No. 92.
Vrijdag 19 Maart 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
16 Maart 1815-1915.
BRAVOURE.
De toestand in den reuzenstrijd.
Dobbelman's
Oplaag 45,000 exemplaren.
DE SOLDATENCOURANT
ADEES DEK REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRÏX ASTRA AT 10.
AMSTERDAM, TELEFOON Z.4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR XIET-MILITAI-
REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Adverteniiën wende men rich tot het AJg. Advertontie-Burenu ROUMA Co.
Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij Jacob ran Campen* N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onse Administratie. Paleatrinastraat 10
Amsterdam. Pr(;s der AdvertentiPn per regel 30 cent. Btf abonnement reductie.
Een eigenaardig schouwspel vertoont ons deze twee uitersten m de
producten der moderne oorlogstechniek, die in strijd zijn. Geen vroegere groote
oorlog kende de vliegers en luchtschepen, in geen andere is ook gebruik gemaakt
van de onderzeeërs De eerste .kunnen zichverheffen hoog in de lucht, tot zij
onzichtbaar zijn, de laatste zinken weg, als zo willen, in het water. Een Duitsch
onderzeeër is hier in een hardnekkig gevecht gewikkeld met een Engelsch vliegtuig.
Wanneer zij den strijd niet langer willen, kunnen zij gemakkelijk ontwijken, gemak
kelijker dan de strijders te land of op het water.
Dinsdag 16 Maart is voor ons geheele
volk, maar voor het Huis van Oranje, dat
ons regeert, inzonderheid een merkwaardige
dag geweest, die iii gewonen omstandighe
den zeker luisterrijk gevierd zou zijn, maar
nu in stillen eenvoud is voorbijgegaan. Het
was dien dag een eeuw geleden, dat Neder
land een koninkrijk werd en de koninklijke
waardigheid erfelijk verklaard in het Huis
van Oranje-Nassau.
Na herstel van Neêrlands onafhankelijk
heid waren reeds meermalen in 't Euro
peesch concert tonen vernomen, die eeue
vereeniging van Noord- en Zuid Nederland
verluidden met gelijktijdige verheffing van
het Huis van Oranje tot eene hoogere
waardigheid. Zoo schreef o.a. de Oosten-
rij ksche kanselier Yon Metternich kort na
de omwenteling van 1813 aan freiherr
Von Gagern: „L'on destine au prince
mieux que le Stadhouder at". Nadat in
den zomer van 1814 de grondslagen waren
gelegd voor de vereeniging van alle Neder
landen onder soevereiniteit van het Huis
van Oranje en deze namens den Souvereine-
Vorst waren bekrachtigd, werd 15 Febru
ari 1815 door het aan den Donau vergaderd
Indische Schets,
De post, die het meest te verduren had
van de heele geconcentreerde linie, de post
waarop, zooals het scheep zich de woede
en wraakzucht der Atjehers concentreerde,
was Siroen. Eigenlijk lag Siroen niet in,
maar vóór de geconcentreerde linie, ten
N. O. van Lambaroe en diende dan ook
hoofdzakelijk tot beveiliging van laatstge
noemden post, alwaar eene betrekkelijk
groote bezetting gelegerd was en waar ook
een hoofdofficier, de commandast van het
2e Garnizoens Bataljon, zijn kwartier had.
Men had van Laraboeroe uit eene loop
graaf gemaakt tot Siroen om zoodoende ou-
gezien dien post te kunnen bereiken, daar
het anders ondoenlijk was heelhuids die
benteng te naderen.
Men kon zeggen, dat Siroen bijna onop
houdelijk door de At jehers onder vuur werd
genomen en niet alleen met geweervuur,
maar ook met lilla schoten.
Bijna dagelijks werden op dien post mili
tairen gewond en het kwam meer dan ééns
voor, dat zelfs op hun nachtleger menschen
werden dood geschoten. Men beschouwde
het als een ouderscheiding om tot de bezet
ting van dien post te behooren en in den
regel werden dan ook de meest beproefde
soldaten ervoor uitgekozen.
