NO. 99.
Zondag 4 April 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
sa*?*-
Gezondheidsleer,
De witie glacé hfUoeii.
Dobbelman's
Oplaag 45,000 exemplaren.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DEK REDACTIE EX ADMINISTRATIE PALESTRTNASTRAAT 10,
AMSTERDAM. TELEFOON Z.4368. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI-
RE.N 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertentir-n wende men rich tot liet A!™. Advertentie-Bureau ROUMAACo.
Heerengracht 220 Amsterdam, tolde Drukkerij .Jacob van Cam pen" N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Palestrinnstraat 10,
Amsterdam. Prijs der Advcrtentiü-n per regel 30 cent. Bij abonnement reductie.
sten algemeen toegepast. Ook te volde heeft
veelal op dezo wijze een reiniging van kleerlui
zen plaats. In sommige gevallen geschiedt de
ontsmetting dan in den oven van oen ziekenhuis
tor plaatse, in andere gevallen wordt oen van
de vervoerbare ontsmettingsovens, dio hij het
veldleger aanwezig zijn, gezonden naar liet
kantonnement W3ar in een kwartier luizen zijn,
Zoodoende kan men in do tegenwoordig© om
standigheden, nn do klcerluizen bij ons leger
zeer -weinig voorkomen, het kwaad bestrijden.
Moeilijker wordt het. wanneer, zooals bij het
Duitsclio en Oostcnrijksclio leger aan do Russi
sche grens het geval schijnt te zijn, kleer.-nlui-
zen tot oen ware plaag zijn geworden. Wan
neer do kleedingstukken van honderden of mis
schien duizenden manschappen gereinigd moe
ten worden, zou men een zeer groot aantal ont-
smettingsovens noodig hebben, om zonder to
veel verlies van tijd te kunnen werken.
Zoowel Duitsche als Oostenrijksche officieren
van gezondheid hebben daarom getracht langs
anderen weg de goederen met stoom to kunnen
ontsmetten. Zij maken daarbij gebruik van
allerlei stoommachines, locomobielen en vooral
locomotieven. De stoom Ideruit wordt geleid
naar goed te sluiten goederenwagens of zelfs
naar groote lokalen. In een goederenwagen
kunnen do kleeren van 350 man geborgen wor
den. Heeft men dus bij een locomotief *2 goe
derenwagens dan kan men in 21; uur do kloeren
van TOO man ontluizen. In een ander tijd-j
schrift vond ik een berekening, waarbij in 3
dagen do kleeren van 10,000 man gereinigd
kannen worden.
jjb kozakken zijn hier aan het werk. Men weet, wat dit zijn: de Russische
troepen, vooral uit het gebied van Don, Dnieper en verder-op in Rusland. Zij
stonden steeds bekend als dappere krijgers en vooral onvervaarde ruiters, die op
hun paarden -haast beter thuis waren dan op den beganen grond. Maar ze waren
tevens bekend als wilde, woeste vechters. In den modernen oorlog pasten zij
minder en in dien tegen Japan hebben zij teleurstelling gewekt. Sedert echter
moeten de kozakken-regimenten hervormd zijn en zij vechten nu op moderne wijze.
Hierboven vallen zij Duitsdie vracht-auto's met voorraden aan op hun, oude
onstuimige manier.
door J. P. BIJL, officier van qezondheid.
XXXV.
Ongedierte. II.
De kleerenluis is 2- 4 m.M. lang, witachtig
grauw, liet achterlijf is breeder dan de borst.
Zij leeft bij voorkeur in grof geweren kleeren.
Het. wijfje legt T0 eieren aan de draden van
liet linnengoed, gewoonlijk bij do zoomen. Do
Hollnridsche -geleerde uit do ITo eeuw Antlioni
van Leeuwenhoek vond reeds dat ceu wijfje in
S weken tijds 5000 jonge luizen doet ontstaan.
Do eieren zijn 0.70.0 ui.M. lang. De ontwik
keling duurt 3 a 4 dagen terwijl do diereu na
1518 dagen geslachtsrijp zijn.
Do volwassen luis komt 2 keer per etmaal
uit do klceding vau den ..gastheer" om bloed
to zuigen. Zonder voedsel sterft zo in 2 tot, 4
dagen. De beet heeft gewoonlijk een ontzettend
jeuken ten gevolge on oerst wanneer de plaats
geheel stuk gekrabd is houdt dit op. Het meest
wordt gebeten aan do hals, rug en lendenen.
