IWrTOBT Woensdag 21 April 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Op „zaal 25". Oorlogsnieuws. "Oplaag 4ëj)ÖÖ exemplaren, Onder redactie van D. MANASSEN. L K. tl. Prins Hendrik. De Nederlandsche Veldpost, Dobbelman's DE SOLDATENGOURANT -"Spv.":. E ADRES DEE REDACTIE EN" ADMINISTRATIE BALESTRIN ASTRA AT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z.496S. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WÉÉK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CKNTr VOOS NEET-MILITAI REN 3 CENT, ABONNEMENT f 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertent:':n wende men zich tot het Alg. Advertctitle-Bareaa BOCMA&Co, Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukken y ..Jacob van Cam pen" N. Z. Voorburgwal 284-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Palestrinastraat 10, Amsterdam. Prjjs der AdvertentiCn per regel 80 cent. By abonnement reductie Twee heuglijke dagen heeft de maand April voor het Nederlandsche volk, twee dagen, die hot inniger nog dan anders verbinden aan ons Vorstelijk Huis. De eerste daarvan is de 19de, de verjaar dag van den Prins-Gemaal, van Z. K. H. Prins Hendrik. De tijden zijn er niet naar Qm feest te vieren, ook ons volk staat onder den invloed van den grooten oorlog en een deel der natie is onder de wapenen. Nog heeft het lot ons genadig bewaard voor den krijg, maar het gevaar is nog niet ge weken. Het is geen dag van feest vieren. zoo heeft ook H. M. de Koningin beslist. Maar zsker zal geen' Nederlander, en allerminst onze minnen in leger en vloot, dezen dag laten voorbijgaan, zonder in ge dachten of hardop hulde te brengen aan den Mepklenhurgschen prins, die onz,e Vorstin- t$r zijde staat. Over ons geheel© land wapperen heden de vlaggen, als syjAftclen opzer genegenheid en erkente lijkheid: Pon"'Prins-Gemaal neemt ineen staat oeii'eigenaardige plaats in, een plaats, die albrcerst groette tact en "een oorrwet op treden verei'sclü', maar daarnaast een groote toewijding verlangt. Taktvol en correct heeft Prins Hendrik zich steeds getoond, en zijn toewijding in belangrijke zaken op verschillend terrein is algemeen bekend. Uit dén aard der zaak treedt de' Prins niet op den voorgrond, ook niet. in deze-moeilijke tijden, maar wat hij deed voor liet Itoode Kruis en in andere aangelegenheden in de laatste maanden is van groote waarde, en mest ten zeerste op prijs worden gesteld, ook- ai is het meer een arbeid in stilte dan in het. openbaar. Onza'beste wenschon en onze befuigingen van dankbaro hulde gaan dan ook dezen dag naar. het. Koninklijk Paleis, waar ditmaal des Prinsen'verjaardag in stillen ernst, die past aan clezè tijden, herdacht wordt. Moge een, volgend jaar do wereldvrede ons in staat stellen óm met verdubbelde hartelijkheid dozen 'dag tc vieren als een der gedenkdagen van hot. Nederlandsche volk! Amsterdam, 19 April 1915. Geen audiëntie. Blijkens bericht in de „Staatscourant" wordt Donderdag a.s. door den Minister van Oorlog geen audiëntie verleend. ro**R A. P. BENJAMINSE, DirecteurJlóofdexpcditic Veldpost. Ten vervólge op het in 110. 101 van Vrij dag 9 April vermeld© die no het volgende: De correspondentio bestemd voor do lo en 2e divisie wordt door do postkantoreu recht- Door J. EVERTS. 5 (Slot.) Nii en dan stond zij op om het een of ander te verrichten temperatuur c-pnenien of een patient helpen, dij haar zacht geroepen had. Ook Henri legde zij behoed zaam den thermometer aan. Hij sliep nog, maar aanhoudend vertrok trillend zij-u ge zicht en akelig zenuwschokkend beweger, zijn armen tastend over de wollen dekens en den bed-raud. In angstige spanning keek zij hoeveel .graden het kwik aanwees. Ze schrok: 40.7!... Een oogenblik dacht zij erover den dokter te laten roepen, doch zij bekende zich, dat dit een overdreven per soonlijk» angst was, waaraan zij niet mocht, toegeven. Voor den dokter was Henri niet meer dan een