Ons Oorlogsdagboek.
Q 3DEÏ @03L.13^»TBE3Tl»J-C0Xm^ISr,I- van Woensaag 3 Fetoruari
1 3 1 S
i' \>ir?
gɫpr
Een stoutmoedige redding van een gewonde door een Engelschen korporaal
wordt verhaald in de Engelsche bladen. Een korporaal Holmes zag een zijner mak
kers neervallen in de loopgraven. Indien hij daar bleef liggen zou hij doodgebloed
zijn, er was geen dokter bjj de hand. Toen nam Holmes zijn strijdmakker op den
schouder, zooals we hierboven zien, en droeg hem heen door de vuurlinie, terwijl de
kogels hun om de ooren floten en de kartetsen in 't rond vlogen. Toen Holmes met
den gewonde een dorp had bereikt, bracht hij hem in een huis daar en snelde toen
naar de loopgraven terug.
ties door onderhandelingen beredderd wor
den, zoo niet, is 't mogelijk, dat nog
twee staten in den oorlog worden gesleept
en daaronder Italië!
België.
De Japansche ecresabel voor koning Albert.
Do Times" bevat een afbeelding van het
Japansche eerezwaard, dat aan koning Al
bert zal worden aangeboden. Het denkbee'd
hiertoe is geopperd door den eigenaar van
het invloedrijke Japansche blad „Asahi"
(de Morgenzon"), die dit zwaard uit zijn
kunstverzameling koos. Een inscriptie op
de scheed© verklaart, dat het zwaard is „een
nederige getuigenis van den diepen eerbied
en de liefdevolle gevoelens, waarmede het
Japansche volk is vervuld voor 's konings
verheven en onvermoeide volharding en de
vcorbeeldelooze vaderlandsliefde, betoond
door het Belgische volk bij de verdediging
van de menschelijkheid en de beschaving bij
ovreeselijkste ramp, welke een yojk kan
treffen."
Duitschland.
De Berlijners op rantsoen gesteld.
De burgemeester van Berlijn heefteen
oproep tot de bevolking gericht, waarin hij
zegt:
Een ieder weet, dat het doel van onze
vijanden is ons uit te hongeren. Dit voor
nemen moet door onze wilskracht schip
breuk lijden. Levensmiddelen zijn in vol
doende hoeveelheid voorhanden, wanneer
maar het noodige overleg wordt betracht.
Niemand hehoert gebrek te lijden, maar
allen zijn verplicht den vroegeren overvloed
tot het noodzakelijke te beperken.
De Bondsraad heeft 25 Januari bepaald,
p dat met 1 Februari te beginnen de hoeveel
heid bakkerswaren tot drievierden moet
worden beperkt. Naar dat voorschrift moet
ieder burger zich nu verder regelen.
Aan brood en meel zijn voor de voeding
van één persoon per week in elk geval niet
meer dan twee kilogram noodig. De erva
ring leert, dat men zich zoo vaak met min
der kan tevreden stellen. Er staan ons be
halve brood, ook andere goedkoope levens
middelen, vooral aardappelen, ter beschik-
king.
Daarom is een ieder, zoowel door de wet
als uit vaderlandsliefde, verplicht in geen
geval het maximum van twee E.G. brood
en meel per week te overschrijden.
Wel moet daarentegen getracht worden
met minder toe te komen, wanneer men aan
minder genoeg heeft.
In het bijzonder wordt van hen, wier
levensomstandigheden voldoende voeding
met andere levensmiddelen toestaan, beslist
verwacht, dat zij hun broodverbruik zoo
veel mogelijk verminderen zullen.
Moeilijkheden zullen in bet begin be
zwaarlijk te voorkomen zijn. Wij doen ech
ter een beroep op den vaderlandslieven den
geest en het gezond verstand van onze
medeburgers om bereidwillig de bepalingen
op te volgen, welke in het algemeen belang
zijn gemaakt.
Vooral geen gedrang bij de winkels: een
ieder koope dagelijks zijn aandeel in.
BERLIJN- De georganiseerde arbei
ders hebben zich ter beschikking van
de regering gesteld om de maatre
gelen tét zuinigeeid met de voor
De militairen in vroeger lijd.
(Aul eursrecht voorbehuwden
m.
De strafwetten, door Frederik Willem I in
Pruisen ingevoerd, waren volstrekt niet
mal soli. Niet alleen schold hij, wie togen hot
recht of tegen zijne verordeningen handelde,
voor „Schweinhund", maar zelfs voor betrek
kelijk geringo vergrijpen liet hij zoo iemand
een duchtig pak „Prügel" toedienen. Vrouwen,
die haar kinderen gedood hadden, deed hij
in door haar zelf genaaide zakken verdrinken.
