1913
Ons Oorlogsdagboek.
2 3D IIS SOIjDATEKTCOURANT van Woensdag a 4 HVTctetrt
K
Het verlaten slagveld.
Een zeer aanschouwelijke beschrijving van
het vreeselijke der verlaten slagvelden geeft
dr. Steiner in den „Berliner Lokal Anzei-
ger." Hij schrijft: Bijna het geheelo gevechts
terrein, waar het tiende Russische legercorps
fcijn doodsstrijd gestreden heeft, heb ik in de
laatste dagen afgereden. Ik zag het slagveld
bij Sohirwind, Wladislawo, Wirballen, Kihlar-
ty. De met lijken bezaaide wegen bij Soewal-
Ja, Augustowo en Sepockin en de heele rit
waren een gruwelijk crescendo van den dood,
welks vreeslijke indrukken mij niet meer kon
den verlaten- Ik kan mij niets troostoloozer
Voorstellen dan zoo een eindeloos lijkonden
weg, aan welks grauwe, vuile randen, diep
hot veld in, slechts lijken van mcnsch en dier
liggen. Een gebied bijna zoo groot als Oost-
Pruisen, waarvan de grond bijna ovêral met
bloed is besproeid, waar tallooze lijken bosch,
weid© en slooten vulleh, waar men, oLraen
wil of niet, bij iederen stap moet zie™ dat
zich hier een der grootste tragedies der we
reldgeschiedenis heeft afgespeeld.
In het lange artikel van Steiner leest men
dan de volgende landschap-beschrijving: Na
anderhalf uur rijden verandert het vreedzame
uitzicht van de streek. Op de velden ligt
reeds hier en daar een dood paard, een ge
broken geweer, een bloedige lap, die met zijn
sterke kleur blinkt in bet zonnelicht. Dan
komt een Roode Kruis-wagen met gebroken
assen. Honderden flesschen en instrumenten
liggen in het rond.
Bij Gawrychroeda, een ellendig gat, met
misschien een dozijn armzalige huizen, wordt
het land heuvelachtig en nadat wij een half
uur in de stille eenzaamheid van een groen
bosch gereden zijn, zie ik bij een buiging van
den weg de merenreeks van Wikry. Het gou
den zonnelicht glinstert op het ij3 van de me
ren. Zoover het oog reikt omringen eindelooze
bosschen het water. Het ia een tooneel van
den innigsten vrede, maar reeds merkt men
een adembeklemmende lucht. Een zacht windje
brengt de uitwaseming van rotting over. Wij
rijden door het bosch. Plotseling maken onze
kleine Kozakkenpaarden een zijsprong. Mid
den op den weg ligt een doode Rus. Een ver
starde hand wijst naar boven. Deze hand in
tot stille bosch ia ala een stomme aanklacht
_H-2.li
tégen dezen oorlog, die hem en zooveel ande
re arme domme Russische boeren weg rukte
uit de slaperige eenzaamheid van een klein
Russisch dorp naar het groot© bloedgericht
van de wereldgeschiedenis, om te sterven
ellendig en verlaten in dit koude bosch van
Augustowo. Dan komen er zooveel lijken, dat
ik mijn oogen sluit om de ellende niet te zien,
die overal om me hoen ligt. Aan den rand
van den weg, in hot kreupel bosch, achter den
een of anderen boom, Bteeds dichter liggen de
lijken van monschen en ook van paarden.
Velen zijn reeds aangevreten door de kraaien,
half verteerd. Anderen zien er nog uit alsof
zij slapen. Eoe moet het in dit bosch geweest
zijn, toen do Duitsc-h© granaten neervielen?
De dikke stammen van grooto dennen en spar
ren zijn als lucifers gebroken. Do kronen han
gen treurig naar beneden of zijn in andere
boomen terecht gekomen. Daar ligt een heele
colonne van nmmunitiewageos. De groote gra
naten en kartetsen liggen overal verstrooid
in do plassen. Daar staat, eén wagen roet stuk
geschoten wielen. De heele inhoud regiments-
papicren, soldijboeken, uniformstukken, ligt
over- den weg. Gruwelijk is liet in dit bosch.
Wanneer heeft deze lijdensweg een einde? Bij
Tobolowo ia een dor hevigste gevechten ge
leverd. Het veld draagt de sporen van do vree
selijke catastrophe. Bij groepen liggen de
lijken verspreid. Lange colonnes van caissons
staan midden op het veld. Aan den bosch rand
tallooze wagons met de over elkaar gevallen
lijken der paarden. Do loopgraven, die in haast
zijn opgeworpen, liggen vol met geweren,
patronen, kleodingst.ukken. De gele, léemigc
grond is overal rood geverfd met bloed. Hoe
moet het er hier twee dagen geleden uit ge
zien hebben, toon het opruimingswerk nog
niet begonnen was? Er hebben zooveel dooden
gelegen, dat rnen thans dagen na den slag nog
niet allen heeft kunnen begraven. Boven in
de lucht zweven tallooze kraaien. Zij drijven
rond boven mijn hoofd en angstwekkend is het
geluid van die duizenden stemmen in de hel
dere lucht. Een koppel honden sluipt langs
de huizen naar het bosch. Zij gaan steeds iu
groot© troepen, als waren zi,j hang allocn te
zijn. Ook het blaffen schijnen zij verleerd te
hebben. Het ie of de schrik van het artillerie
vuur hen verstomd heeft.
