No. 74.
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws,
Vrijdag b februari 1915
Onder redactie van D, MANASSEN.
Mededeeling.
Ifóaar Roïtumeroog.
Gezondheidsleer,
Oplaag 50,00o exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM. TELE
FOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Ad ver
Hceren^raeb
234-240 (Ke;
abonnement
cntiCn wende men 3
228 Amsterdam oft
:errük 9) Amsterda
et Alg. Advertentie-Bureau BOCMA Co.
kkery Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwa
der AdvcrtentiPn per regel 30 cent. By
Op 'fc oorlogsveld, maar zonder dat er gevochten wordt! We zien hier een
slagveld na den veldslag. De plaat brengt ons naar den omtrek van Warschau,
waar de Duitschers moesten terugwijken. Duizenden dooden bleven liggen. Toen
za£ men het menschelijke en goede gebeureD, dat ouze plaat voorstelt: De Poolsche
landlieden togen aan het werk met schop en spade en begroeven de dooden van vriend
en vijand. Wie weet, hoeveel verwoede tegenstanders in het verre land met elkander
begraven liggen!
Dringend verzosken wij nogmaals om bij
correspondentie over „DE SOLDATENCOURANT"
toch zorgvuldig te vermelden, hoe het adres
luidt van het pakket Soldatsncouranten dat
men ontvangt. Aan verzoeken om wijziging te
biengen in den Inhoud der pakketten, kan geen
gevolg worden gegeven worden, wanneer men
ons niet precies mededeelt, hoe deze pakketten
geadresseerd worden.
Namen en plaatsen komen op onze expeditie-
lijst niet voor, maar wel volledige aanduiding
van de onderdeden, waaraan wij toezenden.
Men houde toch met dit verzoek dat wij
reeds veis malen deden rekening, om zich
zelf en ons in onze drukke werkzaamheden,
noodelooze moeite en correspondentie te be
sparen.
Het eenvoudigste is, om ons bij de correspon
dentie over den inhoud der pakketten, steeds
tegelijkertijd de adresstrook toe te zenden.
i dienst houden van dienstplichtigen
bij da landweer.
III.
Minister Bosboom sprak verder in zijn
rede nog als volgt:
Ik kom thans op de vraag van den geachten
afgevaardigde uit Rotterdam, een vraag, mij
ook door verschillende andere geachte afge
vaardigden gesteld: kunt gij niet con andere
organisatie maken, zóó dab de oudste landweer
lichting een andere plaats daarin krijgt on gij
zoodoende in de gelegenheid komt lmar naar
huis te zenden? Mijnheer de Voorzitter 1 Ik
heb die vraag niet zonder verwondering ge
hoord. Een andere organisatie maken! Maar
weet men dan niet wat organiseoren is, hoe
moeilijk dat is? Ziet men niet in, dab het
tijdstip, waarop die organisatie, het vocht-
licbanm, gereed staat om desvereischt in actie
te worden gesteld, toch wel hot allerslechts ge-
Een reisje met hindernissen
II. (Slot.)
Spoedig waren wij gekleed en hadden ons
reisvaardig gemaakt, en na wat te hebben
ontbeten en nog een kijkje te hebben geno
men aan het strand en bij do wachtpost bo
venop het huis van den voogd, begaven wij
ons ojv weg naar de plaats waar wij in liet
bekende vehikel zouden stappen. De regen
had opgehouden, maar de wiud was zoo
krachtig dat mej. v. C. niet steeds in den
vind kon loopen. Zij moest zich nu en dan
omkeeren om weer op adem te komeu. Een
eind voor mij uit liepen mijn kameraden
over do zandvlakte te zwoegen in den wind
op, ata silhouetten tegen de grijze zee en
lucht afstekend. Het deed me denken aan
de interessante Pooltocht-beschrijving van
kapitein Mikkelsen.
Niet zonder eenige moeite klommen wij
op den wagen en tegen elkaar aangedrukt-,
zochten wij ons zooveel mogelijk tegen den
kozen oogenblik is om die organisatie te gaan
veranderen Elke compagnie, elk onderdeel
vormt een organiek verband, is als het waro
een gezin. Elke verschuiving, elke verplaat-
eing, die ik aanbreng, voert daar nieuwe ele
menten in en is oorzaak dat de hechte band,
die tusschen het samenstellende personeel, sol
daten, kader en officieren bestaat, losser wordt.
