No. 75. Zondag 7 Februari 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Mededeling. Het verraad van Lampaggar. Gezondheidsleer, Oplaag 40,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE PALESTRIN ASTRAAT 10, AMSTERDAM. TELE FOON Z. 486$. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advcrtontiën wende men zich tot het Alg. Adv Heerengraoht 220 Amsterdam of tot de Drukkerij ..Jacob 234-240 (Keizerrijk 8; Amsterdam, Prijs der Advert" abonnement reductie. :-Bureau ROL"MA Co. ïijH-n" N. Z. Voorburgwal per n'gel 30 cent. Bj - ftaKSSSW' Deze oorlog breDgt ons steeds nieuwe verschijningen, waaraan men in vroegere niet dacht. Zoo ook de bewapende motorbooten. Die werden trouwens reeds in het begin van dezen krijg gebruikt; Oostenrijk had er op den Donau. In een zeegevecht zijn ze natuurlijk van geen nut, ze worden alleen op rivieren gebezigd. Hier zien wij er een op den Weichsel bij Wlozlawek, die zijn macliinegeveer richt op een vijandelijk vliegtuig. In dit geval werd de vliegmachine tot de landing gedwongen, en de bestuurder gevangen genomen. D-ringend verzoeken wij nogmaals om bij correspondentie over „DE SOLDATENCOURANT" toch zorgvuldig te vermelden, hoe het adres luidt van het pakket Scldatencouranten dat men ontvangt. Aan verzoeken om wijziging te b.engen in den inhoud der pakketten, kan geen gevolg worden gegeven worden, wanneer men ons niet precies mededeelt, hoe deze pakketten geadresseerd worden. Namen en plaatsen komen op onze expeditie- lijst niet voor, maar wel volledige aanduiding van de onderdeelen, waaraan wij toezenden. Men houde toch met dit verzoek dat wij reeds vele malen deden rekening, om zich zelf en ons in onze drukke werkzaamheden, noodelooze moeite en correspondentie te be sparen. Het eenvoudigste is, om ons bij de correspon dentie over den inhoud der pakketten, steeds tegelijkertijd de adresstrook toe te zenden. Langer in dienst houden van dienstplichtigen IV. Minister Bosboom besloot zijn redo in de Tweede Kamer als volgt: Dc geachte afgevaardigde uit Hoorn raadde mij aan, om de landweermannen van de oudste lichting allen 3 dagen van de week, om beurten, verlof te geven; de kleine neringdoenden zou den dan 2 dagen moeten krijgen: do geachte afgevaardigde uit Steenwijk z-eide: er is in December wel 5 dagen verlof gegeven; doe dit nu ook, maar dan niet alleen de landweerman nen, doch iedereen; dc geachte afgevaardigde uit Zwolle wil de bedrijfsleiders naar huis stu ren. Maar ik heb nog meer rubrieken, die zich om verlof tot mij hebben gewend. Ik noem in bont© rij: gemeente-artsen en gemeentelijke keurmeesters, ingenieurs van waterschappen of provinciën, machinisten»en stuurlieden van de koopvaardij, directeuren van gasfabrieken, ambtenaren van do Rijkspostspaarbank, hoof door J. P. SOEOEMAKER, Majoor-Commandant Nijmoegsch Vrijw. Korps- De trouweloosheid en het verraad der Atjehers die sommigen zich als lammeren voorstellen zouden boekdeelen kunnen vul len. Wij kiezen uit de vele voorbeelden. ..Het verraad van Lampagger" tot onderwerp on brengen dat hier gaarne onder de aandacht. Op oen kwartier uurs afstand van den noor delijken gang van den lilangbalapas, dat door het Parangebergto naar de baai van Kroeng- Raba voort on nabij den zuidelijken rand van kampong Lamtjoct, stond in 1876 onze mili taire pcfefc Lampagger. Genoemde bergpas vormde de grensscheiding tusschen do'4 en de 6 Moekims en werd op den 16 Januari 1876, na een hardnekkigen tegen stand, genomen door den beleid vollen en ener- gioken generaal L. J. H. Pel, dien de Atjehers noemden ,,Kepala-prang batoea", d.w.z. voor treffelijk legerhoofd. De vermeestering van dien weg, welke den z.g