De tocht gaat Verder, door een bosch. Het
is als bij Tobolowo. Lijken, dood© paarden,
Vrijdag door do „U 28" aangehouden. Een
officier en een mindere kwamen aan boord.
De ,,U 28" stoomde vooruit naar Zeebrugge.
Een reden voor do opbrenging werd niet
opgegeven. De Duitschors gedroegen zich
zeer beleefd.
Te Zeebrugge werden de mannelijke Bel
gisch© passagiers gevangen genomen de
vrouwelijke Belgische passagiers, de Neder»
landsche passagiers en een deel der beman
ning van do beide Nederlandsche schepen
werden den volgenden morgen, Zaterdag,
onder militair geleide naar de Nederlandsche
grens gebracht.
Naar de leden der bemanning van de
„Zaanstroom", die te Temeuzen terugkeer
den, mededeelden, was Zaterdag op de
,,Zaanstroom" de Duitscbe oorlogsvlag ge-
heschen en was met het lossen der lading
een aanvang gemaakt.
Aan de directie der Hollandsche Stoom
bootmaatschappij werd nog geen rapport
over het gebeurde uitgebracht. Ven een
schieten op de „Zaanstroom" werd daarbij
echter geen melding gemaakt.
De directie deelde ons mede niet te ge-
looven, dat dit geschied zou zijn. Immers,
de Nederlandsche koopvaardijschepen heb
ben strikte orders bij de nadering van een
onderzeeër dadelijk te stoppen.
0nz9 Regeering is van het gebeurde in
kennis gesteld. Zondagavond was nog niet
bekend, welke maatregelen zij in deze zou
nemen.
De aanhouding van de „Batavier V".
Men schrijft ons uit Vlissingen:
Volgens modedeolingen van een der leden van
d© equipage van de Batavier V", welk© even
als do „Zaanstroom" te Zeebrugge werd bin
nengebracht, werden de Bchepen door een schot
van den onderzeeër gewaarschuwd, dat zij
moesten stoppen.
Na onderzoek der scheepspapieren werd aan
de schepen gelast in het zog van den onder
zeeër naar Zeebrugge te stoomon. Aan de be
manning der sohepen werd van d© torpedoboot
wijn en sigaren gezonden. Toen men d© kust
naderde, kwamen Duitsehe zeelieden aan boord,
terwijl de Nederlandsche bemanning naar be
neden moest gaan. Direct toen men te Zee
brugge was, mocht zij echter weer boven ko
men. Ook hier was de behandeling der equipage
zeer goed. De mannelijke Belgen, waaronder
twee priesters, werden direct krijgsgevangenen
gemaakt, terwijl ook een man van 39 jaar en
11 maanden werd medegenomen, terwijl 40 jaar
d9 leeftijdsgrens voor gevangenneming is. Dui
delijk bleek, dat het te doen was, om de levens
middelen, althans om te beletten dat deze in
Engeland kwamen. Men begon direct met los
sen der schepen. De „Batavier" had 4400 kisten
eieren ieder van ongeveer 1800 stuks aan boord
en 200 fusten bier, van deze gingen direct twee
aan boord van den onderzeeër. De kapitein, de
eerste stuurman en bootsman, een stoker en
donkeyman en een matroos bleven aan boord ter
wijl de andere loden der equipage en de niet ge
vangen genomen passagiers gelegenheid kregen
gratis naar Temeuzen te reizen, van waar zij
Zondag naar Rotterdam doorgingen. Men had
nog tegen de bemanning van den onderzeeër ge
zegd, dat ook de Earwiekboot op komst was,
maar het antwoord luidde: „die krijgen wij
later wel."
Het opbrengen van de „Zaanstroom".
In verband met het voorgevallene met de
„Zaansroom" hadden Maandag de directeuren
van de Hollandsohe Stoombootmaatschappij, de
heeren Nierstrasz en Cos, een onderhoud met
den minister van buitenlandsche zaken op diens
departement.
Het zal nog moeten blijken of de Duitsehe
regeering de levensmiddelen, die bestemd waren
voor particulieren in Engeland, zal verbeurd
verklaren, of de waarde er van aan de maat
schappij zal vergoeden. Tot dusver gaat het
verkeer op Engeland van de maatschappij den
gewonen gang en sinds het voorgevallene met
de „Zaanstroom" zijn de „Ystroom' en do
„Rijnstroom" naar Engeland vertrokken.
Volgens geruchten moet ook de „Eem-
stroom", die Woensdag naar Huil vertrok,
op de Noordzee door een Duitschen onder
zeeër zjjn aangehouden. Dit vaartuig had
slechts een kleine hoeveelheid levensmiddelen,
o.a. suiker, aan boord. Bijzonderheden hier
omtrent zijn nog niet ingekomen.
