Esperanto-Cursus
OP ZEE.
a
DE SOLiDATENCOURABIT Van Vrijdag 19 PëbïÖLari 1915
Hoe liet er in een loopgraaf uitziet, laat het plaatje hierboven ons zien. Het
geeft ons een kiekje in een Duitsche looograaf. De loopgraaf, die hier duidelijk
ajchtbaar is, heeft als natuurlijke bescherming struiken en laagstaand hout, zoodat
de mannen ei- in niet door de vijand gezien kunnen worden. Hechts op den voor
grond zien wij het toestel voor het werpen van bommen en de soldaat daarachter
hondt een bom in de hand. Op den achtergrond insgelijks een apparaat voor het
•schieten van granaten, terwijl twee mannen links handgranaten hebben, die zij in
de vijandelijke loopgraven slingeren.
na bericht: „De geheele Boekowinq
is van vijanden gezuiverd. Alleen bij Tsjer-
nowlts liggen de Russen verschanst in af
wachting van verdere gevechten. In de stad
zelf echter zijn geen Russen meer en onze
troepen zijn reeds gekomen tot aan de
stadspoorten.
Uit Wisuitz aangekomen personen be
richten dat de Russen den terugtocht uit
Kolomea zijn begonnenzij lijden zeer on
der het gebrek aan artillerie.
Met vertrouwen ziet de bevolking een
6poedig offensief tegemoet.
De door de Russeï te Guzabumora, Kim-
polung en Radantz aangerichte schade is
buitengewoon groot.
De Oostenrijksch© autoriteiten zijn te
Suczawa aangekomen."-
T u rkije.
Turken en Engefschen in Mesopotamia,
KONSTANTINOPEL. Uit Bagdad ver
neemt de „Agence Milli"
Zaterdag had tusschen de voorposten
op den linkervleugel van het Turksche leger
en de Engelsche eavalerie een botsing plaats.
De Engelschen trokken terug, met achter
lating van 17 dooden op het slagveld. Ook
slaagden de troepen op den rechtervleugel
van het Turksche leger er in, ondanks het
vijandelijke kanon- en mitrailleurvuur,
tot het Dadelpalmbosch bij Korna op te
rukken. De vijand is geheel gedemorali-
seerd(De Turken hadden slechts vijf ge
wonden.
Bij een anderen aanval slaagden de Tur
ken erin de kleine vesting Pirindi te bezet
ten daarbij maakten zij 500 lcameelen buit.
In Sinaï.
LONDEN". Uit Cairo wordt aan de „Daily
Chronicle" geseind, dat er te Cairo alge-
meene voldoening hcerscht over den uitslag
\fin heb gevecht"bij Tor. De nederlaag der
Turken zuivert voor zoover bekend het ge
heel© zuidelijk doel van het schiereiland
Sinaï van vijanden. Tor is een belangrijke
plaats in de Mohammedaansche wereld,
daar "bevindt zich heb grootste quarantaine-
station, waarlangs alle pelgrims naar
'Mekka passeeren.
Japan.
'Japans eischen en de Europeesche oorlog.
De door Japan aan China gestelde
eischen, aldus vangt de Temps" een be-
schouwing aan over dit nieuwe probleem,
dat aan den toch reeds zoo gecompliceerden
toestand is toegevoegd, zijn het antwoord
van den Mikado op de pogingen, door
Duitsehland te Peking in het werk gesteld
om de schade te herstellen, welke Duitsch-
lands aanzien en belangen "eleden hebben
door de verdrijving uit Kiautejoe en het
Cliineesche kustgebied. Japan wil beletten,
dat eenig gedeelte van die kust door afstand
of pacht opnieuw in Duitsche h,nden valt
en eischt de indertijd door Duitsehland ver
kregen rechten voor zichzelf op. Japans
eischen, meent de Temps", zullen de Chi-
neezen niet verrassenzij zullen toegeven
©n hun leventje voortleven.
Maar niettegenstaande al zijn zorgeloos
heid, moet China toch inzien, dat het, na
regeling van de tegenwoordige moeilijkhe
den in Europa en het Oosten, de eerste
plaats 'zal gaan innemen in de belangstel
ling van de wereld. De spoed, waarmede
Japan het ten tooneele verschijnen van be
langen met de zijne in strijd, heeft voor
komen, laat daaromtrent geen twijfel be
staan. Het binnenkort te sluiten Chïneesch-
Russisch verdrag over Mongolië, door Sa-
sonof aangekondigd, is een nieuwe aanwij
zing in die richting. Japan verzorgt zijn
floor H. BLOK
Profesoro de Esperanto.
