3 Legerzaken. Correspondentie. Uit Leger en Vloot. DE SOEDATEIVCOURATSIT van Zondag r7 Maart I91S VRAAGT AMSTERD. BANK -J' Postverblndlng-Oost-Indlë. De Directeur vau 'fe Postkantoor te Am sterdam maakt bekend, dat het s.s. Ta- ba nan" van den Rotterdamschen Lloyd, niet Zaterdag 6 Maart, doch Maandag 8 Maart a.s. van Rotterdam naar Ned. Oost- Indië zal vertrekken en geene havens vóór Napels zal aandoen. De laatste fcuslicliting aan het Hoofdpostkantoor alhier blijft be paald op 8.30 's morgens, terwijl aangetee- kende stukken tot 7.30 's morgens ter ver zending kunnen worden aangeboden. 408ste Staatsloterij. De verkoop der loten voor de 408© Ned. Staatsloterij zal zooveel mogelijk bij alle col lecteurs beginnen op Woensdag 10 Maart. Steun aan miliciens et» landweermannen. Met het doel te trachten een afdeeling to stichten van do Nationale Vereeniging tot Steun aan Miliciens, gevestigd te Amsterdam, had te Zaandam in Café Suisse een ver gadering plaats van burgemeesters uit het landweerdistrict Zaandam, die daartoe van den burgemeester van Zaandam, den heer K. ter Laan, een uitnoodiging hadden ont vangen. Deze vergadering, die niet zeer druk bezocht was verschillende burgemeesters hadden wegens ongesteldheid en om andere redenen bericht van verhindering gezonden, doch met het denkbeeld instemming betuigd werd ook bijgewoond door den heer G. v a n H o 1 k, voorzitter van het jflaatselijk steuncomité en voorzitter van het plaatselijk comité, dat zich in betrekking tot dezo zaak reeds had ge vormd. Nadat hot doel van do Nationale vereeni ging door den lieer Van Hoik was uiteengezet, n.l. om to voorkomen, dat militiepliehtigen ten gevolge van het onder do wapenen zijn hun betrekking verliezen en om hulp te ver kenen aan hen. die ten gevolg© van dezelfde oorzaak broodeloos en daardoor in hulpbe hoevende omstandigheden zijn gekomen neringdoenden, wier zaak geheel of gedeelte lijk te niet is gegaan e. a. werd tot het stichten der afdeeling besloten. De heer "Van Holk wees er op. dat in 1903, toen in verband met de spoorwegstaking slechts twee lichtingen werden opgeroepen, bij hun terugkeer b00 mili ciens broodeloos werden, die toen langs parti culieren weg werden geholpen. Dit gaf aan leiding tot do oprichting der Vereeniging. Dat ook in normaio omstandigheden hulp noodig is, blijkt hieruit, dat door de Nationale Ver eeniging gedurende de jaren 19104, '05 en '06 te zamen 1145 miliciens worden geholpen. Thans hebben zich voor eventueelon steun reeds 20,000 aangemeld. Met het oog op do uitgestrektheid van het district het kopt van Zaandam tot Alk- maai-, met de twee zeekusten als zijgrenzen werd besloten het in drie afdcclingen to ver deden met de plaatsen Zaandam, Purmerend en Beverwijk als centra, terwijl zon noodig voor elke plaats eon correspondent zal worden aangesteld. Getracht zal worden do medewerking te ver krijgen van do werkgevers en van hen een ver klaring te verkrijgen, dat zij bereid zijn na de mobilisatie hun personeel weer op de oude plaats to herstellen Aangezien krachtens do militie- en land- weorwetten do uitkeeringen aan de gezinnen der militairen ophouden op den dag, dat de demobilisatie van het leger is gelast, werd be sloten pogingen in bet work to stellen om dezo wetten in dier voege gewijzigd'to krijgen, dat die'uitkeeringen nog eenigen tijd lang kunnen worden voortgezet. Hiertoe zal do hulp van do Nationale Vereeniging worden ingeroepen. In verband hiermede weid ook besloten do Gemeenteraden uit te noodigen, sympathiebe tuigingen aan do Staten-Generaal to zenden, als "een zoodanig wetsontwerp bij d© Kamers zal zijn ingekomen. Aan do Gemeenteraden zal gevraagd worden als lid tot de Vereeniging too te treden. 