Do s.tukgekrabdo plaatsen geven dikwijls
aanleiding tot ontstekingen eu bij onvoldoende
behandeling ontstaan talrijke zweren met
korsten en ruil bedekt, waaronder do luizen
zich verbergen. In vroeger eeuwen toen do
zindelijkheid nog zooveel meer to wenschcn
overliet en een goede behandeling van perso
nen, dio met kleerluizen behept waren onbe
kend was, gebe.ti.rdo het wel dat dorgelijko
menschen zoodanig onder liet ongedierte kwa
men, dat ze aan de gevolgen daarvan stier
ven. Do, uit de vadcrlandseho geschiedenis wel
bekende Eilips II van Spanjo b.v. moet aan
do z.g.u. luizenziekte gestorven zijn.
Een dergelijke ernstigo ziekte moge tegen
woordig een enkele maal gevonden worden bij
oude uitgeputte menschen uit een achtor-
gi Av'
Onmiddellijk na mijn terugkeer uit Indië,
in de lente van het vorige jaar, ontmoette
ik weder Clement Halford. Ik was tien
jaar in Madras geweest, en gedurende al
dien tijd had ik niets van Clement ge
hoord, dien ikjbij mijn vertrek naar Enge
land gekend had als student.
Nu vond ik hem terug als een practisee-
rend geneesheer, wonende in een mooi
huis in West-end te Londen, en getrouwd
met een buitengewoon lieve vrouw, enfin,
in alle opzichten als een recht gelukkig
man.
We hadden steeds als vrienden met elkan
der omgegaan in onze studentenjaren, en
maakten er dus niet het minste bezwaar
tegen onze vriendschap te hernieuwen.
Een paar dagen na ouzo ontmoeting di
neerde Clement bij mijoen week later at
ik 'e middags bij bem in de Harley-street.
Het was bij deze gelegenheid, dat ik de
merkwaardige geschiedenis te hooren kreeg,
die ik u nu op mijn beurt zal verhalen.
We zaten de6 avonds laat in zijn studeer
kamer en rookten op ons gemak een sigaar.
Mevrouw Halford was reeds naar bed ge
gaan, en Clement en ik vertelden elkaar
't een en ander over ons wedervaren en
avonturen, gedurende de tien jaar, dat wij
elkaar niet gezien hadden.
Onderwijl wij zoo keuvelden, bekeek ik
den inhoud van mijn vriends heiligdom,
waarin verschillende stukkeu en brokken
van medische en wetenschappelijke curiosi
teiten uitgestald stonden.
Eén voorwerp vooral trok mijn aan
dacht.
Het was een vierkant kastje, met glazen
<ieurep en drie legplanken. Op de bovenste
huurt, voor soldaten bestaat daarvoor natuur
lijk geen gevaar. Toch kan de kleerenluis ook
voor soldaten do ...oorzaak worden van een
hoogst gevaarlijk lijden. Het is n.l. gebleken
dat deze luis do overbrenger is van een der
ernstigste ziekten dio een leger kunnen teis
teren n.l. de vlektyphus, ook hongertyplxus of
oorlogstyphus genoemd en niet te verwarren
met do gewone buiktyplius.
In ons land komt deze ziekte uiterst zelden
voor en is liicr op het oogenblik van geen betee-
kenis, vel daarentegen in Rusland, Oost-Prui
sen, do Balkan. Uit allerlei krantenberichten
en tijdschriftartikelen kan men opmaken
dat b.v. do Duitsche militair genees
kundige dienst met alle macht strijdt tegen de
kleerluizen, dio in het oostelijk leger zeer veel
voorkomen. Daardoor zal het mogelijk zijn om
het uitbreken van een zoo to vreezen vlek-
tvphusepidemio aldaar to voorkomen.
De strijd tegen do klceronluis is evenwel
uiterst moeilijk en reeds uit liet groot aantal
desbetreffende raadgevingen kan mon opma
ken, dat. de gewon© afdoende middelen te
velde moeilijk zijn door te voeren.
Wil men dezo luizen met goed gevolg be
strijden, dan moet gezorgd worden, dat zoowel
do luis zelf als de eieren (neten) gedood wor
den. Bovendien zal het van belang zijn om
een middel te hebben waardoor do luizen als
het ware afgeschrikt worden, waardoor zo dus
niet in de nabijheid komen van iemand, dio
dat middel heeft toegepast.
