1913 Ons Oorlogsdagboek. 2 3D IIS SOIjDATEKTCOURANT van Woensdag a 4 HVTctetrt K Het verlaten slagveld. Een zeer aanschouwelijke beschrijving van het vreeselijke der verlaten slagvelden geeft dr. Steiner in den „Berliner Lokal Anzei- ger." Hij schrijft: Bijna het geheelo gevechts terrein, waar het tiende Russische legercorps fcijn doodsstrijd gestreden heeft, heb ik in de laatste dagen afgereden. Ik zag het slagveld bij Sohirwind, Wladislawo, Wirballen, Kihlar- ty. De met lijken bezaaide wegen bij Soewal- Ja, Augustowo en Sepockin en de heele rit waren een gruwelijk crescendo van den dood, welks vreeslijke indrukken mij niet meer kon den verlaten- Ik kan mij niets troostoloozer Voorstellen dan zoo een eindeloos lijkonden weg, aan welks grauwe, vuile randen, diep hot veld in, slechts lijken van mcnsch en dier liggen. Een gebied bijna zoo groot als Oost- Pruisen, waarvan de grond bijna ovêral met bloed is besproeid, waar tallooze lijken bosch, weid© en slooten vulleh, waar men, oLraen wil of niet, bij iederen stap moet zie™ dat zich hier een der grootste tragedies der we reldgeschiedenis heeft afgespeeld. In het lange artikel van Steiner leest men dan de volgende landschap-beschrijving: Na anderhalf uur rijden verandert het vreedzame uitzicht van de streek. Op de velden ligt reeds hier en daar een dood paard, een ge broken geweer, een bloedige lap, die met zijn sterke kleur blinkt in bet zonnelicht. Dan komt een Roode Kruis-wagen met gebroken assen. Honderden flesschen en instrumenten liggen in het rond. Bij Gawrychroeda, een ellendig gat, met misschien een dozijn armzalige huizen, wordt het land heuvelachtig en nadat wij een half uur in de stille eenzaamheid van een groen bosch gereden zijn, zie ik bij een buiging van den weg de merenreeks van Wikry. Het gou den zonnelicht glinstert op het ij3 van de me ren. Zoover het oog reikt omringen eindelooze bosschen het water. Het ia een tooneel van den innigsten vrede, maar reeds merkt men een adembeklemmende lucht. Een zacht windje brengt de uitwaseming van rotting over. Wij rijden door het bosch. Plotseling maken onze kleine Kozakkenpaarden een zijsprong. Mid den op den weg ligt een doode Rus. Een ver starde hand wijst naar boven. Deze hand in tot stille bosch ia ala een stomme aanklacht _H-2.li tégen dezen oorlog, die hem en zooveel ande re arme domme Russische boeren weg rukte uit de slaperige eenzaamheid van een klein Russisch dorp naar het groot© bloedgericht van de wereldgeschiedenis, om te sterven ellendig en verlaten in dit koude bosch van Augustowo. Dan komen er zooveel lijken, dat ik mijn oogen sluit om de ellende niet te zien, die overal om me hoen ligt. Aan den rand van den weg, in hot kreupel bosch, achter den een of anderen boom, Bteeds dichter liggen de lijken van monschen en ook van paarden. Velen zijn reeds aangevreten door de kraaien, half verteerd. Anderen zien er nog uit alsof zij slapen. Eoe moet het in dit bosch geweest zijn, toen do Duitsc-h© granaten neervielen? De dikke stammen van grooto dennen en spar ren zijn als lucifers gebroken. Do kronen han gen treurig naar beneden of zijn in andere boomen terecht gekomen. Daar ligt een heele colonne van nmmunitiewageos. De groote gra naten en kartetsen liggen overal verstrooid in do plassen. Daar staat, eén wagen roet stuk geschoten wielen. De heele inhoud regiments- papicren, soldijboeken, uniformstukken, ligt over- den weg. Gruwelijk is liet in dit bosch. Wanneer heeft deze lijdensweg een einde? Bij Tobolowo ia een dor hevigste gevechten ge leverd. Het veld draagt de sporen van do vree selijke catastrophe. Bij groepen liggen de lijken verspreid. Lange colonnes van caissons staan midden op het veld. Aan den bosch rand tallooze wagons met de over elkaar gevallen lijken der paarden. Do loopgraven, die in haast zijn opgeworpen, liggen vol met geweren, patronen, kleodingst.ukken. De gele, léemigc grond is overal rood geverfd met bloed. Hoe moet het er hier twee dagen geleden uit ge zien hebben, toon het opruimingswerk nog niet begonnen was? Er hebben zooveel dooden gelegen, dat rnen thans dagen na den slag nog niet allen heeft kunnen begraven. Boven in de lucht zweven tallooze