Kleine misdrijven werden gestraft met aan-dc-
haak-stelling en plaatsing op een houten ezel
aan den openbaren weg. Alle Zigeuners liet
■bij, al8 zij ouder dan 18 jaar waren, aan den
galg ophangen; waren zij jonger, dan moesten
zij naar een weeshuis. Wie duelleerde werd ge
straft met den dood wie een ander oorvijgen
of een pak slaag gaf, kreeg tuchthuisstraf van
1 tot 6 jaren. In 1793 bevonden zich te Span-
dau 110 menschen in gevangenschap, waar
onder twee jeugdige jagers. Zij waren tot
levenslange gevangenschap veroordeeld, omdat
zij eonige patrijzen gestolen hadden. Een poe
lier moest 6 jaren in den kerker verzuchten,
■omdat hij een gestolen patrijs gekocht had.
rGtdden zulke strenge strafbepalingen voor do
[burgerij, do militairen stonden onder even
fzware discipline. Zoo moesten soldaten, die
lantarens hadden beschadigd of stukgeslagen,
[36 maal spitsroeden loopen door een rij van
',200 manschappen.
Tegenover zijn geliefde grenadiers betoonde
tide koning oenige toegevendheid. Toen een
JéSM
raden levensmiddelen krachtdadig te
helpen uitvoeren. De Berlijnsche „Gewerk-
schaftkommission", de „Christliche Ge-
werkschaftskartel" en het „Gewerkvereins-
Verband", deputaties der sociaal-democrati
sche, katholieke en liberale arbeiders vaar
digden een gemeenschappelijke oproeping
uit aan de arbeidende bevolking, waarin zij
wijzen op het dringende belang, dat de be
schikbare voorraden brood op de jiiiste
wijze worden verdeeld en aansporen tot op
volging der voorschriften.
De vakvereenigingen hebben in overeen
stemming met de overheid te Berlijn ver
tegenwoordigers aangesteld, die bij de ver
deeling der broodrantsoenen" zullen me
dewerken en toezicht zullen oefenen bij de
bakkerijen.
Een Soldatencourant.
BERLIJN, 30 Jan. (Corr. Norden.)
Te Rijssel komt om de drie dagen een oor-
logs-courant uit, welke gratis aan de troepen
uitgedeeld wordt en met d© eenvoudigste
middelen door de soldaten in elkaar'wordt
gezet.
Bovendien heeft de overheid te Rijssel
twee leeszalen voor officieren en manschap
pen ingericht, ten einde den dagelijks te
Rijssel komenden talrijken militairen gele
genheid te geven oouranten uit het vader
land te lezen.
Ook in Lodz (Polen) verschijnt een leger-
courant.
Een gevaarlijke patrouille.
Een medewerker van de „Berliner Morgen-
post'' die als onderofficier te velde staat, ver
telt
Tachtig Met-er voor ons front stond een ge
bouw, waaruit wij voortdurend beschoten wer
den. Het werd door een veldbatterij gebombar
deerd maar de gevel bleef staan. Van onzen
majoor kreeg ik gedaan, dat hij vier man van
de genie beschikbaar stelde oni den gevel te
laten springen. Het huis stond in den hoek
van twee vijandelijke loopgiaven, achter een
hek. De loopgraven waren met prikkeldraad en
draadstrikken beveiligd en er was slechts een
smalle weg door deze hindernissen. Het ter
rein er tussehen was vlak met afzonderlijk
staande boomen en do grond was bezaaid met
dorre takken, den gevaarlijksten vijand van
een sluip-patrouille.
Do nacht scheen bij een bedekte lucht zeer
donker to zullen worden. Tegen negen uur
's avonds maakten wij ons gereed. Ik als oudste
onder-officier nam de leiding, twee vrij
willigers en vier pionniers gingen mee. Over
de uniformen hadden wij zakken getrokken,
hot hool'd en het gezicht met hoofdbesoherniers
bedekt en alleen de oogen vrij gelaten. Wij
moesten er zoo donker mogelijk uitzien, omdat
wij rekening moesten houden met do Franscho
lichtkogels, die ongeveer veertig seconden
branden.
Juist stonden wij op het punt onzen kelder
te verlaten, toen een verwoed geweervuur be
gon. Er was nergens alarm geslagen en het
Jiecle front kwam in beweging. Ook zonder het
bevel van den majoor hadden wij ons plan uit
gesteld. Eerst den vierden Januari waren wij
weer in dezelfde stelling. Dezen keer bleef al
les rustig en konden wij om negen uur weg
gaan a] kruipende. Dicht voor onze loopgraaf,
moesten wij over een hoop rottende aardappe
len, die een verpestende lucht gaven. Wij moes
ten voorbij rottende lijken van dieren, het ge
zicht dicht tegen de aarde gedrukt. Zoo kro
pen wij voorwaarts. Ieder takje werd zorgvul
dig weggeschoven, iedere steen verwijderd,
opdat de genie-soldaten- met hun zwaren last
geen hindernis konden ontmoeten. Vaak moes
ten wij minuten lang onbewegelijk in het slijk
voor dien tijd een buitengewoon hooge som,
had schuldig gemaakt, ten gevolge waarvan
hij door het gerecht veroordeeld was om opge
hangen ts worden, wees de generaal van den
beklaagde den koning met een zc-kcr welgeval
len op diens zes voet lange gestalte en pleitte
verzachtende omstandigheden. Het gevolg was,
dat de soldaat met een veel lichtere 6traf vrij
kwam.
