IWrTOBT
Woensdag 21 April 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Op „zaal 25".
Oorlogsnieuws.
"Oplaag 4ëj)ÖÖ exemplaren,
Onder redactie van D. MANASSEN.
L K. tl. Prins Hendrik.
De Nederlandsche Veldpost,
Dobbelman's
DE SOLDATENGOURANT
-"Spv.":. E
ADRES DEE REDACTIE EN" ADMINISTRATIE BALESTRIN ASTRA AT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z.496S. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
WÉÉK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CKNTr VOOS NEET-MILITAI
REN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertent:':n wende men zich tot het Alg. Advertctitle-Bareaa BOCMA&Co,
Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukken y ..Jacob van Cam pen" N. Z. Voorburgwal
284-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Palestrinastraat 10,
Amsterdam. Prjjs der AdvertentiCn per regel 80 cent. By abonnement reductie
Twee heuglijke dagen heeft de maand
April voor het Nederlandsche volk,
twee dagen, die hot inniger nog dan anders
verbinden aan ons Vorstelijk Huis. De
eerste daarvan is de 19de, de verjaar
dag van den Prins-Gemaal, van Z. K. H.
Prins Hendrik. De tijden zijn er niet naar
Qm feest te vieren, ook ons volk staat
onder den invloed van den grooten oorlog
en een deel der natie is onder de wapenen.
Nog heeft het lot ons genadig bewaard voor
den krijg, maar het gevaar is nog niet ge
weken.
Het is geen dag van feest vieren. zoo
heeft ook H. M. de Koningin beslist. Maar
zsker zal geen' Nederlander, en allerminst
onze minnen in leger en vloot, dezen
dag laten voorbijgaan, zonder in ge
dachten of hardop hulde te brengen
aan den Mepklenhurgschen prins, die
onz,e Vorstin- t$r zijde staat. Over ons
geheel© land wapperen heden de vlaggen,
als syjAftclen opzer genegenheid en erkente
lijkheid: Pon"'Prins-Gemaal neemt ineen
staat oeii'eigenaardige plaats in, een plaats,
die albrcerst groette tact en "een oorrwet op
treden verei'sclü', maar daarnaast een groote
toewijding verlangt. Taktvol en correct
heeft Prins Hendrik zich steeds getoond,
en zijn toewijding in belangrijke zaken op
verschillend terrein is algemeen bekend.
Uit dén aard der zaak treedt de' Prins niet
op den voorgrond, ook niet. in deze-moeilijke
tijden, maar wat hij deed voor liet Itoode
Kruis en in andere aangelegenheden in de
laatste maanden is van groote waarde, en
mest ten zeerste op prijs worden gesteld,
ook- ai is het meer een arbeid in stilte dan
in het. openbaar.
Onza'beste wenschon en onze befuigingen
van dankbaro hulde gaan dan ook dezen dag
naar. het. Koninklijk Paleis, waar ditmaal
des Prinsen'verjaardag in stillen ernst, die
past aan clezè tijden, herdacht wordt. Moge
een, volgend jaar do wereldvrede ons in staat
stellen óm met verdubbelde hartelijkheid
dozen 'dag tc vieren als een der gedenkdagen
van hot. Nederlandsche volk!
Amsterdam, 19 April 1915.
Geen audiëntie.
Blijkens bericht in de „Staatscourant"
wordt Donderdag a.s. door den Minister van
Oorlog geen audiëntie verleend.
ro**R A. P. BENJAMINSE,
DirecteurJlóofdexpcditic Veldpost.
Ten vervólge op het in 110. 101 van Vrij
dag 9 April vermeld© die no het volgende: De
correspondentio bestemd voor do lo en 2e
divisie wordt door do postkantoreu recht-
Door J. EVERTS. 5
(Slot.)
Nii en dan stond zij op om het een of
ander te verrichten temperatuur c-pnenien
of een patient helpen, dij haar zacht
geroepen had. Ook Henri legde zij behoed
zaam den thermometer aan. Hij sliep nog,
maar aanhoudend vertrok trillend zij-u ge
zicht en akelig zenuwschokkend beweger,
zijn armen tastend over de wollen dekens
en den bed-raud. In angstige spanning
keek zij hoeveel .graden het kwik aanwees.
Ze schrok: 40.7!... Een oogenblik dacht zij
erover den dokter te laten roepen, doch zij
bekende zich, dat dit een overdreven per
soonlijk» angst was, waaraan zij niet mocht,
toegeven. Voor den dokter was Henri niet
meer dan een gov.one patiënt, en hij zon
haar met recht kunnen vragen, waarom zij
hem had laten roepen. Eu wat moest zij
dan antwoorden Bovendien hier kon geen
dokter, niemand «helpen 't was het ver
loop van de ziekte, t kwam nu op do
kracht van den patient zelf aan... Goddank
was do nacht al ver gevorderdtegen deu
morgen zou do koorts wel afnemen, zooals
gewoonlijk.
