No. 95.
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
vrijdag 26 Maart 1915
Onder redactie van D. MANASSEN.
i PP1 "f;
Ff i I '1 f%
Pt it- s
fil
LEERLING.
Dobbelman's
Oplaag 45,000 exemplaren,
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRTNASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z.4S68. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAI-
REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertenti-"a wende men tich tot het Alg. A'lvertentie-Burenft ROU.MA&Co
Heerengracht 220 Amsterdam, tot de Dnikkery „Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal
234-210 (Keizerrijk it; Amsterdam of tot onze Administratie, Palestrinastr&at 10
Amsterdam. Prys der AdvertentiBn per regel 80 cent. B(j abonnement reductie.
Wij zijn hier getuige van een verrassing op het oorlogsveld. Een auto van
■den En^elschen legerdienst met ammunitie wordt ineens verrast door een afdeeling
Duitsche uhlanen. Het gaat er natuurlijk van door met de auto; eenige karretjes
worden maar in den steek gelaten. De Engelsche soldaten, die nog op den weg
staan, springen zoo gauw mogelijk op het voertuiganderen schieten reeds op de
naderende ruiters, die om den hoek van den weg komende bestuurder zit gereed
met het stuurrad in zijn handen en waclit het bevel af om er de vaart in te zetten.
Ce toestand in Cen reuzenstrijd.
Er is thans één groot feit, dat aller aan
dacht vraagt: de inneming der sterke Gali-
cische vesting Przemysl door de Russen.
In het allereerste begin van dezen oorlog
trokken de Russische legers op in Galicië,
recht door naar 't. Westen, met als doél de
sterke vesting Krakau. Op dien weg ont
moetten zij eerst Lemberg, dat heel gauw
werd ingenomen, en daarna Przemysl. Voor
dit laatste sloegen zij het beleg in de laat
ste dagen van September, en deden ijverig
hun best om het in te nemen. Doch hun
bleek spoedig, dat daar maanden mee zouden
heengaan, en de Russen konden met het op
rukken verder naar 't Westen niet wachten,
en lieten om Przemysl een insluitingsleger.
Sedert is deze sterke Oostenrijksche ves
ting belegerd. Er is moeite genoeg gedaan
om de Russen terug te werpen voorbij
Przemysl; zij werden ook een eind terug
gedreven uit het Westen en uit het Zuiden,
in de Karpathen, maar tot ontzet van
Przemysl reikten deze pogingen lang niet.
Vijf maanden lang heeft de vesting het beleg
uitgehouden, dat vergeleken kan worden met
andere langdurige belegeringen uit de vorige
eeuw; moedig en hardnokkigheefthetgarnizoen
zich verdedigd, en broodsgebrek heeft het
ten slotte gedwongen de witte vlag uit te
steken, na vele dappere, maar vergeefsche
uitvallen. De Russen drongen steeds dichter
naar de stad en legden daarom heen als 't
ware een gordel van versterkingen. Op ontzet
van buiten was geen kans en zoo moest
Przemysl zich overgeven.
soon
Fritz mailer.
Vertaling van FREE HART.
II. (Slot.)
Dab was geen prettige morgen. Als dat
zoo verder ging in mijn leertijd? Ik zoo en
Z.ooveel uur aoo en zooveel zakken met
ultramarijn vullen. Toen ik eindelijk klaar
was, kwam het ultramarijngroen aan de
beurt. En het laatste uur voor koffietijd
moest ik pakjes maken. Het waren louter
geheimen voor mij. Ik zweette.
„Op de hoogcre scholen krijgen tegen
woordig de jongelui dameshandjes", zei
Bichelsberger met een blik naar de onhan
dige knoopen, die ik maakte. Toen sloeg
het eindelijk twaalf uur.
„Breng vanmiddag een behoorlijk werk
pak mee", zei de keldermeester.
En ik wcnschte hem nog, zooals dat een
beschaafden jongeman betaamt: „bon ap-
petit".
„Niet meer morsen voortaan", zei hij,
en ging.