Do luizen en eieren moeten vernietigd worden
in allo woningen eu goederen waarin ze voor
komen, in de eerste plaats dus in do kloeren.
Het meest gebruikelijke middel daartoe is dat
do kleeren gebracht worden in een ontsmet-
tingsovon, waarin het ongedierto door stoom
gedood wordt. Deze methode wordt onder ge
wone omstandigheden in hospitalen en zieken
huizen eu door gemeentelijke ontsmettingsdien
en middelste lag een groot aantal boeken
opgestapeld, sommige Franeche, andere
Italiaausche en weer andore Spaansche,
maar allo handelende over één onderwerp
leer der vergiften. Op do onderste plank
stond een vierkante glazen doos, hermetisch
gesloten en waarin slechts één enkel voor
werp lag een witte glacé handschoen.
Het kabinet was zorgvuldig gesloten en
men zou zeggen dat de deuren uooit ge
opend werden en voor langen tijd dichtge-
zeten hadden.
„Is cr de ecu of andere geschiedenis aan
deze kast verbonden, Ualford?" vroeg ik,
onderwijl zachtjes met mijn vingers op de
glazen dour trommelend.
„Eu zoo niet, wat betcekeut die witte
glacé-handschoen? Staat hij wellicht in
verband met een liefdegeschiedenis, en
wanneer dit zoo is, waarom ligt hij dan in
gezelschap van boeken over de giftleer?"
Halford schudde zijn hoofd en keek ern
stig voor zich uit.
„Ja, er ics een historie aan dat ding ver
bonden en een vreeselijko historie ook.
Mijn vrouw heeft mij -oenigcu tijd geleden
gevraagd de geheele kast. met boeken, hand
schoen, enz. te verbranden."
„En waarom doe je het niet?"
„Ik weet 't niet, tot nog toe ben ik
er dcor een onverklaarbaar iets van terug
gehouden."
„Hebben deze dingen misschien iets uit
staande met de een of andere misdaad of
iemands dood 1"
„Juist dat hebben 5fe."
,,Ik zou, nu jo eenmaal mijn nieuwsgie
righeid hebt opgewekt, gaarne dio geschie
denis van jo liooren. Of is ze tc lang om
binneu een half uur te vertellen?"
„Volstrekt niet," antwoordde hij, „en als
jo er werkelijk op staat, wil ik ie haar wel
laten hooren. Steek c-eret een vcrsche sigaar
op en kom bij het vuur zitten, ik zal mjiu
De toestand in Den reuzenstrijd.
Is dit nu een oorlog in grootschen stijl
Men heeft het beweerd, omdat geen andere
krijg zulke machtige legers, zulke moderne
werktuigen, zulke lango fronten en zulke
medewerking van vliegers en onderzeeërs
heeft gezien. Bovendien is er, sinds Napo
leon, zeker .geen oorlog geweest, waarin zoo
vele volken bet-rokken waren. De oorlog
van 't. vorige eu dit jaar is in alle opzichten
iets bijzonders. En toch, de grootsche fei
ten, die eiken anderen krijg kenmerken,
ontbreken hier. Geen veldslagen, die ineens
den, toestand wijzigen, behalve de slagen
die von Hindenburg leverde bij de Masuri-
sche Meeren, maar die toch ook geen groote
verandering brachten voor de Duitschers,
geen slagen ter zee, terwijl toch de mo
gendheden met de grootste oorlogsvloten
tegenover elkaar staan, geen inneming van
sterke vestingen behalve Luik, Antwerp©"
en Przemysl. Van dit alles, dat- we reken
den bij een grooten oorlog te behooren, tot
nogtoe haast niets, '"t Zijn steeds kleine
feiten, waarvan dag aan dag de bladen vol
staan, 't zijn geringe middelen, die de tegen
standers in toepassing brengen, 't is door 't
langzame werk van afmatting en uitput
ting, dat men elkaar ten onder wil brengen.
Telkens opnieuw moet de overzicht-schrij
ver er dan ook op wijzen, dat er feitelijk
niets belangrijks is voorgevallen in de laat
ste dagen, niets, dafc ons eenigszins nader
tot den vrede kan brengen. Zooals voor zes
maanden de legers aan het Westerfront
tegenover elkander lagen, liggen zij nog, al
de kleine successen van weerskanten hebben
daarin geen de minste verandering ge
bracht. Het lange front moge hier en daar
een diepere of vlakkero bocht hebben gekre
gen, van eenige beteekenis is dat niet. Aan
vallen zijn er dikwijls genoeg beproefd, van
de zijde der Duitschers als van die der gc-
alliëcrde:i, zij hieven zonder uitwerking, zij
werden met even groote kracht afgeslagen.
