No. Vrijdag 12 Februari 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. 1 Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Het verraad van Lampaggar. Gezondheidsleer, xs z. Oplaag 40,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELE FOON Z. -1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor AdvertentiGn wende men zich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROUMA Co Heerengracht 226 Amsterdam of tot de Drukkery ..Jacob van Cam pen" N. Z. Voorburgwa 234-240 (Keizerryk 9) Amsterdam, Prijs der AdvertentiGn per regel 30 cent- B(j abonnement reductie. De cavalerie heeft in dezen oorlog niet veel te doen, zooals wij weten: het woord is bijna altijd aan het geschut en verder aan den man in de loopgraaf. Zelfs do verkenningsdiensten worden thans veel beter verricht door de vliegmachines. Alleen nu en dan treden patrouilles cavalerie nog eens op als verkenners, doch dan komen zij in den regel al heel gauw in aanraking met troepen van den tegenpartij. Een gevecht tusschen Duitsche uhlanen en Engelsche soldaten zien wij op het plaatje hierboven, de uhlanen werden gedood of gevangen genomen. lanoer in tast houden van dienstpiichiioen bij it Landweer. (Slot.) De Minister van Binnenlandsche Zaken, mr. Coi-t' van der Linden, eindigde zijn rede in de. Tweede ILamer aan het langer in dienst houden van dienstplichtigen bij do Landweer op de volgende wijze N u zal ik niet mot don heer Bos iu debat treden over de vraag ,of in normale omstandig heden een debat niet vruchtbaar kan zijn ook wanneer- het niet uitloopt op een overwinning of een échec der Rogecring. Het is zeer wel mogelijk dat de Kamer in haar geheel hot niet eens is, in normale omstandigheden, met de Regcering, maar dat de Regeering daarom toch volstrekt niet behoeft af te treden, maar wij verkeefen thans niet in normale, omstandighe den en ieder meeningsverschil tusschen de Ka mer en de Regeering zou onmiddellijk moeten leiden hiertoe, dat de Regeering hot beleid niet langer zou kunnen voeren, ornaat het thans noodwendig geldt de hoogste belangen van het land. oo Regeering denkt er niet aan de rechten van do Kamer aan te tasten; zij denkt er niet aan het gezag van de Kamer op eenigerlei wijze te verminderen. Do Kamer, en ieder lid van de Kamer, heeft volkomen heb recht om zich onvoldaan to verklaren. Ieder lid van do Kamer heeft volkomen het recht om thans, op dit oogenblik, verantwoording van de Regee- ring^ te vragen, maar ik zeg nog eens, dat rech't heeft men alleen, wanneer men bereid is te regeeren. En nu vraag ik, wanneer gij een votum van wantrouwen aan de Regcering zoudt willen uitbrengen, zijt gij bereid om naar een ander beginsel te regeeren dan deze Regee ring dcet? ïk geloof dat het antwoord daarop door (3 J. P. SCHOEMAKER, Majoor-Commandant Nijmeogsoh Vrijw. Korps. Het kampement was overrompeld! Als slangen over den grond kruipend, waren een honderdtal Atjehers met meesterlijke be hendigheid tot aan de omheining gekomen, om volgens afspraak op den laatsten slag van vieren, als één man over den paggor te sprin- gen- In drie af deelingen gesplitst, stortten zij zich als een verwoestende stroom, onder hclsch gehuil en gegil, op do slapende manschappen. Een gedeelte stormde op het officierslogies, een tweede gedeelto wierp zich mot petrokken klewang en met lanson op liet verblijf der sol daten de rest snelde naar de geweerrakkon aan do wacht, om zich van de wapens der wacht- hobbenden meestor te maken. Dit bloedig voor spol werd niet alleon good ingeleid, doch het getuigde tevens hoe goed de vijand bekend was met de inrichting van het kampement. Niemand dan de hoofden van Lampagger had don hier de hand in 't spel; zij, en geeu anderen moeten de verraders zijn geweest en Je leiders van