No. 72.
Zondag 31 Januari 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Sjeang Hennekers.
Gezondheidsleer,
Oplaag 50,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADRES DEE REDACTIE PALESTRTN ASTRA AT 10, AMSTERDAM. TBLE-
flOOX Z. -1%8. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PEE WEEK VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MIL IT ALBEN
3 ('ENT, ABONNEMENT 1.50 TER DRIE MAANDEN.
Voor Advert©nti?n wende ia en rich tot. het Alg. Adv erter. tl e- Bureau BOUXJA Co
Heerengracht 226 Amsterdam of tot de Drukkerij .Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam, Prys der Advcrtentièn per regel 30 cent.
De Duitsche vliegmachines hebben al heel wat bommen geworpen. „"Werpen"
is eigenlijk het rechte woord niet; men laat Z6 eerder vallen. Hoe dat gebeurt,
laat de teokening hierboven zien; er is een heel mechanisme voor noodig. Op het
kiekje hierboven stellen we ons voor, dat een deel van den vleugel en van den
zijkaut der vliegmachine is weggesneden. We zien nu, hoe de bommen bevestigd
zijn onder aan het vliegtuig; door een druk met zijn voet. laat de „man op den uitkijk"'
er een vallen: een bom laat los ea barst beneden uiteen, dood en verderf verspreidend.
f«lededeei!ng.
Dringend verzoeken wij nogmaals om bij
correspondentie over „DE SOLDAiENCOliRANÏ"
toch zorgvuldig te vermelden, hoe het adres
luidt van het pakket Soldatencouranten dat
men ontvangt. Aan verzoeken om wijziging te
biengen in den inhoud der pakstten, kan geen
gevolg worden gegeven worden, wanneer men
ons niet precies mededeelt, hoe deze pakketten
geadresseerd worden.
Namen en plaatsen komen op onze expedltie-
lijst niet voor, maar wel volledige aanduiding
van de onderdeeien, waaraan wij toezenden.
Men houde toch met dit verzoek dat wij
reads vele malen deden rekening, om zich
zelf en ons in onze drukke werkzaamheden,
noodelooze moeite te besparen.
Langer in dienst honden van dienstplichtigen
bij lis Landweer.
I.
In ons "blad is reeds vermeld, dat in do
zitting van de Tweed© Kamer der Staten-
Generaal van 26 Januari j.l. met bijna alge
meen© stemmen het wetsontwerp tot het
langer in dienst hoilden van dienstplichtigen
bij do landweer is aangenomen.
Bij de beraadslagingen over dit wetsont
werp zijn door de ministers van oorlog en
van binnenlandsche zaken belangrijke rede
voeringen gehouden, die wij verkort in ,,De
Soldatencourant" zullen laten volgen.
De heer Bosboom, minister van oor
log, sprak aldus
Mijnheer de Voorzitter. Gedurende do
schriftelijke en mondelinge behandeling van
dit wetsontwerp en het daaraan voorafgegane
Indische Schets.
n. (Slot.)
Sjeang was thans 18 jaar en een der
knapste jongens van het dorp. Rijzig van
gestalte, lenig in al zijne bewegingen, oen
flinke kop met donkerbruin haar en in het
fijn besneden gezicht een paar zwarte oogen,
die flink en blijmoedig de wereld in blikten.
Men zou op 'fc eerste gezicht niet zeggen,
met een eenvoudigen boerenjongen te doen
to hebben, daar zijn geheele figuur bepaald
iets gedistingeerds had.
Op zékeren dag kreeg Sjeang een boek in
handen, bevattende reisbeschrijvingen uit
onzeu Indischen archipel. Hij had daar eerst
rnasj: wat onverschillig in zitten bladeren,
totdat op eens zijne belangstelling werd op
gewekt en hij met meer aandacht ging lezen.
Zijne belangstelling steeg bij elke bladzijde.
Als hij maar een oogenblik tijd had, 't zij
in huis of buiten, nam Sjeang ziju boek voor
den dag om nog vlug eenige hoofdstukken te
lezen.
Toen hij zijn boek had uitgelezen, kon hij
er nog maar niet van scheiden, 'e Zondags na
de hoogmis, inplaats, van zooals naar ge
woonte, met de dorpsjongens het bosch in
te trekken, bleef Sjeang thuis en zat don
geheeleu dag tot 's avonds too zich in zijne
Leb ili mij vaak afgevraagd' hou nu Gaat
het hier om een aanvraag ia -tijd van vollen
vrede, bijvoorbeeld voor groolc manoeuvres?