z.eventigdaagsclicn veldtocht schitterend inleiddg werd niet alleen bekroond door de onderwerping van do gëkeele Sagi der 2,3 Moe kims, waartoe de -le en 6e Moekims behoor den, doch stelde onze troepen in staat den gordel van vijandelijke verschansingen ten Z, en ton W. van Kota-Radja om te trekken en den van scholen en andere personen aan het onderwijs verhouden, leeraren van het hoogt en het middelbaar onderwijs, reizigers in bloembollen en allerhande andere branches, ac countants voor het opmaken van de balansen verplegers van krankzinnigen, ambtenaren var provinciale griffiën, studenten, notarissen, artsen, keurmeesters voor het mond- en klauw zeer, politieagenten, koolplanters en boom- kweekers, enz., enz. Al die rubrieken hebben individueel, dan wel collectief verlof gevraagd en de meeste zijn in meer of mindere mate geholpen. Wanneer ik nu deze allen eens bijeen tel. dan blijven er vau het leger niet veel meer dan de arbeiders en de vrijwilligers over. Het spreekt van zelf, dat ik vaak advies heb ingewonnen bij hou die tot bet geven daar bevoegd waren. Ik noem daarbij in de eerste plaats den directeur-generaal van den arbeid. Ik heb respect voor de wijze, waarop die amb tenaar mij van advies heeft gediend. Zijn ad viezen waren steeds doorwrocht. Nu heeft men mij een verwijt gemaakt, dat ik daarvan vaak afgeweken ben. Maar ik ben toch Minister van Oorlog' Ik moet de balans houden. Ik moet in evenwicht houden de schillende belangen die daarop van invloed zijnmaar hot hoogste gewicht moet ik toch geven aan het militaire belang. Ik heb zooeven met instemming aangehaald de woorden van den geachten afgevaardigde uit Venlo, dat de militaire eischen thans prae- domïnèeren, en nu ik in tal van opzichten aan de economische belangen van de natie ben te gemoet gekomen, zou ik daarvoor veeleer woord van lof verwacht hebben, dan het wijb dat ik als militair te veel de balans naar de militaire zijde heb laten doorslaan. Men heeft speciaal gewezen op de belangen van de tuinbouwers. Die belangen zijn door mij behartigd. De Tuinbouwraad heeft mij gevraagd: iroef hier dit, daar dat aantal men- schen, geef hun voor zooveel tijd vrij. Welnu, bijna alle rubrieken tuinbouwers hebben onge veer gekregen wat zij verzochten. Dat uit het Westland tot mij nog geen aanvraag gekomen is, is mijn fout tocli niet. Ik kan den menschen het verlof niet komen brengen, als zij het mot vragen. Dan is nog een lans gebroken voor de land bouwers en veehouders. Door mij is reeds advies ingewonnen, op welke wijze de landbouw zal kunnen geholpen wor* te bemachtigen, waardoor ouzo liuie zuidwaarts een belangrijke uitbreiding verkreeg. Het was op verzoek der bewoners van kam pong Lampagger, Noord cn Zuid, gelegen in het W. deel der zes Moekins dat in hunne nabijheid, op een heuveltje ten zuiden van kampong Lamtjoet, eene militaire bezetting werd achtergelaten. Was dat verzoek een laaghartige list, om dien afgelegen post later des te zekerder te kunnen afloopen? Wij moeten zulks veronder stellen. In deji tijd, waarop ons verhaal een aanvang neemt, was onze post Lampagger nog gecu ver sterking, doch slechts een kampement, dat door een pagger (haag) van levend hout was ge scheiden van het omliggend terrein, dat uit modderige sawalis bestond; alleen naar den kant van het gebergte was de bodem voor,een deel droog. Lampagger heette dan ook een muSkietennost en oen malaria-oord bij uitnemendheid. Om ge zondheidsredenen werd de bezetting op oe- regeldo tijden afgelost. Het kampement, dat den vorm had van een rechthoek mot 40 a 35 M. zijden, tolde ccne bezetting van 3 officieren en gemiddeld 60 man, zoomede een tiental dwangarbeiders. Ofschoon tusschen