AdresKamer 50, fort Erfprins, Helder.
Toelichting van Les I.
(Zie No. 74 van de
Soldatencourant d.d. 5 Februari j. 1.)
Het is mij gebleken, dat een nogal groot
aantal van hen, die dezen cursus volgen,
vergeten zijn, wat Zelfstandige naamwoorden,
en Bijwoorden zijn. Dat is hun natuurlijk
volstrekt niet kwalijk te nemen, want al
heeft men in zijn jeugd nog zoo goed het
onderscheid tusschen deze termen op de
school geleerd, het dagelijksch leven, met
zijne beslommeringen enz. maakt heel spoe
dig, dat een en ander in de vergetelheid
geraakt. Meestal is dan later eene kleine
opfrissching van liet geheugen voldoende
om alles weder zonneklaar te weten. Ik
vermeen daarom goed te doen met even hier
een kleine uiteenzetting te geven.
Zelfstandige naamwoorden. Alles wat men
met een der zintuigen kan waarnemen, is
eene zelfstandigheid. Men onderscheidt wel
belangen, vóórdat eventueel© concurrenten
zich aanmelden; liet bevestigt zijn positie en
laat anderen mogendhedende Duitsche dan
uitgezonderd, ruimte hetzelfde te doen, voor
zoover hun bezigheden elders hun daartoe
althans de gelegenheid laten.
De door Japan aan China gestelde eischen
acht de Temps" niet in strijd met Frank-
rijks belangen en minister Sasonof heeft bet
zelfde verklaard, voor Rusland. Wellicht
komen zij op sommige punten in botsing
met de Britsclie plannen, maar, zegt bet
blad: Engeland is Japans bondgenoot; ge
zamenlijk hebben zij Kiautsjoe veroverd
er bestaan tusschen Londen en Tokio te veel
aanrakingspunten, te veel vriendschapsban
den en er is te groote belangengemeenschap
dan dat er geen grondslag te vinden zou
zijn om het samen eens te worden. Boven
dien zal de Japansche regeering de Lon-
densche zoowel als de Parijsche beurs noo-
dig hebben om van de voordeelen, welke
men van China zal weten te verkrijgen, ook
behoorlijk profijt te trekken.
De „Temp,;" acht het zeer natuurlijk en
gewettigd, dat het rijk van de Opgaande
Zon zich een flinke plaats wenscht te reser-
Veeren in dat gedeelte van de wereld, waar
voor een groot deel zijn levensbelangen zijn
gelegen.
En voor niemand is het meer een geheim,
dat de Mikado als vergoeding voor zijn even
tueel© militaire hulpverleening in het wes
ten uitbreiding van zijn machtssfeer in Chi
na zou wenschen. De Japansche regeering
is nu bezig, terwijl zij zich buiten het con
flict in Europa houdt, om zich een gedeelte
der voordeelen te verzekeren, welke men
haar zou moeten geven ingeval van Japan
sche interventie op het oorlogstooneel.
Het Chineesch© vraagstuk, aldus besluit
de .Temps", hetwelk de Japansche mede
werking onvermijdelijk in het leven moest
roepen, is thans aan de orde gesteld. Het
beginsel van China's integriteit loopt daar
bij geen gevaar, verzekert het blad dit
zal door de mogendheden, die strijden voor
de rechten der volkeren, zeer zeker geerbïe-
digd worden. Het betreft dus slechts het
economisch terrein en daarop schept de eli
minatie van Duitsehland vele mogelijkheden
om tot schikkingen te geraken. En daarom
schijnt de actieve deelneming van de Japan
sche strijdmacht aan de worsteling aan de
zijde van Engeland, Rusland en Frankrijk
een afdoende oplossing van het toekomstige
Aziatische vraagstuk meer in de hand te
werken dan te bemoeilijken. Het blad meent,
dat Japans leger en vloot sterk genoeg zijn
om tegen alle gebeurlijkheden in het Oosten
opgewassen te zijn en tevens mede te wer
ken aan de beslissing in Europa.
De „Temps" verwacht, dat de diplomatie
in de door Japan gestelde eischen wel een
grondslag zal weten te vinden voor het aan-
knoopen van onderhandelingen om een deel
van het Japansche leger als strategische
reserve op het Europeesche oorlogstooneel te
kunnen inzetten.
LONDEN. Uit Peking wordt aan de
„Times" gemeld, dat de Cliineesche
gezant te Tokio aan de regeering te
Peking mededeelde, dat Japan weigert
z n houding jegens China te wijzi
gen. China schijnt l>esloten' niet da
delijk onderhandelingen te aanvaarden over
©enigen eisch, behalve die betreffende Oost-
Mongolië en Zuid-Mantsjoerije. Na bet
einde van den oorlog zou het bereid zijn de
quaestiën betreffende Sjantoeng te behan
delen.