Of staan wij hier in de buitengewone omstan
digheid van oorlogsgevaar, die aanleiding tot
het indienen van dit wetsontwerp hebben ge
geven? Ik heb mij afgevraagd: beseft men dan
niet den ernst van den toestand, waarin wij
verkceren
Gelukkig heb ik gistermiddag van den ge-
achton afgevaardigde uit Venlo, uit deze hooge
vergadering eigenlijk voor hot eerst vernomen,
dat wij verkeeren onder omstandigheden.,
waarin de militaire eischen praedomiueeren
boven alle belangen, die op liet oogen blik vooi
ons land van beteekeuis zijn. Ik stel daar da
delijk tegenover de uitspraak vau den geach-
ten afgevaardigde uit Rotterdam, die als zijn
meening te kennen gaf, dat de militaire orga
nisatie zich ook op dit oogenblik aan de maat
schappelijke eiscken moet aanpassen. Men ge
voelt bij die twee scherpe tegenstellingen aan
welke zijde ik. als Minister van Oorlog, de
verantwoordelijkheid dragende, dat wij in mi
litairen zin onder alle omstandigheden aan
onze verplichtingen zullen kunnen voldoen, be
hoor te staan. De Regeering acht het noodig,
dat het leger op zijn volle sterkte en in zijn
organieke samenstelling gereed blijft om als
werktuig in liaar hand alles to doen wat ver-
eischt wordt om aan onze nationale en inter
national*) verplichtingen te voldoen. Dc vraag,
of dit moet, is door de Regeering in toestem-
menden zin beantwoord, en do motieven welke
tot dat antwoord hebben geleid zijn door mij,
zoover als ik gaan kon, in de beide Nota's, die
ik aan dc Kamer heb doen toekomen, uiteen
gezet.
De Regeering staat hier tegenover de om
standigheden ©enigermate als oen veldheer te
genover den vijand. Een veldheer moet zijn
besluiten nemen, meestal staande tegenover tal
van vraagteekens, tegenover vele onbekenden.
Daartegenover kan hij in den regel over feite
lijke waarheden slechts in zeer geringe mate
beschikken. Een van d© eerste eischen aan
een veldheer te stellen is het bezit van intuïtie,
en erkend moot worden, dat de Regeering bij
lectuur te verdiepen. Soms werd het hem te
machtig en dan riep hij in verrukking uit
„Och, waat mot 'fc dao todli sjoon zien!''
Sjeng ging aau 'fc peinzen.
Hij werd opmerkelijk stil, men had reeds
eenigen tijd opgemerkt, dat hij uiet was, zoo-
als gewoonlijk. Hij kon soms zoo eigen
aardig zitten kijken, als verzonken iu diepe
gedachten en steeds zweefde dan voor zijn
geest, dat tooveraentige schoon© land, daar
ver weg, over den oceaan, waarvan hij in
zijn boek gelezen had.
Op een goeden dag kwam het. er uit.
Men zat aan tafel aan het. middageten en
Sjeang zat weer zwijgend voor zich uit te
staren- „Sjeang'', vroeg vader, ,,bis ste neet
good jong? Mankeert, dieg get" Zék 't
da.au 1
Nein vaojcr, antwoordde Sjeang, mieg
mankeert niks, ieg bin neet kraank.
,Noe sjpreck op, zeide vader, en mèr gaw,
ieg bin dat motee meu.
Vaojer, hernam Sjeang, geer mot. neet
kwacd weerde, ieg zal 't uug mor zèkge.
ieg wol nao den Oost
Heilige Slevenier! riep vader en liet van
schrik zijn lepel vallen, .,wols tieg nao den
Oost V
„Mêh jong, doe bis getik
„Hub ste 't bie oos dan neet good?"
„Zin moojer en ieg uiet altied goed veur
dieg gewêes? Sjteit neet pront um Welf oor
haar maatregelen raak intuïtief m«et hande
len. De Regeering kan bij haar medetlcelingén
hoofdzakelijk slechts dc feiten geven, die haar'
bekend zijn. Wat nut zou het hebben om in
comité-generaal meer te geven dan dat? Wat
zou bet gevolg daarvan zijn? Geen ander dao
verzwakking, juist waar zij sterk behoort te
staan. Een veldheer heeft zijn weifelingen,,
heeft te kampen in eigen boezem, toch moet liij
besluiten nemen; hij moet, maar nimmer maffi
hij naar buiten laten bemerken, dat hij wei
felt. Dat aan do Regeering weifelingen niet
bespaard worden, betiocf ik niet te zeggen.