Nu heeft de geachte afgevaardigde uit Hoorn
wel gezegdals gij veertien dagen tijd hebt is
de zaak weer in orde, maar het is een vraag
van opvattin^ of veertien dagen daartoe vol
doende zijn. TDifc hangt ook af van het aantal
verplaatsingen en verschuivingen, die men aan
brengt. Maar, wanneer binnen die veertien
dagen hot vcchtlichaam in actie wordt geroe
pen, wat dan? Men kan toch niet tot een
eventueelen vijand zeggen: wacht nog veertien
dagen, want wij moeten het uiteengehaalde ver
band weer herstellen. Men kan dat wel zeg
gen, maar liet zou weinig batende vijand
zou zijn, tijd kiezen. Er heeft bij het plaats
nemen van do lichting 1914 in de bataljons
reeds een opschuiving plaats gehad. De lich
ting vau de militie, wier overgang naar de
landweer is uitgesteld, is inderdaad voor een
groot deel naar de landweer overgegaan om
daarmede do landweerbataljons» op sterkte te
houden.
Op haar beurt zijn die landweermannen bij
de legerbataljons vervangen door de jonge mi
liciens van do lichting 1911. Wanneer nu een
volgende pleeg jonge manschappen afgericht
is, en deze talrijk genoeg is om de plaatsen,
die door verder verloop open komen, aan te
vullen, en dus de opschuiving van onderen af
kan worden doorgezet, dan zie ik wellicht het
oogenblik komen.' dat de oudste landweerlich
ting uit de bataljons kan treden en in de de
póts kan overgaan. Dit is dan wat de heeren
eön reserve-organisatie noemden. Als wij zoo
ver zijn, kan worden overwogen of, in verbqnd
met de omstandigheden zooals' die zich dan af-
teekenen, do landweerlichting geheel of ge
deeltelijk met verlof naar huis kan worden ge
stuurd. Dan blijft die lichting ter beschikking
als landweer. Of de daartoe behoorende man
nen nu landweer- of landstorm mannen heeten,
blijft in bet wezen van de zaak hetzelfde, ik
wil hen als landweermannen houden, omdat de
overgang van landweer naar landstorm een zeer
koudon wind to beschermen. Het was men-
schelijk om medelijden te hebben met da
beide paarden die den wagon door de zee
trekken. Toch scheen dit medelijden mis
plaatst, daar drie jong© paarden, die op het
eiland los rond liepen, ons tot de boot al
spelende, volgden en er dus niet tegen op
zagen om t-ot de buik in het water te loo-
pe-u. Een liefhebberij waarin wij ons moei
lijk kenden verplaatsen.
Eindelijk waren wij zelf eu de bagage op
de boot gepakt en werd ee-ne poging gewaagd
naar het vaste land te komen. Ds motor
deed zij a best, het zeil werd geheschen en
de boot begon behoorlijk te schommelen.
Mej. v. C. en ik stonden in het open gedeelte
van de schuit en voor dat wij er op reken
den, kregen we drie stcrtzïeën onmiddellijk
achter elkaar over ons heen, tot. groote hi
lariteit van de medepassagiers. Wij ontvin
gen dat bad in vroolijkheid, doch toen wij
merkten, dat het water dieper dan wensche-
lij-k was doordrong, bekroop ons toch wel
een onaangenaam gevoel.
De landweerman, dr. L., opende de rij
der zeezieken en deed al vloekende op zich
zelf, zeer onbehoorlijk in de kajuit. Buiten
aanzienlijke administratieve werkzaamheid
vereischt, die onder de bestaande omstandig
heden beter achterwege wordt gelaten. Vandaar
dat cr absoluut geen bezwaar voor de leden
van do Kamer behoeft to bestaan, om mij ie
vergunnen dezen toestand tot 31 Juli to be
stendigen. Ik heb op 23 December de belofte
afgelegd, dat deze mannen geen dag langer
onder de wapenen zouden worden gehouden
dan noodzakelijk is. Ik ben gewoon de Ka
mer zou mij niet met recht van het tegendeel
kunnen beschuldigen een toezegging die ik
heb gedaan, na te komen, en ik ben niet vau
plan dit tbsns niet to doen. De beoordeeling
öf het kan, moet de Kamer aan de Regeering
overlaten, in dit opzicht moet zij vertrouwen
hc'nhen in de Regeering.
