No. 95. Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. vrijdag 26 Maart 1915 Onder redactie van D. MANASSEN. i PP1 "f; Ff i I '1 f% Pt it- s fil LEERLING. Dobbelman's Oplaag 45,000 exemplaren, SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRTNASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z.4S68. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAI- REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertenti-"a wende men tich tot het Alg. A'lvertentie-Burenft ROU.MA&Co Heerengracht 220 Amsterdam, tot de Dnikkery „Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal 234-210 (Keizerrijk it; Amsterdam of tot onze Administratie, Palestrinastr&at 10 Amsterdam. Prys der AdvertentiBn per regel 80 cent. B(j abonnement reductie. Wij zijn hier getuige van een verrassing op het oorlogsveld. Een auto van ■den En^elschen legerdienst met ammunitie wordt ineens verrast door een afdeeling Duitsche uhlanen. Het gaat er natuurlijk van door met de auto; eenige karretjes worden maar in den steek gelaten. De Engelsche soldaten, die nog op den weg staan, springen zoo gauw mogelijk op het voertuiganderen schieten reeds op de naderende ruiters, die om den hoek van den weg komende bestuurder zit gereed met het stuurrad in zijn handen en waclit het bevel af om er de vaart in te zetten. Ce toestand in Cen reuzenstrijd. Er is thans één groot feit, dat aller aan dacht vraagt: de inneming der sterke Gali- cische vesting Przemysl door de Russen. In het allereerste begin van dezen oorlog trokken de Russische legers op in Galicië, recht door naar 't. Westen, met als doél de sterke vesting Krakau. Op dien weg ont moetten zij eerst Lemberg, dat heel gauw werd ingenomen, en daarna Przemysl. Voor dit laatste sloegen zij het beleg in de laat ste dagen van September, en deden ijverig hun best om het in te nemen. Doch hun bleek spoedig, dat daar maanden mee zouden heengaan, en de Russen konden met het op rukken verder naar 't Westen niet wachten, en lieten om Przemysl een insluitingsleger. Sedert is deze sterke Oostenrijksche ves ting belegerd. Er is moeite genoeg gedaan om de Russen terug te werpen voorbij Przemysl; zij werden ook een eind terug gedreven uit het Westen en uit het Zuiden, in de Karpathen, maar tot ontzet van Przemysl reikten deze pogingen lang niet. Vijf maanden lang heeft de vesting het beleg uitgehouden, dat vergeleken kan worden met andere langdurige belegeringen uit de vorige eeuw; moedig en hardnokkigheefthetgarnizoen zich verdedigd, en broodsgebrek heeft het ten slotte gedwongen de witte vlag uit te steken, na vele dappere, maar vergeefsche uitvallen. De Russen drongen steeds dichter naar de stad en legden daarom heen als 't ware een gordel van versterkingen. Op ontzet van buiten was geen kans en zoo moest Przemysl zich overgeven. soon Fritz mailer. Vertaling van FREE HART. II. (Slot.) Dab was geen prettige morgen. Als dat zoo verder ging in mijn leertijd? Ik zoo en Z.ooveel uur aoo en zooveel zakken met ultramarijn vullen. Toen ik eindelijk klaar was, kwam het ultramarijngroen aan de beurt. En het laatste uur voor koffietijd moest ik pakjes maken. Het waren louter geheimen voor mij. Ik zweette. „Op de hoogcre scholen krijgen tegen woordig de jongelui dameshandjes", zei Bichelsberger met een blik naar de onhan dige knoopen, die ik maakte. Toen sloeg het eindelijk twaalf uur. „Breng vanmiddag een behoorlijk werk pak mee", zei de keldermeester. En ik wcnschte hem nog, zooals dat een beschaafden jongeman betaamt: „bon ap- petit". „Niet meer morsen voortaan", zei hij, en ging. Op de gang trof ik een anderen leerling. Did was door mijn kómst van jongsten be Voor de Russen een zegepraal van be lang. Men heeft gejuicht en gemanifesteerd in St.