OP ZEE.
9
Ï)E SOLDATENOOURANT van 98 ^^Toyxistx»! Ï915
Er is vaak en hevig gestreden aan de Aisne, do rivier in 't noorden van
Frankrijk, vaar nog altijd het Westerfront langs loopt. Niet het minst heeft daar
het stadje Coucy-le-Chateau geleden, dat beurtelings in handen der Franschen en
Duitschers is geveest. We geven hier een kijkje op het mooie Fransche stadje,
dat vel een groot dorp gelijkt en dat nu voor een groot deel is vervoest, en ook op
de ruïne van het oude slot, dat van een hoogte neerziet op het plaatsje aan zijn voet.
Een tikje op mijn schouder rulcte mij uit mijn
gepeins. „Kom mee", klonk liet aan mijn oor,
„ik zal n iets laten zien, dat u belang zal in
boezemen". En ik werd bij don arm genomen
en in het gebouw gebracht, waaraan zulke
vroolijke herinneringen voor mij verbonden
waren.
Ik keek mijn geleider aan en nu zag ik dat
hij een vrij wel bekend dokter was, die er wat
vreemd uitzag in zijn uniform.
Voordat ik een woord had kunnen inbren
gen, bevond ik mij reeds in de zalen, waar
nu geen dansmeester, maar een „geheimer
Medizinalrat" en professor den scepter
zwaaide.
Op een reusachtig breede galerij, anders ge
reserveerd voor toeschouwers en „balmoeders'',
zaten nu, in groepjes van twee of drie perso
nen, de patiënten, die reeds aan de beterhand
,-waren en zij kortten zich den tijd met lezen,
domineeren en kaartspel.
Beneden in de zaal waren in drie lange rijen
de smetteloos witte bedden opgesteld, waarop
de gewonden rnstten. Aan het hoofdeind van
elk ledikant was een bordje opgehangen, waar
op de naam, de dag van aankomst en de aard
der verwonding van den verpleegde vermeld
stonden. En boven elk bed hing een klein
.vlaggetje in zwart-wit-róode kleuren.
„Daar ligt Sarastro", vertelde de dokter en
hii wees naar een iongmenseh, die met vroo
lijke oogen opkeek. Hem waren in Polen de
beide groote ieenen bevroren; het ging nu al
weer zoo'n beetje en den volgenden dag zou
hij eens probeeren op te staan.
„De jonge man wil opera-zanger worden",
Vertelde mijn geleider; „ik heb nog nooit
zoo'n diepe bas gehoord. Wij hebben hem dan
ook maar Sarastro gedoopt. Zijn diepe stem
heeft niet het minste geleden, niet waar
Sarastro
En met een stem, die uit den kelder soheen
te worden opgehaald, bevestigde de zanger de
vragen van den arts.
„En dat is onze „candidaat Jobs", werd mij
verder verteld, terwijl de dokter een der pa
tiënten aanwees, die, met een dik boek in de
hand overeind in bed zat „overmorgen zal hij
promoveeren tot doctor in de rechten als ten
minste het gat in zijn hoofd hem niet al te
veel hindert. Hij leert nu nog even het Bur
gerlijk Wetboek uit zijn hoofd, 't Was nog niet
zoo slecht in Frankrijk, wat jij. Jobs?"
„O, ja", antwoordde Jobs, „ik ging tienmaal
liever naar het front dan naar het examen".
Wij gingen van het eene bod naar het andere
en iedere patiënt had wat te vertellen, en al
len deden ze het in verschillend dialect.
Daar lagen de Oostenrijkers en Hongaren
ook twe© Franschen strompelden er rondzij
zeiden: „nis daitsch verstehn", maar zij zagen
er toch zeer vergenoegd uit, en het bleek, dat
zij over hun verpleging zeer tevreden zijn.
Zij worden precies zoo behandeld als de
anderen, zeide degeen die mij rondleidde tot
mij. Vervolgens zeide hij: „Nu moet ik nog
een merkwaardigheid laten zien".
Dadelijk daarop stonden twee jonge man
nen voor ons, die beiden uit dezelfde stad
in Baden afkomstig waren, die dezelfde voor-
en achternamen hadden, doeh elkaar pas hier
in het lazaret hadden leeren kennen. Zij waren
op denzelfden dag en beiden aan den linkerarm
gewond en zouden op denzelfden dag als ge
zond ontslagen worden.
Een spel van het toeval, zeide de Geheim-
rat, terwijl wij voorbij het podium gingen,
waarop vroeger de vroolijke muze haar triom
fen vierde, en waarop nu eenige dames in het
costuum van verpleegster bezig waren.
Hoe vindt u eigenlijk de lucht in dit ver
trek? vroeg de dokter.