kraaien. Zij drijven rond boven mijn hoofd en angstwekkend is het geluid van die duizenden stemmen in de hel dere lucht. Een koppel honden sluipt langs de huizen naar het bosch. Zij gaan steeds iu groot© troepen, als waren zi,j hang allocn te zijn. Ook het blaffen schijnen zij verleerd te hebben. Het ie of de schrik van het artillerie vuur hen verstomd heeft. De tocht gaat Verder, door een bosch. Het is als bij Tobolowo. Lijken, dood© paarden, Vrijdag door do „U 28" aangehouden. Een officier en een mindere kwamen aan boord. De ,,U 28" stoomde vooruit naar Zeebrugge. Een reden voor do opbrenging werd niet opgegeven. De Duitschors gedroegen zich zeer beleefd. Te Zeebrugge werden de mannelijke Bel gisch© passagiers gevangen genomen de vrouwelijke Belgische passagiers, de Neder» landsche passagiers en een deel der beman ning van do beide Nederlandsche schepen werden den volgenden morgen, Zaterdag, onder militair geleide naar de Nederlandsche grens gebracht. Naar de leden der bemanning van de „Zaanstroom", die te Temeuzen terugkeer den, mededeelden, was Zaterdag op de ,,Zaanstroom" de Duitscbe oorlogsvlag ge- heschen en was met het lossen der lading een aanvang gemaakt. Aan de directie der Hollandsche Stoom bootmaatschappij werd nog geen rapport over het gebeurde uitgebracht. Ven een schieten op de „Zaanstroom" werd daarbij echter geen melding gemaakt. De directie deelde ons mede niet te ge- looven, dat dit geschied zou zijn. Immers, de Nederlandsche koopvaardijschepen heb ben strikte orders bij de nadering van een onderzeeër dadelijk te stoppen. 0nz9 Regeering is van het gebeurde in kennis gesteld. Zondagavond was nog niet bekend, welke maatregelen zij in deze zou nemen. De aanhouding van de „Batavier V". Men schrijft ons uit Vlissingen: Volgens modedeolingen van een der leden van d© equipage van de Batavier V", welk© even als do „Zaanstroom" te Zeebrugge werd bin nengebracht, werden de Bchepen door een schot van den onderzeeër gewaarschuwd, dat zij moesten stoppen. Na onderzoek der scheepspapieren werd aan de schepen gelast in het zog van den onder zeeër naar Zeebrugge te stoomon. Aan de be manning der sohepen werd van d© torpedoboot wijn en sigaren gezonden. Toen men d© kust naderde, kwamen Duitsehe zeelieden aan boord, terwijl de Nederlandsche bemanning naar be neden moest gaan. Direct toen men te Zee brugge was, mocht zij echter weer boven ko men. Ook hier was de behandeling der equipage zeer goed. De mannelijke Belgen, waaronder twee priesters, werden direct krijgsgevangenen gemaakt, terwijl ook een man van 39 jaar en 11 maanden werd medegenomen, terwijl 40 jaar d9 leeftijdsgrens voor gevangenneming is. Dui delijk bleek, dat het te doen was, om de levens middelen, althans om te beletten dat deze in Engeland kwamen. Men begon direct met los sen der schepen. De „Batavier" had 4400 kisten eieren ieder van ongeveer 1800 stuks aan boord en 200 fusten bier, van deze gingen direct twee aan boord van den onderzeeër. De kapitein, de eerste stuurman en bootsman, een stoker en donkeyman en een matroos bleven aan boord ter wijl de andere loden der equipage en de niet ge vangen genomen passagiers gelegenheid kregen gratis naar Temeuzen te reizen, van waar zij Zondag naar Rotterdam doorgingen. Men had nog tegen de bemanning van den onderzeeër ge zegd, dat ook de Earwiekboot op komst was, maar het antwoord luidde: „die krijgen wij later wel." Het opbrengen van de „Zaanstroom". In verband met het voorgevallene met de „Zaansroom" hadden Maandag de directeuren van de Hollandsohe Stoombootmaatschappij, de heeren Nierstrasz en Cos, een onderhoud met den minister van buitenlandsche zaken op diens departement. Het zal nog moeten blijken of de Duitsehe regeering de levensmiddelen, die bestemd waren voor particulieren in Engeland, zal verbeurd verklaren, of de waarde er van aan de maat schappij zal vergoeden. Tot dusver gaat het verkeer op Engeland van de maatschappij den gewonen gang en sinds het voorgevallene met de „Zaanstroom" zijn de „Ystroom' en do „Rijnstroom" naar Engeland vertrokken. Volgens geruchten moet ook de „Eem- stroom", die Woensdag naar Huil vertrok, op de Noordzee door een Duitschen