Zij was weer aan do tafel gaan zitten.
Doch de angst liet haar geen rust. Telkens
streeks naar de veldpostkantoren dier Divisies
verzonden, van waar verdere toezending aan
de onderdeelen plaats vindt. De stukkon voor
het Hoofdkwartier Veldleger en de Cavalerie
Brigade, de 3o en 4e Divisie en de Xe Brigade
'bestemd, worden gezonden naar het Expedi
tie-kantoor A, dat do correspondentie splitst
volgens do onderstaande onderdeelen:
De staven van het Hoofdkwartier Veldleger
on der Divisies.
De staven der Brigades,
De staven der Regimenten Infanterie,
Veldartillerie en Cavalerie.
De Bataljons Infanterie.
De Eseadrons Huzaren en Wielrijders.
De a-fdeelingen. Veldartillerie of Korp? Kij-
dendo Artillerie.
De Compagnieën wielrijders.
De Mitrailleurspeletons.
Do Compagnieën Veldpionïers.
De P on ton side el i n gen
De Telegraafafdeelingen.
De Infanteriemumtietreinen.
De Artilleriemunivietreincn.
De Verplegingsafdeelingen.
De Verbandplaatsafdeelingen.
De Veldhospitaalafdeelingen.
De toezending aan liet Expeditiekantoor
heeft plaats, omdat dit kantoor in geval van
verplaatsing der Divisies, niet van-stand
plaats verandert, zoodat het wjerk daar steeds
regelmatig door kan gaan. Hierdoor wordt
voorkomen, dat do geregelde gang van zaken
op het Voldposbkantoor gestoord zou worden
door onverwachte groote toename van de cor
respondentie bij verplaatsing. Heb Expeditie-
kantoor zendb 'inet iedere gelegenheid de aan
wezige correspondentie naar de "Veldpostloan-
toren. vanwaar één- of tweemaal per dag be
stelling plaats vindt per automobiel. Wegens
de groote kosten aan deze wijze van bezorging
verbonden, geschiedt de toezending der cor
respondentie ook wel per gewone postgclegen-
heid, hetzij Tan uit heb Expeditiekantoor,
hetzij van uit het Veldpost-kantoor. Voor ieder
der hierboven genoemde onderdeelen is een
factcur aangewezen, die de post afhaalt op
liet Vcldpostkantoor, indien hij gelegerd is
ter standplaats van de veldpost, aan de auto
indien de bestelling per auto geschiedt, of
aan het postkantoor ter plaatse van legering.
In de beide eerste gevallen ontvangt hij bij de
correspondentie een advies, waarop ingeschre
ven staan da postwissels, de kennisgevingen
van aanceteekende brieven en de postpakket
ten. Deze adviezen zijn met voorschrift. De fac
teur zet- in de laatste kolom van het -boven
blad zijn handteekening ten bewijze dat de
post door hem in ontvangst is genomen en
neömt het onderblad met de bijbehoorende
stukkon mee. Voor de postwissels, kennisge
vingen en postpakketten, die. hij aan de ge
adresseerden uitreikt, laat hij deze teekenen
achter de betrekkelijke inschrijving; ge
schiedt de uitreiking door middel van hulp-
facteurs dan laat hij de lnilpfacteurs teelte
nen op het advies, (b.v. bij een bataljon).
Kan een der ingeschreven stukken niet wor
den uitgereikt, omdat de geadresseerde aan
het opgegeven adres onbekend is, dan zet hij
o]) het. stuk b.v.:
1 I 7 It. I. onbekend.
(handteekening.)
Het stuk wordt dan aan de Veldpost terug
gegeven. waarbij door den postambtènaar
achter de betrekkelijke inschrijving voor ont
vangst geteekend wordt. Zijn alle inschrijvin
gen op een advies afgehandeld, dan worde dit
ingeleverd aan den persoon die door den com
mandant van het betrekkelijk onderdeel met
het toezicht op den facteur is belast. Is een
pakket gedurende twee dagen ter beschikking
van den geadresseerde geweest en heeft hem
<fe gelegenheid tot afhaling niet ontbroken,
dan moet het. pakket onder vei molding van de
noodige toelichting aan de Veldpost worden
teruggegeven, die het pakket naar den afzen
der retourneert. Deze bepaling is noodig, om tc
voorkomen, dat militairen, dio zich dagelijks
van huis pakjes laten zenden ingeval van her
haalde verplaatsingen waarbij liet meenemen
der pakketten voor hen to lastig zou worden,
de facteurs voor hun pakketten zouden laten
zorgen, tot het tijdstip, dat het hun behagen
zou ze in ontvangst te nemen. De dienst van
de facteurs, die door de onduidelijke en on
voldoende adressen toch al bijzonder ver-
moeiend is, zou daardoor nog meer worden
bezwaard. Beseft ieder wel hoeveel arbeid hij
verlangt, van zi.in bataljonsfacteur indien bij
zijn brieven laat toezenden aan een adres als
Milicien Van Gent III 7 R. I. 4e Div.