Bij parades en inspecties waren de beenbe-
kloeding en de met schapenvet besmeerde en
gepoeierde pruiken een helsche kwelling voor
<len soldaat. Zat het. hoofdtooisel niet „schnei-
dig" of kreukte er een plooi in het linnen der
slobkousen, dan werd do arme schelm op last
van den overste aan den lijve gestraft en liep
niet zelden een lichamelijke verminking op,
waardoor hij voor zijn leven ongelukkig was.
Onder Frederik II werd de behandeling der
militairen ietwat menschwaardiger en de
krijgsdienst aanmerkelijk lichter. Toch bleven
er schandelijke toestanden bestaan, want de
militaire overheden waren sohier almachtig
en de burgers vermochten niets tegen hun vaak
eigendunkelijk en ergerlijk optreden. Hoewel
hij het canton-reglement bepaald was, hoevelen
uit de burgerij bij ieder regiment moesten in
gelijfd worden, bleef de vrijstelling geheel af
hankelijk van de luimen der militaire overhe
den, die wie eenmaal don soldatenrok droe
gen, vasthielden, zoolang zij verkozen. Ont
heffing viel slechts ten deel aan door ziekte
of ouderdom invaliede gewordenen. Onder de
soldaten kwam dientengevolge dikwijls zelf
moord uit vertwijfeling voor, en desertie had
er plaats op ruime schaal. Om ontvluchting te
verhinderen, werden des nachts aan degenen,
die men niet vertrouwde, hun kleeren ontno-
foMP verbaden jgjcji hui-
liggen on waagden wij het ternauwernood to
ademen, als de Franschen heb terrein met licht-
kogels beschoten. Toen we ongeveer halverwege
waren, bleef een van de lichtkogels met zijn
valscherm in een nauwelijks twee meter van
ons afstaanden boom hangen en verbrandde
daar langzaam. Deze seconden waren voor on-
als jaren. We hoorden ons hart kloppen en had
den onze rekening reeds opgemaakt. Daarbij
kwam mij een grashalm in den neus en ik had
de grootste moeito om mijn niezen te bedwin
gen. Jk begrijp nocr niet, dat wij in dit licht
niet ontdekt zijn. Eindelijk, na vijf en veer
tig laDge minuten bereikten wij de heg. Wij
konden nu hooren hoe de Franschen elkaar
fluisterend aanmaanden om uit te kijken. Nu
werd het kruitvat vooruit geschoven en begon-
j nen wij den terugtocht, waarbij de lont zorg
vuldig languit gelegd werd. Toen wij aan het
I eind van den draad gekomen waren, werd deze
aangestoken en trokken wij ons, nu alle voor-
I ziohtigheid'smaatregelen versmadende, in onzen
kelder terug.
In ademlooze spanning telden wij de secon
den. Twee en een halve minuut moest de lont
branden. Reeds waren drio minuten voorbij
en nog hoorden wij niets. Ik ging naar den
meest vooruitgeschoven hoek van de loopgraaf
en luisterde in het duister. Het was alsof iets
zich bij de heg bewoog. Ik nam het geweer van
den post, die naast mij stond, schoot en gaf het
bevel tot snelvuur. Onmiddellijk gingen er
lichtkogels omhoog en nu zagen wij een Fran
scho patrouille, die blijkbaar ons wat wilde
wegnemen, maar die door ons vuur terugge
dreven werd. Terwijl onze lieden door voort
durend schieten den eenigen uitgang uit do
vijandelijke stelling gesloten hielden, kropen
twee van onze soldaten nog eens naar do lont.
Nauwelijks waren zij in den kelder terug of
een ontzettende ontploffing deed den grond
trillen. Een gele vlam sloeg uit en daarna
steeg een zwarto rookwolk ten hemel. De
gevel lag in puin.
Lotgevallen van een gewonde.
In bet socialistisch© orgaan te Halle vindt
men het volgende verhaal uit een soldaten
brief
Heb was de vierde December, toen een kor
poraal met twee man op patrouille moest. Het
weer was zeer slecht, storm en regen. Dooi
den pikdoukeren nacht kropen zij voorwaarts.
