No.
Vrijdag 12 Februari 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
1
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Het verraad van Lampaggar.
Gezondheidsleer,
xs z.
Oplaag 40,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELE
FOON Z. -1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor AdvertentiGn wende men zich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROUMA Co
Heerengracht 226 Amsterdam of tot de Drukkery ..Jacob van Cam pen" N. Z. Voorburgwa
234-240 (Keizerryk 9) Amsterdam, Prijs der AdvertentiGn per regel 30 cent- B(j
abonnement reductie.
De cavalerie heeft in dezen oorlog niet veel te doen, zooals wij weten: het
woord is bijna altijd aan het geschut en verder aan den man in de loopgraaf. Zelfs
do verkenningsdiensten worden thans veel beter verricht door de vliegmachines.
Alleen nu en dan treden patrouilles cavalerie nog eens op als verkenners, doch dan
komen zij in den regel al heel gauw in aanraking met troepen van den tegenpartij.
Een gevecht tusschen Duitsche uhlanen en Engelsche soldaten zien wij op het plaatje
hierboven, de uhlanen werden gedood of gevangen genomen.
lanoer in tast houden van dienstpiichiioen
bij it Landweer.
(Slot.)
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
mr. Coi-t' van der Linden, eindigde zijn
rede in de. Tweede ILamer aan het langer
in dienst houden van dienstplichtigen bij do
Landweer op de volgende wijze
N u zal ik niet mot don heer Bos iu debat
treden over de vraag ,of in normale omstandig
heden een debat niet vruchtbaar kan zijn ook
wanneer- het niet uitloopt op een overwinning
of een échec der Rogecring. Het is zeer wel
mogelijk dat de Kamer in haar geheel hot niet
eens is, in normale omstandigheden, met de
Regcering, maar dat de Regeering daarom toch
volstrekt niet behoeft af te treden, maar wij
verkeefen thans niet in normale, omstandighe
den en ieder meeningsverschil tusschen de Ka
mer en de Regeering zou onmiddellijk moeten
leiden hiertoe, dat de Regeering hot beleid
niet langer zou kunnen voeren, ornaat het thans
noodwendig geldt de hoogste belangen van het
land.
oo Regeering denkt er niet aan de rechten
van do Kamer aan te tasten; zij denkt er niet
aan het gezag van de Kamer op eenigerlei
wijze te verminderen. Do Kamer, en ieder lid
van de Kamer, heeft volkomen heb recht om
zich onvoldaan to verklaren. Ieder lid van do
Kamer heeft volkomen het recht om thans, op
dit oogenblik, verantwoording van de Regee-
ring^ te vragen, maar ik zeg nog eens, dat
rech't heeft men alleen, wanneer men bereid is
te regeeren. En nu vraag ik, wanneer gij een
votum van wantrouwen aan de Regcering
zoudt willen uitbrengen, zijt gij bereid om naar
een ander beginsel te regeeren dan deze Regee
ring dcet? ïk geloof dat het antwoord daarop
door (3
J. P. SCHOEMAKER,
Majoor-Commandant Nijmeogsoh Vrijw. Korps.
Het kampement was overrompeld!
Als slangen over den grond kruipend, waren
een honderdtal Atjehers met meesterlijke be
hendigheid tot aan de omheining gekomen, om
volgens afspraak op den laatsten slag van
vieren, als één man over den paggor te sprin-
gen-
In drie af deelingen gesplitst, stortten zij
zich als een verwoestende stroom, onder hclsch
gehuil en gegil, op do slapende manschappen.
Een gedeelte stormde op het officierslogies,
een tweede gedeelto wierp zich mot petrokken
klewang en met lanson op liet verblijf der sol
daten de rest snelde naar de geweerrakkon aan
do wacht, om zich van de wapens der wacht-
hobbenden meestor te maken. Dit bloedig voor
spol werd niet alleon good ingeleid, doch het
getuigde tevens hoe goed de vijand bekend
was met de inrichting van het kampement.
Niemand dan de hoofden van Lampagger had
don hier de hand in 't spel; zij, en geeu
anderen moeten de verraders zijn geweest en
Je leiders van dien nuohtelijken overval. Het
laat zich denken welk een ontsteltenis zoo'n
onverhoédsche overrompeling in 't donker te
woog bracht. Geen wonder dat in de eerste
oogenblikken een bedenkelijke wanorde en ver
warring heersohte, to meer daar de duisternis
een paniek in de hand werkt.