0. Honig, J. H. Claus, J. .T. van Halen, ,R. B. M. Wirtz, J. S. do Boer, H. S. J. Kamevaar, P. H. M. van der Wcijden, J. J. Pape, W. K. Hoogenboom, J. A. W, Bor en A. W. de Ruyter van Stcveninck. Infanterie Oost-IndiëW. te Hennepe, R. G. W. Parrot Jentink, J. Mansvelt Bock, H. It. A. Bernoster, P. H. Landzaat, W. J. Slobbe, J. Lion, A. J. van der Wal, C. H. It. Landbouw cn G. Ie Roy. Administratie h.t.l.: H. N. Muntjeswerff, E. Pinto, \V. J. P. Dnijne, B. J. Jonker; H. W. Gordijn en B. W'. F. M. Kloppenburg. Administrate Oost-IndiéW. van den Bos, A. Mulder, J. H. M. Rauwendaal, J. J. En- sinck, O. I.. P. Stam, F. A. Gils en A. G. Satoor do Rootas. („N. R. Ct.") Uit de Staatscourant. Rij K. B. is nan den adj. i. b. d„ kamer heer en opperschenker van H. M. de Koningin, gep. gen.-majoor jhr. \V. F. H. van de Poll, verg. verleend tot het aannemen en dragen van de ordeteekenen van Grootkruis der Dannebrogordo en aan 2e luit. H. I. B. T. A. van Heyden, 4de reg. huzaren, vergunning verleend tot het dragen van het eereteekeu van Ecro-Ridder van de Souvereine Ordo van Malta. Bij K. B. is aan rcs.-2de-luit. C. J. P i o k rijdende art., ter zake van onge- schikth. voor do verdere waarn. van den mil. dienst wegens, lichaamsgebr, eervol ontslag uit den mil. dienst verleend. Do le luitenant O. P. B e n n e w i t z van het 18© regiment infanterie wordt voor onbe- paalden tijd gedetacheerd bij het 7e regiment infanterie. Hoofdcursus. Ter opleiding tot officier nemen de volgende lee rlingen van het oudste studiejaar van den hoofdcursus deel aan den viermaandschen cursus te Kampen Infanterie h.t.l.: P. M. C. J. Hamer, M. Ver hoeven, W. G. A. Schoenmakers, L. A. J. van der Drift, C. M. Boer, C. Blok, E. P. H. Stijns, P. A. S. de Boer, B. Mulder, M. R. Bartelds, J. L. O. Kruijne, C. W. Ekkart, J. M. Eussen, P. v. D.. Monnikendam. De doktersrekening is voor u of voor uwo familie. Red. J. A.., Ilpcndam. Op dit punt is de wet meer malen veranderd. Dc zaak zal héusch wel in orde zijn. Red. T„ Rotterdam. Als het land in gevaar is, is het iederffsplicht op te komen, afgekeurd of niet. R e tf! F. V'., Ede. De diensttijd geldt van het oogenblik van indiensttreding. Red. B. P., Woudrichem. Dat kan zeer goed. Dg onderscheidingsteökens zijn alleen voor goed ge drag. R e d. P. J. F. en J. v. T., Monster. Aanvragen om ruiling worden na de betreffende circulaire van den Opperbevelhebber niet meer in ons blad ge plaatst. Red. W. v. V., Alphen. Daar bestaat geen regeling voor. Dat moet u met het Steuncomité uitma ken. Red. Gevonden Voorwerpen. Ondergetéekende heeft Zondag j.l. op de spoorlijn van Utrecht naar 's-Hertogenbosch een platte buitenmodel pet gevonden, een genies. toebehoorende. De pet is terug te krijgen bij de kanonnier Vogelesan g, Lunette II, bij Utrecht. El la batalkampo. (Van het slagveld.) Mil. H. J. A. Knops schrijft ons: Onze samideano, de heer Temer, die aan een hevig gevecht tegen de Oostenrijkers deel nam, zond den volgenden zeer belangrijken brief betreffende Esperanto. En nu over Esperanto? Zeker zult gij, waarde vriend, verwonderd zeggen: ,,Kan men nog in dezo droevig© omstandigheden aan Esperanto denken?" Ja, beste heer, ik dacht in 't geheel niet en kon ook niet over Espe ranto denken, na zulke gevaarlijke oogen- blikken, doch het gebeurde aangaade Espe ranto, hetgeen, ik doorleefde, maakte op mij zoodanigen indruk, dat ik mij verplicht gevoel over dit geval, hetgeen ik niet verwacht had, to schrijven. Het was avond slecht nat weer reeds den tweeden dag waren wij in de loopgraven en wachtten den vijand 'af... Op het veld heerscht© doodscho stilte, zoodanig dat men liet gegons der vliegen zou kunnen hooren.... Van tijd tot tijd wordt een zacht woord ver nomen, hetgeen do een aan den ander mede deelde.... ecne koudo rilling doorliep mijne leden en opnieuw heerscht doodsche stilte.... Plotseling hoor ik den een aan den ander in Esperanto vragen: „Kioma horo estas?' („Ho© laat is 't?") ïk twijfelde aan mijn gehoor.... droom ik niet? Ik vroeg mij af of ik werkelijk een Esperantozin gehoord had. Ik spits mijn ooren, wend mijn hoofd en kijk; de een beziet oplettend zijn, aan den arm bevestigd horloge en tracht, in het schemer licht- te ontdekken welk uur het is.... Einde