No. 111. Zondag 2 Mei 1915 Orgaan voor Leger en VSoot. Ooriopsitieuws. Een fietstocht van lootsmsn Aria. Dobbelman's Oplaag 45,000 exemplaren. SOLDATENCOURA ADRES DER REDACTIE EX ADMINISTRATIE PALE8TRINASTRAAT 10, AMSTERDAM. TELEFOON Z.4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILIT AIREN 1 CENT, VOOR IET-MILITAI REN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertenti5n wende men och tot het Alg. Advertentie-Bureau BOUMA&Co, Heerengracht 220 Amsterdam, totde Drukkerij „Jaco» van Campen" X. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerr!:k 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Palestrinaatraat 10, Amsterdam. Prijs der Advertent:-'n per regel 30 cent. Bjj abonnement redactie Aan de Dardanellen. ï)e actio aan de Dardanellen is weer begonnen; beter nog zeg gen wg,dat ze een nieuw stadium is ingetreden. De operaties der vereenigde Fransche en Engel- sche eskaders hebben betrekke lijk weinig uitwerking gehad; de forten aan den toegang zijn nagenoeg onschadelijk gemaakt endeoorlogsschepenkondeninde zeeëngte opstoomen, maar in het nauwste gedeelte daarvan liggen forten, wier kanonnen het water daar bestrijken, en waar geen vijandelijk schip zich dus voorbij waagt. De Fransche en EDgel- sche kruisers hebben weliswaar die forten beschoten, maar met luttel uitslag, terwijl wel eenige - oorlogsschepen der aanvallers vernietigd zijn. Zoo bleek al spoedig, dat er geen denken aan was de forten tot zwijgen te brengen, zonder een krachtig landleger. Ziedaar dus de nieuwe fase in den strijd om de Dardanellendit landingsleger is nn, voor een deel althans, aan wal gezet. Het zal in 't geheel 80,(JOU man bedragen. We geven naar aanleiding daarvan nog eens weer een kaartje der zeeëngte. We zien daarop het schiereiland Gallipoli tusschen de Golf van Saros en de Dardanellen, waar de troepen der geallieerden geland zijn; het eiland Tenedos, dicht bij den ingang der zeeëngte, hetwelk de oorlogsschepen als basis gebruiken voor hun operaties; het Nauw der Dardanellen met de forten en verderop de Zee van Marmara. Op deze kaart zal men gemakkelijk de beweging der troepen kunnen volgen. (Zia vorder niouws cvor don aanval op de Dardanollon onder Oorlogsnieuv/s, Turkije.f IVIEQEDEEUfóG, Bij herhaling wordt or.s bericht, dat men door echaarschte „Do Soldatencourant" zoo moeilijk in handc-n krijgen kan. Wanneer dit het geval 13, nosdigen wij onze kameraden vriendelijk uit don Heercn Sergeanten-Majoor cf dengene, die zich mei den verkoop van ,,Do Soltiatencou- rant" belast, te verzoeken een grooter aantal bij ons aan te vragen. ?la ontvangst van de aanvrage zenden wij hoi ve/iangda aantal dadelijk tos, Noodig is, dat men steeds nauwkeurig in da briefwisseling vermeidt, hoe het pakket Soldatsncouranten geadresseerd wordt. Oe NederianclsQtia Veldpost DOOK Am Pm BEHJAM851SE, Iflrccteur Hoofdcopediiie Veldpost, TL "Wanneer een militair een telegram wil verzonaon op een plaats, waar geen telegraaf o{c liujptclegraal kantoor gevestigd is, zal het personeel van den Velddienst zich desgevraagd belasten met liet in ontvangst nemen van het telegram en de daarvoor verschuldigde sem- kosten. Aan het eerste telegraaf- of "hulptele graafkantoor, dat zij op hun weg ontmoeten wordt het telegram zoo spoedig mogelijk ter overseining afgegeven. Welke bezwaren het terechtbrengen van de correspondentie soms kan ondervinden, Volgt wel hieruit, dat in 1913 bij een manoeuvre een regiment huzaren, dat volgens den divisiestaf in den omtrek van Borculo in kwartier moest zijn, doch bij aankomst der postauto vandaar vertrokken was, eerst na 5 uur zoeken gevon den word in Borne. Hoewel laat, kwam de correspondentie er toch