De facteur weet, dat hij al of niet behoort
tot den bataljonsstaf, indien niet, dan gaat
hij naar de le compagnie en vraagt aan den
sergeant-majoor of de geadresseerde tot de
compagnie behoort. Deze kent in den mobili
satietijd zijn manschappen niet allo en moet
dus zijn monsterrol opslaan en dien doorzoo-
ken. Zoo moet bij alle compagnieën gebeuren,
waarmee eenige uren verloren gaan.
Daarbij kan zicli tevens het geval voordoen,
dat meerdere miliciens van dien naam bij
dezelfde compagnie of hetzelfde bataljon voor
komen, zoodat soms dagen noodig zijn vóór
zoo'n stuk terecht is. De schuld wordt dan ge
geven aan de Veldpost, maar is geheel te wij
ten aan do onwetendheid of lakschheid van
den geadresseerde. Had hij zijn adres doen
vermolden
Milicien B. van Gent, 3e Sectie 2 III
7 R. I. 4e Divisie,
dan had do bataljonsfacteur het stuk direct
aan den facteur van de 2e compagnie kunnen
geven, terwijl deze onmiddellijk den geadres
seerde in do 3e sectio had kunnen vinden.
Het behoeft zeker wel geen nadere uitleg
ging, dat stukken met onderstaande adressen
ten eenenmale onbestelbaar zijn en terugzen
ding dus onmiddellijk volgt.
A. Mol, 4© Divisie.
.T. H. G. van Vliet, 7o Reg. 4é Divisie.
.T. Oosterhout, 7e Rcg. 2e Comp. 4e Divisie.
F. van Beek, adj.-ond.off. 1 R. Va.
J. Nieuwenhuis, Batterij a. 4e Div.
E. van Boxtel, I R. Va. Batterij B. 4e Div.
J. Waltman, 3 III R. I. 4e Divisie.
Roeloffs, Je Bait. 2e Comp. 4e Div.
F. Korsius, 3e Comp, 2e Sectio 16 R. I.
H. Colitis, le Bat. 3e C'omp. 4o Sect. 4o Div.
A. do Ruiter, le Bat. 3e Comp. Veldpost 4.
van der Meer, Landw. Korporaal Veld
post 4.
Ernst van der Vlis, 7e Rcg. 4e Comp. 2e
Sectie.
Dabbo, Veldleger.
Munter, Veldartillerie.
G. v. tl. Plaats, 4e Comp. 4o Divisie.
B.' A. Vriezema, milit. Veldleger.
O. Jansen, Huzaar, Cavalerie Brigade.
J, Kalk, Trcinafdeeling 1 R. Va.
P. L. v. Dun, 2© Regiment Cav. Brig.
J. Dubois, 3e Brigade 3e Divisie.
X. do Muyne lo Reg. 4o Divisie Veldleger.
J. Gols, lo Reg. Veld Veldleger.
A. H. Vink. 3e Rog. Veldari. 3c Divisie.
C'. Bol, Detachement Limburg.
