Ons Oorlogsdagboek. Q 3DEÏ @03L.13^»TBE3Tl»J-C0Xm^ISr,I- van Woensaag 3 Fetoruari 1 3 1 S i' \>ir? gÉ«pr Een stoutmoedige redding van een gewonde door een Engelschen korporaal wordt verhaald in de Engelsche bladen. Een korporaal Holmes zag een zijner mak kers neervallen in de loopgraven. Indien hij daar bleef liggen zou hij doodgebloed zijn, er was geen dokter bjj de hand. Toen nam Holmes zijn strijdmakker op den schouder, zooals we hierboven zien, en droeg hem heen door de vuurlinie, terwijl de kogels hun om de ooren floten en de kartetsen in 't rond vlogen. Toen Holmes met den gewonde een dorp had bereikt, bracht hij hem in een huis daar en snelde toen naar de loopgraven terug. ties door onderhandelingen beredderd wor den, zoo niet, is 't mogelijk, dat nog twee staten in den oorlog worden gesleept en daaronder Italië! België. De Japansche ecresabel voor koning Albert. Do Times" bevat een afbeelding van het Japansche eerezwaard, dat aan koning Al bert zal worden aangeboden. Het denkbee'd hiertoe is geopperd door den eigenaar van het invloedrijke Japansche blad „Asahi" (de Morgenzon"), die dit zwaard uit zijn kunstverzameling koos. Een inscriptie op de scheed© verklaart, dat het zwaard is „een nederige getuigenis van den diepen eerbied en de liefdevolle gevoelens, waarmede het Japansche volk is vervuld voor 's konings verheven en onvermoeide volharding en de vcorbeeldelooze vaderlandsliefde, betoond door het Belgische volk bij de verdediging van de menschelijkheid en de beschaving bij ovreeselijkste ramp, welke een yojk kan treffen." Duitschland. De Berlijners op rantsoen gesteld. De burgemeester van Berlijn heefteen oproep tot de bevolking gericht, waarin hij zegt: Een ieder weet, dat het doel van onze vijanden is ons uit te hongeren. Dit voor nemen moet door onze wilskracht schip breuk lijden. Levensmiddelen zijn in vol doende hoeveelheid voorhanden, wanneer maar het noodige overleg wordt betracht. Niemand hehoert gebrek te lijden, maar allen zijn verplicht den vroegeren overvloed tot het noodzakelijke te beperken. De Bondsraad heeft 25 Januari bepaald, p dat met 1 Februari te beginnen de hoeveel heid bakkerswaren tot drievierden moet worden beperkt. Naar dat voorschrift moet ieder burger zich nu verder regelen. Aan brood en meel zijn voor de voeding van één persoon per week in elk geval niet meer dan twee kilogram noodig. De erva ring leert, dat men zich zoo vaak met min der kan tevreden stellen. Er staan ons be halve brood, ook andere goedkoope levens middelen, vooral aardappelen, ter beschik- king. Daarom is een ieder, zoowel door de wet als uit vaderlandsliefde, verplicht in geen geval het maximum van twee E.G. brood en meel per week te overschrijden. Wel moet daarentegen getracht worden met minder toe te komen, wanneer men aan minder genoeg heeft. In het bijzonder wordt van hen, wier levensomstandigheden voldoende voeding met andere levensmiddelen toestaan, beslist verwacht, dat zij hun broodverbruik zoo veel mogelijk verminderen zullen. Moeilijkheden zullen in bet begin be zwaarlijk te voorkomen zijn. Wij doen ech ter een beroep op den vaderlandslieven den geest en het gezond verstand van onze medeburgers om bereidwillig de bepalingen op te volgen, welke in het algemeen belang zijn gemaakt. Vooral geen gedrang bij de winkels: een ieder koope dagelijks zijn aandeel in. BERLIJN- De georganiseerde arbei ders hebben zich ter beschikking van de regering gesteld om de maatre gelen tét zuinigeeid met de voor De militairen in vroeger lijd. (Aul eursrecht voorbehuwden m. De strafwetten, door Frederik Willem I in Pruisen ingevoerd, waren volstrekt niet mal soli. Niet alleen schold hij, wie togen hot recht of tegen zijne verordeningen handelde, voor „Schweinhund", maar zelfs voor betrek kelijk geringo vergrijpen liet hij zoo iemand een duchtig pak „Prügel" toedienen. Vrouwen, die haar kinderen gedood hadden, deed hij in door haar zelf genaaide zakken verdrinken. Kleine misdrijven werden gestraft met aan-dc- haak-stelling en plaatsing op een houten ezel aan den openbaren