Mijnheer do Voorzitter! Dat er bezwaren
zijn verbenden aan het aanblijven van deze lich
ting, niemand beter, ik bob het reeds gezegd,
dan do Minister van Oorlog kan het weten,
want tot mij komen do klachten in hoofdzaak.
Bij de leden van deze Kamer komen misschien
honderden klachten en vragen in, de Minister
krijgt er duizenden. Nu geloof ik wel, dat als
een lid van do Kamer vele klachten krijgt,
hij de zaak zeer zwart gaat inzien. Dat komt
omdat hij niets verneemt van de vele anderen,
die niet klagen. Want, Goddank, laat ik het
met luider stemmo zeggen, er zijn velen, die
niet klagen. Wanneer de klachten aigem<*ni
werden, zou daardoor een schok worden toege
bracht aan het vertrouwen, dat het Neder-
landsche volk bereid is om gereed te blijTen en
offers te willen brengen voor onze neutraliteit,
onze integriteit, onze volkseenheid.
Het heeft mij leed gedaan, dat van verschil
lende kanten twijfel is geopperd of de Minis
ter van Oorlog wel zijn aandacht wijdt aan,
oog en gevoel heeft voor de economische bezwa
ren, die voortspruiten uit den toestand, waarin
wij verkeeren.
Ik vermeen, dat ik, noch door mijn schrifte
lijke, noch door mijn mondelinge verklaringen
aanleiding heb kunnen geven tot deze onder
stelling, dat ik daarentegen door daden heb
aangetoond, dat ik voor do behartiging dezer
belangen alles voel.
Het spreekt echter van zelf. dat ik vóór al
les Minister van Oorlog ben. Mijn verantwoor
delijkheid bestaat hierin, dat het leger op
sterkte worde gehouden en zooveel mogelijk in
een toestand, waarin het aan zijn taak kan
voldoen. Niemand zal echter met recht van
mij kunnen verklaren, dat ik daarbij niet ge
toond heb hart te hebben voor de economische
belangen van ons volk. Dit vraagstuk heeft
mij veel zorg gebaard, ik heb veel slapelooze
nachten doorgebracht met het overwegen, hoe
ik beide belangen zooveel mogelijk met elkan
der in overeenstemming zou kunnen brengen.
Ik wil geen aantallen noemen van de verlo
ven. die zijn verleend, omdat die niet zouden
spreken, w anneer ik niet tevens de verhouding
tot de sterkte.van het leger zou opgeven en
over deze ban ik uit den aard der zaak va-\
deze plaats niets zeggen, maar ik wil wol
woord zeggen over de middelen, die mij aan de
hand zijn gedaan, om die aantallen nog uit te
breiden.
(Wordt vervolgd.)
door J, P. BIJL, officier van gezondheid.
Set krmrtior. III.
In de eerste plaats zal gezorgd moeten wor
den, dat vooral in zeer enge kwartieren een
voldoende luchtverversching plaats heeft.
Men moet daarbij bedenken, dat in ieder lo
kaal warme lucht naar boven stijgt en daar
door ..men of door openingen in muur of zol
dering ontwijkt, terwijl de koude bovenlucht
door :eton nabij den vloer in hot vertrek komt.
Zeer gemakkelijk kan men men deze beweging
van (lc lucht aantoonen met een brandende
kaars. Houdt men zoo'n kaars bij een opening
nabij den grond dan ziet men dat de binnen-
stroomende tocht, 'terwijl de vlam van een
knars die gehouden wordt hij een opening nabij
de zoldering naar buiten wijst. Ook de koude
voeten, die men in vele lokalen krijgt wijzen
op den koiiden luchtstroom langs den vloer.
Die uitwisseling van bedorven en frissche
luc-ht geschiedt ©venwel niet alleen door groo
te openingen, maar ook door de uiterst fijne
openingen, die in de baksteenen der muren
zijn. Al naar mate van de bouwwijze zal deze
ventilatie meer of minder belangrijk zijn. Een
huis, dat tegen andere is aangebouwd zal op
die manier natuurlijk minder luchtverversching
krijgen dan een dat vrij staat en dus nog meer
op ventilatie door ramen enz. is aangewezen.
De kracht, waarmedo de lucht door allerlei
grootere en kleinere openingen van buiten
naar binnen komt en van binnen naar buiten
gaat, hangt af van het verschil van tempera
tuur in het vertrek en daarbuiten en van den
wind. Hieruit Tolgt dus. dat, zooals iedereen
weet bij koude nachten en bij guren wind den
meesten last van tocht ondervonden wordt.