dien nuohtelijken overval. Het laat zich denken welk een ontsteltenis zoo'n onverhoédsche overrompeling in 't donker te woog bracht. Geen wonder dat in de eerste oogenblikken een bedenkelijke wanorde en ver warring heersohte, to meer daar de duisternis een paniek in de hand werkt. Schnelle was in een oogwenk uit zijn bed gesprongen, trok haastig de uniformjas aan en spoedde zich, gewapend met revolver cn sabel, naar buiten, om zijn plaats in de alarmstelling in te nemen. In de voorgalerij bonsde hij togen twee met klew'angs gewapende Atjehers zijn revolver weigert, welk wapen in die dagen bij het Indische officierskorps van verschillend fa ontkennend is, want het beginsel dat deze Re- geecing.als. grond van. haar beleid heeft-aan genomen, wordt door de geheele Kamer geac cepteerd. Ik zou iu de tweede plaats willen vragen: zoudt gij dan nu reeds kunnen beloven dat gij de Regeering aanvaardende, bereid zoudt zijn om dio opening van zaken to geven die gij thans van de Regeering vordert? En dan zeg ikdat kunt gij op dit oogenblik niet zeggen, omdat gij niet kunt beoordeelen óf gij het moogt doen. Maar wanneer gij dat niet kunt of niet wilt, dan zou ik u willen vragen of het verantwoord is om de Regeering uw vertrouwen te ontzeggen, want van het vertrouwen van de Kamer hangt ten slotte af het gezag van de Regeering en in de omstandigheden waarin wij nu leven hangt van het gezag van do Regeering voor een groot deel af het welzijn van het land. Wanneer er nu leden van de Kamer zijn, die ten gevolge van de weigering der Regee ring om alles wat zij weet aan de Kamer mede te deelen, zij het in comité-generaal, zouden aarzelen hun stem aan dit wetsontwerp te ge ven, dan zou ik hun toch nog enkele considera- tiën willen voorleggen. In de eerste plaats dit. Toen in einde Juli van het vorige j'aar de oorlog dreigde, was de Regeering zich bewust, dat er in onze inter nationale stelling verscheidene kwetsbare plek ken waren. En toen de oorlog was uitgebro ken, waren wij ten volle gereed en wisten wij, dat de geheele Volksvertegenwoordiging en het geheele volk achter ons stonden. De erken ning van deze feiten heeft niet weinig bijgedra gen, dat ons land buiten den oorlog is geble ven. Deze feiten hebben gehad een machtige preventieve werking. In (le zeer zorgvolle en gevaarvolle tijden die aohter ons liggen, op menig tijdstip meer zorgvol cn gevaarvol dan menigeen zich bewust is, heeft do Regeering tal van netelige vraagstukken te beslissen ge had, vraagstukken, waarbij uit den aard der brikaat was. on drager in het gevecht niet zelden parten speelde een klewangslag meï de sabel pareerend, bracht liij daarmede met bliksemsnelheid op zijn beurt één der Atjehers een vreeselijko houw toe, zoodat deze met een rauwe gil achterovertuimolde, waarop do andere af deinsde, zijn gewonden kameraad meesleurende. Nu haastte do officier zich, om langs de zuidzijde zijn commando in de alarm- stelling to bereiken, maar werd hierin verhin derd door het vuur van de manschappen der wacht, die in 't wild in zijne richting stonden te schieten. Gelukkig behield hij de tegen woordigheid van geest en wist, in deze hache lijke oogenblikken, door roepen en schreeuwen, de aandacht te trekken van eenige soldaten, die toen het vuur deden ophouden. Onmiddellijk verzamelde Schnelle een twaaltal manschappen, die aan de zuidzijde aanwezig waren, tot een gesloten troep en nam zelf do leiding van het vuur. Beurtelings werden nu salvo's afgegeven op de binnenruimte en den achterkant van hel officierslogies. De geregelde salvo's, en de com mando's hadden de aandacht getrokken vau andere soldaten, die daaruit do aanwezigheid van een meerdere afleidden, zoodat de man schappen, die er kans toe zagen, zich bij Schnelle's troepje