onder zeeër zjjn aangehouden. Dit vaartuig had slechts een kleine hoeveelheid levensmiddelen, o.a. suiker, aan boord. Bijzonderheden hier omtrent zijn nog niet ingekomen. Een Taube boven een Kollandsoh eeïtip. Het Zondagavond omstreeks elf uur te IJmuiden van Rosario binnengekomen Nederlandsch stoomschip „Zevenbergen" van de reederij „Fumess Scheepvaart- en Agentuurmaatschappij" to Rotterdam heeft een vreemd avontuur op zee beleefd. De kapitein T. Jaski, de eerste-stuurman Coerkamp, do tweede-stuurman H. Verha gen deelden ons het volgende mede. Gistermiddag halffcwaaif waren wij acht mijlen W. van Noord-Hinder vuurschip, toen wij opeens een gesnor van een vlieg machine hoorden. Wij stonden toen op de brug, keken naar boven en ontdekten een „Taube". De machine vloog omstreeks 250 M. bo ven ons schip en wierp twee bommen achter een naar on3, welke echter vóór den boeg stuk -geschoten wagens, gebarsten bommen, bloedige ldeeren, gebroken geweren, granaat- kuilen. De gewone hol van het slagveld. In- tusschen betrekt de lucht. Van uit het zuiden komen zware, zwarte wolken aangedreven en do zon gaat er achter schuil. Wij zijn door het bosch heen. De boomen worden 6chaarscher. Spoedig zijn we op do magere akkervelden van Makarce, waar de slag van twee dagen heeft gewoed. Al wat ik tot nu toe op mijn weg van den dood heb gezien, is niets verge leken bij datgene, wat zich nu voordoet. Wijd en zijd is de aarde met loopgraven gevoord. En in en bij deze loopgraven liggen honder den lijken. .Daar ligt een troop Duitsehe sol daten. Daar Russen. Dan weer paardenlijken en dan weer menschen, zoover men kan zien op het eentonige, vuile, grijsbruin van het veld. Op een heuvel te midden van het slag veld, zijn grooto groepen van fcooren do ge sneuvelden aan het begraven. Sedert drie dagen graven zij reeds cn nog steeds komen zij met hun gruwelijk werk niet klaar. Ter zijd© van den weg liggen twintig Russen op gestapeld. Aan den anderen kant tien Duit- schers. Iets ter zijde van do Duitsehe groep oen kapitein, wion do kogel midden door het hart ging. Zijn mond is half open, alsof hij tot den storm wilde commandeeron. Aan zijn gezicht ziet men, dat hij van den dood niets heeft gemerkt. Hij is gelukkiger geweest dan vele anderen, dio zich lang op deze kale velden hebben moeten rondslopen, voor do dood hen uit hun lijden verloste. Het doet pijnlijk aan, dat men hem de schoenen uitgetrokken heeft en dat do onbedekte voeten verstijfd omhoog stoken, Dit doen de boeren geregeld.. Zij den. ken: do dooden hebben zo niet meer noodig en wij wel. Maar men zou deze vele naakte voeten liever bedekt zien. Do officier, dio ons vergezelde, zocht ccn graf uit voor den ge vallen kapitein. Tussehon de mooiste boomen. Daar zal do gesneuvelde nu rusten ter zijde van den weg in de schaduw van twee berken. Of do zijnen ooit dit graf zullen vinden Spoedig valt de avond in. In oen streep aan den horizon zie ik do zon glooiend onder gaan. Boven mo is de lucht bewolkt en lang zaam en in groote vlokken begint hot to sneeuwen. Wij rijden een hollen weg in, die langs de Serwy-plassen haar een dorpje leidt, dat ons, buiten het slagveld gelegen, ccn goed aan stuurboord op een afstand van pl. 7 M. in zee ontploften. Daarna vloog het vliegtuig in de richting van do Engelsche kust verder. Wij schilderden toen onmiddellijk de Hol landsche driekleur benevens de woorden „Zevenbergen, Rotte rd am Hol la n d" op vóór- en achterdek. Toen de aan val gebeurde, woei de Hollandsche vlag aan den stok. Ten tweeden mal© kwam de „Taube" echter terug, na eerst eenigen tijd boven twee Engelsche stoomschepen met witte pijpen, vermoedelijk Cork-booteu, ge vlogen te hebbenook op deze schepen wer den door de Taube" bommen geworpen. De uitwerking konden wij echter niet be speuren. Wel zagen wij, dat door de Engel sche schepen op de „Taube" werd gescho ten, doch of deze schoten doel troffen, kon den wij evenmin oonstateeren. Toen het vliegtuig voor de tweede maal boven ons was, trok de kapitein eenige malen aan de stoomfluit en waren de drie Hollandsche vlaggen, die in den mast geheschen waren, benevens het geschilderde op het dek goed zichtbaar voor de „Taube", waarop