weg. Alle Zigeuners liet ■bij, al8 zij ouder dan 18 jaar waren, aan den galg ophangen; waren zij jonger, dan moesten zij naar een weeshuis. Wie duelleerde werd ge straft met den dood wie een ander oorvijgen of een pak slaag gaf, kreeg tuchthuisstraf van 1 tot 6 jaren. In 1793 bevonden zich te Span- dau 110 menschen in gevangenschap, waar onder twee jeugdige jagers. Zij waren tot levenslange gevangenschap veroordeeld, omdat zij eonige patrijzen gestolen hadden. Een poe lier moest 6 jaren in den kerker verzuchten, ■omdat hij een gestolen patrijs gekocht had. rGtdden zulke strenge strafbepalingen voor do [burgerij, do militairen stonden onder even fzware discipline. Zoo moesten soldaten, die lantarens hadden beschadigd of stukgeslagen, [36 maal spitsroeden loopen door een rij van ',200 manschappen. Tegenover zijn geliefde grenadiers betoonde tide koning oenige toegevendheid. Toen een JéSM raden levensmiddelen krachtdadig te helpen uitvoeren. De Berlijnsche „Gewerk- schaftkommission", de „Christliche Ge- werkschaftskartel" en het „Gewerkvereins- Verband", deputaties der sociaal-democrati sche, katholieke en liberale arbeiders vaar digden een gemeenschappelijke oproeping uit aan de arbeidende bevolking, waarin zij wijzen op het dringende belang, dat de be schikbare voorraden brood op de jiiiste wijze worden verdeeld en aansporen tot op volging der voorschriften. De vakvereenigingen hebben in overeen stemming met de overheid te Berlijn ver tegenwoordigers aangesteld, die bij de ver deeling der broodrantsoenen" zullen me dewerken en toezicht zullen oefenen bij de bakkerijen. Een Soldatencourant. BERLIJN, 30 Jan. (Corr. Norden.) Te Rijssel komt om de drie dagen een oor- logs-courant uit, welke gratis aan de troepen uitgedeeld wordt en met d© eenvoudigste middelen door de soldaten in elkaar'wordt gezet. Bovendien heeft de overheid te Rijssel twee leeszalen voor officieren en manschap pen ingericht, ten einde den dagelijks te Rijssel komenden talrijken militairen gele genheid te geven oouranten uit het vader land te lezen. Ook in Lodz (Polen) verschijnt een leger- courant. Een gevaarlijke patrouille. Een medewerker van de „Berliner Morgen- post'' die als onderofficier te velde staat, ver telt Tachtig Met-er voor ons front stond een ge bouw, waaruit wij voortdurend beschoten wer den. Het werd door een veldbatterij gebombar deerd maar de gevel bleef staan. Van onzen majoor kreeg ik gedaan, dat hij vier man van de genie beschikbaar stelde oni den gevel te laten springen. Het huis stond in den hoek van twee vijandelijke loopgiaven, achter een hek. De loopgraven waren met prikkeldraad en draadstrikken beveiligd en er was slechts een smalle weg door deze hindernissen. Het ter rein er tussehen was vlak met afzonderlijk staande boomen en do grond was bezaaid met dorre takken, den gevaarlijksten vijand van een sluip-patrouille. Do nacht scheen bij een bedekte lucht zeer donker to zullen worden. Tegen negen uur 's avonds maakten wij ons gereed. Ik als oudste onder-officier nam de leiding, twee vrij willigers en vier pionniers gingen mee. Over de uniformen hadden wij zakken getrokken, hot hool'd en het gezicht met hoofdbesoherniers bedekt en alleen de oogen vrij gelaten. Wij moesten er zoo donker mogelijk uitzien, omdat wij rekening moesten houden met do Franscho lichtkogels, die ongeveer veertig seconden branden. Juist stonden wij op het punt onzen kelder te verlaten, toen een verwoed geweervuur be gon. Er was nergens alarm geslagen en het Jiecle front kwam in beweging. Ook zonder het bevel van den majoor hadden wij ons plan uit gesteld. Eerst den vierden Januari waren wij weer in dezelfde stelling. Dezen keer bleef al les rustig en konden wij om negen uur weg gaan a] kruipende. Dicht voor onze loopgraaf, moesten wij over een hoop rottende aardappe len, die een verpestende lucht gaven. Wij moes ten voorbij rottende lijken van dieren, het ge zicht dicht tegen de aarde gedrukt. Zoo kro pen wij voorwaarts. Ieder takje werd zorgvul dig weggeschoven, iedere steen verwijderd, opdat de