Op de gang trof ik een anderen leerling.
Did was door mijn kómst van jongsten be
Voor de Russen een zegepraal van be
lang. Men heeft gejuicht en gemanifesteerd
in St.-Petersburg en men had daartoe reden.
Er komen nu groote Russische troepen los,
die elders gebruikt kunnen worden; de
Russische legerautoriteiton hebben een
groote zorg minder en kunnen met meer
kracht aanvallen in de Karpathen, kunnen
misschien hun tocht Daar Krakau, waarmee
zij halt moesten maken, voortzetten. De
Russen slaan de overwinning zeer hoog
aan. Zij beweren bij de 120,000 krijgsge
vangenen te Przemsyl te hebben gemaakt,
daaronder negen generaals, 93 officieren van
den generalen staf en 2500 officieren. Dit
lijkt overdreven. Het schijnt overbodig in
een stad als Przemysl een militaire bevol
king bijeen te brengsn van meer dan hon
derdduizend man. Volgens de Oostenrijksche
lezing waren er dan ook niet meer dan 25,000,
daaronder meegerekend de schanswerkers
en andere arbeiders. Do Oostenrijksche eD
Duitsche berichten zien, uit den aard der
zaak, de inneming van Przemysl niet als
een overwinning van belang inop den
algemeenen toestand, op den loop der zaken
in Galicië, in de Karpathen, zal zij geen
invloed hebben. Maar wel wordt, ook van
Russischen kant, huldo gebracht aan de
moedige verdedigers.
De strijd in het Oosten duurt overigens
voort op dezelfde wijze als totnogtoe. Van
belangrijke overwinningen is geen sprake.
Er is weer hard gevochten in de Karpath n
de Oostenrijkers sloegen krachtige aanvallen
der Russen af. Uit Polen kwamen in de
paar laatste dagen maar weinig berichten.
De Fransche generaal Pau zou te Warschau
zijn en daar het bevel op zich nemen.
Van hardnekkig geschutvuur, van verove
ringen van eenige meters loopgraven, van
het werpen van bommen, hooren we nog
diende een treed je opgeklommen. Nu was
ik de jongste bediende. Minzaam kwam hij
naar mij toe en kneep zijn eene oog dicht.
„Mag ik even... Adolf Sturmbrenner...
heb ik 't genoegen met meneer Müller, den
nieuwen den nieuwen volontair eh?"
Wat voornaam klonk dat „volontair" en
hoe ordinair was dat „leerling". En die
Adolf Sturmbrennej- eindelijk een be
schaafd mensck. Hij ging ^euzelfden weg
als ik en legde op dpn M,arienplatz zijn
hand op mijn schouder
„Nu, u zult wel wpnnen., collega", zei
hij minzaam, „in welke afdeeling bent u
eigenlijk?"
„Bij den keldermeesterv, zei ik kleintjes.
„O, Bichelsberger1 - dikke proleet ik
condoleer je, collega."
En toen werd hij vertrouwelijker. Hij
vertelde me, dat hij bij Kramer en Frie-
mann alleen op dringend verlangen van de
firma gekomen was, en dat hij één cing al
lang in de gaten had; dab bij de firma
alles lang niet was zooals het zijn moest.
Of dat misschien bij een groote firma in
den haak was. dat do eene gestorven fir
mant, Friemann, een halvo idioot geweest
was?
„Halve idioot?" zei ik, „hoe weet u
„Och, men wordt zoo van alles gewaar
die andere, die Kramer onder ons, daar
zit ook niet v.eel biji".
„hïaar hoe kömt ket^ dat de firma toch
maar steeds van het Westerfront. In 't
noorden van Frankrijk wordt met felheid
gevochten, aan het Yserfront buldert onop
houdelijk en geweldig het kanon en duurt
de strijd onverpoosd voort, maar zonder dat
er van den eenen of anderen kant successen
worden behaald, die verandering brengen
of zelfs verandering beloven. Een Duitsche
vlieger wierp bommen op Reims en doodde
drie burgers.