voegden, dat daardoor al lengs in sterkte toenam en de positie aan da zuidzijde meer verzekerde. Dit mag een geluk heeten, want hot duurde niet lang of de gil lende aanvalskreten Allali-il-Allah" waar schuwden do onzen, dat de vijand een klewang- aanval in den zin had, maar de moordende kogelregen, welke op zijne dichte drommen neerkwam en geducht teisterde, dwong hen tot wijken. Intusschen was de afwezigheid van de beide andere officieren niet onopgemerkt gebleven. „Waar blijft do kapitein, waar mag de luite nant Van do Roemer zijn?" zóó hoorde men rechts en links. Maar niemand had deze offi cieren gezien. In de tussclienpoos van twee salvo's werden zij eenige malen zoo luid moge lijk bij.den naam geroepen, doch hoe aandach tig men ook luisterde... goen antwoord. zaak nu eens het belang van de eene, dan het belang van de andere dor groote belligerenten werd geschaad. Is het nu geweest de voortref felijke leiding van do Regeoring die ons heeft behoed? Neen, vele van do beslissingen zullen vat hebben gegeven tot gerechtvaardigde cri- tiek. Maar wat heeft ons behoed? Ons heeft behoed, dat hoe langer hoe meer zich de over tuiging heeft gevestigd, dat de Regeering trachtte naar een loyal© handhaving van om» internationale verplichtingen en dat de Regee ring achter zich had een ongerepte weermacht en hot vertrouwen van de natie, dat het woord van de Regeering ook tegenover het buiten land gold als het woord van een eendrachtig volk. Nu zijn er nog, evenals in Juli on Aug., kwetsbare plaatsen in onze internationale stal ling. En nu zou ik willen vragen, wat m?n ook verder moge denken over de verantwoor delijkheid van de Regeering en do Kamer of liet verantwoord zou zijn om thans dio waar- horgen, welke ons in het verleden hebben be hoed, te verminderen, doordat de Regeering niet meer zeker zou zijn van het vertrouwen van de Volksvertegenwoordiging. Een tweede overweging, die ik zou willen voorleggen, is deze. Op het oogenblik is er in den grooten worstelstrijd een toestand van ©venwicht en het schijnt alsof daarom een zekere gerustheid ook voor ons vok en voor onze natie gerechtvaardigd zou zijn. Maar dit weet toch iedereen, dal ieder oogenblik die toestand kan veranderen, dat ieder oogenblik zich incidenten kunnen voordoen, die de be schikking over onze gansche weermacht nood zakelijk maken. Ik zeg ieder oogenblik, want, mijnheer de voorzitter, de ervaring leert, dót deze incidenten zich meestal voordoen volkb- men onverwacht en dat voor de beslissing aaii de regeering slechts een korte tijd wordt gela ten. ik zeg dit niet om eenige ongerustheid te wokken, of om de ongerustheid, die or zou mogen bestaan, te voeden, maar ik zeg dit alleen om aan te toonen, dat men uit hetgeen er op dit oogenblik is niet mag afleiden wat ei morgen zal zijn. Want men mag toch geen oogenblik uit het oog verliezen, dat liet Hier den strijd geldt tusscüen zeer machtige naties, j die vechten op leven en dood, en dat de ge volgen van dien strijd zich op het onverwachtst kunnen voortplanten ook in de sfeer van de neutrale naties. Ik heb de vaste overtuiging, dat, indien voor ons het oogenblik zou aan breken dat wij, terwijl wij nu het geweer bij den voet hebben, het geweer zouden moeten vellen, dat oogenblik van beproeving over ons zal komen met plotselinge en onverwachte hevigheid. En daarom acht ik het van het hoogste belang, dat wij blijven beschikken over alle krachten, waarover wij kunnen Beschik ken. In de derde plaats on ten slotte zou ik ook dit ter overweging aan de Kamer willen geven, aan die leden van de Kamer, die nog aarzelen om hun .stem. voor dit wetsontwerp uit to br< v - gen. De Kamer is eenstemmig met de regie ring, dat de neutraliteit van ons land tot het uiterste moet worden gehandhaafd: ik