-Petersburg en men had daartoe reden. Er komen nu groote Russische troepen los, die elders gebruikt kunnen worden; de Russische legerautoriteiton hebben een groote zorg minder en kunnen met meer kracht aanvallen in de Karpathen, kunnen misschien hun tocht Daar Krakau, waarmee zij halt moesten maken, voortzetten. De Russen slaan de overwinning zeer hoog aan. Zij beweren bij de 120,000 krijgsge vangenen te Przemsyl te hebben gemaakt, daaronder negen generaals, 93 officieren van den generalen staf en 2500 officieren. Dit lijkt overdreven. Het schijnt overbodig in een stad als Przemysl een militaire bevol king bijeen te brengsn van meer dan hon derdduizend man. Volgens de Oostenrijksche lezing waren er dan ook niet meer dan 25,000, daaronder meegerekend de schanswerkers en andere arbeiders. Do Oostenrijksche eD Duitsche berichten zien, uit den aard der zaak, de inneming van Przemysl niet als een overwinning van belang inop den algemeenen toestand, op den loop der zaken in Galicië, in de Karpathen, zal zij geen invloed hebben. Maar wel wordt, ook van Russischen kant, huldo gebracht aan de moedige verdedigers. De strijd in het Oosten duurt overigens voort op dezelfde wijze als totnogtoe. Van belangrijke overwinningen is geen sprake. Er is weer hard gevochten in de Karpath n de Oostenrijkers sloegen krachtige aanvallen der Russen af. Uit Polen kwamen in de paar laatste dagen maar weinig berichten. De Fransche generaal Pau zou te Warschau zijn en daar het bevel op zich nemen. Van hardnekkig geschutvuur, van verove ringen van eenige meters loopgraven, van het werpen van bommen, hooren we nog diende een treed je opgeklommen. Nu was ik de jongste bediende. Minzaam kwam hij naar mij toe en kneep zijn eene oog dicht. „Mag ik even... Adolf Sturmbrenner... heb ik 't genoegen met meneer Müller, den nieuwen den nieuwen volontair eh?" Wat voornaam klonk dat „volontair" en hoe ordinair was dat „leerling". En die Adolf Sturmbrennej- eindelijk een be schaafd mensck. Hij ging ^euzelfden weg als ik en legde op dpn M,arienplatz zijn hand op mijn schouder „Nu, u zult wel wpnnen., collega", zei hij minzaam, „in welke afdeeling bent u eigenlijk?" „Bij den keldermeesterv, zei ik kleintjes. „O, Bichelsberger1 - dikke proleet ik condoleer je, collega." En toen werd hij vertrouwelijker. Hij vertelde me, dat hij bij Kramer en Frie- mann alleen op dringend verlangen van de firma gekomen was, en dat hij één cing al lang in de gaten had; dab bij de firma alles lang niet was zooals het zijn moest. Of dat misschien bij een groote firma in den haak was. dat do eene gestorven fir mant, Friemann, een halvo idioot geweest was? „Halve idioot?" zei ik, „hoe weet u „Och, men wordt zoo van alles gewaar die andere, die Kramer onder ons, daar zit ook niet v.eel biji". „hïaar hoe kömt ket^ dat de firma toch maar steeds van het Westerfront. In 't noorden van Frankrijk wordt met felheid gevochten, aan het Yserfront buldert onop houdelijk en geweldig het kanon en duurt de strijd onverpoosd voort, maar zonder dat er van den eenen of anderen kant successen worden behaald, die verandering brengen of zelfs verandering beloven. Een Duitsche vlieger wierp bommen op Reims en doodde drie burgers. Up zee insgelijks zoo goed als geen nieuws. Sedert de vloot der geallieerden zware ver liezen leed, schijnen de operaties vrijwel stil te liggen, maar er is bijna geen twijfel aan, of zij zullen vandaag of morgen met kracht worden hervat. Er zijn thans weer Turksche troepen hij het Suez-kanaal ver schenen, volgens Engelsche berichten onder aanvoering van een Duitschon generaal. De Engelschen dreven de Turken terug. BELGIË. De haven van Zeebrugge geblokkeerd? Aan „De Tijd" wordt van de Zeeuwsch- Belgische grens geseind d.d. 22 Maart: Ik verneem, dat reeds sinds gisteren vroeg Engelsche oorlogsschepen voor de haven van Zeebrugge kruisen. Waarschijnlijk i3 dit dus een antwoord op het aanhouden en opbrengen van koopvaardijschepen- en be- teekent het een blokkeering van de haven Nleuwpoort en Dixmulden. Een onzer correspondenten seint onder dagfceekening 23 Maart van de Zoeuwsch- Belgische grens: Sedert twee dagen worden Nieuwpoort en Dixmuiden weder hevig be schoten. Het bulderen der groote 42 c.M.