Een Taube boven een Kollandsoh eeïtip.
Het Zondagavond omstreeks elf uur te
IJmuiden van Rosario binnengekomen
Nederlandsch stoomschip „Zevenbergen"
van de reederij „Fumess Scheepvaart- en
Agentuurmaatschappij" to Rotterdam heeft
een vreemd avontuur op zee beleefd.
De kapitein T. Jaski, de eerste-stuurman
Coerkamp, do tweede-stuurman H. Verha
gen deelden ons het volgende mede.
Gistermiddag halffcwaaif waren wij acht
mijlen W. van Noord-Hinder vuurschip,
toen wij opeens een gesnor van een vlieg
machine hoorden. Wij stonden toen op de
brug, keken naar boven en ontdekten een
„Taube".
De machine vloog omstreeks 250 M. bo
ven ons schip en wierp twee bommen achter
een naar on3, welke echter vóór den boeg
stuk -geschoten wagens, gebarsten bommen,
bloedige ldeeren, gebroken geweren, granaat-
kuilen. De gewone hol van het slagveld. In-
tusschen betrekt de lucht. Van uit het zuiden
komen zware, zwarte wolken aangedreven en
do zon gaat er achter schuil. Wij zijn door het
bosch heen. De boomen worden 6chaarscher.
Spoedig zijn we op do magere akkervelden
van Makarce, waar de slag van twee dagen
heeft gewoed. Al wat ik tot nu toe op mijn
weg van den dood heb gezien, is niets verge
leken bij datgene, wat zich nu voordoet. Wijd
en zijd is de aarde met loopgraven gevoord.
En in en bij deze loopgraven liggen honder
den lijken. .Daar ligt een troop Duitsehe sol
daten. Daar Russen. Dan weer paardenlijken
en dan weer menschen, zoover men kan zien
op het eentonige, vuile, grijsbruin van het
veld. Op een heuvel te midden van het slag
veld, zijn grooto groepen van fcooren do ge
sneuvelden aan het begraven. Sedert drie
dagen graven zij reeds cn nog steeds komen
zij met hun gruwelijk werk niet klaar. Ter
zijd© van den weg liggen twintig Russen op
gestapeld. Aan den anderen kant tien Duit-
schers. Iets ter zijde van do Duitsehe groep
oen kapitein, wion do kogel midden door het
hart ging. Zijn mond is half open, alsof hij
tot den storm wilde commandeeron. Aan zijn
gezicht ziet men, dat hij van den dood niets
heeft gemerkt. Hij is gelukkiger geweest dan
vele anderen, dio zich lang op deze kale velden
hebben moeten rondslopen, voor do dood hen
uit hun lijden verloste. Het doet pijnlijk aan,
dat men hem de schoenen uitgetrokken heeft
en dat do onbedekte voeten verstijfd omhoog
stoken, Dit doen de boeren geregeld.. Zij den.
ken: do dooden hebben zo niet meer noodig
en wij wel. Maar men zou deze vele naakte
voeten liever bedekt zien. Do officier, dio ons
vergezelde, zocht ccn graf uit voor den ge
vallen kapitein. Tussehon de mooiste boomen.
Daar zal do gesneuvelde nu rusten ter zijde
van den weg in de schaduw van twee berken.
Of do zijnen ooit dit graf zullen vinden
Spoedig valt de avond in. In oen streep
aan den horizon zie ik do zon glooiend onder
gaan. Boven mo is de lucht bewolkt en lang
zaam en in groote vlokken begint hot to
sneeuwen. Wij rijden een hollen weg in, die
langs de Serwy-plassen haar een dorpje leidt,
dat ons, buiten het slagveld gelegen, ccn goed
aan stuurboord op een afstand van pl. 7 M.
in zee ontploften.
Daarna vloog het vliegtuig in de richting
van do Engelsche kust verder.
Wij schilderden toen onmiddellijk de Hol
landsche driekleur benevens de woorden
„Zevenbergen, Rotte rd am Hol
la n d" op vóór- en achterdek. Toen de aan
val gebeurde, woei de Hollandsche vlag aan
den stok. Ten tweeden mal© kwam de
„Taube" echter terug, na eerst eenigen tijd
boven twee Engelsche stoomschepen met
witte pijpen, vermoedelijk Cork-booteu, ge
vlogen te hebbenook op deze schepen wer
den door de Taube" bommen geworpen.
De uitwerking konden wij echter niet be
speuren. Wel zagen wij, dat door de Engel
sche schepen op de „Taube" werd gescho
ten, doch of deze schoten doel troffen, kon
den wij evenmin oonstateeren. Toen het
vliegtuig voor de tweede maal boven ons
was, trok de kapitein eenige malen aan de
stoomfluit en waren de drie Hollandsche
vlaggen, die in den mast geheschen waren,
benevens het geschilderde op het dek goed
zichtbaar voor de „Taube", waarop deze
verdween en spoedig uit zicht was.