Schnelle was in een oogwenk uit zijn bed
gesprongen, trok haastig de uniformjas aan en
spoedde zich, gewapend met revolver cn sabel,
naar buiten, om zijn plaats in de alarmstelling
in te nemen. In de voorgalerij bonsde hij togen
twee met klew'angs gewapende Atjehers zijn
revolver weigert, welk wapen in die dagen bij
het Indische officierskorps van verschillend fa
ontkennend is, want het beginsel dat deze Re-
geecing.als. grond van. haar beleid heeft-aan
genomen, wordt door de geheele Kamer geac
cepteerd.
Ik zou iu de tweede plaats willen vragen:
zoudt gij dan nu reeds kunnen beloven dat gij
de Regeering aanvaardende, bereid zoudt zijn
om dio opening van zaken to geven die gij
thans van de Regeering vordert? En dan zeg
ikdat kunt gij op dit oogenblik niet zeggen,
omdat gij niet kunt beoordeelen óf gij het
moogt doen. Maar wanneer gij dat niet kunt
of niet wilt, dan zou ik u willen vragen of het
verantwoord is om de Regeering uw vertrouwen
te ontzeggen, want van het vertrouwen van de
Kamer hangt ten slotte af het gezag van de
Regeering en in de omstandigheden waarin wij
nu leven hangt van het gezag van do Regeering
voor een groot deel af het welzijn van het land.
Wanneer er nu leden van de Kamer zijn,
die ten gevolge van de weigering der Regee
ring om alles wat zij weet aan de Kamer mede
te deelen, zij het in comité-generaal, zouden
aarzelen hun stem aan dit wetsontwerp te ge
ven, dan zou ik hun toch nog enkele considera-
tiën willen voorleggen.
In de eerste plaats dit. Toen in einde Juli
van het vorige j'aar de oorlog dreigde, was de
Regeering zich bewust, dat er in onze inter
nationale stelling verscheidene kwetsbare plek
ken waren. En toen de oorlog was uitgebro
ken, waren wij ten volle gereed en wisten wij,
dat de geheele Volksvertegenwoordiging en het
geheele volk achter ons stonden. De erken
ning van deze feiten heeft niet weinig bijgedra
gen, dat ons land buiten den oorlog is geble
ven. Deze feiten hebben gehad een machtige
preventieve werking. In (le zeer zorgvolle en
gevaarvolle tijden die aohter ons liggen, op
menig tijdstip meer zorgvol cn gevaarvol dan
menigeen zich bewust is, heeft do Regeering
tal van netelige vraagstukken te beslissen ge
had, vraagstukken, waarbij uit den aard der
brikaat was. on drager in het gevecht niet
zelden parten speelde een klewangslag meï
de sabel pareerend, bracht liij daarmede met
bliksemsnelheid op zijn beurt één der Atjehers
een vreeselijko houw toe, zoodat deze met
een rauwe gil achterovertuimolde, waarop do
andere af deinsde, zijn gewonden kameraad
meesleurende. Nu haastte do officier zich, om
langs de zuidzijde zijn commando in de alarm-
stelling to bereiken, maar werd hierin verhin
derd door het vuur van de manschappen der
wacht, die in 't wild in zijne richting stonden
te schieten. Gelukkig behield hij de tegen
woordigheid van geest en wist, in deze hache
lijke oogenblikken, door roepen en schreeuwen,
de aandacht te trekken van eenige soldaten, die
toen het vuur deden ophouden. Onmiddellijk
verzamelde Schnelle een twaaltal manschappen,
die aan de zuidzijde aanwezig waren, tot een
gesloten troep en nam zelf do leiding van het
vuur. Beurtelings werden nu salvo's afgegeven
op de binnenruimte en den achterkant van hel
officierslogies. De geregelde salvo's, en de com
mando's hadden de aandacht getrokken vau
andere soldaten, die daaruit do aanwezigheid
van een meerdere afleidden, zoodat de man
schappen, die er kans toe zagen, zich bij
Schnelle's troepje voegden, dat daardoor al
lengs in sterkte toenam en de positie aan da
zuidzijde meer verzekerde. Dit mag een geluk
heeten, want hot duurde niet lang of de gil
lende aanvalskreten Allali-il-Allah" waar
schuwden do onzen, dat de vijand een klewang-
aanval in den zin had, maar de moordende
kogelregen, welke op zijne dichte drommen
neerkwam en geducht teisterde, dwong hen tot
wijken.
