No. 74. Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws, Vrijdag b februari 1915 Onder redactie van D, MANASSEN. Mededeeling. Ifóaar Roïtumeroog. Gezondheidsleer, Oplaag 50,00o exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM. TELE FOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAIREN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Ad ver Hceren^raeb 234-240 (Ke; abonnement cntiCn wende men 3 228 Amsterdam oft :errük 9) Amsterda et Alg. Advertentie-Bureau BOCMA Co. kkery Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwa der AdvcrtentiPn per regel 30 cent. By Op 'fc oorlogsveld, maar zonder dat er gevochten wordt! We zien hier een slagveld na den veldslag. De plaat brengt ons naar den omtrek van Warschau, waar de Duitschers moesten terugwijken. Duizenden dooden bleven liggen. Toen za£ men het menschelijke en goede gebeureD, dat ouze plaat voorstelt: De Poolsche landlieden togen aan het werk met schop en spade en begroeven de dooden van vriend en vijand. Wie weet, hoeveel verwoede tegenstanders in het verre land met elkander begraven liggen! Dringend verzosken wij nogmaals om bij correspondentie over „DE SOLDATENCOURANT" toch zorgvuldig te vermelden, hoe het adres luidt van het pakket Soldatsncouranten dat men ontvangt. Aan verzoeken om wijziging te biengen in den Inhoud der pakketten, kan geen gevolg worden gegeven worden, wanneer men ons niet precies mededeelt, hoe deze pakketten geadresseerd worden. Namen en plaatsen komen op onze expeditie- lijst niet voor, maar wel volledige aanduiding van de onderdeden, waaraan wij toezenden. Men houde toch met dit verzoek dat wij reeds veis malen deden rekening, om zich zelf en ons in onze drukke werkzaamheden, noodelooze moeite en correspondentie te be sparen. Het eenvoudigste is, om ons bij de correspon dentie over den inhoud der pakketten, steeds tegelijkertijd de adresstrook toe te zenden. i dienst houden van dienstplichtigen bij da landweer. III. Minister Bosboom sprak verder in zijn rede nog als volgt: Ik kom thans op de vraag van den geachten afgevaardigde uit Rotterdam, een vraag, mij ook door verschillende andere geachte afge vaardigden gesteld: kunt gij niet con andere organisatie maken, zóó dab de oudste landweer lichting een andere plaats daarin krijgt on gij zoodoende in de gelegenheid komt lmar naar huis te zenden? Mijnheer de Voorzitter 1 Ik heb die vraag niet zonder verwondering ge hoord. Een andere organisatie maken! Maar weet men dan niet wat organiseoren is, hoe moeilijk dat is? Ziet men niet in, dab het tijdstip, waarop die organisatie, het vocht- licbanm, gereed staat om desvereischt in actie te worden gesteld, toch wel hot allerslechts ge- Een reisje met hindernissen II. (Slot.) Spoedig waren wij gekleed en hadden ons reisvaardig gemaakt, en na wat te hebben ontbeten en nog een kijkje te hebben geno men aan het strand en bij do wachtpost bo venop het huis van den voogd, begaven wij ons ojv weg naar de plaats waar wij in liet bekende vehikel zouden stappen. De regen had opgehouden, maar de wiud was zoo krachtig dat mej. v. C. niet steeds in den vind kon loopen. Zij moest zich nu en dan omkeeren om weer op adem te komeu. Een eind voor mij uit liepen mijn kameraden over do zandvlakte te zwoegen in den wind op, ata silhouetten tegen de grijze zee en lucht afstekend. Het deed me denken aan de interessante Pooltocht-beschrijving van kapitein Mikkelsen. Niet zonder eenige moeite klommen wij op den wagen en tegen elkaar aangedrukt-, zochten wij ons zooveel mogelijk tegen den kozen oogenblik is om die organisatie te gaan veranderen Elke compagnie, elk onderdeel vormt een organiek verband, is als het waro een gezin. Elke verschuiving, elke verplaat- eing, die