Nog deelde men ons mede, dat zij Don
derdagmorgen twee scheepsbooten gezien
hebben, bemand met ongeveer 22 koppen.
Dit zagen zij op de hoogte van het „Royal
Sovereign" vuurschip. Twee Engelsche tor
pedobooten kwamen aanstoomen, namen
het volk uit de booten over en lieten daarna
de vaartuigen drijven. De hulp der Hollan
ders was dus onnoodig.
De Zevenbergen" was met graan gela
den en voer te kwart over twaalven naar
Amsterdam op.
De actie in de Dardanelles
Engelsche en Fs*ansch© slagschepen
gezonken.
LONDEN. De admiraliteit deelt mede,
dat de Britsche slagschepen „Irresistible"
en „Ocean" en het Eranscke slagschip
„Bouvet" in de Dardanellen op mijnen zijn
gestooten en gezonken. De Britsohe verlie
zen aan mcnschenlevens zijn niet grootdo
bemanning van het Fransehe schip kwam
vrijwel geheel om het leven.
LONDEN. Officieel. Het verlies van de
Britsche en Fransehe schepen had Vrijdag
plaats tijdens een algemeenen aanval op de
forten in de zeeëngte. De „Bouvet" zonk
in drie minuten. De schade aan de forten
doorgezet, terwijl de mijnenvegers hun werk
deden.
Te 4 uur 9 verliet de „Irresistible" de
linie, zwaar hellend, te 5 uur 30 zonk het
schip, dat waarschijnlijk op een drijvende
mijn was gestooten. Te 6 uur 5 zonk ook
de Ocean", die eveneens op een mijn
stiet. Beide schepen zonken in diep water.
Vrijwel de geheel© bemanningen werden
gered onder eon hevig vuur.
De „Gaulois" werd door kanonvuur be
schadigd.
De „Inflexible" werd op het voorschip
getroffen, en moet hersteld worden.
De beschieting der forten en het mijnen
vegen werd gestaakt toen het donker werd.
De schade aan de forten door het krach
tige, langdurige, directe vuur aangericht,
kan nog niet worden geschat, en een nader
rapport zal volgen.
De schepen gingen verloren door mijnen,
die met den stroom meedreven, en die zoo
kwamen in de areas, die reeds van mijnen
waren gezuiverd. Dit gevaar zal speciale
maatregelen vereischen.
De persoonlijke verliezen der Britten zijn
niet zwaar, in aanmerking, genomen den
omvang der operaties, maar 'de bemanning
van de Bouvet" is vrijwel geheel verloren
gegaan met het schip. Blijkbaar heeft hier
behalve de ontploffing van een mijn ook
een inwendige ontploffing plaats gehad.
De „Queen" en de „Implacable", die
van Engeland zijn afgezonden ter voorzie
ning in verliezen, die men van te voren ten
gevolge van deze operaties verwachtte, zul
len weldra moeten aankomen, waardoor de
Britsche vloot dan weer op de oorspronke
lijke sterkte zal zijn gebracht. De operaties
worden voortgezet, daar voldoend© militaire
krachten ter plaatse beschikbaar zijn.
PETERSBURG. De nadering van een
Russisch eskader in den Noordelijken Bos
porus verwekte groote ontsteltenis to Kon-
stantinopel.
PARIJS. Het oorlogsschip Henri IV",
thans in Syrië, heeft last gekregen zich
naar de Dardanellen te bef*ven, ter ver
vanging van de „Bouvet".
De „Gaulois", die beschadigd werd, kan
tijdelijk niet meer aan de beschieting deel
nemen
MALTA. Marine-officieren te Malta
aangekomen zeggen, dat de goallieerden ge-
looven den Gouden Hcorn in zes weken te
zullen bereiken.
LONDEN. De „Moraine Post" verneemt
TENEDOS. Zes pantserschepen stoom
den de zeeengten in. Het Biecht© weer be
lette echter het hervatten van de krachtige
operaties.
LONDEN. De Engelsche pers is volstrekt
niet verontrust door de geleden verliezen,
welke niet onverwacht komen. Men
heeft altijd erkend, dat de forceering
van de Dardanellen, niet zou kunnen
gesciheden zonder verliezen te lijden.
Hoe goed dit ingezien werd blijkt wel uit
het feit, dat de two© oorlogsschepen
„Que^n" en „Implacable" onlangs uit En
geland naar de Dardanellen zijn gezonden,
daar men zulke verliezen voorzag. Door bet
oveneens uitzenden van het Fransehe oor
logsschip Henri IV" zal de Fransch-Engel-
sche vloot weer op de oorspronkelijke sterkte
zijn gebracht.
Marine-deskundigen zijn van oordeel, dat
in dit uitzonden van schepen door de admi
raliteit niets ligt, dat op iets anders wijst
dan op het ten slotte behalen van de over
winning,^ noch dat er uit zou volgen, dat de
verdedigingskracht grooter blijkt dan ver
wacht werd. Zij geven toe, dat het gevaar
der losse Turksche mijnen onderschat kan
zijn, maar dit is een gevaar waartegen men
iets kan doen. De wil van de bondgenooten
om de onderneming tot een goed einde te
brengen, blijkt uit de aanvulling van de
vloot met nieuwe schepen.