Een ieder bedenke dus wel. dat hij zij»
adres goed duidelijk aan familie en kennissen
opgeeft en dat hij zorg draagt, dat zijn adres
bekend blijft. Het komt herhaaldelijk voor, dat
stukken wegens onvoldoende adres terugge
zonden moeten worden, omdat <le afzenders
deu brief of do briefkaart, waarop het goede
adres stond vermeld, niet meer kunnen terug
vinden. Dit komt niet alleen voor bij stukken
afkomstig van kennissen, maar herhaaldelijk
bij die, afgezonden door ouders, aanstaanden
en cchtgeDooten. Daar de afzenders het niet
noodig vinden hun naam en adres op de stuk
ken te vermelden, omdat zij veronderstellen,
dat <1© geadresseerden hiermee bekend zijn,
komen zeer vele stukken, dia de geadresseer
den niet kunnen bereiken, ook niet in handen
van do afzenders. Een ieder ga dus, vóór hij
do posterijen beschuldigt van zoekmaken van
stukken of zijn vrouw of zijn meisje van het
met-schrijven van brieven, goed na of het adres
van den geadresseerde volledig is geweest en
of de naam van den afzender op het stuk
heeft gestaan. Het komt namelijk voor, dat
een goed geadresseerd stuk door den facteur
van het betrokken onderdeel onbesielbaar ge
maakt wordt, omdat de geadresseerde bij het
onderdeel niet aanwezig is door ziekte, ver
lof, detacheering of anderszins. Vanneer ieder
faclenr een alphabetisclio opgave hr.d van
aJIo tot zijn onderdeel behoorende militairen,
zooals dit het geval is bij de le Divisie, dan
zou het aantal onbestelbare stukken tot een
minimum beperkt worden. (Bij Veldpost 1
komen dagelijks ruim 10,000 stukken aan,
waarvan 2 of 3 stuks onbestelbaar zijn door
onvolledig of foutief adres.) Vanneer ieder
facteur dus een cahier of een alphabet aan
legt van de tot zijn onderdeel behoorende mili
tairen (do compagniesfacteur van zijn com
pagnie, de bataljonsfacteur van het bataljon,
do battcrijfacteur van de batterij, de afdee-
lingsf acteur van de af deelingen enz.) dan zal
hiervan niet alleen een zegen uitgaan voor de
geadresseerden, maar tevens voor den fac
teur en voor liet Veldpostkantoor. De onbe
stelbare stukken worden behandeld als voor
geschreven is voor postwissels en andere stuk
ken b.v.
1 III 9 R..-I. onbekend, overleden,
desertom-, enz,
(handteekening.)
Os toestand in den reuzenstrijd.
Het valt op, dat de verschillende com
munique's in de laatste dagen nog al eens
melden, dat het op de oorlogsterreinen vrij
kalm toegaat. Hit moet men echter niet
zoo opvatten, aat de vijanden dan werkeloos
tegenover elkaar liggen, maar dat er geen
weer ging zij naar hem kijken, teleurge
steld terugkerend, als zij sag hoe hij streed
nog in zijn slaan.
Zoo ging de nqoht voorbij, 't liep tegen
vijf uur. Hoor de jalouzieën gloorde het
eerste dagen. Zij was eenigeu tijd niet naar
Henri gaan kijken, versuft in haar ge
mijmer. He stem van den zaal-ltnecht vrek-
te haar
„Zullen we maar „dag"' mal.en, zuster'"
..Goed. Leemans, Ga je gang maar"
antwoordde zij gedachteloos..
Hij liep naar de ramen, trok er onacht
zaam met, herig geklater de jalouziën op,
en draaide dan de gaspit uit. Hit zette
opeens de zaal in oen nieuw lichthet
zwakke, blanke licht van den jongen dag.
Doch de zaal sluimerde nog't bleef stil
in de kribben, en overal hingen, als slui
ers van slaap, grcezele schaduwen, waaruit
de werkelijkheid nog gewekt moest wordeu
door sterker licht. 't Was echter do
tijd, dat zooals eiken dag de zaal
en heb keukentje aangeveegd, cn de patiën
ten gewasschen en verbód werden. Met een
zucht rees zuster Horze van haar stoel op,
en terwijl Leemans écu voor éeu de wasoh-
konmien met water vulde, liep hij langs do
kribben, maakte eenige patiënten, die al
zoo ver genezen waren dat zij zich zelf
wasschen mochten, wakker, hon vriendelijk
aansporend nu te beginnen daar zij anders
nooit klaar zou zijn oni zeven uur, als de
audero zusters kwamen.
Langzamerh&nd ontstond er nu meer
levener klonk een lange geeuw en een
zucht, en iets later een korte uitroep achter
de gordijnen, en plotseling slcop dc achter
dochtige Hollander als een schim in zijn
wit nachtgewaad dwars de zaal over. naar
do keuken, om zich daar te wasschen.
Leemans had, de stoffer genomen, en
veegde dc grocte grijze vlokken samen
van-onder de kribben. Opeens stond hij
stilZuster Zuster 1
Hij riep 'o dringend. Zij zag op van
haar arbeid, bezig een der patiënten te
wasschen. Hij etend bij krib zeven.
„Wat is er?" kreet ze, verschrikt
toesnellend.
De knecht antwoordde niet. Met een
somber gebaar wees hij neer op den vloer
onder de krib. Zij verschoot van kleur:
Bloed!... Bloed-diarrhec't Is door
zijn matras héèugelekt. Wie weet, hoelang
die al zoo gelegen heeft. LoopRoep den
dokter! Gauw! Gauw!"
Hij liet zijn stoffer vallen, en holde weg.
Zij keek in de krib. ITenri lag doodstil.
Ook het trokken van zijn gezicht en het
dwalen zijner handen had opgehouden.