lijk hoor ik als antwoord: Estas la deka. ankoraü frue...." (,,Het is tien.... nog vroeg".) Werkelijk, denk ikdat is zuiver Esperanto. „Sinjoroj, sinjoroj!" roep ik, doch krijg geen antwoord. Ik bemerk, dat mijno woorden do Esperr.nto-sprekers verbouwereeren, en opnieuw roep ik: „Sinjoroj samideanoj„Al via servo, estimata samideano'' (,,Tot uw dienst-, geachte samideano") krijg ik ten antwoord. ,,Bonvol«, sinjoro, cn mian salonon!" (Weest zoo goed, mynheer, en kom in mijn salon) hoor ik een andero stem uit do tweede loopgraaf. Eu de zaak werd opgeklaard. De een was een Armeensch esperantist uit den Kaukasus en do tweede is een Russische sami deano (samideano iemand van hetzelfde idee of geestverwant) uit het gouvernement Radoma. Van af het begin van den oorlog dienen beide samen en wftren tot op het oogen blik niet van elkander gescheiden geweest Op den weg naar 't slagveld troffen zij in ver schillende steden samidc-ano's, die hen vriende lijk ontvingen. De Armeniër is een babbelachtig en wijs jongmensch hij overlaadt mij met geestige kwinkslagen vertelt mij dat zelfs in onze rotte vijf esperantisten zijn: drie Polen, een Rus en een Armeniër en ik ben de zesde. Ik moet bekennen, waarde vriend, dat ten gevolgo van dat mijn humeur weer opgevroo- ïijkt werd ik vergat koude en honger en of ik wilde of niet. ik moest lachen om de uien van den Armeniër. Wij spraken over den oor log, over België en zijn helden, over de wereldcrisis en over alles en nog wat, juist alsof ons geen gevaar dreigde jammer, die tijd duurde met lang. Het bevel was uitge vaardigd ons gereed te houden, weldra waren wij klaar en wachtten het laatste bevel. Wij namen van elkander afscheid. Ziedaar, het eerste schot wordt gehoord, het geluid, evenals do echo, weerkaatst tegen den verwijderden horizon het tweede, derde schot, do kanonnado breekt los en de kogels vliegen als hugelsieenen en als een massa woe dende bijenzwermen over onze hoofden met een verdoovend gegons. Hot hoofd hooger op te lichten was gevaarlijk ik wildo mijn ge weer opnieuw laden doch eon kogel trof mijn schouder ik verloor het bewustzijn. Wat gedurende dien tijd is voorgevallen, dat weet ik niet, doch toen ik uit- de verdooving ontwaakte, merkte ik, dat ik mij onder vijande lijke verplegers bevind ik en nog enkele van onze soldaten. Men had ons naar een zeker vlek (stadje) vervoerd. Het was reeds dag toen wij, geëscorteerd, cene binnenplaats, gevuld met- Oostenrijksche soldaten, ingingen. Een overste kwam uit hot huis en vroeg onze namen. Daarna verstrekte men ons voedsel. Do soldaten, waaronder zich Hongaren, Oostenrijkers en Kroaten "bevonden, draaiden om ons heen en bekeken ons met grooto attentie. Er begon een algemeen ge lach en beschimping de een wildo den ander overtreffen in 't bespotten en hot gelach was zonder einde. Achter mij staan twee K ron ton. die onder hen hunne eigen taal praten. Voornamelijk werd mijne oplettendheid ge trokken door een Hongaarschon soldaat, die onbeweeglijk mij strak stond aan to kijken. Somtijds scheen hij in gedachte verdiept, fronste het voorhoofd alsof hij zich iets wilde herinneren. Zijn aanstaren hinderde mij ge weldig en ik wist niet wat hij van inij wilde. Zie, hij maakte eene beweging alsof hij naar mij too wilde komen, doch liij kwam niet. Toen do chef uitging, droeg men mij in liet hospi taal dat bij denzelfden binnenhof gelegen was; do overige gevangenen bracht men elders heen. Tegen den volgenden morgen trad bij mij binnen een soldaat dezelfde dio gisteren niet ophield met mij ann te staren. Ik was verlegen, doch hij begint te glimlachen en zegt: ..Esperantist©G'.i vi ne estas Sro. Temer!'" (..Esperantist? Zijt gij niet de hoer Temer?") Dit mankte mij nog meer verlegen. En ik (zeidc: ..Ja, mijnheer, doch hoe weet gij dat?" \,Tnte simple", li respondis, „mi estas espc- ftantisto, Adolf Arkovij el Budapest-, la frnto de Paulino, kun kiu vi korespondas; mi vidis co4 si vian fotografajon kaj nur kun granda