zijn noorderface en den zuidelijken kampongrand een prachtige en weelderige tuin van kokospalmen zich uitstrek te en dus voldoende materiaal voor eene palis- sadeeriug voorhanden was, zoo mocht aan die kokospalmen niet worden geraakt, opdat de be vriende bevolking geen schade zoude lijden. Wel was den commandant vergund een klap. den, maar op dit oogenblik is dc tijd daartoe nog niet gekomen. Een van do geachte afgevaardigden heeft gc« sproken van eenigo weken. Het zal misschien wel wat langer duren. Het zal wel Maart wor den eer de landbouw geholpen moet worden. Ook de veehouders zullen niet geheel onge troost naar huis gaan. Mijn ambtcgcnoot voor Landbouw, Nijverheid cn Handel en ik zullen trachten heb zoover te brengen, dat geen stuk land in Nederland onbebouwd blijft liegen t'-n gevolge van de tegenwoordige omstandigheden en. dat geen koe sterft ten gevolge van gebrek aan goede behandeling na het kalven. Naar aanleiding van do motie van don hoe Troelstra heb ik slechts dit te zeggen Dc Jtegeering kan in deze motio niet anderê zien dan een bewijs van wantrouwen in baar beleid en kan dus de motie niet aanvaarden. Ten slotte nog een enkele opmerking naar aanleiding van wat. do lieer Nolens hoeft ge zegd waarvoor ik hem mijn dank en waarme ik hem mijn instemming wil betuigen. W.-j lezen in het Kort Versing: Spreker wil niet eindigen zonder een woord van waardeering te ui ton voor die persoiieq, die op dit oogenblik zulke belangrijke diensten aan liet land bewijzen en dio in do noodzake lijkheid verkecren, die diensten nog een langen tijd to blijven bewijzen. Al blijkt het niet :u oorlogsdaden, die personen, de dienstplicht igen, bewijzen den lande onschatbare diensten en al kan aan hun weuschen niet tegemoet werdén* gekomen, het besef dat zij bun plicht doen, J dient, voor licn oen compensatie tc zijn." Mijnheer de Voorzitter! Ik herhaal, ik hoi» met groote instemming deze woorden van den geachten afgevaardigde uit Venlo vernomen cn ik wil er nog dit aan toevoegen Men spreekt mij herhaaldelijk van den goe den geest iu het leger. Bijna ieder die wat vragen komt, hij sta in het leger of daarbuiten, heeft den stok achter zich, komt met hel drei gement: Minister, pas op den goeden geest! Hét is een spookgestalte, waarmede men mij achtervolgt! Zie, Mijnheer de Voorzitter, woorden als door den geachten afgevaardigde uit Venlo gesproken, getuigende van waarde ring voor de diensten die door de dienstplich tigen worden verricht, zijn van oneindig meer waarde dan al die uitgesproken twijfel aan don goeden geest van het leger. Ik geloof, dat men de belangen van het land beter dient door de menschen die ouder de wapenen zijn. te waardoeren in hun arbeid en berusting bij hen aan te kweeken dat men daarmede een meer vaderlandlievende daad verricht, dan door her haaldelijk twijfel uit te spreken omtrent den goeden geest van het legc-r. door J. P. BIJL, officier van gezondheid. XX VU. r Met kwartier. IV. Behalve door de liitademingslucht cn de gassen, die de menschen afscheiden wordt do atmosfeer in een lokaal nog op andere wijze verontreinigd. Van belang is daarbij het stof cn vuil, dat in ieder lokaal gevonden wordt. Op verschillend© manieren kan het stof na- declig werken. Het kan zijn, dat het besmet is met ziektekiemen, b.v. van influenza, zoo dat het ingeademd een gezond wensen do ziekt© kan bezorgen. Ook werkt het direct prikkelend op do slijmvliezen van keel en luchtpijp, waardoor het vooral in do koude jaargetijden ontstekingen van dio organen, verkoudheid, keelpijn kan geven. Iedereen, die uit de buitenlucht komende in een vertrek stapt, waar voel rook hangt en overal het stof opgewaaid wordt, bemerkt