Zuid-Af rika.
Generaal De Wet.
Wij lezen in de „Volksstem" van 19
Januari
De „Hand Daily Mail" deelt mede, dat er
soorten van zelfstandigheden, n.l. concrete
dat zijn die, welke een vorm, eene gedaante
hebben, zooals bijvoorbeeld, mensch paard,
tafel, pan, enz. en abslmcte, dat zijn die,
welke geen gedaante hebben, welke men niet
kan omvatten zooals b.v. schoonheid, jeugd,
lieftalligheid, kracht, enz.
Al deze woorden, onverschillig of het
concrete of abstracte zelfstandigheden aan
duiden, eindigen in het Esperanto op eene
O, dus:
homo mensch
Cevalo paard
tablo tafel
beleco schoonheid
joneco jeugd
gentileco lieftalligheid.
Bijvoeglijke naamwoorden.
Een woord, dat iets zegt van een zelf
standigheid, daarvan eene hoedanigheid, kleur
vorm enz., noemt., heet bijvoeglijk naam
woord. Wil men bijvoorbeeld van de zelfstan
digheid tafel (tablo) zeggen, dat deze groot
is, of mooi, of zwart of rond, dan zijn do
woorden groot, mooi, zwart, rond, bijvoeg
lijke naamwoorden.
Deze woorden eindigen in het Esperanto
alle op eene a bijv. de groote, mooie, zwarte,
'n complot zou zijn ontdekt om generaal Do
Web te bevrijden uit 't fort te Johannesburg.
Besloten was dat deze poging zou worden ge
waagd tegen -t einde van December. Waar-
schyrijik zou generaal De Wet op steelse
wijze uit 7t fort wox-den gesmokkeld. Maar de
Regering heeft tegen dergelijke gebeurlijk
heden a.llo mogelijke maatregelen genomen,
zodat dit geheele plan voorbestemd was om
to mislukken.
hntusschc» vat do politie de zaak niet ern
stig op. Togen 'n vertegenwoordiger van de
„Mail" heeft zij gezegd Stel u voor dat 'n
paar dwaze personen tegen elkaar zeggenLa
ten wij probeeren de oude generaal De Wet uit
het fort te halen, denkt go dan dat iemand
met gezond verstand daar notitie van zóu
nemen werkelik ernstige notitie?
Do „Mail" zegt. dat de ©enige mededeeling
die zij over do Mellville-misterie kon loskrij
gen, was dat er drie mannen naar Pretoria zijn
overgebracht, waar men de zaak zal behan
delen.
BLOEMFONTEIN. Het proces tegen
generaal De Web wegens hoogverraad is
aangovangen. Er werden echter nog gee»n
verbooren afgenomen en de zaak werd tot
eerst weer verdaagd.
De ontwikkeling van den onderzeeër.
III {Slot).
Was men aanvankelijk van meaning, dat
ie onderzeeër in de eerste plaats zich tot
de kustverdediging moest bepalen, zoo is
thans, in de laatste jaren vooral de offen
sieve onderzeeër gebouwd, hetgeen uit bo
venstaande cijfers blijkt. En in dezen oorlog
zijn de offensieve eigenschappeu van den
giooten onderzeeër reeds eenige malen geble
ken. „Al moet men voor de juiste beoor-
deeliuig va.n de rol, die door de onderzeeërs
in den tegenwoerdigen oorlog vervuld ia,
eerst over meer gegevens beschikt worden,
dan thana ten dienste staan,", zooals de
minister van marine in zijn Memorie van
Antwoord opmerkte. De Minister erkende
echter daarbij, dat dit wapen voor ons zoo
wel hier te lande, al in Nederlandsch-Indiö
van groote beteekenisis.
Herinneren wij aan het slot van deze be.-
k nopte beschouwing over de ontwikkeling
van den onderzeeër even in kort aan het
geen de onderzeeërs tot dusver in den oor
log gedaan hebben
De Duitsche torpedeerden het slagschip
„Formidable" (15.250 ton), de pantser
kruiser „Hogue," „Cressy,, en „Aboukir"
(12.200 ton), de kruisers „Pathfinder"
(3000 ton,) „Hermes" (5.600 ton en
„Ilawike" (7.330 ton) voorts nog een kanon
neerboot de „Niger" van 820 ton. Ook de
Russische kruiser „Pallada" (8000 ton)
ging door een aanval van een onderzeeboot
onder. Het aantal gezonken koopvaardij
schepen bedraagt ongeveer tien. Ook kwa
men de Duitsche onderzeeërs in actie bij den
terugtocht van het Duitsche-eskader na den
slag in de Noordzee, doch men heeft daar
over nog weinig vernomen.