Men zal, moeten zorgen, dat zoowel
's nachts als ocenlag voldoende uitwisseling
kan plaats hebben tusschen de bedorven lucht
in het vertrok en de frissche buitenlucht,
„Laat de kwartieren overdag zooveel mogelijk
kreeg hij toen ©en goed plaatsje, zooveel mo
gelijk tegen het. water der stortzeeën be
schermd.
Het begon te regeneu en steeds meer te
stormen en na een half uur strijden moest
d© schipper het- tegen de golven opgeven.
De boot kwam niet vooruit. We woesten
omdraaien en weer voor anker gaan liggen
en. wachten op den wagen dio ons wel weer
zou komen halen, doch wanneer
Het water werd hooger, de zee woester
en van het eiland kon men ons niet zien
door het gordijn van regen. Het valt niet
te ontkennen, dat de gedachte om weer op
den open wagen door zee te rijden onzen
góeden meed aan 't wankelen bracht. Twee
uur bleven wij zoo liggen, toen de schipper
het voorstel deed om nog eens te probecrert
de lucht brak in de verte en de storm
had neiging tot bedaren. Mocht- het met-
gaan, dan konden we het altijd nog weer
opgeven. Bijna eenstemmig werd dit voor
stel aangenomen en de moed kwam bij velen
onmiddellijk terug. De elementen antwoord
den op dit plan door plotseling nog eens
heftig te blazen er. te gieren. D'och onze
schipper bleek niet voor een kleintje ver
luchten" staat dan ook in do wenken voor
het behoud der gezondheid te volde. Wanneer
de troep uitgerukt is. kan men alles flink laten
doortochten; er heeft dan een voldoende
luchtverversching plaats. Maar ook gedurende
het verdere gedeelte van den dag, wanneer
veelal enkele manschappen thuis zijn, zal men
zorg moeten dragen voor voldoende ventilatie,
zoodat, wanneer de troep slapen gaat de man
schappen niet beginnen moeten met al dade
lijk bedorven lucht in te ademen en daardoor
een minder verkwikkenden slaap genieten.
Dit is vooral noodig omdat de ventilatie ge
durende den nacht dikwijls moeilijk is. De
manschappen liggen op den grond en de loka
len. waarin ze verblijf houden zijn niet daar
op ingericht. Veelal tocht het er, wanneer raam
of. deur opengelaten wordt en gewoonlijk zor
gen de soldaten dan ook datvdeze goed geslo
ten blijven.
Een dergelijke angst'voor frissche lucht is
zeer begrijpelijk, maar toch moet gezorgd wor
den voor een voldoende ventilatie des nachts.
Men staat dus voor 't moeilijke vraagstuk
om versche lucht te krijgen zonder tocht te
hebben. Hierbij doet zich do gelukkige om
standigheid voor, dat de soldaten tegenwoor
dig geen gebrek aan vrijen tijd hebben en dat
er bij een troep wel steeds een of meer timmer
lieden zijn of anderen die dat- vak kennen.
Iedereen moet in den iegenwoordigen tijd zijn
beste krachten aanwenden ten bate van den
troep, waartoe hij behoort en een timmerman,
die helpt pm een goede ventilatie ergens te
maken, doet een goed werk. De meeste eige
naars van kwartieren zullen er totaal geen be
zwaar tegen hebben, wanneer op doeltreffende
wijze enkele tochtgaten worden dichtgemaakt.
Zooals wij zagen zijn het in de eerste plaats
de reten en openingen nabij den vloer, die voor
de, op den grond liggende manschappen tocht
veroorzaken. Vooral wanneer het kwartier eng
is, de lucht in het kwartier door de soldaten
dus sterk verwarmd wordt en spoedig naar
boven stijgt om te ontwijken door de gaten
bij de zoldering, zal er veel buitenlucht langs
do laag gelegen openingen naar binnen komen.
Bij kond weer is dit natuurlijk het ergst en zal
men dus de tochtgaten iangs den vloer trach
ten dicht- te maken of te bedekken.
Verder heeft men dikwijls last van de koude
buitenlucht die rechtstreeks in het vertrek
waait. Hieruit volgt dat men bij voorkeur de
ramen en andere openingen aan de windzijde
gesloten zal houden.