lioe prikkelend dat is en welk een neiging tot hoesten hij krijgt. Dikwijls kan men man schappen hooren klagen, dat ze 's avonds niet iu slaap kunnen vallen, doordat ze zooveel moeten hoesten. Voor oen deel zal dit een ge volg van verkoudheid zijn, maar voor een an der deel het gevolg van de sterke prikkeling, die het stof op het keelslijmvlies uitoefent. Het stof en vuil geven bovendien allerlei onaangename geuren in een lokaal. Direct schadelijk voor de gezondheid zal zoo'n stank wel niet zijn, maar het geeft toch een on aangenaam gevoel in een vertrek te komen, waar cm vieze lucht is. Niemand verkeert- bij voorkeur in een vertrek waar het stinkt, en men kan zeker zijn, dat in een lokaal waar do bewoners zich niet storen aan vieze lucht, ze ook in andere opzichten zullen verwaar- loozcn wat noodig is uit een oogpunt van zin delijkheid en gezondheid. Het is voor do gezondheid dus lang niet onverschillig of in een kwartier stof en vuil aanwezig is eu wij zullen dus maat regelen moeten beramen om het gevaar, dat van dien kant dreigt, tegen te gaan. Hier voor is in de eerste plaats noodig om te weten waar dat stof en vuil vandaan komt. Voor een deel zal het van buiten komen, hetzij direct door deur of ramen, hetzij met perbosch tc. vellen, doch deze boomen stonden ongeveer 1000 M. van den post en te midden van een moerassig terrein, zoodat aan zulk een arbeid ook om" gezondheidsredenen niet to denkeu viel. Ten einde aan hei kampement eenigo storm- vrijiieid te verzekeren, werden tegen de om heining wat chicanes aangebracht, zooals ver- hakkingen, glasscherven, enz. versperringen, welke hij een ernstigen aanval niet reel te be duiden hadden. Do dringende noodzakelijkheid eoncr flinke palissadeering om zich tegeneen aanval to dek ken of tegen eene verrassing te beveiligen, werd van lieverlede door do welwillende houding der Atjehsche hoofden cu da 'bevolking niet- meer er kond. Do hoofden kwamen meermalen den officie ren hunne opwachting maken en wisten door voorkomendheid en riendelijke manieren wel dra allo achterdocht te overwinnen* Ook do bevolking, die dagelijks vruchten en groenten to koop aanbood, gaf geeu reden tot ontevre denheid. De Lampaggers heetten eea goed slag van menschen, waarmede de compagnie he: be-to kou vinden. Wat betreft de inrichting van het kaïnpe- j ment zelt, ook daarvan was niet veel werk ge- I maakt't waren eenigo loodsen van bamboe, voorzien van een bedekking van atap- Het of 1 i- ciorslogies stond aan de O.-zijde en bestond irt drio aan elkaar grenzende kamers met een gemeenschappelijke voor- en zijgalerij, terwijl de kazerne der manschappen aan den Westkant was geplaatst. Voor do Europcosche militairen was daarnaast (aan de Zuidzijde) ecu afzon- do kleeren of schoenen van de manschappen. De aard van liet stof, dat van buiten komt, zal afhangen van de plaats, waar men woont en zal in een groot© stad natuurlijk anders zijn dan op het platteland. De wegen in dorpen zijn. gewoonlijk vp geheel andere wijze aange legd dan in een groote stad en iedereen weet. lioe verschillend het stof is, dat van een macadamweg komt en dat op een asphalt&traat iïgt. Behalve het stof, dat afhankeijk is van de bestrating, het z.g.n. dekstof, heeft men nog het stof, dat het gevolg is van het verkeer, het verkeersstof. Vóór de invoering van auto mobielen bestond het grootste doel van het straatvuil der groot© steden uit paarden- ontlaoting als gevolg van liet rijtuigverkeer, dat men toen had. In den tijd van do suiker campagne, wanneer talrijke wagens met pulp rijden, vindt men op do buitchwegen de afval daarvan. Jn den me.sttijd kan men ton platten lando overal do gevolgen daarvan op