Destijds 6tond Siroen onder commando
fan Luitenant N.
Deze luitenant had, alvorens hij tot com
mandant van Siroen werd benoemd, de be
wijzen geleverd, dat het commando van
zoo'n gevaarlijken post best aan zijne hin
den was toevertrouwd.
Hij had nl. bij eene sector patrouille, die
door een overmachtigen yijand werd over
eongres in beginsel besloten tot de uitbrei
ding van ons grondgebied en de verheffing
van ons vorstenhuis, wat 9 Juni d.a.v.
nader uitgewerkt en door de mogendheden
erkend, in 't verdrag van Weenen werd
opgenomen. Hierbij deed het Huis van
Oranje afstand van zijne aanspraken op
de Nassansche erflanden; iu plaats daarvan
werd den Koning der Nederlanden de erfe
lijke souvereiniteit toegekend over het
groothertogdom Luxemburg, welks hoofd
stad, als Duitsche bondsvesting, den band
handhaafde met onzen Oostelij kon nabuur;
gedachtig de woorden van den Duitschen
staatsman Yon Stein tot Yon Gagern:
Vergessen Sie iiber dem Batavisiren das
Germ a nisi ren nicht". Een deel der groote
kosten, die Nederland moest betalen voor
de bevrijding van België en voor den bouw
van een dubbele forteclinie tegen Frank
rijk, werd door onzen Westelijken buur
man overgenomen tegen ruil van de kolo
niën Demerary, Essequebo, Berbice en de
Kaap de Goede Hoop.
Nadat op 23 Februari 1815 de eerste be
richten uit Weenen over de vereeniging
van .alle Nederlanden onder den konink
lijken schepter van Willem van Oranje met
algemeen© geestdrift waren begroet, deed
plote 't nieuws, dat de gevreesde Frausche
adelaar zijn kooi op Elba was ontvlucht en
vallen, het geluk gehad, na vele verliezen
geleden te hebben, zijne patrouille van eene
vernietiging te kunnen redden en had niet
één man noch één geweer behoeven achter
te laten en dit was te danken geweest aan
zijn moedig gedrag en voornamelijk aan
zijne bijzondere kalmte.
Voor dit feit werd Luitenant N. gedeco
reerd met de M. W. O. 4e klasse.
Deze officier was te Atjeh zeer gezien,
niet alléén wegens zijne buitengewone mili
taire hoedanigheden, maar vooral wegens
zijn minzamen omgang met zijne minderen,
zonder dat daardoor de discipline ook maar
het minst geschaad werd.
Het ware zeer zeker in het belang van
het leger dat dergelijke officieren meer
voorkwamen, want om die beide eigenschap
pen te kunnen vereenigen zonder in conflict
te komen met de krijgstucht behoort veel
tact.
Knappe officieren waren er genoeg, hu
mane, gcede officieren bij honderden, maar
officieren, die deze beide hoedanigheden
hadden, waren te tellen.
Ik wil hier op den voorgrond stellen, dat
het niet in mijne bedoeling ligt een "blaam
te werpen op ons kranig Indisch offi-
rierskorps, dit is-verre van mij, want
ik kan nog steeds met genoegen terug den
ken aan de jaren daarginds doorgebracht
en het gevoel dat noc steeds bij mij domi
neert, is een diep gevoeld respect, voor de
meeste officieren, die ik daar heb leeren
kennen.
Luitenant N. was te Atjeh bemind en
zulks had zich bij den overval zijner pa
trouille op aandoenlijke wijze gedemon
streerd.