Up zee insgelijks zoo goed als geen nieuws.
Sedert de vloot der geallieerden zware ver
liezen leed, schijnen de operaties vrijwel
stil te liggen, maar er is bijna geen twijfel
aan, of zij zullen vandaag of morgen met
kracht worden hervat. Er zijn thans weer
Turksche troepen hij het Suez-kanaal ver
schenen, volgens Engelsche berichten onder
aanvoering van een Duitschon generaal. De
Engelschen dreven de Turken terug.
BELGIË.
De haven van Zeebrugge geblokkeerd?
Aan „De Tijd" wordt van de Zeeuwsch-
Belgische grens geseind d.d. 22 Maart:
Ik verneem, dat reeds sinds gisteren vroeg
Engelsche oorlogsschepen voor de haven
van Zeebrugge kruisen. Waarschijnlijk i3
dit dus een antwoord op het aanhouden en
opbrengen van koopvaardijschepen- en be-
teekent het een blokkeering van de haven
Nleuwpoort en Dixmulden.
Een onzer correspondenten seint onder
dagfceekening 23 Maart van de Zoeuwsch-
Belgische grens: Sedert twee dagen worden
Nieuwpoort en Dixmuiden weder hevig be
schoten. Het bulderen der groote 42 c.M.-
mortieren kon hier duidelijk onderscheiden
'worden. In den afgeloopen nacht hoorde
men eenige zware ontploffingen en voortdu
rend schieten.
Hedenmiddag heeft een aantal vliegers
verkenningen gedaan boven de Belgische
kust, ze werden hevig beschoten, maar
slaagden er in ongedeerd naar hun basis te
rug te keeren.
DUITSCHLAND.
Vliegers In den Elzas.
BERLIJN. De „Voss. Ztg." meldt,
dat een Fransch vliegerseskader Zondag
morgen poogde over den Boven-Elzas
te vliegen. Een Duiteeh vliegers-
eskader rukte, van het Sch warzwadd
komend, de Fransche vliegers te gemoet.
Deze raaakteD snel keert, en vlogen naar
Belfort, door de Duitsche vliegers scherp
achtervolgd.
Naar gemeld wordt ontstond een hevig
gevecht in de lucht, waarbij de Franschen
werden verslagen. Het gevecht had plaats
dicht bij de Zwitsersche grens. Van ver
schillende zijden wordt gemeld, dat een
Fransch vliegtuig naar beneden geschoten is.
FREIBURG. Twee vijandelijke vliegers
vlogen Dinsdagnamiddag tusschen halfvijf
en vijf uur over de stad, en wierpen zca
bommen naar beneden, warvan er een een
man uit Zahringen licht wondde.
Het vliegtuig moest bij Feldkirch in
Stauffen landen; de beide vliegers werden
gevangen genomen.
Uit Memel verdreven.
BERLIJN. Officieel wordt uit het hoofd
kwartier gemeld: Bij de vervolging van de
uit Memel verdreven Russen namen de
Duitsche troepen op Russisch gebied Krot-
tingen, waar zij meer dan 3000 op Russisch
gebied gebrachte Duitsche inwoners be
vrijdden.
De Russische aanvallen aan beide zijden
van de rivier de Orsietsj werden afgeslagen.
ENGELAND.
Een redevoering van minister Grey.
LONDEN. Minister Grey hield te Londen
een rede-voering, waarin hij zeide: „Honder
den millioenen zijn uitgegeven, honderd
duizenden hebben hun leven verloren, mil-
lioeuen zijn gewond en verminkt in Europa
in de jongste maanden en dit alles had voor
komen kunnen worden door een conferentie
tusschen de mogendheden, op een plaats, die
Duitsckland daarvoor zou aanwijzen en in
den vorm, dien dit land wenschte.
„Het zou veel gemakkelijker zijn geweest
door een conferentie het geschil tusschen Oos-
tenrijk-Hongarrje en Servië, dat Duitschland
zoo'n grooten naam heeft? Dan zijn de
procuratiehouders zeker erg....?"