Intusschen was de afwezigheid van de beide
andere officieren niet onopgemerkt gebleven.
„Waar blijft do kapitein, waar mag de luite
nant Van do Roemer zijn?" zóó hoorde men
rechts en links. Maar niemand had deze offi
cieren gezien. In de tussclienpoos van twee
salvo's werden zij eenige malen zoo luid moge
lijk bij.den naam geroepen, doch hoe aandach
tig men ook luisterde... goen antwoord.
zaak nu eens het belang van de eene, dan het
belang van de andere dor groote belligerenten
werd geschaad. Is het nu geweest de voortref
felijke leiding van do Regeoring die ons heeft
behoed? Neen, vele van do beslissingen zullen
vat hebben gegeven tot gerechtvaardigde cri-
tiek. Maar wat heeft ons behoed? Ons heeft
behoed, dat hoe langer hoe meer zich de over
tuiging heeft gevestigd, dat de Regeering
trachtte naar een loyal© handhaving van om»
internationale verplichtingen en dat de Regee
ring achter zich had een ongerepte weermacht
en hot vertrouwen van de natie, dat het woord
van de Regeering ook tegenover het buiten
land gold als het woord van een eendrachtig
volk. Nu zijn er nog, evenals in Juli on Aug.,
kwetsbare plaatsen in onze internationale stal
ling. En nu zou ik willen vragen, wat m?n
ook verder moge denken over de verantwoor
delijkheid van de Regeering en do Kamer of
liet verantwoord zou zijn om thans dio waar-
horgen, welke ons in het verleden hebben be
hoed, te verminderen, doordat de Regeering
niet meer zeker zou zijn van het vertrouwen
van de Volksvertegenwoordiging.
Een tweede overweging, die ik zou willen
voorleggen, is deze. Op het oogenblik is er in
den grooten worstelstrijd een toestand van
©venwicht en het schijnt alsof daarom een
zekere gerustheid ook voor ons vok en voor
onze natie gerechtvaardigd zou zijn. Maar dit
weet toch iedereen, dal ieder oogenblik die
toestand kan veranderen, dat ieder oogenblik
zich incidenten kunnen voordoen, die de be
schikking over onze gansche weermacht nood
zakelijk maken. Ik zeg ieder oogenblik, want,
mijnheer de voorzitter, de ervaring leert, dót
deze incidenten zich meestal voordoen volkb-
men onverwacht en dat voor de beslissing aaii
de regeering slechts een korte tijd wordt gela
ten. ik zeg dit niet om eenige ongerustheid te
wokken, of om de ongerustheid, die or zou
mogen bestaan, te voeden, maar ik zeg dit
alleen om aan te toonen, dat men uit hetgeen
er op dit oogenblik is niet mag afleiden wat ei
morgen zal zijn. Want men mag toch geen
oogenblik uit het oog verliezen, dat liet Hier
den strijd geldt tusscüen zeer machtige naties, j
die vechten op leven en dood, en dat de ge
volgen van dien strijd zich op het onverwachtst
kunnen voortplanten ook in de sfeer van de
neutrale naties. Ik heb de vaste overtuiging,
dat, indien voor ons het oogenblik zou aan
breken dat wij, terwijl wij nu het geweer bij
den voet hebben, het geweer zouden moeten
vellen, dat oogenblik van beproeving over ons
zal komen met plotselinge en onverwachte
hevigheid. En daarom acht ik het van het
hoogste belang, dat wij blijven beschikken over
alle krachten, waarover wij kunnen Beschik
ken.
In de derde plaats on ten slotte zou ik ook
dit ter overweging aan de Kamer willen geven,
aan die leden van de Kamer, die nog aarzelen
om hun .stem. voor dit wetsontwerp uit to br< v -
gen. De Kamer is eenstemmig met de regie
ring, dat de neutraliteit van ons land tot het
uiterste moet worden gehandhaafd: ik meen.
dat twijfel te dien aanzien is uitgesloten. Hoe
heeft de Regeering haar taak om die neutra
liteit te handhaven, op te vatten? Er is een
negatieve, speculatieve neutraliteit, een neu
traliteit die gericht is uitsuitend op de mate-
rieele belangen van ons volk. Een dergelijke
neutraliteit zou wankel zijn, want zij zou be
rusten op kansberekeningen en machtsverhou
dingen. Maar er is ook een hoogere neutrali
teit, en dat is de vaste wil om ons zelf te zijn
de vaste wil om die hoogere goederen van vrij-
heid en van verdraagzaamheid, die ons volk in
èen historie vol van strijden en lijden tot haar
eigen goed heeft gemaakt, te handhaven en to
behoeden tegenover iedereen.