Het maken van een goede ventilatie- is dik
wijls zeer moeilijk, vooral wanneer liet een
tijdelijke en noodvoorziening betreft.
Toch kan men dikwijls op eenvoudige wijze
veel bereiken. Zoo heb ik een kwartier gezien,
waar een openslaand raam was, dat steeds
dichtgehouden werd omdat het anders te veel
tochtte voor do soldaten, die er bij lagen. Een
timmerman vanhet kwartier heeft er toen
een klapvenstor van gemaakt mot zijschotten
en alles was verholpen.
Tn een ander kwartier werd voor een klein
raampje, dat 's nachts open moest staan, maar
waardoor het hevig tochtte, een plank met
zijschotten bevestigd, zoodat de lucht alleen
naar boven kon gaan. Overdag werd dat wee
genomen, zoodat dan voldoende licht kon toe
treden.
Nog een voorbeeld. In een kwartier moest
geventileerd worden door de deur. Hierdoor
tochtte het evenwel :s nachts zeer hinderlijk.
Een timmorman en behanger maakten samen
een tochtscherm, bestaande ui't een houten
raam, bespannen met gonjo van oude zakken
en met een driedubbele la-ag kranten beplakt.
Onnoodig te zeggen, dat de kranten spoedig
onder de prentkaarten verborgen waren en dat
de tocht door het eigen gemaakte scherm werd
tege ngehouden
Talrijke van dergelijke voorbeelden zouden
aangehaald kunnen worden en zij bewijzen,
dat als de manschappen elkaar helpen en ieder
zijn beste krachten, zijn vakkennis en kundig
heden. geeft, menig kwartier, dat eerst een
tochtig of 6leoht geventileerd verblijf was,
later een zeer bruikbaar kwartier is gewor
den.
(Wordt vervólgd.)
De toestand in den reuzenstrijd.
De strijd woedt nog steeds heftig, niet
het minst op het westelijk front, en toch is
er geen eigenlijk nieuws. Dit beteekënt na
tuurlijk, dat ondanks aanvallen van weers
kanten. er geen voördeel van belang is be
haald. Toch tracht men daarnaar wel, van
de zijde der bondgenooteu zoowel als van
die van Duitscbland. Steeds dieper dringt
het begrijpen door, dat de strijd zoo niet
langer kan duren, dat er eindelijk toch een
beslissing moet vallen. Elke week oorlogens
verslindt millioenen aan geld en duizenden
menschenlevens, en men komt niet verder.
Het spreekt van zelf, dat regeeringen of
leger-autoriteiten het niet zeggen, maar uit
veie dingen blijkt, dat de toeleg bestaat om
een beslissing t© verhaasten. De aanvallen
worden heftiger aan het westerfront, de
vaard, gaf kalm instructies aan zijn jonge-',
het- zeil werd geheschen en daar .ging het
weer, optornend tegen de woest© baren. Ge
lukkig, wij kwamen vooruit, al was het- eerst
ook langzaam, steeds laveerende.
Dan hoorde je weer peilen 5 voet, 5, 44,
4, 4, 34. Wanneer zitten we vast, schipper
Met, 24 voet, was het antwoord. Zoover
kwam het gelukkig niet. Men kan echter
nagaan, dat onze boot bij een diepgarig van
24 vceb niet zeer groot kon zijn.
Tot de zeezieken behoorde ik reeds lang,
anderen hielden mij gezelschap. Ik zou
een groot egoist raceten zijn als ik zeide, dat
het ©en troost was, dat zij mij gezelschap
hielden, want- zeeziek zijn is zoo'n onpleizie-
rig gevoel, dat men het zijn ergsten vijand,
bij wijze van spreken, niet zou toewenscher.
De groot© moedeloosheid en gebrek aan alle
energie is erger dan het gevoel van onpasse
lijkheid.
Onze eenige vrouwelijk reisgenoot, hield
zich zeer dapper. Aan haar opgewekt ge
sprek met den schippersknecht- hoorden wij
dat zij zich gelukkig gevoelde, al schijnt ook
zij een klein moment vap onpasselijkheid te
hebben gehad»
druk van weerskanten krachtiger; alle po
gingen worden blijkbaar aangewend om
door d© vijandelijk© linies heen t© breken,
of di© terug t© dringen.