De lucht, antwoordde ik, is enorm veel
heter, dan den laatstcn keer, toen ik het
genoegen had, hior te zijn",
„Was u reeds hier geweest?" vroeg hij
yerbaasd.
„Zeer zeker, zeide ik, „maar toen was
dit lokaal nog balzaal en de parfums die men
hier opsnoof, waron niet uit Arabië afkomstig.
Vandaag riekt hot hier een weinig naar kar-
bolmaar afgescheiden daarvan, is het verras
send, hoe góéd de atmosfeer is, hoewel hier
toch nog honderd vijftig zieken liggen".
Niet waar?" zeide de „Gcbeimrat", het is
altijd een hoofdzaak voor ons, om voor goede
ventilatie te zorgen.
Wij kwamen in de operatie-kamer en in een
kamer, waarin verbandstoffen en medicamen
ten waren. Overal heerschte de grootste orde
en reinheid. Ten slotte kwamen wij in een ver
trek, dat aan den rococo-tijd herinnerde, en
waarvan do muren versierd waren met afbeel
dingen van de vroolijkste levensgenietingen.
Daar stonden zes bedden, waarin zwaargewon
den verpleegd werden. Wanneer deze mannen,
die een arm of een been verloren hebben, naar
boven zien. zouden zij meisjes, met bloemen
getooid, bemerken, lachend rond dansende.
Het waren mannen uit het volk, dio daar la
gen, en zij zullen niet lang denken over de
tegenstelling tusschen de vroolijke kunst en
de vreeselijke werkelijkheid. Zij hebben zich
in hun lot geschikt, en zien kalm en vol ver
trouwen naar den tijd, waarop kunst-ledematen
het verlies van hun eigen ledematen zullen ver
goeden.
Een hunner echter kan men aanzien, dat hij
iets verloren heeft, dat niet vervangen zal kun
nen worden Het is eeu zigeuner uit Hongarije,
die nooit meer zijn geliefde viool kan omarmen,
omdat zijn rochter-arm afgeschoten is. De
donkere oogen kijken treurig naar den muur,
waarop de meisjes op de maat van een onzicht
bare muziek steeds doorgaan met lachen en
dansen. Menige nacht zal hier voorbij gegaan
zijn onder gelach, bij schuimenden wijn en in
dronkenschap. En toch, als ik den armen
zigeuner aanzie, dan bedenk ikhoe meer op
geruimdheid bloeit thans op in deze vertrek
ken, waar het lijden der gewonden liefderijk
wordt verzacht, vergeleken bij vroeger, toen
Ó0 uren hier doorgebracht, gewijd waren aan
het voorbijgaand genot van eon enkel uur, om
menschon-kindeTon, die zich verveelden, baueJe
afleiding te bezorgen.
Uitwisseling van zwaargewonden.
TTifc Bern wordt aan de „Frankf. Ztg."
medegedeeld, dat nu óok tusschen Frankrijk
en Duitschland. een overeenstemming tot
stand is gebracht voor de uitwisseling van
zwaargewonden. Het transport dat over
Zwitserland zal gaan, zal plaats hebben met
Zwitsersch© lazarettreinen, onder toezicht
van het Zwitsersche Roode Kruis, over de
lijnen LyonKonstan z. De eerste transpor
ten zullen waarschijnlijk reeds deze week
plaats .hebben.
Frankrij k.
Op het Westelijk oorlogsterreln,
PAKIJS. Orize artillerie heeft bij Lom-
baertzijde een blokhuis en een .vijandelijken
observatiepost vernield.
In Champagne hebben wij de aanwinsten
van gisteren behouden en alle tegenaanval
len afgeslagen.
Onze vliegers hebben 60 bommen gewor
pen op stations, treinen en vijandelijke
troepen.
Tusschen Argonne en de Maas hebben
wij opnieuw vorderingen gemaakt.
De vijand heeft de door ons genomen
loopgraven niet kunnen heroveren.
PARIJS. Onze artillerie heeft de batte
rijen van den vijand in de buurt van Lom-
baertrijde ernstig beschadigd en ze tot
zwijgen gebracht. De dag ;s van de Leie tot
.Champagne betrekkelijk kalm verloopen.
De operaties in de streek van Souain en
Beau Séjaux worden voortgezet en hebben
een voor ons gunstig verloop.
Wij hebben een verdedigingswerk ten
noorden van Mesnil veroverd, een in ver
spreide orde marcheerende colonne gedeci
meerd, een batterij tot zwijgen gebracht, en
een blokhuis in de lucht laten springen bij
Four de Paris.
In Argonne werd een aanval der Duit-
schers bij Maria Thérésia afgeslagen.