nog aan. Een dame, die gedurende drie dagen vergeofsche pogingen had aangewend om haar man, een kapitein, op het manoeuvre- terrein te vinden, bon, toen zij zich op den laatsten dag om hulp tot de Veldpost wendde, aile-en worden Itnedegedecld. dat het onderdeel, waartoe haar man behoorde, reeds naar zijn garnizoen was teruggekeerd. Moge dit een waarschuwing zijn voor ieder, die meent dat zijn stukken' buiten de veldpost om, vlugger gaan dan per veldpost, dat de veldpost zoekt en do onderdeelen altijd vindt, terwijl de ge- v, ono post uiot zoekt, do stukken bf bewaart tot zo worden afgehaald, bf zo op goed geluk nazendt, bf ze onbestelbaar maakt. Do plaats van het veldpcstkamoor wordt bepaald door do militaire autoriteit, voor wier troepen het werkzaam is. Do divisie veldpost- kantoren bevinden zich a'.s regel bij den divi siestaf. Plot veldpostkantoor wordt in den aan commiezen, hoo'dhestellers of hoofdfac- regel ingericht in lokalen van het postkantoor j teurs, dan wel aan andere beambten is opge ef hulppostkantoor ter plaatse, terwijl, indien dragen, staat hij meer rechtstreeks onder de geen post- of hulppostkantoor ter plaatse is bevelen van dezen, onverminderd zijne onder- gevestigd, of de bestaande postgebouwen geen geschiktheid in algemeenen zin aan iederen voldoende ruimte voor een behoorlijke uitoefe- ambtenaar van hoogeren rang. (Commiezen en ning van den dienst opleveren, door de zorg directeuren van espeditiikantoren hebben den van do militaire autoriteit eene voor de j rang van le luitenant, directeuren van espe uitoefening van den postdienst geschikte i ditiekantoren dien van kapitein.) 'ruimte (vertrek, loods of tent) wordt beschik baar gesteld. i hij (Uit: Op i L. A. STOFKOPER. i om den Noordzee boulevard.) „Nee meneer dat lap 'k 'm nooit weer; ik klim nooit weer op zoo'n rolstoel!" zei ouwe Arie, terwijl hij wantrouwend naar mijn fiets keek, die ik tegen 't hek van het standbeeld van „Vlissiugs Miehiel" had neergezet en vervolgde: ,,'k Heb achttien jaar ter kofferdij geva ren en nog nooit averij en malleur an m'n body gemaakt mar met zoo'n „messien" heb 'k r's spul gehad daar ben rk eris broerd me© thuisgevare..." „Dus, je hebt er toch wel aan gedaan?" „Eén keer, ja meneer en dat was fcèt genoeg ook; als uwé soms tijd het... V' „Toe ja, vertel eens 'k heb tijd ge noeg. ,,'t Zal nou 'n jaar of veertien geleje we- ze," zoo begon Arie ,,'t was in de maand Juli, dat 'k kwam thuisgevare met de „Noach V". „In Rotterdam was ik afgemonsterd met 'n mooie afrekening. U begrijpt „Spaan was thuis," en nadat ik eerst even 'n nichie van moederskant had opgezocht, stapte ik Eubiet in den trein naar hier: 'k was erg benieuwd of bij mijn oudjes nog alles wel aan boord was „Alles vond ik patent: en toen liet ik me bij 'n kleermaker netjes onder 't tuig leggen. ,,'k Moet zeggende kerel lapte 't goed; fin toen 'k uit zijn toko zeilde, zag ik er uit, zoo netjes of ik zoo van de werf kwam... ,'t "Was 'n uur of tien in den voormid- Do plaats waar het veldpostbantoor is geves tigd, wordt aangeduid door het uithangen van een zwarte vlag, waarop met duidelijk© witte letters het woord „Veldpost" is aangebracht. Als regel wordt aangenomen, dat een veld postkantoor éénmaal daags de correspondentie naar de troepen verzendt. De verzending naar het veldpostkantoor geschiedt van uit het oxpeditiekantoor naar behoefte, hetzij met de bestaande postgclegenheden, hetzij per militai ren trein, per postautomobiel èf ander voer tuig. zoodat ook in geval van stremming van het gewone postverkeer de veldpost steeds ver voerd wordt. - De facteurs zijn onderworpen aan de wet op de brievenposterij en aan de verdere voor schriften