meen. dat twijfel te dien aanzien is uitgesloten. Hoe heeft de Regeering haar taak om die neutra liteit te handhaven, op te vatten? Er is een negatieve, speculatieve neutraliteit, een neu traliteit die gericht is uitsuitend op de mate- rieele belangen van ons volk. Een dergelijke neutraliteit zou wankel zijn, want zij zou be rusten op kansberekeningen en machtsverhou dingen. Maar er is ook een hoogere neutrali teit, en dat is de vaste wil om ons zelf te zijn de vaste wil om die hoogere goederen van vrij- heid en van verdraagzaamheid, die ons volk in èen historie vol van strijden en lijden tot haar eigen goed heeft gemaakt, te handhaven en to behoeden tegenover iedereen. Die neutraliteit is sterk, want zij is onaf hankelijk van eenige krijgskans, onafhanke lijk ook van eenige voorkeur. En de Regeering is er zeker van. dat Nederland nu en in de toekomst dit zijn recht aan, wie het ook zij, niet goedsschiks zal prijsgeven. TVij leven in een tijd van daden, niet van woorden. En niet ons recht op een onafhankelijk volksbestaan is onze beschutting, maar dio beschutting is hier in gelogen, dat wij bereid zijn, om dat recht ook met daden to verdedigen. Indien de Ka mer zou weigeren om aan de Regeering haar volle vertrouwen te schenken, zou men dan niet meenen, dat de wereld die ons gadeslaat, en dat gebeurt in deze dagen, zou gaan twij felen aam den ernst van ons volk? Zou men niet meenen, dat, indien het gezag van de Regeering werd ondermijnd door gebrek aan vertrouwen van dc zijde der Kamer, daardoor onze kracht om ons volksbestaan te handha ven, inderdaad zou worden verminderd? Ik zon meenen, dit zou ik den heer Troelstra nog willen toevoegen, dat, indien nog, zooals in Augustus, de nationale gedachte overheerscht, dan nu nog, zooals toen, de verantwoordelijk heid van do Kamer het best gedekt zou zijn, indien zij nog steeds aan de Regeering haar vertrouwen schonk, want die nationale ge dacht© wordt niet gediend door woorden, maar door daden. door J. P. BIJL, officier van gezondheid. xxvm, liet kwartier VI. Bij de verdere bespreking van „het kwar tier'' zullen wij nog verschillend© stofbronnen tegenkomen en daarbij gelegenheid hebben erop to wijzen, hoe in ieder geval de stofvor ming voorkomen moet worden. In het dogelijksch leven van zeer veel be lang en ook te velde niet zonder beteeken is zijn de temperatuur, die in het kwartier heerscht, en de verlichting. "Wat do tempera tuur, die in een vertrek moet zijn betreft kan icon een verschil maken al naar gelang van de werkzaamheden, die in een lokaal verricht moeten worden. Zoo zal men aan een gymna stieklokaal andere e^chen 6tellen dan aan een kantoorlokaal en weer andere dan aan een slaapivrtrek. Een gedeelte ran de groote kwartieren, die thans betrokken zijn kunnen niet kunstmatig verwarmd worden en vallen dus buiten onze beschouwing. Zij zijn voor dagelijkech verblijf wat koud .terwijl daarentegen do kwartieren, die wel verwarmd worden in veel gevallen te ihcoge temperatuur vertoonen. In enkele gevallen zal men door flink ie stoken en goed te ventiLeeren het voordeel hebben van vocht te verdrijven, maar in de meeste gevallen is de warmte in een lokaal vooral w anneer er niet voldoende fri.seche lucht kan binnenst-roomennadeelig. Vooral 's nachts meet men in niet te warme vertrekken ver blijven. Veelal wordt aangeraden om slaapkamers te verwarmenmen zou daardoor minder kans heb ben op kou vatten, wanneer men zich's nachts blootwoelt, men zou zich beter wasschen dan iu een koude kamer, de kans op koude vatten bij uit- en aankleeden zou kleiner zijn. Te vélde zijn dit overwegingen, die van geen beteekenis zijn. Het wasschen gebeurt zelden of nooit in het slaaplokaal de koude, die men gevoelt bij aan- en uitkleedden, werkt prikke