Duitsehland verloor 2 onderzeeërs, de
„U 15" en „U 18".
Engelsche onderzeeërs deden zinken de
„Hela" (2000 ton) en den torpedojager
,,S 116", terwijl ook de Messoudieli" ge
torpedeerd werd, na een stoutmoedigen tocht
van een onderzeeër door de Dardanellen.
Engeland verloor 2 onderzeeërs, de „E 3"
en ,,D 5".
De maritieme waarde van sommige der
getorpedeerde schepen was al heel gering.
Fransche onderzeeërs ageerden op de
Oostenrijksche kust en bij de Dardanellen,
zonder bepaalde resultaten te behalen. De
„Curie" zonk op de kust van Oostenrijk en
do „Saphir" werd door Turksche kanonnen
tot zinken gebracht.
Een Oostenrijksche onderzeeboot voer tot
in de straat van Otranto en beschadigde
daar een Fransch oorlogsschip (welk is niet
gebleken) met een torpedo.
De details van al deze onderzee-boot-aan
vallen zijn natuurlijk nog niet bekend ge
worden. Van verschillende schepen weet
men b.v. niet, of ze varende of stilliggende
getorpedeerd werd, men weet niet onder
welke weers-omstandigheden de aanvallen
geschiedden, enz. enz. Ook is niet bekend,
hoe vaak aanvallen door onderzeeërs... mis
lukten wel deelt admiraal Beatty na den
slag bij Helgoland in zijn rapport mede, dat
zijn slagkruisers 28 knoop liepen, om onder
zeeërs te ontloopen. En ook moeten Engel
sche schepen op de Belgische kust door
zig-zag" "te varen, onderzeeërs een aa.nval
onmogelijk gemaakt hebben.
Tot dusver hebben de onderzeeërs den
vijand echter verontrust, en partieele ver
liezen toegebracht aan schepen, die de
wacht hadden, want de kern van de beide
groote vloten is, ook al in verband met
marine-taktiek, welke door Engeland en
Duitsehland gevolgd wordt, nog in het ge
heel niet door den onderzeeër getroffen.
Zij hebben door de actie tegen handels
schepen een nieuwe phase in de moderne
oorlogsvoering doen ontstaan. Zijhebben
wel bewezen een bruikbaar wapen te zijn,
dat geducht schade kan toebrengen.
De onderzeeërs hebben door de actie tegen
handelsschepen een nieuwe phase in de mo
derne oorlogsvoering doen ontstaan. Zij
hebben wel bewezen een bruikbaar wapen
te zijn, dat geducht schade kan toëbren-
gen.
Passagiersverkeer met Engeland
gestaakt.
Naar wij vernemen zullen de eerstvol
gende dagen geen afvaarten van de Maat
schappij Zeeland en van de Batavierlijn
naar Engeland plaats vinden met hunne
passagiersschepen
De handelsoorlog ter zee.
WASHINGTON. De nota van den
Duitschen ambassadeur Bernstorff zegt,
dat de Duitsche regeering inlich
tingen heeft ontvangen waaruit blijkt,
dat Engelsche koopvaardijschepen ge
wapend zijn geworden, en dat hun
bevel is gegeven in groepen te varen
ter onderlinge bescherming en om te trach
ten Duitsche onderzeeërs tot zinken te bren
gen. Dientengevolge zullen de Duitschers
hen bevechten als oorlogsschepen.
De nota verklaart verder, dat Engeland
het voornemen heeft neutrale vlaggen te
gebruiken, waardoor de neutrale scheep
vaart in het oorlogsgebied in gevaar komt,
zoodat de-ze scheepvaart genoodzaakt is
Schotland om te varen buiten het oorlogs
gebied.
WASHINGTON. De Duitsche ambassa
deur graaf Bernstorff heeft, nog in zijn nota
gezegd, dat Duitsehland. van plas was mij
nen te zaaien rondom de Britsche eilanden
voor den oorlog tegen de vijandelijke han
delsvloot.
BERLIJN. Naar het „.Hamburger
Fremdenblatt" uit Christiania. ver
neemt, hebben de Noorsche stoomvaart
maatschappijen den 14en Febr. besloten het
handelsverkeer met Engeland, van 18 Febr.
af voorloopig stop te zetten, behalve met de
postbooten en alle' op Engelsch risico va
rende stoomschepen.