ik aanbreng, voert daar nieuwe ele menten in en is oorzaak dat de hechte band, die tusschen het samenstellende personeel, sol daten, kader en officieren bestaat, losser wordt. Nu heeft de geachte afgevaardigde uit Hoorn wel gezegdals gij veertien dagen tijd hebt is de zaak weer in orde, maar het is een vraag van opvattin^ of veertien dagen daartoe vol doende zijn. TDifc hangt ook af van het aantal verplaatsingen en verschuivingen, die men aan brengt. Maar, wanneer binnen die veertien dagen hot vcchtlichaam in actie wordt geroe pen, wat dan? Men kan toch niet tot een eventueelen vijand zeggen: wacht nog veertien dagen, want wij moeten het uiteengehaalde ver band weer herstellen. Men kan dat wel zeg gen, maar liet zou weinig batende vijand zou zijn, tijd kiezen. Er heeft bij het plaats nemen van do lichting 1914 in de bataljons reeds een opschuiving plaats gehad. De lich ting vau de militie, wier overgang naar de landweer is uitgesteld, is inderdaad voor een groot deel naar de landweer overgegaan om daarmede do landweerbataljons» op sterkte te houden. Op haar beurt zijn die landweermannen bij de legerbataljons vervangen door de jonge mi liciens van do lichting 1911. Wanneer nu een volgende pleeg jonge manschappen afgericht is, en deze talrijk genoeg is om de plaatsen, die door verder verloop open komen, aan te vullen, en dus de opschuiving van onderen af kan worden doorgezet, dan zie ik wellicht het oogenblik komen.' dat de oudste landweerlich ting uit de bataljons kan treden en in de de póts kan overgaan. Dit is dan wat de heeren eön reserve-organisatie noemden. Als wij zoo ver zijn, kan worden overwogen of, in verbqnd met de omstandigheden zooals' die zich dan af- teekenen, do landweerlichting geheel of ge deeltelijk met verlof naar huis kan worden ge stuurd. Dan blijft die lichting ter beschikking als landweer. Of de daartoe behoorende man nen nu landweer- of landstorm mannen heeten, blijft in bet wezen van de zaak hetzelfde, ik wil hen als landweermannen houden, omdat de overgang van landweer naar landstorm een zeer koudon wind to beschermen. Het was men- schelijk om medelijden te hebben met da beide paarden die den wagon door de zee trekken. Toch scheen dit medelijden mis plaatst, daar drie jong© paarden, die op het eiland los rond liepen, ons tot de boot al spelende, volgden en er dus niet tegen op zagen om t-ot de buik in het water te loo- pe-u. Een liefhebberij waarin wij ons moei lijk kenden verplaatsen. Eindelijk waren wij zelf eu de bagage op de boot gepakt en werd ee-ne poging gewaagd naar het vaste land te komen. Ds motor deed zij a best, het zeil werd geheschen en de boot begon behoorlijk te schommelen. Mej. v. C. en ik stonden in het open gedeelte van de schuit en voor dat wij er op reken den, kregen we drie stcrtzïeën onmiddellijk achter elkaar over ons heen, tot. groote hi lariteit van de medepassagiers. Wij ontvin gen dat bad in vroolijkheid, doch toen wij merkten, dat het water dieper dan wensche- lij-k was doordrong, bekroop ons toch wel een onaangenaam gevoel. De landweerman, dr. L., opende de rij der zeezieken en deed al vloekende op zich zelf, zeer onbehoorlijk in de kajuit. Buiten aanzienlijke administratieve werkzaamheid vereischt, die onder de bestaande omstandig heden beter achterwege wordt gelaten. Vandaar dat cr absoluut geen bezwaar voor de leden van do Kamer behoeft to bestaan, om mij ie vergunnen dezen toestand tot 31 Juli to be stendigen. Ik heb op 23 December de belofte afgelegd, dat deze mannen geen dag langer onder de wapenen zouden worden gehouden dan noodzakelijk is. Ik ben gewoon de Ka mer zou mij niet met recht van het tegendeel kunnen beschuldigen een toezegging die ik heb gedaan, na te komen, en