gov.one patiënt, en hij zon haar met recht kunnen vragen, waarom zij hem had laten roepen. Eu wat moest zij dan antwoorden Bovendien hier kon geen dokter, niemand «helpen 't was het ver loop van de ziekte, t kwam nu op do kracht van den patient zelf aan... Goddank was do nacht al ver gevorderdtegen deu morgen zou do koorts wel afnemen, zooals gewoonlijk. Zij was weer aan do tafel gaan zitten. Doch de angst liet haar geen rust. Telkens streeks naar de veldpostkantoren dier Divisies verzonden, van waar verdere toezending aan de onderdeelen plaats vindt. De stukkon voor het Hoofdkwartier Veldleger en de Cavalerie Brigade, de 3o en 4e Divisie en de Xe Brigade 'bestemd, worden gezonden naar het Expedi tie-kantoor A, dat do correspondentie splitst volgens do onderstaande onderdeelen: De staven van het Hoofdkwartier Veldleger on der Divisies. De staven der Brigades, De staven der Regimenten Infanterie, Veldartillerie en Cavalerie. De Bataljons Infanterie. De Eseadrons Huzaren en Wielrijders. De a-fdeelingen. Veldartillerie of Korp? Kij- dendo Artillerie. De Compagnieën wielrijders. De Mitrailleurspeletons. Do Compagnieën Veldpionïers. De P on ton side el i n gen De Telegraafafdeelingen. De Infanteriemumtietreinen. De Artilleriemunivietreincn. De Verplegingsafdeelingen. De Verbandplaatsafdeelingen. De Veldhospitaalafdeelingen. De toezending aan liet Expeditiekantoor heeft plaats, omdat dit kantoor in geval van verplaatsing der Divisies, niet van-stand plaats verandert, zoodat het wjerk daar steeds regelmatig door kan gaan. Hierdoor wordt voorkomen, dat do geregelde gang van zaken op het Voldposbkantoor gestoord zou worden door onverwachte groote toename van de cor respondentie bij verplaatsing. Heb Expeditie- kantoor zendb 'inet iedere gelegenheid de aan wezige correspondentie naar de "Veldpostloan- toren. vanwaar één- of tweemaal per dag be stelling plaats vindt per automobiel. Wegens de groote kosten aan deze wijze van bezorging verbonden, geschiedt de toezending der cor respondentie ook wel per gewone postgclegen- heid, hetzij Tan uit heb Expeditiekantoor, hetzij van uit het Veldpost-kantoor. Voor ieder der hierboven genoemde onderdeelen is een factcur aangewezen, die de post afhaalt op liet Vcldpostkantoor, indien hij gelegerd is ter standplaats van de veldpost, aan de auto indien de bestelling per auto geschiedt, of aan het postkantoor ter plaatse van legering. In de beide eerste gevallen ontvangt hij bij de correspondentie een advies, waarop ingeschre ven staan da postwissels, de kennisgevingen van aanceteekende brieven en de postpakket ten. Deze adviezen zijn met voorschrift. De fac teur zet- in de laatste kolom van het -boven blad zijn handteekening ten bewijze dat de post door hem in ontvangst is genomen en neömt het onderblad met de bijbehoorende stukkon mee. Voor de postwissels, kennisge vingen en postpakketten, die. hij aan de ge adresseerden uitreikt, laat hij deze teekenen achter de betrekkelijke inschrijving; ge schiedt de uitreiking door middel van hulp- facteurs dan laat hij de lnilpfacteurs teelte nen op het advies, (b.v. bij een bataljon). Kan een der ingeschreven stukken niet wor den uitgereikt, omdat de geadresseerde aan het opgegeven adres onbekend is, dan zet hij o]) het. stuk b.v.: 1 I 7 It. I. onbekend. (handteekening.) Het stuk wordt dan aan de Veldpost terug gegeven. waarbij door den postambtènaar achter de betrekkelijke inschrijving voor ont vangst geteekend wordt. Zijn alle inschrijvin gen op een advies afgehandeld, dan worde dit ingeleverd aan den persoon die door den com mandant van het betrekkelijk onderdeel met het toezicht op den facteur is belast. Is een pakket gedurende twee dagen ter beschikking van den geadresseerde geweest en heeft hem <fe gelegenheid tot afhaling niet ontbroken, dan moet het. pakket onder vei molding van de noodige toelichting aan de Veldpost worden