den weg zien liggen. Verder zal het. stof, dat van builen in het kwartier komt, voor een deel afhankelijk zijn van den vuilafvoer ter plaatse. Worden vuile potten en pannen over straat leeggegooid, dan is het natuurlijk gevolg daarvan, dat al dat vuil opgedroogd met dc-n wind of aan schoenen gekleefd in het kwartier terecht komt. Men ziet dus, dat het stof 'dat van buiten komt, het z.g.n. straatstof. zeer belangrijk i> en al naar gelang van de plaats, het jaarge tijde enz., verschillend van aard zal zijn. Naast het stof, dat van buiten komt heeft men het zgn. huisstof, het stof dus «lat in huis zelf gevormd wordt. Al naar gelang van bezigheden, dio verricht worden zal dit in meerdere of minder© mate ontstaan. In een soldatenkwartier zal eon groot© hoeveelheid gevormd kunnen worden. In do eerst© plaats wordt daar stof gevormd door do ligplaatsen, hot stroo, door de verwarming, de asck, en de brandstof, den rook soms, verder door den vloer. Veelal toeli bestaan de vloeren in groot© kwar tieren uit oude. koud aan elkaar gelogde plan ken met. dikwijls min of meer versleten ge deelten. Een dergclijko vloer is natuurlijk een echt stofnest. Ook de manschappen zelf vormen veel stof. Ze rooken in het kwartier, eten er cn gooien resten van brood op den grond, soms zelfs ziet men dat ze een uitgekauwde tabakspruim op den vloer werpen of erop spuwen. Al die smeerboel droogt op en - verstuift dan later (Wordt vervolgd.) Te wapen Wat hebben wij het lief, het kleine, lage land, Met do stille, groene wei, het vlakke effen strand Maar met zijn pnbegrensde verre horizonnen, Door 't stoere voorgeslacht van vreemden druk bevrijd En door der vad'ren bloed tot heilig ons gewijd; Tot driemaal toe gewonnen cn herwonnen. Wat hebben wij het lief! We zeggen 't voor eu na, De eene praat 't voor, en de ander 't na En lieusch, wo meenen 't werkelijk ook te voelen. Wij bidden in de kerk des Zondags voor 's lands heil, Wij hebben de soldaten, cn 't. -water is op poil Om als de tijd or is den vijand weg te spoelen. Wij leven o zoo zuinig en eten oorlogsbrood. Wij zijn liefdadig voor den minbedeelden land genoot, En de regeeringsleening werd gedwee volschre ven. Wij voelen ens voldaan: wat doen wc onzen plicht! De satisfactie straalt van t zelfvoldaan ge zicht: We weten zoo te nemen en te geven Wat hebben we Holland lief! Is 't hcuscli en werkelijk waar? Staan wij met goed en bloed, met hand on tan den klaar, Om als het moet, voor ons goed recht te strij den? Is Holland werkelijk één, als kinderen van cén huis Of laten we anderen waken en blijven zelf thuis, En wachten kalmpjes af, terwijl de anderen lijden Wij hebben Holland lief, maar 't blijft niet bij 't woord Waakt op! Ons zelf en anderen tot handelen aangespoord We behoeven leege woorden niet, maar daden! Geen maatregel zij half, en daarbij dan gezegd: ,,'t Zal onzen tijd wel. duren, per slot komt alles recht." Dat kan, dat moet in "t eind de gpede geest drift schaden. dörlijke barak gemaakt. Aan de Zuiderfacc bevond zich de poort, daarnaast het wacht huisje en in den Z.-W.-hcek, een soort bastion voor een geschut, welks monding dreigend naar den berg was gekeerd. Aan de Noordzijde stonden ©enige oude - At jehsche krotten, die men op bevel van hooger- liand niet had mogen afbreken en voor berg plaatsen gebruikte. Buiten het kampement waren do beukens en. badkamers, een stal voor bet slachtvee, enz. Dat aan de omheining eu aan do gehouwen weinig werd gedaan, was voor een groot deel toe te schrijven aan de veronderstelling, dat liet kampement- zou worden opgeheven, zoodra do streek tusschen den kraton eu do Kroeng- Rababaai van vijanden zou zijn gezuiverd en een lini© van