KONSTANTINOPEL. De correspon
dent van do Agence Milli verneemt,
dat een vijandelijk pantserschip, dat
in beschadigden toestand naar Tenedos werd
gesleept, met het voorschip onder water
dook. Voor Tenedos werd de bemanning
door andere vaartuigen gered. Het schip
zou een Fransch pantserschip zijn.
BERLIJN. Het „Berliner Tageblatt"
verneemt uit Konstantinopel over de ge
vechten aan de Dardanellen:
Het groote gevecht, dat zeven uur duur
de, eindigde met de overwinning der Turk-
Bche forten. Met uitzondering van twee on
bewoonde kazernes en enkele loopgraven,
die licht beschadigd werden, hadden de
Turksche forten geen schade gekregen.
De vijandelijke vloot loste, volgens de
„Tasvir-i-Eflciar tot nog toe 15000 schoten
op de vestingen aan de zeeengten.
Het verlies aan mcnschenlevens wa3 bij
deze ammunitieverspilling uiterst gering.
Aanvankelijk was de actie tegen de Dar
danellen een maritieme, maar weldra, zoo
Bchrijft de maritieme medewerker Vrijdag
in de „Times", zullen de marine-strijd
krachten met het leger der geallieerden
samenwerken. Wat tot dusver geschied is,
bestaat niet alleen uit de vernieling van de
forten en batterijen aan den ingang van de
straat, maar ook verschillende versterkingen
aan de binnenzijde der Dardanellen zijn
verwoest, terwijl het mijnenveld tot de
engte is opgeruimd (dat er nog mijnen drij
ven, blijkt echter wel uit het ziuken van
drie slagschepen Red.). Matrozen en mari
niers zijn na het bombardement geland, om
het werk van het marine-geschut te vol
tooien, maar voordat dit doorgezet wordt,
is het noodig, dat grootere strijdkrachten
geland worden.
U it hetgeen met de Amethyst'obeurd
is in de baa.i van Sari Siglar blijkt, dat een
Boort bezetting noodzakelijk is, om den Tur
ken te verhinderen, de binnenste batterijen
te repareeren, en er nieuwe kanonnen of
houwitsers in te plaatsen, wanneer het slech
te weder een voortzetting van het bombar
dement verhindert.
In een van do berichten van do admira
liteit wordt gewezen op het gevaar van het
mijnen-visschen. De trawlers voor dit werk
gebruikt, en de kleijiè kruisers, die hen be
schermen en langzaam varen, bieden een
goede schijf voor de Turksche kanonniers.
Het werp-vuur van de houwitsers kan meer
schade aanbrengen, dan dat van de kanon
nen, wat blijkt uit het groot aantal gewon
den op de „Amethyst", hoofdzakelijk in de
machine-kamer en stookplaatsen. De koel
bloedigheid en kalmte, waarmee de beman
ningen der trawlers baar gevaarlijk werk
doen, verdient groote waardeering. Ook zij
leden verliezen en één der booten ronk, On
langs leed de Amethyst" hevig, toen zij
de „mine-sweepers" beschermde.
KONSTANTINOPEL. Het hoofdkwar
tier meldt: Waarnemingen hebben vastge
steld, dat tijdens het gevecht in de Darda
nellen het Fransehe pantserschip „Bouvet"
voor den ondergang door twee projectielen
van zwaar kaliber werd getroffen. Vijf van
onze granaten raakten do „Queen Elisa
beth", vier de „Inflexible". Aan onze zijde
is slechts een ver-dragend kanon beschadigd.
Onze verliezen aan menschen zijn ongeveer
twitnig dooden. Zondag beproefde de vijand
niets tegen de Dardauellen.
KONSTANTINOPEL. De bladen beves
tigen, dat een tweede Fransch oorlogsschip
In den oorlog, den aller-ongewoonsten toestand, die er in onze beschaafde
maatschappij kan bestaan, moot men zich aan alles gewennen. Wat wjj op ons
plaatje hierboven zien, is dan ook wel iets vreemds: Duitscbe „Jantjes" zijn bozig
paarden te laten dravenMatrozen, die gewoon zijn den bodem van een schip onder
de voeten te hebben, rennen over de weide met een paard naast zich! Zoo gebeurt
thans in Vlaanderen, waar vele matrozen van oorlogsschepen in de loopgraven ge
bruikt worden en natuurlijk ook voor andere diensten. Hier probeeron zij, of de
gerequireerde paarden goed zijn.
ten gevolge van het hevige vuur nog niet
te schatten. De operation worden voortge
zet. Twee slagschepen zullen weldra uit
Engeland nog aankomen.
Te 1 uur 25 Vrijdagmiddag staakten alle
forten het vuur. De „Vengeance" en „Ma-
jectic" kwamen toen naar voren om de zee
slagschepen in de zeestraat af te lossen.