pen'o mi rekoms vin!" (..Geheel eenvoudig", antwoordde hij. „ik ben de esperantist Adolf Arkovij uit- Budapest, de broeder van Paulina, waarmee gij correspondeert; ik zag bij haar uwo photografie, en slechts met groote moeite herkende ik ui") Nu, waarde vriend, stel u mijne vreugde voor. Buitengewoon gezellig brachten wij den tijd door, ofschoon ik een gevangene was. Doch na eenige dagen ontstond een rumoer. Alles begon men uit den hof en omgeving weg te voeren. Ik vernam dat men ons hospitaal ook zou verplaatsen en werkelijk begon men reeds met koortsaehtigen haast om dit te volvoeren doch 't was reeds te laat. want gelukkig kwam Doch ook in dezen eere. wicn ©ere toekomt: alle officieren <*n onderofficieren, daarvoor aangezocht, verklaarden het gewichtig ambt van jurylid to willen aanvaarden, waarvoor hun hier openlijk onzen dank betuigen, alsmede voor de wijze, waarop zo zich van hunne taak bobben gekweten, vaak ton koste van hun eigen vrijen tijd enton kost© vam ijskoude voeten, dio in de Boskoopsclic cantinc zoo ge makkelijk te krijgen zijn. Afwerking van punt 1 zou plaat* hebben op Dinsdag 23 Febr en zoo noodig op Donder dag 25 en Vrijdag 25 Kebr., en had men laatst genoemden avond niet wat spoed achter zaak gezet, beslist was er dan nog een vierde avond noodig geweest. Wol. wel. wat een gezellige drukte heerscht© er dio avonden in do can:ine. Om elk tafeltje der kampende wapenbroeders verdrongen zich de kijkers, die vaak door hunne luide bijvals kreten blijk gaven mede op te gaan in hot spel. Zullen we bij icderen wedstrijd stil staan? Ik geloof ni?t, dat het noodig is. Ieder, «ho aanwezig was, weet welke grappige en span nende momenten zich liebbên voorgedaan. Iedereen herinnert zich bv. bij den rookwed- etri|d welk een uitbundig hoera er opging, toen één der langaaa.m-noc}k« '"-5, die blijkbaar al te langzaam had gerookt, tot- do minder aangename ontdekking kwam geen vuur meer to hebben en door do jury, dio m- argusoogen op de rookwolkjes 'intte. oogenblikkelijk op do ver lies] ijst werd geplaatst. Menigeen heeft zich I misschien ook do vraag gesteld, hoe het moge- I lijk is, dat oen ander over één sigaar ruim 2Ï. uur heeft gedaan. Eere aan dien Ion prijs- i winnaar, een prachtig voorbeeld van oen zui- j nig huisvader, waarop moeder de vrouwJ-rotscb mag zijn Biljarten, "t is waar. we hebl>en goede, min der goede en zelfs slechte spelers gezien, doch één ding is zekerallen gi-voelden dat liet een wedstrijd was, allen waren min of meer uit hun gewone doen. Immers, hoe is het anders mogelijk, dat iemand den oenen dag in 10 stoo- ten 9 punten haalt- en den tweeden dag een reric van 82 speelt? Hoe is het anders moge lijk dat sommige meestens op de quen nu zon der prijs uit den wedstrijd kwamen? Een 'woord van lof aan de hoeren dammers mag toch zeker niet achterwege bliiw-n Ieder heeft zo kunnen zien, gebogen over hunne damborden, gelijk een veldheer over zijn staf kaart. spelend hun vreedzaam duel re»t een ernst, als war© het oen sir yd op loven en dood. Aller bewondering hebben zo gewekt door hun taai geduld en door geheel hun opgaan in het edele 6pel. Over domineeren en koekoeken kunnen we kort zijn. Ieder speler heeft zijn beste beentje voorgezet, ieder heeft getracht uit den grooten strijd met eere te voorschijn ie treden. Vrfijdagavond 11 uur waren alle wedstrijden geëindigd en toen onze kapitein heb podium beklom ten einde over te gaan tot het uitrei ken der prijzen, een 50 ra getal, kwam er stilt© Een oorlogsinstrument, dat vooral door Duitsckers en Oostenrijkers wordt ;ebruikt. Zij noemen het een „Minenwerfer" en liet werktuig dient om de vijande- ijke loopgraaf, als die dicht genoeg bij ligt, door een bom in de lucht te laten springen. Duitschers in Noord-Frankrijk moeten er veelvuldig gebruik van hebben gemaakt en met succes. We zien hierboven een „Minenwerfer', die wegens de gevallen sneeuw oj? een soort slede wordt yervoerd, I] Zoo ziet de vijand er nit, die thans het