genie-soldaten- met hun zwaren last geen hindernis konden ontmoeten. Vaak moes ten wij minuten lang onbewegelijk in het slijk voor dien tijd een buitengewoon hooge som, had schuldig gemaakt, ten gevolge waarvan hij door het gerecht veroordeeld was om opge hangen ts worden, wees de generaal van den beklaagde den koning met een zc-kcr welgeval len op diens zes voet lange gestalte en pleitte verzachtende omstandigheden. Het gevolg was, dat de soldaat met een veel lichtere 6traf vrij kwam. Bij parades en inspecties waren de beenbe- kloeding en de met schapenvet besmeerde en gepoeierde pruiken een helsche kwelling voor <len soldaat. Zat het. hoofdtooisel niet „schnei- dig" of kreukte er een plooi in het linnen der slobkousen, dan werd do arme schelm op last van den overste aan den lijve gestraft en liep niet zelden een lichamelijke verminking op, waardoor hij voor zijn leven ongelukkig was. Onder Frederik II werd de behandeling der militairen ietwat menschwaardiger en de krijgsdienst aanmerkelijk lichter. Toch bleven er schandelijke toestanden bestaan, want de militaire overheden waren sohier almachtig en de burgers vermochten niets tegen hun vaak eigendunkelijk en ergerlijk optreden. Hoewel hij het canton-reglement bepaald was, hoevelen uit de burgerij bij ieder regiment moesten in gelijfd worden, bleef de vrijstelling geheel af hankelijk van de luimen der militaire overhe den, die wie eenmaal don soldatenrok droe gen, vasthielden, zoolang zij verkozen. Ont heffing viel slechts ten deel aan door ziekte of ouderdom invaliede gewordenen. Onder de soldaten kwam dientengevolge dikwijls zelf moord uit vertwijfeling voor, en desertie had er plaats op ruime schaal. Om ontvluchting te verhinderen, werden des nachts aan degenen, die men niet vertrouwde, hun kleeren ontno- foMP verbaden jgjcji hui- liggen on waagden wij het ternauwernood to ademen, als de Franschen heb terrein met licht- kogels beschoten. Toen we ongeveer halverwege waren, bleef een van de lichtkogels met zijn valscherm in een nauwelijks twee meter van ons afstaanden boom hangen en verbrandde daar langzaam. Deze seconden waren voor on- als jaren. We hoorden ons hart kloppen en had den onze rekening reeds opgemaakt. Daarbij kwam mij een grashalm in den neus en ik had de grootste moeito om mijn niezen te bedwin gen. Jk begrijp nocr niet, dat wij in dit licht niet ontdekt zijn. Eindelijk, na vijf en veer tig laDge minuten bereikten wij de heg. Wij konden nu hooren hoe de Franschen elkaar fluisterend aanmaanden om uit te kijken. Nu werd het kruitvat vooruit geschoven en begon- j nen wij den terugtocht, waarbij de lont zorg vuldig languit gelegd werd. Toen wij aan het I eind van den draad gekomen waren, werd deze aangestoken en trokken wij ons, nu alle voor- I ziohtigheid'smaatregelen versmadende, in onzen kelder terug. In ademlooze spanning telden wij de secon den. Twee en een halve minuut moest de lont branden. Reeds waren drio minuten voorbij en nog hoorden wij niets. Ik ging naar den meest vooruitgeschoven hoek van de loopgraaf en luisterde in het duister. Het was alsof iets zich bij de heg bewoog. Ik nam het geweer van den post, die naast mij stond, schoot en gaf het bevel tot snelvuur. Onmiddellijk gingen er lichtkogels omhoog en nu zagen wij een Fran scho patrouille, die blijkbaar ons wat wilde wegnemen, maar die door ons vuur terugge dreven werd. Terwijl onze lieden door voort durend schieten den eenigen uitgang uit do vijandelijke stelling gesloten hielden, kropen twee van onze soldaten nog eens naar do lont. Nauwelijks waren zij in den kelder terug of een ontzettende ontploffing deed den grond trillen. Een gele vlam sloeg uit en daarna steeg een zwarto rookwolk ten hemel. De gevel lag in puin. Lotgevallen van een gewonde. In bet socialistisch© orgaan te Halle vindt men het volgende verhaal uit een soldaten brief Heb was de vierde December, toen een kor poraal met twee man op patrouille moest. Het weer was zeer slecht, storm en regen. Dooi den pikdoukeren nacht kropen zij voorwaarts. De patrouille verdwaalde en