Maar om sterk te staan moet zij het vertrou
wen bezitten van het volk en van zijn vertui
gemvoordigers. Van hot eerste oogenblik af
aan, dat de politieke horizon begon te verduis
teren, heeft de Regeering daarop gerekend.
Ik kan een eigenaardige illustratie bijbren
gen van de moeilijkheden, van de weifelingen,
tiic zich kunnen voordoen, terwijl toch besliste'
maatregelen moeten worden genomen.
Ik verzoek do Kamer zich voor een oogen
blik te verplaatsen in de laatste dagen van.
Juli. Ik heb vóór qiii een exemplaar van een
onzer groote bladen van 28 Juli Daarin vind i
ik een stuk waarboven staat„Tér Geruststel-!
ling". Datstuk vangt aan aldus:
..Onze militaire medewerker schrijft:
Hebt ge het laatste telegram ai gelezen?)
Zoodra tie Serviërs den Donau overschrijdend
laat het detachement te Deventer de spoöi weg-
brug over den IJssel in de lucht vliegen." g
Men gevoelt uit dezen aanhef in welken
toon, in welken diapason dat artikel gesteld
was. Het stak min cf meer den draak met ze
kere voorzorgsmaatregelen van de Regeering,
waaromtrent een cn ander was uitgelekt.
Het artikel gaat door het is interessant,
juist omdat het de militaire medewerker is,
die het schrijft
„Bestaat er kans op, hunnen en derhalve
■willen do groote Eu t opcoach© Mogendheden
vechten Weet ge, dat frankrijk, zoo u zulks
dc onthullingen van senator Humbert nog met
hebben gezegd, op het oogenblik niet in staat
is, een emstigen strijd te aanvaarden? Is het
u onbekend, dat Rusland, nog steeas door. met
echte barbaarschhc-id onderdrukte, woelingen
verscheurd wordt, nog steeds niet gereed is met
de reorganisatie van leger en vloot na den on-
gelukkigen strijd met Japan? Meent ge soms.
dat Engeland op liet oogenblik de handen niet
meer dan vol beeft mc-t de netelige Ulster-
quaesiie, die elk oogenblik tot een 'bloedige»
burgeroorlog kan leiden Wat kan er dau van
een Europeesoh conflict worden, tenzij Duitsch-
land meent, dat nu het. nimmer terugkeerende'
moment daar is, om Frankrijk, door inwendi-
gen politieken strijd en telkens wisselende ieger-
organisatie ondermijnd, opnieuw, evenals in
1870, voor jaren tot machtenoosheid to trap
pen. Maar Duitschland kamt geld te kort zegt
men, en dan de vredeskeizer, die juist door
het rammelen met kuras en sabel, ieder in rus
tig ontzag houdt, is cr ook nog en eindelijk de
diplomaten te Berlijn on te Ivonden verstondf
door J. P. BIJL, officier van gezondheid.
XXIV.
Hel kwartier. I.
In do „Wenken voor hel behoud der gezond
heid te Velde die aaja de militairen zijn
uitgereikt, wordt aangaande het kwartier ge
zegd
„Wees zindelijk op uw kwartier. Bevuil het
ligstroo cn dekens niet niet eetwaren, afval of
met vuile schoenen. Spuw niet. Laaide dekens
zoo dikwijls mogelijk in de zon hangen. Indien
ge ongedierte hebt, meldt dat d3n den officier
van gezondheid, anders besmet ge uw geheele
kwartier cn dan i- reiniging moeilijk meer
mogelijk. Laat u dus niet door valsche
schaamte weerhouden."
Hierin is het belangrijkste weergegeven wat
da soldaat moet doen en laten om het kwartier
in. goeden staat to houden. Wij zullen than-
eens nagaan om welke redenen die zorg voor
het kwartier zoo noodig is en daarbij in het
bijzonder de grootere kwartieren beschouwen
De huisvesting van een groot aantal nien-
feehen in een beperkt© ruimte he?ft- steeds
veel moeilijkheden en gevaren met zich ge
bracht. Een ieder, die wel eens iets gelezen
hseft- over den toestand, die in vroeger eeuwen
ïn de steden heerschte weet met welke bezwa
ren men toen te kampen bad. De muren, die
de steden omgaven, maakten een uitbreiding
niet mogelijk, zoodat bij vermeerdering Tan be
volking do beschikbare ruimte per persoon
steeds minder werd. Overbevolking, onvoldoen
de luchtver versching, gebrekkige vuilafvoer
waren schoring en inslag en een hoog sterfte
cijfer, vooral wanneer besmettelijke ziekten in
hefc land kwamen, was het gevolg.