meest ,8 te duchten m de Engelsche wateren- een Duitsohe onderzeesehe boot,d.e onder water vaart en d.e men zich moet voorstellen als aan de eene zijde geopena, zooda het inwendige voor ons bloot ligt Wj zion de manschappen in de verschillende afdeelmgen gereed om de bevelen van officier dm het SDÏegeltie der periscoop ondervraagt, nit te voeren. Hij ziet natuurlijk dl verschiUeude°vaartmgen op het water en onderzoekt of het Engelsche schepen zijn. Zal er getorpilleerd worden? Dat is de groote vraag. de Russische armee. Mij en de overige gewon den zond men terug naar Rusland. Terwijl ik dezen brief schrijf, kan ik zelfs nu niet gclooven, dat ik-dat werkelijk door leefd heb, cn alles klinkt als een fabel in mijne ooren! Evenals de oorlog nadeelig is voor vele zaken ook Esperanto ondervindt de nadee- lieo gevolgen en toch is het een opbeurend en een verblijdend teeken voor de toekomst de dringende noodzakelijkheid te gevoelen eener wereldtaal. El „Germana Esperantisto Tradukita de H. J. A. KNOPS. Roermond, den 4 Maart 1915. Feestavonden te Boskoop. I. Men schrijft ons uit Boskoop: Do© wel, cn zio niet om! Ho© dit te rijmen met bovenstaand opschrift? zult g© vragen. En toch is liet mogelijk. Vóór ongeveer een maand kreeg een car onderofficieren toezegging van een paar hon derd gulden ten bate van,-of liever gezegd, tot vermaak der manschappen zijner compag nie. Wio die vriendelijke gever is Ik zou het héusch niet kunnen zoggen, aangezien de men- schenvriend, wiens hart, voor ons militairen, blijkbaar warm klopt, uitdrukkelijk heeft ver zocht, 'zijn naam niet te noemen. Een tipjo van den sluier kan ik echter optillen't is een Amsierdaiiiseh koopman. Ge hebt dus slechts 2 x 24 uur permissie naar Amsterdam t© vra gen. iu een auto alle kooplieden onzer hoofd stad met een bezoek te vereoren en ik weet zeker dat geeven onwetend als te voren zult te-rugkeeren. Stel u echt-er gerustaan dankbetuigingen voor zijn goedheid en offer vaardigheid zal het van onzen kant niet ont breken. Doch nu ter zake. Zoo stonden wo dus voor de vraag, wat te beginnen met de ons opzonden gelden. Och, geld opmaken is een. klein kunstje, doch geld zoodanig te benutten, dat een groot- aantal menschen er van kan genioten, is en blijft al tijd eeno moeilijke kwestie. Fluks de hand aan den ploeg geslagen, den compagniescommandant in den arm genomen, j dio ons evenals altijd zijn steun en niedewer- king beloofde, eene regelingscommissie samen gesteld en de eerste vergadering uitgeschre- •n. Besloten werd lo. tot een wedstrijd voor de 3e C'ompie in biljarten, dammen, doroineeron, koekoeken, langzaam rooken. 2o Tot- een voordrachten wedstrijd voor het geheole bataljon. 3o. Tot- een voordraehtenavond, te geven door den heer Speenhof. Binnen bet-rekkelijk korten tijd moest de zaak op pooien staan en ik moet zeggen, toen de termijn 'van inschrijving verstreken was en de lijsten voor dc verschillende wedstrijden bij do regelingsoom missie terugkwamen, was er reden tot tevredenheid on lettende op hot groot aantal deelnemers en de capaciteiten van velen hunner, was men verzekerd van span nende wedstrijdenwedstrijden, waarbij be kwame juryleden, beslist noodzakelijk waren. in de gelederen, eene stilte,* dio telkenmale door een luid hoera word verbroken, als één dor winnaars zijn prijs had uitgekozen en dien triomfantelijk omhoog stak. Onnoodig te zeggen, dat na afloop van deze plechtigheid ieder voldaan naar zijn kwartter ging, druk pratend over de leuke, gezellige avonden die hij had gehad, tevens verlangend naar punt 2, den voordrachtenwedstrijd, en in stilte een woord van dank brengend aan den vriendelijken gever, die zooals ik boven reeds zeide, beslist onbekend wil blijven en op w-ien liet: doe w-el en zie ntet om, toch zeker wel van toepassing is. y. d. G. Uit Leiden. Men meldt ons: Den 3en dezer is er te Leiden in de zaal „Het Nut van 't Algemeen" een schitterend geslaagd concert voor de militairen gegeven door mej. Phine de Nocker (sopraanden 3.c-*r Juiei Wolf (piano), den heerJoh. de Nocker (bariton), allen uit Den Haag, en do Belgische vluchtelingen do heer J. Seghers (violoncel en den heer Van Tricht (viool), beiden uit Antwerpen, cn tijde lijk in Holland sedert het begin van den oorlog. Zoowel de zangeres als alle hoeren hadden een enorm succes. Doordien de heer Julës Wolf alle nummers te begeleiden had en ook de pianopartij in con trio van Beethoven ver tolkte, komt. ook liem een groot aandeel in het succes van den avond toe. De militairen toon-:ten door het groote ap plaus ten zeerste voldaan te zijn. Zulke muziekavonden vallen dan ook zeer in den smaak. De gefopte molenaar. Mil. A. v. H. schrijft ons: Dat wij militairen ook van grapjes houden en graag een „bak" uithalen moge uit het vol gende stukje blijken. We waren ingekwartierd te A. een grens- plaatsje in Noord-Brabant en deden daar niets dan wacht. Begrijpelijkerwijze hadden we dus nog al menig vrij uurtje .cn het was dan ook op een vrijen voormiddag dat wo de volgende streek uithaalden. Een onzer schreef een bon voor 14 „kuggen", te halen bij -den molenaar. Mét tweeën gingen we naar den man die de dupe zou worden van ons grapje. We gaven hem de bon en de kerel stond met open mond op het biljet te. staren, niet wetende wat daarop ver- meld stond en wat dit te beduiden had. Doodleuk sprak eindelijk een onzer: ..Ja, baas. dat is een bon voor kug". Recht duidelijk was het ons molenaartje nog niet, want wantrou wend en onderzoekend keek hij ons aan. Doch hij scheen ons eindelijk te gelooven en vroeg wat zoo n brood wel woog, waarop wij antwoord den ..Ruim een pond" Hoe onze molenaar er toe kwam weten we niet. maar hij gaf ons een zakje mee met 10 K.G. rogge, terwijl hij in zichzelf mompelde: „arme jongens, nu krijgen ze roggebrood". We schudden van het lachen, toen we met ons zakje op stap gingen en toen we in ons kwartier aankwamen werd het geval natuurlijk druk besproken en menigmael barstte het ganschc gezelschap in lachén uit. Een plaatsnaam, die herhaaldelijk voorkomt in de oorlogsberichten uit. UoBt- Prui8en, is Lyck, dicht aan de grens van Polen. De stad is herhaaldelijk in het bezit geweest van de Russen, en door de Duitschers heroverd. Wij geven er hier een kijk op. De Duitschers zijn er weer binnengetrokken in de tweede helft van Februari, na den veldslag bij de Masurische Meren. Die slag bevrijdde ook Lvck van dejRussische overheersching. Volgens de Duitsche berichten hebben de Russen er woest huisgehouden. We zien dan ook stuk geschoten huizen en puinhoopen aan den kant der besneeuwde straat. Rechts op de plaat merken we een troep Russische krijgsgevangenen op. Bij nader onderzoek kwam de molenaar echter tot de ontdekking dat hij gefopt was en of schoon hij eerst boos was, had hij later toch schik in het geval. Wc wilden natuurlijk het mooi terug brengen, doch do huisgenooten van ons kwartier besloten hét zelf te houden. Het wafen beste mensehen de familie Van Dijk, alwaar wij ingekwartierd waren en spoe dig waren er pannekoeken gebakken van het zakje meel, die ons natuurlijk heerlijk smaak ten. Nog lang zullen we denken aan onze inkwar tiering te A. maar bijzonder aan don gefopten molenaar en san de goede lieden, die ons zoo gastvrij onthaalden. A. v. H. Uit Alphen a/d. Rijn. Milicien Van Loon schrijft ons: Ter gelegenheid van het vertrek van troepen naar Naarden-Bussum, ter deelneming aan de aldaar te houden oefeningen, en met 't oog er op, dat deze na die manoeuvres terstond naar Halfweg vertrekken, werd Woensdagavond in het „Nutsgebouw" to Alphen-Oudshoorn, een welgeslaagde uitvoering gegeven door het muziekcorps met medewerking van onzen kor poraal-schoenmaker A. van der Hooven. De groote zaal van 't Nut was geheel met militairen bezet, toen onze kapelmeester, reserve-sergeant Solte, een woord van welkom sprak. Hij begon met vele hartelijk te bedanken, o. a. voor het gratis afstaan der zaal; de zang ver. j.Zanglust" voor 't gratis in