lend en liardt liet lichaam tegen tocht en snelle wisseling van temperatuur, iets wat voor een veldsoldaat van de allergrootste waarde zijn kan. Bovendien is de slaap in oen koel ver trek veel verkwikkender dam in een verwarmd. Dit tot troost van degenen, die geen verwarmd kwartier hebben en tot waarschuwing van de genen, die een kachel rijk zijn. De kachel, lean behalve het gevaar dat m oplevert door het vertrek te warm te maken nog andere bezwaren met zich brengen. Wan neer de afvoer van verbrandingsgassen niet goed geregeld is, komen deze gassen in het vertrek. Komen zo met rook te voorschijn dan is men spoedig gewaarschuwd en worden wel de noodige maatregelen genomen. Sommige, waaronder uiterst vergiftige ver brandingsgassen, geven samen den zoogenaam- den kolendamp, dien men aantreft wanneer een kachel niet. goed trekt of do schuif niet vol doende open is. Overdag bemerkt men spoedig wanneer dergelijke gassen in een vertrek ko men. De eigenaardige scherpe reuk waar schuwt dan bijtijds. 's Nachts, slapende, ruikt men de gassen niet: bovendien werken ze verdoovend. Men wordt minder spoedig wakker en de kolen damp kan ernstige vergiftigingsverschijnselen ten gevolge hebben. In het algemeen zorge men dus, dat het vuur gedoofd is, voordat de troep slagen gaat. Hier door ontstaat dan het voordeel, dat gevaar voor kolendampvergiftiging is opgeheven, de tem peratuur iu liet vertrek niet te hoog wordt, zoodat de slaap daardoor verkwikkender is, terwijl ten slotte geen brandgevaar meer aan wezig is. Slechts bij zeer koude nachten met on voldoende dekking kan men met de noodige voorzorgen de kachel laten branden. In verband met de groote hoeveelheid stof, die ontstaat, wanneer de asch op niet vol doend© manier verwijderd wordt of wanneer het bewaren van brandstof geschiedt zonder eenige bak of kist en dus zoo maar op den vloer wordt neergegooid, is het in verschillen de kwartieren noodig, dat de soldaten dien aangaande eens een beetje bij de Hollandsche huisvrouw in de leer te gaan. Een bang vermoeden maakte zich van de onzen meester, maar niemand durfde het uit te sproken. Middelerwijl woedde do strijd ook aan an dere zijden. In het verblijf der Europeesche militairen, dat geheel omsingeld was, ging het ruw toe. De Europeanen waren op dat woest getier onmiddellijk opgesprongen en hadden naar de geweren gegrepen, welke bo ven de slaaptafels, achter do hoofdkussens aan rakken stonden. Maar vóór zij gereed varen om naar de alarmstelling te gaan, be speurden zij dat de vijand hun logies reeds had omsingeld. In den waan, slapenden te zullen overvallen en gemakkelijk spel te heb ben, staken de verraders als razendo hunne lange lansen door do dunne omwanding van kadjang-matten, doch de manschappen waren tijdig overeind gesprongen en hadden zich aan liet hoofdeinde dier tafels geposteerd, zoo dat zij rug aan rug stonden en aan beide zij den front maakten. De toestand was door het duister om hen heen zeer netelig niemand wist hoe hij het had. In het voorbijgaan zij go- zegd, dat do Atjehers reeds bij den eersten stormloop de lantaarns op 't plein en de nacht lampen hadden stuk geslagen. Dank evenwel de tegenwoordigheid van geest en de koelbloe digheid van eenige oud-gedienden, bleef de orde bowaard en deden de Europeesche solda ten wat er onder dergelijke benarde omstan- dighden kon worden gedaan. Van behoorlijk richten was natuurlijk geen sprake; men sckcot op den gis in het bijzonder in die richting, waar de aanvallers door hun geschreeuw en schelden zich verraadden. Toen nu ook aan de zuidzijde salvo's knetterden en schot op schot tusschen de dichte drommen doel treffen, lieten de Atjehers de Europea nen los, om elders hun slag te slaan. Minder gelukkig ging het onzen inlandsohon