Nog steeds als voor ecu half jaar zijn de
legers aan het Westerfront tegen elkaar op
gewassen, er wordt dag aan clag gevochten,
maar voor groote feiten is blijkbaar in dezen
oorlog geen plaats.
De laatste dagen bewijzen dit weer. Het
kanon heeft gebulderd op vele plaatsen,
maar zonder zichtbare uitwerking, heftige
aanvallen zijn. gedaan het Fransche commu
best doen tot in de kleinste bijzonderheden
je alles mede te deelen."
Dit is de geschiedenis die hij mij begon
te vertellen:
„Het is nu negen jaar geleden dab ik
mijn praktijk kreeg. In den eersten tijd
practisecrde ik in een ander deel van Lon
den in Highbury n.l. en wel in ge
meenschap met Ferdinand Montero, die
prof. Williams, van het St. Perpetuas-
hospitaal, mij v^prgesteld had. Montero was
half Engelschman, half Mexicaan, een
knappo intelligente vent van mijn leeftijd,
geestig en ijverig.
Hij en ik gingen den eersten tijd uitete-
kend met elkaar om, one doel en onze am-
bitiëu waren grooteudecls dezelfde en wij
beiden leefden geheel on al voor ons be
roep. Wij kochten een huk in de buurt van
Highbury en waUeu tevreden. Onzo pa
tiënten waren soliede, hoogst fatsoenlijke
menschen lieden die nooit rekeniugen
onbetaald op tafel lieten liggen."
„Het eersto jaar hadden wij dan ook
alle reden om tevreden te zijn met ons com
pagnonschap en onze vriendschap steeg
zelfs tot den graad van broederliefde. Er
was nooit of te nimmer verschil van mee
ning tusschen ons. zelfs niet al betrof het
de kleinste aangelegenheden. Ik begon zeer
vc.vl van Ferdinand Montero te houden.
Hij, altijd vol geest en de aangenaamste
causeur, dien ik ooit gekend heb. was, over
al waar hij kwam, zeer gewild. Montero
was een knappe kerel, rijzig, donker,
met do vlammende oogen van zijn Mexicaan-
sclien vader en do gracieuse bewegingen
van zijn Snaansclie moeder. Hij bezat vele
talenten, eu zou zijn fortuin hebben kun
nen maken als musicus, ware hij niet dok
ter geweest. Ik voelde dat ik bij hem in do
schaduw stond, overal waar ik met hem ver-
-cheen, want zijn geestigo wiizc van con-
versoeren^ zijn knap gezicht en zeer mooie
niqué sproekt van eenig succes in Woevre
verder is er zoo goed als niets to vermelden
dan kleine aanvallen en tegenaanvallen, die
onbeslist bleven, van vliegers, die elkaar
bestreden in de lucht, van beschieting der
Belgische kust door Engelsche oorlogssche
pen, van steeds nieuwe daden der Duitsche
onderzeeërs tegen handelsschepen. Deze
laatste daden wekken nog de mct-tfle opwin
ding do aanvallen der Duitsche duikbooten
worden heftiger, onbarmhartiger, do beman
ningen der handelsschepen krijgen geen tijd
genoeg meer om zich slechts te redden, het
aantal slachtoffers vermeerdert met den dag.
Dit is dus do moderne zeeoorlog, naar 't
schijnt, geen heldhaftig gevecht op zoe, zoo
als in de dagen van De Ruvter en Tromp,
waar moed en beleid den doorslag geven;
Lier aanvallen op wcerloozc handelsschepen,
op passagierslxioten zelfs, waarbij men niet
ailcen den tegenstander maar ook de neutra
len treft.
Minder dan in het Westen missen wij in
het Oosten het groote in den oorlog, maar
ook daar ontaardt de krijg allengs in een
positie-oorlog, in loopgravengeveclitenvan
groote slagen hooren wij ook daar slechts bij
uitzondering. En elders gaat het niet anders.