deze verdween en spoedig uit zicht was. Nog deelde men ons mede, dat zij Don derdagmorgen twee scheepsbooten gezien hebben, bemand met ongeveer 22 koppen. Dit zagen zij op de hoogte van het „Royal Sovereign" vuurschip. Twee Engelsche tor pedobooten kwamen aanstoomen, namen het volk uit de booten over en lieten daarna de vaartuigen drijven. De hulp der Hollan ders was dus onnoodig. De Zevenbergen" was met graan gela den en voer te kwart over twaalven naar Amsterdam op. De actie in de Dardanelles Engelsche en Fs*ansch© slagschepen gezonken. LONDEN. De admiraliteit deelt mede, dat de Britsche slagschepen „Irresistible" en „Ocean" en het Eranscke slagschip „Bouvet" in de Dardanellen op mijnen zijn gestooten en gezonken. De Britsohe verlie zen aan mcnschenlevens zijn niet grootdo bemanning van het Fransehe schip kwam vrijwel geheel om het leven. LONDEN. Officieel. Het verlies van de Britsche en Fransehe schepen had Vrijdag plaats tijdens een algemeenen aanval op de forten in de zeeëngte. De „Bouvet" zonk in drie minuten. De schade aan de forten doorgezet, terwijl de mijnenvegers hun werk deden. Te 4 uur 9 verliet de „Irresistible" de linie, zwaar hellend, te 5 uur 30 zonk het schip, dat waarschijnlijk op een drijvende mijn was gestooten. Te 6 uur 5 zonk ook de Ocean", die eveneens op een mijn stiet. Beide schepen zonken in diep water. Vrijwel de geheel© bemanningen werden gered onder eon hevig vuur. De „Gaulois" werd door kanonvuur be schadigd. De „Inflexible" werd op het voorschip getroffen, en moet hersteld worden. De beschieting der forten en het mijnen vegen werd gestaakt toen het donker werd. De schade aan de forten door het krach tige, langdurige, directe vuur aangericht, kan nog niet worden geschat, en een nader rapport zal volgen. De schepen gingen verloren door mijnen, die met den stroom meedreven, en die zoo kwamen in de areas, die reeds van mijnen waren gezuiverd. Dit gevaar zal speciale maatregelen vereischen. De persoonlijke verliezen der Britten zijn niet zwaar, in aanmerking, genomen den omvang der operaties, maar 'de bemanning van de Bouvet" is vrijwel geheel verloren gegaan met het schip. Blijkbaar heeft hier behalve de ontploffing van een mijn ook een inwendige ontploffing plaats gehad. De „Queen" en de „Implacable", die van Engeland zijn afgezonden ter voorzie ning in verliezen, die men van te voren ten gevolge van deze operaties verwachtte, zul len weldra moeten aankomen, waardoor de Britsche vloot dan weer op de oorspronke lijke sterkte zal zijn gebracht. De operaties worden voortgezet, daar voldoend© militaire krachten ter plaatse beschikbaar zijn. PETERSBURG. De nadering van een Russisch eskader in den Noordelijken Bos porus verwekte groote ontsteltenis to Kon- stantinopel. PARIJS. Het oorlogsschip Henri IV", thans in Syrië, heeft last gekregen zich naar de Dardanellen te bef*ven, ter ver vanging van de „Bouvet". De „Gaulois", die beschadigd werd, kan tijdelijk niet meer aan de beschieting deel nemen MALTA. Marine-officieren te Malta aangekomen zeggen, dat de goallieerden ge- looven den Gouden Hcorn in zes weken te zullen bereiken. LONDEN. De „Moraine Post" verneemt TENEDOS. Zes pantserschepen stoom den de zeeengten in. Het Biecht© weer be lette echter het hervatten van de krachtige operaties. LONDEN. De Engelsche pers is volstrekt niet verontrust door de geleden verliezen, welke niet onverwacht komen. Men heeft altijd erkend, dat de forceering van de Dardanellen, niet zou kunnen gesciheden zonder verliezen te lijden. Hoe goed dit ingezien werd blijkt wel uit het feit, dat de two© oorlogsschepen „Que^n" en „Implacable" onlangs uit En geland naar de Dardanellen zijn gezonden, daar men zulke verliezen voorzag. Door bet oveneens uitzenden van het Fransehe oor logsschip Henri IV" zal de Fransch-Engel- sche vloot weer op de oorspronkelijke sterkte zijn gebracht. Marine-deskundigen zijn van oordeel, dat in dit uitzonden van schepen door de admi raliteit niets ligt, dat op iets anders wijst dan op het ten slotte behalen van de over winning,^ noch dat er uit zou volgen, dat de verdedigingskracht grooter blijkt dan ver wacht werd. Zij geven toe, dat het gevaar der