posten aan dien kant de 4 en 6 Moekims tegen invallen kon beschermen. Do meening n as zeer gewettigd door het voortdu rend succes onzer wapenen, onder den door tastenden en genialen generaal Pel; één der meest beduidende troepenaanvoerders uit den Atjeh-krijg. Nergens bad de vijand hem kun nen tegenhouden en zoo gaven de Atjehers het henijs, dat zij niet bestand waren tegen een gced aangevoelden en flink doorgezetten aan val van gecombineerde colonnes. Helaas werd generaal Pel lo midden zijner overwinningen door don dood verrast. Hij stierf in den nacht van 6 Februari 1S76 in.het bivak to Lamjong. Zijn heengaan was in waarheid een nationale ramp en terecht werd in de Tneed© Kamer der Staten-Generaal gezegd, dat zijn overlijden de grootste vamp, die Nederland door het- ster ven van een persoon kon treffen. Wij hebben Holland lief? Gij jongeren toont het dan Er is gevaar, Jong Holland, bekent het als een man, Wendt niet den blik weer af, om -kalm weer in t© slapen. Houdt allen u gereed, geen ©eD zij onbereid: Het land heeft allen noodig, en zonder onder scheid, Te Wapen, Holland's weerb'ro jeugd, tc wapen R. THAKOD. Amsterdam, 2 Februari 1915. De toestand in den reuzenstrijd. 't Is nog Lij het oude: dc strijd wordt voortgezet, aan beide fronten en met groote heftigheid, maar zonder dat men van een overwinning kan spreken. Het is wel eigen aardig, dat in den Jaatsten tijd de telegram men en communiqués minder iu aanbal wor den. Zij hebben ook eigenlijk niets nieuws te melden. Eiken dag haast worden er loop graven gewonnen, maar ook weer verloren nu en dan worrjt «en plaats verlaten, doch morgen wordt de tegenstander er weer uit verdreven. Ondertusschen buldert het kanon over de vlakte en ratelen de mitrailleurs. En boven de dubbele linies langs het front zweven de aeroplanes en bespieden de be we gingen van den vi jandde kanonnen wor den naar boven gericht, als spottend maakt de vlieger nog eenigc zwenkingen en ver dwijnt dan, benzij hij getroffen wordt, wat ook voorkomt. Ondertusschen liggen duizenden en duizenden, honderdduizen den, mannen in de loopgraven, maken het er zich zoo gemakkelijk als zij kunnen in dezen natten, guren winter, wachten aan vallen af of worden nu en dan opgecom mandeerd om een aanval te ondernemen. Dit is een algemeen beeld van den toe stand aan het Wester- en, over 't geheel, tegenwoordig ook aan het Oosterfront.. De krijgsvoering heeft zich hier gewijzigd. Ze is ook meer een loopgraven-oorlog gewor den. Russische en Duitsche troepen liggen in een lange lijn tegenover elkaar; van Aveerskanten worden nu en dan aanvallen gedaan, t Schijnt dat de Duitschers, die dikwijls beginnen, met groote kracht, zon der verliezen te tellen. Dan wordt er wel eens een voordeel behaald en gaan de Duit schers zitten in de loopgraven der tegen partij. DocK die trekt dan op dat punt grootere troepenmacht samen, valt aan en weet in den regel de verloren posities te herwinnen. Iets bijzonders is het, op de beide fronten, als de eene partij een vast punt, bijv. een dorp, weet te veroveren. Dit zou nu den Russen in Polen gelukt zijn, zij hebben zich meester gemaakt van het dorp Voliachidlowska en dit bezet. Dat schijnt een overwinning te zijn op de Duit schers, die wilden oprukken naar Warschau. Of deze zege van eebig belang is, kunnen wc niet beslissen. De Russische troepen lijken wel tot nieuwe krachtinspanning gedreven te worden; ook op het Oosterfront ver se herpb zich de strijd. De Tsaar was Don derdag weer op weg naar het front in Po- J leu ook dat zal de Russen aansporen tot krachtiger aanvallen. Over *'t geheel neemt, we wezen er den vorigen keer reeds op, de strijd een heftiger karakter