Maar ook in den tegen woord ïgen tijd ziet
men in de armenwijken der groote steden
veelal toestanden, de huisvesting betreffende,
dio weinig van die in de middeleeuwen zullen
verschillen.
Halverwege do vorig© enuw werd naar de
huisrestiug in de achterbuurten door den
Engelschmun Hawksley een onderzoek inge
steld en in zijn belangrijk rapport komt hij
tot de slotsom, dat de grootste sterfte heerscht
ïn die woningeu. waar per persoon de minste
hoeveelheid lucht aanwezig is.
Iets dergelijks ziet men b.v» op schepen en
wat voor ons van veel belang is, in leger
plaatsen. Ook daar ziet men dat ziekten,
vooral besmettelijke ziekten, het meest heer-
schen wanneer er overbevolking is. Zeer dui
delijk kwam dit uit tijdens dttn Krimoorlog.
De Engolschen en Franse-hen verkeerden aan
vankelijk onder gelijke omstandigheden en in
'beide legers woedden 'infectieziekten, vooral
cholera en- oorlogstyphus.
De Engelsehen hebben toen den geneeskundi-
dienst volmacht gegeven om de noodig©
gn [hygiënische maatajgelen te treffen. Zij
ie-'",'ijoawden ruime" goed 'w--
elkanders immers reeds ten aanzien van liet bv.- coawden ruime) go=d geventileerde barak-
houd van den Europcescten vrede. j ken, zorgden voor geregelden vuilafvoer.
Neen, waarlijk het zal zoo'n V3art niet I bodemdr.iinage enz., ^terwijl de Fransche ge-
loopen, blijf kalm toch toezien, hoe de berg
bezig is een muis het aanzijn te schenken."
Dat was den SSsten Juli. Op 1 Augustus
verklaarde Duitschland den oorlog aan Rus
land, bezetten Duitsche troepen Luxemburg
en werd het ultimatum aan België gelanceerd.
Nu weet ik wel, het was slechts de militaire
medewerker van dat blad, die hier aan het
woord was; maar ik geloot toch met eenig
recht te mogen veronderstellen, dat, wanneer
op 28 Juli de Kamer bijeen was geweest en dan
ter sprake waren gekomen enkele voorzorgs
maatregelen, die door do Regeering werden ge
nomen. men de Regeering allicht zou gevraagd
hebben: maar wat bogint gij toch? En ik maak
mij sterk dat, wanneer er op den dag waarop
door de Regeering het besluit werd genomen
om het leger te mobiliseeren dat was 31
Juli zitting was geweest van deze Kamer,
op dat oogenblik gevraagd zou zijn om comité-
generaal, en dat men gezegd zou hebben: leg
de zaak bloot. En dau zou het voor cle Re
geering uiterst moeilijk geweest zijn do Kamer
te bevredigen, omdat ik kom bier terug op
miju vergelijking met den veldheer hierbij
noodig was een intuïtief optreden van dc Re
geering in menig opzicht. Het zou zeer moei
lijk ziju geweest met feiten de noodzakelijkheid
aan to toon en, om op dat oogenblik ons leger
te mobiliseeren. Indien do oorlog niet ware
uitgebroken, zou de Regeering zich daarop
hebben moeten verantwoorden en het ware
zeer goed denkbaar, dat dit zou zijn uitgeloo-
pen op een conflict, ten gevolge waarvan de
Regeering had moeten aftreden.
Ziedaar een 'an de redenen, waarom in een
comité-generi>« door de Regeering geen heil
wordt gezien. Zij moet in deze omstandighe
den een beroep doen op het vertrouwen van
(Wordt vervolgd.)
hie de midda-g op taofel, do© hubs toch veur
niks te zörgc.
Toen „mooier" haar jongs ten zoon hoor
de verklaren, dat hij als soldaat naar den
Oost wilde, barstte zij in snikken uit, maar
fcusschen hare tranen door vroeg zij
.„Sjean is dat det land woe de bavionen
en de girofelsnegel (kruidnagelen) vandaan
komme?"
Va-der wilde er niets van weten, hij tracht
te op alle mogelijke manieren zijn Benja
min van diens voornemen af te brengen,
maar niets mocht baten, steeds was bet ©iu,
de van d© geschiedenis dat Sjeang uitriep:
,,©n toch wil ieg nao den Oost!J
Teneinde raad, werd de oude pastoor in
den arm genomen. Al het redenaarstalent
van den ouden zielekerder was niet iu staat
Sjeang tot andere gedachten te brengen en
toen hij zijn eerwaarden ouden vriend ge
zegd had: „Menier pastoor, es voajer mieg
neet liet goon gebeur© cr ongelukke. vond
zijn Zeereerwaarde het weusche.ijk aan
Sjeang's vader te adviseeren om den jon
gen iu Gods naam maar zijn zin te geven.