losse Turksche mijnen onderschat kan zijn, maar dit is een gevaar waartegen men iets kan doen. De wil van de bondgenooten om de onderneming tot een goed einde te brengen, blijkt uit de aanvulling van de vloot met nieuwe schepen. KONSTANTINOPEL. De correspon dent van do Agence Milli verneemt, dat een vijandelijk pantserschip, dat in beschadigden toestand naar Tenedos werd gesleept, met het voorschip onder water dook. Voor Tenedos werd de bemanning door andere vaartuigen gered. Het schip zou een Fransch pantserschip zijn. BERLIJN. Het „Berliner Tageblatt" verneemt uit Konstantinopel over de ge vechten aan de Dardanellen: Het groote gevecht, dat zeven uur duur de, eindigde met de overwinning der Turk- Bche forten. Met uitzondering van twee on bewoonde kazernes en enkele loopgraven, die licht beschadigd werden, hadden de Turksche forten geen schade gekregen. De vijandelijke vloot loste, volgens de „Tasvir-i-Eflciar tot nog toe 15000 schoten op de vestingen aan de zeeengten. Het verlies aan mcnschenlevens wa3 bij deze ammunitieverspilling uiterst gering. Aanvankelijk was de actie tegen de Dar danellen een maritieme, maar weldra, zoo Bchrijft de maritieme medewerker Vrijdag in de „Times", zullen de marine-strijd krachten met het leger der geallieerden samenwerken. Wat tot dusver geschied is, bestaat niet alleen uit de vernieling van de forten en batterijen aan den ingang van de straat, maar ook verschillende versterkingen aan de binnenzijde der Dardanellen zijn verwoest, terwijl het mijnenveld tot de engte is opgeruimd (dat er nog mijnen drij ven, blijkt echter wel uit het ziuken van drie slagschepen Red.). Matrozen en mari niers zijn na het bombardement geland, om het werk van het marine-geschut te vol tooien, maar voordat dit doorgezet wordt, is het noodig, dat grootere strijdkrachten geland worden. U it hetgeen met de Amethyst'obeurd is in de baa.i van Sari Siglar blijkt, dat een Boort bezetting noodzakelijk is, om den Tur ken te verhinderen, de binnenste batterijen te repareeren, en er nieuwe kanonnen of houwitsers in te plaatsen, wanneer het slech te weder een voortzetting van het bombar dement verhindert. In een van do berichten van do admira liteit wordt gewezen op het gevaar van het mijnen-visschen. De trawlers voor dit werk gebruikt, en de kleijiè kruisers, die hen be schermen en langzaam varen, bieden een goede schijf voor de Turksche kanonniers. Het werp-vuur van de houwitsers kan meer schade aanbrengen, dan dat van de kanon nen, wat blijkt uit het groot aantal gewon den op de „Amethyst", hoofdzakelijk in de machine-kamer en stookplaatsen. De koel bloedigheid en kalmte, waarmee de beman ningen der trawlers baar gevaarlijk werk doen, verdient groote waardeering. Ook zij leden verliezen en één der booten ronk, On langs leed de Amethyst" hevig, toen zij de „mine-sweepers" beschermde. KONSTANTINOPEL. Het hoofdkwar tier meldt: Waarnemingen hebben vastge steld, dat tijdens het gevecht in de Darda nellen het Fransehe pantserschip „Bouvet" voor den ondergang door twee projectielen van zwaar kaliber werd getroffen. Vijf van onze granaten raakten do „Queen Elisa beth", vier de „Inflexible". Aan onze zijde is slechts een ver-dragend kanon beschadigd. Onze verliezen aan menschen zijn ongeveer twitnig dooden. Zondag beproefde de vijand niets tegen de Dardauellen. KONSTANTINOPEL. De bladen beves tigen, dat een tweede Fransch oorlogsschip In den oorlog, den aller-ongewoonsten toestand, die er in onze beschaafde maatschappij kan bestaan, moot men zich aan alles gewennen. Wat wjj op ons plaatje hierboven zien, is dan ook wel iets vreemds: Duitscbe „Jantjes" zijn bozig paarden te laten dravenMatrozen, die gewoon zijn den bodem van een schip onder de voeten te hebben, rennen over de weide met een paard naast zich! Zoo gebeurt thans in Vlaanderen, waar vele matrozen van oorlogsschepen in de loopgraven ge bruikt worden en natuurlijk ook voor andere diensten. Hier probeeron zij, of de gerequireerde paarden goed zijn. ten gevolge van het hevige vuur nog niet te schatten. De operation worden voortge zet. Twee slagschepen zullen weldra uit Engeland nog aankomen. Te 1 uur 25 Vrijdagmiddag staakten alle