betrekkelijk den dienst der postkan- Hij doet dit zoo tijdig, dat in zijn vervan- toren, waarmede zij vanwege den chef van de ging kan worden voorzien, zonder dat de dienst veldpost, dan wel den directeur van het be- vertraging ondervindt. Het rooken in dienst, trokken veldpostkantoor worden in kennis ge- j hetzij iD of buiten het kantoor, is den facteur stcld. verboden. Bij uitzondering kan het worden Dit omvat, dat zij zich te onthouden heb- toegestaan bij dienstverrichtingen op buiten ben van het doen van mededeelingen aan I wegen en onder bijzondere omstandigheden, personen, vreemd aan den postdienst, omtrent i doftr den directeur te bepalen, doch zaken, die alleen door hunne aanstelling tot de p facteur te hunner kennis komen. Deze ver plichte geheimhouding strekt zich niob alleen uit tot de aan den dienst toevertrouwde stuk ken, doch ook tot de daarop betrekking heb- bendo voorschriften, orders, registers en I andera bescheiden. I Kennisneming van den inhoud van brief- I kaarten is den facteur uitdrukkelijk verboden. Ten eigen nutte gebruik maken van den inhoud van open verzonden stukken, waarvan i de facteur door zijne betrekking kennis nam, I is evenmin geoorloofd. I In verband met liet vorenstaande, is het den facteur mede verboden gevolg te geven aan verzoeken om inlichtingen aangaande de soli diteit en moraliteit van tot zijn onderdeel be boerende personen. De facteur staat onder de bevelen van den directeur van het Veldpostkantoor, waaronder zijn onderdeel ressorteert, of van dén direc teur van het postkantoor ter plaatse, indien de correspondentie niet per veldpost wordt ont vangen. Hij is aan dezen, diens plaatsvervan ger cf den eerstaanwezenden ambtenaar ge- j - hoorzaamheid verschuldigd. Vaar do leiding sPrt>keu aan ook meer van wat er in de laat- vp.r en het toezicht'op den dienst der facteurs j sto week gebeurde, dan over hetgeen do laatste dag opleverde. Dat de Duitschera eonig succes hebben behaald, kunnen ook de tegenstanders niet ontkennen, maar het is tevens duidelijk, dat hun eigenlijke plan nen mislukt zijn. De Duitschera wilden door de linio der geallieerden breken, en dat zou hun zeker gelukt zijn ditmaal, als deze oor log niet een heel andere ware dan elke vroe geredoor de vliegers. Er waren groote massa's Duitsche troepen samengetrokken bij Yperen. achter het front, maar de vlie- gei-3 der geallieerden hadden daar al lang lucht van gekregen en ook de tegenstanders versterkten zich Veronderstel, dat de vijan den in een vroegeren oorlog, in '70 bijv., in denzelfden toestand hadden verkeerd, de samentrekking der Duitsche troepen zou zeker niet zijn bemerkt en deze hadden licht spel gehad.. De vraag is trouwens gewet tigd, of dezo oorlog ooit het karakter had gekregen, dat hij draagt, nl. van eeu vestangcorlog in 't groot indien van uit de lucht niet iedere beweging van den vijand bespied kon worden. Om dezelfde reden kan er van een ouderwetschen zee-oorlog geen sprake meer zijn, nu de onderzeeërs in 't geniep elk schip öp het water bedreigen. Voor een volgenden oorlog als die nog mogelijk is zal men de geheele strategie te land en ter zee moeten herzien. De aanval der Duitschers is weer tot staan gekomen, toch schijnen ze dien nog niet geheel te hebben opgegeven. We lezen ten minste van een beschieting van Poperinghe en daaruit zou men moeten opmaken, dat zij in die richting iets gevorderd zijn. Even wel, de geallieerden en daaronder de Bel gen, zitten in deze buurt ook niet stil en we krijgen den indruk, dat de strijd op de zelfde wijze voortgaat als reeds sedert maan den. Hoelang nog? De telegrammen van het Oostelijk front, nl. de jongste uit. Russische en Oostenrijk- sche