ik ben niet vau plan dit tbsns niet to doen. De beoordeeling öf het kan, moet de Kamer aan de Regeering overlaten, in dit opzicht moet zij vertrouwen hc'nhen in de Regeering. Mijnheer do Voorzitter! Dat er bezwaren zijn verbenden aan het aanblijven van deze lich ting, niemand beter, ik bob het reeds gezegd, dan do Minister van Oorlog kan het weten, want tot mij komen do klachten in hoofdzaak. Bij de leden van deze Kamer komen misschien honderden klachten en vragen in, de Minister krijgt er duizenden. Nu geloof ik wel, dat als een lid van do Kamer vele klachten krijgt, hij de zaak zeer zwart gaat inzien. Dat komt omdat hij niets verneemt van de vele anderen, die niet klagen. Want, Goddank, laat ik het met luider stemmo zeggen, er zijn velen, die niet klagen. Wanneer de klachten aigem<*ni werden, zou daardoor een schok worden toege bracht aan het vertrouwen, dat het Neder- landsche volk bereid is om gereed te blijTen en offers te willen brengen voor onze neutraliteit, onze integriteit, onze volkseenheid. Het heeft mij leed gedaan, dat van verschil lende kanten twijfel is geopperd of de Minis ter van Oorlog wel zijn aandacht wijdt aan, oog en gevoel heeft voor de economische bezwa ren, die voortspruiten uit den toestand, waarin wij verkeeren. Ik vermeen, dat ik, noch door mijn schrifte lijke, noch door mijn mondelinge verklaringen aanleiding heb kunnen geven tot deze onder stelling, dat ik daarentegen door daden heb aangetoond, dat ik voor do behartiging dezer belangen alles voel. Het spreekt echter van zelf. dat ik vóór al les Minister van Oorlog ben. Mijn verantwoor delijkheid bestaat hierin, dat het leger op sterkte worde gehouden en zooveel mogelijk in een toestand, waarin het aan zijn taak kan voldoen. Niemand zal echter met recht van mij kunnen verklaren, dat ik daarbij niet ge toond heb hart te hebben voor de economische belangen van ons volk. Dit vraagstuk heeft mij veel zorg gebaard, ik heb veel slapelooze nachten doorgebracht met het overwegen, hoe ik beide belangen zooveel mogelijk met elkan der in overeenstemming zou kunnen brengen. Ik wil geen aantallen noemen van de verlo ven. die zijn verleend, omdat die niet zouden spreken, w anneer ik niet tevens de verhouding tot de sterkte.van het leger zou opgeven en over deze ban ik uit den aard der zaak va-\ deze plaats niets zeggen, maar ik wil wol woord zeggen over de middelen, die mij aan de hand zijn gedaan, om die aantallen nog uit te breiden. (Wordt vervolgd.) door J, P. BIJL, officier van gezondheid. Set krmrtior. III. In de eerste plaats zal gezorgd moeten wor den, dat vooral in zeer enge kwartieren een voldoende luchtverversching plaats heeft. Men moet daarbij bedenken, dat in ieder lo kaal warme lucht naar boven stijgt en daar door ..men of door openingen in muur of zol dering ontwijkt, terwijl de koude bovenlucht door :eton nabij den vloer in hot vertrek komt. Zeer gemakkelijk kan men men deze beweging van (lc lucht aantoonen met een brandende kaars. Houdt men zoo'n kaars bij een opening nabij den grond dan ziet men dat de binnen- stroomende tocht, 'terwijl de vlam van een knars die gehouden wordt hij een opening nabij de zoldering naar buiten wijst. Ook de koude voeten, die men in vele lokalen krijgt wijzen op den koiiden luchtstroom langs den vloer. Die uitwisseling van bedorven en frissche luc-ht geschiedt ©venwel niet alleen door groo te openingen, maar ook door de uiterst fijne openingen, die in de baksteenen der muren zijn. Al naar mate van de bouwwijze zal deze ventilatie meer of minder belangrijk zijn. Een huis, dat tegen andere is aangebouwd zal op die manier natuurlijk minder luchtverversching krijgen dan een dat vrij staat en dus nog meer op ventilatie door