BERLIJN. Officieel wordt uit het groote
hoofdkwartier gemeld:
In Champagne zette de vijand gisteren
zijn wanhopige aanvallen voort; zij bleven
echter, als de voorafgaande, ondanks de
krachtige pogingen, zonder eenig resultaat.
Verder is niets belangrijks voorgevallen.
Duitsche loopgraven bij Soissons.
De oorlogscorrespondent M. van „De
Tijd" schrijft:
Welk verschrikkelijk leven de soldaten lij
den, die in deze gure, natte dagen voortdu
rend in de loopgraven hebben te vertoeven,
moge blijken uit twee bric-ven, die ik ter in
zage kreeg en afkomstig zijn van een Duit-
schen vrijwilliger van 17 jaar, een intelli-
genteu jongen. Ondanks zijn zeer jeugdi
gen leeftijd maakte hij reeds twee veldsla
gen mee aan het oostelijk front en is ook
tegenwoordig geweest bij den geweldigen
strijd, die voor SoiSsons gewoed heeft en
met een succes der Duitschers bekroond
werd. Zijn tweede brief is gezonden van uit
de loopgraven voor Soissons. Ik neem er en
kele gedeelten uit
Boulai, Jan.
„Lieve moeder. Eindelijk hebben wij we
der rust. Wij hebben ontzaglijk zware da
gen doorgebracht. In de laatste acht dagen
heb ik tusschen de gevechten door geen 24
uur geslapen't is achtereenvolgens posten,
patrouiile-makon, pompen, vechten of wer
ken; is het eene voorbij, dan komt het an
dere. Velen, die met mij hier gekomen zijn,
hebben zich ziek gemeld, daar zij dien zwa-
ren arbeid niet kunnen uithouden. Een der
ergste plagen ook is het ongedierte....
vroeg mij in uw brief, hoe wij in 't
nieuwe jaar gekomen zijn? In de eerste
plaats den gcheelen nacht allen op post,
daar een stormaanval verwacht werd. Pre
cies te 12 uur riepen wij op de gansche linie
„Prosit Neujahr", en gaven ook salvo's af,
met het geluk, dat wij plotseling in de
vuurstraal van ons geweer de Franschen
vóór ons zagen liggen en kruipen, anders
hadden wij hen nauwelijks bemerkt. Toen
wij dus op hen schoten, deden zij een storm
aanval. Tijd om te schieten was er toen niet
meer, dus maar met de bajonet er op. Al
len vochten als duivels, niets anders dan
steken, terwijl de Franschen sloegen met de
kolven van hunne geweren, doch wij, Duit-
schers, deden zooals ons geleerd was, steken
en niet slaan. Wij behielden de loouvraaf en
de Franschen trokken zich terug.
Veel wordt hier geleden, doch van het
water het meest. Van vele soldaten, met
wie ik hier gekomen ben, zijn de voeten be
vroren doordat zij voortdurend in het water
moeten staan. Naar ik hoop, duurt deze
oorlog niet lang moer, want vele menschcn
zijn voor hun leven niets meer waard ten
govolge van rheumatiek en andere kwalen.
Stuurt nog maar wat worst en boter of
bouillonblokjes, waarmede wij ons krachtig
kunnen houden; want wat wij krijgen is
niet genoeg."
Bij Soissons, 8 Febr.
„Lieve moeder. Op dit oogenblik heb ik
één uur rust te versnoepen en wil dit ge
bruiken om u eenige letteren te schrijven.
Wij moeten hier den heelen nacht pompen, j
om overdag in de loopgraven niet weg te
drijven. Het regent dag in, dag uit. On on™
plaats is de loopgraaf ca. 3 M. diep (anders
hoogstens 1.50 a 2 M.) en daar komt be
halve het regenwater ook nog grond- en
kwelwater bij. Zoolang wij hier in de loop
graven zitten, heb ik zeker nog geen uur
droge kleeren gehad. Als men tot aan de
lendenen nat is, kan en mag men de laar
zen niet uittrekken, wegens de onmiddel
lijke nabijheid van den vijand op niet meer
dan 40 M. van ons. liet heeft ook geen
doel, want zoodra men in die loopgraven op
post staat, moet men weder tot aan de
knieën (meestal nog dieper) in 't water wa
den. Vijftig centimeter boven den grond
hebben wij balken geramd; daarover plan
ken, maar dan stijgt het water plotseling
weer zoovele centimeters en de nlanken
drijven weg. Als nu 'e nachts het schieten
begint', wat bijna altijd gebeurt, dan trapt
men vaak langs die planken en valt daarbij
geheel te water. Als het schieten ophoudt
apl.m. 1 uur), kan men weder in het hok
kruipen. Maar ook niet lang. Nauwelijks
heeft men zich nedergelegd, of men moet
weder op post trekken, meestal 3 of 4 uren.