bron, dragen een eigenaardig karakter zij, spreken van gevechten op vele plaatsen, maar Sc-seds alleen van aanvallen, van een Do facteur behoort cca ieder, met wie ambtshalve in aanraking komt, beleefd voorkomend te bejegenen. Do facteur vangt op het daarvoor bepaalde oiiensief der Duitschers, welke echter overal tijdstip zijn dienst aan en voert dien ranwkeu- j werden afgeslagen, in Polen zoowel als in rig uit, volgens de bepalingen van zijne in- j Galicië. Hebben de Duitschers en Oosbeu- structie en de hem mondeling of schriftelijk j rijkers ook hier pogingen gedaan om vooruit gegeven orders en aanwijzingen. te dringen om een beslissing te hunnen gun ste te verkrijgen 1 Het lijkt er op, maar dan zou die hier evenmin geslaaga zijn als het Westen. Van de Dardanellen komen nog vreemde Heeft hij bezwaar tegen do hem gegeven beve len, dan kan hij zich langs den hierarebie- ken weg tot hoogere autoriteit wenden. In af wachting van de beslissing behoort hij noch tans do gegeven bevelen op te volgen. Do facteur, die niet» in staat is zijn dienst j berichten. Hoe de eerste in volkomen tegen- waar te nemen, bericht zulks bij den com- spraak waren, hebben we reeds gemeld. Er mandanfc van het onderdeel, waartoe bij be- I komen* er thans zeer vele uit Turksche bron hoort, met opgaaf van redenon, voer den aan-, en £',5 gewagen er van, dat de geallieerden vang van zgn dienst. met hun pogingen om te lande de Turksche forten te nemen, schipbreuk hebben gele den. De Turken hebben hun troepen terug gejaagd, een deel gevangen genomen en veel oorlogsmunitie bemachtigd. Dat de geallieerden het hierbij niet zullen laten, :ijkt ons duidelijk, maar of zij op deze wijze hun doel zullen bereiken en nog eens met hun oorlogsschepen voor Konstantinopel zuilen liggen, is een vraag, die nog niet be antwoord kan worden. "postlokalen gedurende werkzaamheden, aan de hestelling voorafgaande. Oe losstand in fon De verwachting, dat er nu eindelijk eenigo verandering in den oorlog zou komen, heeft zich weer gelegd. Het gaat nu op de verschillende terreinen haast weer precies toe als reeds maanden achtereener wordt gevochten, maar er worden geen vorderin gen van eenige boteckenis meer gemaakt. Een der jongste Fransche communique's meldt, dat de dag iustig voorbijging, twee aanvallen van Duitsche zijde, een bij Ype ren, een andere bij Les Esparges, werden met gemak afgeslagen. De telegrammen van het Westelijk front BELGIË. De verwoestingen In Yperen en Poperinghe. L-ONDEN. De „Times verneemt uit Noord-Frankrijk, dat ten gevolge van de laatste gevechten de verwoesting van Yperen thans voltooid is. De lakenhal is vernield, nauwelijks een huis staat nog. Poperinghe heeft even eens zwaar geladen. Het station, waar de Britsche gewonden in den trein 'werden gebracht, ligt in puin, zoodat het noodig was, dat de gewonden in de kelders der na burige huizen in veiligheid werden gebracht. dag, tijd van .oorlam" dus en 'k stapte in do ftGogwa Lee^'^ binno om 's piere-1 anante sitte. boor verschrikker t.j e „En wie denkt u dat ik daar an de toog zag staan? M'n beste maat Thijs van de Maria"; die was 'n week geleje binnen ge komen... „Dat was 'n ontmoeting kun je be grijpen; en daar wier d'r eentje op gepikt! neo mar nou pikke we d'r nog eentje; hé, Juffie gooi die bovenste helft van de glaasjes nog even vol... „Enfin, u begrijpt hoe 't verder ging; we haalden ouwe koeien uit de sloot, en 'k ge loof dat we 'n halve tikker ankrége." „Arie," zoo zei Thijs opeens, „nou motte we toch zien dat we pleizierig den tijd pas- se ere; centen hebben we plenty; wat jij?" „Best," zei ik, „late we vanmiddag een ope bakkie kure en naar Domburg rije; on derweg kunne we dan