Wellicht staan wij aan den vooravond
van groot© feiten. Engeland zendt weer
vel© troepen, het cijfer van 720.000 is
genoemd, naar het vasteland, troepen,
die nog versch zijn en ongebruikt, zij zul
len het Fransche leger versterken, vooral
tusschen de zee en de Aisn© en het pogen
zal zijn om de Duitschers daar met kracht
terug te drijven. Waarschijnlijk staan nieu
we hevige aanvallen over een lange lijn voor
de deur, want Engeland schijnt van plan
nog meer troepen aan te voeren. Verder
dringen velen in de Fransche bladen er op
aan om ook de Japanners t© hulp t© roepen
tegen Duitschland. Er zouden Japansche
troepen komen in Europa, niet over zee,
maar langs den Siberischen spoorweg, en
zij zouden dus in Polen vechten, zij aan zij
met hun vroegere tegenstanders, de Russen,
tegen de Duitschers. Nog is het niet zoo
ver., want het is een lange, lange weg naar
Polen, maar onmogelijk kan men de ver
schijning van Japansche troepen in Europa
niet meer noemen.
Duitschland van zijn kant is vast besloten
zich te weren, zoo hard het kan. Tegenover
de toenemende vijanden aan de fronten
kan het denkelijk nog groote reserves stel
len. Op zee maakt het gebruik van een
nieuwe taktiek, zooals we reeds weten: zijn
onderzeeërs t-orpedeeren handelsschepen van
de vijandelijke, mogendheden en maken ook
jacht op passagiersbooten naar het schijnt,.
Het wil die taktiek thans op groot© schaal
voortzetten en daardoor de landing van En-
gelscbe troepen in Frankrijk belemmeren.
De Duitsche marine-autoriteiten hebben
dienaangaande een mededeeiing gedaan, die
duidelijk genoeg is. Handelsschepen worden
gewaarschuwd zich niet aan de noord- en
westkust van Frankrijk te wagen en voor
de Noordzee liever Schotland om t© gaan.
Ook hieruit zien we dus, dat de strijd een
steeds heviger karakter aanneemt, dat men
tot. een beslissing wil komen.
Voor het oogenblik is echter de toestand
nog steeds onveranderd, ook op het Ooster
front. In Galicië bijv. is hij nog dezelfde
als voor vijf weken, toen de Russen tot
staan werden gedwongen op den weg naar
Krakauook daar een zoogenaamde positie
oorlog met weinig of geen verandering.
Insgelijks geen nieuws uit, Polen, al wordt
er gestredengeen berichten van belang
uit Kaukasië, de Bukowina, uit Egypte.
Men vreest voor nieuw© aan vallen op het
Suezkanaal, maar voorloopig is de ©oor
gang sltjians nog open.
Duitschland.
Sennheim ontruimd door de Duitschers.
LONDEN. De Times" verneemt uit
Parijs, dat de Duitschers Cernay (Senn
heim) in den Boven-Elzas, waar het verblijf
onhoudbaar was door het Fransche artille
rievuur, ontruimd hebben.
Vlieger doodgevallen.
GOTHA. Zaterdag is op het, vliegterrein
de viieger Oswald Kahnt, met het onder
richt be.ast, uit een tweedekker van aan
zienlijke hoogte gevallen. Hij was onmid
dellijk dood.
Duitsche verliezen.
De Deutsche „Juristen-Zeitung" deelt
mede dat blijkens de vijfde door haar gepu
bliceerde veriieslijst van Duitsche juristen,
die naar officieel© gegevens is bewerkt, tot
25 Januari reeds 1279 Duitsche juristen in
deu oorlog zijn gevallen. Onder hen zijn G
leeraren in het recht, 275 regeerings- en be-
stuurs-ambtenaren, rechters en officieren
van justitie, 240 advocaten, 334 assessors,
423 referendarissen (in Duitschland een an
dere titel dan bij ons) enz.
Canghofer bij den Keizer.
De bekende Beiersche schrijver Ganghofer
is, zooals we reeds met ©en enkel woord mee
deelden, bij den Keizer in bet hoofdkwartier
te gast geweest en vertelt daarvan in de Miin-
chener ycuesten yachrichten o. a. het vol
gende
Reeds lang voor het station, waar het hoofd
kwartier is, wordt een zeer strenge controle
uitgeoefend op de reizigers. De Keizer woont
in een aardige villa, die in een stil park staat
tusschen hooge boomen. Do eige-naar is ge
vlucht bij de komst van de Duitschers.