Die neutraliteit is sterk, want zij is onaf
hankelijk van eenige krijgskans, onafhanke
lijk ook van eenige voorkeur. En de Regeering
is er zeker van. dat Nederland nu en in de
toekomst dit zijn recht aan, wie het ook zij,
niet goedsschiks zal prijsgeven. TVij leven in
een tijd van daden, niet van woorden. En niet
ons recht op een onafhankelijk volksbestaan is
onze beschutting, maar dio beschutting is hier
in gelogen, dat wij bereid zijn, om dat recht
ook met daden to verdedigen. Indien de Ka
mer zou weigeren om aan de Regeering haar
volle vertrouwen te schenken, zou men dan
niet meenen, dat de wereld die ons gadeslaat,
en dat gebeurt in deze dagen, zou gaan twij
felen aam den ernst van ons volk? Zou men
niet meenen, dat, indien het gezag van de
Regeering werd ondermijnd door gebrek aan
vertrouwen van dc zijde der Kamer, daardoor
onze kracht om ons volksbestaan te handha
ven, inderdaad zou worden verminderd? Ik
zon meenen, dit zou ik den heer Troelstra nog
willen toevoegen, dat, indien nog, zooals in
Augustus, de nationale gedachte overheerscht,
dan nu nog, zooals toen, de verantwoordelijk
heid van do Kamer het best gedekt zou zijn,
indien zij nog steeds aan de Regeering haar
vertrouwen schonk, want die nationale ge
dacht© wordt niet gediend door woorden, maar
door daden.
door J. P. BIJL, officier van gezondheid.
xxvm,
liet kwartier VI.
Bij de verdere bespreking van „het kwar
tier'' zullen wij nog verschillend© stofbronnen
tegenkomen en daarbij gelegenheid hebben
erop to wijzen, hoe in ieder geval de stofvor
ming voorkomen moet worden.
In het dogelijksch leven van zeer veel be
lang en ook te velde niet zonder beteeken is
zijn de temperatuur, die in het kwartier
heerscht, en de verlichting. "Wat do tempera
tuur, die in een vertrek moet zijn betreft kan
icon een verschil maken al naar gelang van
de werkzaamheden, die in een lokaal verricht
moeten worden. Zoo zal men aan een gymna
stieklokaal andere e^chen 6tellen dan aan
een kantoorlokaal en weer andere dan aan
een slaapivrtrek.
Een gedeelte ran de groote kwartieren, die
thans betrokken zijn kunnen niet kunstmatig
verwarmd worden en vallen dus buiten onze
beschouwing. Zij zijn voor dagelijkech verblijf
wat koud .terwijl daarentegen do kwartieren,
die wel verwarmd worden in veel gevallen te
ihcoge temperatuur vertoonen.
In enkele gevallen zal men door flink ie
stoken en goed te ventiLeeren het voordeel
hebben van vocht te verdrijven, maar in de
meeste gevallen is de warmte in een lokaal
vooral w anneer er niet voldoende fri.seche lucht
kan binnenst-roomennadeelig. Vooral 's nachts
meet men in niet te warme vertrekken ver
blijven.
Veelal wordt aangeraden om slaapkamers te
verwarmenmen zou daardoor minder kans heb
ben op kou vatten, wanneer men zich's nachts
blootwoelt, men zou zich beter wasschen
dan iu een koude kamer, de kans op koude
vatten bij uit- en aankleeden zou kleiner zijn.
Te vélde zijn dit overwegingen, die van geen
beteekenis zijn. Het wasschen gebeurt zelden
of nooit in het slaaplokaal de koude, die men
gevoelt bij aan- en uitkleedden, werkt prikke
lend en liardt liet lichaam tegen tocht en snelle
wisseling van temperatuur, iets wat voor een
veldsoldaat van de allergrootste waarde zijn
kan. Bovendien is de slaap in oen koel ver
trek veel verkwikkender dam in een verwarmd.