Daar staat men nu doodmoe, ijskoud, in
regen en wind, het gezicht steeds naar den
vijand gekeerd. Is het maneschijn, dan moet
men zich nederleggen- op den natten leemen
akker, want blijft men staan, dan schieten
de Franschen. Eindelijk na langen tijd
komt de aflossing. Meestal is het stikdon
ker, zoodat men geen hand voor de oogen
zien kan, en dan moet men op zijn buik door
de draadversperring kruipen. Menigmaal
blijft men met' zijn kleeren in 't prikkel
draad hangen en dan kan niemand je hel
pen. Met gescheurde kleeren komt men dan
eindelijk aan. Om de drie dagen moeten wij
eten halen in 't dorp. Met vier kookpannen
loopt men nu naar het dorp over 't veld,
zeer voorzichtig, omdat de vijand steeds op
den loer ligt. 't Is een gevaarlijk werk
Overdag wordt aan een reserve-stelling ge
werkt. Zóó gaat 't, het eene werk na het
andere. Alleen de veldpost brengt vreugde."
Engeland.
Suffragettes naar Frankrijk,
LONDEN. De Parijsche bladen melden,
dat te Havre een regiment Bribsohe suffra
gettes ontscheept is, die als telefonisten,
seiuwachters, telegrafisten en chauffeurs
dienst zullen doen.
De regeling met het spoorwegpersoneel,
Van welke beteekenis de schikking is die
met het spoorwegpersoneel is getroffen, dat
een belangrijke loonsverhooging ontvangen
zal gedurenden den oorlog, blijkt uit een
mededeeling in de „Times", waarin we
lezen, dat het spoorwegpersoneel in hGt ge
heel 5.250.000 p.st. per jaar zal ontvangen
aan loonsverhooging, zoolang do oorlogs
regeling van de regeering met de spoorweg
maatschappijen duurt. De „Times" merkt
hierbij op, dat deze loonregeling niet zal
eindigen vóór de demobilisatie en dat het
spoonvegpersoneel tijdig genoeg van het
eindigen der schikking op de hoogte zal zijn,
om onderhandelingen over een nieuwe rege
ling te kunnen openen. Van de loonsver
hooging zullen de maatschappijen een derde
betalen, de regeering betaalt de overblij
vende twee derden.
De oorlog In de lucht.
Andermaal kozen de Duitsche lucht-krijga-
lieden een Zondag voor een vijandelijk beaoek
aan Engeland, schrijft de Londensche corres
pondent der „Telegr.". Of er een of meer
vliegeniers over Essex verschenen, is nog niet
niet uitgemaakt. Veel schade werd er ook
niet aangericht.
Te Colchester viel een hom in den tuin van
een inspecteur der plaatselijke politie. De
veel geraas makende ontploffing verbrijzelde
al de ruiten zijner woning en die van naburige
huizon.
Te Braintree, een eerzaam plaatsje nabij
Colchester, viel een groote bom, a»et brandmid
delen gevuld, op een veld, maar mitplofte niet.
Van de ontploffing der bom te Colchester
deed een sergeant-kwartiermeester het volgen
de verhaal
„Wij zaten, mijne vrouw en ik, in de v
kamer en zouden juist met ons avondeten be
ginnen, toen er achter ons huis een geweldige
ontploffing plaats had. Do keukendeur werd in
de woonkamer geslingerd cn eenige granaat-'
kogels verbrijzelden een aantal schilderijen aan
den wand. Eeu der kogels vloog over mijn
hoofd, miste de gaskroon en vernielde een
schilderij. In de keuken was alles vernield,
evenals de hal der eerste verdieping.
De woning van een ander militair werd ook
ten docle verwoest, maar hij zelf ontkwam mot
vrouw en kind ongedeerd. De klein© werd zelfs
door het geraas der ontploffing niet wakker.
Kogels doorboorden de muren.
Rusland.
Op het OoBtelijk oorlogsterrein.
PETERSBURG. Rapport van den Grco-
ten General en Staf:
In den Njemensector van Kovnotot Olita
rukken onze voorhoeden op den linkeroever
ver vooruit. De omgeving van Sventojanslc
en Goj a op den linkeroever is bezet door do
Duitschers, die bij Sventojanslc een klein
detachement infanterie op den anderen
oever brachten, waar thans gevochten
wordt.
Aan den linieer Njemen-oever ten noor
den van Grodno en den Boven-Bobr in de
omgeving van Stabine duurt de actie voort.
De vestingartillerie van Ossewietsj be
streed met succes de Duitsche batterijen.
