met geweld een ambtenaar dwingt tot het vol voeren een»?r ambteverrichting of bet nalaten ten ecner rechtmatige ambtsverrichting, wordt gestraft >mét gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren.' Art. 180. Hij, die zich met geweld of be dreiging ïr.ot geweld verzet tegen een ambte naar iverk'zaain in de rechtmatige uitoefening zijner bediening, of togen personen, die hem daarbij krachtens wettelijke verplichting of op zijn t or zoek bijstand vorleenen wordt, als schuldig aan wederspannigheid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldbceto van ton hoogste driehonderd gulden. Art. 201. HIJ, die opzettelijk brieven of an dere stukken, aan een post- of telegraafkan toor bezorgd of in een postbus gestoken, aan hunne bestemming onttrekt, opent of bescha digt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een Jaar. Art. 202. Indien de schuldige aan een der in de artikelen 198201 omschreven misdrijven zich den toegang tot d© plaats van het misdrijf verschaft of het gced onder zijn bereik brengt door middel van braak, verbreking of inklim ming. van valsche sleutels, van een valsche or der of een valsch kostuum, kan de straf met ten hóógste een jaar gevangenisstraf worden verhoogd. Art. 272. Hij die opzettelijk eenig geheim, hetwelk hij, uithoofde Tan zijn hetzij tegen woordig, hetzij vroeger ambt of beroep ver plicht is te bewaren, bekend maakt, wordt ge- De Indische «schets „Mevrouw Schelvisch" van den schrijver L»? Bron Yexela, te St. Piet-er, in ons nummer van 30 April geplaa tst, heeft hij de hteren onderofficieren van Jiet Indische le- gor protesten uitgelokt. De geschiedenis blijkt als staaltje uit het werkelijke leven gegrepen te zijn, al komt hét ons bij nader inzien voor, dat het geheel iets is aangedikt. Trouwens in all«? standen der maatschappij treft meu tuindergewenselvt© elementen aan. Intusschen is het jammer, dat naast „Me vrouw Schelvisch"' een hoofdrol wordt vervuld door een onderoficier en wij hebben zeker eer bied voor hen, die daartegen in opstand komen. pleit zelfs ten zeerste vcor den tegen- woordigen onderoficiersstand, dat men zulke verhalen niet zonder meer laat passeeren. Wil daarom, heeren onderofficieren, de nadrukke- hjke, hoewel overbodig»? verzekering aanvaar den, dat onzerzijds zeker niets onaangenaams aan het adres van welke catagorie onderoffi cieren dan ook is bedoeld, en dat het door ons wordt betreurd, dat een der feuilletons van den heer Le Bron de Vexcla onaangenaam gé- weest is aan de uitmuntende gevoelens, welke de onderofficieren van het Indische Leger be- «'elen. REDACTIE. straft met gevangenisstraf van ten hoogste 'zés maanden of geldboete vau ten hoogste zeshon derd gulden. Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klachte. Art. 359. De ambtenaar of een ander met eenigen openbaren dienst voortdurend of tij delijk belast persoon die opzettelijk geld of geldswaardig papier, dat hij in zijilo bediening onder zich heeft, verduistert of toelaat dat het door oen ander weggenomen of verduis terd wordt, of dien a'nder daarbij als mede plichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren. Art. 360. De ambtenaar of een ander met «enigen openbaren dienst voortdurend of tij- <!