LONDEN. De „Daily News" meldt uit
Rome, dat Italië weigerde zich aan te slui
ten bij den mogendheden-bond van neutrale
staten, die ten doel zou hebben de verdedi
ging der neutrale scheepvaart tegen de
Dmtsclie blokkade-bedreiging.
Italië i6 gereed om zelf zijn eigen scheep
vaart te beschermen, maar wil volledige
vrijheid van handelen behouden.
De Italiaansche regeering heeft Duitsch-
land formeel meegedeeld, dat zij geen oor
logsdaden zal dulden tegen de Italiaansche
scheepvaart, welke onrechtmatig zijn, daar
de voorgenomen blokkade der Britsche ha
vens onwettig is, tenzij ze effectief is. De
indruk te R.ome is dat Duitschland's ant
woord. in verzoenenden geest zal zijn.
De „Ayesha" en haar commandant.
Het IJzeren Kruis is aan de geheele be
manning van de „Ayesha" verleend; de
commandant kroeg het IJzeren Kruis le
klasse.
Over de „Ayesha", het schip, waarmee
eenige leden van de bemanning van de
„Eniden" den avontuurlijken tocht naar
Arabië ondernamen, vertelt Otto v. Gott-
berg in de „Köln. Zeitung" het volgende:
Do „Emden" ligt voor het Kokos-eiland
Keeling. Op het eiland is kapitein-luitenant
v. Muecke met de luitenants-ter-zee Schmidt
en Gyssling met 47 man bezig met het ver
nielen van het draadlooze station, «.oen in
de verte een rookzuil uit een s boorsteen
van een schip boven den horizon zichtbaar
wordt. Het zal het schip zijn, dat vanmid
dag d'e „Emden" van kolen zal voorzien.
Muecke keert het den rug toe. Maar op een
roep van een matroos grijpt hij naar zijn
verrekijker. De Emden" laat het eiland
haar achterschip zien. Haar boeg snijdt
door de golven en met volle vaart gaat het
naar de rookzuilen, waaronder een Engel
schen kruiser te zien komt. „Naar de boo
ten", wil Muecke roepen, om ook van de
partij te zijn. Te laat! Reeds werpt kapi
tein v. Muller den Brit de eerste ijzeren
uitdaging voor den boeg. Een fontein
springt op, en zinkt weg te midden van
wit schuim. Het is 10 uur 's morgens.
Von Muecke voelt, dat het misloopt. Wel
heeft de „Emden" aanvankelijk goede tref
fers, zij schiet snel en nauwkeurig; maar
na een hardnekkigen strijd delft zij langza
merhand het onderspit. Onder de oogen van
de kleine schar© op het eiland wordt het ge
liefde schip vernield. Het is voor de man
nen, alsof zij zelf gewond worden, wanneer
na liet inslaan van een Engelsche granaat,
©en Duitsch kanon eenige minuten zwijgt.
Zij zien hun kameraden bloedend, hun wa
pens vernield en voelen het bittere van het
niet mee te kunnen doen, als hun eigen
6chip en hun bemanning strijden. Hun
kelen worden droog en de oogen branden,
als de vlammen het achterschip van de
„Emden" verteren. Zij knarsen met hun
tanden en ballen hun vuisten, wanneer de
voorste schoorsteen en de fokkemast door
granaten over boord worden geworpen. Zoo
nu en dan en steeds zwakker biedt de „.Em
den" tegenstand.
Haar munitie raakt op. Muecke begrijpt,
dat. zij spoedig in de golven verdwijnen zal.
Hij kijkt om en overziet den toestand. Op
het Engelsche eiland bevindt hij zich onder
ronde tafel la granda, bela, nigra, ronda
tablo.
Evenzoo zeggen deze woorden in den zin
vande tafel is groot, is mooi, is zwart, is
rond, nu die woorden niet vóór het zelf
standig naamwoord staan, iets daarvan en
zijn dus ook bijvoeglijke naamwoorden, der
halve krijgen ze in Esperanto weer eene a.
Aldus
la tablo estas granda, bela, nigra, ronda.
En niet alleen wanneer het woordje is,
't welk is gemaakt van het werkwoord zijn,
gebruikt wordt doch ook staande bij een
der werkwoorden: pordenJieeten, schijnen,
blijken, dunken en voorkomen is het woord,
dat iets van de zelfs handigheid zegt, een
bijvoeglijk naamwoord, bijv.
Het boek schijnt mooi
la libro jnas bela.