De patrouille verdwaalde en keerde terug. Een
kwam echter niet mee. Het was een landweer
man M. genaamd, 's Middags ziet iemand door
een verrekijker, dat vlak voor de vijandelijke
loopgraaf een bruine plek ligt. We dachten on
middellijk dat het M. moest zijn en dat hij
door do Franschen neergeschoten was. Den
avond van denzelfden dag kropen vier man
naar voren om hem te halen en to begraven
Het was vergeefs, ze konden hem niet berei
ken, werden beschoten en moesten terug. M.l
had in den nacht van den vierden een schot
door ziju arm gekregen. Den volgenden nacht
stond hij op en wilde naar ons terug keeren.
In het donker verdwaalde hij, kwam Lij een
Franscho loopgraaf terecht en werd weer be
schoten. Hij riep: „Ik ben toch gewond?",
maar de Franschen verstonden hem niet, tv,
wierpen nog een handgranaat naar hem. Hij
kreeg een schampschot van een splinter aan
zijn hoofd en viel bewusteloos neer. Toen hij
weer hij gekomen was, begon hij weer to krui
pen. Even voor onze prikkeldraadversperring
stond hij op en riep den naam van zijn regi
ment. Plotseling kreeg hij weer vuur van Fran
scho zijde en een kogel trof hem in het linker
been. Weer viel hij en den heelen dag moest'
hij voor onze loopgraven liggen. Eerst 's avonds'
kon hij gehaald worden. Weer kropen eenige,
manschappen vooruit, rolden hem in een stuk
tentlinnen, knoopten er een touw om en op
deze wijze brachten zij hem naar de loopgrn-'.
ven. Hij werd in een schuilplaats gebracht enl
onmiddellijk verbonden. Hij had een wond inj
het hoofd, in den linkerbovenarm en in de dij.j
Twee dagen en nachten had hij gewond tu&4
schen de loopgra ven gelegen in storm en regen,!
zonder eten en drinken. Ik zou het ternauwer-j
nood gelooven, als ik alles niet zelf meege-'l
maakt en hem verbonden had.
Uit de Vogezen.
De oorlogscorrespondent van de „Tag-
liche Rundschau" heeft een tocht gemaakt
door de zuidelijke Vogezen. Hij schrijft uit
de buurt va n -Gebweiier
Hier zijn het niet lange hellingen, waarop
de vijanden tegenover elkaar liggen en in ge
rekte, bij groepen aangelegde loopgraven el
kaar afbreuk trachten te doen, maar de gril
lige bergkopjes hebben hier de overhand. Op
den rand van de bosschen op deze hoogten in
de diep ingegroefde dalen, in de open plekken
in het bosch heeft de vijand zich genesteld;
niet in loopgraven, zooals men elders gewoon
is, maar in een soort van termieten-heuvels,
met platte molslioopen te vergelijken, die bo
vendien in zeer ongelijkmatige lijn zijn aange
legd, heeft de vijandelijke infanterie zich in
gegraven. Zoo'n aarden pantsertoren, dio te-
nauwernood boven den grond zichtbaar is en
nu door de sneeuw volkomoen verborgen wordt,
is mft drie of vier man bezet, van wie elk zijn
van buiten onzichtbaar schietgat heeft. Uit
deze kleine aardholen loopen smalle gangen
naar achter, naar de dekking in het bosch.
Bovendien zijn de daarvoor geschikte boomen
bezet. Er is een kraaiennest in, waarin een
of op zijn hoogst twee man zich tenauwernood
kunnen .bewegen of de mannen hangen meer
dan zij zitten, vast gebonden in de kronen en
vormen voor onze soldaten, die daar langs ko
men, buitengewoon groot gevaar. Zijn onzo
manschappen ongehinderd een termieten-kolo
nie voorbij gekomen, dan kunnen zij er zeker
van zijn van boven of in den rug beschoten te
wordenHier zouden Sioux-lndianen goede
diensten bewijzen. Hier, voor deze guerilla,
zou men troepen noodig (hebben, die bijzonder
voor deze soort van vernietigingsoorlog afge
richt zijn, jagers misschien.
Met alle denkbare list wordt hier gewerkt.
Bewegelijke wijnstokken of andere struiken,
d.w.z. op deze wijze toegetakelde alpenjagers,
hebben een groot© rol gespeeld. Do beste ma
nier om zich tegen een dergelijkcn vijand te
weren, zou zijn hem met rook te verdrijven of
hot bosch eenvoudig in brand1 te steken en zoo
do heele Vogezen te ontruimen. Een voorstel,
dat een Zweed in vollen ernst heeft gedaan.
Maar hot is een onmogelijkheid, zoolang het zoo
vochtig is als op hot oogenblik.
Frankrij k.
Op het Westelijk oorlogsterrefn.
PARIJS. Het midclagcommuniqué
van Zondag meldt:
Het was alle6 rustig voor Cuinchy.
Nabij La Bassée sloegen de Engelsche
troepen drie Duitsdke bataljons terug, met
zware verliezen voor den vijand.