soldaten, wier kazerne door hare ligging 't eerst door dezen aanval werd verrast. Daarbij kwam, dat zij door de angst- en schrikkrcton van vrouwen en kinderen in de eerste oogen blikken van de wijs werden gebracht. Gelukkig I dat de meeste vrouwen en kinderen nog tijdig onder de slaaptafels veiligheid hadden gezocht en zoodoende aan den moord ontkwamen. Het j duurde niet lang of onze inlandsc'ne soldaten I vochten als leeuwen. Het angst- cn jammerge- schrei van vrouwen en kinderen dreef hen tot woed© en wanhoop. Zij begrepen wat hier op het spel stond en stortten zich met grenzen- looze verbittering op den vijand. Aan alle kanten ontstond weldra een ver woede strijd cn binnen weinige oogenblikken lagen gesneuvelden en gewonden ter aarde. De inlaudsche soldaten vochten echter zon der orde, zonder leiding en zouden ongetwij feld het onderspit hebben gedolven, zonder de welgerichte schoten der afdeeling onder luite nant Schnelle, wier salvo's den overmachtigen vijand dwongen het binnenplein te ontruimen, i Men kan zich voorstellen, welke onuitspre-ke- lijke angsten de weerlooze vrouwen (ongeveer dertig in aantal) en hare arme kinderen al dien tijd doorleefden! Daarbij kwam, dat reeds eenige vrouwen zwaar gewond waren en hare wanhoopskreten en droevig gekreun de anderen geheel van stuur brachten. Zij wisten jnaar al te goed, dat vrouwen noch kinderen gespaard zouden worden door den Atjoher, die niet alleen met beestachtige wellust moordt, doch daarbij op gruwelijke manier verminkt en zelfs de kinderen ergerlijk mishandelt. Zoo bijv. waren kort. vóór het gebeurde te Lampagger om bij enkele feiten' te blijven op den weg van Longbatah naar Pager Ajer, zoomede nabij onzen post Djempït, de j afschuwelijk verminkte lijken gevonden van i soldatenvrouwen j En iets later werden door een bende van 30 Atjehers 's morgens twee vrouwen aangehou den, die van de markt te Kota Radja naar onze post Lambaroe terugkeerden. De onge- lukkigen werden eerst op hemeltergende wijze mishandeld en daarna verminkt. Een dezer gruwelijk mishandelde vrouwen wist, tot be wustzijn teruggekeerd, ondanks hare verwon dingen en afgesneden horsten, kruipend Lam baroe te bereiken. Na- ©enigen tijd in de ambulance te Lamba- 'TWyszo.qrod*! ^jctcHset. Jamno wrjr Jamosc rjnn *mms, WARSS0AlJf if zyeszyn o o/esz/w 8orzeon±J2&&. u\ ™sc/nO J I zynJs, SorzmoWjJ?u'nin°aiyy'"y?r yebiamla J.\ i-.ps,PtPr mrdmi I Grodzisk 'iskilkiy JIa ^Cldèrnpiwi-fre 'Tarczyrt leczysk 'üpcaY m\ W /JP =^JLj?KBlèow/- Jg De strijd In den laatsten tijd is er zeer hevig gevoch ten in Polen. Zooals men weet, willen de Duitschers naar Warschau en deze hoofdstad van Polen, een sterke vesting, bezetten. Wij geven onzen lezers hier een kaartje van het terrein daar. Verbitterd zijn in de laatste da gen vooral de gevechten tusschen de Rawka en de Sucha geweest. In 't einde van Decem ber wierpen de Duitsche troepen de Russen over de Rawka terug en bezetten daarna de voornaamste plaats tusschen die rivier en do j in Polen. Sucba, Baszymow. Door de sterk bevestigde stellingen dor Russen, dio mot groote volhar ding werden verdedigd, werden de Duitsche troepen echter opgehouden cn nu ontstond or een tijd lang een heen-en-wecr der tegenpar tijen, oen dobberen van weerskanten tusschen zegepraal en neerlaag. Allengs echter schijnen de Iiussen teruggedrongen te zijn op den weg naar Warschau. Doch do Duitschers zijn daar nog niet en er kan op dit terrein nog zeer heet© strijd worden verwacht. Onnoodig te zeggen, dat men steeds maat regelen moet nemen tegen brandgevaar. Reeds in de kazernes moet nauwkeurig toe zicht gehouden worden op de verwarming. Hoeveel te meer dan niet in de kwartieren, waar de kachels soms oud zijn, overal brand materiaal ligt opgestapeld, de schoorstecnen