In het verschrikkelijke handgemeen, na
den overval, had hij het leven te danken
aan één zijner minderen, een eenvoudig
Javaansch fuseliertje, die met, zijn eigen
lichaam een lansworp opving, voor zijn lui
op do Frausche zuidkust was neergestreken,
alle vreugde in angst verkeeren. Geen ge
loof slaande aan het schoon en vredelievend
gepijp van Napoleon, week dra alle wrij
ving tusschen de mogendheden over het
verdoelen van den Franschen buit uit de
vergadering ifa Oostenrijks hoofdstad om
eendrachtig, gezamelijk Bonaparte tot
onderwerping té dwingen. Onder het drei
gend gevaar van het Zuiden besloot de
Souvereine-Vorst, nog vóór aankomst der
officieel© bescheiden uit Weenen, op 16
Maart zelfstandig de souvereiniteit over
alle vereenigde NederlandAche* gewesten
met de koninklijke waardigheid te aan
vaarden, overtuigd daarmee te bandelen
in den geest van de mogendheden, die in
het huwelijk tusschen Noord en Zuid 't-
bolwerk zochten ter bescherming van 't
staatkundig evenwicht in Europa,
's Ochtends om 10 uur van den 16en
Maart 1815 begaf zich de Souvereine-
Vorst-, door zijn tweeden zoon, Prins Frede-
rik vergezeld, in een schitterenden stoet, on
der vorstelijk saluut van 33 schoten, naar de
buitengewone vergadering der Stat en-Gene
raal in de Trêveszaal op het Binnenhof te
's-Gravenhage. Hier deed hij de volksver
gadering kond van het verhandelde op het
congres te Weenen en van zijn besluit, on
der de spannende politieke omstandigheden
reeds thans de koninklijke waardigheid en
de souvereiniteit over alle vereonigde
Nederlandsche gewesten te aanvaarden,
waarbij hij verklaarde, dat slechts zijn titel
veranderde, doch zijne gevoelens jegens
land en volk dezelfde bleven als weleer,
een beroep doende op den steun en de mede
werking der vergadering. Nauwelijks had
de Souvereine-Vorst de koninklijke waar
digheid aanvaard, of buiten, tusschen twee
herauten, onder tromgeroffel, bazuinge
schal en de plechtige tonen van het aan
glorievolle herinneringen zoo rijke Wilhel
mus proclameerde de Koning van Wapenen
Willem I tot Koning der Nederlanden
en Hertog van Luxemburg, terwijl te ge
lijkertijd, om te voorkomen dat de naam,
die de voorvaderen u... het Huis van örinje
in alle wisselingen van de fortuin steeds
met eere hadden gedragen, verloren zou
gaan, voortaan den Erfprins de titel werd
verleend van Prins v. a Oranje.
Gijsbert Karei van Hogendorp, voorzit
ter der vergadering, wensebte den Koning
geluk met de onderscheiding, hem en zijn
Huis te beurt gevallen op algemeen ver
langen der Europeeeche mogendheden en
dankte Z. M, voor het verslag, aan het'
parlement uitgebracht over het verhandel
de te Weenen. Hij herdacht met voorbeel
den uit onze vaderlandsche geschiedenis,
boe alle leden uit 't Oranjehuis, wier beel
tenissen rondom de vergaderzaal sierden,
het belang hadden beseft van de vereeniging
van alle Nederlanden onder één bestuur
en boe zij getracht hadden deze vereeniging
te bevorderen of te herstellenbij wees er
op, hoe deze vereeniging niet alleen een
nationaal, maar vóór alles een Europeesch
belang was, dat ten nauwste samenhing met
den vrede en de rust in dit werelddeel, met
de onafhankelijkheid van ons land, die wij
eens zoo noode hadden ontbeerd en met de
welvaart van ons volk. Getuigende, hoe
vurig de Nederlandsche natie had gewenscht
zijn Souverein'geschaard te zien onder de
gekroonde hoofden van Europa en hoeveel
reeds onder het korte bestuur van den Sou
vereine-Vorst was tot stand gebracht, ein
digde de voorman uit de Novemberdagen
van 't jaar '13 zijnj rede onder het uit
spreken van de beste heilwenschen voor het
bestuur van den Koning en het geluk van
diens Huis, hem verzekerende van de liefde
en verknochtheid des volks, ouder «en luid
en met geestdriftigen bijval toegejuicht en
ingestemd: „Leve de Koning!"