Zie naar do Dardanellendat leek een aan
val, die van zich zou doen spreken. De in
neming van Konstantinopel zou een we
reldgebeurtenis zijn geweest, een grootseh
feit. Engelsche en Fransche eskaders heb
ben hun best gedaan, zijn een eind doorge
drongen, maar hebben de onderneming weer
opgegeven. Voorloopig heet het, en wij
twijfelen er ook niet aan, dat de goal lieerden
den aanval zullen hervatten. Of zij zullen
slagen, is ecu andere quaestie, en het kan
nog heel lang duren voor een andere vlag
dan dio van do Halve Maan waait van de
Ayo Sofia. Toch was hier sucoes en roem
te behalen voor de groote zeemacht, die
Engeland en Frankrijk gemakkelijk bij
elkaar kunnen brengen.
Op het Westelijk ooriogsterrein.
BELGIË.
Beschieting van tie Belgische kust.
Een berichtgever seint uit Sluis d.d. 1
April
Gisterenavond om 9.30 is een hevig bom
bardement der Noord-Belgische kust door
Engelsche schepen aangevangen. Het duur
de tot ongeveer 11.20. Verschillende ont
ploffingen werden gehoord. De Duitsche
batterijen beantwoorden het Engelsche ge
schut. Dezen morgen reeds om 6 uur kwa
men Engelsche vliegers de kust verkennen
om den uitslag van het schieten waar te
nemen. Het schieten was duidelijk gericht
op Zeebrugge, basis der Duitsche onder
zeeërs, alsook op het vliegveld tusschen
Lisseweghe en Zcebrugg--. nabij het Kanaal.
De geruchten nopens een eventueel te-
ruglreljfcn der Duitschers in Vlaanderen
zijn geheel voorbarig, hoewel een aantal
troepen, volgens hun eigen verklaringen,
weggetrokken worden om naar het Oostelijk
corlogstooneel gezonden te worden, zelfs te
Brugge en omliggende gemeenten. Beer-
nem, Oostcamp, St. Kruis zijn bijna heele-
maal ontruimd.
Aanvallen van vliegers op onderzeeërs.
LONDEN. De admiraliteit bericht, dat
een Britsch aviateur een welgeslaagde raid
deed tegen do Duitsche onderzeeërs die
thans te Antwerpen worden gebouwd. Hij
wierp vier bommen.
Een ander aviateur deed een aanval op
twee onderzeeërs, liggend to Zeebrugge.
Olieslagers boven Hoboken.
Do aanslag op do werf te Hoooken is, naar
mij uit do meest betrouwbare bron ter oore
kwam zoo meldt een correspondent van „De
Tijd" to Roosendaal, verricht door Jan Olie
slagers, in do wandeling bekend als do Ant
werpsen© Duivel. Zoodra het ineenzetten van
duikbooten op de nerf te Hoboken beslist was
vastgesteld, bood Jan Olieslagers aan bet Bel-
stem deden de aandacht van iedereen op
hem vestigen."
„Hoewel hij veel van itgaan hield, was
Montero toch iemand die veel werkte, en
er ging geen clag voorbij dat hij niet min
stens een paar uren in boeken snuffelde.
Hij had een geliefkoosd onderwerp leer
der vergiften en hield er een groote
collectie boeken, die daarover handelden,
op na. Hij besteedde veel geld voor sommige
van die werken, doch hij beweerdo, als ik
hem op die groote uitgaven wees. dat die
boeken bem onontbeerlijk waren bii zijn
werk. Langzamerhand begon ik zijn enthou
siasme voor zijn geliefd onderwerp te dee
len, hoewel ik hem nooit bii zijn studies
hielp, want ik wijdde mij in dien tijd nog
met hart en ziel aan een werk dat ik schreef
over do behandeling van koortslijders, waar
door ik geen tijd over had om me met de
leer der vergiften Ijezig te houden."
Ongeveer twaalf maanden na het aangaan
van ons compagnonschap werd onze hulp in
geroepen voor den oud-generaal Renvforthy,
een gewezen Indisch officier, die in High
bury New Park woonde, en het was bij de
visites bij den generaal, dat wij kennis
maakten met zijn eenige dochter, Lilian.
Ik zal de moeite niet nemen een beschrij
ving van haar te geven, want ik had het ge
noegen u haar hedenavond als mijn vrouw
voor te stellen. Van het eerste oogenblik af
dat ik haar zag, werd ik op haar verliefd,
en alras was ik tot de overtuiging gekomen,
dat het. leven mij niets meer waard was,
tenzij Lilian Rexworthy mijn vrouw werd.
Niet lang duurde het of de generaal had
zijn gezondheid hei-kregen, doch we kwa
men hem toch nog dikwijls een bezoek bren
gen, hetzij om een spel schaak te spelen, en
zoodoende waren wij in de gelegenheid zijn
dochter goed te leeren kennen.