- mortieren kon hier duidelijk onderscheiden 'worden. In den afgeloopen nacht hoorde men eenige zware ontploffingen en voortdu rend schieten. Hedenmiddag heeft een aantal vliegers verkenningen gedaan boven de Belgische kust, ze werden hevig beschoten, maar slaagden er in ongedeerd naar hun basis te rug te keeren. DUITSCHLAND. Vliegers In den Elzas. BERLIJN. De „Voss. Ztg." meldt, dat een Fransch vliegerseskader Zondag morgen poogde over den Boven-Elzas te vliegen. Een Duiteeh vliegers- eskader rukte, van het Sch warzwadd komend, de Fransche vliegers te gemoet. Deze raaakteD snel keert, en vlogen naar Belfort, door de Duitsche vliegers scherp achtervolgd. Naar gemeld wordt ontstond een hevig gevecht in de lucht, waarbij de Franschen werden verslagen. Het gevecht had plaats dicht bij de Zwitsersche grens. Van ver schillende zijden wordt gemeld, dat een Fransch vliegtuig naar beneden geschoten is. FREIBURG. Twee vijandelijke vliegers vlogen Dinsdagnamiddag tusschen halfvijf en vijf uur over de stad, en wierpen zca bommen naar beneden, warvan er een een man uit Zahringen licht wondde. Het vliegtuig moest bij Feldkirch in Stauffen landen; de beide vliegers werden gevangen genomen. Uit Memel verdreven. BERLIJN. Officieel wordt uit het hoofd kwartier gemeld: Bij de vervolging van de uit Memel verdreven Russen namen de Duitsche troepen op Russisch gebied Krot- tingen, waar zij meer dan 3000 op Russisch gebied gebrachte Duitsche inwoners be vrijdden. De Russische aanvallen aan beide zijden van de rivier de Orsietsj werden afgeslagen. ENGELAND. Een redevoering van minister Grey. LONDEN. Minister Grey hield te Londen een rede-voering, waarin hij zeide: „Honder den millioenen zijn uitgegeven, honderd duizenden hebben hun leven verloren, mil- lioeuen zijn gewond en verminkt in Europa in de jongste maanden en dit alles had voor komen kunnen worden door een conferentie tusschen de mogendheden, op een plaats, die Duitsckland daarvoor zou aanwijzen en in den vorm, dien dit land wenschte. „Het zou veel gemakkelijker zijn geweest door een conferentie het geschil tusschen Oos- tenrijk-Hongarrje en Servië, dat Duitschland zoo'n grooten naam heeft? Dan zijn de procuratiehouders zeker erg....?" „De procuratiehouders? Hou op. De eerste procuratiehouder, die u vanmorgen rondleidde Muschel heet hij ik zeg u, een onnoozele hals, niets anders". En toen brak hij zoo geleidelijk de heele firma af. Ik wist niet, wat ik er van den ken moest. Tot het mij inviel, dat er eigen lijk alleen de volontair Adolf Sturmbren- ner overbleef, die deugde, en op wien de hecle zaak rustte. Half twijfelend, half be wonderend, keek ik hem van terzijde aan. Hij zag er kranig uit, dat was waar. Hij droeg een breedè das "met groene en roode stippen erop, en onder het gaan zwaaide hij een piekfijnen wandelstok met een zil veren knop. Ik voelde me erg klein bij hem. En om niet geheel te verdwijnen naast zijn belangrijke voortreffelijkheid viel ik in: „Hebt u ook met indirecte wisselarbi trage te doen, meneer Sturm brenner V' „Verbazend „verbazend veel, dat kan ik u zeggen, sinds die ezel van een hoofdboekhouder dien bok met de effectenrenten geschoten heeft". „Effectenrenten?" zei ik verbaasd. „Ef fectenrenten komen toch heelemaal niet voor bij de indirecte wisselarbitrago, meneer Sturmbrenner?" „Niet voor?" Eerf oogenbük scheen hij verlegön te worden. Maar hij bezon zich snel, te baat nam om een oorlog te beginnen, op te /ossen, dan om de Balkancrisis van voor twee jaren te boven te