„De procuratiehouders? Hou op. De
eerste procuratiehouder, die u vanmorgen
rondleidde Muschel heet hij ik zeg u,
een onnoozele hals, niets anders".
En toen brak hij zoo geleidelijk de heele
firma af. Ik wist niet, wat ik er van den
ken moest. Tot het mij inviel, dat er eigen
lijk alleen de volontair Adolf Sturmbren-
ner overbleef, die deugde, en op wien de
hecle zaak rustte. Half twijfelend, half be
wonderend, keek ik hem van terzijde aan.
Hij zag er kranig uit, dat was waar. Hij
droeg een breedè das "met groene en roode
stippen erop, en onder het gaan zwaaide
hij een piekfijnen wandelstok met een zil
veren knop. Ik voelde me erg klein bij hem.
En om niet geheel te verdwijnen naast zijn
belangrijke voortreffelijkheid viel ik in:
„Hebt u ook met indirecte wisselarbi
trage te doen, meneer Sturm brenner V'
„Verbazend „verbazend
veel, dat kan ik u zeggen, sinds die ezel
van een hoofdboekhouder dien bok met de
effectenrenten geschoten heeft".
„Effectenrenten?" zei ik verbaasd. „Ef
fectenrenten komen toch heelemaal niet
voor bij de indirecte wisselarbitrago, meneer
Sturmbrenner?"
„Niet voor?" Eerf oogenbük scheen hij
verlegön te worden. Maar hij bezon zich
snel,
te baat nam om een oorlog te beginnen, op te
/ossen, dan om de Balkancrisis van voor twee
jaren te boven te komen.
„Duitschland wist van de conferentie te
Londen, die de Balkancrisis ten einde bracht,
dat het bij éeu conferentie kon rekenen op
onze vredelievendheid. Wij waren tijdens de
Balkanconferentie niet uit op diplomatieke
overwinningen, wij zetten geen intrigue op
het touw, wij trachtten met onpartijdigheid
de zaak tot eeu goed ëinde te brengen.
„In Juli j.l. waren wij bereid hetzelfde te
doen.
„In de laatste jaren hebben wij Duitschland
telkens zekerheid verstrekt, dat een aanval op
dit rijk geen steun bij ons zou vinden.
„Voor één zaak slechts, de onvoorwaarde
lijke belofte om buiten de zaak to blijven,
hoe agressief Duitschland ook tegen zijn na
buren mocht optreden, waren wij niet to
vinden.
„In Juli j.l. waren Frankrijk, Italië en
Rusland berc-id een conferentie té aanvaarden
en nadat het voorstel tot het houden van die
conferentie door Engeland was gedaan, stelde
do Tsaar van Rusland den Duitschon Keizer
nog voor het geschil in handen van het Haag-
sehe Hof te stéllen, maar Duitschland vrees
elk voorstel tot regeling van het geschil van
de hand en nu rust voor thans en altijd op
dit Kijk de vreeselijke verantwoordelijkheid
voor don oorlog, waarin het Europa heeft ge
wikkeld.
„Wij weten thans, dat Duitschland zich
had voorbereid voor den oorlog, zooals slechts
éen volk dat plan had op een oorlog, zich kan
voorbereiden.
„Het is bij menschenheugenis de vierde
maal, dat Pruisen een oorlog in Europa heeft
veroorzaakt, den oorlog om Sleeswijk Holstein,
den oorlog met Oostenrijk in 1866 en den oor
log mot Frankrijk.
„Pruisen had toen het plan gevormd tot
dén oorlog en hetzelfde is thans weder ge
beurd, maar wij zijn vastbesloten, dat bet
thans de laatste keer zal zijn.." (Toejuichin
gen.)
Lang voor den oorlog was aan België be
loofd, dat wij de neutraliteit van het land niet
zouden schenden, zoolang deze door anderen
geëerbiedigd werd. Wanneer Duitschland éen
inval deed in België, waren wjj verplicht met
al onze kracht tegen Duitschland op te komen.