teruggegeven, die het pakket naar den afzen der retourneert. Deze bepaling is noodig, om tc voorkomen, dat militairen, dio zich dagelijks van huis pakjes laten zenden ingeval van her haalde verplaatsingen waarbij liet meenemen der pakketten voor hen to lastig zou worden, de facteurs voor hun pakketten zouden laten zorgen, tot het tijdstip, dat het hun behagen zou ze in ontvangst te nemen. De dienst van de facteurs, die door de onduidelijke en on voldoende adressen toch al bijzonder ver- moeiend is, zou daardoor nog meer worden bezwaard. Beseft ieder wel hoeveel arbeid hij verlangt, van zi.in bataljonsfacteur indien bij zijn brieven laat toezenden aan een adres als Milicien Van Gent III 7 R. I. 4e Div. De facteur weet, dat hij al of niet behoort tot den bataljonsstaf, indien niet, dan gaat hij naar de le compagnie en vraagt aan den sergeant-majoor of de geadresseerde tot de compagnie behoort. Deze kent in den mobili satietijd zijn manschappen niet allo en moet dus zijn monsterrol opslaan en dien doorzoo- ken. Zoo moet bij alle compagnieën gebeuren, waarmee eenige uren verloren gaan. Daarbij kan zicli tevens het geval voordoen, dat meerdere miliciens van dien naam bij dezelfde compagnie of hetzelfde bataljon voor komen, zoodat soms dagen noodig zijn vóór zoo'n stuk terecht is. De schuld wordt dan ge geven aan de Veldpost, maar is geheel te wij ten aan do onwetendheid of lakschheid van den geadresseerde. Had hij zijn adres doen vermolden Milicien B. van Gent, 3e Sectie 2 III 7 R. I. 4e Divisie, dan had do bataljonsfacteur het stuk direct aan den facteur van de 2e compagnie kunnen geven, terwijl deze onmiddellijk den geadres seerde in do 3e sectio had kunnen vinden. Het behoeft zeker wel geen nadere uitleg ging, dat stukken met onderstaande adressen ten eenenmale onbestelbaar zijn en terugzen ding dus onmiddellijk volgt. A. Mol, 4© Divisie. .T. H. G. van Vliet, 7o Reg. 4é Divisie. .T. Oosterhout, 7e Rcg. 2e Comp. 4e Divisie. F. van Beek, adj.-ond.off. 1 R. Va. J. Nieuwenhuis, Batterij a. 4e Div. E. van Boxtel, I R. Va. Batterij B. 4e Div. J. Waltman, 3 III R. I. 4e Divisie. Roeloffs, Je Bait. 2e Comp. 4e Div. F. Korsius, 3e Comp, 2e Sectio 16 R. I. H. Colitis, le Bat. 3e C'omp. 4o Sect. 4o Div. A. do Ruiter, le Bat. 3e Comp. Veldpost 4. van der Meer, Landw. Korporaal Veld post 4. Ernst van der Vlis, 7e Rcg. 4e Comp. 2e Sectie. Dabbo, Veldleger. Munter, Veldartillerie. G. v. tl. Plaats, 4e Comp. 4o Divisie. B.' A. Vriezema, milit. Veldleger. O. Jansen, Huzaar, Cavalerie Brigade. J, Kalk, Trcinafdeeling 1 R. Va. P. L. v. Dun, 2© Regiment Cav. Brig. J. Dubois, 3e Brigade 3e Divisie. X. do Muyne lo Reg. 4o Divisie Veldleger. J. Gols, lo Reg. Veld Veldleger. A. H. Vink. 3e Rog. Veldari. 3c Divisie. C'. Bol, Detachement Limburg. Een ieder bedenke dus wel. dat hij zij» adres goed duidelijk aan familie en kennissen opgeeft en dat hij zorg draagt, dat zijn adres bekend blijft. Het komt herhaaldelijk voor, dat stukken wegens onvoldoende adres terugge zonden moeten worden, omdat <le afzenders deu brief of do briefkaart, waarop het goede adres stond vermeld, niet meer kunnen terug vinden. Dit komt niet alleen voor bij stukken afkomstig van kennissen, maar herhaaldelijk bij die, afgezonden door ouders, aanstaanden en cchtgeDooten. Daar de afzenders het niet noodig vinden hun naam en adres op de stuk ken te vermelden, omdat zij veronderstellen, dat <1© geadresseerden hiermee bekend zijn, komen zeer vele stukken, dia de geadresseer den niet kunnen bereiken, ook niet in handen van do afzenders. Een ieder ga dus, vóór hij do posterijen beschuldigt van zoekmaken van stukken of zijn vrouw of zijn meisje van het met-schrijven van brieven, goed na of het adres van den geadresseerde volledig is geweest en of de naam van den afzender op het stuk heeft gestaan. Het komt namelijk voor, dat een goed geadresseerd stuk door den facteur