aar.. Te land niet alleen, ook cp zee zal men nu met grooter verbittering strijden. Men ziet blijkbaar van weerskan ten in.dat dit de eenigo weg is om een einde te maken aan den reuzenstrijd der volken. Zoo-als de zaken tot nogfcoe staan, is de oorlog vrijwel onbeslist gebleven, of hij onbeslist zal eindigen, zullen waarschijnlijk de volgende maanden leeren. Men kan er cp rekenen, dat vooraf van weerskanten alle krachten zullen worden ingespannen, maar het lijkt er op, dat, nis men daardoor niet verder komt-, het einde van den oorlog zal naderen. Duitschland houdt zijn nieuwe taktiek op zee vol, breidt die stelselmatig uit. De wa teren om Groot-Brit':anje en Ierland, met inbegrip van het- Kanaal, zullen tot oorlogs gebied worden verklaardniet. alleen de oorlogsschepen, ook de handelsschepen van den vijand zullen worden aangevallen, zoo mogelijk na voorafgaande waarschuwing. In een officieel© mededeeling wijst de Duit- Do post Lampagger behoorde tot de toenma lig© Westerlinie, wier commandant to pleh- leli zetelde, doch wiens hoofdkwartier met Lampagger .over land. geen rechtstreeksche gemeenschap had. Vivres eu oorlogsbehoeften moesten bij goed weder over zee worden aan gevoerd. De goederen werden dan aan het zeestrand gelost, ten X.-W. van kampong Lamtjoet, en vervolgens over een goed onder houden steenen dijk, in vroegere jaren door de Atjehers aangelegd, naar het. kampement gedragen, van waaruit de onzen een weg had den aangelegd naar dien dijk. Eerst toen over de lagune bij Sinangri (halverwege 0!eh-leh en Lampagger) een brug was geslagen, kon men langs her. zeestrand Lampagger bereiken. Na do oprichting van den post Pakan-Badak, zuidelijk, en een klein uur gaans van Lampag ger, koos men bij voorkeur het pad, dat langs deze benting over Sinangri naar Oleli-leh voerde. Ondanks de verbterde verbinding bleef Lam pagger een afgelegen post, welke op eigen krachten behoorde t© steunen. Desniettemin werd deze post niet gepalissa deerd, noch van een degelijke versperring voorzien. Men wist toen blijkbaar nog niet- dat de Atjeher maanden achtereen onderwerping en vrienschap kan huichelen, om des te zekerder zijn slag te slaan. Het heeft ons later gedurende den oorlog niet aan waarschuwende lessen onthroken, zonder dat wij daarvan altijd voordeel trok ken, welke verontachtzaming ons meermalen duur te staan kwam. sche marinestaf er op, dat ook menig neu traal schip daarbij gevaar zal loopen en wordt d© weg ten noordon van Engeland aangeraden. Ziedaar een sterk bewijs, hoe do oorlog met steeds grooter verbittering wordt gevoerd. Op welko wijzo Duitschland Engeland daarbij zal aanvallen, wordt na tuurlijk niet gezegd, maar dat <lo onderaoe- sche booten er een groote rol bij zullen spe len, i© iet© wat van zelf spreekt. België. In België. Een berichtgever seint uit Sluis: Een hevig artilleriegevecht wordt sedert twee dagen waargenomen en het gebrom van het marine-geschut is niet van dc lucht. Het offensief op Lombacrtzijdo wordt door do Duitschers voortgezet, daar zij koet wat het koet, hunne posities langs de kust eu hun basis voor onderzeeërs willen behouden. De verbondenen maken steeds vooruitgang in de duinen ten noorden van Kieuwpoort, in het gedeelte gelegen tusschen Lombaerl- zijde en dc zeo, alwaar d© Belgische infan terie ageert inet behulp der Algerijnsch© cavalerie, ondoreteund door <1© Engels^lio schepen, die op zeker© plaatsen het Duitsche geschut in do'duinen t© Westendo opgesteld tot stilzwijgen brachten. E- n werkelijke vooruitgang werd in dit gedeelte gemaakt. Twee loopgraven werden genomen. Gezien deze dagen van kleinen vooruitgang en ein deloos vechten vertegenwoordigt" dit een