Zegt een woord echter iots van het werk
woord, van datgene, wat gedaan wordt, zoo
als in den zin:
de jongen schrijft mooi
dan is dat woord een bijwoord en eindigt
in het Esperanto steeds op eene c.
De jongen schrjjft mooi, wordt dus in het
Esperanto vertaald door la kna&o skribas beïe.
Het ia duidelijk, dat hier niet de jongen
We krijgen hier weer een Oostenrijksch mortier te zien, zooals er vooral tegen
Rusland gebruikt worden. Het geschut staat in vuur-stelling en op den voorgrond
zien wij een kleine kar met de projectielen.
BERLIJN. De pers bespreekt een
bericht uit Rotterdam, dat de En
gelsche schepen van de Harwichlijn met
ae Nederlandsche kleuren worden beschil
derd en wijst op liet hieruit voor de neutra
len voortvloeiende gevaar.
De „Voss. Ztg." zegt.: De neutralen heb
ben een gemeenschappelijk belang om zich
tegen dat misbruik van hun neutraliteit te
verzetten. Zooals Engeland, terwijl het zijn
eigen geweldige vloot ten zeerste ontzag, in
hoofdzaak de bondgenooten alleen de lasten
van den ooi-log liet dragen, zoo schijnt Enge
land tegenover den dreigenden oorlog der
onderzee-booten de neutralen van de veilige
bescherming der neutraliteit te berooven en
voor zicli te willen laten bloeden. De ge
varen die aan de zijde van Engeland drei
gen kunnen dus den neutralen niet duidelijk
genoeg voor oogen worden gevoerd.
D'e „Kreuzzeitung" meent., dat deze
overdrijving van Engelsche arglist wellicht
een goede zijde kan hebben, als de neutralen
inzien wat ze elk oogenblik van Engeland
hebben te wachten.
Schip in de lucht gevlogen.
LONDEN. Het Engelsche stoomschip
„Dulwieh", varende van Huil naar
Rouaan, is Maandagavond op 20 mijl af
stand van Antifer in de lucht gevlogen.
Niemand kreeg eenig letsel. De beman
ning ontkwam in booten.
mooi is, maar het schrijven. Zeg ik:
de grooto jongen schrijft mooi, dan is
groote een bijvoeglijk n.w. daar hot eene
hoedanigheid van den jongen noemt en 711001
een bijwoord, daar dit iets zegt van het
schrijven. Men moet dus ook dien zin aldus
vertalen
la granda knabo skribas hele.
Werkwoorden zijn woorden, die zeggen,
welke handeling verricht wordt. Staan die
woorden geheel op zich zelf dan heet dat
onbepaalde wijs. Werkwoorden in de onbe
paalde wijs zijn aldus: loopen, praten, drin
ken, eten, slapen, schrijven, poetsen, gapen,
bloeien, snijden, enz. enz.
Al deze werkwoorden eindigen in het
Esperanto steeds op eene i, dus: loopen
leun, praten paroZï, drinken trin/ct
Een fout, die meestal gemaakt wordt is.
dat men de werkwoorden in zinnen als: zij
loopen, wij loopen, de jongens loopen en
dergelijke ook als de bepaalde wijze beschouwt
en ze dus in Esperanto vertaalt door ili
kun, ui kun', la knaboj kun', enz. Dit is niet
goed. Immers, deze werkwoorden staan nu
niet op zich zelfdoch heeten „vervoegd"
(in dit geval in den tegenwoordigen tijd)
en mogen dus nimmer op i eindigen doch,
Engelschen en buiten ligt de vijandelijke
kruiser, die 11a de vernieling van den Duit-
scher zonder twijfel een sterk landings
detachement zal zenden. Dan zullen er
heel wat dooden vallen, vóórdat de 50 Duit-
schers met den strijd zullen eindigen. Zoo
goed als het gaat met twee machinegeweren
en 47 geweren, maakt hij het eiland gereed
voor de verdediging. Wanneer de oude
„Emden" zinkt, zal Keeling een nieuwe
zijn!
Om 5 uur 's middags verdwijnen de vech
tende kruisers aan den horizon. Yóór de
schemering valt, duiken zij weer op. In het
avond-licht ziet Muecke, dat de tegenstan
der met snelle vaart tot dicht bij de bijna
weerlooze „Emden" stoomt. De rookwolken
van beide schepen zijn tot één samenge
smolten. Uit het donkere zwart springt plot
seling een witte straal stoom te voorschijn.
Een torpedo-schot! Trof het de „Emden"?
Bijna! Want tegen de bloedroode schijf van
de zon, die in den oceaan zinkt, ziet men
voor de laatste maal den eenigen mast onge
schonden. Daarop zwijgt het vuur. De sche
pen verdwijnen in de verte en in -den nacht.