Op den rechteroever van de Naref wordt
over het gebeole' front gestreden de vijand
zet hier zijn hoofdaanval voort in de rich
ting Novogorodsk en Prasnietsj.
Onze troepen sloegen in verschillende sec
toren de Duitsche aanvallen af met grooto
verliezen voor den vijand en deden een bef-
tigen tegenaanval op de Duitschers tijdens
hun overgang over de Orsjitsrivier. Met
buitengewone verbittering verdedigden de
Duitschers een boerderij en complex bij het
dorp Krasnoseltsj, dat wij om zes uur
's avonds van 24 Febr. na een hevig gevecht
veroverden. Honderdvijftig man, die van de
bezetting van dit steunpunt nog in leven
waren, werden krijgsgevangen gemaakt.
Op den linker-Weichseloever namen de
Duitschers op 24 Febr. het offensief bij
Moghelly. Onze infanterie wierp zich,na
vuuroverwicht verkregen te hebben, met
groot élan op den vijand, vervolgde hem
van nabij en maakte zich meester van zijn
stelling; na een verwoeden strijd van man
tegen man werden de Duitsche loopgraven
in eerste en tweede linie veroverd, waarbij
zeven officieren, een dokter en 400 solda
ten werden gevangen genomen, terwijl
tevens mitrailleurs in onze handen vielen.
Drie Duitsche bataljons, die uit Bolimof
ter versterking aanrukten,, werden door
onze artillerie verstrooid.
In de Karpathen duurt de strijd voort.
In Pps^Gölicie vvordt verwoed gevochten
aan de rivier de Tsjetsjva, waar wij in een
nachtelijken aanval de Oostenrijkers ver
dréven uit het dorp Lookha, en van de
rivieren Zolobaja, Bystritsa en Vorona. De
Oostenrijkers werden bij de dorpen Voltsji-
netsj en Podloeje door onze artillerie be
schoten en vluchten in wanorde, waarbij
hun gesneuvelden de wegen bij deze dorpen
versperden. Bij het dorp Padpet-sjary wer
den de Oostenrijkers eveneens in een hevi-
gen bajonetaanval door ons teruggeworpen.
BER-LIJN. Officieel wordt door het
groote hoofdkwartier gemeddt
De gevechten bij Memel, Bobr en Naref
duren voort.
De als vesting aangelegde stad Prasnycz
is gisteren door de Oost-Pruisische reserve
troepen na oen hardnekkigen strijd ge
nomen. Meer dan 10.000 gevangenen en
20 kanonnen, een groot aantal mitrailleurs
en zeer veel oorlogsmateriaal viel ons ;n
handen.
In andere gevechten ten noorden van den
Weicli6el werden in de laatste dagen 5000
Russen gevangen genomen.
In Polen, ten zuiden yan den Weichsel,
bezetten de Russen, na niP; vijfvoudige
overmacht te zijn aangevallen, het voorwerk
Mogily, ten zuidoosten van Bolimof,
Anders viel niets opmerkelijks voor.
Opmerkelijk is het, dat de bij Augustowo
gevangen genomen generaal-commandant
van de 59e Russische reservedivisio aan een
Duitschen officier vroeg, of het waar was,
dat de door Duitsche troepen belegerde stad
Antwerpen spoedig moest vallen. Toen hem
de toestand in liet westen werd uiteen
gezet, wild© hij niet gelooven, dat de Duit
sche troepen in het westen. op Fransch
grondgebied stonden,
Turkije.
De besohieting der Dardanellenforton,
BERLIJN. De Atheensche correspondent
van den „Berl. Lok. Anz." seint: „Ik ver
neem van particuliere zijde, dat men in wel
ingelichte kringen van meening is, dat de
actie der Fransch-Engelsche vloot voor de
Dardanellen moet worden beschouwd als een
definitieve poging om de straat der Dar dar
nellen te forceeren.
Het bombardement word D'onderdag we
der met onverminderde hevigheid hervat.
Naar ik verneem, heeft Rusland erop
aangedrongen, dat door de opening der
Dardanellen het dit rijk mogelijk zou wor
den gemaakt zijn oorlogshenoodigdheden
aan te vullen De Russische wapenfaibriet-
ken kunnen zelfs in de verste verte nieÜ aan i
De „Deptford" getorpedeerd,
SCARBOROUGH. Het stoomschip
„Depthord" zonk Donderdag in de Noord
zee voor Scarborough. De bemanning meent,
dat het schip getorpedeerd werd. De 'be
manning werd, met uitzondering van een
man, gered door een passagiersboot.
(De „Deptford" is een Ehgelsch stoom
schip van 1208 |bn bruto, dab in 1912 werd
gebouwd.)