van het betrokken onderdeel onbesielbaar ge maakt wordt, omdat de geadresseerde bij het onderdeel niet aanwezig is door ziekte, ver lof, detacheering of anderszins. Vanneer ieder faclenr een alphabetisclio opgave hr.d van aJIo tot zijn onderdeel behoorende militairen, zooals dit het geval is bij de le Divisie, dan zou het aantal onbestelbare stukken tot een minimum beperkt worden. (Bij Veldpost 1 komen dagelijks ruim 10,000 stukken aan, waarvan 2 of 3 stuks onbestelbaar zijn door onvolledig of foutief adres.) Vanneer ieder facteur dus een cahier of een alphabet aan legt van de tot zijn onderdeel behoorende mili tairen (do compagniesfacteur van zijn com pagnie, de bataljonsfacteur van het bataljon, do battcrijfacteur van de batterij, de afdee- lingsf acteur van de af deelingen enz.) dan zal hiervan niet alleen een zegen uitgaan voor de geadresseerden, maar tevens voor den fac teur en voor liet Veldpostkantoor. De onbe stelbare stukken worden behandeld als voor geschreven is voor postwissels en andere stuk ken b.v. 1 III 9 R..-I. onbekend, overleden, desertom-, enz, (handteekening.) Os toestand in den reuzenstrijd. Het valt op, dat de verschillende com munique's in de laatste dagen nog al eens melden, dat het op de oorlogsterreinen vrij kalm toegaat. Hit moet men echter niet zoo opvatten, aat de vijanden dan werkeloos tegenover elkaar liggen, maar dat er geen weer ging zij naar hem kijken, teleurge steld terugkerend, als zij sag hoe hij streed nog in zijn slaan. Zoo ging de nqoht voorbij, 't liep tegen vijf uur. Hoor de jalouzieën gloorde het eerste dagen. Zij was eenigeu tijd niet naar Henri gaan kijken, versuft in haar ge mijmer. He stem van den zaal-ltnecht vrek- te haar „Zullen we maar „dag"' mal.en, zuster'" ..Goed. Leemans, Ga je gang maar" antwoordde zij gedachteloos.. Hij liep naar de ramen, trok er onacht zaam met, herig geklater de jalouziën op, en draaide dan de gaspit uit. Hit zette opeens de zaal in oen nieuw lichthet zwakke, blanke licht van den jongen dag. Doch de zaal sluimerde nog't bleef stil in de kribben, en overal hingen, als slui ers van slaap, grcezele schaduwen, waaruit de werkelijkheid nog gewekt moest wordeu door sterker licht. 't Was echter do tijd, dat zooals eiken dag de zaal en heb keukentje aangeveegd, cn de patiën ten gewasschen en verbód werden. Met een zucht rees zuster Horze van haar stoel op, en terwijl Leemans écu voor éeu de wasoh- konmien met water vulde, liep hij langs do kribben, maakte eenige patiënten, die al zoo ver genezen waren dat zij zich zelf wasschen mochten, wakker, hon vriendelijk aansporend nu te beginnen daar zij anders nooit klaar zou zijn oni zeven uur, als de audero zusters kwamen. Langzamerh&nd ontstond er nu meer levener klonk een lange geeuw en een zucht, en iets later een korte uitroep achter de gordijnen, en plotseling slcop dc achter dochtige Hollander als een schim in zijn wit nachtgewaad dwars de zaal over. naar do keuken, om zich daar te wasschen. Leemans had, de stoffer genomen, en veegde dc grocte grijze vlokken samen van-onder de kribben. Opeens stond hij stilZuster Zuster 1 Hij riep 'o dringend. Zij zag op van haar arbeid, bezig een der patiënten te wasschen. Hij etend bij krib zeven. „Wat is er?" kreet ze, verschrikt toesnellend. De knecht antwoordde niet. Met een somber gebaar wees hij neer op den vloer onder de krib. Zij verschoot van kleur: Bloed!... Bloed-diarrhec't Is door zijn matras héèugelekt. Wie weet, hoelang die al zoo gelegen heeft. LoopRoep den dokter! Gauw! Gauw!" Hij liet zijn stoffer vallen, en holde weg. Zij keek in de krib. ITenri lag doodstil. Ook het trokken van zijn gezicht en het dwalen zijner handen had opgehouden. Een oogenblik dacht zij, dat 't gedaan was al. Haastig boog zij zich voorover, en "luis terde. Necu, hij ademde nog, maar zwak, heel zwak... Zij richtte zich cp. En meteen voelde zij dat wat haar