hier en daar eris pleis- tere en eris „an de wieg stoot©"!" „Nee," zei Thijs, „dan weet ik het beter: we gaan fiets rije!" „Fiets rije? Bè je dol? ik kan nie fietse." „Dat 's niks," zei Thijs, „dat leer je in 'n kevtiertjo." „Goed dan; maar waar ga je 't me lee- ren? Jij kent het zeker?" „Nou, 'k heb er ééns op gezete; we leeren 't op de Boulevard. En as jij 't ook kent, dan rijen we de helling af; dab gaat van zelf als je 'fc roer maar midscheeps houdt!" „Alright," zei 'k toen, „we doen het!" „Nou mot meneer wete, dat 'k in die dage hier 'n volle neef had wone, die in die dieuge dee. „Wij er heen. Natuurlijk hier en daar nog eve angeleid. Neeffie was niet thuis, doch wel z'n bediende! „Zeg reis, jochie," praaide ik den snuiter, „jij most me d'eris 'n paar van die trap- messiene leene, voor mijn en voor m'n'maat hier vanavond brenge we ze weer terug; maar asjeblieft een paar die goed in fcullie „Kunne de heere rijen?" vroeg dat aap- j mensch. J „Nou, of we; mot je strakkies mar eris komme kijke, as we uit zicht benne," zei Thijs, „die karre van ons zijn overboord ge- slage, niewaar Arie? In Saufransisco reje we iedere dag; Arie heit 'r nog 'n medalje ge kregen, omdat ie 't eerste aankwam van de laatste twee..." „Afijn, die Thijs loog dat ie zwart wier; mar we kregen toch ieder zoo'n ding mee. „We zullen d'r zoo mar meê in ons hand nar de Boulevard loope," zei Thijs, „dan kunne we daar proefstoome; 't is hier in 't vaarwater" nog wat gewaagd om er op te gaan zitte... „Ik vond 't natuurlijk be9t. „Thijs wandelde nog al gemakkelijk met dat messien weg; maar ik ik had er loo- pende al last meê. 't Ding wilde telkens een andere kant uit als ik, en dan weer stroopte dat voorwiel me dwars voor de boeg, en lag 'k ermee te rollen op d' open bare straat! „Dat zal 'n mooie boel worre docht ik zoo bij m'n eige; dat beroerde messien is nou al dwars, en nou zit 'k er nog nie eens bovenop... „Toen we op de „Boel©' kwamen, zweet- £en we als paarden en ik had twee winkel haken in m'n nieuwe broek. „Toen zijn we een potje bier gaan nemen voor 't opdrogen! ,,'n Kertiertje later begon de kemedie! „Nou ik de fiets vasthouwe," zei Thijs-, „dan mot jij e-r gauw bovenop klimme en als je zit, met je tecnen op die „paddels" trappe. Ik loop met je mee en hou je over- end „Goed," zei ik, ,,houwe zoo, Thijs; pas op dat ie niet kipt!" - en ik bogon te klimme. „Maar dat was gemakkelijker gezeid, dan gedaan. „Toe nou," zei Thijs, „schiet op!" „Maar, jawel, zoo'n lamme fiets! met <én jiand gooi goa'n disg ia gea Jyjgk, uit Een correspondent der „Tel." verneemt uil Leuven, dat. de Duitschers achter het geheele front een buitengewone actie aan den dag je trapt het met gemak in stukken; mar ienk je dat je d'r op komt? „Niks van an, hoor tenminste ik niet! „Als je d'r an d'eene kant denkt op te zitten, ben j'al bezig an d'andere kant eraf te vallen; en as je d'r nie afvalt, dan kapsies je met heel de boel..." ,,'k Heb een half uur werk g'had, voor ik er goed op zat. „En toen 't zoo ver was en ik vastge sjord zat met Thijs z'n broekriem, toen moest 'k weer af, omdat Thijs nèt doodop was! ,,'fc Water liep 'm over zijn rug, zeide 'n ie! Afijn 't zal zoo wat tegen vijven ge weest zijn toen Thijs riep dat ik „alléén ge- reje had en dat 't nou wel gaan zou, as 'k maar 'n beetje op 't kompas lette. „Toen sprong ie zelf op zijn kar en weg ree ie... Ie zwaaide wel 'n beetje, maar bleef er toch op „Nou, Arie," praaide ie „nou volg je mijn mar en jo houdt mar iu mijn kielwa ter I" Alright," riep 'k terug en 'k trapt© als een dolle om bij 'm te blijve... „Maar wat doet me 'nou die Thijs? „Kijk, meneer, as 'k er an denk wor 'k nog zeeziek; daar viert