Toen het Fransehe eskader, dat de forten
op schitterende wijze had beschoten, naar
buiten voer, stiet de „Bouvet" op een drij
vende mijn en zonk in minder dan drie
minuten ten noorden van Erenkeui.
To 2 uur 36 hernieuwden de slagschepen,
die ter aflossing waren opgevaren, den aan
val op de forten, die eveneens het vuur
heropenden. De aanval op de forten werd
onderkomen belooft. Hot dunne ijs in de poe
len en op bet meer is op vele plaatsen gebro
ken. Op dio donkere plekken steken armen,
voeten en paardenkoppen uit. Onder een hou
ten brug liggen de dooden dicht naast en over
elkaar. Duitschers en Russen te hoop. Velen
zijn zoo diep weggezonken in de sneeuw, dat
men nog slechts de- handen of een stuk van
het gezicht ziet. De weg wordt smaller, bijna
te smal voor den wagen. Overal liggen doo
den, het is haast onmogelijk uit te wijken. Te
gen de helling, aan het einde van dozen vree-
selijken weg, ligt een blonde Duitsehe soldaat.
Men zou kunuen denken, dat hij sliep. Hot
lijkt iets bovenaardse!:. Het laatste licht
schijnsel glijdt over het jongo gezicht, de
sneeuw valt in dikke, groote vlokken op het
slagveld van Makarce en in dit merkwaardig
mengsel van licht en schaduw, te midden van
deze mengeling van kleuren, van het grijs van
den vuil en akker, van het rood van het bloed,
het verblindend wit van de nieuwe sneeuw,
ziet dat jonge, tevreden lachende gezicht er
als verheerlijkt uit. Het is wonderlijk zoo
schoon als- de dood op het slagveld kan zijn...
Van 15 tot 22 Maart.
15 MaartEen Engelsch eskader schiet bij
Juan Fernandez den kleinen Duit
schen kruiser „Dresden" in den
grondbemanning gered op 19
man na.
De Engelsche stoomboot
„Fingal" (1562 ten) aan de kust
van Nortnhumberland getorpe
deerd zes opvarenden omgeko
men,
16 De Duitsehe duikboot ,,U 28"
torj>edeert bij bet lichtschip
„Maas" het Engetpcb© stoomschip
„Leeuwarden" (900 ton)beman
ning van 17 koppen gered.
17 Aan de oevers van de Orisj ont
wikkelt zich op hot oostelijk ge-
yecktsfront een nieuwe groote
uit Athene, dat volgens een lid van het
diplomatieke korps, uit Konstantinopel al
daar aangekomen, de Duitsehe officieren de
noodige maatregelen treffen voor het geval
de stad mocht vallen na de forceering der
Dardauellen, waarvan zij de mogelijkheid
binnen een maand erkennen. De Ameri-
kaansobe regeering heeft erin toegestemd
voor de behartiging der Duitsehe belangen
iu Turkije zorg te dragon ingeval Konstan
tinopel mocht vallen.
LONDEN. De .„Chron" verneemt van
Tenedos, dat krijgsraad is gehouden aan
boord van het Fransehe vlaggeschip „Suf-
fren", waaraan de Fransehe en Engelsch»
admiraals deelnamen. Er zou tot een be
langrijke actie besloten zijn.
veldslag. Bij Jednorozec, ten oos
ten van Mlawa, veroveren de
Russen 17 Duitsehe kanonnen.
Bij de hervatting van hot bom
bardement op de Dardanellen-
forten schieten de Turksche kust-
batterijen het Fransehe pantser-
schip „Bouvet" (12.000 ton) eu
een Engelsche torpedoboot in den
grond; bemanningen bijna geheel
omgekomen.
Volgens Turksche berichten is
ook het Fransehe slagschip „Gau
lois" gertoffen en aan do kust van
Tenedos gezonken de bemanning
door de andero achepeu van het
Fransch-Engolsche eskader gered.
Een Turksch eskader schiet de
scheepswerf te Feodosia aan de
zuid-oostelijke Krim-kust in
brand.
Het Engelsche stoomschip
„Glenartney" (5200 ten) in het
Kanaal getorpedeerdéén der
opvarenden verdronken.
De Nederlandsche lomscho-
pen „Zaanstroom" en „Batavier
V" door den Duitschen onder
zeeër „U 28" aangehouden en
naar Zeebrugge opgebracht.
Volgens Turksche berichten zijn
do Engelsche pantscrachepen
„Irresistible" (15.000 ton) en
Ocean" (12,950 ton) door de
Turksche batterijen zwaar bescha
digd, of wel tot zinken gebracht;
volgens Engelsche berichten stie
ten beide schepen op mijnen. Op
varenden bijna allen gered.
-De Engelsche stoombooten
„Blue Jacket" en „Hyndford"
bij Beachy Head getorpedeerd,
doch niet gezonken de beman
ningen werden, op één na. -"red.