komen. „Duitschland wist van de conferentie te Londen, die de Balkancrisis ten einde bracht, dat het bij éeu conferentie kon rekenen op onze vredelievendheid. Wij waren tijdens de Balkanconferentie niet uit op diplomatieke overwinningen, wij zetten geen intrigue op het touw, wij trachtten met onpartijdigheid de zaak tot eeu goed ëinde te brengen. „In Juli j.l. waren wij bereid hetzelfde te doen. „In de laatste jaren hebben wij Duitschland telkens zekerheid verstrekt, dat een aanval op dit rijk geen steun bij ons zou vinden. „Voor één zaak slechts, de onvoorwaarde lijke belofte om buiten de zaak to blijven, hoe agressief Duitschland ook tegen zijn na buren mocht optreden, waren wij niet to vinden. „In Juli j.l. waren Frankrijk, Italië en Rusland berc-id een conferentie té aanvaarden en nadat het voorstel tot het houden van die conferentie door Engeland was gedaan, stelde do Tsaar van Rusland den Duitschon Keizer nog voor het geschil in handen van het Haag- sehe Hof te stéllen, maar Duitschland vrees elk voorstel tot regeling van het geschil van de hand en nu rust voor thans en altijd op dit Kijk de vreeselijke verantwoordelijkheid voor don oorlog, waarin het Europa heeft ge wikkeld. „Wij weten thans, dat Duitschland zich had voorbereid voor den oorlog, zooals slechts éen volk dat plan had op een oorlog, zich kan voorbereiden. „Het is bij menschenheugenis de vierde maal, dat Pruisen een oorlog in Europa heeft veroorzaakt, den oorlog om Sleeswijk Holstein, den oorlog met Oostenrijk in 1866 en den oor log mot Frankrijk. „Pruisen had toen het plan gevormd tot dén oorlog en hetzelfde is thans weder ge beurd, maar wij zijn vastbesloten, dat bet thans de laatste keer zal zijn.." (Toejuichin gen.) Lang voor den oorlog was aan België be loofd, dat wij de neutraliteit van het land niet zouden schenden, zoolang deze door anderen geëerbiedigd werd. Wanneer Duitschland éen inval deed in België, waren wjj verplicht met al onze kracht tegen Duitschland op te komen. „Is er iemand die het mogelijk acht om als wij niet op het eerste oogenbük waren op getreden, wij stil zouden zijn blijven zitten en kalm toezien, en zoodoende een eeuwige schande op ons hadden gelaten, toen Duitsch land de Belgen aanviel, non-combattanten doodschoot en hot land verwoestte in strijd met alls oorlogsgebruiken van den nieuwen tijd?" (Toej uichi ngen Een der hoofdvoorwaarden voor den vrede moet zijn, dat aan België zijn ofhankelijk'neid c-n zijn nationaal leven worden teruggegeven, het vrije bezit van zijn gebied, benevens ver goeding, voor zoover dat mogelijk is, voor het wreede leed, het land aangedaan. Het voornaamste doel, waarvoor de ge allieerden strijden, is dat de naties van Europa in volle vrijheid haar onafhankelijk heidsleven zullen kunnen blijven voortzetten, haar eigen regeeringsvorm vaststellen en zich nationaal blijven ontwikkelen, onverschillig of zij klein of groot zijn. (Toejuichingen.) Wij hebben sedert de oorlog begon, door Duitsche hoogleeraren het Duitsche ideaal hooren verkondigen, dat de Duitschers een superieure natie zijn, aan welke alles geoor loofd is, dat haar de macht kan verzekeren en tegen welke elke tegenstand onwettig is. De Duitschers streefden er naar hun heer schappij te vestigen over alle volken van 't vasteland, welken jij niet de -vrijheid, maar de ondergeschiktheid aan Duitschland wilden brengen. De minister verklaarde, dat hij voor zich liever zou sterven of het continent geheel verlaten, dan onder zulke omstandigheden te leven. (Toejuichingen.) ,,Na den oorlog moéten wij en andere staten van Europa vrij zijn te leven zonder voortdu rend gevaar te loopen voor een grooten oorlog, zonder voortdurend te hooren spreken van den „Obersten Kriegsherr", zonder het voortdu rend rinkelen met zwaard en schild en zonder het voortdurende aanroepen van