De „Western ooast",
LONDEN. De bemanning van het stoom
schip „Western Coast'' is te Portsmouth
geland en deelde mede, djat het' schip gis
teren op een mijn geloopen of getorpedeerd
is ter hoogte van Bevezier, Niemand heeft
het leven verloren.
(Het stalen stoomschip „Western Coast",
groot 1166 br. tons, gebouwd in l9l'3, be
hoorde aan de Powell, Baoon Hough
Lines, Ltd., bo Liverpool.)
Meer schepen getorpedeerd,
LONDEN. DO stoon schepen „Rao Pla-
rona" met bestemming naar Porto Ferraio
(Elba); en „Harpalion" op weg naar New
port News, zijn getorpedeerd bij Beachy
Head.
Do bemanningen zijn gered met uitzon
dering van drie Chineezen aan boord van de
„Harpalion", dio door de ontploffing
dood werden.
De „Oakby" getorpedeerd,
LONDEN. D© bemanning zag het zog
van de torpedo even voordat het schip ge
troffen was. De ontploffing was geweldig.
IJzgren stangen werden weggerukt, de pla
ten van de luikgaten werden weggeslingc
Tüh werd niemand gewond. Het schip
werd gedurende dertien uiur gesleept; toen
zonk het, met het voorschip vooruit. Alle
opvarenden werden opgepikt.
De ,i Regin",
OHR-ISTXANIA. Naar het ministerie
van buitenlandscke zaken meedeelt, rafppor-
tespdë de gezagvoerder van het stoomschip
„Regin" aan den Noorsohen consul te Lon
den, dat de ontploffing plaats had, toen de
equipage bezig was naar mijnen uit te zien,
die zij meende gepasseerd te zijn. De matro
zen ontdekten niets van een torpedoboot.
De „Regin" stoomde langzaam, toen de
catastrofe gebeurde.
Enkele lepols daags
sterken zenuwen en lichaarrhi
20.000 Artsen
^j«rkennën dit schriftelijk,1^
rtiApoffi»fcoii'en OrogUTarlJen verkrijgbaar. Broctok»»1
t'J h«t Gan. Agentschap, Sarphatlatc 34, Amotardafiu
Ziehier een tweede kijkje op Coucy-L-CMteau, het plaatsje aan de Aisne in
Noord-Frankrijk. Zooals onze plaat aanwjjst, zjjn thans de Duitschers er meester'.
Wij zien een eenzame straat van Oouoy, het stadje zal waarschijnlijk verlaten
zijn door de oorspronkelijke bewoners en hot ziet er doodsoh en eenzaam uit. Links
bemerken we een oud bouwwerk mot een groote donkore poort, die in vroeger eeuwen
waarschijnlijk den toegang tot het stadje afsloot.
ha.re verplichtingen voldoen, daar haar do
toevoer van de noodigo machine-onderdeelen
is afgesneden.
Bovendien is er gebrek aan chirurgische
en medische instrumenten en genees
middelen."
LONDEN. Het bombardement in de
Dardanellen is hervat. Geen der forten
aan don ingang van de straat zijn meer in
staat tot verdere verdediging.
KONSTANTINOPEL. Het hoofdkwar
tier Tttêkbt
Tien! groote pantserschepen openden
Woensdagmorgen de beschieting der aan
den ingang van
gon forten. Het
halfzes
de schepen terug
het eiland Tenedos.
richten over gedane
Dardanellen
vuren duurde tot
toen trokken
in de richting van
Naar luid van be-
waarnemingen zijn eeu
schip van het Agamemnon-type en twee
andere pantserschepen door de schoten der
forten aan de Anatolitehe kust beschadigd.
LONDEN. Uit bijzonderheden, door de
Admiraliteit gemeld, blijkt, dat het bom
bardement Donderdagmorgen acht uur, toen
het weer was opgeklaard, is hervat. Het
geheele eskader slagschepen deed aan het
bombardement mede. Alle forten aan den
ingang van de zee-engte werden buiten
werking gesteld.
De operaties duren voort.
S p a si e.
De onzijdigheid van Spanje.
LONDEN. Uit Barcelona wordt aan de
„Times" geseind, dat de eerste-minister
den dagbladcorrespondenten meedeelde,
dat hij Span je op grond van zijn historische
positie als bijzonder aangewezen achtte als
bemiddelaar tusschen de oorlogvoerenden,
maar dat hij vreesde dat de partijdigheid
door de Spaansche pers getoond uadeelig
zou zijn voor de pogingen, die zouden kun
nen worden gedaan, indien do gelegenheid
zich zou aanbieden. De minister beval
daarom de pers aan een gelijke onzijdigheid
te toonen als de regeering.
Italië.
Contrabande.