Volgens uit Amerika ontvan
gen berichten zou do Buiteche
kruiser „Strassburg" reeds in
November in West-Indische
watoren verloren zijn gegaan.
Volgens de bladen te Rome is
door Italië een ultimatum gezon
den aan Oostenrijk over bet
afstaan van door Italianen be
woonde, onder Oostenrijksch ge
zag staande streken.
Een uitval van bet garnizoen
van Przemysl wordt door de Rus
sische belegeraars afgeslagen,
waarbij <1000 man en 107 officie
ren gevangen genomen, benevens
16 mitrailleuses worden buit ge
maakt.
Do troepen van de Zuid-Afri-
kaanscbe Unie bezetten een aan
tal plaatsen in zuid-oostelijk
D u itsch- Zuid west-Afrikawaarb ij
Botba 200 man gevangen maakt.
Honger-opstootjes tie Venetië.
De Russen bezetten Memel.
-Hervatting van het Oostenrijk-
scho offensief in de Boelcowina,
doch bij een poging, om do
Proetb over te trekken, worden
zij teruggeslagen.
Het Amerikaansche schip
„Maricaë". op weg naar Stock
holm met levensmiddelen, be
nevens een Spaansch schip, wor
den door de Engelsch en aange
houden en opgebracht,
Twee Duitsehe Zeppelins werpen
bommen op Parijscbc voorsteden
schade aan eenige gebouwen en
een zevental gekwetsten.
Een Engelsch vliegtoestel bij
Oostbrug geland, de inzittenden
geïnterneerd
Op de Duitscbe Oorlogs-loening
blijkt voor negen milliard mark
te zijn ingeschreven.
De beschieting van Ossowiecz.
In de laatste dagen wordt de Russische
vesting in Polen Ossowiecz hardnekkig be
ach oten door de Duitschers. De inneming
dezer versterkte plaats zal een feit van be
lang zijn, want daardoor zullen ze de Narew-
linie kunnen doorbreken en Warschau van
twee kanten kunnen aanvallen.
Ossowiecz is eon zeer sterke vesting met
een aantal zware forten, dio echter het
gebrek hebben, dat ze niet gepantserd zijn.
De 12 forten hebben onderling een afstand
van ongeveer 2.5 K.M. en zijn 910 K.M.
yan de kern vesting verwijderd.
Do inrichting van deze forten, welk©
Bohematisch i3 weergegeven op de schets,
komt op het volgende neer:
Het fort is omgeven door ©en droge
gracht, welke aan de vijandelijke zijde (de
contrescarp) wordt begrensd door een boo
gen muur met daarvoor gelegen glacis, ter
wijl aan de zijde van het fort (de escarp)
een lagere muur met daarop geplaatst'
ijzeren hek de stormvrijheid verzekert. De
gracht wordt bestreken uit bomvrije ge
bouwen, z,g. contrescarpkoffers A. en uit
©en in de keel van het fort gelegen kaze
mat B.
De bewapening bestaat uit een aantal
mitrailleurs ©n 20 tot 30 snelvuurkanon-
nen voor d© nabijverdediging, welke ge
deeltelijk op den hoofdwal zijn geplaatst in
open stellingen C. met daarnaast gelegen
remises voor den afwachtingstoestand, ter
wijl de vuurmonden voor de bestrijking van
de tusschenlinien, het z.g. groot-flanke-
ment, zijn opgesteld in bomvrije gebouwen
D., traditoire kazematten genaamd, welke
gedekt in de keel van het fort liggen en
van waar uit vuur kan worden gebracht tot
110.0 M. vóór en 600 M. achter de neven
werken.
Overigens wordt de kracht van de ver
dediging van het fort gezocht in eeue sterke
infanteriebezetting van ongeveer 2 compag
nieën, waarvoor twee, achter elkander ge
legen opstellingen E. en F. aanwezig zijn,
die door gedekte gemeensohapswegen zijn
verbonden met het bomvrij logies (gearceerd
in de schete). Het talud vóór de opstelling
E. hoeft een© flauwe helling, om de infan
terie gelegenheid te geven tot een tegen
aanval met de bajonet, wanneer de aanval
ler doordriugt tot in de droge gracht. De
opstelling F. doet dienst als opnemingsstel
ling voor de op den hoofdwal opgestelde in
fanterie. i
De tussóhenliniën van deze forten wor
den verdedigd door glacisvorcnigo, goed
gemaskeerde gronddekkingen, ingericht
voor verdediging door infanterie en mitrail
leurs, terwijl ongeveer 100 M. hierachter de
vuurmonden voor den strijd op groote af
standen en die voor den geschutesbrijd zijn
opgesteld in batterijen van 46 rtukken.
Deze batterijen ziju van bomvrije lokalen
voor logies, berging van munitie, enz. voor
zien.
Een uitgebreid net van veldspoorwegen
binnen de vesting bevordert de aanvulling
van munitie en het verband tusscben de
onder deel en.
Op ongeveer 2 K.M. achter do hoofdlijn
van weerstand liggen kleinere forten ln
tweede linie, om bij eene doorbreking van
de eerste linie den aanval to stuiten.