„Lilian en ik stonden van het eerste
oogenblik af aan op den besten voet met el
gïsch legerbestuur aan, er eenigo „Paasch-
eieren" to gaan bezorgen. Met do terreinen
rondom Antwerpen is Olieslagers uitermate ver
trouwd door do talrijk© vliegtochten, dio hij
daar iu vredesdagen heeft volbracht, wanneer
do Antwerpenaren hem toejuichten op do ver
maard© vluchten vol behendigheid en waaghal
zerij, welke hom zijn bijnaam heten bezorgd.
Bij den aanslag op do werf was Olieslagers
do gids on aanvoerder van do koene vlieger»,
die or d© bommen doden vallen, nij word
dan ook het oerst boven Hoboken zichtbaar.
Behendig stunrd© hij een zoogenaamde Duitsclio
machine en alles was zóó bedriegelijk nage
bootst, dat do Duitsche soldaten hem aanvan
kelijk toejuichton ,tot hij plotseling da aid© en
zijn ..Pansclieieren" uit een boogto van enkele
tientallen meters deed ncerregenen. In oen
zijnr beroemde zwenkingen, waarvan men 1©
Antwerpen do herinnering bewaart, steeg li ij
topn plotseling weer het luchtruim in, tever
geefs door het Duitsche vuur achterhaald. Zelfs
haalde hij het brutaio stukjo uit, do Belgisch©
vlag tartend rond to zwaaien, zoodafc toon re©ds
het volk in de naburig© straten en huizen tot
do overtuiging kwam: ..Dat kan niemand an
ders dan do Antwerpsch© Duivel zijn."
Direct na do Duitseho maehino kwam een
Fngelsehe, dio ook hommen wierp en toen on
middellijk liooger steeg. Op verren afstand en
zeer boog zijn nog eenigo vliegers van het os-
kader zichtbaar geweest, waarschijnlijk om bij
een mogelijk luchtgevecht direct hulp to kun
nen bieden. Op allen werd vruchteloos door do
Duitseho fortbatterijen gevuurd. In Itoode-
Kruis-auto's zijn To dooden en gewonden van
de werf gevoerd; do ter werf gereedliggend©
en in aanbouw zijnde onderzeeër werd prompt
vernield. Ook do werf is sterk beschadigd.
Op weg naar de stad vernam ik, dat er een
Taube op een automobiel in allerijl zou zijn
weggevoerd, dio een verweer zou hebben be
proefd en naar beneden was geworpen."
FRANKRIJK.
Officieel Franscb legerbericht.
PARIJS. Do strijd wordt voort
gezet op vele punten aan het
front voor Dompierre, ten zuidwesten van
Perönne. De Franschen hebben, met succes
vier mijngangen in do lucht doen vliegen
bij de hoeve Cholera, ten noorden van
Berry-au-Bac.
De Franschen hebben een mijngang ver
nield terwijl de Duitschers er in aan het
werk warende ontploffing werd gevolgd
door salvo's uit do 75 m.m. kanonnen. Do
Duitsche luisterpost verdween in den kra
ter.
In Champagne is de artillerie-actie le
vendig in de omstreken van Beau-Séjour,
Ville-sur-Tourkein de Argonnen wordt
voeral opgetreden tusschen Four-de-Paris
en Bagatelle. De gevechten hebben vaak op
zoo korten afstand p".aaL>, dat een miin-
werper door een Fransche bom geraakt,
in do Fransche linie vloog.
In den nacht van 30 op 31 Maart namen
de Franschen 150 meters loopgraaf, waarbij
gevangenen werden gemaakt en twee mijnen
werpers genomen.
Gedurende den geheelen nacht van 30 op
31 .Maart beschoten de Duitschers de loop
graven, die zij op 30 Maart verloren in het
bosch Le Prêtrezij deden bij het aanbreken
van den dag een aanval met verschillende
bataljons, en slaagden er in voet te vatten
in het westelijk deel der stelling, maar te
8 uur werden zij opnieuw verdreven. De
winst door de Franschen op 30 Maart be
haald. werd dus geheel gehandhaafd. Het
aantal gevangenen door de ^ranschen ee
nomen bedrjji 140 man, onder wie 3 offi
cieren. Alle tegenaanvallen der Duitschers
werden afgeslagenIn de streek van Parroy
werden voorpostengevechten geleverd, die
ten Viordecle der Franschen afliepen. De
aanval werd ondernomen door een bataljon
laudweer, dat met zware verliezen werd af
geslagen.