keerde terug. Een kwam echter niet mee. Het was een landweer man M. genaamd, 's Middags ziet iemand door een verrekijker, dat vlak voor de vijandelijke loopgraaf een bruine plek ligt. We dachten on middellijk dat het M. moest zijn en dat hij door do Franschen neergeschoten was. Den avond van denzelfden dag kropen vier man naar voren om hem te halen en to begraven Het was vergeefs, ze konden hem niet berei ken, werden beschoten en moesten terug. M.l had in den nacht van den vierden een schot door ziju arm gekregen. Den volgenden nacht stond hij op en wilde naar ons terug keeren. In het donker verdwaalde hij, kwam Lij een Franscho loopgraaf terecht en werd weer be schoten. Hij riep: „Ik ben toch gewond?", maar de Franschen verstonden hem niet, tv, wierpen nog een handgranaat naar hem. Hij kreeg een schampschot van een splinter aan zijn hoofd en viel bewusteloos neer. Toen hij weer hij gekomen was, begon hij weer to krui pen. Even voor onze prikkeldraadversperring stond hij op en riep den naam van zijn regi ment. Plotseling kreeg hij weer vuur van Fran scho zijde en een kogel trof hem in het linker been. Weer viel hij en den heelen dag moest' hij voor onze loopgraven liggen. Eerst 's avonds' kon hij gehaald worden. Weer kropen eenige, manschappen vooruit, rolden hem in een stuk tentlinnen, knoopten er een touw om en op deze wijze brachten zij hem naar de loopgrn-'. ven. Hij werd in een schuilplaats gebracht enl onmiddellijk verbonden. Hij had een wond inj het hoofd, in den linkerbovenarm en in de dij.j Twee dagen en nachten had hij gewond tu&4 schen de loopgra ven gelegen in storm en regen,! zonder eten en drinken. Ik zou het ternauwer-j nood gelooven, als ik alles niet zelf meege-'l maakt en hem verbonden had. Uit de Vogezen. De oorlogscorrespondent van de „Tag- liche Rundschau" heeft een tocht gemaakt door de zuidelijke Vogezen. Hij schrijft uit de buurt va n -Gebweiier Hier zijn het niet lange hellingen, waarop de vijanden tegenover elkaar liggen en in ge rekte, bij groepen aangelegde loopgraven el kaar afbreuk trachten te doen, maar de gril lige bergkopjes hebben hier de overhand. Op den rand van de bosschen op deze hoogten in de diep ingegroefde dalen, in de open plekken in het bosch heeft de vijand zich genesteld; niet in loopgraven, zooals men elders gewoon is, maar in een soort van termieten-heuvels, met platte molslioopen te vergelijken, die bo vendien in zeer ongelijkmatige lijn zijn aange legd, heeft de vijandelijke infanterie zich in gegraven. Zoo'n aarden pantsertoren, dio te- nauwernood boven den grond zichtbaar is en nu door de sneeuw volkomoen verborgen wordt, is mft drie of vier man bezet, van wie elk zijn van buiten onzichtbaar schietgat heeft. Uit deze kleine aardholen loopen smalle gangen naar achter, naar de dekking in het bosch. Bovendien zijn de daarvoor geschikte boomen bezet. Er is een kraaiennest in, waarin een of op zijn hoogst twee man zich tenauwernood kunnen .bewegen of de mannen hangen meer dan zij zitten, vast gebonden in de kronen en vormen voor onze soldaten, die daar langs ko men, buitengewoon groot gevaar. Zijn onzo manschappen ongehinderd een termieten-kolo nie voorbij gekomen, dan kunnen zij er zeker van zijn van boven of in den rug beschoten te wordenHier zouden Sioux-lndianen goede diensten bewijzen. Hier, voor deze guerilla, zou men troepen noodig (hebben, die bijzonder voor deze soort van vernietigingsoorlog afge richt zijn, jagers misschien. Met alle denkbare list wordt hier gewerkt. Bewegelijke wijnstokken of andere struiken, d.w.z. op deze wijze toegetakelde alpenjagers, hebben een groot© rol gespeeld. Do beste ma nier om zich tegen een dergelijkcn vijand te weren, zou zijn hem met rook te verdrijven of hot bosch eenvoudig in brand1 te steken en zoo do heele Vogezen te ontruimen. Een voorstel, dat een Zweed in vollen ernst heeft gedaan. Maar hot is een onmogelijkheid, zoolang het zoo vochtig is als op hot oogenblik. Frankrij k. Op het Westelijk oorlogsterrefn. PARIJS. Het midclagcommuniqué van Zondag meldt: Het was alle6 rustig