„Is er iemand die het mogelijk acht om
als wij niet op het eerste oogenbük waren op
getreden, wij stil zouden zijn blijven zitten en
kalm toezien, en zoodoende een eeuwige
schande op ons hadden gelaten, toen Duitsch
land de Belgen aanviel, non-combattanten
doodschoot en hot land verwoestte in strijd met
alls oorlogsgebruiken van den nieuwen tijd?"
(Toej uichi ngen
Een der hoofdvoorwaarden voor den vrede
moet zijn, dat aan België zijn ofhankelijk'neid
c-n zijn nationaal leven worden teruggegeven,
het vrije bezit van zijn gebied, benevens ver
goeding, voor zoover dat mogelijk is, voor het
wreede leed, het land aangedaan.
Het voornaamste doel, waarvoor de ge
allieerden strijden, is dat de naties van
Europa in volle vrijheid haar onafhankelijk
heidsleven zullen kunnen blijven voortzetten,
haar eigen regeeringsvorm vaststellen en zich
nationaal blijven ontwikkelen, onverschillig of
zij klein of groot zijn. (Toejuichingen.)
Wij hebben sedert de oorlog begon, door
Duitsche hoogleeraren het Duitsche ideaal
hooren verkondigen, dat de Duitschers een
superieure natie zijn, aan welke alles geoor
loofd is, dat haar de macht kan verzekeren en
tegen welke elke tegenstand onwettig is.
De Duitschers streefden er naar hun heer
schappij te vestigen over alle volken van 't
vasteland, welken jij niet de -vrijheid, maar de
ondergeschiktheid aan Duitschland wilden
brengen. De minister verklaarde, dat hij voor
zich liever zou sterven of het continent geheel
verlaten, dan onder zulke omstandigheden te
leven. (Toejuichingen.)
,,Na den oorlog moéten wij en andere staten
van Europa vrij zijn te leven zonder voortdu
rend gevaar te loopen voor een grooten oorlog,
zonder voortdurend te hooren spreken van den
„Obersten Kriegsherr", zonder het voortdu
rend rinkelen met zwaard en schild en zonder
het voortdurende aanroepen van den Hemel
als medewerker van Duitschland, maar veilig
in het bezit van onafhankelijke souvereiniteit
en algemeen vrijheid", zoo eindigde do
ministér.
BERLIJN. Naar aanleiding van de boven
staande redevoering van minister Grey merkt
het Wolff-bureau op: „Sir Edward Grey ver
zwijgt, dat de conferentie tijdens de Balkan-
crisis ten doel had de belangen van verschil
lende groote mogendheden bij een definitieve
regeling van de toestanden öp den Balkan
met elkander in overeenstemming te brengen,
terwijl het conflict tusschen Oostenrijk-Hon-
garije en Servië slechts twee bepaalde staten
betrof. De beslissing van dit geschil op te
dragen aan een conferentie van mogendheden,
die in geen enkel opzicht bij de quaestie be
trokken waren, zou onvereenigbaar zijn ge
weest met de waardigheid van een groote
mogendheid «n alleen aan Rusland tijd heb
ben verschaft om door mobilisatie Tan zijn ont
zaglijk leger de vrijheid van de beslissingen
der conferentie denkbeeldig te maken.
Welke mogendheid zich op alle wijzen had
voorbereid op een oorlog, blijkt uit de door de
Engelsche regeering atocds geloochende ge
heime politieke en militaire afspraken van
Engeland met Rusland, Frankrijk en België.
Dat Engeland geen dool heeft genomen aan
den oorlog ter wille van België, welks onaf
hankelijkheid en integriteit door de bekende
vorklaring van Duitschland verzekerd was,
heeft de „Times" onlangs zelf in een be
vlieging van waarheidsliefde erkend.
Welk land de vrijheid der kleine volken
feitelijk bedreigt, blijkt uit de geheele ge
schiedenis van het Engelsche koloniale rijk en
uit het gebruik, dat Engeland in dezen oorlog
van zijn vloot maakt."