forten het vuur. De „Vengeance" en „Ma- jectic" kwamen toen naar voren om de zee slagschepen in de zeestraat af te lossen. Toen het Fransehe eskader, dat de forten op schitterende wijze had beschoten, naar buiten voer, stiet de „Bouvet" op een drij vende mijn en zonk in minder dan drie minuten ten noorden van Erenkeui. To 2 uur 36 hernieuwden de slagschepen, die ter aflossing waren opgevaren, den aan val op de forten, die eveneens het vuur heropenden. De aanval op de forten werd onderkomen belooft. Hot dunne ijs in de poe len en op bet meer is op vele plaatsen gebro ken. Op dio donkere plekken steken armen, voeten en paardenkoppen uit. Onder een hou ten brug liggen de dooden dicht naast en over elkaar. Duitschers en Russen te hoop. Velen zijn zoo diep weggezonken in de sneeuw, dat men nog slechts de- handen of een stuk van het gezicht ziet. De weg wordt smaller, bijna te smal voor den wagen. Overal liggen doo den, het is haast onmogelijk uit te wijken. Te gen de helling, aan het einde van dozen vree- selijken weg, ligt een blonde Duitsehe soldaat. Men zou kunuen denken, dat hij sliep. Hot lijkt iets bovenaardse!:. Het laatste licht schijnsel glijdt over het jongo gezicht, de sneeuw valt in dikke, groote vlokken op het slagveld van Makarce en in dit merkwaardig mengsel van licht en schaduw, te midden van deze mengeling van kleuren, van het grijs van den vuil en akker, van het rood van het bloed, het verblindend wit van de nieuwe sneeuw, ziet dat jonge, tevreden lachende gezicht er als verheerlijkt uit. Het is wonderlijk zoo schoon als- de dood op het slagveld kan zijn... Van 15 tot 22 Maart. 15 MaartEen Engelsch eskader schiet bij Juan Fernandez den kleinen Duit schen kruiser „Dresden" in den grondbemanning gered op 19 man na. De Engelsche stoomboot „Fingal" (1562 ten) aan de kust van Nortnhumberland getorpe deerd zes opvarenden omgeko men, 16 De Duitsehe duikboot ,,U 28" torj>edeert bij bet lichtschip „Maas" het Engetpcb© stoomschip „Leeuwarden" (900 ton)beman ning van 17 koppen gered. 17 Aan de oevers van de Orisj ont wikkelt zich op hot oostelijk ge- yecktsfront een nieuwe groote uit Athene, dat volgens een lid van het diplomatieke korps, uit Konstantinopel al daar aangekomen, de Duitsehe officieren de noodige maatregelen treffen voor het geval de stad mocht vallen na de forceering der Dardauellen, waarvan zij de mogelijkheid binnen een maand erkennen. De Ameri- kaansobe regeering heeft erin toegestemd voor de behartiging der Duitsehe belangen iu Turkije zorg te dragon ingeval Konstan tinopel mocht vallen. LONDEN. De .„Chron" verneemt van Tenedos, dat krijgsraad is gehouden aan boord van het Fransehe vlaggeschip „Suf- fren", waaraan de Fransehe en Engelsch» admiraals deelnamen. Er zou tot een be langrijke actie besloten zijn. veldslag. Bij Jednorozec, ten oos ten van Mlawa, veroveren de Russen 17 Duitsehe kanonnen. Bij de hervatting van hot bom bardement op de Dardanellen- forten schieten de Turksche kust- batterijen het Fransehe pantser- schip „Bouvet" (12.000 ton) eu een Engelsche torpedoboot in den grond; bemanningen bijna geheel omgekomen. Volgens Turksche berichten is ook het Fransehe slagschip „Gau lois" gertoffen en aan do kust van Tenedos gezonken de bemanning door de andero achepeu van het Fransch-Engolsche eskader gered. Een Turksch eskader schiet de scheepswerf te Feodosia aan de zuid-oostelijke Krim-kust in brand. Het Engelsche stoomschip „Glenartney" (5200 ten) in het Kanaal getorpedeerdéén der opvarenden verdronken. De Nederlandsche lomscho- pen „Zaanstroom" en „Batavier V" door den Duitschen onder zeeër „U 28" aangehouden en naar Zeebrugge opgebracht. Volgens Turksche berichten zijn do Engelsche pantscrachepen „Irresistible" (15.000 ton) en Ocean" (12,950 ton) door de Turksche batterijen zwaar bescha digd, of wel tot zinken gebracht; volgens Engelsche berichten stie ten beide schepen op mijnen. Op varenden bijna allen gered. -De Engelsche stoombooten „Blue Jacket" en „Hyndford" bij Beachy Head getorpedeerd, doch niet gezonken de beman ningen werden, op één na. -"red. Volgens uit Amerika ontvan gen berichten zou do Buiteche kruiser „Strassburg" reeds in November in