den Hemel als medewerker van Duitschland, maar veilig in het bezit van onafhankelijke souvereiniteit en algemeen vrijheid", zoo eindigde do ministér. BERLIJN. Naar aanleiding van de boven staande redevoering van minister Grey merkt het Wolff-bureau op: „Sir Edward Grey ver zwijgt, dat de conferentie tijdens de Balkan- crisis ten doel had de belangen van verschil lende groote mogendheden bij een definitieve regeling van de toestanden öp den Balkan met elkander in overeenstemming te brengen, terwijl het conflict tusschen Oostenrijk-Hon- garije en Servië slechts twee bepaalde staten betrof. De beslissing van dit geschil op te dragen aan een conferentie van mogendheden, die in geen enkel opzicht bij de quaestie be trokken waren, zou onvereenigbaar zijn ge weest met de waardigheid van een groote mogendheid «n alleen aan Rusland tijd heb ben verschaft om door mobilisatie Tan zijn ont zaglijk leger de vrijheid van de beslissingen der conferentie denkbeeldig te maken. Welke mogendheid zich op alle wijzen had voorbereid op een oorlog, blijkt uit de door de Engelsche regeering atocds geloochende ge heime politieke en militaire afspraken van Engeland met Rusland, Frankrijk en België. Dat Engeland geen dool heeft genomen aan den oorlog ter wille van België, welks onaf hankelijkheid en integriteit door de bekende vorklaring van Duitschland verzekerd was, heeft de „Times" onlangs zelf in een be vlieging van waarheidsliefde erkend. Welk land de vrijheid der kleine volken feitelijk bedreigt, blijkt uit de geheele ge schiedenis van het Engelsche koloniale rijk en uit het gebruik, dat Engeland in dezen oorlog van zijn vloot maakt." FRANKRIJK. Op het Westelijk oorlogsterrein. BERLIJN. Officieel wordt uit het hoofd kwartier gemeld: Twee nachtelijke aaunvalleni dear Fran- ochen bij Carenry, ten N.W. van Atrecht zijn afgeslagen. In Champagne werden door onze troepen met succcb eenige mijnen tot ontploffing I gebracht. Een nach taan val beu N. van Beau-Séjour werd afgeslagen. Kleine Fransche aanvallen bij Com bres, Apremont, en Flirey bleven zonder succes» De aanval op onze stellingen te N O. van Badonviller werd, met zware verliezen voor den vijand, door ons vuur afgeslagen. Vijandelijke vliegers wierpen op Ostende verschillende bommen, waardoor geen mili taire schade werd veroorzaakt. Eenige Bel gen werden gedood of gewond. Een Fran sche vlieger werd ten N. W. van Verdun ten val gebracht. Een met twee Fransche or.der-officieren bemand vliegtuig werd bij Freiburg genoodzaakt to landende beide vliegers werden gevangen genomen. Weder Zeppelins boven Perijs. PARIJS. Eén Zeppelin slechts werd ge zien boven de Fransche linies. Hij liet een bom vallen te Vil Iers Cottereta, maar kwam niet boven Parijs. Te 10 uur 40 werd de bijzondere bewa kingsdienst gestaakt. PARIJS. In het. Oisegebded werden twee Zeppelins waargenomen, een varend in de richting van Amiens, de andere in die Com- piegne. Te elf uur werd Parijs voor de twee de maal gealarmeerd, alle lichten werden gedoofd. PARUS Een Zeppelin heeft een bom geworpen boven Villers Cotte- ret6. Te Parijs weTd daarom alarm gemakt en de lichten werden hier te negen uur gedoofd. Het volk verdrong zich, ondanks de waarschuwingen der politie, in de straten. De Zeppelin ver scheen niet en te 10 uur 40 werd de verlich ting weder ontstoken. PARIJS. De Fransche vliegers hebben de Zeppebnraid boven Parijs beantwoord door Zondag en Zondagnacht bommen te wer pen op zestien spoorwegstations in België, Elzas en Freiburg in Breisgau en op ver schillende vliegkampen, kazernes en kam pen en munitiebergplaatsen van den vijand. Duitsche vliegers werden verjaagd. Bommen boven Reims. PARIJS. Een Duitsch vlieger heeft te Reims drie burgers met bommen gedood. Wij hebben heftige tegenaanvallen bij Bagatelle afgeslagen. RUSLAND. De val van