>:lijk belast persoon, die opzettelijk geld cf registers, uitsluitend bestemd tot controle van de administrate, valsche!ijk opmaakt of Ter- valsc-bt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren. Art. 361. De ambtenaar of een ander met eenigen openbaren dienst voortdurend of tij delijk belast persoon, die opzettelijk zaken be stemd om voor de bevoegde macht tot over tuiging of bewijs te dienen, akten, beschei den of registers, welke hij in zijn»? bediening ouder zich heeft, verduistert, vernielt, bescha digt, of onbruikbaar maakt, of toelaat dat zij door een ander worden weggemaakt, of dien beschadigd of onbruikbaar gemaakt, of dien ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat-, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden. Are. 362. De ambtenaar, die een gift of be lofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten einde liem te bewegen oüi. zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijne bediening iets te doen of na te laten, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Art. 363. Mot gevangenisstraf van ten hoog ste vier jaren wordt gestraft de ambtenaar le. die een gift of belofte aanneemt, weten- do dat zij hem gedaan wordt ten einde hem te bewegen om, in 'strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten 2o. die een gift aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten gevolge of naar aan leiding van hetgeen door hem, in strijd n»:t zijn plicht, in zijne bediening is gedaan of na gelaten. Art. 366. De ambtenaar, die in de uitoefening Kaar hel Engelscht van LOUIS B. F I S D A L E. Pierré Lafont was oogenscliijnlijk een ruw man, maar in zijn hart gloeide eene liefde, die alle beschrijving tartte. Jean, zijn klein acht jarig zoontje, was hem meer waard dan heel dé wereld. Hij beminde, neen. aanbad deil blenden knaap met zijn schitterende oogen zoozeer, dat iemand die hem niet van nabij kende, het niet zou hebben kunnen gelooven. Dikwijls nam li ij zijn zoontje in zijn armen en bedekte hem telkens weer met hartstochte lijke kussen, terwijl de tranen hem in de oogen schoten, wanneer de naam zijner gestorven Marie op zijn lippen kwam. De moeder van Jean was gestorven, toen hij nog niet meer dan een zuigeling was, maar zijn vader had hem verzorgd en groot gebracht even teeder als een vrouw liet had kunnen doen. Mr. Pierre had nooit opgehouden te treuren over het verlies van zijne vrouw, maar de liefde, die hij haar toedroeg, was meer dan vertienvoudigd over gebracht op het kind. Er was nog eene bron van genot, die hem nog gelukkiger maakte. Pierre was de trotsche v bezitter van eene viool, die hij met meer dan zijner bediening, als Terechuldigd aan hem zei ven, aan ©en ander ambtenaar of aan eenige op?nbare kas, vordert of ontvangt of bij «en uitbetaling terughoudt hetgeen hij. weet dat niet verschuldigd- is, wordt als schuldig aan knevelarij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren. De toestand in den reuzenstrijd. De berichten uit Berlijn en Weenen zijn vol gejubel over de behaalde groote over winningen in Galicië, de telegrammen uit St. Petersburg blijven even krachtig ontkennen, dat de Russische troepen ge slagen zijn, dat de Duitschers en Oosten rijkers daar succes hebben behaald. Bij Yperen, zeggen de Duitschers, gaan wij vooruit, we sluiten de stad al meer in en duwen de Engelschen terug, de geallieerden beweren van hun Kant, dat zij de hevige aanvallen van den vijand met succes weerstaan. Hart- mannsweilerkopf is een veel bestreden en vaak genoemd punt in de Vogezen, een hoogte, die aan de er om kampende-vijanden talrijke slachtoffers heeft gevraagd, welnu, een Amerikaansch journalist, heeft verklaard, dat, de Franschen iu het bezit er van zijn, dat hij zelf in hun posities daar is geweest, maar aan den anderen kant geeft een Zwit- sersch kolonel