m'n maat z'n schoot, ik bedoel; daar neemt Thijs 'n zwaai eü gaat volspied die helling daar, van de Boulevard af;... en ik ik kon nie meer stoppen 'k had te veel vaart in m'n schip ik most wel volgen of ik wou of nie... „Word je razend?" riep ik „waar mot dat naar toe... „Nar beneje; kijk mar naar je roer je mot remrae met je roer midscheeps!" brulde Thijs terug... „Mot u begrijpe. meneer 'k dorst me niet te bewege en 'k wist nie eens waar die rem zat, m'n roer hield ik krampachtig „steady" maar, kristemezïele, ik kreeg al meer en meer vaart 'k liep wel veer tig ïoijl over de grond clij Jrapdinge j I leggen. Stoomvrachtwagens, treinen, trtma en motoren, zelfs de particuliere fietsen zijn ge- j roquireerd voor het leger. Aanzienlijke krach- ten concentreert de Duitacher achter liet I front bij Kamerijk. Het verkeer per velo is I verboden. Over een zeer groot© uitgestrekt- 1 lieid wordt op het oogenblik graafwerk ver- i' richt op eenige vlakten bij Wavre. Onder de Leuvensche burgerij heerscht groote onrust. Het gewonden- en zelfs dooden- ervoer houdt naot. op. Yi'oensdagnscht zijn in j dicht© wagens, naar een Duitsch overste mij zeide, meer dan 1800 gevangen Belgen en Engelsehen naar DuitechJand gebracht. De ge heele bezetting van het platteland is naar I Yperen. Reeds zijn de ©eTste strijd era terug gekeerd, de meeste gewond. Hier worden thans ongeveer 600 Duit-schera en 23 krijgs gevangen Franscnen verpleegd. Een ooggotulga van den strijd bij Yperen. Een Canadeesch soldaat, die aan d® ge vechten bij Yperen deelnam, doet in de „Times" het verhaal van den strijd Het was, zegt hij, ongeveer hair vijf des namiddags, Donderdag, toen onze voorpos- ten een plotselings terugtrekkende bewe ging meldden aan de zijde van onze Fran- sche bondgenooten aan den linkervleugel van de Canadeesch© divisie aan den weg I van YperenLangemarck. De krachtige noordoosten wind, die van de vijandelijke linie over de Fransche loopgraven woei, was bezwangerd met een weeë, bedwelmende lucht, die blijkbaar door een of ander giftig gas werd veroorzaakt. De rook dreef voort als een levende, groene muur ter hoogte van ongeveer 4 voet over een uitgestrekt heid van honderden metera en strekte zich ook een paar honderd meters langs den uitersten linkervleugel van onze linies uit. Langzamerhand werd hij hooger en het uit zicht werd belemmerd. Het geweervuur, dat tot dusver zeer ongeregeld was geweest, nam in hevigheid toe. maar werd weldra weer meer onregelmatig, zooals steeds het goval is als men slechts op goed geluk af kan vuren en zonder juist doel. Spoedig daarop werden zonderlinge kre ten gehoord, en uit den groenen damp, die langzamerhand ijler word, zag men een me nigte halfbedweïmde lieden opduiken, die neervielen toen zij onze gelederen bereikten. De moesten waren niet gewond, maar hun gelaat toonde alle teekenen van verstik king. De terugtrekkende mannen behoorden tot de beste soldaten ter wereld, wier koel bloedigheid en moed spreekwoordelijk wa ren in dezen oorlog. Allen tuimelden door en over ons als dronken lieden. Intusschen rukte de vi jand op en wij trok ken op onze basis terug. Het waa nu even over vijf uur en de Duitschers, hun on be lemmerden opmarech voortzettende, ver schansten zich met koortsachtigen haast op een afstand van ongeveer een halve mijl op een linie evenwijdig met den weg naar Poelcapelle. Te 9 uur hadden ze htm tijde lijke verschansingen voltooid, terwijl wij ons gereed maakten voor een tegenaanval. Ongeveer 6 uur voegde ik mij bij mijn bataljon op een ander punt van de linie, maar ik hoorde later, dat er bij St. Julien hevig govochfcen was en dat daar het 14e Canadeesche bataljon den vijandelijken