De weinige gasten bij het avondmaal verza
melen zich in een klein bedompt vertrek. De
berichten, dat de Keizer veel ouder geworden
is, zijn onjuist. Zijn haar is echter een weinig
j Een klein© roman. Die schippersknecht
i vertelde o.m.een tijd gejeden bij storm-
weer verging er bij Terschelling een stoom
trawler. Hij was bij de redding der beman
ning behulpzaam en zag eensklaps een hand
bot en water stekenhij greep die en mocht
het geluk smaken een meisje uit het water
te halen, dat op punt was te verdrinken.
Aan boord getrokken verloor zij onmiddel
lijk haar bewustzijn. Hij legde haar in zijn
kooi en verzorgde haar. Later zeide dit
meisje tegen hem ,,jij hebt mijn leven ge
red, dus als j© wilt- geef ik jou mijn lever.".
Dit meisje is nu zijne verloofde. De sym
pathieke jongen verteld© het met trots.
Het weer bedaarde ©en beetje en zelfs het
zennetje kwam even door en toen wij de
kust naderden, liep de boot in kalme vaart
en gingen wij recht op ons doel af. Weg was
de zeeziekte en toen wij aan wal stapten,
met belangstelling ontvangen door do bezet
ting van Xoordpolderzijl, konden wij een
dankbare zucht niet onderdrukken. Het
bleek dat wij toen zes uur op zee waren ge
weest.
De altijd ijverige en onvermoeide beer
B. bracht onze reisgenoot© direct naar do.
grijzer geworden, maar nauwelijks merkbaar.
Ken groovenlijn, dio ik vroeger niet gezien
had, is in zijn voorhooid gesneden en vormt
©en schaduw tusschen de wenkbrauwen. Gang-
I liofcr vertelt er editor bij, dat hij deu Keizer
in geen tien jaar gezien had. Do Keizer be-
I groette Ganghofer met do woordenNu, Gang
hofer, uw lk-ieren zijn prachtige lui. Zij heb
ben flink gewerkt en voorwaart» gaat het
I overal. God zij dank!" Do Keizer herinnerde
aan zijn laatste ontmoeting ca voogd«> er aan
toe: „Wie had kunnen denken, dat wij ons in
Frankrijk zouden terug zien?"
Vervolgens gaat :oen aan tafel. Er zijn
slechts weinig bedienden en do maaltijd g3at
zeer snel ia zyn werk. Ganghofer wordt zoo
in beslag genomen door don Keizer en zijn tien
gasten, dat hij het eten vergeet ofschoon hij
hongerig als cm wolf uir den trein gekomen
was en vier en twintig uur lang niets had ge
kregen. Hot menu is ©en kaartjo zoo groot als
een visitekaartje en daarop staan de gerech
ten gebakken zeetong, koud vleesch, gepofte
aardappelen, vruohtcn. Als drank is er eo.n
Fransche landwijn en water. Er is geen ander
brood dan oor!"-sbrood. Daarna zit tnen in. do
serre bijten, rookend en pratend, cn Miincho-
ner bier drinkend. Over doft oorlog wordt
daar heel anders gesproken dan bij ons aan bier
en theetafel, zegt Ganghofer. Zijn indruk is,
dat men op het oogenblik aan niets ander:,
denkt dan aan het werk, dat op het slagveld
te doen is.
Tegen elf uur wordt voor den Keizer en een
aantal hooge officieren een militaire lezing
met lichtbeelden aangekondigd. In een donkere
zaal met veertig stoelen houdt een officier dan
zijn lezing over een nieuwe uitvinding. Telkens
doet de Keizor er met korte woorden een vraag
tusschen door. Dit duurt zoo tot middernacht.
Na, afloop treedt do Keizer op don jongen offi
cier toe en zegt.: .,Ik dank u, het is een goed
ding. Zullen do Franschen ons dat kunnen na
maken De jonge officier glimlacht. „Zoo
snel niet. Majesteit, wij hebben het pas zeil
gevonden."
Den volgenden morgen woonde Ganghofer
de godsdienstplechtigheid bij. Vervolgens reed
hij met den Keizer ra een automobiel door het
prachtige landschap. Plotseling begint de
Keizer te spreken van do houding van het
Duitsche volk en vooral in do eerste dagen
van Augustus. ,,Dat is mijn scbooDste
vreugde'', zegt hij. ,,dat ik dit mocht beleven.