bruikleen geven der piano; de gymnastiekvër. „Hou Vast", die zoo welwillend was geweest, haar repetitieavond voor deze uitvoering te ver zetten. Verschillende muzieknummers werdén op fraaie wijze uitgevoerd, bewijze wel het voort durend applaus na elk nummer. En wat werd er enorm gebruld na de voordrachten van onzen korporaal-schoenmaker, o. a. „Leve de Mu ziek", „Akelig vervelend" en „Was ik maar nooit getrouwd". Het was een welgeslaagde feestavond, dien we, ook als we weldra te Halfweg zullen zijn, niet spoedig zullen vergeten. En nu rest ons nog tot slot de groote fuif vanwege „De Mo bilisatie Club" als afscheid aan de burgerij van Alphen en omstreken in „Do Vergulde Wagen". v. L. Uit Budel. L. W. milicien C. Bark schrijft ons Het is thans drie maanden geleden dat wij gevestigd werden, bij afwisseling t© Budel en Soerendonk, prov. N.-Br. Aangezien daar bij aankomst geen Chr. Mili tair Tehuis te vinden was, is door een aantal vrienden gezocht naar ©en kamer, waar zij vrij met elkander konden samen zijn, om daar eiken avond na afloop van den dienst elkander aan genaam en nuttig te kunnen bezig houden. Dit doel werd door hen verkregen in de kamer van den heer Plancen, No. 136 te Budel. Thans is de tijd weer aangebroken dat wij naar Eindho ven terugkeerenGaarne wenschen wij ook d© vrienden van die comp., die nu onze plaatsen innemen, hetzelfde genoegen, waarom wij hun bij dezen bovengenoemde kamer aanbevelen, opdat ook daar voor hen gevonden wordt, wat door ons is verkregen. Wij kunnen daarbij nog verklaren, dat de eigenaar dier kamer tegen nader te bépalen conditie genegen is zijn kamer voor bovenge noemd doel af ie staan. Hopende hierin den komenden vrienden van dienst te zijn geweest, ben ik tevens ten allen tijde bereid aan belang hebbenden inlichtingen te geven omtrent de samenstelling van onzen vriendenkring, bene vens zijn wijze van wérken daar ter plaatse. Landweer-Milicien C. BARK. Budel. Uit Riet. Treinsoldaat H. C'. Wemekes schrijft ons: In bovengenoemde plaats hebben wij het ge noegen mogen smaken, een drietal avonden ver maakt te worden, en wel door het gezelschap Gronen". Dit gezelschap heeft ons op een aan gename wijze vermaakt, door zijn acrobatische toeren en ook door grappige scene's, die ten uit voer' zijn gebracht. Iedereen was dan ook ten volle voldaan, en er is heel wat geapplaudiseerd en gelachen. Dus wel een bewijs dat men ge noten had, voor de weinige centen, die er voor de entree geheven was. Wij kunnen dan ook dit gezelschap ten zeerste recommandeeren, en hepen dat wanneer zij op een andere plaats voor de militairen werken, zij met een druk be zoek vereerd mogen worden. Wij ten minste roepen het gezelschap ..Gronen" een goed suc ces toe en een tot weerziens. Plagiaat. Mil. Proot schrijft ons: Naar aanleiding van een gedichtje voorko mende onder de rubriek ..Voor Leger en Vloot" alias „Eigen Fabrikaat" in uw blad van Vrij dag 26 Februari, verzoek ik u beleefd om op name van het volgende, waarvoor bij voorbaat mijn beleefden dank. Door J. Strengman uit Den Helder werd in bedoelde oplaag een heel aardig gedichtje ge plaatst, getiteld ,,D© Pijpekop" en met zijn eigen naam onderteekend. Op dit versje is absoluut niete aan te mer ken. alléén dit, dat het eerste couplet niet is weergegeven zooals het vóór misschien vijftig jaar is geschreven- Toen luidde het: Dag oudje, smaakt je pijpje goed? Wat rookt die kop mooi door! 't Is echt© meerschuim naar ik zie; Zeg op, wat vraagt ge er voor? terwijl Strengman schrijft: Zeg, oudje, rookt je pijpje nog? Wat rookt je kop mooi door. 