De artillerie van de bondgenooten behaal
de op verschillende punten voordeden.
Nabij Flirev in het Woevregebied lieten
do Duitschers een mijn springen met de be
doeling onze loopgraven te vernielen. Zij
vernielden echter slechts de hunne.
BERLIJN. Officieel. Uit het groote
hoofdkwartier wordt gemeld
Do Fransche verliezen in de gevechten ten
noorden van Niouwpoort op 28 dezer, wa
ren aanzienlijk. Meer dan driehonderd
Marokkanen en Algerijnen liggen dood in
de duinen. Den vijand werd ook gisteren
door ons artillerievuur belet door den aan
leg van tappen in de duinen oostelijk van
den vuurtoren vooruit te komen.
Ten Zuiden van het La Basséelcanaal ont
namen hedennacht onze troepen den Fran
schen in aansluiting met de door ons op
25 'dezer veroverde stelling, twee verdere
loopgraven. Wij maakten meer dan zestig
gevangenen.
In het westelijk deel der Argonnen deden
onze troepen gisteren een tegenaanval, die
ons een niet onbelangrijke terreinwinst
bracht. Aan gevangenen vielen in onze
handen 12 officiereu en 731 man. Wij
maakten 12 mitrailleurs en tien kanonnen
van klein kaliber buit. De verliezen van
den vijand waren zwaar. Vier- tot vijfhon
derd dood en liggen op het slagveld. Het
Fransche iufanterieregiment no. 155 schijnt
vrijwel vernietigd. Onze verliezen waren
betrekkelijk gering. Een Fransche nachte
lijke aanvalspoging ten zuidoosten van Ver-
duu werd onder zware verliezen voor den
vijand afgeslagen.
Ten Noordoosten van Badonviller wer
den de Franschen uit het dorp Angomont
in aller mond, over het geheele front. Do
dappero groenrokken hebben den volgenden
dag nog een ander stulcjo vertoond, een vijan
delijke loopgraaf genomen, dio bij vroegere
pogingen tot bestorming het graf van velen
onzer manschappen geworden was. Met hitte
ren humor had men haar Engelenburg ge
noemd. Nu hebben vijf jagers haar genomen.
Rusland.
Op het Oostelijk oorlogsterrein.
WEENEN. (W. B.) Het communiqué van
Zondagmiddag luidt
Aan de Doeuajetsj en Nida toonde gis
teren de artillerie bij beide partijen groote
bedrijvigheid. Onze artillerie, die den
laatsten tijd reeds meermalen goed uitwer-
kingsvuur afgaf, had ook gisteren succes.
Do vijand ontruimde onder een zeer hevig
vuur eenige loopgraven.
Ook aan het overige front in Russisch
Polen is van tijd tot tijd de artillerie in
actie.
In de Karpathen verliep de dag rustiger.
In de bosschen op de bergen wordt nog
om eenige vlak ten noorden van de pashoog
ten gelegen stellingen gestreden.
De veldspoor.
Een Berlijnsch ingenieur die op hst
oogenblik bij de spoorwegtroepen in Rus
sisch Polen staat deelt in de „Norddeut-
sche Allgemeine Zeitung" bijzonderheden
mee over de veldspoor. Een dergelijke
spoorweg ligt thans van de Duitsche grens
door Russisch-Polen. Een veldspoor moet
zoo spoedig mogelijk voor het gebruik ge
reed zijn. Daarom mogen de toebereidse
len niet veel tijd kosten. Zeer zorgvuldig
moet men echter te werk gaan bij het kie
zen van den weg. Graafwerk wordt zoo wei
nig mogelijk gedaan. De rails worden op
den grond gelegd en slechts de ergste onef
fenheden worden gelijk gemaakt. Een on
derbouw wordt alleen daar aangelegd waar
steile hellingen vlakker gemaakt moeten
worden.
Bij droog weer vormt de grond een bijna
idealen spoorweg daar de rail zich daarin
vreten kan en de spoor dns stevigheid krijgt
tegen zij waar tsche verschuivingen. Bij nat
weer wordt het anders. Op zandgrond hin
dert het weinig, daar deze regen en gesmol
ten sneeuw gemakkelijk opzuigt. Hier in
Russisch-Polen echter hebben wij den slecht
ten de poorten hunner garnizoensplaats te be
geven.
Het was een ramp voor een stad, als er een
groot garnizoen lag, want de soldatonkinderen
kwamen meestal ten laste van de stedelijke
armenzorg. De soldij was voor een gehuwd man
niet toereikend om een gezin te onderhouden.
Slechts op één plaats, te Potsdam, bestond
een afzonderlijk weeshuis voor soldatenkinde-
ren, voornamelijk in stand gehouden door den
steun van eenige rnensohlievende officieren,
maar van overheidswege slechts karig ge
steund.