op- marsch had weerstaan. Enkele van onze mannen, die een paar uur verlof hadden, kwamen van Yperen, dat voor ons „de stad" is. Zij vertelden, dat ze juist een bad namen teen het ongeregelde geschutvuur van de Duitschers dat iederen dag op het program staat ditmaal toch al te warm werd. Zij ijlden op straat tegen half vijf ongeveer, maar merkten toen, dat de stad hevig gebombardeerd werd, of liever, dat de weg langs de* oostelijken oever van het kanaal met geschutvuur werd overstelpt en reeds vol doode en 6tervejide paarden lag en versjoerd was met vernielde wagens. Het doel van den vijand was blijkbaar om den aanvoer van versterkingen en mu nitie te beletten. De verschrikte vrouwen en kinderen, die de niet-miJitaire bevolking van Yperen vormen, stroomden reeds naar langszij van me had ia al lang losgelate... „De mensch en vlogen opzij... „.Allemachtig, Thijs ik kan me niet meer houwe!" schreeuwde ik in m'n angst; „d'r komme ongelukke van!" en 'k scheerde op geen palm afstand voorbij 'n kindervragen... „Kom dan ten anker," riep Thijs terug; mar zelf zat ie ook in de pinarie, dat zag 'k nog wel; gieren dat ie déé, kolosaal „Toen zag 'k opeens z'n bande in de lucht zwaaie; ie was z'n stuur kwijt en groote Goddaar pakt hij 'n boerin beet in z'n angst, sleurt hij 't schepsel mee, en juist als ik hem iïi vliegende vaart voorbij stuif, rolt Thijs met z'n vischboerin over 't Beursplein met z'n hoofd in 'n korf met wieting. en de rest van z'n zwaar lichaam boven op die dikke megoggel ,,'k Hoorde even gillen en 'n gevloek en ikzelf vloog mar door (roer geve dorst ik nie) recht op den winkel van „Eigen Hulp aan... -Steady" Arie!" vloog 't door mijn her óens, „dan heb je kans dat er nog ietewat héél an je blijft!" „En waarachtig, 'k kom recht voor- gaata de winkeldeur die open stond; met 'n schok vlieg ik tegen 't steenen dorpeltje, dat de boel kraakte'. m'n fiets stopt, mar ikzelf stuik met 'n prachtige zwaai over 'fc stuur hals over kop de winkel binnen... en 'k kom vlak onder de toon bank ten anker... „Eerst schrokken die lui daar achter de barjère, 'n meneer en drie knechts maar :1 gauw kregen ze lol... „Goeden middag," zei de meneer, brul lend van lach; „waar mag ik u aan helpen „Ook goeie dag," zei ik terug, „neem me niet kwalijk dat 'k hier zoo raar binnen kom valle rnaar hebt u somwijlen ook 'n fiets gezien? Daar heb 'k op gezete jongens wat ben ik stevig neergekomme"... p't Is uie_te erg, de teem bank ja nog héél buiten, naar de velden, waar velen b- leven verloren. Maar om tot mijn eigen ervaringen terug te keeren. Het was ongeveer 6 uur toe:> mijn bataljon, met andere, last kreeg een stelling in te nemen aan de westelijke zijd .- van den kanaaloever en deze te handhaven. Daar wachtten we tot ewen na 7 uur onder ©en matig artillerievuur, terwijl de weg achter ons met lyddietboramcn werd b' Echoten, om de aankomst van vereterkiRgc-n te beletten. W ij begrepen allen dat er zwaar werk voor den boeg was en wo waren blij, toen te kwartier over zevenen order tot mare nee rei: werd gegeven. Gaande over de brug over het kanaal rukten wo op langs den weg naar St. Julien, daarop afslaande naar rechts, naar een dorpje iets ten noordoosten van deze plaats. Het begon Bpoedig donker te worden. Aan ons front kregen we geen vuur, maar aan onze linkerzijde was er een heftige cjyionnade en van tijd tot tijd vlo gen projectielen over ons heen. Wij zetten onzen opmarsch voort, lang zaam marcheerend om onze mannen niet te vermoeien. Weldra hoorden we hevig ge weervuur aan ons Iinkerfront. Spoedig ge volgd door granaatvuur aan onzen rechter vleugel. Aankomend bij een tweeden dwarsweg, rukten we een uitgestrekte vlakte aan onze