er zijn woord op, dat de Duit schers er meester zijn. Aan de Dardanellen duurt de strijd voort van de gelande troepen der geallieerden tegen de Turksche, leest men daarover de Engelsche telegrammen na, dan schieten de operaties goed op, volgens de Turksche komt er niets van terecht eu wordt bataljon op betaljon vernietigd van de invallers Ziedaar een rijtje tegenspraken over de merkwaardigste gebeurtenissen der laatste dagen. Onze lezers behoeven die niet maar zoo te gelooven, al3 zij de telegrammen uit, de verschillende hoofdsteden lezen, zullen zij een bevestiging vinden. De oorlog ont- wikkelt blijkbaar merkwaardig de fantasie der verslaggevers, officieele of niet-ofïicieele. Of daar opzettelijkeoverdrijvingen bij zijn, be stemd voor 't eigen volk of om den vijand zand in de oogen te strooien wie durft het zeggen? Maar moeilijk is en blijft het in deze omstandigheden een overzicht van den toestand te geven. Als wij nauwkeurig lezen en vergelijken, moeten we wel tot de con clusie komen, dat de Duitschers en Oosten rijkers in Galicië voordeelen hebben behaald, zijn die echter zoo grcot, dat de toestand er door gewijzigd wordt, dat de Kussen zullen moeten terugtrekken uit het Oosten- rijksch gebied? We gelooven ook wel, dat d9 Duitschers eenige fortuinlijke dagen hebben gehad bij Yperen, maar de algemeene situa tie aan het Westerfront ondergaat daardoor geen verandering. En wat de Dardanellen aangaat, staat het blijkbaar vast, dat do Turken een krachtigen tegenstand bieden en den troepen der geallieerden totnogtoe harde slagen toebrachten en ze wisten tegen te houden: in het Britsche Lagerhuis heeft de eerste minister in een vrij optimistische rede verklaard, dat de het verst voortgerukte divisie zich nu bij Sedil Bahr stevig heeft verschanst. Over 'fc geheel dus is de oorlog nog in vollen gang, wordt er misschien hardnek kiger gestreden dan ooit, maar zonder dat het bloed der honderdduizenden gevallenen eenige beslissing heeftgebracht in den grooten kamp. Thans dreigt de krijg zich uit te breiden, zijn er nieuwe verwikkelin gen in zicht. Japan neemt een steeds meer vijandelijke houding aan tegen China; het heeft dit land een ultimatum gezonden, en, den oorlog in Europa voorbijziend, ver volgt liet zijn eigen plannen. Die plan nen zijn lang niet naar den zin van Engeland en Kusland, zij brengen de integriteit van het Chineesche rijk, door deze volken gewaarborgd, in gevaar, maar wat zullen zij er aan doen, nu zij zelf de hauden vol hebben? Japan wordt op deze wijze voor de geallieerden een gevaarlijke vriend! Een ander land, waarop de wereld thans voortdurend het oog heeft gevestigd, is Italië. Men viert er, te Quarto, de Garribaldi- feesten, herinnering aan den grooten natio- nalen strijd, tegen Oostenrijk in de eerste plaats. Er is geestdrift voor die feesten iu Italië en hier en daar hebben zij aanleiding gegeven tot anti-Oosten rij ksche betoogingen. Feller worde de woeling tusschen de stroo mingen vóór en tegen den oorlog, en steeds meer lijkt het er op, dat Italië zal worden meegesleept in den wereld-oorlog, en onge twijfeld zal het dan staan aan de zijde der geallieerden. Zal dat het einde verhaasten van den grooten strijd of voeren tot een wanhopigen kamp, die ook andere neutrale landen zal meesleepen? Het ammunitieverbruik in den oorlog. Welke getallen hefc verbruik van „kruit en lood", om daarmee alle kogels, bom men, granaten enz. te betitelen, verschoten in dezen oorlog, zal opleveren is, zelfs bij benadering niet op t-e geven. Zij zullen