West-Indische watoren verloren zijn gegaan. Volgens de bladen te Rome is door Italië een ultimatum gezon den aan Oostenrijk over bet afstaan van door Italianen be woonde, onder Oostenrijksch ge zag staande streken. Een uitval van bet garnizoen van Przemysl wordt door de Rus sische belegeraars afgeslagen, waarbij <1000 man en 107 officie ren gevangen genomen, benevens 16 mitrailleuses worden buit ge maakt. Do troepen van de Zuid-Afri- kaanscbe Unie bezetten een aan tal plaatsen in zuid-oostelijk D u itsch- Zuid west-Afrikawaarb ij Botba 200 man gevangen maakt. Honger-opstootjes tie Venetië. De Russen bezetten Memel. -Hervatting van het Oostenrijk- scho offensief in de Boelcowina, doch bij een poging, om do Proetb over te trekken, worden zij teruggeslagen. Het Amerikaansche schip „Maricaë". op weg naar Stock holm met levensmiddelen, be nevens een Spaansch schip, wor den door de Engelsch en aange houden en opgebracht, Twee Duitsehe Zeppelins werpen bommen op Parijscbc voorsteden schade aan eenige gebouwen en een zevental gekwetsten. Een Engelsch vliegtoestel bij Oostbrug geland, de inzittenden geïnterneerd Op de Duitscbe Oorlogs-loening blijkt voor negen milliard mark te zijn ingeschreven. De beschieting van Ossowiecz. In de laatste dagen wordt de Russische vesting in Polen Ossowiecz hardnekkig be ach oten door de Duitschers. De inneming dezer versterkte plaats zal een feit van be lang zijn, want daardoor zullen ze de Narew- linie kunnen doorbreken en Warschau van twee kanten kunnen aanvallen. Ossowiecz is eon zeer sterke vesting met een aantal zware forten, dio echter het gebrek hebben, dat ze niet gepantserd zijn. De 12 forten hebben onderling een afstand van ongeveer 2.5 K.M. en zijn 910 K.M. yan de kern vesting verwijderd. Do inrichting van deze forten, welk© Bohematisch i3 weergegeven op de schets, komt op het volgende neer: Het fort is omgeven door ©en droge gracht, welke aan de vijandelijke zijde (de contrescarp) wordt begrensd door een boo gen muur met daarvoor gelegen glacis, ter wijl aan de zijde van het fort (de escarp) een lagere muur met daarop geplaatst' ijzeren hek de stormvrijheid verzekert. De gracht wordt bestreken uit bomvrije ge bouwen, z,g. contrescarpkoffers A. en uit ©en in de keel van het fort gelegen kaze mat B. De bewapening bestaat uit een aantal mitrailleurs ©n 20 tot 30 snelvuurkanon- nen voor d© nabijverdediging, welke ge deeltelijk op den hoofdwal zijn geplaatst in open stellingen C. met daarnaast gelegen remises voor den afwachtingstoestand, ter wijl de vuurmonden voor de bestrijking van de tusschenlinien, het z.g. groot-flanke- ment, zijn opgesteld in bomvrije gebouwen D., traditoire kazematten genaamd, welke gedekt in de keel van het fort liggen en van waar uit vuur kan worden gebracht tot 110.0 M. vóór en 600 M. achter de neven werken. Overigens wordt de kracht van de ver dediging van het fort gezocht in eeue sterke infanteriebezetting van ongeveer 2 compag nieën, waarvoor twee, achter elkander ge legen opstellingen E. en F. aanwezig zijn, die door gedekte gemeensohapswegen zijn verbonden met het bomvrij logies (gearceerd in de schete). Het talud vóór de opstelling E. hoeft een© flauwe helling, om de infan terie gelegenheid te geven tot een tegen aanval met de bajonet, wanneer de aanval ler doordriugt tot in de droge gracht. De opstelling F. doet dienst als opnemingsstel ling voor de op den hoofdwal opgestelde in fanterie. i De tussóhenliniën van deze forten wor den verdedigd door glacisvorcnigo, goed gemaskeerde gronddekkingen, ingericht voor verdediging door infanterie en mitrail leurs, terwijl ongeveer 100 M. hierachter de vuurmonden voor den strijd op groote af standen en die voor den geschutesbrijd zijn opgesteld in batterijen van 46 rtukken. Deze batterijen ziju van bomvrije lokalen voor logies, berging van munitie, enz. voor zien. Een uitgebreid net van veldspoorwegen binnen de vesting bevordert de aanvulling van munitie en het verband tusscben de onder deel en. Op ongeveer 2 K.M. achter do hoofdlijn van weerstand liggen kleinere forten ln tweede linie, om bij eene doorbreking van de eerste linie den aanval to stuiten. In het algemeen huldigen dus