ramen enz. is aangewezen. De kracht, waarmedo de lucht door allerlei grootere en kleinere openingen van buiten naar binnen komt en van binnen naar buiten gaat, hangt af van het verschil van tempera tuur in het vertrek en daarbuiten en van den wind. Hieruit Tolgt dus. dat, zooals iedereen weet bij koude nachten en bij guren wind den meesten last van tocht ondervonden wordt. Men zal, moeten zorgen, dat zoowel 's nachts als ocenlag voldoende uitwisseling kan plaats hebben tusschen de bedorven lucht in het vertrok en de frissche buitenlucht, „Laat de kwartieren overdag zooveel mogelijk kreeg hij toen ©en goed plaatsje, zooveel mo gelijk tegen het. water der stortzeeën be schermd. Het begon te regeneu en steeds meer te stormen en na een half uur strijden moest d© schipper het- tegen de golven opgeven. De boot kwam niet vooruit. We woesten omdraaien en weer voor anker gaan liggen en. wachten op den wagen dio ons wel weer zou komen halen, doch wanneer Het water werd hooger, de zee woester en van het eiland kon men ons niet zien door het gordijn van regen. Het valt niet te ontkennen, dat de gedachte om weer op den open wagen door zee te rijden onzen góeden meed aan 't wankelen bracht. Twee uur bleven wij zoo liggen, toen de schipper het voorstel deed om nog eens te probecrert de lucht brak in de verte en de storm had neiging tot bedaren. Mocht- het met- gaan, dan konden we het altijd nog weer opgeven. Bijna eenstemmig werd dit voor stel aangenomen en de moed kwam bij velen onmiddellijk terug. De elementen antwoord den op dit plan door plotseling nog eens heftig te blazen er. te gieren. D'och onze schipper bleek niet voor een kleintje ver luchten" staat dan ook in do wenken voor het behoud der gezondheid te volde. Wanneer de troep uitgerukt is. kan men alles flink laten doortochten; er heeft dan een voldoende luchtverversching plaats. Maar ook gedurende het verdere gedeelte van den dag, wanneer veelal enkele manschappen thuis zijn, zal men zorg moeten dragen voor voldoende ventilatie, zoodat, wanneer de troep slapen gaat de man schappen niet beginnen moeten met al dade lijk bedorven lucht in te ademen en daardoor een minder verkwikkenden slaap genieten. Dit is vooral noodig omdat de ventilatie ge durende den nacht dikwijls moeilijk is. De manschappen liggen op den grond en de loka len. waarin ze verblijf houden zijn niet daar op ingericht. Veelal tocht het er, wanneer raam of. deur opengelaten wordt en gewoonlijk zor gen de soldaten dan ook datvdeze goed geslo ten blijven. Een dergelijke angst'voor frissche lucht is zeer begrijpelijk, maar toch moet gezorgd wor den voor een voldoende ventilatie des nachts. Men staat dus voor 't moeilijke vraagstuk om versche lucht te krijgen zonder tocht te hebben. Hierbij doet zich do gelukkige om standigheid voor, dat de soldaten tegenwoor dig geen gebrek aan vrijen tijd hebben en dat er bij een troep wel steeds een of meer timmer lieden zijn of anderen die dat- vak kennen. Iedereen moet in den iegenwoordigen tijd zijn beste krachten aanwenden ten bate van den troep, waartoe hij behoort en een timmerman, die helpt pm een goede ventilatie ergens te maken, doet een goed werk. De meeste eige naars van kwartieren zullen er totaal geen be zwaar tegen hebben, wanneer op doeltreffende wijze enkele tochtgaten worden dichtgemaakt. Zooals wij zagen zijn het in de eerste plaats de reten en openingen nabij den vloer, die voor de, op den grond liggende manschappen tocht veroorzaken. Vooral wanneer het kwartier eng is, de lucht in het kwartier door de soldaten dus sterk verwarmd wordt en spoedig naar boven stijgt om te ontwijken door de gaten bij de zoldering, zal er veel buitenlucht langs do laag gelegen openingen naar binnen