Wie weet, vraagt Muecke, of ik niet toch
mijn schik kan bereiken? In de haven heeft
bij overdag den ouden 97 tons driemast-
zeilschoener „Ayesha" gezien. Maakt dat
ding klaar voor vertrek!" Het vaartuig
wordt, zoo goed en zoo kwaad als het kan,
van proviand voorzien en opgetakeld en de
kleine stoomsloep sleept 's nachts de oude
scheepskarkas uit de haven. Muecke roept
zooals we in de volgende les zullen leeren,
op as.
Ten slotte nog dit:
Bij het gebruiken van den „Esperanto-
sleutel" en het „Aanhangsel" zult u zien,
dat de in de woordenlijst voorkomende
woorden geene uitgangen hebben, doch
moestal voorzien zijn van eene De
bedoeling is dezedo woorden, in de
woordenlijsten voorkomende, zyn alle
stam-woorden, d.w.z. woorden, waarvan men
door achtervoeging van eene 0, of eene a,
of eene eof eene i kan maken respectie
velijk een zelfstandig naamwoord, een bij
voeglijk naamwoord, een bijwoord of een
werkwoord in de onbepaalde wijs.
Zoo bijvoorbeeld nemende op pagina 9
van den sleutel het vijfde woord van de
le kolom, dan vindt ge:
abomen' afschuw;
abomen is de stam. Plaatst men daarachter
eene o, dan krijgt men abomeno -- afschuw
(zelfst. n.w.); met eene a krijgt men
abomena afschuwelijk (bijvoeglijk n.w.);
met eene e: abomene op afschuwelijke wijze
(bijwoord); met eene i: abomeni verat-
schuwen (onbepaalde wijs werkwoord).
zijn mannen bij elkaar en spreekt hun toe.
De vijftig mannen hebben geen nautische
instrumenten, hebben haast geen voedsel of
kleeren, want zij dragen slechts het dunne
landings-tenue. Zij denken bezorgd aan
hun vaderland, want de „Emden" ving
slechts berichten op van Duitsche neder
lagen: onze vloot vernield, de Russen voor
Berlijn en de Franschen bij den Rijn
Zestien dagen zijn zij op zee, op weg naar
een neutraal eiland, waar de uitrusting aan
gevuld zal worden. Een torpedojager komt
hun tegemoet en volgt hen van dichtbij.
„Waarom vergezelt u mij V' vraagt Muecke.
De vreemdeling zwijgt, maar Muecke ziet.
dat de afstand met de „Ayesha" grooter
wordt.
Het is een heldere morgen ©n misschien
juist 8 uur, als de grens van een neutralen
staat gepasseerd wordt. „Oorlogsvlag en
wimpel hijseben!" De vlag van den stoom-
barkas en een Avimpel, vermoedelijk uit een
oud hemd geknipt, gaan omhoog. De drie
officieren saluceren. Op het commando
„stilstaan" staat de bemanning in het ge
lid. En toen Muecke in ©en boot gaat en
langszij den neutralen torpedojager vaart,
klinkt aan de valreep het fluitje. Hij
deelt mede, dat hij de haven van X. wil
binnenloopen. De vreemde commandant is
verbaasd. Daarom zegt Muecke kalm
„Mijn schip is ©en oorlogssohip".
Met behulp van een loods komt Muecke
in de X.-haven. Niet zelf gaat hij naar die
haven-autori'beiten, maar hij stuurt een
officier met ©en korte mededeeling. Hij is
van plan, water en proviand in te nemen
en binnen 24 uur weer te vertrekken. De
„Ayesha'is een oorlogsschip en Muecke de
correcte commandant. Het antwoord luidt:
De regeering der kolonie moet telegrafisch
om orders verzocht worden. Muecke krijgt
den volgenden dag antwoord: „De
„Ayesha" zal als een prijs behandeld wor
den, maar het allernoodagst mag zij aan
boord nemen en zij mag tot dat zij zeewaar
dig is in de haven blijven".
Mueok© hoort dit met genoegen, want do
touwen zijn slecht, de zeilen gescheurd.
Maar een prijs mag hij niet commandesren
Hij staat er- op, dat de „Ayesha" een oor
logsschip is en protesteert. De schoener
wordt dan als oorlogsschip behandeld. Of
hij een schriftelijke opdracht, of een bevel
van den commandant van de „Emden"
heeft? „Is niet noodig", schrijft Muecke
koel, „want ik voer de oorlogsvlag en den -
wimpel. Mijn 'officieren zijn te vinden in
de ranglijsten der keizerlijke marine en
mijn bemanning is actief personeel der
Duitsche vloot. Dat zijn voldoende bewijzen,
dat de schoener ©en oorlogsschip is."