echter zeef veel grooter zijn dan die welke vorige oorlogen opleverden. In den kloedigen slag van Vionviile in 1870/71, de bloedigste van dien oorlog, verschoot het 3e legercorps per geweer 35 patronen; bij Liaojan, gedurende den Rus sisch-Japanscben oorlog verschoten de Rus sische soldaten 170; bij .Moekden zelfs 196 patronen per geweer op één dag. De Duit- sche veldartillerie pafte bij Vionviile per kanon 162 kogels en de Russische bij Moek den 504 weg. De voornaamste oorzaak van de steeds vermeerderende behoefte aan ammunitie is,'zoo zegt de „Frankfurter Zeitung", toe te schrijven aan de manier van oorlogvoe ren. Men had over liet algemeen wel reke ning gehouden met de waarschijnlijkheid dat op enkele punten van bet gevechtster rein een verschansing- of .loopgravenoorlog zou ontstaan die dagen en weken kon aan houden. Maar dat deze oorlog geheele legers over een lengte van honderden kilo meters in de loopgraven zou doen stillig gen, hadden weinigen vermoed. Toch is er :n Duit-scbJand iemand geweest die dat wel voorzag. Graaf Schlieffen heeft or steeds op aangedrongen de zware artillerie te ver meerderen en de organisatie van ammuni- tie-aanvoer voor het leger te volmaken. Het geschut van groot kaliber, noodzake lijk om geheele aarden wallen en verschan singen te kunnen beschieten verhoogt de munitiebehoefte aanzienlijk. De kogels en scherven van de springende granaten be dekken in de breedte of diepte groote opper vlakten, maar de werking van Eet groot kalibergeschufc is beperkt tot een kleine ruimte. Daardoor moeten aanmerkelijk meer projectielen verschoten worden om 4xie kleine plek met goed gevolg te „bewer ken". Ook de grooter wordende onzicht baarheid van het doel eischt meer kogels. Deze moeten als 'fcware gesproeid worden. Het „.inschieten" met de kanonnen, d.w.z. het vinden van de goede richting waar door de schoten o_» het gewensclite punt vallen, kost ook zeer veel ammunitie, maar zelfs al zijn de kanonnen ingeschoten dan nog miösen vele projectielen het doel. Een aanzienlijke hoeveelheid ammunitie wordt dus verschoten zonder direct nut en daar toe behoort vooral ook de artillerie-munitie. Daar deze steeds grooter en zwaarder wordt is er ook steeds meer grondstof, vooral ijzer, noodig. Echter is die zwaarte ook een zeer lastige factor voor het trans port naar het front. De strijd tegen de luchtschepen heeft ook aan de artillerie een geheel niéuw arbeids- doel gegeven, dat heel wat projectielen koet Hoewel voorts, lij manoeuvres bijv. in vredestijd, toezicht kau gehouden worden op het nocdeloos verschieten van kogels en het beperkt gebruik van kruit, komt het in den oorlog herhaaldelijk voor, dat door zenuwachtigheid of vrees dat het projectiel niet ver genoeg zal komen, de lading zwaar der genomen wordt dan feitelijk nocdig was of met te groote projectielen wordt gescho ten, terwijl 'fc doel ook met kleinere te be reiken was. Het is, vooral des nachts en in de loop graven, geen wonder dat er dikwijls een schot gelost wordt door een zenuwaohtigen soldaat! Op een schot meer of minder komt het nu niet aan. doch waar millioenen soldaten te velde zijn, daar vormen die agitatie-schoten" een zeer groot getal. Dit schieten op loos alarm is eenigermate kenschetsend voor het gehalte van den troep. Bij goed gedisciplineerde troepen die de aan voerder geheel in handen heeft, komt het veel minder voor. Het patronenverbruik is dus een maatstaf voor de qualiteit der regi menten. Koe slechter bovendien de infan terie is, hoe harder zij roept om hulp