komen. Bij kond weer is dit natuurlijk het ergst en zal men dus de tochtgaten iangs den vloer trach ten dicht- te maken of te bedekken. Verder heeft men dikwijls last van de koude buitenlucht die rechtstreeks in het vertrek waait. Hieruit volgt dat men bij voorkeur de ramen en andere openingen aan de windzijde gesloten zal houden. Het maken van een goede ventilatie- is dik wijls zeer moeilijk, vooral wanneer liet een tijdelijke en noodvoorziening betreft. Toch kan men dikwijls op eenvoudige wijze veel bereiken. Zoo heb ik een kwartier gezien, waar een openslaand raam was, dat steeds dichtgehouden werd omdat het anders te veel tochtte voor do soldaten, die er bij lagen. Een timmerman vanhet kwartier heeft er toen een klapvenstor van gemaakt mot zijschotten en alles was verholpen. Tn een ander kwartier werd voor een klein raampje, dat 's nachts open moest staan, maar waardoor het hevig tochtte, een plank met zijschotten bevestigd, zoodat de lucht alleen naar boven kon gaan. Overdag werd dat wee genomen, zoodat dan voldoende licht kon toe treden. Nog een voorbeeld. In een kwartier moest geventileerd worden door de deur. Hierdoor tochtte het evenwel :s nachts zeer hinderlijk. Een timmorman en behanger maakten samen een tochtscherm, bestaande ui't een houten raam, bespannen met gonjo van oude zakken en met een driedubbele la-ag kranten beplakt. Onnoodig te zeggen, dat de kranten spoedig onder de prentkaarten verborgen waren en dat de tocht door het eigen gemaakte scherm werd tege ngehouden Talrijke van dergelijke voorbeelden zouden aangehaald kunnen worden en zij bewijzen, dat als de manschappen elkaar helpen en ieder zijn beste krachten, zijn vakkennis en kundig heden. geeft, menig kwartier, dat eerst een tochtig of 6leoht geventileerd verblijf was, later een zeer bruikbaar kwartier is gewor den. (Wordt vervólgd.) De toestand in den reuzenstrijd. De strijd woedt nog steeds heftig, niet het minst op het westelijk front, en toch is er geen eigenlijk nieuws. Dit beteekënt na tuurlijk, dat ondanks aanvallen van weers kanten. er geen voördeel van belang is be haald. Toch tracht men daarnaar wel, van de zijde der bondgenooteu zoowel als van die van Duitscbland. Steeds dieper dringt het begrijpen door, dat de strijd zoo niet langer kan duren, dat er eindelijk toch een beslissing moet vallen. Elke week oorlogens verslindt millioenen aan geld en duizenden menschenlevens, en men komt niet verder. Het spreekt van zelf, dat regeeringen of leger-autoriteiten het niet zeggen, maar uit veie dingen blijkt, dat de toeleg bestaat om een beslissing t© verhaasten. De aanvallen worden heftiger aan het westerfront, de vaard, gaf kalm instructies aan zijn jonge-', het- zeil werd geheschen en daar .ging het weer, optornend tegen de woest© baren. Ge lukkig, wij kwamen vooruit, al was het- eerst ook langzaam, steeds laveerende. Dan hoorde je weer peilen 5 voet, 5, 44, 4, 4, 34. Wanneer zitten we vast, schipper Met, 24 voet, was het antwoord. Zoover kwam het gelukkig niet. Men kan echter nagaan, dat onze boot bij een diepgarig van 24 vceb niet zeer groot kon zijn. Tot de zeezieken behoorde ik reeds lang, anderen hielden mij gezelschap. Ik zou een groot egoist raceten zijn als ik zeide, dat het ©en troost was, dat zij mij gezelschap hielden, want- zeeziek zijn is zoo'n onpleizie- rig gevoel, dat men het zijn ergsten vijand, bij wijze van spreken, niet zou toewenscher. De groot© moedeloosheid en gebrek aan alle energie is erger dan het gevoel van onpasse lijkheid. Onze eenige vrouwelijk reisgenoot, hield zich zeer dapper. Aan haar opgewekt ge sprek met den schippersknecht- hoorden wij dat zij zich gelukkig gevoelde, al schijnt ook zij een klein moment vap onpasselijkheid