het liefste was, verloren ging, onherroepelijk. Zij wist-, dat 't eiu- gzoote aanvallen worden gedaan. Aan de ver schillende fronten schijnt men weer in een tijd van afwachten te verkeeren. Daarmee work niet te kennen gegeven, dat men den strijd moede is: van opgeven schijnt in de laatste dagen aan geen der zijden sprake, noch van uitgeputheid, eerder lijkt het er op, dat men zich van weerskanten thans voorbereidt op een nieuwen hevigen strijd. De vredes- woorden verklinken allengs, maar misschien worden ze luider en luider, wanneer nog eens de tegenstanders al hun krachten hebben ingespannen en vervullen ze dan de wereld met een vol, onweerstaanbaar geluid. Er zijn teekenen, dat het voorloopig nog niet zoover is, dat men den strijd opnieuw krachtig wil voeren. Oostenrijk-HoDgarije breidt zijn leger nog uir weldra zullen de landstorm mannen tot vijftig jaren worden opgeroepen. Ia Engeland zet men de werving met kracht voort, en men verlangt nu ook, dat de Bel gische vluchtelingen, die in de termen vallen, voor hun vaderland zullen vechten, wat niet meer dan billijk is, zou men zeggen. liet torpedeeren door onderzeeërs van handels schepen, ook van neutralen landaard, neemt in de laatste dagen toe en het geschiedt met steeds minder verschooning, dikwijls zonder voorafgaande waarschuwing. Ook dit wijst op een heftiger, onbarmhartiger karakter van den oorlog, maar voert misschien ook spoediger tot het einde. Men kan toch niet nog, maanden en maanden, duizenden cn duizenden jonge levens vernielen en milliarden nutteloos wegwerpen, zonder dat er feitelijk van een of anderen kant een beslist voordeel wordt behaald. Volgens een Engelschman zal de oorlog op 31 Juli, dus als hij een jaar heeft geduurd, 110 milliard gulden hebben gekost, een getal, als wij 't voluit neerzetten, van twaalf cijfersDaarmee zou de Nederland sche Staat, te rekenen naar de begrooting van 1914, ongeveer 450 jaren lang al zijn uitgaven kunnen voldoen! Wat den strijd aangaat op de verschil lende terreinen, we zeiden reeds, dat die vrij kalm heette, maar dat men daaruit niet moet- opmakeD, dat er niet eiken dag op verschillende plaatsen wordt gevochten. De Fransclien maken zelfs van Zondag een buitengewoon lang communiqué openbaar, en vee lezen daarin van artilleriegevechten, van vorderingen hier en daar, van bajonet- aanvajlen, van een strijd van vliegers in do jjuskt ook, maar zonder dat men kan spreken van een beslist succes» Ejhter schijnen de geallieerden in de laatste dagen op ver schillende punten niet onfortuinlijk te zijn geweest: dat maken we op uit de Duitsche lezing der jongste gebeurtenissen: de Engel- schen troepen drongen in een hooggelegen Duitsche stelling door ten Zuidoosten van Yperen en werden er slechts tendeele weer uitgejaagd: in Champagne deden de Pran schen een loopgraaf, door de Duitsch rs vroeger veroverd, in de lucht vliegen: bij Colmar werden Duitsche voorposten jdoor Franschen teruggedreven: daarentegen ver overden do Duitschers in de Vogezen een vooruitgeschoven Fransche stelling. Maar dit alles is voor den einduitslag van den grooten strijd van geen beteeken is; van dezelfde gebeurtenissen, en ernstiger, hebben wij reeds een half jaar kunnen lezen, zonder dat zij eenige uitwerking hadden Op het Oostelijk oorlogsterrein was het in de laatste dagen niet andersde toestand is er onge wijzigd, heebliet zoowel in do berichten uit Weenen ais uit Berlijn. De Russische tele grammen gewagen van vroegere gevechten, doch hebben van de laatste dagen niets bijzonders te vertellen. Nog sleeds bewijzen de tegenstanders èn aan het Wester-én aan het Oosterfront, dat zij tegen elkaar opge wogen zijn. BELGIË. De vlieger Garros. Op 1 April woonden de Belgische leger divisies aan den Yser, tusschen Loo en Dismui de, een buitengewoon indrukwek kend schouwspel bij. Een soldaat meldt er het volgende over Tegen 4 uren van den middag