soms slecht trekken en do ventilatie soms te wensclien overlaat. (Wordt vervolgd.) Oe toestand in den reuzenstrijd Uit de laatste berichten van de oorlogs terreinen blijkt wel, dat op het Oostelijk front zeer hardnekkig gestreden wordt. De strijd geldt hier Warschau, en hij golft heen en weer vooral in den omtrek van den Weichsel, Polens hoofdrivier. Nu lijken de Duitschers, dan weer de Russen aan de winnende hand. De jongste telegrammen zijn hoofdzakelijk van Russischen oorsprong en gewagen van zegepralen aan Russischen kant. Er wordt gevochten aan den rechter- en linkeroever van den Weichsel. Doch het felst aan den rechteroever, vooral in de streek van Serpetz. Volgens de berichten uit St. Petersburg zou een groot opgezette poging der Duitschers om door het Rus sische front te breken, totaal mislukt zijn. Doch de Russen schijnen evenmin vooruit gekomen en zoo is het nog steeds als sedert weken en weken: in Polen blijft de toestand ongeveer op dezelfde hoogte. In Galicië blijkbaar insgelijks; heftig wordt er ge vochten volgens de Oostenrijksche berichten, maar een verandering in de posities is er nog niet. De Russen hebben overigens over een lang front te strijden en op verschillende punten. De Turken in Kaukasië buiten rekening gelaten, vechten de Russen op enkele plaatsen in Oostelijk Pruisen over een lange linie in Polen, in Galieië, in de Karpathen en nu ook in Bukowina. Blijk baar wil Rusland zich hierdoor nu een weg banen naar Zevenbergen en verder naar de groote Hongaarsche laagvlakte. Doch ook in Bukowina vindt het de Duitschers naast de Oostenrijkers tegenover zich en het kan niet vooruit koinen. Van het westelijk oorlogsterrein zijn de berichten heel schaarsch, die berichten ten minste, waaraan we iets hebben, en die kunnen wijzen op een mogelijke verandering in den toestand. Zulke zijn er niet. Er worden nog steeds kleine voordeelen be haald, onder 't verder oorlogsnieuws vinden onzw lezers er wel melding van ge maakt, maar de positie der tegenstanders wordt er niet door gewijzigd. Zóó kan het nog maanden duren,en 't behoeft niet te verwonderen, als de groote strijd over zijn geheel nu een ander karakter aanneemt, een van grooier verbittering. In de meer dan zes maanden, dat de krijg nu duurt, is vol doende gebleken, dat de oorlogvoerende partijen volkomen tegen elkaar opgewogen zijn te land. Er is geen aanwijzing, dat in de eerstvolgende maanden aan den eenen of den anderen kant een beslissende overwin ning zal worden verkregen, die de zes voor gaande niet konden brengen. Dus zal het een oorlog worden van uitputting. Men zal trach ten eikaars militaire krachten, maar vooral el kanders economische krachten uit te putten. Engeland was daar, wat tegenover Duitschland betreft, reeds mee bezig den heelen oorlog door, thans heeft Duitschland aangek, a- digd, dat het niets meer zou ontzien om den vijand zooveel mogelijk schade op commer cieel gebied toe te brengen. Het maakt zich daardoor blijkbaar nog meer vijanden: ui,. Amerika komen stemmen van afkeuring zijner nieuwe taktiek. Of die dreigen met nog verdere uitbreiding van den wereld oorlog zal moeten blijken, doch zeker schijnt, dat de krijg een nog heftiger, meer verbit terd karakter zal aannemen, een karakter, dat, naar 't schijnt, tevens het begin van het einde voorspelt. België. Een incident te Brugge. Te Brugge heeft zich, volgens den par ticulieren correspondent der „Telegraaf", een incident voorgedaan tusschen de Duit sche autoriteiten ea het consulair© corps. De Kommandantur5had zonder vooraf- roe te zijn verpleegd, ontmoette zij op den passer aldaar een bevrienden Atjehor, dien zij aerk^nd© aJs één der wreedaards, die haar on der helsch gelach had verminkt. In Juli 1879 waren wij persoonlijk getuige van