Dit tot troost van degenen, die geen verwarmd
kwartier hebben en tot waarschuwing van de
genen, die een kachel rijk zijn.
De kachel, lean behalve het gevaar dat m
oplevert door het vertrek te warm te maken
nog andere bezwaren met zich brengen. Wan
neer de afvoer van verbrandingsgassen niet
goed geregeld is, komen deze gassen in het
vertrek. Komen zo met rook te voorschijn dan
is men spoedig gewaarschuwd en worden wel
de noodige maatregelen genomen.
Sommige, waaronder uiterst vergiftige ver
brandingsgassen, geven samen den zoogenaam-
den kolendamp, dien men aantreft wanneer een
kachel niet. goed trekt of do schuif niet vol
doende open is. Overdag bemerkt men spoedig
wanneer dergelijke gassen in een vertrek ko
men. De eigenaardige scherpe reuk waar
schuwt dan bijtijds.
's Nachts, slapende, ruikt men de gassen
niet: bovendien werken ze verdoovend. Men
wordt minder spoedig wakker en de kolen
damp kan ernstige vergiftigingsverschijnselen
ten gevolge hebben.
In het algemeen zorge men dus, dat het vuur
gedoofd is, voordat de troep slagen gaat. Hier
door ontstaat dan het voordeel, dat gevaar voor
kolendampvergiftiging is opgeheven, de tem
peratuur iu liet vertrek niet te hoog wordt,
zoodat de slaap daardoor verkwikkender is,
terwijl ten slotte geen brandgevaar meer aan
wezig is. Slechts bij zeer koude nachten met on
voldoende dekking kan men met de noodige
voorzorgen de kachel laten branden.
In verband met de groote hoeveelheid stof,
die ontstaat, wanneer de asch op niet vol
doend© manier verwijderd wordt of wanneer
het bewaren van brandstof geschiedt zonder
eenige bak of kist en dus zoo maar op den
vloer wordt neergegooid, is het in verschillen
de kwartieren noodig, dat de soldaten dien
aangaande eens een beetje bij de Hollandsche
huisvrouw in de leer te gaan.
Een bang vermoeden maakte zich van de
onzen meester, maar niemand durfde het uit
te sproken.
Middelerwijl woedde do strijd ook aan an
dere zijden. In het verblijf der Europeesche
militairen, dat geheel omsingeld was, ging
het ruw toe. De Europeanen waren op dat
woest getier onmiddellijk opgesprongen en
hadden naar de geweren gegrepen, welke bo
ven de slaaptafels, achter do hoofdkussens
aan rakken stonden. Maar vóór zij gereed
varen om naar de alarmstelling te gaan, be
speurden zij dat de vijand hun logies reeds
had omsingeld. In den waan, slapenden te
zullen overvallen en gemakkelijk spel te heb
ben, staken de verraders als razendo hunne
lange lansen door do dunne omwanding van
kadjang-matten, doch de manschappen waren
tijdig overeind gesprongen en hadden zich aan
liet hoofdeinde dier tafels geposteerd, zoo
dat zij rug aan rug stonden en aan beide zij
den front maakten. De toestand was door het
duister om hen heen zeer netelig niemand wist
hoe hij het had. In het voorbijgaan zij go-
zegd, dat do Atjehers reeds bij den eersten
stormloop de lantaarns op 't plein en de nacht
lampen hadden stuk geslagen. Dank evenwel
de tegenwoordigheid van geest en de koelbloe
digheid van eenige oud-gedienden, bleef de
orde bowaard en deden de Europeesche solda
ten wat er onder dergelijke benarde omstan-
dighden kon worden gedaan.
Van behoorlijk richten was natuurlijk geen
sprake; men sckcot op den gis in het bijzonder
in die richting, waar de aanvallers door hun
geschreeuw en schelden zich verraadden. Toen
nu ook aan de zuidzijde salvo's knetterden en
schot op schot tusschen de dichte drommen
doel treffen, lieten de Atjehers de Europea
nen los, om elders hun slag te slaan.