Een oogenblik dacht zij, dat 't gedaan was
al. Haastig boog zij zich voorover, en "luis
terde. Necu, hij ademde nog, maar zwak,
heel zwak...
Zij richtte zich cp. En meteen voelde zij
dat wat haar het liefste was, verloren
ging, onherroepelijk. Zij wist-, dat 't eiu-
gzoote aanvallen worden gedaan. Aan de ver
schillende fronten schijnt men weer in een tijd
van afwachten te verkeeren. Daarmee work
niet te kennen gegeven, dat men den strijd
moede is: van opgeven schijnt in de laatste
dagen aan geen der zijden sprake, noch van
uitgeputheid, eerder lijkt het er op, dat men
zich van weerskanten thans voorbereidt op
een nieuwen hevigen strijd. De vredes-
woorden verklinken allengs, maar misschien
worden ze luider en luider, wanneer nog
eens de tegenstanders al hun krachten
hebben ingespannen en vervullen ze dan
de wereld met een vol, onweerstaanbaar
geluid.
Er zijn teekenen, dat het voorloopig nog niet
zoover is, dat men den strijd opnieuw krachtig
wil voeren. Oostenrijk-HoDgarije breidt zijn
leger nog uir weldra zullen de landstorm
mannen tot vijftig jaren worden opgeroepen.
Ia Engeland zet men de werving met kracht
voort, en men verlangt nu ook, dat de Bel
gische vluchtelingen, die in de termen vallen,
voor hun vaderland zullen vechten, wat niet
meer dan billijk is, zou men zeggen. liet
torpedeeren door onderzeeërs van handels
schepen, ook van neutralen landaard, neemt
in de laatste dagen toe en het geschiedt met
steeds minder verschooning, dikwijls zonder
voorafgaande waarschuwing. Ook dit wijst op
een heftiger, onbarmhartiger karakter van den
oorlog, maar voert misschien ook spoediger tot
het einde. Men kan toch niet nog, maanden en
maanden, duizenden cn duizenden jonge
levens vernielen en milliarden nutteloos
wegwerpen, zonder dat er feitelijk van een
of anderen kant een beslist voordeel wordt
behaald. Volgens een Engelschman zal de
oorlog op 31 Juli, dus als hij een jaar heeft
geduurd, 110 milliard gulden hebben gekost,
een getal, als wij 't voluit neerzetten, van
twaalf cijfersDaarmee zou de Nederland
sche Staat, te rekenen naar de begrooting
van 1914, ongeveer 450 jaren lang al zijn
uitgaven kunnen voldoen!
Wat den strijd aangaat op de verschil
lende terreinen, we zeiden reeds, dat die
vrij kalm heette, maar dat men daaruit niet
moet- opmakeD, dat er niet eiken dag op
verschillende plaatsen wordt gevochten. De
Fransclien maken zelfs van Zondag een
buitengewoon lang communiqué openbaar,
en vee lezen daarin van artilleriegevechten,
van vorderingen hier en daar, van bajonet-
aanvajlen, van een strijd van vliegers in do
jjuskt ook, maar zonder dat men kan spreken
van een beslist succes» Ejhter schijnen
de geallieerden in de laatste dagen op ver
schillende punten niet onfortuinlijk te zijn
geweest: dat maken we op uit de Duitsche
lezing der jongste gebeurtenissen: de Engel-
schen troepen drongen in een hooggelegen
Duitsche stelling door ten Zuidoosten van
Yperen en werden er slechts tendeele weer
uitgejaagd: in Champagne deden de Pran
schen een loopgraaf, door de Duitsch rs
vroeger veroverd, in de lucht vliegen: bij
Colmar werden Duitsche voorposten jdoor
Franschen teruggedreven: daarentegen ver
overden do Duitschers in de Vogezen een
vooruitgeschoven Fransche stelling.
Maar dit alles is voor den einduitslag van
den grooten strijd van geen beteeken is; van
dezelfde gebeurtenissen, en ernstiger, hebben
wij reeds een half jaar kunnen lezen, zonder
dat zij eenige uitwerking hadden Op het
Oostelijk oorlogsterrein was het in de laatste
dagen niet andersde toestand is er onge
wijzigd, heebliet zoowel in do berichten uit
Weenen ais uit Berlijn. De Russische tele
grammen gewagen van vroegere gevechten,
doch hebben van de laatste dagen niets
bijzonders te vertellen. Nog sleeds bewijzen
de tegenstanders èn aan het Wester-én aan
het Oosterfront, dat zij tegen elkaar opge
wogen zijn.
BELGIË.
De vlieger Garros.