FRANKRIJK.
Op het Westelijk oorlogsterrein.
BERLIJN. Officieel wordt uit het hoofd
kwartier gemeld:
Twee nachtelijke aaunvalleni dear Fran-
ochen bij Carenry, ten N.W. van Atrecht
zijn afgeslagen.
In Champagne werden door onze troepen
met succcb eenige mijnen tot ontploffing
I gebracht. Een nach taan val beu N. van
Beau-Séjour werd afgeslagen.
Kleine Fransche aanvallen bij Com bres,
Apremont, en Flirey bleven zonder succes»
De aanval op onze stellingen te N O. van
Badonviller werd, met zware verliezen voor
den vijand, door ons vuur afgeslagen.
Vijandelijke vliegers wierpen op Ostende
verschillende bommen, waardoor geen mili
taire schade werd veroorzaakt. Eenige Bel
gen werden gedood of gewond. Een Fran
sche vlieger werd ten N. W. van Verdun
ten val gebracht. Een met twee Fransche
or.der-officieren bemand vliegtuig werd bij
Freiburg genoodzaakt to landende beide
vliegers werden gevangen genomen.
Weder Zeppelins boven Perijs.
PARIJS. Eén Zeppelin slechts werd ge
zien boven de Fransche linies. Hij liet een
bom vallen te Vil Iers Cottereta, maar kwam
niet boven Parijs.
Te 10 uur 40 werd de bijzondere bewa
kingsdienst gestaakt.
PARIJS. In het. Oisegebded werden twee
Zeppelins waargenomen, een varend in de
richting van Amiens, de andere in die Com-
piegne. Te elf uur werd Parijs voor de twee
de maal gealarmeerd, alle lichten werden
gedoofd.
PARUS Een Zeppelin heeft een
bom geworpen boven Villers Cotte-
ret6. Te Parijs weTd daarom alarm
gemakt en de lichten werden hier
te negen uur gedoofd. Het volk verdrong
zich, ondanks de waarschuwingen der
politie, in de straten. De Zeppelin ver
scheen niet en te 10 uur 40 werd de verlich
ting weder ontstoken.
PARIJS. De Fransche vliegers hebben de
Zeppebnraid boven Parijs beantwoord door
Zondag en Zondagnacht bommen te wer
pen op zestien spoorwegstations in België,
Elzas en Freiburg in Breisgau en op ver
schillende vliegkampen, kazernes en kam
pen en munitiebergplaatsen van den vijand.
Duitsche vliegers werden verjaagd.
Bommen boven Reims.
PARIJS. Een Duitsch vlieger heeft te
Reims drie burgers met bommen gedood.
Wij hebben heftige tegenaanvallen bij
Bagatelle afgeslagen.
RUSLAND.
De val van Przemysl.
WEENEN. Ambtelijk wordt meegedeeld
Na een uitputtende belegering van vier
en een halve maand, heeft de bezetting
Przemysl den 22sten Maart zich eervol over
gegeven Toen half Maart de voorraden be
gonnen op te raken, besloot generaal von
Kusmanek tot een laatsten uitval. De daar
voor aangewezen troepen trokken in den
vroegen morgen van 19 Maart tot buiten de
fortenlinio voort en hielden zeven, uur lang
tot het uiterste stand tegen sterke Russische
strijdkrachten. Ten slotte dwong de over
macht van den vijand hen tot den terug
tocht achter de fortenlinie. In de daarop
volgende nachten deden de Russen aanvallen
op verschillende werken van de vesting.
„Ziet u, dat was 't juist, dat die man
dat niet eens wist".
's Middags moest ik in den kelder het
bruto- en nettogewicht van de vaten met
sesamolie op een lijst schrijven. Toen dat
klaar was, zei meneer Bichelsberger
„Ziezoo Miller, nu moet je leeren hoe de
haring uit de tonnen in de kleine vaatjes
ove.rgepakt wordt.
„Wat?" zei ik opstandig, „haring moet
ik pakken?"