deze Rus sische versterkingen het moderne beginsel van de verspreiding dor ge vechtskracht, gepaard met een zoo veel mogelijk aanpassen aan het ter r e i n. Echter hebben zij behalve het nadeel, van het ontbreken van pantserconstructies, waarvan de onmisbaarheid bij liet beleg van Port-Arthur zoo overtuigend werd aange toond, de groote tactische fout, dat de for ten zeer groot en diep zijn en dus eene groote trefkans bieden aan het aanvallend vuur. Dit gevoegd bij de omstandigheid, dat betondekkingen zonder wapening geen voldoend weerstandsvermogen hebben tegen eene beschieting uit de moderne belegerings- artillerie, maakt dat de vesting Ossowiecz in ruime mate den steun van het Russische veldleger noodig heeft-, om aan de beschie ting z-ooveel mogelijk bezwaren in den weg te leggen. landsche stoomschepen „Zaanstroom" en „Batavier V". het laatste van Rotterdam naar Tilbury, Nederlandsche passagiers, eu Belgische vrouwen van de stoomschepen, welke Vrijdag bij het lichtschip „Maas" door de duikboot „U 28" zijn aangehouden en met Duitscbe officieren aan boord opge bracht zijn naar Zeebrugge. De bemanningen van de stoomschepen, met uitzondering van de officieren, zijn vrijgelaten, evenals de vrouwen en kinderen der Belgen. De Belgen zelf zijn echter ten getale van 16 gevangen genomen. Bij de directie van de „Hollandscho Stoomboot Maatschappij" is Zaterdag be richt ontvangen, dat de „Zaanstroom" naar Zeebrugge is opgebracht. De kapitein telegrafeerde er bij, dat alles wel aan boord was. De „Zaanstroom" was met stukgoed op weg van Amsterdam naar Londen. Men schrijft onsi' Omtrent de aanhouding der schepen kan nader worden bericht, dat de omstreeks Donderdagmorgen 5 uur van den Hoek van Holland vertrokken „Batavier V" reeds ©en half uur na het vertrek werd aangehou den. Terwijl de commandant der 28" roet dien van het stoomschip sprak, kwam een ander schip in het zicht. Er werden een paar officieren aan boord der „Batavier" gezonden en de „U 28" stevende naar het andere schip heen. Dit bleek te zijn de uit IJmuiden vertrokken „Zaanstroom". Ook deze werd geseind te Btoppen. De kapitein wilde echter een poging aanwenden den onderzeeër te ontkomen. Maar toen deze uit zijn snelvuurkanon een granaat afschoot, die voor den boeg van het stoomschip weg scheerde, achtte men het raadzaam aan het bevel te voldoen. De commandant van den onderzeeër gaf te kennen, dat hij, in verband met den oor log en de omstandigheden, het verder ver voeren van de aan boord zijnde voedings middelen varkensvleesch, geslachte kalve ren enz. niet kon toelaten, een en ander in beslag nemen moest en dat de schepen naar Zeebrugge moesten varen. Op dezen weg konden licht Engelsche oorlogsschepen, die patrouilleeren, worden ontmoet. Was dit hot geval geweest, dan zou de reis voor de opvarenden, ruim 50 op de „Batavier" en ruim 20 op de „Zaanstroom", waarschijn lijk niet zo-o gemakkelijk ve-rloopen zijn. Zij werden nu heel hoffelijk behandeld. Alleen was hun niet veroorloofd communicatie met den wal te hebben. De aan boord zijude, in het leger dienstplichtige Belgen wer den, als reeds gemeld, krijgsgevangen ge maakt. De andere passagiers en de equi page zijn, met uitzondering van de officie ren en eenigen der bemanning, die aan boord bloven, met een extra-trein met gesloten wagons naar Gent vervoerd en verder met den trein uit Gent naar Temeuzen gezon den. Door busschenkomst van den water schout zijn allen onder dak gebracht. Toen de schepelingen bij aankomst te Zeebrugge verzochten te mogen telegrafee- ren, werd vanwege de Kommandantur te kennen gegeven, dat voor bericht van het gebeurde reeds gezorgd wa9. Zaterdagmiddag is met het lossen der la ding aangevangen. Wat omtrent de schepen beslist is, kon men mij nog niet mededcelen. Een deel der opvarenden van de ,Zaan- Btroom" is te Rotterdam teruggekeerd. Aan boord waren gebleven de kapi tein T b ij s V i s b e r, de stuurman, een hofmeester, een donkeyman, twee itaachinis- ten en twee kwartiermeesters. Blijkens de verhalen der teruggekeerde leden der bemanning was de „Zaanstroom" ongeveer gelijktijdig met de „Batavier V"

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2