een gelijk gruwelstuk op vrouwen ge pleegd, die van Pakan Kroengtjoet naar Si- lang terugkeerden. Is het wonder, dat het beter gevoel onzer soldaten door zulke niets I ontziende barbaarschheid wordt onderdrukt? Toen Schnelle het terrein aan de vóór- en achterzijde van het offierslogies genoegzaam door geweervuur meende te hebben schoonge veegd en het geschreeuw des vijands veel min der was geworden, besloot hij een onderzoek te doen naar beide andere officieren. Met vier man sloop hij behoedzaam naar het zuidelijk gedeelte der voorgalerij, dat door een zeil was afgesloten. Dicht bij dat gedeelte ge komen, bleef hij oven staan om t© luisteren, doch geen gerucht drong tot de patrouille door. Maar nauwelijks had Schnelle het zeil opge trokken, of vijf Atjehers sprongen met opge heven klewang naar voren. De voorst© velde hij door een revolverschot, de tweede werd door den fusilier Kooi afgemaakt; de drie anderen lieten zich op den grond vallen en verdwenen. Met het oog op de waarschijnlijkheid, dat meer Atjthers zich in do officierslogies hadden verscholen, achtte Schnelle het niet raadzaam het onderzoek voort tc zotten, doch liever post te vatten waar hij stond. Zijne soldaten gaf hij het bevel om aaneengesloten te blijven en de geweren vaardig t© houden. Deze voorzorg bleek niet overbodig, want eenige oogenblikken later hadden zij een verwoeden aanval te door staan, welk» gelukkig zonder eenig verlies onzerzijds werd afgeslagen. De Atj^iers daar entegen lieten twee dooden en één zwaar ge wonde achter. Nauwelijks was men een weinig op verade ming gekomen, of aa& J° N.-zijde, alwaar het grootste gedeelte der Atjehers zich had terug getrokken. werd brand ontdekt. In deze be narde omstandigheden kon geen ergor ramp de onzen treffen. Tot eiken prijs moest worden ge tracht dat vuur meester te worden. De sergeant Bekker en eenige vastberaden fusiliers besloten dit waagstuk te ondernemen. Zekerheidshalve werden de geweren nagezien en de bajonet onderzocht, vervolgens, met inachtneming van de uiterste voorzorgen, langs den achterkant van het officierslogies naar de Noordzijde van het kampement gekropen. Na eenige minuten op die manier te zijn voortgegaan, stiet het troepje op een groep Atjehers, die op den loer lagen Zoi Zonder zich lang te bedenken, wierp Bekker zich met zijn troepje op den vijand, die na een verwoed gevecht van enkele minuten met do bajonet uit elkaar werd gejaagd. Dit gevecht kostte den onzen één gewonde; de Atjehers lieten één gesneuvelde liggen. Zonder verdere ontmoeting kwam genoemde onderofficier aan de brandendo loods, en slaagde er in de. vlammen te hlusschen, welke gelukkig nog geen vat hadden kunnen krijgen op de bamboe-omranding. Intusschen had het krijgsrumoer zoo goed als opgehouden, wat Schnelle deed besluiten een rondo te maken langs do zuid-en westzij de, ten einde den stand van zaken op te ne men en om te onderzoeken wat hem nog to doen stond. Na de noodig© orders en het bevel aan een onderofficier te hebben gegeven, met uitdruk- kelijken last, orn niet van plaats te verande ren, ging Schnelle met twee man zijn ronde doen. Met de revolver in de eene en de sabel in de andere hand, sloop hij behoedzaam langs de omheining on bereikte zonder stoornis de wes- ter-face, alwaar hier en daar eenige manschap pen bij elkaar stonden, half gekleed, doch met het geweer in de hand en de pat.-oontasch om. Zijn eerste werk was déze fusiliers te vereen: gen en behoorlijk in te deelen. De aanwezig heid van hun officier, deed, zooals begrijpelijk, den moed en het zelfvertrouwen weer herle ven. Zij wisten niet beter of de officieren wa ren onder 's vijands slagen gebleven en had den zich reeds op het er^te voorbereid. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1