Minder gelukkig ging het onzen inlandsohon
soldaten, wier kazerne door hare ligging 't
eerst door dezen aanval werd verrast. Daarbij
kwam, dat zij door de angst- en schrikkrcton
van vrouwen en kinderen in de eerste oogen
blikken van de wijs werden gebracht. Gelukkig
I dat de meeste vrouwen en kinderen nog tijdig
onder de slaaptafels veiligheid hadden gezocht
en zoodoende aan den moord ontkwamen. Het
j duurde niet lang of onze inlandsc'ne soldaten
I vochten als leeuwen. Het angst- cn jammerge-
schrei van vrouwen en kinderen dreef hen tot
woed© en wanhoop. Zij begrepen wat hier op
het spel stond en stortten zich met grenzen-
looze verbittering op den vijand.
Aan alle kanten ontstond weldra een ver
woede strijd cn binnen weinige oogenblikken
lagen gesneuvelden en gewonden ter aarde.
De inlaudsche soldaten vochten echter zon
der orde, zonder leiding en zouden ongetwij
feld het onderspit hebben gedolven, zonder de
welgerichte schoten der afdeeling onder luite
nant Schnelle, wier salvo's den overmachtigen
vijand dwongen het binnenplein te ontruimen,
i Men kan zich voorstellen, welke onuitspre-ke-
lijke angsten de weerlooze vrouwen (ongeveer
dertig in aantal) en hare arme kinderen al dien
tijd doorleefden! Daarbij kwam, dat reeds
eenige vrouwen zwaar gewond waren en hare
wanhoopskreten en droevig gekreun de anderen
geheel van stuur brachten. Zij wisten jnaar al
te goed, dat vrouwen noch kinderen gespaard
zouden worden door den Atjoher, die niet
alleen met beestachtige wellust moordt, doch
daarbij op gruwelijke manier verminkt en zelfs
de kinderen ergerlijk mishandelt.
Zoo bijv. waren kort. vóór het gebeurde te
Lampagger om bij enkele feiten' te blijven
op den weg van Longbatah naar Pager
Ajer, zoomede nabij onzen post Djempït, de
j afschuwelijk verminkte lijken gevonden van
i soldatenvrouwen
j En iets later werden door een bende van 30
Atjehers 's morgens twee vrouwen aangehou
den, die van de markt te Kota Radja naar
onze post Lambaroe terugkeerden. De onge-
lukkigen werden eerst op hemeltergende wijze
mishandeld en daarna verminkt. Een dezer
gruwelijk mishandelde vrouwen wist, tot be
wustzijn teruggekeerd, ondanks hare verwon
dingen en afgesneden horsten, kruipend Lam
baroe te bereiken.
Na- ©enigen tijd in de ambulance te Lamba-
'TWyszo.qrod*!
^jctcHset.
Jamno
wrjr Jamosc
rjnn *mms, WARSS0AlJf if
zyeszyn o o/esz/w 8orzeon±J2&&.
u\ ™sc/nO
J I zynJs,
SorzmoWjJ?u'nin°aiyy'"y?r yebiamla J.\ i-.ps,PtPr
mrdmi
I Grodzisk
'iskilkiy
JIa
^Cldèrnpiwi-fre
'Tarczyrt
leczysk
'üpcaY m\ W /JP
=^JLj?KBlèow/- Jg
De strijd
In den laatsten tijd is er zeer hevig gevoch
ten in Polen. Zooals men weet, willen de
Duitschers naar Warschau en deze hoofdstad
van Polen, een sterke vesting, bezetten. Wij
geven onzen lezers hier een kaartje van het
terrein daar. Verbitterd zijn in de laatste da
gen vooral de gevechten tusschen de Rawka
en de Sucha geweest. In 't einde van Decem
ber wierpen de Duitsche troepen de Russen
over de Rawka terug en bezetten daarna de
voornaamste plaats tusschen die rivier en do j
in Polen.
Sucba, Baszymow. Door de sterk bevestigde
stellingen dor Russen, dio mot groote volhar
ding werden verdedigd, werden de Duitsche
troepen echter opgehouden cn nu ontstond or
een tijd lang een heen-en-wecr der tegenpar
tijen, oen dobberen van weerskanten tusschen
zegepraal en neerlaag. Allengs echter schijnen
de Iiussen teruggedrongen te zijn op den weg
naar Warschau. Doch do Duitschers zijn daar
nog niet en er kan op dit terrein nog zeer
heet© strijd worden verwacht.
Onnoodig te zeggen, dat men steeds maat
regelen moet nemen tegen brandgevaar.
Reeds in de kazernes moet nauwkeurig toe
zicht gehouden worden op de verwarming.