aan artillerie. De artillerie moest steeds daaraan voldoen, daar d'it haar taak is. Komt daar nog bij dat zulke troepen infanterie, in hun zenuwachtigheid voortdurend van stelling moeten veranderen, dan kost ook dat alweer extra veel artillerie-amraunitie. gewone vaardigheid bespeeldeen het- was hun een waar genoegen, na de afgeloopen dagtank bij elkaar te gaan zitten en dan tijd te ver drijven, onder het grootste genot. J'ean luis terde steeds met verrukking. Zijn vader speelde dan air na air en de kleine klapte in zijne han den en sprong uitgelaten rond, nat den vader meer voldoening schonk dan stormachtige toe juichingen van een stampvolle zaal op een volksconcert zou gedaan hébben. Na verloop van tijd begon de knaap ook te spelen. Hij had zijns vaders aanleg voor muziek; met een scherp gehoor en vlugge vingers werd hij spoe dig onder de leiding van zijn vader een knappe kleine speler. Toen verlangde hij niets vuriger dan een eigen viool te bezitten. Hij behoefde zijn wensch voor iets slechts te kennen te geven en de vader ontzei zich iedere weelde tot die wensch verruild was. Hoe verrast «n verrukt was Joan dan ook niet, toen hij bij zijn ont waken op den morgen van zijn achtsten ver jaardag eene nieuwe riool in eene open schoonc kast voor zijn béd zag liggen! Hij sprong het bed uit. nam het instrument iu zijne handen, kuste liet in vervoering en liep daarna naar de kamer van zijn vader rvien hij met dankbetui gingen en kussen overlaadde. Nu gevoelde hij zich inderdaad dubbel gelukkig. Zijne viool werd nu zijn onafscheidelijke kameraad. Onder richt door zijn vader, werd hij werkelijk een verdienstelijk speler. Hij werd zelfs aange zocht op te treden op concerten iu zijn woon plaats en naarmate zijn roem grooter werd, werden de aanvragen o_m zij ge ju-nsjgjt, menig-. vuldiger, tot er maar weinigen meer waren, die niet hadden hooren spreken van Jean, den kleinen vioolspeler. De Frans.ch-Duitsche oorlog was uitgebroken. De Franschen werden opgeroepen om huis en erf te verlaten en de wapenen op ie nemen i our de zaalc van het vaderland en onder dat getal was ook "Pierre La-font. Als trouw zoon van Frankrijk gaf hij zonder tegenpruttelen gehoor aan dien oproep, maar zijn hart kromp ineen bij de gedachte iemand achter te moeten laten, die hem dierbaarder was dan zijn eigen leien zijn zoon. Gaarne zou hij zijn leven gegeven hebben voor de zaak van zijn vader land, maar de gedachte te moeten scheiden, misschien voor altijd te moeten scheiden van zijn lieveling, ontzenuwde hem bijna. Tocli hield hij zich kloek. Hij liet den knaap zelfs niet gissen, wat er in zijn gemoed omging. „Gij weet. Jean, dat alle Franschen soldaten moeten zijn", zei hij den avond voor zijn ver trek, „en als een oorlog uitbreekt, moeten zij gehoor geven aan den plicht, die hen toept.' „Maar kunnen zij u niet bij mij tbuis laten blijven?" vroeg Jean in zijn eenvoud. Neen, mijn jongen, neen." „Welnu dan vader, dan zou ik met u willen gaan" was het antwoord van den jongen. „Dat kan niet-, Jean, dat kan niet! Maar schep moed, ventje, de oorlog zal spoedig ge ëindigd zijn en dan kom ik terug en misschien krijg ik eene medaille, vie weet? Bedenk eens, Jean, een medaille! Zoudt ge niet gaarne hebben,, dat ik eene, medaille k^eegrj-' v 'V. BELGIË. De Belgen In het gevecht ten Noorden van Yperen. Men schrijft ons uit het onbezette gebied van België Veertien dagen aan één stuk was reeds een heel© divisie aan het rusten en dat bet-eekent heel wat in dezen tijd, waarin het hoogste gecircht