Sommige Duitsche vorsten voerden naar het
voorbeeld van Lodewijk XIV van Frankrijk
een buitengewoon" kostbare hofhouding, het
geen de onderdanen moesten betalen. Jacht
vermaken, tournooien en dringelagen wissel
den af met wellustige genoegens en theater
leven. Om nu over de noodig© geldmiddelen
hiervoor te beschikken, verkochten zij hunne
onderdanen aan vreemde mogendheden. Zoo
sloot Johan George III in 1684 met den doge
van Venetië een verdrag, waarbij hij 30ÓO
Saksers aan de Italiaansche republiek ver
huurde om op Morea tegen de Turken te strij
den.
Ook de hertog van Brunswijk was een be
faamde soldatenhandelaar in de 18do eeuw;
de Nederlanders hebben bij hem ook wel eens
inkoopen gedaan. Dr. Nuyens kon terecht ge
tuigen: „Mocht do bevolking der Zeven Pro
vinciën lang niet talrijk genoeg wezen om
legers als die, welke in dienst der Staten-
Generaal van 1702 tot 1713 op de been waren,
van kanonnenspijs to voorzien, de Holland-
scho dukaten konden nog altijd de avonturiers
van Duitschland verleiden om als soldaat te
gaan jk$jy|êk&og yoo£ guifcsch©
De eer, de grootste kanonnen to hebben, komt aan tie Duitschors toe, en hun
mortieren van 42 c.M. zijn ongeëvenaard. Maar de Fransche van 72 m.M. zijn ook
niet te versmaden. Hun uitwerking is natuurlijk lang niet te vergelijken met de
Duitsche reuzenmorfcieren, daar staat tegenover, dat ze veel handiger zijn en
gemakkelijker te richten. We zien er hier een in werking in een reeds half verwoest
dorp aan de Aisne. Het stuk is gerioht op de Duitschers in de straat en brengt
blijkbaar groote verwoesting onder hun te weeg. En als het kanon zal zwijgen, staan
de infanteristen reeds om een hoek gereed, onder bedekking van een huis, om een
bajonetaanval te wagen.
op Bremeuil geworpen. Angomont is door
ons bezet.
Een Zeppelin in de richting van Nancy.
PARIJS. De Matin" verneemt uit
Nancy dat Vrijdagmorgen te vijf uur een
Zeppelin over de stad trachtte te vliegen.
Het luchtschip werd heftig door de artil
lerie beschoten en moest naar de Duitsche
linies terugkeeren.
Uit den slag bij Soissons.
Een ooggetuige vertelt in het „Berliner
Ta-geblatt"
Vooral één punt was het, waar het bij den
strijd ten noorden van Soissons op aan kwam.
Een artillerie-stelling, die onze loopgraven
flankeerde. Iedere treffer veegde de loopgraaf
gewoonweg van het eene einde tot het andere
sohoon, zoodat onze mannen, zoodra deze bat
terij begon te vuren, de loopgraaf moesten ont
ruimen. Deze batterij was zeer handig opge
steld. Ze bestond uit drie zware kanonnen,
die op rails liepen, en die, zoodra onze zware
artillerie begon te schieten, spoedig terugge
trokken werden in een van do kalksteen-holen,
die men hier zooveel vindt. Hevig was er gis
teren om deze stelling gevochten. Herhaalde
lijk wa-ren infanterie-regimenten in storm
tegen deze hoogto aangevoerd, maar zij had
den haar niet kunnen nemen. Het gelukte ein
delijk een jagerbataljon, dat niet ver van Ber
lijn in garnizoen ligt. In twintig minuten was
do batterij bestormd. De lof van deze jagers is
vorstjes onweerstaanbare argumenten zijn om
hunne onderdanen in den soldatenrok te ste
ken en dan onder Marlborough en Ouwcrkerke
hun bloed te laten vergieten op do slagvelden
van liamillies of Malplaquet."
Dio dukaten moesten klinken, wilde men
over de verlangde troepen kunnen, beschik
ken. Toen de Deensche koning tijdens den
Spaanschon Successieoorlog aan de bondge
nooten een leger had vei-schaft, waar hij niet
voldoende vóór betaald kreeg, weigerde do
hertog van Wurteraberg, die als generaal het
Deensoho leger commandeerde, op te rukken;
eerst toon Marlborough en de Gedeputeerden
te velde van de Nederlandsche Staten-Gene-
raal borg gebleven waren voor de betaling,
vereenigdo hij zich met het leger der bond
genooten.
Het koopen van soldaten 'in den vreemde
gold ecliter voor oen weinig eervol beroep. Fre
derik II legde zijn minachting hiervoor aan
den dag door de wervers te vergelijken met
«lagers, die er op uittrekken om vee to ver
handelen. Dr. H. H. KNIPPENBERG.
26ste week.