„Ja Miller, dat is een van de allermoei
lijkste werkjes, en eigenlijk was je eerst over
een paar weken daaraan toe
Hij,keek heel eerlijk en goedig. Waar
achtig, de man geloofde nog, dat hij mij
een pleizier deed.
„Doe geen moeite, Bichelsberger," zei ik
ijskoud, „haring pakken doe ik niet. Heeft
meneer Sturmbrenner soms wel eens haring
moeten pakken?"
„Sturmbrenner? nee, die heeft nooit ha-
ring gepakt."
„Zoo, en waarom moet ik het dan
doen. en hij niet?"
„Die hebben we heelemaal voor niks kun
nen- gebruiken, omdat ie omdat ie een
windhond is."
„Bim-bim," klonk de telefoon.
„Hallo! Bichelsberger. Wat is er nu
weer? Zoo moet ik bij meneer Muschel ko
men? ja,ja, dadelijk."
Vlug had hij zijn nieuwe groene schort af
gedaan, zijn goede jas uit de kelderkast ge-
tomen, en was naar boven gegaan.
„Miller!" riep hij nog. „Miller, als er
een bestelling komt, zeg dan maar, dat ik
dadelijk terug ben."
En daar zat ik naast de tonnen met- een
bezwaard hart. Neen, je mocht zeggen, wat
je wilde; voor zes weken had ik nog met lo-
garithmen gerekend, voor zes weken had ik
nog een terzo rekening met pond sterling,
shilling en pence schitterend uitgewerkt
en nu zou ik haring...? Als dat mijn vroe
gere leeraren eens wisten Van woede en ver
driet had ik bijna geschreid. Maar ik beet-
mijn tanden opeen.
Daar belde de lift. Richelsberger kwam
terug. Maar er stapte nog een tweede man
uit. Wat dat meneer Muschel. niet?
Ja, dat was meneer Muschel. Hij groette
vriendelijk, maar zwijgend. Zwijgend ging
hij naar den uitersten hoek van den kelder,
waar onze kleeren hingen. Zwijgend kwam
hij, zonder jas en met een leeren schort
voor, weer naar voren. Zwijgend knielde hij
bij de tonnen, en zwijgend pakte hij, met
Bichelsberger samen, de visschen volgens de
regelen der kunst van het eene vat in het
andere.
Ik weet niet, of het een kwartier duurde
of een heel uurz of nog langer. Ik weet,
Maar ook dexe aanvallen Terliepen, evenals
alle voorgaande, in het vu or van de dapper
verdedigdo vesting.
Aangezien na den ütval van 19 Maart
de voorraden levensmiddelen nel fa bij de
grootste zuinigheid in bet gebruik nog
slechte voor drie dagen konden «trekken,
had de vestingcoramandant bevel gekregen
om na dien termijn en na vernietiging van
het oorlogsmateriaal, de vesting aan den
vijand over te geven.
Naar oen vlieger gerapporteerd hoeft is
het inderdaad gelukt alle werken, geachut
en munitie te vernielen.
Do offervaardige volharding van de be
zetting en do moed, betoond bij den laatsten
uitval, verdient geen minderen lof dan haar
dapperheid bij het afslaan van vroegere
stormaanvallen.
Ook de vijand zal den holdon van
Przemysl deae hulde niet kunnen onthou
den.
De val van de vesting, waarmede het
opperbevel reed? geruimen tijd rekening
heeft moeten houden, hoeft geen invloed
op den grooten slag op het Karpath en front.
PETERSBURG. Vóór den aanval kre
gen de uitvallende troepen uit Przemysl ex
tra rationa levensmiddelen. De soldaten ont
vingen brood voor rijf dagen, blik jee ver
duurzaamde levensmiddelen, dekens en nieu
we schoenen. Aan de officieren werd eelaat
hun manschappen uiteen te zetten, dat in
dien zij naar de vesting terugkeerden, een
minder eervol lot hen zou wachten, zoodat
het Russisch front ten koote van allo moot
worden doorbroken.