Op 1 April woonden de Belgische leger
divisies aan den Yser, tusschen Loo en
Dismui de, een buitengewoon indrukwek
kend schouwspel bij. Een soldaat meldt er
het volgende over
Tegen 4 uren van den middag hoorde ik
in de verte hevig kanongeschut met ont
ploffingen van shrapuells, gemengd door
het regelmatig pan-pan-pan van mitrailleu
ses: de bekende fanfare van het schieten
naar vliegers.
Ik blijf staan en zie een Duitsche vlieg-
digen zou, en liet volle besef daarvan
scheen nu eerst op haar te vallen. Dit
overweldigde haar: 't was of diep, diep
in haar'iets brak; zij voelde een einde-
lccze eegte om haar heen, waarin alles
haar ontzonk. Zij duizelde... De handen
voor het gezicht slaande, viel zij op haar
knieëen voor de krib, en haar briesende
snikken smorend in do dekens, kermde zij
haar wanhoop uit:
Mag ik... mag ik dan geen geluk heb
ben!... Henri! Henri'...
Zij bleef eenigeu tijd zoo liggen, het
lichaam schokkend ender den stroom der
snikken.
Teen scheen het ergste der smart go-
leden. Het verdriet had zich in haar vol
trokken tct een ontroostbaremoedeloos
heid, waarin zij nu voortaan verder leven
zou, door niets meer hevig ontroerd, zelfs
i.iet docr het sterven van hem, die haar
léven was.
Zij stond op, veegde zich de uogea droog,
en wachtte den dokter.
Deze kwam weldra. Nijdig uit zijn slaap
geroepen te ziju, rilde hij haar kort al
vragen, wat er gebeurd was. Dcch, den
patient ziende, hield hij zich in, en de
dekens terugslaande begon hij het onder-
zoel». Terwijl vertelde zij op cp éentonig-
treurigen toonsnel-oplcopende tempera
tuur, daarna Imt ijlen en wild-zijn, de on
rustige slaap, en eindelijk de diarrhee....
Vijf minuten later was de dokter weer
machine, vervolgd door een Fransche mono
plan. Algauw houdt het schieten van beno
den op, want onze ehrapnells zouden onzen
eigen vlieger bereiken. Het gevecht in d©
lucht ving aan. Het was tragisch in de
hoogste mate. De Fransche eendekker bleef
een oogenblik onder de Duitsche vliegma
chine in hoogst gevaarlijke positie; een
koude rilling liep mij over den rug. Maar
plotseling redt hij zich door een lenige bui
ging naar omhoog, en als een pij1 schiet hij
cio lucht in. Hij vliegt nu boven en op zij
van de aeroplane met de zwarte kruisen,
en plotseling er dicht bij. Een geknetter
van een mitrailleuse baret los: de geallieerde
heeft de nadering voldoende geacht om een
energieken aanval te wagen.
Zal d© Duitsche vogel, die nu met volle
vaart naar zijn leger vliegt, ontsnappen?
Het zal moeilijk gaan. De Franschman
schiet vooruit, als met ruwe sprongen zou
men zeggen. "Vluchten is voortaan onmoge
lijk geworden en de Duitsche observator
verdedigt zich met het geweer in de hand.
Plotseling slaat er een groot© rookzuil uit
do Duitsche vliegmachine op, en ik zie on
der aan die zuil een vlam, die eerst klein
is, maar een oogenblik daarop hoog opgaat.
Ondanks het uiterste gevaar kan de vlieger
nog een daling aanvangen in spiraalvorm,
het gaat eerst betrekkelijk langzaam, doch
met een slag, gaat het zweven over in een
geweldigen, loodrechten val. Vreeselijk! D©
vliegmachine staat geheel in brand en met
een doffen slag Btuikt zij ten gronde op
enkele tientallen meters van mij af. Ik had
hoogst spannende emotie© doorgemaakt ge
durende het luchtgevecht, maar bij dezen
val was 't of iets in mij brak.
Ik liep er heen. De machine lag aan den
kant van een gracht vol water, wat ons toe
liet de vlammen gauw uit te dooven. De
vliegers waren vreeselijk verbrand. Beiden
waren dood. D» ofiicier-observator had
een kogel in de borst gekregen, die langs
den rug was uitgekomen. Hij lag met het
hoofd m 't water. De bestuurder had een
schedel breuk: e6n bloedstraalrje liep uit
mond en ooren. Ondanks den geweldigen
schok zat hij nog nagenoeg op zijn plaats.
De instrumenten en. documenten waren
weinig beschadigd. De machine droeg het
nummer 2 van het escadrille nr. 40; de
motor, type Mercedes n zes cylinders, was
zeer zwaar. Het reservoir was door twee
kogels getroffen.