De Fransche vliegers hebben, tijden?
vliegtochten in den nacht van 30 Maart
ondernomen, 24 bommen geworpen op Duit
sche stations en bivaks in Waevre. Cham
pagne, de buurt van Soiasons en België. De
Belgische vliegers bombardeerden in den
nacht van 30 op 31 Maart heb vliegkamp
bij nandsacmo en den 6poorwegknoop bij
Kostemarck, en op 31 Maart het marine-
station te Brugge, met succes.
BERLIJN. Uit het groote hoofdkwartier
wordt gemeld
Bij de vermeestering van het door do
Belgen bezette kl oester Hoek, van eenige
hoeven en een klein 'teunpunt bij Dixmui-
den namen wij een officier en 44 Belgen ge
vangen.
Ten westen van Pont a Moussoi in en bij
Bois le Pretro kwam de strijd gisteravond
tot staan. Op enkoio plaatsen zijn de Fran
sehen in onzo voorst© loopgraveulinie door
gedrongen. Het gevecht wordt heden voort
gezet.
Bij voorpostengevechten ten zuidoosten en
ten oosten van Lunevillo leden do Franschen
aanzienlijke verliezen.
In do Vogcezen hadden slechts artillerie
gevechten plaats.
Bijzonderheden uit den slag in Champagne.
Een kapitein doolt in <1© „Frankfurter Zci-
iung" bijzonderheden mcd© over «l©n slag in
Champagne, dio met zulk© grooto verliezen
voor de Duit." lier» eindigde. Men herinnert,
zich, dat zij. volgens bun eiceri opgaven, in
dk-n slag 13 a 14.000 man verloren.
I De verteller, dio midden in den verwoeden
strijd is geweest, zegt, dat zijn regiment bo-
venmenwhelijko inspanning heeft n»"r ten door
staan. Zij kwamen te X. aan. D© divisieleider
zeide hrun, dat zij zich onmiddellijk naar ceu
gevaarlijk© stolling zouden begeven.
„Wij gingen or hoen," vervolgt liij. „ver.
trouwend op God. Mijn commandant en ik kwa
men des middags in hot zwaarst© granaatvuur.
Zulk een granaatvuur had ik mij in mijn
stoutste drooznon niet durven voorstellen.
Reeds den eersten avond en «len volgenden
ochtend loden w ij verliezen. Maar wij waren
vol vertrouwen en wachtten op beter© tijden. Do
volgsndo dagen bleef het echter bclzolfdo.
's Morgens on s middags „Trommelfoucr", zoo-
als de technisch© naam is voor het artillerie
vuur der Franschen, dat een onafgebroken
reeks van slagen do©t hooren. "Wij konden ons
met buiten onzo stelling begeven, zonder groot
gevaar t© Ioopen, door do rondvliegende gra
naatsplinters to worden getroffen. De tele-
phoongeleiding was naar beid© zijden al gerui-
men tijd vernield. Daardoor verkeerden wi;
voortdurend in onzekerheid.
Op clen tweeden avond kregen wij boricht,
dat do Franschen rechts van ons bij oen ander
ïnfantenercgtmeiit waren doorgebroken. Zon
kwamen zij helaas in onzo verbindingsloopgra-
ven en bedreigden met machinegeweren onzo
stelling. Later voegden zij daar nog mijnwer-
pers bij, die d< n compagnieën p onzen rech
tervleugel moeilijke uren bereidden. Dezo hiel
den echter op bewondernswaardige wijze stand.
.Onmiddellijk a"..- de Fransehen onder besctter-
ming V3n do rookwolken hunner granaten na
derden tot vlak voor de stelling, vuurden wij
een salvo af ©n deden hen onder groote verlie
zen wijken. Do Franschen kwamen éón keer in
den rechtervleugel van onze stelling, maar ter
nauwernood waren zij erin, of onzo mannon
sformdc-n vooruit met bloed-doorloopen oogen
van woed© ©n opwinding en sloegen alles neer.
De Franschen hielden echter niet op met aan
vallen. Op één compagnie na, die in reserve
was gehouden, namen alle beschikbare Duit.
schers aan hot gevecht deel. Den 4den dag bra
ken do Franschen ook links van ons door en nu
moest het dappere 1 te bataljon een aanval
van voren, in de beido flanken en in den rog
afslaan.