feit-, der vermelding waard. Dezen nacht om half een hebben vliege niers bommen op Knockc geworpen. De al daar verblijvende trcenen behoor on tot <i- matrozen der Artillerio Abteilung no. 4, allen jonge mannon, tl;© na vier wekon vee'i- tens aan de Yser er komen uitrusten voor een onbepaaldcn tijd. Vliegverkeninngeu worden alhier onop houdelijk gedaan.. Dezen namiddag een hcr- kcnuingetocht boven de Belgisch© kust: dc vliegers werden door een hevig vuur der Duitsche artillerio ontvangen. Een vijftig tal kartetsen werden naar d© vier koe no vliegeniers geschoten, doch zij trokken on gehinderd in Oostelijke richting weg. Engeland. Duurte in Engeland. In het EngcLsche Lagerhuis vestigde mr. Neville, unionist, de aandacht op de stij ging der prijzen voor kolen de vracht \oor het scheepsvervoer is van 3 sh. per ton gestegen tot 11 sh. en zelfs bij tijden tot 13 sh. 6 d. Verder meldt de „Times"; dat de vracht voor graan van Argentinië nu 70 sh. per ton bedroeg tegen 12 sh. 6 d. vóór den oor log. Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterrein. BERLIJN. Het groote hoofdkwartier meldt: Op het front tusschen dc Noordzee'' en Reims hadden slechts artüieriegevechten plaats. Nieuwe Fransche aanvallen bij Perthes werden onder verliezen voor den vijand af geslagen. Ten Noorden en ten Noord-Westen van Massiges X\Vvan St. Ménehould) deden onze troepen gisteren een aanval, zij namen in storm drie achter elkaar liggende loop- gravenlinies en zetten zich vast iu de Fran sche hoofdstelling over een breedte van twee kilometers. Alle tegenaanvallen van de Franschen, die ook des nachts werden voortgezet, zijn afgeslagen. Wij namen zeven officieren en 601 man gevangen, maakten negen mitrail leurs, negen kanonnen klein kaliber en veel materiaal buit. Overigens is slechts meldenswaard dat in de Midden-Vogezen kleine gevechten van troepen met sneeuwschoenen (ski) uitgerust tegen Fransche Alpenjagers, met lucces verliepen. PARIJS. Ten noorden van de Le:e had in de streek van Xieuwpoort een bijzonder hevig artilleriegevecht plaats. Onze artillerie bracht een Duitschen aan val bij Notre Dame de Lorette tob staan in een hinderlaag die gericht was op den vreg Atrecht-Bethune. In hst Aisnedal werd een artilleriege- Toekoe Baïd, die onder generaal Van der Heijden reeds den strop om den hals voelde, doch naar Ambon werd verbannen, mocht on der het bestuur van Generaal Demmeni weder naar Atjeh terugkeeren. In weerwil van het hoog© ïraciement, dat hij toen genoot en on- d3nks beo zilveren kruis van verdienste, heeft, hij wederom den verrader gespeeld, zooals ia 1693 en 1894 afdoende is gebleken. Zoo b.v. werden onder de gesneuvelde Atjehers, die in de maand Februari 189-1 de colonne onder den kapitein H. Willink Ketjen bij Anak-Galoeng onverhoeds aanvielen, tal zijner volgelingen herkend. Toekoe Bintara Keubangan, die zich in do eerste helft -vatl 1893 kwam onderwerpen en ontvangen werd, als war© hij de Suitan van Turkije, deed zich reeds in 1896 als een verra der kennen Het hoofd van Marassa ridder van den Nederl. Leeuw sinds 1873 z.g. onze vriend en bondgenoot, werd in 1891 to Samalangan betrapt op spionnemliensten. Blijkbaar redde de orde van den Nederl. Leeuw dien voorna men spion uit verwikkelingen en bleef hij voor zoo ver ons bekend - in zijn "functie "©- handhaafd. Toekoe Oemar, die zelfs den titel bekwam van Panglima Prangbevar dari Compagnie (groote veid-overst© dc-r Corup.) is zeker we! een der meest bekende figuren onder ce hooge verraders. En heeft dc sultan-preten- dent zelf niet afdoende bewezen, dat verraad, leugen cn bedrog den Atjeher aangeboren zijn (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1