W. G. de Bas.
le Luitenant der Artillerie.
'Slot volgt.)
tenant bestemd en deze opofferende daad
met zijn eigen leven betaalde.
Sedert luitenant N. het commando over
Siroen had, was het alsof de Atjehers hunne
bedrijvigheid verdubbelden. Onophoudelijk
knalden de schoten en ook de lilla (Inl.
kanon van klein formaat) werd niet ge
spaard.
Luitenant N. werd eens opgebeld aan de
telefoon en terwijl hij zich naar het toestel
begaf, sloeg een lillakogel den stoel 6tuk,
waarop hij eonige seconden eerder gezeten
had.
Luitenant N. peinsde op middelen om
althans dat lillavuur te doen ophouden. Hij
had toestemming gevraagd om met zijne be
zetting uit te rukken en coüte que coüte, dat
kanon te gaan overmeesteren.
Deze toestemming werd hem geweigerd.
Eu uog maar steeds werden er menschen
gewond en na elk lillaschot klonk tergend
het bekende Atjehsch geroep van oehoeh
oehdoor de lucht om alzoo door hun over
moed, der bezetting nog meer het bewust
zijn bij te brengen van hun geboden werke
loosheid en hunne onbeholpen machteloos
heid.
Een donkere nacht. Donker zooals Indi
sche nachten alléén kunnen zijn. De lan
taarns om Siroen brandden, maar wat ook
maar even buiten den lichtbundel viel was
zwarte nacht.
Zoo juist had de klok aan de wacht tien
uur geslagen en de schildwachten hadden,
om te bewijzen dat ze waakzaam waren,
twee slagen op den tong tong gegeven. In
de benting was alles doodstil, alléén hoorde
men soms een der wachthebbende Javanen
op eentonige wijze zijn Javaansch panton
neuriën.
Deze bruine broeder zoug dan. maar heel
zacht, van zijne blauwe Javaansche bergen,
van zijne schoone dessa, waar hij ak knaapje
de karbouwen hoedde^ van zijne Sarina en
Voor de neutralen, waartoe wij, gelukkig,
nog steeds behooren, is de oorlog ter zee op
het oogenblik het belangrijkst. Niet omdat
daar zoo fel gestreden wordt, maar omdat
de blokkade der tegenstanders meer en meer
een deel uitmaakt van de plannen der oor
logvoerenden. Duitschland wilde de Engel
sche kust afsluiten door zijn onderzeeërs,
volkomen gelukt is dit nog altijd niet; thans
gaan de geallieerden een a-A ie tegen Duitsch
land op touw zotten, die misschien meer
effect zal hebben en Duitschlands handel,
ter zee althans, geheel zal stil leggen. Enge
land en Frankrijk zijn overeengekomen, dat
zij een strenge blokkade zullen uitoefenen,
en alle schepen, waarvan maar eenigszins
blijkt, dat zij voor vijandelijke havens be
stemd of uit vijandelijke havens vertrokken
zijn, zullen worden opgebracht en naar ©en
Engelsche haven gesleept en met beslag be
legd de goederen er in zullen, zoo zij geen
contrabande zijn en zij niet gerequireerd
worden, teruggegeven worden op voorwaar
den door het Prijzenhof bepaald.
Deze actie der geallieerden, welke wo hier
maar heel oppervlakkig en kort weergeven,
moet natuurlijk zeer belemmerend werken
op iden handel der neutralen, wier schepen
elk oogenblik gevaar loopen aangehouden
en verbeurd verklaard te worden. Er loopt
dan ook een gerucht, dat eenige neutralen,
met name de Vereenigde Staten en Neder-
J ind, zich zouden vereenigen tot een protest.