voor Cuinchy. Nabij La Bassée sloegen de Engelsche troepen drie Duitsdke bataljons terug, met zware verliezen voor den vijand. De artillerie van de bondgenooten behaal de op verschillende punten voordeden. Nabij Flirev in het Woevregebied lieten do Duitschers een mijn springen met de be doeling onze loopgraven te vernielen. Zij vernielden echter slechts de hunne. BERLIJN. Officieel. Uit het groote hoofdkwartier wordt gemeld Do Fransche verliezen in de gevechten ten noorden van Niouwpoort op 28 dezer, wa ren aanzienlijk. Meer dan driehonderd Marokkanen en Algerijnen liggen dood in de duinen. Den vijand werd ook gisteren door ons artillerievuur belet door den aan leg van tappen in de duinen oostelijk van den vuurtoren vooruit te komen. Ten Zuiden van het La Basséelcanaal ont namen hedennacht onze troepen den Fran schen in aansluiting met de door ons op 25 'dezer veroverde stelling, twee verdere loopgraven. Wij maakten meer dan zestig gevangenen. In het westelijk deel der Argonnen deden onze troepen gisteren een tegenaanval, die ons een niet onbelangrijke terreinwinst bracht. Aan gevangenen vielen in onze handen 12 officiereu en 731 man. Wij maakten 12 mitrailleurs en tien kanonnen van klein kaliber buit. De verliezen van den vijand waren zwaar. Vier- tot vijfhon derd dood en liggen op het slagveld. Het Fransche iufanterieregiment no. 155 schijnt vrijwel vernietigd. Onze verliezen waren betrekkelijk gering. Een Fransche nachte lijke aanvalspoging ten zuidoosten van Ver- duu werd onder zware verliezen voor den vijand afgeslagen. Ten Noordoosten van Badonviller wer den de Franschen uit het dorp Angomont in aller mond, over het geheele front. Do dappero groenrokken hebben den volgenden dag nog een ander stulcjo vertoond, een vijan delijke loopgraaf genomen, dio bij vroegere pogingen tot bestorming het graf van velen onzer manschappen geworden was. Met hitte ren humor had men haar Engelenburg ge noemd. Nu hebben vijf jagers haar genomen. Rusland. Op het Oostelijk oorlogsterrein. WEENEN. (W. B.) Het communiqué van Zondagmiddag luidt Aan de Doeuajetsj en Nida toonde gis teren de artillerie bij beide partijen groote bedrijvigheid. Onze artillerie, die den laatsten tijd reeds meermalen goed uitwer- kingsvuur afgaf, had ook gisteren succes. Do vijand ontruimde onder een zeer hevig vuur eenige loopgraven. Ook aan het overige front in Russisch Polen is van tijd tot tijd de artillerie in actie. In de Karpathen verliep de dag rustiger. In de bosschen op de bergen wordt nog om eenige vlak ten noorden van de pashoog ten gelegen stellingen gestreden. De veldspoor. Een Berlijnsch ingenieur die op hst oogenblik bij de spoorwegtroepen in Rus sisch Polen staat deelt in de „Norddeut- sche Allgemeine Zeitung" bijzonderheden mee over de veldspoor. Een dergelijke spoorweg ligt thans van de Duitsche grens door Russisch-Polen. Een veldspoor moet zoo spoedig mogelijk voor het gebruik ge reed zijn. Daarom mogen de toebereidse len niet veel tijd kosten. Zeer zorgvuldig moet men echter te werk gaan bij het kie zen van den weg. Graafwerk wordt zoo wei nig mogelijk gedaan. De rails worden op den grond gelegd en slechts de ergste onef fenheden worden gelijk gemaakt. Een on derbouw wordt alleen daar aangelegd waar steile hellingen vlakker gemaakt moeten worden. Bij droog weer vormt de grond een bijna idealen spoorweg daar de rail zich daarin vreten kan en de spoor dns stevigheid krijgt tegen zij waar tsche verschuivingen. Bij nat weer wordt het anders. Op zandgrond hin dert het weinig, daar deze regen en gesmol ten sneeuw gemakkelijk opzuigt. Hier in Russisch-Polen echter hebben wij den slecht ten de poorten hunner garnizoensplaats te be geven. Het was een ramp voor een stad, als er een groot garnizoen lag, want de soldatonkinderen kwamen meestal ten laste van de stedelijke armenzorg. De soldij was voor een gehuwd man niet toereikend om een gezin te onderhouden. Slechts op één plaats, te Potsdam, bestond een afzonderlijk weeshuis voor soldatenkinde- ren, voornamelijk in stand gehouden door den steun