wordt van de zenuwen. De jongens rustten aan de stee. aan het strand, j En dat beleekent nog wat meer, als men overwinterd heeft in de modder met vóór zich de niet welriekende poel van het over stroomde Y'sergebied. En het bart was in vree en t weer was heerlijk. Zij hebben in de duinen gelegen en het mulle zand uren lang door de vingers laten glijden. Zjj hebben op en neer gewandeld in-deze mooiste streek van de Belgische duinen, waarin de zandheuvels lijken als de plotse ling stilgevallen baren van oen woelzee die verstolten is, en met hun ruigheid doen die duinen toch nog innemender aan dan vele menschengroepen. Zij hebben geslenterd langs het zand en de zon streelde, lange dagen, de kalme zee en er werd gebaad als in 't- „seizoen", 't "Was haast als in de bloeidagen van 't Belgische strand. Alleen ontbraken er nog de lichte, losse, vrije damesgestalten in hun lichte, losse, vrije toiletjes. De enkele dames, die hier onlangs nog verbleven, zijn op dringend verzoek naar veiliger plaatsen verhuisd. Op 's Ko- nings verjaardag was 't één pret. Al de volksspelen, die men in Vlaanderen en Walen'and kent, kwamen er de jongens opvroolijkenmen heeft kuipje gestoken, op den mast geklommen, in zakken geloo- pen, door verftonnen gekropen -en de koning heeft de revue gepasseerd. Dit ging kalm, plechtig en eenvoudig. Allen zijn verhard, maar er waren er weinig, die, bij 'fc neerzetten van 't geweer, niet gauw een traantje uit de ooghoeken wegpinkten. En de pret bleef duren. Men sprak reeds van drie weken rust. Men genoot ervan als kinderen van ©en dag vrijaf op school. Echte kinderen, die niet meer denken om gevaar, geen dood meer vreezen en onbezorgd het genot van elk oogenblik ten volle uit willen waarnemen. Daar kwam echter de. tijdingde Fran schen zijn in nood boven Yperen erheen 1 Twee regimenten van de rustende divisie móesten versterking brengen aan de hulp troepen. die reeds weg waren. De kinderen waren weer mannen. Ik heb ze lang aan gekeken. Er lag een koelheid over hun ge laat en een strakke vastberadenheid in hun blikken. De speelsche uitspanning was iets dat reeds tot een ver verleden behoorde. Weer waren zij de mannen met den hoogen plicht, die duizenden makkers te wreken hadden, hun vrouw, hun kinderen, zichzelf en hun heele land vrij te vechten hadden. Van hen en van niemand anders zou hun later geluk afhangen. Ze wisten wat hun te wachten stond. Reeds lang waren zij op alles voorbereid. Vooruit maar, aan het werk, dat nu toch eenmaal hefc hunne was en dat zij goed wilden doen, zonder wijken en zonder pralen. Ze trokken op in den donkeren avond. En velen, die bleven, den-tranen in de oogen om de jonge 1-- die verzwonden. Wat er gebeurde, weet gij reeds, enkele bijzonderheden mogen er nog wel bij. Vóór den grooten aanval der Duitschers, waarbij zij, met behulp van hun chloor wal men, ten noorden van Yperen zijn vooruit gegaan, hadden zij reeds dat zelfde middel aangewend. Twee dagen te voren wist ens legerbestuur reeds te vprlclaren waarom de Duifcsche communique's even te voren ge klaagd hadden over Fransche obussen, die verstikkende gassen verspreidden bij de ont ploffing: toen reeds hadden zij zware ver pestende dampen naar de loopgraven der geallieerden heengeblazen. Maar de wind was zacht en veranderde van richting en joeg aldra de dampen naar de Duitsche loop graven heen. De Duitschers zelf waren ge dwongen hun schuilplaatsen te verlaten en in allerijl het verderf te ontvluchten, wat gebeurde onder een geweldige beschieting van de infanterie