De Engelschen hebben weer een rond-
nervenden Duitschen kruiser in den grond
:boord, n.l. de Dresden", het eenige nog
krergebleven schip van het Duitsche eska-
dat bij do Falkland-eilanden verslagen
•er-d. De „Dresden" was maar een kleine
liser, doch buitengewoon snelvarend en
daardoor steeds aan den vijand weten
^ontkomen. Bij de Juan Fernandez-eilan-
werd de „Dresden" door een overmacht
aangegrepen en moest zich wel overgeven;
de bemanning werd door de Engelschen
krijgsgevangen verklaard, het schip tot zin-
kpn gebracht. Er zwerven nu op de wereld
zeeën van de Duitsche oorlogsvloot alleen
rog eenige hulpkruisers rond; één daarvan,
de „Prinz Eitel Friedrich", vertoeft voor
Instellingen in een Amerikaansche haven,
zQpals men weet.
Over den toestand op het Westelijk en
het Oostelijk oorlogsterrein valt weinig te
vertellen. Onze telegrammen geven het
voornaamste nieuws der laatste dagen.
Van gevechten wordt daarin genoeg ge
sproken, maar zonder dat er iets belang-
rijks wordt verkregen. Bij St. Eloi en Neu-
ve Chapelle schijnen de Engelschen ietwat
vooruitgegaan, ook het dorp Epinette zou
den ze nu hernomen hebben. Volgens de
Engelsche berichten zouden de Duitschers
buitengewoon zware verliezen hebben gele
den in de laatste dagen, doch dat moeten
we slechte onder voorbehoud aanvaarden.
We vermoeden echter, dat er van weerskan
ten wel duizenden dooden en gewonden zijn
gevallen.
Op het westelijk terrein golft de strijd
nog steeds heen en weer. Er wordt daar
hardnekkig en verwoed gevochten in Polen
zoowel als in Galicië, en naar wij uit de
verschillende berichten moeten opmaken,
met afwisselendgeluk. In de Karpathen
rukken de Russen, naar zij zeggen, krachtig
op ondanks sneeuwstormen, strenge koude
en hoog besneeuwde wegen. Bij Przmysl, in
Galicië, dat nog altijd belegerd wordt door
de Russen, zouden deze laatsten nu eenige
hoogten ten noorden der stad hebben bezet.
In de laatste dagen hebben allerlei be
richten de ronde gedaan omtrent de hou
ding van Italië. Dit land scheen te zullen
meedoen, maar aan de zijde van wie? Er
in zijn gezang klonk soms veel weemoed en
verlangen...
De wacht-commandant, een Europeesch
sergeant, liep voor zijne wacht op en neer.
sprong van tijd tot tijd op het banket en
traehtte de buitengewone duisternis met
zijne oogen te doorboren. Hii visiteerde dik
wijls de schildwachten, raadde hun bijzon
dere waakzaamheid aan en fluisterde htm
daarna iets geheimzinnigs in 't oor.
't Sloeg half elf.
Daar naderden twee gedaanten en bega
ven zich snel naar den wacht-oommandant
Een van de twee, een Europeaan, keek be
hoedzaam rond of hem ook iemand gezien
had.
De sergeant, een oude „grognard", open
de heel voorzichtig de poort der benteng en
nadat deze b6ide Europeanen elkander har
telijk de hand geschud hadden, sloop het
tweetal naar huiten en was na eenige oogen-
blikken in de duisternis verdwenen.
Waarheen? Alleen de sergeant van de
wacht en de vier schildwachten wisten het.
De bezetting sliep en niemand vermoedde
wat hier in dezen helsch donkere nacht af
gespeeld werd.
Niemand vermoedde welk staaltje van
moed en opoffering hier in deze nachtelijke
stilte werd ten toon gespreid.
De sergeant van de wacht liep onrustig
over het banket, trok zenuwachtig aan zijn
reeds grijzenden snorbaard en keek maar
steeds naar buiten.