Hoeveel te meer dan niet in de kwartieren,
waar de kachels soms oud zijn, overal brand
materiaal ligt opgestapeld, de schoorstecnen
soms slecht trekken en do ventilatie soms te
wensclien overlaat.
(Wordt vervolgd.)
Oe toestand in den reuzenstrijd
Uit de laatste berichten van de oorlogs
terreinen blijkt wel, dat op het Oostelijk
front zeer hardnekkig gestreden wordt. De
strijd geldt hier Warschau, en hij golft heen
en weer vooral in den omtrek van den
Weichsel, Polens hoofdrivier. Nu lijken de
Duitschers, dan weer de Russen aan de
winnende hand. De jongste telegrammen
zijn hoofdzakelijk van Russischen oorsprong
en gewagen van zegepralen aan Russischen
kant. Er wordt gevochten aan den rechter-
en linkeroever van den Weichsel. Doch het
felst aan den rechteroever, vooral in de
streek van Serpetz. Volgens de berichten
uit St. Petersburg zou een groot opgezette
poging der Duitschers om door het Rus
sische front te breken, totaal mislukt zijn.
Doch de Russen schijnen evenmin vooruit
gekomen en zoo is het nog steeds als sedert
weken en weken: in Polen blijft de toestand
ongeveer op dezelfde hoogte. In Galicië
blijkbaar insgelijks; heftig wordt er ge
vochten volgens de Oostenrijksche berichten,
maar een verandering in de posities is er
nog niet.
De Russen hebben overigens over een
lang front te strijden en op verschillende
punten. De Turken in Kaukasië buiten
rekening gelaten, vechten de Russen op
enkele plaatsen in Oostelijk Pruisen over
een lange linie in Polen, in Galieië, in de
Karpathen en nu ook in Bukowina. Blijk
baar wil Rusland zich hierdoor nu een weg
banen naar Zevenbergen en verder naar de
groote Hongaarsche laagvlakte. Doch ook
in Bukowina vindt het de Duitschers naast
de Oostenrijkers tegenover zich en het kan
niet vooruit koinen.
Van het westelijk oorlogsterrein zijn de
berichten heel schaarsch, die berichten ten
minste, waaraan we iets hebben, en die
kunnen wijzen op een mogelijke verandering
in den toestand. Zulke zijn er niet. Er
worden nog steeds kleine voordeelen be
haald, onder 't verder oorlogsnieuws
vinden onzw lezers er wel melding van ge
maakt, maar de positie der tegenstanders
wordt er niet door gewijzigd.
Zóó kan het nog maanden duren,en 't behoeft
niet te verwonderen, als de groote strijd over
zijn geheel nu een ander karakter aanneemt,
een van grooier verbittering. In de meer dan
zes maanden, dat de krijg nu duurt, is vol
doende gebleken, dat de oorlogvoerende
partijen volkomen tegen elkaar opgewogen
zijn te land. Er is geen aanwijzing, dat in
de eerstvolgende maanden aan den eenen of
den anderen kant een beslissende overwin
ning zal worden verkregen, die de zes voor
gaande niet konden brengen. Dus zal het een
oorlog worden van uitputting. Men zal trach
ten eikaars militaire krachten, maar vooral el
kanders economische krachten uit te putten.
Engeland was daar, wat tegenover Duitschland
betreft, reeds mee bezig den heelen oorlog
door, thans heeft Duitschland aangek, a-
digd, dat het niets meer zou ontzien om den
vijand zooveel mogelijk schade op commer
cieel gebied toe te brengen. Het maakt zich
daardoor blijkbaar nog meer vijanden: ui,.
Amerika komen stemmen van afkeuring
zijner nieuwe taktiek. Of die dreigen met
nog verdere uitbreiding van den wereld
oorlog zal moeten blijken, doch zeker schijnt,
dat de krijg een nog heftiger, meer verbit
terd karakter zal aannemen, een karakter,
dat, naar 't schijnt, tevens het begin van het
einde voorspelt.
België.
Een incident te Brugge.
Te Brugge heeft zich, volgens den par
ticulieren correspondent der „Telegraaf",
een incident voorgedaan tusschen de Duit
sche autoriteiten ea het consulair© corps.
De Kommandantur5had zonder vooraf-
roe te zijn verpleegd, ontmoette zij op den
passer aldaar een bevrienden Atjehor, dien zij
aerk^nd© aJs één der wreedaards, die haar on
der helsch gelach had verminkt.