Ik schrijf het ontroerd en met trots, wij heb
ben de stelling behouden. Majoor P. vocht naar
vier fronten. Er sneuvelden velen, maar wij
hielden stand.
kaar, en hefc duurde niet lang of ik boinerkte
dat mijn liefde beantwoord werd.
Desniettemin geloof ik niet, dat iemand
wist, hoe do verstandhouding tusschen ons
beiden was.
Montero vooral had er niet de minste no
tie van, dat ik op Lilian Rexworthy ver
liefd was, want tegen hem was er nooit één
woord gerept over mijn verwachtingen.
Evenmin had ik bemerkt dat hij Lilian
een bijzondere oplettenheid schonk, of
schoon hij vaker dan ik de Rexworthy's be
zocht, en hi j cr zeer op gesteld was Lilian's
opinio te vragen over de muziek waarvan
hij het meest hield.
„Het is niet noodig je het verloop van
mijn hofmakerij te vertellen, laat het je ge
noeg zijn, dat ik, na een zesweekscho ken
nismaking Lilians hand vroeg eu niet afge
wezen werd. Half gek van vreugde, haastte
ik mij haar vaders toestemming af te smee-
ken en deuzelfden avond dat ik mij door
Lilian aangenomen zag, werd ik door haar
vader als zijn schoonzoon in spé erkend. Ik
ging naar huis, een en al verrukking ge
neraal Rexworthy was de vriendelijkheid
zelve geweest, en de gdachte aan mijn sweet
hearts glinsterende, prachtige opgen en be
koorlijke gestalte eu al de genoegens, die
mij te wachten stonden, voerde mij tot on
beschrijflijke opgewondenheid. Ik rende
naar het vertrek dat Montero en ik gebruik
ten voor studeerkamer. Mijn compagnon zat
daar nog, ondanks het late uur, en als ge
woonlijk verdiept in ziju wetenschappelijke
boeken. Hij keek op teen ik binnentrad.
„Feliciteer mij, Ferdinand!" riep ik jui
chend, „ik ga trouwen."
„Trouwen?" zei hij. „Ik wist zelfs niet
eens dat je geëngageerd was. En wie is die
gelukkige?"
„Miss Rexworthy."
Het is mij onmogelijk de verandering te
beschrijven die hij onderging, toen ik deze
Karnemelkzeep met het Anker.
In 't gebruik de voordeeligste Toiletzeep.
Alom verkrijgbaar.
Men lette echter vooral op het gedeponeerd
Fabrieksmerk HEI AXKER".
twee laatste woorden uitgesproken had. Hij
stond van zijn stoel op, en leunde over den
lessenaar, mij strak aanstarende. Voor een
oogenblik was alle zachtheid uit zijn gelaat
verdwenen en had plaats gemaakt voor de
verwrongen trekken van een wildeman met
dreigende vlamschietende oogen en van
hartstocht en woede getuigende.
Ik deinsde achteruit.
„.Groote hemel!" riep ik, „ben je ziek.
Ferdinand?" Hij zonk in zijn stoel terug en
bracht de baud aan het hoofd, als uit een
droom ontwakende.
Toen hij weer opkeek, had zijn gelaat-de
gewone uitdrukking weer aangenomen, maar
alle kleur was er uit geweken cn zijn lippen
waren zonderling te zamen getrokken en
wit.
„Neen," zeide hij heesch. „Neen, ik ben
weer in orde. Dus je gaat trouwen met mis3
Rexworthy?"
Iets in zijn stem deed mij hem nauwlet
tender aanzien. Toen ging mij eensklaps eeu
licht op, hij beminde haar ook. Ik ging
naar hem toe en legde mijn hand op ziju
schouder.
„Ferdinand," zei ik, „ik begrijp al hoo
't er mee staat. Het spijt me verschrikkelijk
voor je, maar zc heeft mij nu eenmaal ge
nomen. Je moet er in vredesnaam maar in
berusten, mijn jongen."
Hij schudde mijn hand met een ongedul
dige beweging van zijn schouder.
„Ja, natuurlijk, zij kan ons beiden niet
^rouwen," ezi hij. „Ik feliciteer je."
Na deze woorden boog hij zich weer over
ziju boeken en oordeelde ik 't beter hem
met zijn smart alleen te laten. Toen ik de
deur achter me toetrok, keek ik nog een
maal om cn ik zag weer dezelfde wilde uit
drukking van een oogenblik te voren op zijn
gelaat.
(Slot vólgt.)