Hoe meer het uur van middernacht na
derde hoe onrustiger de oude werd. En dan
met niemand er over te mogen spreken...
Verschrikkelijk! Zouden zij... maar neen,
dan zou hij immers revolverschoten gehoord
hebben
Zijn onrust nam steeds toe, en dan te we
ten dat eenige honderden meters verder
misschien twee menschen... Nog maar vijf
minuten en het zou...
Een lillaschot verstoorde luid de geheim
zouden besprekingen hebben p'.aate gehad,
dat Oostenrijk Trent© aan Italië zou af
staan en dit daardoor worden overgehaald
om zich bij Duitschland en zijn bondgenoot
aan te sluiten. De besprekingen schijnen
echter tot niete te hebben geleid, en thans
melden Italiaansche bladen, dat de regee
ring te Rome haar neutraliteit voorloopig
nog niet zal opgeven. Er heerecht echter
blijkbaar nog steeds een strooming.onder 't
volk ten gunste van den oorlog, maar dan
aan de zijde der geallieerden.
BELGIË.
Spionnen in de streek van Veurne.
Sedert omtrent een maand, aldus meldt de
„Belgische Standaard", werden dc minste troe
penbewegingen om Veurne in het nog niet
door de Duïtechers bezette Zuidwestelijk deel
van Belgiëe bijna aanstonds door de Duit
schers gekend. Zoodra een regiment voorbij
trok, kwamen de projectielen aanvliegen.
De spionnenjacht alsdan verdubbeld, werd
met een goeden uitslag bekroond. Eerst en
vooral heeft men 2 Duitsche officieren geknipt,
die, als Engelsche geneeshecren gekleed; dag
en nacht rond Veurne zwierven.
Twee zoogezegde leurders werden ook aan
gehouden. en een van de twee was een. Duit
sche officier die reeds lang in België woonde.'
Vooraleer gefusilleerd te zijn, verklaarde hij
blij te zijn België te hebben kunnen verraden
en hij stierf al roepende „Leve de keizer".-
Eindelijk werden nog 2 gasten nabij Rams-
capelle aangehouden, die als Belgisch gendarm
gekleed waren.
De bewaking en de spionnenjacht wordt hoe
langer hoe grooter.
Rockefeller en de bevolking van België.
Naar gemeld wordt heeft Rockefeller de
Amerikaansche missie tot ondersteuning der
Begische civiele bevolking voor den geheelen
duur van den oorlog een maandel ij ksche bij
drage van een millïoen dollar toegezegd.
DUITSCHLAND.
Verbod tot uitvoer van kolen.
BERLIJN. Het vérbod fcot uitvoer van
verschillende goederen is uitgebreid tot
steenkolen, anthraciet, bruinkolen, cokes
en kunstmatige brandstoffen aook briket-
tem van steen- en bruinkool).
BERLIJN. Maandag ia hier een verbod
van uitvoer van kolen, cokee en briketten
uitgevaardigd.
Door dezen maatregel zal het mogelijk
worden gemaakt, dat door tegelijkertijd
daarvoor ingestelde lichamen lie kolensfzet
voor binnen- en buitenland geregeld wordt
en zekerheid wordt gegeven, dat met iedere
behoefte op billijke wijze rekening wordt
gehouden.
Met den maatregel wordt dus niet beoogd
de levering aan het neutrale buitenland te
verhinderen, maar deze integendeel zooveel
mogelijk te bevorderen.
FRANKRIJK.
Op het Westelijk oorlogsterreln.
PARIJS. Er hebben Dinsdag een groot
aantal gevechten plaats gehad, die alle
gunstig voor ons zijn afgeloopen.
Onze artillerie heeft in d© bunrt van
Lombaertzijde de werken van den vijand
hevig beschoten.
De Engelschen ten zuiden van Yperen,
die Maandag door een aanval der Duitischers
genoodzaakt werden terug te trekken tot
voorbij St. Eloy, hebben dat dorp en nabij
gelegen loopgraven heroverd, ondanks ver
schillende tegenaanvallen.