van eenige rnensohlievende officieren, maar van overheidswege slechts karig ge steund. Sommige Duitsche vorsten voerden naar het voorbeeld van Lodewijk XIV van Frankrijk een buitengewoon" kostbare hofhouding, het geen de onderdanen moesten betalen. Jacht vermaken, tournooien en dringelagen wissel den af met wellustige genoegens en theater leven. Om nu over de noodig© geldmiddelen hiervoor te beschikken, verkochten zij hunne onderdanen aan vreemde mogendheden. Zoo sloot Johan George III in 1684 met den doge van Venetië een verdrag, waarbij hij 30ÓO Saksers aan de Italiaansche republiek ver huurde om op Morea tegen de Turken te strij den. Ook de hertog van Brunswijk was een be faamde soldatenhandelaar in de 18do eeuw; de Nederlanders hebben bij hem ook wel eens inkoopen gedaan. Dr. Nuyens kon terecht ge tuigen: „Mocht do bevolking der Zeven Pro vinciën lang niet talrijk genoeg wezen om legers als die, welke in dienst der Staten- Generaal van 1702 tot 1713 op de been waren, van kanonnenspijs to voorzien, de Holland- scho dukaten konden nog altijd de avonturiers van Duitschland verleiden om als soldaat te gaan jk$jy|êk&og yoo£ guifcsch© De eer, de grootste kanonnen to hebben, komt aan tie Duitschors toe, en hun mortieren van 42 c.M. zijn ongeëvenaard. Maar de Fransche van 72 m.M. zijn ook niet te versmaden. Hun uitwerking is natuurlijk lang niet te vergelijken met de Duitsche reuzenmorfcieren, daar staat tegenover, dat ze veel handiger zijn en gemakkelijker te richten. We zien er hier een in werking in een reeds half verwoest dorp aan de Aisne. Het stuk is gerioht op de Duitschers in de straat en brengt blijkbaar groote verwoesting onder hun te weeg. En als het kanon zal zwijgen, staan de infanteristen reeds om een hoek gereed, onder bedekking van een huis, om een bajonetaanval te wagen. op Bremeuil geworpen. Angomont is door ons bezet. Een Zeppelin in de richting van Nancy. PARIJS. De Matin" verneemt uit Nancy dat Vrijdagmorgen te vijf uur een Zeppelin over de stad trachtte te vliegen. Het luchtschip werd heftig door de artil lerie beschoten en moest naar de Duitsche linies terugkeeren. Uit den slag bij Soissons. Een ooggetuige vertelt in het „Berliner Ta-geblatt" Vooral één punt was het, waar het bij den strijd ten noorden van Soissons op aan kwam. Een artillerie-stelling, die onze loopgraven flankeerde. Iedere treffer veegde de loopgraaf gewoonweg van het eene einde tot het andere sohoon, zoodat onze mannen, zoodra deze bat terij begon te vuren, de loopgraaf moesten ont ruimen. Deze batterij was zeer handig opge steld. Ze bestond uit drie zware kanonnen, die op rails liepen, en die, zoodra onze zware artillerie begon te schieten, spoedig terugge trokken werden in een van do kalksteen-holen, die men hier zooveel vindt. Hevig was er gis teren om deze stelling gevochten. Herhaalde lijk wa-ren infanterie-regimenten in storm tegen deze hoogto aangevoerd, maar zij had den haar niet kunnen nemen. Het gelukte ein delijk een jagerbataljon, dat niet ver van Ber lijn in garnizoen ligt. In twintig minuten was do batterij bestormd. De lof van deze jagers is vorstjes onweerstaanbare argumenten zijn om hunne onderdanen in den soldatenrok te ste ken en dan onder Marlborough en Ouwcrkerke hun bloed te laten vergieten op do slagvelden van liamillies of Malplaquet." Dio dukaten moesten klinken, wilde men over de verlangde troepen kunnen, beschik ken. Toen de Deensche koning tijdens den Spaanschon Successieoorlog aan de bondge nooten een leger had vei-schaft, waar hij niet voldoende vóór betaald kreeg, weigerde do hertog van Wurteraberg, die als generaal het Deensoho leger commandeerde, op te rukken; eerst toon Marlborough en de Gedeputeerden te velde van de Nederlandsche Staten-Gene- raal borg gebleven waren voor de betaling, vereenigdo hij zich met het leger der bond genooten. Het koopen van soldaten 'in den vreemde gold ecliter voor oen weinig eervol beroep. Fre derik II legde zijn minachting hiervoor aan den dag door de wervers te vergelijken met «lagers, die er op uittrekken om vee to ver handelen. Dr. H. H. KNIPPENBERG. 