en de artillerie der geallieerden. Toen kwam de wind gunstig voor de Duitschers, en ditmaal was de damp uit gespreid óver een lengte van een tiental kilometer en een breedte van een kilometer. O, ja. ja.' dan knn ik zo zelf dragen. O. vrat zou ik mij trotsch gevoelen." Pierre had geen lust liet gesprek voort te zetten en het was spoedig geëindigd. Maar in den stillen nacht sloop hij naar het- ledikant van bet sla pende kind en staarde lang en bezorgd op liet kalme gezichtje. De tranen kwamen in zijne oogen. toen hij er aan dacht, dat hij zijn lieve ling misschien voor den laats ten keer zag. Hij boog zich over den kleine heen en kuste vurig hefc schoons gelaat en sloop toen stil uit de kamer. Den volgenden morgen in de vroegte was hij vertrokken, Jean achterlatende onder de hoede van eene oude vriendin, eene weduwe, die, daarvan was hij overtuigd, met zorg en toege negenheid over den kleine zou waken. De wreede oorlog bleef voortduren. Berichten bereikten de bezorgde beirekkingen in het vaderland, hoe dikwijls de dappere Franschen werden teruggeslagen. Jean vroeg lederen morgen, bij zijn ontwaken, of er heg geen tijding van zijn vader gekomen was en z,jn laatste woorden bij het naar bed gaan, waren gericht tot- Hem. die Heer is over alles: „God zegen en behoed mijn lieven vader!" Nu en dan kwam er een brief van Pierre een korte, in baast gekrabbelde, welke liet grootste genot verschafte aan den jongen, die smachtte naar de terugkomst van zi jn zoo teer beminden vader. Gedurende dezen tijd greep hij met blijde gedachten naar zijne viool. Zij was zijn eenig- •te troogt. Hij placht uren lang, in zijn.kamer Wie erin was viel. Wie er in de verte van inademde kreeg brakingen en spuwde bloed. Hefc gevolg was tweeërlei. Do Duibfchers konden eenige kilometers verder vooruit rukken. Eu de geallieerde troepen waren razend over zulke behandeling. De tegen aanval was geweldig. Do beide partijen stonden nu op het bloot© veld tegenover elkaar. De druk der verwoed© Engelschen en Belgen was onweerstaanbaar. En de Duitschers moesten terugwijken tot <ie nieuwe Joopgraven, die zij achteraan had den kunnen aanleggen. Van beide zijden waren de verliezen ver schrikkelijk. Hefc was aan vier duizend Duitschers ge lukt de Yperlee de gekanaliseerde Yser te overschrijden over een brug dichtbij de Steenstraat. De Belgisch© zware artil leriebrak de brug en de veldartillerie begon op een vervaarlijke wijze buis te houden i?i dit afgescheiden deel van het groot© leger. Velen wilden zich overgevenreeds hadden zij witte zakdoeken aan hun bajonetten ge- heschen, maar toen men dat gemerkt bad van de tegenzijde, begonnen hun eigen mitrailleusen ben te besteken van cp den rechteroever. De meesten stortten neer, en slechts enkelen konden gevangen genomen worden. Onze jongens hadden medelijden met hen. Zoo brachten twee grenadiers een Duitschen liniesoldaafc naar achter. Op zijn hoofd droeg hij een grenadierspefc. Heeft hij zelf die pet opgezet om ons Bedriegelijk aan te vallen? vroeg oen voorbij gaande soldaat. Neen, verhaastte zich een van de beide grenadiers te zeggen. Hij was blootshoofds en kioeg van de kou. Ik heb bem mijn pet opgezet. Terwijl de Duitschers hun aanval op Yperen deden, hebben zij met vierhonderd manschappen beproefd een van onze voor uitgeschoven posten, dicht bij Oud-Stuyve'- kenskerke, ten noorden van Dixmuiden, te doen achteruit trekken. De Belgen lieten hen heel dichtbij kom%n en er ging toen plotseling een regen van schoten uit hun ge weren en mitrailleuses. Daar