Als het niet zoo geweest was..." Hij voltooide
dezen zin niet.
Men was nu op het slagveld van Sedan.
..Hier liecffc Napoleon Bismarck ontmoet",
zegt de Keizer, op een klein alleenstaand huis
wijzende. ,,En daar ligt Bcllevue, waar de ont
moeting plaats vond tusschen mijn grootvader
en Napoleon", zei de Keizer, toen de torens
en muren van het .sierlijke kasteel zichtbaar
werden.
In den binnenhof van het kasteel begroette
de Kroonprins met zes heeren van zijn staf
den Keizer, die zijn zoon hartelijk omhelsde.
De Kroonprins ziet er nog slanker en leniger
uit dan van het voorjaar. Een goede tijding
maakt de stemming opgewekt bij het ontbijt.
Het smaakt den Keizer goed f-n schertsend
zegt hij tot den Kroonprins: ,,Bij jou eet men
beter dan bij mij. Ik zal er eens over denken
of ik je kok niet rtvjuiroer".
Na tafel komen Fransche gerangenen. Een
photograaf draait de kruk van zijn bioscoop
toestel en richt het objectief op den ke>ze:
De keizer is daarover uit zijn humeur, wijst op
do gevangenen en zegt: fotografeer die liever,
maar niet altijd mij.
Ganghofer vertelt verder nog iets van deu
terugweg. Na een half uur houdt de automo
biel stil. Midden in het landschap verheft zich
een groote steile heuvel, een Calvarienberg,
gekroond met een groot kruisbeeld. De weg
naar boven was bezwaarlijk, want de regen
van vele weken had de kleiïgo steile helling
zeer doorweekt. Het is echter de moeite waajtl,
als men boven .komt. Men heeft er een prach
tig uitzicht. Bij net naar beneden gaan, blijkt
dé grond nog vijandiger. Ik vraag den keizer,
of ik hem mag steunen. .,Ja, kom maar hier",
zegt hij. Op mijn schouders steunend gaan wij
langzaam naar beneden, waarbij ik bij lederen
stap mijn hak in den grond plant. Wij zijn
reeds halverwege, als ik uit glijd. De keizer
houdt mij overeind. Op mijn eonigseins verle
gen dankbetuiging antwoordt hij glimlachend
..Soldaat en burger moeten elkaar helpen zoo
goed als zij kunnen!"
Rusland.
Op het Oostelijk oorlogs^srrein.
PETERSBURG. Op den rechter
oever van den Beneden-Weichsel
voerde onze cavalerie den 31en Januari een
welgeslaagden overval uit op de Duitsche
stellingen in het front tusschen Bejoen eu
I het meer Oresjelewo, ongeveer 15 K.M. ten
noorden van Serpeïsjzij maakte daarbij
verschillende officieren en soldaten krijgsge-
j vangen.
I Een poging van de Duitschers om op 30
j Januari het. offensief te nemen in de rich
ting Lipno-Dobrsjin, gesteund door artille
rievuur van den linker Weichseloever, werd
I tot staan gebracht bij de dorpjes Ma kof en
I Dvblin. De vijand werd teruggedrongen op
boerin op de boerderij, die haar van droge
kleeren kon voorzien, terwijl wij naar de
eautine snelden, waar wij ons ook zooveel
j mogelijk restaureerden met behulp van de
j gastvrije militairen, die droge kloeciingstuk-
i ken "aanboden, en van de gloeiende kachel.
Ook werd er onmiddellijk voor den inwen-
digen mensch gezorgd, doch het smaakte
ons nog niet al te best,.
De landweermannen moesten dien mid
dag in Noord polderzijl blijven, om aan
©ene door den heer B. weder georganiseer
de uitvoering mede te werken, terwijl wij,
mej. v. C., de heer K. K. en ik, in de auto
van den landweerman N. ons naar Usquert
konden begeven om daar den trein te pak
ken, die ons om plm. 7 uur in Groningen
bracht. Deze reis met niet onverdeelde ge
noegens zal mij nog lang heugen. Het meet
spijt- mij echter, dat ik door het slechte weer
en de zeeziekte, niet genoeg heb kunnen ge
nieten van het mooie, dat de woeste natuur
ons te zien gaf. v. V. T.
Groningen, 21 Dec. 1914.