Onze infanterie heeft ten noorden van
Atrecht in een schitterenden aanval drie
linies loopgraven veroverd bij Notre Dame
de Lorette, den rand van het plateau be
reikt en 100 krijgsgevangenen gemaakt.
Verder naar het zuiden in de buurt, van
Rocklincourt, bij den weg naar Rijssel,
hebben wij verschillend© loopgraven in de
zinnige nachtelijke stilte, en o wondermen
hoorde wel het geluid van het schot, maar
het bekende gefluit van het projectiel bleef
achterwege; het was alsof het schot afge
vuurd was in de richting, waar het vuur
andere vandaan kwam.
Op mannenriep de sergeant van de
wacht, bangoeng ©rang orang Djawaen
bliksemsnel spoedden de mannen der bezet
ting zich gewapend naar het. banket, terwijl
de meesten zich niet den tijd gegund had
den, zich behoorlijk te kleeden, maar pre
sent waren ze allen.
Waar is de commandant? riep men. Zou
hij het schot niet gehoord hebben
De sergeant verzamelde een groepje van
ongeveer 10 man en stelde deze nabij de
poort op, gereed om op bet eerste bevel naar
buiten te vliegen. En de commandant liet
zich maar niet zien, dit was tegen zijn ge-
woont©; zou hem iets overkomen zijn, zou
hij ziek zijn?
Op eens klonk op ongeveer 300 M. vóór
d© benteng één revolverschotde sergeant
van de wacht luisterde in spanning of het
bij dat eene schot zou blijven en ja, God-
danker volgde geen tweededit was het
sein dat de onderneming was gelukt.
Na een poosje hoorde men iu het buiten
terrein eenig geritsel en even daarna, toen
zij onder het licht der lantaarns kwamen,
zag men twee mannen naderen, die iets op
hunne schouders droegen.
De sergeant deed snel de poort, open en
nu kwamen zij binnen, dragende op hun
schouders de lilla, welke zij met hun beide
gehaald hadden.
Na zeer behoedzaam en stil door het ter
rein geslopen te zijn hadden zij de stelling,
waar de lilla was opgesteld, bereikt, von
den d© stelling gelukkig onbezet en de lilla
geladen. Zij keerden de lilla schielijk om
en schoten ze af in de richting van kampong j
X, waaruit dagelijks de benteng beschoten
lucht laten vliegen.. De Duitschers heb
ben een loopgraafte Cernay in de buurt
van Albert ondermijnd ©n bezet, doch wer
den daaruit echter weer verdreven.
Wij hebben wederom vorderingen ge
maakt in de iboaschen van Champagne, ten
noordoosten van Souain ©n ten noordwesten
van Perthe* Wij sloegen twoo tegenaanval
len ten noordoosten van Mesnil af.
Jn Argonne heerscht© groot© bedrijvig
heid. Tweo aanvallen der Duitschers in de
buurt van Bagatelle werden afgeslagen en
oen Duitsch blokhuis werd vernield. z
Tweo vijandelijk© tegenaanvallen tusschen
Four de Paris en Bolante, mislukten. Onze
infanterie veroverde het westelijk gedeelte
van het dorp Vauquois en maakt© een
groot aantal gevangenen.
De -Duitschers ondermijnden ©n verniel
den vier voorgeschoven loopgraven in- bet
lx- Prétre-bosch ten noordwesten van Pont-
a-Mousson, maar wij heroverden 2$' loop
graaf
BERLIJN. Officieel wordt uit bet groote
hoofdkwartier gemeld:
De-Engelsche hoogte-positie bij St. Eloy,
ten zuiden .van Yperen, waarom sedert eer
gisteren werd gestreden,' is in onze handen.
Aan de zuidelijke helling van de hoogte
Lorette, bij f Atrecht, wordt gestreden om
een vooruitspringende berghelling. -
In Champagne werden verschillende
Fransche aanvallen door ons vuur met
zware verliezen afgeslagen.