Besloten werd den uitval in oostelijke
richting aan te zetten, omdat op dat front
de Russische weerstand het minst krach
tig werd geacht en tevens omdat in die
richting de groote magazijnen en opslag
plaatsen van de Russen lagen.
Twintig duizend man moeeten aan den
uitval deelnemen, maar verschillende korp
sen volgden het bevel van den comman
dant niet op. Alleen de 23e Honneddivisie,
eenige onderdeelen van de 85e landweer
brigade en van de vierde cavalerieafdeeling
namen een werkzaam aandeel aan de actie,
maar leden een beeliasende nederlaag.
Een officieel 0o6tenrijksch communiqué
uit Weenon zegt, dat het garnizoen van
Przemysl naar de vesting terugkeerde, om
dat de troepen tot staan kwamen tegenover
zeer sterke Russische strijdkrachten
Daartegenover moet worden opgemerkt,
dat onze strijdkrachten nimmer groot wa
ren voor Przemysl. De uitval werd afgesla
gen in hoofdzaak door onze dappere land
weertroepen en eenige reserve-afdeelingen.
Het aantal gevangen genomen Oostenrijk
sche troepen overtreft onze verwachtingen.
WEENEN. De bladen spreken diep leed
wezen uit over den val van de vesting
Przemysl, en eonstateeren, dat de vijand
niet de wallen heeft vernield, maar dat de
verdedigers zelf de ruïnes aan den vijand
hebben overgegeven.
De helden van Przemysl, die 4i maand
achtereen een sterken tegenstand boden aRn
den aanvaller, hebben niet tevergeefs gestre
den. Het doel, warvoor de vesting Przemysl
moest dienen, is vervuld. Vier-en-een-halve
maand lang heeft zij den vijand tegenge
houden, terwijl op de oorlogstooneelen be
langrijke gebeurtenissen voorvielen.
Een vergelijking van den toestand voor
de insluiting van Przemysl met dien van
thans zal dit duidelijk doen uitkomen.
Toen rukten de Russen over de Karpa
then vooruit en poogden zij naar Krakau
op te rukken; thans zijn de Karpathen-
paasen vast in onze handen en de opmarech
in West-Galicië is tot staan gebracht.
Przemysl heeft in die ontwikkeling geen
gering aandeel gehad. De bezetting heeft
Karnemelkzeep met het Anker.
In 't gebruik de voordeeligste Toiletzeep.
Alom verkrijgbaar.
Men lette echter vooral op het gedeponeerd
Fabrieksmerk „HEI ANKER".
alleen, dat ik er zwijgend bij 6tond, en dat
langzaam een gloeiende schaamte in me op
kwam, en ook een nieuwe erkenning van de
deugdelijkheid van handenarbeid en de op
geblazenheid van alle inbeelding.
En toen had meneer Muschel opgehou
den, en zei tot den keldermeester: „Ziezoo
Bichelsberger, dat was een ware weldaad
na al dien hoofdarbeid."
En terwijl hij zijn handen waschte, knikte
hij, meneer Muschel, mij nog een9 vriende
lijk toe en ging snel met de lift omhoog.
Dien middag heb ik het haringpakken
volgens de regelen der kunst geleerd. E::
gefloten heb ik zelfs erbij. Een marsch lis!
ben wij samen gefloten, Bichelsberger e:'
ik. En toen het avond was en de zaak gc
sloten werd, heb ik nog eens gefloten. D
was, toen meneer Adolf Sturmbrenner we:,
met mij mee wilde gaan, en zeide:
„Zoo collega, ik heb gehoord, je hebf
ruzie gehad met Muschel trek 't je maar
niet aan, als die gekke idioot..."
..Neen," zei ik vlug en scherp, „neen, ik''
trek me er niets van aan. Maar 't allermin
ste trek ik me van jou aan, meneer Sturm
brenner. Op jou fluit ik. jij windhond, jr
die geen notie hebt van de indirecte wissel-
arbitrage.