26ste week. 25 Jan. Berichten van landing in Noord- Frankrijk van een aanvullend Eugelsch leger. Een onderzeeër torpedeert bij Riigen in de Oost-Zee déu Duitschen kruiser „Gaselle" het schip kan een Duitsche haven iere|ken spftder .wjfes. sten grond getroffen, dien men voor een veldspoor vinden ken. Zooals men weet be staat het land uit zeer vette aarde. Zoodra deze nat wordt, wordt ze glibberig. Op plaatsen, waar de grond een weinig naar beneden gaat wordt ze vooral bij verkeer, geheel doorweekt en moerassig door de plassen. Bij iederen rit over den natten grond komen de rails in beweging. Daar bij ae vluchtige voorbereiding van den weg de rails nooit zuiver waterpas gelegd kunnen worden nog daar gelaten de bochten waar de rails niet waterpas mogen liggen krijgt men bij het rijden steeds een slin geren van de wagens zij het ook in zeer ge ringe mate. Dit slingeren is echter reeds voldoende om de rails uit de oorspronkelijke richting te schuiven. Spoedig krijgt men een kleine bocht. In ongelooflijk korten tijd slipt de rail ter zijde, spoedig ontstaat een scherpe knik die een ontsporing ver oorzaakt. Dergelijke knikken ontstaan ook in verticale richting daar de grond door het water doorweekt wordt en ajs men er over heen rijdt als modder omhoog spuit. Hier door ontstaan kuilen, waarin de rail weg zinkt, zoo dat vaak een horizontale en een verticale knik op dezelfde plaats voorko men. Dergelijke plaatsen op de lijn vindt men in bijna onafgebroken reeks, zoodra deze maar over vetten grond loopt. De snoorweg- 26 schenlevens. De Russische Zwarte Zee- vloot boort bij Senope het s.s. „Georgios" in den gi'ond, waar door zestien Turkache vliegtoe stellen vernietigd worden. Bij bet verlaten van de Zwarte Zee stoot het Turksch- Duitsche oorlogsschip „Goeben" op een mijn het schip kan Beikos bereiken, Een aanval van de rebellen- commandanten Klernp en Maritz met 1200 man op Upington (Zuid- Afrika) wordt afgeslagen. LLet Portugeescbe ministerie Coutinho is afgetreden en ver vangen door een militaire dicta tuur onder generaal Pimento Castro. De Nederlandsche Tweede Kamer besluit met bijna algemeene stem men, Landweer en Militie in dienst te houden. De forten van Libau (Rusland) schieten een Duitschen „Parsi- val" neer, nadat deze hommen op de stad geworpen heefthet lucht schip valt in zee en wordt ver nietigd de bemanning gevangen genomen. Terechtstelling van Halib Pasja bevelhebber van het door compagnieën moeten er voortdurend het oog op houden. Remmers en machine-perso neel zijn verplicht van alle gevaarlijk - plaatsen mededeeling te doen aan het meest nabijzijnde station. Deze plaatsen moeten dan bijgewerkt worden. Dag en nacht moeten daarom de spoor wegtroepen op hun post zijn. Altijd door moeten zij trachten door greppels het water van de spoor te laten afloopen. Hebben zij 's morgens een plek in orde gebracht dan moeten zij 's middags veel verder op het zelfde doen. Maar 's avonds moeten zij dan weer terug waar zij 's morgens geweest zijn omdat weinige meters van de oude plaats de onophoudelijke regen weer oen nieuwe gevaarlijke plek gevormd heeft. Op een van de zeldzame, droge dagen moeten zij er voor zorgen dat de rails op de komende nattigheid worden voorbereid. En dan kan een enkele regendag alle voor zichtigheidsmaatregelen ongedaan maken. Het afloopen van het water is niet altijd genoeg. Bij het tegenwoordige natte weer is de grond zoo diep doorweekt dat de rails eenvoudig wegzakken. Dan komt men met planken die men ondfer de dwarsliggers trekt om de baan meer steun te geven. Heeft men grint en zand in de nabijheid, dan helpt men zich doordat men de doorweekt© plaatsen van modder bevrijdt en deze door een laag zand of kies vervangt. Roemenië. Oostenrijk en Roemenië. LONDEN. Dte „Daily Telegr." meldt uit Boecharest, dat Oostenrijk in den laatsten tijd troepen samentrekt aan do Roemeen- sohe grens. Toen aan Oostenrijk hierom trent inlichtingen werden gevraagd, was het antwoord, dat geen mededeclingen konden worden gedaan, omdat