In het algemeen huldigen dus deze Rus
sische versterkingen het moderne beginsel
van de verspreiding dor ge
vechtskracht, gepaard met een zoo
veel mogelijk aanpassen aan het
ter r e i n.
Echter hebben zij behalve het nadeel,
van het ontbreken van pantserconstructies,
waarvan de onmisbaarheid bij liet beleg van
Port-Arthur zoo overtuigend werd aange
toond, de groote tactische fout, dat de for
ten zeer groot en diep zijn en dus eene
groote trefkans bieden aan het aanvallend
vuur. Dit gevoegd bij de omstandigheid,
dat betondekkingen zonder wapening geen
voldoend weerstandsvermogen hebben tegen
eene beschieting uit de moderne belegerings-
artillerie, maakt dat de vesting Ossowiecz
in ruime mate den steun van het Russische
veldleger noodig heeft-, om aan de beschie
ting z-ooveel mogelijk bezwaren in den weg
te leggen.
landsche stoomschepen „Zaanstroom" en
„Batavier V". het laatste van Rotterdam
naar Tilbury, Nederlandsche passagiers, eu
Belgische vrouwen van de stoomschepen,
welke Vrijdag bij het lichtschip „Maas"
door de duikboot „U 28" zijn aangehouden
en met Duitscbe officieren aan boord opge
bracht zijn naar Zeebrugge.
De bemanningen van de stoomschepen,
met uitzondering van de officieren, zijn
vrijgelaten, evenals de vrouwen en kinderen
der Belgen.
De Belgen zelf zijn echter ten getale van
16 gevangen genomen.
Bij de directie van de „Hollandscho
Stoomboot Maatschappij" is Zaterdag be
richt ontvangen, dat de „Zaanstroom"
naar Zeebrugge is opgebracht. De kapitein
telegrafeerde er bij, dat alles wel aan
boord was.
De „Zaanstroom" was met stukgoed op
weg van Amsterdam naar Londen.
Men schrijft onsi'
Omtrent de aanhouding der schepen kan
nader worden bericht, dat de omstreeks
Donderdagmorgen 5 uur van den Hoek van
Holland vertrokken „Batavier V" reeds
©en half uur na het vertrek werd aangehou
den. Terwijl de commandant der 28"
roet dien van het stoomschip sprak, kwam
een ander schip in het zicht. Er werden een
paar officieren aan boord der „Batavier"
gezonden en de „U 28" stevende naar het
andere schip heen. Dit bleek te zijn de uit
IJmuiden vertrokken „Zaanstroom". Ook
deze werd geseind te Btoppen. De kapitein
wilde echter een poging aanwenden den
onderzeeër te ontkomen. Maar toen deze
uit zijn snelvuurkanon een granaat afschoot,
die voor den boeg van het stoomschip weg
scheerde, achtte men het raadzaam aan het
bevel te voldoen.
De commandant van den onderzeeër gaf
te kennen, dat hij, in verband met den oor
log en de omstandigheden, het verder ver
voeren van de aan boord zijnde voedings
middelen varkensvleesch, geslachte kalve
ren enz. niet kon toelaten, een en ander in
beslag nemen moest en dat de schepen naar
Zeebrugge moesten varen. Op dezen weg
konden licht Engelsche oorlogsschepen, die
patrouilleeren, worden ontmoet. Was dit
hot geval geweest, dan zou de reis voor de
opvarenden, ruim 50 op de „Batavier" en
ruim 20 op de „Zaanstroom", waarschijn
lijk niet zo-o gemakkelijk ve-rloopen zijn. Zij
werden nu heel hoffelijk behandeld. Alleen
was hun niet veroorloofd communicatie met
den wal te hebben. De aan boord zijude, in
het leger dienstplichtige Belgen wer
den, als reeds gemeld, krijgsgevangen ge
maakt. De andere passagiers en de equi
page zijn, met uitzondering van de officie
ren en eenigen der bemanning, die aan boord
bloven, met een extra-trein met gesloten
wagons naar Gent vervoerd en verder met
den trein uit Gent naar Temeuzen gezon
den. Door busschenkomst van den water
schout zijn allen onder dak gebracht.
Toen de schepelingen bij aankomst te
Zeebrugge verzochten te mogen telegrafee-
ren, werd vanwege de Kommandantur te
kennen gegeven, dat voor bericht van het
gebeurde reeds gezorgd wa9.
Zaterdagmiddag is met het lossen der la
ding aangevangen. Wat omtrent de schepen
beslist is, kon men mij nog niet mededcelen.
Een deel der opvarenden van de ,Zaan-
Btroom" is te Rotterdam teruggekeerd.
Aan boord waren gebleven de kapi
tein T b ij s V i s b e r, de stuurman, een
hofmeester, een donkeyman, twee itaachinis-
ten en twee kwartiermeesters.
Blijkens de verhalen der teruggekeerde
leden der bemanning was de „Zaanstroom"
ongeveer gelijktijdig met de „Batavier V"