linkerhand op en het bataljon schaarde zich in compagniescolonne in ai wachting van de bevelen. Op dat oogenblik, tien uur onge veer, wisten we dat er bij St. Julien ver woed gevochten werd, door het 14e bataljon, dat naar het heette de plaats had hernomen. Het vuren dat we zoo lang uit die richting hadden gehoord, begon nu weg te sterven. Onze rust duurde niet lang. Wij kregen last on3 front te verplaatsen in de richting van St. Julien. Het was nu zeer donker gewor den; de maan verschool zich achter yichte wolken, maar rondom ons stonden boerde rijen in brand en we zagen voor ons nieuwe front, op een afstand van naar schatting twee en een halve mijl, een uiteestrri-t bosch. Het geluid van het vuren was nu geheel verstomd, em was gevolgd door een stilte, die voor diegenen van ona die reeds maan den aan het front waren, geheel ongekend was. Na een verder oponthoud, dat einde loos scheen, maar in werkelijkheid slechts enkele minuten duurde, kregen we bevel op te rukken in de richting van het bosch. Nau welijks waa de opmarsch begonnen of de vlakte voor het bosch werd bij tusschenpoo- zen met granaten beschoten. Niettemin kwa men we tot op driekwart mijl afstand van het bosch zonder verliezen. Hier werd weer halt gehouden en den of ficieren werd toen meegedeeld, dat de Duit schers het bosch bezet hielden en er zich waarschijnlijk verschanst hadden. Er werd op gewezen, dat de vijand een sterke positie innam achter de Britsche liniën en dat hij ten koste van alles moest worden verjaacd. Er werd eveneens gefluisterd, dat enkele Britsche kanonnen 's middags waren geno men en dat onze taak was die te hernemen Het werd ons allen duidelijk, dat we het werk met de bajonet hadden te verrichten, en dat we niet door artillerie zouden worden gesteund. De Canadees vertelt dan hoe men in com- Karnemelkzeep hot Anker. In 't gebruik de voordeeligste Toiletzeep. Alom verkrijgbaar. Men lette echter vooral op het gedeponeerd Fabrieksmerk „HEI ANKER". en je fiets ligt daarbuiw.," ze do de an dere en ze gierden van de pret. ,,'k Werd nijdig; mar 'k dacht, laat ik. me nou niet kwaad make 'fc was ook wel n bitje gek gezicht. ,,'k Bevoelde me, doch d'r was niks ge- broke; 'n paar bultjes hier en daar, mar dat was maar an de buitenkant... Toen krabbelde ik overeind; die knechts lachten nog, die schelmen!... „M'n fiets bekeek ik: ook alles in orde; hier en daar de lak er af, doch dat was met 'n kwastje koolteer weer bij te werken... „Nou, ajuus, 'k groet je!" zei 'k toen 'k uit de winkel stapte; „lach jelui as je be- grave worre"... „Toen 't Beursplein op; 'k wou wete wa: - Thijs gebleve was „Die had mot! „Niet alleen dat 't schepsel, dat ie tege d. vlakte gereje had, overal in der karkas°pi:n voelde, maar Thijs was ook met zijn stuur boord paddel in d'r rok blijve hange; dat. ding was van d'r lichaam afgesnokt en nou wou dat vrommes vier en twintig stuivers „smartegeld en schadevergoeding"; 'n hoop lui stonde erbij en bemoeiden hullie er mee... Thijs stónd al in z'n hemdsmouwe... „Nee, Thijs," zei ik, „ga nou nie bak!;-;- lije; 't is „averij-gros" je hebt 't men?- zuiver in de grond geloopen, de arn. sukkel jij liep uit je roer en nou mot ook d'averij betele; nee, kom hier nie reuze!... „Nee, Arie, laat me nou doen; wat h ben nou die lui er mee te make? Laat nou eve die bleekneus on z'n falie kor - wat weerga is dat:... hier jou..." ,,'k Had al m'n kracht noodig om 'm - rug te houe ie was obstinaat cn, u v.- er zat 'n borreltje in... ,,'k Zei tegen die pummel-;- ..zwemim jelui nou gauw door; anders kot 'k 'ni en dan hei je kans dat ie jelui den nek breekt." (/Sint fitst-).

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1