te hebben gehad» druk van weerskanten krachtiger; alle po gingen worden blijkbaar aangewend om door d© vijandelijk© linies heen t© breken, of di© terug t© dringen. Wellicht staan wij aan den vooravond van groot© feiten. Engeland zendt weer vel© troepen, het cijfer van 720.000 is genoemd, naar het vasteland, troepen, die nog versch zijn en ongebruikt, zij zul len het Fransche leger versterken, vooral tusschen de zee en de Aisn© en het pogen zal zijn om de Duitschers daar met kracht terug te drijven. Waarschijnlijk staan nieu we hevige aanvallen over een lange lijn voor de deur, want Engeland schijnt van plan nog meer troepen aan te voeren. Verder dringen velen in de Fransche bladen er op aan om ook de Japanners t© hulp t© roepen tegen Duitschland. Er zouden Japansche troepen komen in Europa, niet over zee, maar langs den Siberischen spoorweg, en zij zouden dus in Polen vechten, zij aan zij met hun vroegere tegenstanders, de Russen, tegen de Duitschers. Nog is het niet zoo ver., want het is een lange, lange weg naar Polen, maar onmogelijk kan men de ver schijning van Japansche troepen in Europa niet meer noemen. Duitschland van zijn kant is vast besloten zich te weren, zoo hard het kan. Tegenover de toenemende vijanden aan de fronten kan het denkelijk nog groote reserves stel len. Op zee maakt het gebruik van een nieuwe taktiek, zooals we reeds weten: zijn onderzeeërs t-orpedeeren handelsschepen van de vijandelijke, mogendheden en maken ook jacht op passagiersbooten naar het schijnt,. Het wil die taktiek thans op groot© schaal voortzetten en daardoor de landing van En- gelscbe troepen in Frankrijk belemmeren. De Duitsche marine-autoriteiten hebben dienaangaande een mededeeiing gedaan, die duidelijk genoeg is. Handelsschepen worden gewaarschuwd zich niet aan de noord- en westkust van Frankrijk te wagen en voor de Noordzee liever Schotland om t© gaan. Ook hieruit zien we dus, dat de strijd een steeds heviger karakter aanneemt, dat men tot. een beslissing wil komen. Voor het oogenblik is echter de toestand nog steeds onveranderd, ook op het Ooster front. In Galicië bijv. is hij nog dezelfde als voor vijf weken, toen de Russen tot staan werden gedwongen op den weg naar Krakauook daar een zoogenaamde positie oorlog met weinig of geen verandering. Insgelijks geen nieuws uit, Polen, al wordt er gestredengeen berichten van belang uit Kaukasië, de Bukowina, uit Egypte. Men vreest voor nieuw© aan vallen op het Suezkanaal, maar voorloopig is de ©oor gang sltjians nog open. Duitschland. Sennheim ontruimd door de Duitschers. LONDEN. De Times" verneemt uit Parijs, dat de Duitschers Cernay (Senn heim) in den Boven-Elzas, waar het verblijf onhoudbaar was door het Fransche artille rievuur, ontruimd hebben. Vlieger doodgevallen. GOTHA. Zaterdag is op het, vliegterrein de viieger Oswald Kahnt, met het onder richt be.ast, uit een tweedekker van aan zienlijke hoogte gevallen. Hij was onmid dellijk dood. Duitsche verliezen. De Deutsche „Juristen-Zeitung" deelt mede dat blijkens de vijfde door haar gepu bliceerde veriieslijst van Duitsche juristen, die naar officieel© gegevens is bewerkt, tot 25 Januari reeds 1279 Duitsche juristen in deu oorlog zijn gevallen. Onder hen zijn G leeraren in het recht, 275 regeerings- en be- stuurs-ambtenaren, rechters en officieren van justitie, 240 advocaten, 334 assessors, 423 referendarissen (in Duitschland een an dere titel dan bij ons) enz. Canghofer bij den Keizer. De bekende Beiersche schrijver Ganghofer is, zooals we reeds met ©en enkel woord mee deelden, bij den Keizer in bet hoofdkwartier te gast geweest en vertelt daarvan in de Miin- chener ycuesten yachrichten o. a. het vol gende Reeds lang voor het station, waar