hoorde ik in de verte hevig kanongeschut met ont ploffingen van shrapuells, gemengd door het regelmatig pan-pan-pan van mitrailleu ses: de bekende fanfare van het schieten naar vliegers. Ik blijf staan en zie een Duitsche vlieg- digen zou, en liet volle besef daarvan scheen nu eerst op haar te vallen. Dit overweldigde haar: 't was of diep, diep in haar'iets brak; zij voelde een einde- lccze eegte om haar heen, waarin alles haar ontzonk. Zij duizelde... De handen voor het gezicht slaande, viel zij op haar knieëen voor de krib, en haar briesende snikken smorend in do dekens, kermde zij haar wanhoop uit: Mag ik... mag ik dan geen geluk heb ben!... Henri! Henri'... Zij bleef eenigeu tijd zoo liggen, het lichaam schokkend ender den stroom der snikken. Teen scheen het ergste der smart go- leden. Het verdriet had zich in haar vol trokken tct een ontroostbaremoedeloos heid, waarin zij nu voortaan verder leven zou, door niets meer hevig ontroerd, zelfs i.iet docr het sterven van hem, die haar léven was. Zij stond op, veegde zich de uogea droog, en wachtte den dokter. Deze kwam weldra. Nijdig uit zijn slaap geroepen te ziju, rilde hij haar kort al vragen, wat er gebeurd was. Dcch, den patient ziende, hield hij zich in, en de dekens terugslaande begon hij het onder- zoel». Terwijl vertelde zij op cp éentonig- treurigen toonsnel-oplcopende tempera tuur, daarna Imt ijlen en wild-zijn, de on rustige slaap, en eindelijk de diarrhee.... Vijf minuten later was de dokter weer machine, vervolgd door een Fransche mono plan. Algauw houdt het schieten van beno den op, want onze ehrapnells zouden onzen eigen vlieger bereiken. Het gevecht in d© lucht ving aan. Het was tragisch in de hoogste mate. De Fransche eendekker bleef een oogenblik onder de Duitsche vliegma chine in hoogst gevaarlijke positie; een koude rilling liep mij over den rug. Maar plotseling redt hij zich door een lenige bui ging naar omhoog, en als een pij1 schiet hij cio lucht in. Hij vliegt nu boven en op zij van de aeroplane met de zwarte kruisen, en plotseling er dicht bij. Een geknetter van een mitrailleuse baret los: de geallieerde heeft de nadering voldoende geacht om een energieken aanval te wagen. Zal d© Duitsche vogel, die nu met volle vaart naar zijn leger vliegt, ontsnappen? Het zal moeilijk gaan. De Franschman schiet vooruit, als met ruwe sprongen zou men zeggen. "Vluchten is voortaan onmoge lijk geworden en de Duitsche observator verdedigt zich met het geweer in de hand. Plotseling slaat er een groot© rookzuil uit do Duitsche vliegmachine op, en ik zie on der aan die zuil een vlam, die eerst klein is, maar een oogenblik daarop hoog opgaat. Ondanks het uiterste gevaar kan de vlieger nog een daling aanvangen in spiraalvorm, het gaat eerst betrekkelijk langzaam, doch met een slag, gaat het zweven over in een geweldigen, loodrechten val. Vreeselijk! D© vliegmachine staat geheel in brand en met een doffen slag Btuikt zij ten gronde op enkele tientallen meters van mij af. Ik had hoogst spannende emotie© doorgemaakt ge durende het luchtgevecht, maar bij dezen val was 't of iets in mij brak. Ik liep er heen. De machine lag aan den kant van een gracht vol water, wat ons toe liet de vlammen gauw uit te dooven. De vliegers waren vreeselijk verbrand. Beiden waren dood. D» ofiicier-observator had een kogel in de borst gekregen, die langs den rug was uitgekomen. Hij lag met het hoofd m 't water. De bestuurder had een schedel breuk: e6n bloedstraalrje liep uit mond en ooren. Ondanks den geweldigen schok zat hij nog nagenoeg op zijn plaats. De instrumenten en. documenten waren weinig beschadigd. De machine droeg het nummer 2 van het escadrille nr. 40; de motor, type Mercedes n zes cylinders, was zeer zwaar. Het reservoir was door twee kogels getroffen. In de Duitsche linies had men het heele Iuchfcdrama bemerkt. Gauw kwam een tweedekker aanzetten, die over ons heen toerde, waarschijnlijk om er zich van te vergewissen of de bemanning van de ge- vallen vliegmachine nog in leven was. En toen bij 0113 niets gemerkt werd van alles wat er gedaan wordt wanneer gewonden gedragen en weggevoerd worden, vloog de tweedekker terug en dadelijk daarop richt ten Duitsche kanonnen hun geschut naar onze groep. Er vielen gelukki? geen slacht offers, hoewel -de artilleristen goed mikten. Een uur later kwam de overwinnaar van het tweegevecht in een auto aan. 