men bezig was met het transport van troepen naar Servië en Boekowina. Het antwoord heeft de opge wondenheid in Roemenië niet bedaard. OP ZEE. Het mijnengevaar. "Wij zijn in de gelegenheid gesteld, een op gave in bijzonderheden te doen van het totaal aantal mijnen, dat sedert het uïtbroken van den oorlog op onze kusten is aangespoeld, vernietigd, enz. Benoorden Helder zijn 6 mij nen in den grond geschoten en 40 op het strand vernietigd, waaronder waren 5 Fran sche en 30 Engelsche mijnen, terwijl 5 van onbekenden oorsprong waren. Tussehen Helder en Hoek van Holland zijn er 13 vernietigd, waarvan 12 Engelsohe en 1 Fransche. Bezui den don Hoek van Holland zijn 46 mijnen in den grond geschoten, 55 geborgen, 70 na aanspoeling op de kust vernietigd on 4 bij aanspoeling ontploft. "Fan deze bezuiden den Hoek aangetroffen mijnen waren er 69 van Engelschen, 36 van Franschen en 3 van Duit schen oorsprong, en de overige onbekend. In het geheel zijn er dus 234 mijnen op onze kusten gevonden. Nog kan worden medegedeeld, dat het on derzoek vanwege onze zeemacht naar in de Zuiderzee gesignaleerde mijnen nog steeds wordt voortgezet, maar ook nog steeds zonder eenig resultaat. De slag in de Noordzee. LONDEN. De „.Daily Telegraph." gt, dab tot de bij den slag in de N-oorclzce geredde Duitschers op varenden behooren van al de groote sche pen en van eenige der kleinere schepen. Velen van de bemanningen, ontsteld door het bloedbad, sprongen in zee, meenend, dat hun schip te gronde ging. Een gevangene is waanzinnig geworden. Een. telegram heeft alsnog eenige bij zonderheden meegedeeld over een onderhoud dat ©en medewerker van de „Times" had met de geredde Duitsche zeelieden van de „Blücher" die thans te Edinburg verpleegd worden. Uit de „Times" blijkt ons dat in het telegram enkele mededeclingen van de zeelieden, door een al te beknopte samen vatting, verkeerd zijn weergegeven. Volgens de „Daily Telegr." ging het op de „Blü cher" bij den ondergang van dit schip zeer ordelijk toe, terwijl volgens de telegraphisclie mededeclingen omtrent het interview in de „Times" de Duitsche zeelieden erkenden dat de mannen die het bevel voerden het hoofd verloren, zoodat er verwarring ont stond. In het verslag van de „Times" zelf echter lezen we niet dat de mannen, maar mannen (dus eenige) die hevel voerden het hoofd verloren omdat hun zenuwen de spanning niet konden doorstaan en dat dientenge volge op enkele plaatsen verwarring ont stond. Er is dus volstrekt geen tegenspraak tussehen de mededeclingen van „Daily Telegr." en „Times". Trouwens ook de „Time6" meldt dat de zeelieden vertelden hoe bij den ondergang van het sohip alles in volkomen orde plaats had. Het was alles zoo „feierlich" zeiden de Duitsche zeelie den. Voor de bepaling van den gemoedstoe stand bij ©en dergelijke ramp is teekenend de mededeeling, dat één der zeelieden lachend bekende dat zijn eerste gedachte was toen hij heb schip zag zinken„wat gaat daar eon boel geld naar den kelder." Al de kleine kruisers, die aan heb ge vecht op de Noordzee deelnamen, zijn in legerkorps bij Kara Oergan. Hevig© gevechten aan het Westelijk front bij La Bassée, Givenchy en Quinchy; ook ge vechten in de streek tussehen Souain en Perthes. In Portugal breekt een re volutie uit. De commandant der Duit sche troepen in Zuid-Afrika, luit. kolonel Von Heydebreck, over lijdt aan zijn wonden. De Turken beginnen scher mutselingen bij El-Kantara en andere oostelijke plaatsen aan het Suez-Kanaai. Door de schermutselingen nabij het Suez-Kanaal, 6telt Egypt© beperking der scheepvaart door het kanaal in uitzicht. Duitsche vliegtuigen bombar deeren in den nacht Duinkerken, doch richten weinig schade aan. De Duitschers trachtten tussehen Soissons en Craonne over de Aisne te trekken, doch do Franschen slaan hen terug. De Duitsche onderzeeboot No. 21 boort de handelsschepen „Ben Cruachan" aan de Tersche kust, de „Linda Blanche" bij Liverpool en „Toko Maroe" bij Havre in den grondde beman ningen ziju grootendoels geredf

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2