het hoofd kwartier is, wordt een zeer strenge controle uitgeoefend op de reizigers. De Keizer woont in een aardige villa, die in een stil park staat tusschen hooge boomen. Do eige-naar is ge vlucht bij de komst van de Duitschers. De weinige gasten bij het avondmaal verza melen zich in een klein bedompt vertrek. De berichten, dat de Keizer veel ouder geworden is, zijn onjuist. Zijn haar is echter een weinig j Een klein© roman. Die schippersknecht i vertelde o.m.een tijd gejeden bij storm- weer verging er bij Terschelling een stoom trawler. Hij was bij de redding der beman ning behulpzaam en zag eensklaps een hand bot en water stekenhij greep die en mocht het geluk smaken een meisje uit het water te halen, dat op punt was te verdrinken. Aan boord getrokken verloor zij onmiddel lijk haar bewustzijn. Hij legde haar in zijn kooi en verzorgde haar. Later zeide dit meisje tegen hem ,,jij hebt mijn leven ge red, dus als j© wilt- geef ik jou mijn lever.". Dit meisje is nu zijne verloofde. De sym pathieke jongen verteld© het met trots. Het weer bedaarde ©en beetje en zelfs het zennetje kwam even door en toen wij de kust naderden, liep de boot in kalme vaart en gingen wij recht op ons doel af. Weg was de zeeziekte en toen wij aan wal stapten, met belangstelling ontvangen door do bezet ting van Xoordpolderzijl, konden wij een dankbare zucht niet onderdrukken. Het bleek dat wij toen zes uur op zee waren ge weest. De altijd ijverige en onvermoeide beer B. bracht onze reisgenoot© direct naar do. grijzer geworden, maar nauwelijks merkbaar. Ken groovenlijn, dio ik vroeger niet gezien had, is in zijn voorhooid gesneden en vormt ©en schaduw tusschen de wenkbrauwen. Gang- I liofcr vertelt er editor bij, dat hij deu Keizer in geen tien jaar gezien had. Do Keizer be- I groette Ganghofer met do woordenNu, Gang hofer, uw lk-ieren zijn prachtige lui. Zij heb ben flink gewerkt en voorwaart» gaat het I overal. God zij dank!" Do Keizer herinnerde aan zijn laatste ontmoeting ca voogd«> er aan toe: „Wie had kunnen denken, dat wij ons in Frankrijk zouden terug zien?" Vervolgens gaat :oen aan tafel. Er zijn slechts weinig bedienden en do maaltijd g3at zeer snel ia zyn werk. Ganghofer wordt zoo in beslag genomen door don Keizer en zijn tien gasten, dat hij het eten vergeet ofschoon hij hongerig als cm wolf uir den trein gekomen was en vier en twintig uur lang niets had ge kregen. Hot menu is ©en kaartjo zoo groot als een visitekaartje en daarop staan de gerech ten gebakken zeetong, koud vleesch, gepofte aardappelen, vruohtcn. Als drank is er eo.n Fransche landwijn en water. Er is geen ander brood dan oor!"-sbrood. Daarna zit tnen in. do serre bijten, rookend en pratend, cn Miincho- ner bier drinkend. Over doft oorlog wordt daar heel anders gesproken dan bij ons aan bier en theetafel, zegt Ganghofer. Zijn indruk is, dat men op het oogenblik aan niets ander:, denkt dan aan het werk, dat op het slagveld te doen is. Tegen elf uur wordt voor den Keizer en een aantal hooge officieren een militaire lezing met lichtbeelden aangekondigd. In een donkere zaal met veertig stoelen houdt een officier dan zijn lezing over een nieuwe uitvinding. Telkens doet de Keizor er met korte woorden een vraag tusschen door. Dit duurt zoo tot middernacht. Na, afloop treedt do Keizer op don jongen offi cier toe en zegt.: .,Ik dank u, het is een goed ding. Zullen do Franschen ons dat kunnen na maken De jonge officier glimlacht. „Zoo snel niet. Majesteit, wij hebben het pas zeil gevonden." Den volgenden morgen woonde Ganghofer de godsdienstplechtigheid bij. Vervolgens reed hij met den Keizer ra een automobiel door het prachtige landschap. Plotseling begint de Keizer te spreken van do houding van het