In Juli 1879 waren wij persoonlijk getuige
van een gelijk gruwelstuk op vrouwen ge
pleegd, die van Pakan Kroengtjoet naar Si-
lang terugkeerden. Is het wonder, dat het
beter gevoel onzer soldaten door zulke niets I
ontziende barbaarschheid wordt onderdrukt?
Toen Schnelle het terrein aan de vóór- en
achterzijde van het offierslogies genoegzaam
door geweervuur meende te hebben schoonge
veegd en het geschreeuw des vijands veel min
der was geworden, besloot hij een onderzoek te
doen naar beide andere officieren.
Met vier man sloop hij behoedzaam naar het
zuidelijk gedeelte der voorgalerij, dat door een
zeil was afgesloten. Dicht bij dat gedeelte ge
komen, bleef hij oven staan om t© luisteren,
doch geen gerucht drong tot de patrouille door.
Maar nauwelijks had Schnelle het zeil opge
trokken, of vijf Atjehers sprongen met opge
heven klewang naar voren. De voorst© velde
hij door een revolverschot, de tweede werd door
den fusilier Kooi afgemaakt; de drie anderen
lieten zich op den grond vallen en verdwenen.
Met het oog op de waarschijnlijkheid, dat
meer Atjthers zich in do officierslogies hadden
verscholen, achtte Schnelle het niet raadzaam
het onderzoek voort tc zotten, doch liever post
te vatten waar hij stond. Zijne soldaten gaf hij
het bevel om aaneengesloten te blijven en de
geweren vaardig t© houden. Deze voorzorg
bleek niet overbodig, want eenige oogenblikken
later hadden zij een verwoeden aanval te door
staan, welk» gelukkig zonder eenig verlies
onzerzijds werd afgeslagen. De Atj^iers daar
entegen lieten twee dooden en één zwaar ge
wonde achter.
Nauwelijks was men een weinig op verade
ming gekomen, of aa& J° N.-zijde, alwaar het
grootste gedeelte der Atjehers zich had terug
getrokken. werd brand ontdekt. In deze be
narde omstandigheden kon geen ergor ramp de
onzen treffen. Tot eiken prijs moest worden ge
tracht dat vuur meester te worden. De sergeant
Bekker en eenige vastberaden fusiliers besloten
dit waagstuk te ondernemen. Zekerheidshalve
werden de geweren nagezien en de bajonet
onderzocht, vervolgens, met inachtneming van
de uiterste voorzorgen, langs den achterkant
van het officierslogies naar de Noordzijde van
het kampement gekropen. Na eenige minuten
op die manier te zijn voortgegaan, stiet het
troepje op een groep Atjehers, die op den loer
lagen
Zoi
Zonder zich lang te bedenken, wierp Bekker
zich met zijn troepje op den vijand, die na een
verwoed gevecht van enkele minuten met do
bajonet uit elkaar werd gejaagd. Dit gevecht
kostte den onzen één gewonde; de Atjehers
lieten één gesneuvelde liggen.
Zonder verdere ontmoeting kwam genoemde
onderofficier aan de brandendo loods, en
slaagde er in de. vlammen te hlusschen, welke
gelukkig nog geen vat hadden kunnen krijgen
op de bamboe-omranding.
Intusschen had het krijgsrumoer zoo goed
als opgehouden, wat Schnelle deed besluiten
een rondo te maken langs do zuid-en westzij
de, ten einde den stand van zaken op te ne
men en om te onderzoeken wat hem nog to
doen stond.
Na de noodig© orders en het bevel aan een
onderofficier te hebben gegeven, met uitdruk-
kelijken last, orn niet van plaats te verande
ren, ging Schnelle met twee man zijn ronde
doen.
Met de revolver in de eene en de sabel in
de andere hand, sloop hij behoedzaam langs de
omheining on bereikte zonder stoornis de wes-
ter-face, alwaar hier en daar eenige manschap
pen bij elkaar stonden, half gekleed, doch met
het geweer in de hand en de pat.-oontasch om.
Zijn eerste werk was déze fusiliers te vereen:
gen en behoorlijk in te deelen. De aanwezig
heid van hun officier, deed, zooals begrijpelijk,
den moed en het zelfvertrouwen weer herle
ven. Zij wisten niet beter of de officieren wa
ren onder 's vijands slagen gebleven en had
den zich reeds op het er^te voorbereid.
(Slot volgt.)