ROME. Er loopt hier een gerucht, dat
Duitsche agenten in staat van beschuldiging
zullen worden gesteld wegens invoer in
Duitschland van groote hoeveelheden
Italiaansch kopergeld, bestemd voor de ver
vaardiging yan projectielen,
De Daela.
NEW-YORK. De „Daoia", die op 11
Februari van Norfolk (Virginie) is
vertrokken met een lading katoen
voor Rotterdam, is op 23 dezer ge
signaleerd 400 mijlen ten westen van Kaap
Landsend. Het scbip was voornemens bet
Kanaal door te gaan, maar volgens een
later telegram was besloten van koers t©
veranderen en ter vermijding van het mij
nenveld om het Nooi-den van Schotland te
varen.
[De „Dacia" is een gewezen stoomboot
van de Hambwg-Amerika-lijn, door den
Amerikaan Breitung gekocht voor katoen-
vervoer. Men herinnert zich dat de Engel-
schen deze overdracht van een Duitsch
schip in Amerikaansch bezit tijdens den
oorlog niet als een bonafide verkoop be
schouwde en dus van oordeel waren dat de
„Dacia" toch feitelijk een vijandelijk schip
bleef. De „Dacia" was oorspronkelijk naar
Bremen bestemd, maar later werd besloten
dat de reis naar Rotterdam zou geschieden.
Het heette dat de Emgelschen de stoomboot
onmiddellijk in beslag zouden nemen als
ze zich op zee vertoonde. Dat is tot dusver
niet geschied, hetgeen kan beteekenen öf
dat het schip aan de Engelsche oorlogssche
pen is ontsnapt, óf dat Engeland wegens de
ontstemming in de Vereemgde Staten door
de Dacia-quaesti© alreeds gewekt, van inbe
slagneming zal willen afzien. Het schip is
nu in de buurt van Engeland. Omtrent zijn
lot zal nu wel spoedig een beslissing vallen.)
Britsche Scheepvaart.
LONDEN. De admiraliteit deelt
mede dat sinds 18 dezer zeven Brit
sohe schepen door Duitsche ondexpzeeërs
in den grond zijn geboord, terwijl
in de week, eindigende 24 Februari, 700
schepen van meer dan 300 ton, bohoorende
tot alle nationaliteiten, Britsche havens
binnenliepen en 673 onderweg waren. In do
periode van acht weken, eindigende 24 Fe
bruari, was het aantal, binnengeloopen sche
pen 5752, onderweg 5507.
Het Duitsche antwoord.
LONDEN. De „Morning Post" verneemt
uit Rome, dat aldaar het antwoord van
Duitschland op de door Italië gemaakte
opmerkingen in zake de blokkade van do
Engolscke kust is ontvangen. Het is in
koflijker bewoordingen gesteld dan de nota's
aan de andere neutrale mogendheden.
In het antwoord wordt de verzekering
dat Duitschland de Italiaansche
vlag zal eerbiedigen wegens de vriendschap
pelijke betrekkingen tusschen beide landen-
Hot gebruik van da neutrale vlag.
De maritieme medewerker van dt
„Times schrijft nog eens over het gebruik
van de neutrale vlag, naar aanleiding van
het feit, dat al vier neutrale schepen sedert
J8 Februari in den grond geboord zijn.
Blijkbaar, zegt hij, respecteceren de Duit
sche onderzeeërs de neutrale vlag weinte
meer dan de vlag der geallieerden en het is
daarom niet waarschijnlijk, "dat Britsche
zeelieden hun veiligheid zullen willen ver
zekeren door het gebruik van een vreemde
vlag. Wat de krijgslist betreft om een
vreemde vlag te hijschen, merkt de schrij
ver in de „Times" verder op: de Neder-
landsche regeering alleen onder de vreemde
mogendheden schijnt een beslist bezwaar te
hebben geopperd, en hij herinnert aan het
verbod in de Nederlandsche wet van het
onrechtmatig gebruik der Nederlandsche
vlag in de Nederlandsche territoriale wate
ren. Maar hij herinnert ook, dat als de
Nederlanders nu vreemdelingen beletten hun
vlag te gebruiken, in het verleden hun eigen
zeelieden wel van vreemde vlaggen gebruik
maakten. Hij wijst bijv. op een schrijven
van admiraal Duncan aan lord Spencer,
toen eerste lord van de admiraliteit, van
30 Juni 1797, waarin wordt gezegd: „Wij
zien dagelijks Nederlandsche schepen van
Texel stroom in- en uitgaan alsof het volle
vrede is, onder neutrale vlag." Wij blok
keerden, zegt de „Times", toen de Neder
landsche kust en vier maanden later had
de slag bij Kamperduin plaats.
Men zou hiertegen kunnen opmerken, dat
dit op zichzelf nog niets bewijst, aangezien
er meer gebruiken in den oorlog van vroeger
thans niet meer worden toegepast.