't Was do luitenant-vlieger Garros, wiens reputatie allang gemaakt is. '6 Avonds werden de twee lijken begra ven op het dichtbije kleine kerkhof vaD Oudecapelle. OU1TSCHLAND, Oproeping van Duitschers. Het Duitsche consulaat publiceert een be kendmaking, waarbij alle zich in het buiten land in Europa bevindende, voor den dienst geschikte landstormplichtigen, die in 1915 hun 20e tot hun 35e jaar hebben volbracht, en voorts alle andere voor den dienst ge schikte weerplichtigcn (Militarpflichtige, Beurlaubtenstand, ErsatsreserveMarine- Ersatzreserve, ausgebildeter Landsturm) worden bevolen: onmiddellijk naar Duitsch- land terug te keeren en zich te melden bij het eerste „Bezirkskommando", dat zij bereiken. Van den terugkeer zijn uitgezonderd de weerplichtigen die docr het departement van oorlog en de beroepsconsulaten ook na 1 April wegens burgerlijke betrekkingen daar van zijn vrijgesteld. Vredesklanken. Wij lezen in de „Vorwarts", dat le „Kreuz. Zeitung" naar aanleiding van vertrokken: hij had warme kruiken be volen en injecties van opium. Toen zij dit alles met behulp van Leemans verricht had, zeeg zij afgemat op een Stoel neer. Het daglicht was sterker geworden, en er kwam al meer leven in de zaal. Enkele patiënten zaten naast hun bed of liepen rond, anderen lagen te praten of te lachen. Maar 't hinderde haar weinig, al deze onverschilligheid, terwijl toch Henri daar to sterven lag. Zij was iè zeer geslagen, dan dat iets haar nog pijnlijk treffen kon. Na een korte poos stond zij oper moest nog veel gedaan worden. En, bijna dank baar voor de afleiding, deed ze haar werk patiënten wasschen en verbedden, den een 11a den ander. Het gezicht verhit, de haren verward, maakte zij zich opzettelijk moe, geheel alleen sjo ïwerd met de zware lichamen, van het bed naar de brancard, en van de brancard terug naar het mid- dclerwij l-opgemaakte bed. Hiermede was zij nog bezig, toen om zeven uur de deur opeuging, en achter elkaar de drie dag-zusters binnen kwamen „Morgen, mannen!... Goeie morgen, mannen!" klonken de stemmen opge wekt. „Wel zuster, hoe heb je 't gehad?" vioeg in denzelfden toon de „eerste ver pleegster" op zuster Horzo toestappend. „Zeker lekker gedut, hè?" Flauw glimlachend keek deze haar aan. „Zo zijn allemaal heel rustig geweest" een uit Rotterdam verzonden telegram Mn de Duitsche bladen, volgens welk een diplo maat van een groote neutral© mogendheid van een reus uit do oorlogvoerende landen teruggekeerd zou hebben vorklaard. dat Engeland tot toenadering tot Duitschland bereid zou zijn, deze opmerking maakt, dat er invloeden aan het werk zijn, die aan het Duitsch© volk een toenadering aanbevelen op den grondslag „dat onze voornaamste tegenstander (namelijk Engeland) zijn oor logsdoel als bereikt kan beschouwen". Do „Vorwürte" teekent hierbij aan; Wij zouden ons slechts verheugen, indien fei telijk zulko „invloeden" aan het werk zou den zijn en een toenadering tot Engeland tot stand brachten. Van de instemming van d© breed© massas van het Duitsche volk zouden zij zeker zijn. Nadert de oorlog zijn ©inde? De correspondent van „D© Tijd" te Keu len schrijft „Er wordt in den jongsten tijd meer in do pera toegelaten dan do censuur nog eenigen tijd geleden raadzaam achtte. Alleen de provinciale pers geeft zich nog over aan de bekende uitingen van haat tegen Engeland. In oonservatiev© kringen moedigt men echter een verzoenende