Ten Noorden'van Beau-Séjour ontnamen
onze troepen aan de Franschen verschillen
de loopgraven.
In de Argonnen en.aan den oostelijken
rand van dit gebergte, kwamen gevechten
voor.die nog voortduren. In de Vogezen
wordt op enkele plaatsen gevochten.
Rapport van generaal French.
De Engelsche. legatie te 's-Gravenhage
deelt liet volgende mede
Veldmaarschalk French meldt: Het
nemen van* het-dorp Epinette, ten oosten
van Armentièree, brengt de Engelsche
linie" in deze'streek300 yards vooruit op
een front van -800 yards. De strijd'in de
streek bij Neuve Chapelle was den 12den
dezer zeer heviger werd toen een krachtige
tegenaanval der Duitschers afgeslagen en
daarbij 612 krijgsgevangenen gemaakt.
Den volgenden dag werden nieuwe
tegenaanvallen ondernomen, doch daarbij
heroverden de Duitschers terrein.
net aantal krijgsgevangenen, sedert den
JOden den Engelschen in handen gevallen,
bedraagt 1700, waaronder 3(X officieren.
Te oordeelen naar het aantal gevonden
doode Duitschers, kunnen de verliezen van
den vijand niet ver beneden de 17,000 a
18,000 bedragen.
In den avond van den léden bestormden
de Duitschers eenige van onze loopgraven
ten zuiden van St. Eloy. na een bewige be
schieting en een ontploffing van een mijn.
Het grootste gedeelte dier loopgraven werd
dezen morgen heroverd.
Vliegers hebben met succes Don en Douaï
beschoten.
Verliezen.
PARIJS. Uit een brief, die onlangs bij
een Beierech soldaat werd gevonden, blijkt
welke verschrikkelijke uitwerking ons go-
Karnemelkzeep met het Anker.
In 't gebruik de voordeeligste Toiletzeep.
Alom verkrijgbaar.
Men lette echter vooral op het gedeponeerd
Fabrieksmerk ANKER"
werd.
En thans met den meesten spoed terug,
zoo vlug als het maar konhet doel was be
reikt.
De oude sergeant kauwde zenuwachtig
op zijn knevel, en drukte den Europeaan,
die met zijn makker dat kranig stukje had
uitgehaald zwijgend de hand en twee dikke
tranen rolden over zijn gebruinde wangen...
Plotseling ging er in Siroen in dit late
nachtelijke uur een donderend driewerf
hoera op. Men had in den Europeaan, die
daar naar binnen kwam en met levensge
vaar de lilla was gaan halen, den comman
dant, luitenant N. herkend.
Deze brave, liever dan zijne manschap
pen eraan te willen wagen, had zijn eigen
leven, zijn schoone toekomst in de weeg
schaal gesteld om zoodoende de bezetting
van het moorddadig vuur der lilla te be
vrijden. De metgezel van den ltd tenant
was een Madoereesch dwangarbeider, die bij
den commandant de functie V3n huisbe
diende vervulde en zich vrijwillig gepresen
teerd had om zijn tcean te vergezellen.
De dwangarbeider kreeg op voorstel van
luitenant N. algeheele kwijtschelding van
straf en luitenant N. kreeg... eene repri
mande voor zijne, zooals de hooge heer er.
het noemden, verregaande roekeloosheid.
Maar al kreeg luit. N. ook geene officiee'.e
belooning, ik Ven er van overtuigd, dat hij
voldoende beVoning vond in het feit zelf
en in de waardeering en toewijding zijner
ondergeschikten.
Ik zou den naam van dien brave wel van
de daken willen verkondigen, maar ik vree:
me daardoor het ongenoegen van den ge
pensioneerden luitenant-kolonel N. op de-
hals te zullen halen en dit wenscb ik ir
geen geval.
St. Pieter.
P. Le Bbox ns Vexzla.