De maritieme medewerker van de
„Times" herinnert dan verder nog aan tal
van^ feiten uit de zeegeschiedenis, waarin
zeelieden yan vreemde vlaggen gebruik
maakten.
In hetzelfde nummer yan de „Times"
echter is opgenomen een ingezonden stuk
van lord Penwith, die nog eens de vraag
stelt wat de voor- of nadeelen zijn van dê
circulaire der admiraliteit, waarin aan de
handelsvloot wordt aanbevolen onder zekere
omstandigheden een neutrale vlag te voeren.
De quaestie van de rechtmatigheid laat do
inzender buiten bespreking. Hij erkent, dat
het gebruik van een neutrale vlag een
krijgslist is, die een lange geschiedenis
heeft.
Maar wat is thans het voordeel? Een
oorlogvoerende heeft het recht een neutraal
schip aan te houden ten einde vast te stel
len of het oontrabande vervoert. Dit recht
zal in vele gevallen slechts slapjes worden
uitgeoefend, maar zoodra het mogelijk blijkt
dat een neutrale vlag van een vijandelijk
9chip wappert, zal de oorlogvoerende ver
plicht zijn zijn recht met de uiterste ge
strengheid uit te oefenen. Een neutrale vlag
zal een handelsvaartuig, dat als eigendom
.van een vijand bloot staat aan vermeeste
ring, niet meer beveiligen. En de krijgslist
hoeft dus geen beteekenis meer. Het eenige
wat men er voor zou kunnen aanvoeren is,
dat een oorlogvoerende wellicht uit vrees
voor vertoogen van de neutralen aarzelen
zou, omdat hij werkelijk neutrale schepen
overlast zou kunnen aandoen. Maar daar
staat tegenover dat met evenveel recht is
te verwachten, dat de neutralen vertoogen
zouden richten tot de mogendheid die de
neutrale vlag door haar schepen liet ge
bruiken. Het gebruik van een neutrale
vlag kan slechts tijdelijk voordeel brengen,
meent de inzender dus, en dat voordeel ver
dwijnt als het gebruik van de vreemde vlag
als een geregelde methode wordt.
Het nadeel van de admiraliteitsorder
blijkt, meent lord Penwith, al dadelijk nu
de Vereenigde Staten een ernstige waarschu
wing gaven, nu de regeering van Nederland
een moer krachtig protest deed hooren en
nu uit Denemarken bericht komt, dat men
daar over de order ontstemd is. En het
grootste nadoel wel, acht lord Penwith het,
dat de admiraliteit door haar order aan do
Duitsche regeering een der sterkste argu
menten gaf in haar nota aan de Vereenigde
Staten.
Hot gevaar der onderzoeëers.
De heer Bruce ïsmay, de president van
de Liverpool and London War Risks Insu
rance Association, en de reeder bekend door
zijn redding bij de ramp van do „Titanic",
heeft in de jaarvergadering van de ge
noemde maatschappij een rede gehouden,
waarin hij verklaarde, dat z. i. het, gevaar
der onderzeeërs niet moest worden overdre
ven inderdaad was een onderzeeër veel
minder gevaarlijk dan een actieve en goed-
gecommand eerde kruiser, en spr. achtte het
niet waarschijnlijk, dat de verliezen in de
toekomst grooter zouden zijii dan die in heb
verleden.
De Italiaansche vloot.
De „Köln. Ztg." meldt dat een nieuwe in
deeling der Italiaansche vloot met, bijbehoorendo
mutaties, wat de bevelvoering betreft, dezer
dagen baar beslag heeft gekregen.
I-Iet opperbevel over do vloot wordt toever
trouwd aan den hertog van de Abruzzen, dio
zijn vlag zal hijschen op de nieuwste, dezer
dagen in dienst to stellen dreadnought „Conté
di 'Cavour" cn tevens het bevel óver het eerste
eskader zal voeren. Dit, eskader bestaat dan uit
de dreadnoughts „Lionarde da Vinei", „Gnilio
Cesar©", „Dant© Allighiere" on „Cont© di Ca
vour", dio te zanien rond 90,000 ton meten,
23 a 24 knoopen loopen en samen 51 stukken
van 30.5 c.M. voeren. Aan dit eskader zijn toe
gevoegd de groote pantserkruisers van het type
„San Marco".
Het bevel over het tweede eskader zal worden
gevoerd door den togonwoordigon commandeur
van bet Marine-etablissement te Tarente, den
vice-adnviraal Presbitero, die te Tarcnto door
schout-bij-r.acht Corri vervangen wordt. Pres
bitero bjjscht zijn vlag op de „Benedetto Bria'