stemming jegens Engeland aan, daar het toch vroeg of laat met dat land tot een vrede moet komen, die gebruikt zal worden om Rusland in toom te houden. Aan het bezet houden van België na den oorlog wordt in geen bevoegde kringen ern stig gedacht, al wacht men zich zorgvuldig, deze gedachte uit te spreken. Eer wij echter enkele weken verder rijn, kan men op dit punt verrassende mededeelingen tegemoet zien. Het schijnt, dat men zich eeret thans in het buitenland ernstig rekening begint te geven van d© houding, welk© Uuitschland van den beginne af heeft aangenomen, en waarop het telkens den nadruk heeft ge legd Het Duitsch© Rijk ondernam den hem opgedrongen oorlog niet uit verove ringszucht. doch slechts uit afweer en ter bescherming van rijn nationaal bestaan. Zoodra dit bestaan aan het Duitsch© rijk en rijn koloniën duurzaam wordt gewaar borgd, kan het oorlogsdoel als bereikt wor den beschouwd." Professor Vogel over Hindenburg. Prof. Vogel, de bekend© Duitsch© schilder, vertoefd© langen tijd op het oostelijk oorlogs- terrein en in het hoofdkwartier bij veldmaar schalk Von Hindenburg. Onlangs keerde hij, voor korten tijd slechts, naar Berlijn terug en verteld© toen een medewerker van liet „Neues Wiener Journal" het volgende- Ik kende voor den oorlog Von Hindenburg niet en werd onverwachts in zijn hoofdkwartier geroepen, met de opdracht mijn gereedschap pen mee te brengen en in het Oosten vlijtig te schilderen. En vlijtig ben ik geweest. Ik moest eiken dag tusschen zes en halfzeven opstaan, om mij vlug aan te kleeden en met het werk te beginnen. In Hindenburg's om geving zijn geen luilakken. Hij zelf heeft het ongelooflijk druk, evenals Ludendorf, da chef van zijn staf. Ludendorf slaapt meestal 's nachts van twee tot zes, maar dikwijls wordt hij nit zijn slaap gewekt. Hindenburg rust op de meest verschillende tijden uit. Het gebeurt niet zelden, dat hij den heelen nacht waakt en overdag een paar uur gaat liggen. Deze onregelmatige levenswijze schaadt echter den man niet, ofschoon hij diep in de zestig is. Hij is oergezond. Over de samenwerking van Hindenburg en Ludendorf mag ik niet3 positiefs meedeelen. Maar dit kan ik zeggen, dat de een zonder den ander niet denkbaar is en dat Hindenburg niét alleen een practicus, maar ook een groot theoreticus is in de militaire wetenschap.' Het belangwekkendst aan hem is stéllig zijn menschenkennis. Hindenburg heeft de ge woonte iemand niet recht in het gezicht te zien. Hij kijnt hem van ter zijde aan, maar ik geloof, dat hij iemand maar één keer be hoeft gezien te hebben om het barakter. Tan Karnemelkzeep met het Anker. In 't gebruik de voordeeligst© Toiletzeep. Alom verkrijgbaar. Men lette echter vooral op het gedeponeerd Fabrieksmerk .,HE1 ANKER". ziedde zc. Behalve teven... die is Keel «nstig. Ik heb den dokter moeten laten roepen." Zij verteld© zoo luchtig moge lijk, wat voorgevallen was en droeg daarna de bevelen over. „Nou, ik ga maar" zei ze ten slotte, het doekje en het onaangeroerd© trommel tje van de tafel nemend. „Zoo... Wat heb je een haast..." „Ja. Ik heb slaap". Toen zuster Horze den avond van dien dag wat haastiger dan gewoonlijk op zaal kwam, gaf de eerste verpleegster haar als altijd de instructies over: 't was een lang© reeks, er waren twee nieuwe, ernstig© patiënten bijgekomen. „Eu nommer zeven V' vroeg zuster Horae, toen de anderen gedaan had. „O... die is van middag gestorven" antwoordde zuste Vermaas, en in weerwil van een zekere ongevoeligheid, gevolg van het dagelijksch verkeeren met de ellende, daalde haar stem even, en verernstigde haar gezicht ,,'t Wa3 heel gauw afge- loopen". „Maar met de anderen gaat 't gelukkig allemaal goed" hernam zij, weer in den vroegeren opgewekten toon. „O" zei zuster Horze. Toen paro ze het cahier weer van de tafel, en bladerde erin J. EVERTS. Fit Cataetrop'aea.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1