In de Duitsche linies had men het heele
Iuchfcdrama bemerkt. Gauw kwam een
tweedekker aanzetten, die over ons heen
toerde, waarschijnlijk om er zich van te
vergewissen of de bemanning van de ge-
vallen vliegmachine nog in leven was. En
toen bij 0113 niets gemerkt werd van alles
wat er gedaan wordt wanneer gewonden
gedragen en weggevoerd worden, vloog de
tweedekker terug en dadelijk daarop richt
ten Duitsche kanonnen hun geschut naar
onze groep. Er vielen gelukki? geen slacht
offers, hoewel -de artilleristen goed mikten.
Een uur later kwam de overwinnaar van
het tweegevecht in een auto aan. 't Was do
luitenant-vlieger Garros, wiens reputatie
allang gemaakt is.
'6 Avonds werden de twee lijken begra
ven op het dichtbije kleine kerkhof vaD
Oudecapelle.
OU1TSCHLAND,
Oproeping van Duitschers.
Het Duitsche consulaat publiceert een be
kendmaking, waarbij alle zich in het buiten
land in Europa bevindende, voor den dienst
geschikte landstormplichtigen, die in 1915
hun 20e tot hun 35e jaar hebben volbracht,
en voorts alle andere voor den dienst ge
schikte weerplichtigcn (Militarpflichtige,
Beurlaubtenstand, ErsatsreserveMarine-
Ersatzreserve, ausgebildeter Landsturm)
worden bevolen: onmiddellijk naar Duitsch-
land terug te keeren en zich te melden bij
het eerste „Bezirkskommando", dat zij
bereiken.
Van den terugkeer zijn uitgezonderd de
weerplichtigen die docr het departement van
oorlog en de beroepsconsulaten ook na 1
April wegens burgerlijke betrekkingen daar
van zijn vrijgesteld.
Vredesklanken.
Wij lezen in de „Vorwarts", dat le
„Kreuz. Zeitung" naar aanleiding van
vertrokken: hij had warme kruiken be
volen en injecties van opium. Toen zij dit
alles met behulp van Leemans verricht
had, zeeg zij afgemat op een Stoel neer.
Het daglicht was sterker geworden, en
er kwam al meer leven in de zaal. Enkele
patiënten zaten naast hun bed of liepen
rond, anderen lagen te praten of te lachen.
Maar 't hinderde haar weinig, al deze
onverschilligheid, terwijl toch Henri daar
to sterven lag. Zij was iè zeer geslagen,
dan dat iets haar nog pijnlijk treffen kon.
Na een korte poos stond zij oper moest
nog veel gedaan worden. En, bijna dank
baar voor de afleiding, deed ze haar werk
patiënten wasschen en verbedden, den een
11a den ander. Het gezicht verhit, de haren
verward, maakte zij zich opzettelijk moe,
geheel alleen sjo ïwerd met de zware
lichamen, van het bed naar de brancard,
en van de brancard terug naar het mid-
dclerwij l-opgemaakte bed.
Hiermede was zij nog bezig, toen om
zeven uur de deur opeuging, en achter
elkaar de drie dag-zusters binnen kwamen
„Morgen, mannen!... Goeie morgen,
mannen!" klonken de stemmen opge
wekt.
„Wel zuster, hoe heb je 't gehad?"
vioeg in denzelfden toon de „eerste ver
pleegster" op zuster Horzo toestappend.
„Zeker lekker gedut, hè?"
Flauw glimlachend keek deze haar aan.
„Zo zijn allemaal heel rustig geweest"
een uit Rotterdam verzonden telegram Mn
de Duitsche bladen, volgens welk een diplo
maat van een groote neutral© mogendheid
van een reus uit do oorlogvoerende landen
teruggekeerd zou hebben vorklaard. dat
Engeland tot toenadering tot Duitschland
bereid zou zijn, deze opmerking maakt, dat
er invloeden aan het werk zijn, die aan het
Duitsch© volk een toenadering aanbevelen
op den grondslag „dat onze voornaamste
tegenstander (namelijk Engeland) zijn oor
logsdoel als bereikt kan beschouwen".
Do „Vorwürte" teekent hierbij aan; Wij
zouden ons slechts verheugen, indien fei
telijk zulko „invloeden" aan het werk zou
den zijn en een toenadering tot Engeland
tot stand brachten. Van de instemming
van d© breed© massas van het Duitsche
volk zouden zij zeker zijn.
Nadert de oorlog zijn ©inde?
De correspondent van „D© Tijd" te Keu
len schrijft
„Er wordt in den jongsten tijd meer in do
pera toegelaten dan do censuur nog eenigen
tijd geleden raadzaam achtte. Alleen de
provinciale pers geeft zich nog over aan de
bekende uitingen van haat tegen Engeland.