25 Jan. Berichten van landing in Noord-
Frankrijk van een aanvullend
Eugelsch leger.
Een onderzeeër torpedeert
bij Riigen in de Oost-Zee
déu Duitschen kruiser „Gaselle"
het schip kan een Duitsche haven
iere|ken spftder .wjfes.
sten grond getroffen, dien men voor een
veldspoor vinden ken. Zooals men weet be
staat het land uit zeer vette aarde. Zoodra
deze nat wordt, wordt ze glibberig. Op
plaatsen, waar de grond een weinig naar
beneden gaat wordt ze vooral bij verkeer,
geheel doorweekt en moerassig door de
plassen. Bij iederen rit over den natten
grond komen de rails in beweging. Daar bij
ae vluchtige voorbereiding van den weg de
rails nooit zuiver waterpas gelegd kunnen
worden nog daar gelaten de bochten
waar de rails niet waterpas mogen liggen
krijgt men bij het rijden steeds een slin
geren van de wagens zij het ook in zeer ge
ringe mate. Dit slingeren is echter reeds
voldoende om de rails uit de oorspronkelijke
richting te schuiven. Spoedig krijgt men
een kleine bocht. In ongelooflijk korten
tijd slipt de rail ter zijde, spoedig ontstaat
een scherpe knik die een ontsporing ver
oorzaakt. Dergelijke knikken ontstaan ook
in verticale richting daar de grond door het
water doorweekt wordt en ajs men er over
heen rijdt als modder omhoog spuit. Hier
door ontstaan kuilen, waarin de rail weg
zinkt, zoo dat vaak een horizontale en een
verticale knik op dezelfde plaats voorko
men.
Dergelijke plaatsen op de lijn vindt men
in bijna onafgebroken reeks, zoodra deze
maar over vetten grond loopt. De snoorweg-
26
schenlevens.
De Russische Zwarte Zee-
vloot boort bij Senope het s.s.
„Georgios" in den gi'ond, waar
door zestien Turkache vliegtoe
stellen vernietigd worden.
Bij bet verlaten van de
Zwarte Zee stoot het Turksch-
Duitsche oorlogsschip „Goeben"
op een mijn het schip kan Beikos
bereiken,
Een aanval van de rebellen-
commandanten Klernp en Maritz
met 1200 man op Upington (Zuid-
Afrika) wordt afgeslagen.
LLet Portugeescbe ministerie
Coutinho is afgetreden en ver
vangen door een militaire dicta
tuur onder generaal Pimento
Castro.
De Nederlandsche Tweede Kamer
besluit met bijna algemeene stem
men, Landweer en Militie in
dienst te houden.
De forten van Libau (Rusland)
schieten een Duitschen „Parsi-
val" neer, nadat deze hommen op
de stad geworpen heefthet lucht
schip valt in zee en wordt ver
nietigd de bemanning gevangen
genomen.
Terechtstelling van Halib
Pasja bevelhebber van het door
compagnieën moeten er voortdurend het
oog op houden. Remmers en machine-perso
neel zijn verplicht van alle gevaarlijk -
plaatsen mededeeling te doen aan het meest
nabijzijnde station. Deze plaatsen moeten
dan bijgewerkt worden.
Dag en nacht moeten daarom de spoor
wegtroepen op hun post zijn. Altijd door
moeten zij trachten door greppels het water
van de spoor te laten afloopen. Hebben zij
's morgens een plek in orde gebracht dan
moeten zij 's middags veel verder op het
zelfde doen. Maar 's avonds moeten zij dan
weer terug waar zij 's morgens geweest zijn
omdat weinige meters van de oude plaats
de onophoudelijke regen weer oen nieuwe
gevaarlijke plek gevormd heeft.
Op een van de zeldzame, droge dagen
moeten zij er voor zorgen dat de rails op
de komende nattigheid worden voorbereid.
En dan kan een enkele regendag alle voor
zichtigheidsmaatregelen ongedaan maken.
Het afloopen van het water is niet altijd
genoeg. Bij het tegenwoordige natte weer
is de grond zoo diep doorweekt dat de rails
eenvoudig wegzakken. Dan komt men met
planken die men ondfer de dwarsliggers
trekt om de baan meer steun te geven. Heeft
men grint en zand in de nabijheid, dan
helpt men zich doordat men de doorweekt©
plaatsen van modder bevrijdt en deze door
een laag zand of kies vervangt.
Roemenië.
Oostenrijk en Roemenië.
LONDEN. Dte „Daily Telegr." meldt uit
Boecharest, dat Oostenrijk in den laatsten
tijd troepen samentrekt aan do Roemeen-
sohe grens. Toen aan Oostenrijk hierom
trent inlichtingen werden gevraagd, was het
antwoord, dat geen mededeclingen konden
worden gedaan, omdat men bezig was met
het transport van troepen naar Servië en
Boekowina. Het antwoord heeft de opge
wondenheid in Roemenië niet bedaard.