zijn heel wat Duitschers gevallen. De leider van de Duitschers en de officieren van een heele compagnie zijn er gevangen genomen. Slechts drie Belgen sneuvelden te Oud- Stuyvekenskerkede jonge luitenant Tustin, de oudste zoon van minister Renkin en de onder-luitenant Courouble, zoon van den bekenden schrijver. Luitenant Gust in zag aan het hoofd van de Duitschers. die cp zijn afdeelin? toe kwamen, den kapitein von Mackelandfc, die bekoord had tot de openbare strijdmacht in Belgisch Congo, en die bem herkende en riep Wacht, wij zuilen eens afrekenen met u! Maar de revolver van luitenant Gustia belette het hem op vijf meters afstand. Maar tegelijkertijd werd ook de luitenant getroffen en stervend riep hij nog tot zijn manschappen Schieten, schieten 1 Luitenant Paul Renkin, zoon van den Belgischen minister van Koloniën, was een jonge advocaat te Brussel. Bij 't uitbreken van den oorlog nam hij vrijwillig dienst. Op het slagveld won bij zijn officierstitéL Hij viel terwij! hij van de eene loopgraaf naar de andere liep om zijn manschappen aan te moedigen. Net als hij viel, sprongen twee secties naast zijn peleton vooruit tot i stormloop. Eén van de secties werd geleid door Jan Renkin, zijn broeder, eens vrijwilliger en nu adjudant ge worden, de andere sectie had als aanvoeraer Robert Courouble. De Duitschers werden overwonnen. En blij kwara men weer. Maar Jan Renkin vond in de voorste loopgraaf zijn broeder Paul met verbrijzeld hoofd, en ever. vóór de loopgraaf lag zijn kameraad Robert Courouble gesnbuveld. Couroubie was de zoon van Leopold Cou rouble, den schrijver van de beroemde biologie der ..Kaekebroeks", de prototypen van de „Beule mannen". Een Krijgslist. Een H a v a s-bericht over het terugnemen van het Engelsche front ten oosten van Yperen in den nacht van Maandag on Dins dag (als gevolg van de jongste gevechten) meldt nog. dat de Duitschers van deze operaties niets bemerkten, omdat de Engel schen poppen in de verlaten loopgraven hadden achtergelaten. De Duitschers.ont- dekten dientengevolge de ontruiming pas Dinsdagmiddag laat. door te brengen met zijn geliefJ speeltuig. Maar zijn geest- dwaalde telkens af naar het slagveld. Jong als hij was, verbeeldde hij zieh het geknal der geweren en het gekerm der ge wonden «n stervenden te hooren. Telkens schrikte hij op met oogen wijd opengespalkt, van vrees, als het verschrikkelijke denkbeeld in zijn geest opkwam, dat zijn vader ginds lag te midden der verslagenen. Een brief van zijn vader, meldende, dat- alles nog wel was, bracht weer kalmte in zijn ge- j moed. Jean nam den brief mee naar het een of ander rustig heekje, waar hij er orer schreide «n lachte, hem met zijn kussen en tranen be dekte en eindelijke zorgvuldig met de andere wegborg in een klein kistje, waarin hij al zijn schatten bewaarde. Eindelijk kwamen er geen brieven meer. Dag na dag, week na week verliep, maar geen tijding kwam er van den krijgsman. Je3n was wanhopend. Zelfs zijUt- viool werd ter zijde ge legd. Hij begon liet depót te bezoeken in do lioop iets van den verlorene te weten te komen. Met de grootste zorgvuldigheid ging hij de dageÜjksehe lijsten van gedooden en gewonden na. maar tot nu toe had hij zijns vaders naam nog niet aangetroffen in de nood&ttige kolom men. Do arme jongen was buiten r-ichzelvcn van smart-, maar hij schreitia niet. Zijn hart scheen te zullen breken, maar als een zoon, zijn dapperen vader waardis/, droeg bij zijn leed in stijt©.'r 'i&tö-Vdk&l9

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1