Duitsche volk en vooral in do eerste dagen van Augustus. ,,Dat is mijn scbooDste vreugde'', zegt hij. ,,dat ik dit mocht beleven. Als het niet zoo geweest was..." Hij voltooide dezen zin niet. Men was nu op het slagveld van Sedan. ..Hier liecffc Napoleon Bismarck ontmoet", zegt de Keizer, op een klein alleenstaand huis wijzende. ,,En daar ligt Bcllevue, waar de ont moeting plaats vond tusschen mijn grootvader en Napoleon", zei de Keizer, toen de torens en muren van het .sierlijke kasteel zichtbaar werden. In den binnenhof van het kasteel begroette de Kroonprins met zes heeren van zijn staf den Keizer, die zijn zoon hartelijk omhelsde. De Kroonprins ziet er nog slanker en leniger uit dan van het voorjaar. Een goede tijding maakt de stemming opgewekt bij het ontbijt. Het smaakt den Keizer goed f-n schertsend zegt hij tot den Kroonprins: ,,Bij jou eet men beter dan bij mij. Ik zal er eens over denken of ik je kok niet rtvjuiroer". Na tafel komen Fransche gerangenen. Een photograaf draait de kruk van zijn bioscoop toestel en richt het objectief op den ke>ze: De keizer is daarover uit zijn humeur, wijst op do gevangenen en zegt: fotografeer die liever, maar niet altijd mij. Ganghofer vertelt verder nog iets van deu terugweg. Na een half uur houdt de automo biel stil. Midden in het landschap verheft zich een groote steile heuvel, een Calvarienberg, gekroond met een groot kruisbeeld. De weg naar boven was bezwaarlijk, want de regen van vele weken had de kleiïgo steile helling zeer doorweekt. Het is echter de moeite waajtl, als men boven .komt. Men heeft er een prach tig uitzicht. Bij net naar beneden gaan, blijkt dé grond nog vijandiger. Ik vraag den keizer, of ik hem mag steunen. .,Ja, kom maar hier", zegt hij. Op mijn schouders steunend gaan wij langzaam naar beneden, waarbij ik bij lederen stap mijn hak in den grond plant. Wij zijn reeds halverwege, als ik uit glijd. De keizer houdt mij overeind. Op mijn eonigseins verle gen dankbetuiging antwoordt hij glimlachend ..Soldaat en burger moeten elkaar helpen zoo goed als zij kunnen!" Rusland. Op het Oostelijk oorlogs^srrein. PETERSBURG. Op den rechter oever van den Beneden-Weichsel voerde onze cavalerie den 31en Januari een welgeslaagden overval uit op de Duitsche stellingen in het front tusschen Bejoen eu I het meer Oresjelewo, ongeveer 15 K.M. ten noorden van Serpeïsjzij maakte daarbij verschillende officieren en soldaten krijgsge- j vangen. I Een poging van de Duitschers om op 30 j Januari het. offensief te nemen in de rich ting Lipno-Dobrsjin, gesteund door artille rievuur van den linker Weichseloever, werd I tot staan gebracht bij de dorpjes Ma kof en I Dvblin. De vijand werd teruggedrongen op boerin op de boerderij, die haar van droge kleeren kon voorzien, terwijl wij naar de eautine snelden, waar wij ons ook zooveel j mogelijk restaureerden met behulp van de j gastvrije militairen, die droge kloeciingstuk- i ken "aanboden, en van de gloeiende kachel. Ook werd er onmiddellijk voor den inwen- digen mensch gezorgd, doch het smaakte ons nog niet al te best,. De landweermannen moesten dien mid dag in Noord polderzijl blijven, om aan ©ene door den heer B. weder georganiseer de uitvoering mede te werken, terwijl wij, mej. v. C., de heer K. K. en ik, in de auto van den landweerman N. ons naar Usquert konden begeven om daar den trein te pak ken, die ons om plm. 7 uur in Groningen bracht. Deze reis met niet onverdeelde ge noegens zal mij nog lang heugen. Het meet spijt- mij echter, dat ik door het slechte weer en de zeeziekte, niet genoeg heb kunnen ge nieten van het mooie, dat de woeste natuur ons te zien gaf. v. V. T. Groningen, 21 Dec. 1914.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1