OP ZEE.
Het mijnengevaar.
"Wij zijn in de gelegenheid gesteld, een op
gave in bijzonderheden te doen van het totaal
aantal mijnen, dat sedert het uïtbroken van
den oorlog op onze kusten is aangespoeld,
vernietigd, enz. Benoorden Helder zijn 6 mij
nen in den grond geschoten en 40 op het
strand vernietigd, waaronder waren 5 Fran
sche en 30 Engelsche mijnen, terwijl 5 van
onbekenden oorsprong waren. Tussehen Helder
en Hoek van Holland zijn er 13 vernietigd,
waarvan 12 Engelsohe en 1 Fransche. Bezui
den don Hoek van Holland zijn 46 mijnen in
den grond geschoten, 55 geborgen, 70 na
aanspoeling op de kust vernietigd on 4 bij
aanspoeling ontploft. "Fan deze bezuiden den
Hoek aangetroffen mijnen waren er 69 van
Engelschen, 36 van Franschen en 3 van Duit
schen oorsprong, en de overige onbekend. In
het geheel zijn er dus 234 mijnen op onze
kusten gevonden.
Nog kan worden medegedeeld, dat het on
derzoek vanwege onze zeemacht naar in de
Zuiderzee gesignaleerde mijnen nog steeds
wordt voortgezet, maar ook nog steeds zonder
eenig resultaat.
De slag in de Noordzee.
LONDEN. De „.Daily Telegraph."
gt, dab tot de bij den slag in
de N-oorclzce geredde Duitschers op
varenden behooren van al de groote sche
pen en van eenige der kleinere schepen.
Velen van de bemanningen, ontsteld door
het bloedbad, sprongen in zee, meenend,
dat hun schip te gronde ging.
Een gevangene is waanzinnig geworden.
Een. telegram heeft alsnog eenige bij
zonderheden meegedeeld over een onderhoud
dat ©en medewerker van de „Times" had
met de geredde Duitsche zeelieden van de
„Blücher" die thans te Edinburg verpleegd
worden. Uit de „Times" blijkt ons dat
in het telegram enkele mededeclingen van
de zeelieden, door een al te beknopte samen
vatting, verkeerd zijn weergegeven. Volgens
de „Daily Telegr." ging het op de „Blü
cher" bij den ondergang van dit schip zeer
ordelijk toe, terwijl volgens de telegraphisclie
mededeclingen omtrent het interview in de
„Times" de Duitsche zeelieden erkenden
dat de mannen die het bevel voerden het
hoofd verloren, zoodat er verwarring ont
stond.
In het verslag van de „Times" zelf echter
lezen we niet dat de mannen, maar mannen
(dus eenige) die hevel voerden het hoofd
verloren omdat hun zenuwen de spanning
niet konden doorstaan en dat dientenge
volge op enkele plaatsen verwarring ont
stond. Er is dus volstrekt geen tegenspraak
tussehen de mededeclingen van „Daily
Telegr." en „Times". Trouwens ook de
„Time6" meldt dat de zeelieden vertelden
hoe bij den ondergang van het sohip alles
in volkomen orde plaats had. Het was alles
zoo „feierlich" zeiden de Duitsche zeelie
den. Voor de bepaling van den gemoedstoe
stand bij ©en dergelijke ramp is teekenend
de mededeeling, dat één der zeelieden
lachend bekende dat zijn eerste gedachte
was toen hij heb schip zag zinken„wat
gaat daar eon boel geld naar den kelder."
Al de kleine kruisers, die aan heb ge
vecht op de Noordzee deelnamen, zijn in
legerkorps bij Kara Oergan.
Hevig© gevechten aan het
Westelijk front bij La Bassée,
Givenchy en Quinchy; ook ge
vechten in de streek tussehen
Souain en Perthes.
In Portugal breekt een re
volutie uit.
De commandant der Duit
sche troepen in Zuid-Afrika, luit.
kolonel Von Heydebreck, over
lijdt aan zijn wonden.
De Turken beginnen scher
mutselingen bij El-Kantara en
andere oostelijke plaatsen aan
het Suez-Kanaai.
Door de schermutselingen nabij
het Suez-Kanaal, 6telt Egypt©
beperking der scheepvaart door
het kanaal in uitzicht.
Duitsche vliegtuigen bombar
deeren in den nacht Duinkerken,
doch richten weinig schade aan.
De Duitschers trachtten tussehen
Soissons en Craonne over de Aisne
te trekken, doch do Franschen
slaan hen terug.
De Duitsche onderzeeboot
No. 21 boort de handelsschepen
„Ben Cruachan" aan de Tersche
kust, de „Linda Blanche" bij
Liverpool en „Toko Maroe" bij
Havre in den grondde beman
ningen ziju grootendoels geredf