Przemysl. WEENEN. Ambtelijk wordt meegedeeld Na een uitputtende belegering van vier en een halve maand, heeft de bezetting Przemysl den 22sten Maart zich eervol over gegeven Toen half Maart de voorraden be gonnen op te raken, besloot generaal von Kusmanek tot een laatsten uitval. De daar voor aangewezen troepen trokken in den vroegen morgen van 19 Maart tot buiten de fortenlinio voort en hielden zeven, uur lang tot het uiterste stand tegen sterke Russische strijdkrachten. Ten slotte dwong de over macht van den vijand hen tot den terug tocht achter de fortenlinie. In de daarop volgende nachten deden de Russen aanvallen op verschillende werken van de vesting. „Ziet u, dat was 't juist, dat die man dat niet eens wist". 's Middags moest ik in den kelder het bruto- en nettogewicht van de vaten met sesamolie op een lijst schrijven. Toen dat klaar was, zei meneer Bichelsberger „Ziezoo Miller, nu moet je leeren hoe de haring uit de tonnen in de kleine vaatjes ove.rgepakt wordt. „Wat?" zei ik opstandig, „haring moet ik pakken?" „Ja Miller, dat is een van de allermoei lijkste werkjes, en eigenlijk was je eerst over een paar weken daaraan toe Hij,keek heel eerlijk en goedig. Waar achtig, de man geloofde nog, dat hij mij een pleizier deed. „Doe geen moeite, Bichelsberger," zei ik ijskoud, „haring pakken doe ik niet. Heeft meneer Sturmbrenner soms wel eens haring moeten pakken?" „Sturmbrenner? nee, die heeft nooit ha- ring gepakt." „Zoo, en waarom moet ik het dan doen. en hij niet?" „Die hebben we heelemaal voor niks kun nen- gebruiken, omdat ie omdat ie een windhond is." „Bim-bim," klonk de telefoon. „Hallo! Bichelsberger. Wat is er nu weer? Zoo moet ik bij meneer Muschel ko men? ja,ja, dadelijk." Vlug had hij zijn nieuwe groene schort af gedaan, zijn goede jas uit de kelderkast ge- tomen, en was naar boven gegaan. „Miller!" riep hij nog. „Miller, als er een bestelling komt, zeg dan maar, dat ik dadelijk terug ben." En daar zat ik naast de tonnen met- een bezwaard hart. Neen, je mocht zeggen, wat je wilde; voor zes weken had ik nog met lo- garithmen gerekend, voor zes weken had ik nog een terzo rekening met pond sterling, shilling en pence schitterend uitgewerkt en nu zou ik haring...? Als dat mijn vroe gere leeraren eens wisten Van woede en ver driet had ik bijna geschreid. Maar ik beet- mijn tanden opeen. Daar belde de lift. Richelsberger kwam terug. Maar er stapte nog een tweede man uit. Wat dat meneer Muschel. niet? Ja, dat was meneer Muschel. Hij groette vriendelijk, maar zwijgend. Zwijgend ging hij naar den uitersten hoek van den kelder, waar onze kleeren hingen. Zwijgend kwam hij, zonder jas en met een leeren schort voor, weer naar voren. Zwijgend knielde hij bij de tonnen, en zwijgend pakte hij, met Bichelsberger samen, de visschen volgens de regelen der kunst van het eene vat in het andere. Ik weet niet, of het een kwartier duurde of een heel uurz of nog langer. Ik weet, Maar ook dexe aanvallen Terliepen, evenals alle voorgaande, in het vu or van de dapper verdedigdo vesting. Aangezien na den ütval van 19 Maart de voorraden levensmiddelen nel fa bij de grootste zuinigheid in bet gebruik nog slechte voor drie dagen konden «trekken, had de vestingcoramandant bevel gekregen om na dien termijn en na vernietiging van het oorlogsmateriaal, de vesting aan den vijand over te geven. Naar oen vlieger gerapporteerd hoeft is het inderdaad gelukt alle werken, geachut en munitie te vernielen. Do offervaardige volharding van de be zetting en do moed, betoond bij den laatsten uitval, verdient geen minderen lof dan haar dapperheid bij het afslaan van vroegere stormaanvallen. Ook de vijand zal den holdon van Przemysl deae hulde niet kunnen onthou den. De val van de vesting, waarmede het opperbevel reed? geruimen tijd rekening heeft moeten houden, hoeft geen invloed