Een nieuwe brief: „Hoe hij in het bezat
van het vaartuig is gekomen?"
„O", zegt Muecke kwaad, en hij schrijft:
„Daarover ben ik slechts aan mijn supe
rieuren rekenschap verschuldigd!"
Hij kreeg alles, om zijn sohip zeewaardig
te maken, proviand, water, kleeren enz.
Meer dan het gevraagde krijgt men van
de Duitsche handelsschepen in de haven.
De zeelieden hebben de „Ayesha" met ge
juich ontvangen, en zij deden allee om de
laatsten van de „Emden" te helpen. Op
ontelbare pakjes staan geluk wenschen. En
in die pakjes zijn onderkleeren, sigaren,
wijn, vruchten en horlogesEu de mooi
ste cadeaus die men kreeg, waren de berich
ten van Duitsche overwinningen
Nu was het de moeite waard, opnieuw te
vertrekken en Muecke schrijft deze woor
den: „Dadelijk, nadat wij het noodzake
lijke ontA'angen hebl>en, vertrek ik, en ik
zal het schip en de bemanning in het be
lang van den dienst aanwenden, zooals het
mij het beste toeschijnt."
Deze belofte heeft de dappere comman
dant door zijn landing te Hodeida met twee
officieren en 47 man gestand gedaan.
Nog eens hoeft hij echter met de -vreemde
haven-autoriteiten te doen, en hij schrijft
hun: „Wanneer ik nog eens door een oor
logsschip begeleid wordt, dan zie ik daarin
©en onvriendelijke daad.".
De bestellingen en de „Liebesgaben" zijn
aan boord gekomen en wel op bevel van
Muecke over een neutraal oorlogsschip. Hij
wil steeds de correcte zce-officaer zjjn. De
„Ayesha." is klaar v«.v>r \'©rtre"k.
De bemanning der Duitsche koopvaarders
in de ha\'©n juichen. Er wordt gewuifd.
„Deubsebland, Deutscliland über alles",
klinkt over het water.
Van het verblijf der „Ayesha" in den
Tndischen Oceaan weten wij verder niets.
Volgens Engelsche "berichten deed Muecke
kustvaar-tuigen zinken, maar lang kon het
riet duren, want de proviand was te ge
ring.
De „Ayesha" giitg door de straat van
Bab-el -Mandebdie door vijandelijke oor
logsschepen scherp bewaakt werd, en onder
de oogen van de bemanning van ©en Fran
schen kruiser landde men te Hodeida en
sloot zich daar bij de Turken aan.
Zoo is dan de geschiedenis van S. M. S.
„Ayesha", zoo besluit Otto von Gottberg.
Do schoener zal, nadat hij zijn plicht ge
daan heeft, dcor de bemanning, als een
Duitsch oorlogsschip, tot zinken gebracht
zijn, opdat hij niet in handen van den vij
and zou vallen....
De „Wilheimina",
WASHINGTON. In de mededee
ling aan den Amerikaanschen am
bassadeur te Londen wordt nog ver
klaard, dat indien Britannië niet voldoende
V erbetering.
In les I staat in de lo kolom: 3e regel
v. 0. de z bestaat in Esperanto niet.
Dit moet zijn de letter x, want. de z komt
wel in 't Esperanto-alphabet voor.
Mededeeling.
Het aantal aanvragen om gratis toezending
van de beide boekjes „Esperanto-sleutel"
met „Aauhangsol" heeft thans de 2500 (zegge
tweeduizend vijfhonderd) bereikt. Aanvan
kelijk had ik mij voorgesteld om 1000
exemplaren kosteloos ter dispositie van de
ernstige aanvragers te zenden, doch vermits
de toevloed van aanvragen steeds aanhield,
ben ik met de toezonding maar doorgegaan.
Aan alles komt echter oen einde, dus ook
hieraan. Aldus houd ik thans met deze toe
zending op. Zij, die alsnog in 't bezit \'an
beide boekjes wenschen te komen, kunnen
die bij den boekhandelaar bestellen of anders
bij den uitgever den Heer J. L. Bruyn,
Weimarstraat 282, 's-Gravenhage. De prijs
der beide boekjes is 7y2 cent totaal (1 cent
voor frankeering bij te voegen). Aan de
loopende aanvragen worden de boekjes nog
gratis toegezonden. Daarna echter niet meer.
BLOK.