't Is een echt© meerschuim, naar het lijkt. Kom op, wat vraag je er voor? Maar wellicht is de tekst sinds dien .weer veranderd? Menigeen zal misschien aan vit terij denken bij het lezen van dit geschrijf. Dit is echter absoluut mijn bedoeling niet. Ik heb er enkel en alléén modo op het oog, om hulde to brengen aan oen dichter, die op reeds zoo'n vergevorderden leeftijd zijn diensten den lande bood, zoo niet phvsiek dan toch moreel. Ik heb met dit schrijven gewacht tot in dit nummer, over een gedicht, dat ik reeds op d© k...school van buiten leerde en later nog wel eens van zijn grootvader hoorde, om den een of anderen wapenbroeder, die beter „bij" is dan ik.de gelegenheid te bieden Strengman voor zijn origineel©! inzending te bedanken. Helaas vruchteloos! Strengman, verkwik ons in 'lezen lugnberen tijd nog dikwijls met uw© opwekkend© Kcdicht- jes, we zullen ze steeds graag lezenTot weer ziens 11 JACQ. F. M. PROOT, 6© Reg. III 2. Uit Breda. Kanonnier Groenouw© schrijft ons: Het comité „Voor onze Jongens" organiseerde Woensdag 3 Maart wederom een uitvoering, speciaal voor de in Breda en omstreken gekan- tovteerde troepen. Waren de vorige avonden uitsluitend tooneelvoorstellingen, ditmaal had den wij in de eerste plaats het genoegen kennis t© maken met een zangveroeniging van één der eskadrons wielrijders. Onder haren emi- nenten directeur, den trompetter F. Pala, bracht zij enkele nummers ten gehoore. Dat het in den smaak van de talrijk opgekomen mi litairen viel, bewees het daverend applaus, hetgeen zij na elk nummer mocht oogsten. In de tweede plaat® bracht de bioscope wat afwisseling met nummers die de lachspieren herhaaldelijk onbedaarlijk Ln beweging brach ten. De striikmuziek van het 2e reg. huz. luisterde het. geheel op. Het comité „Voor onze Jongens" heeft alle eer van haar werk en menig soldaat zal dan ook nog na de mobilisatie terugdenken aan de avondjes, doorgebracht in het „Hof van Holland" en georganiseerd door bovengenoemd comité. Dankbetuiging! (Den WelEd. Heer Koekebak. Dominee te Aardenburg.) WelEd. Heer Koekebak! Namens het detachement Moershoofd moet ik u onzen dank betuigen voor de vele bewijzen van goedheid door u aan ons detachement be wezen, Wij zullen dan ook steeds Uwe goedheid waardeeren. In Uwe gunst aanbevolen blijvende, teekenen wij met dc meeste dankbaarheid, Namens het detachement Moershoofd, Mil. Korp. VERVAART. Schelden! (Van mil. Corn. Oranje.) O, kwijnende zon met uw purperen glans, Wat ziet ge zoo droef en bedrukt naar beneden Als of ge een bloedigen strijd had gestreden En het daarzijnde afscheid u smartelijk moet zijn! Och. weent toen geen tranen, o godengelaat, Ontplooi toch dien rimpel, die gaapt als een wonde, Beloopen met bloed, dat van stonde tot stonde, Vervloeit tot een plas ,waar g© zwijgend in baadt. De nevel, hij trilt in uw bloedrooden schijn, Die kruipt langs 't geboomte in spookachtig dwalen In gangen en hoeken, daar kunt ge niet stralen, Daar hangt wit de damp, die een spook schijnt te zijn. Ge halt bcsechen en veklen in hemtlschen glans; Zij schijnen te mijm'ren van heerlijke stonden. Een innige weemoed vervult heel de ronde: Haar echo weerklinkt aan den gloeienden trans. Nu~ ruischt er een lied zoo weemoedig en schoon 't Stijgt neuriënd op uit het kleurbonte loover, Dat dartelend speelt in het zonnegetoover Wat wond re acrcorden zoo innig vau toon! Onhoorbaar maar machtig weerklinkt in mijn zie' Een echo vol weedom en smachtend verlangen. Ach, neigende zonne, het wordt mij zoo bange. Wanneer mij eens al uw schoonheid ontviel! Ach, blijf toch, gij zonne: Uw licht doet mij leven, 't Is anders zoo somber en kil om mij heen. Niets kan mij uw zaligen vrede hergeven, Gij maakt mij zoo stil en gelukkig alleen. O, gaat ge foch henen, aanschouwt niet mijn smart©, Nu zonder erbarmen en eertijds zoo mild? !t Is of ge mijn zuchten niet aanhooren wilt. Och, dat ge 't kondt stillen mijn woest- jagend harte. 't Wordt duister rondom mij, een ijskoude zucht Verkwikt mij de slapen, zij speelt me in 't oor. 't Is of ik veel weeën en jammeren hoor. Eén droevig© klacht weerklinkt door de lucht. Ik voel mij zoo eenzaam, alleen en verlaten, Geen lichfiltraahjes zie ik in 't verre verschiet. Geen zuchten of jammeren zal mij meer baten De wind voert ze weg waarheen weet ik niet. CORN. ORANJE. Hilvarenbeek.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 3