op den grooten slag op het Karpath en front. PETERSBURG. Vóór den aanval kre gen de uitvallende troepen uit Przemysl ex tra rationa levensmiddelen. De soldaten ont vingen brood voor rijf dagen, blik jee ver duurzaamde levensmiddelen, dekens en nieu we schoenen. Aan de officieren werd eelaat hun manschappen uiteen te zetten, dat in dien zij naar de vesting terugkeerden, een minder eervol lot hen zou wachten, zoodat het Russisch front ten koote van allo moot worden doorbroken. Besloten werd den uitval in oostelijke richting aan te zetten, omdat op dat front de Russische weerstand het minst krach tig werd geacht en tevens omdat in die richting de groote magazijnen en opslag plaatsen van de Russen lagen. Twintig duizend man moeeten aan den uitval deelnemen, maar verschillende korp sen volgden het bevel van den comman dant niet op. Alleen de 23e Honneddivisie, eenige onderdeelen van de 85e landweer brigade en van de vierde cavalerieafdeeling namen een werkzaam aandeel aan de actie, maar leden een beeliasende nederlaag. Een officieel 0o6tenrijksch communiqué uit Weenon zegt, dat het garnizoen van Przemysl naar de vesting terugkeerde, om dat de troepen tot staan kwamen tegenover zeer sterke Russische strijdkrachten Daartegenover moet worden opgemerkt, dat onze strijdkrachten nimmer groot wa ren voor Przemysl. De uitval werd afgesla gen in hoofdzaak door onze dappere land weertroepen en eenige reserve-afdeelingen. Het aantal gevangen genomen Oostenrijk sche troepen overtreft onze verwachtingen. WEENEN. De bladen spreken diep leed wezen uit over den val van de vesting Przemysl, en eonstateeren, dat de vijand niet de wallen heeft vernield, maar dat de verdedigers zelf de ruïnes aan den vijand hebben overgegeven. De helden van Przemysl, die 4i maand achtereen een sterken tegenstand boden aRn den aanvaller, hebben niet tevergeefs gestre den. Het doel, warvoor de vesting Przemysl moest dienen, is vervuld. Vier-en-een-halve maand lang heeft zij den vijand tegenge houden, terwijl op de oorlogstooneelen be langrijke gebeurtenissen voorvielen. Een vergelijking van den toestand voor de insluiting van Przemysl met dien van thans zal dit duidelijk doen uitkomen. Toen rukten de Russen over de Karpa then vooruit en poogden zij naar Krakau op te rukken; thans zijn de Karpathen- paasen vast in onze handen en de opmarech in West-Galicië is tot staan gebracht. Przemysl heeft in die ontwikkeling geen gering aandeel gehad. De bezetting heeft Karnemelkzeep met het Anker. In 't gebruik de voordeeligste Toiletzeep. Alom verkrijgbaar. Men lette echter vooral op het gedeponeerd Fabrieksmerk „HEI ANKER". alleen, dat ik er zwijgend bij 6tond, en dat langzaam een gloeiende schaamte in me op kwam, en ook een nieuwe erkenning van de deugdelijkheid van handenarbeid en de op geblazenheid van alle inbeelding. En toen had meneer Muschel opgehou den, en zei tot den keldermeester: „Ziezoo Bichelsberger, dat was een ware weldaad na al dien hoofdarbeid." En terwijl hij zijn handen waschte, knikte hij, meneer Muschel, mij nog een9 vriende lijk toe en ging snel met de lift omhoog. Dien middag heb ik het haringpakken volgens de regelen der kunst geleerd. E:: gefloten heb ik zelfs erbij. Een marsch lis! ben wij samen gefloten, Bichelsberger e:' ik. En toen het avond was en de zaak gc sloten werd, heb ik nog eens gefloten. D was, toen meneer Adolf Sturmbrenner we:, met mij mee wilde gaan, en zeide: „Zoo collega, ik heb gehoord, je hebf ruzie gehad met Muschel trek 't je maar niet aan, als die gekke idioot..." ..Neen," zei ik vlug en scherp, „neen, ik'' trek me er niets van aan. Maar 't allermin ste trek ik me van jou aan, meneer Sturm brenner. Op jou fluit ik. jij windhond, jr die geen notie hebt van de indirecte wissel- arbitrage.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1