In oonservatiev© kringen moedigt men echter
een verzoenende stemming jegens Engeland
aan, daar het toch vroeg of laat met dat
land tot een vrede moet komen, die gebruikt
zal worden om Rusland in toom te houden.
Aan het bezet houden van België na den
oorlog wordt in geen bevoegde kringen ern
stig gedacht, al wacht men zich zorgvuldig,
deze gedachte uit te spreken. Eer wij echter
enkele weken verder rijn, kan men op dit
punt verrassende mededeelingen tegemoet
zien. Het schijnt, dat men zich eeret thans
in het buitenland ernstig rekening begint te
geven van d© houding, welk© Uuitschland
van den beginne af heeft aangenomen, en
waarop het telkens den nadruk heeft ge
legd Het Duitsch© Rijk ondernam den
hem opgedrongen oorlog niet uit verove
ringszucht. doch slechts uit afweer en ter
bescherming van rijn nationaal bestaan.
Zoodra dit bestaan aan het Duitsch© rijk
en rijn koloniën duurzaam wordt gewaar
borgd, kan het oorlogsdoel als bereikt wor
den beschouwd."
Professor Vogel over Hindenburg.
Prof. Vogel, de bekend© Duitsch© schilder,
vertoefd© langen tijd op het oostelijk oorlogs-
terrein en in het hoofdkwartier bij veldmaar
schalk Von Hindenburg. Onlangs keerde hij,
voor korten tijd slechts, naar Berlijn terug en
verteld© toen een medewerker van liet „Neues
Wiener Journal" het volgende-
Ik kende voor den oorlog Von Hindenburg
niet en werd onverwachts in zijn hoofdkwartier
geroepen, met de opdracht mijn gereedschap
pen mee te brengen en in het Oosten vlijtig te
schilderen. En vlijtig ben ik geweest. Ik
moest eiken dag tusschen zes en halfzeven
opstaan, om mij vlug aan te kleeden en met
het werk te beginnen. In Hindenburg's om
geving zijn geen luilakken. Hij zelf heeft het
ongelooflijk druk, evenals Ludendorf, da chef
van zijn staf. Ludendorf slaapt meestal
's nachts van twee tot zes, maar dikwijls
wordt hij nit zijn slaap gewekt. Hindenburg
rust op de meest verschillende tijden uit. Het
gebeurt niet zelden, dat hij den heelen nacht
waakt en overdag een paar uur gaat liggen.
Deze onregelmatige levenswijze schaadt echter
den man niet, ofschoon hij diep in de zestig
is. Hij is oergezond.
Over de samenwerking van Hindenburg en
Ludendorf mag ik niet3 positiefs meedeelen.
Maar dit kan ik zeggen, dat de een zonder
den ander niet denkbaar is en dat Hindenburg
niét alleen een practicus, maar ook een groot
theoreticus is in de militaire wetenschap.'
Het belangwekkendst aan hem is stéllig
zijn menschenkennis. Hindenburg heeft de ge
woonte iemand niet recht in het gezicht te
zien. Hij kijnt hem van ter zijde aan, maar
ik geloof, dat hij iemand maar één keer be
hoeft gezien te hebben om het barakter. Tan
Karnemelkzeep met het Anker.
In 't gebruik de voordeeligst© Toiletzeep.
Alom verkrijgbaar.
Men lette echter vooral op het gedeponeerd
Fabrieksmerk .,HE1 ANKER".
ziedde zc. Behalve teven... die is Keel
«nstig. Ik heb den dokter moeten laten
roepen." Zij verteld© zoo luchtig moge
lijk, wat voorgevallen was en droeg daarna
de bevelen over.
„Nou, ik ga maar" zei ze ten slotte,
het doekje en het onaangeroerd© trommel
tje van de tafel nemend.
„Zoo... Wat heb je een haast..."
„Ja. Ik heb slaap".
Toen zuster Horze den avond van dien
dag wat haastiger dan gewoonlijk
op zaal kwam, gaf de eerste verpleegster
haar als altijd de instructies over: 't was
een lang© reeks, er waren twee nieuwe,
ernstig© patiënten bijgekomen.
„Eu nommer zeven V' vroeg zuster
Horae, toen de anderen gedaan had.
„O... die is van middag gestorven"
antwoordde zuste Vermaas, en in weerwil
van een zekere ongevoeligheid, gevolg van
het dagelijksch verkeeren met de ellende,
daalde haar stem even, en verernstigde
haar gezicht ,,'t Wa3 heel gauw afge-
loopen".
„Maar met de anderen gaat 't gelukkig
allemaal goed" hernam zij, weer in den
vroegeren opgewekten toon.
„O" zei zuster Horze. Toen paro ze
het cahier weer van de tafel, en bladerde
erin
J. EVERTS.
Fit Cataetrop'aea.