Toen eenige weken later Sjeang, in kolo
niaal uniform, afscheid had genomen, aau
den ouden pastoor beloofd had te zullen
schrijven, toen hij a] zijne geliefkoosde
plaatsen in bosch en weide, op heuvel en in
dal nog eenmaal had bezocht, toen is liij
heengegaan blijmoedig en vol hoop in al
neeskundige dienst slechts tegenwerking on
dervond. De Fransche manschappen bleven
wonen in de hutten van leem, plaggen en
stroo, die ze ongeveer een meter diep in den
grond hadden uitgegraven. De proef op de som
was, dat het volgend jaar de ziekten bij do
Engelschen geweken waren, terwijl het hooge
sterftecijfer bij de Fra-nsohen onverminderd
bleef voortbestaan.
Eenzelfde verbetering van den gezondheids
toestand ziet men optreden, wanneer de huil
vesting verbetert in andere kwartieren waar
veel gevaar is voor overbevolking, b.r. in toe
vluchtsoorden voor dakloozen, nacLTasylen
d. Ook wat dit betreft, zijn de Engelschen do
leermeesters van Europa geweest.
Reeds in 1851 kwam daar een wet tot stand,
waarin allerlei bepalingen voorkwamen be
treffende den gezondheidstoestand in dergelij
ke kwartieren. Deze verblijven, waar het arme
deel der groote-stadsbevolking voor een deel
samenhokte en die de broeinesten waren
infectieziekten, werden steeds beter ingericht-,
het- toezicht op de gebouwen en de bewoners
werd steeds strenger en het aantal ziekten
werd van jaar tot jaar minder.
Uit dit alles blijkt dus, dat dé toestand
waarin het kwartier verkeert van grooten in
vloed is op cle gezondheid van de bewoners en
het zal dus van belang zijn om na te gaan
wat do oorzaak is van den slechten gezond
heidstoestand in <lo overbevolkte verblijven
van allerlei soort. Wij zullen ons daarbij weer
geheel laten leiden door de omstandigheden,
waaronder de manschappen te velde thans
verkeeren en daarbij nagaan in hoeverre zij
mogelijk minder gewenschto toestanden zelf
kunnen verbeteren.
(Wordt vervolgd.)
Ce toestand in den reuzenstrijd.
De oorlog grijpt al verder om zich. lieen
en al ingewikkelder worden de t-oestanden.
Nu is er iets gebeurd, dat van een belang
rijke, zeer ver gaande strekking kan zijn
do militaire autoriteiten, zoo wordt uit
Londen bericht, nemen maatregelen om het
Suezkanaad te sluiten. Dit kau natuurlijk
riet anders dan tijdelijk zijn en z«3fs liecl
kort tijdelijk. Zoo niet, dan is de schade,
aan cle wereldhandei toegebracht, niefc te
ramen- Ook ons land zou er onder lijden
onze schepen naar de Oost zouden weer den
ouden langen weg om Kaap de Goede Hoop
moeten nemen. Doch Engeland zeker niet
minder, nog meer denkelijk, liet zou do
l<wte verbinding met geheel zijn Aziatische
koloniën missen.
Er is natuurlijk oen reden voor, dat het
Kanaal gesloten wordt: de aanvallen der
Turken er op in de laatste daven. Die
maakten de vaart door het Kanaal gevaar
lijk, en de Maatschappij, die het bestuurt,
heeft in zooverre gelijk de vaart er door te
stremmen. Het ia waar, het is op hefc
oogenblik Engeland, dat. het Kanaal sluit,
n aar dat zal gebeuren in naam der Sucz-
Kanaal-Maatschappij. wier neutraal karak
ter door alle mogendheden gewaarborgd is.
Hoelang de sluiting zal duren, is nog niet
ie zeggenindien men haar volhoudt tot
de Turken geen aanvallen meer doen, kan
er nog heel wat tijd voorbijgaan. Er zal
echter wel wat op gevonden worden.
Van hefc eigenlijk oorlogsterrein niefc veel
nieuws. Evenwel is er in de laatste dagen
ir. West en Oost hard gevochten, zonder
dat er groote resultaten zijn bereikt,. Den 25,
26 en 27 Januari hebben de Duifcschera
blijkbaar zware aanvallen gedaan, op ver
schillende punten van Yperen tot in d©
Vogezen, maar we vernemen niet van een
zegepraal van belang op hefc een of ander
punt. Wel deelt een Franscli communiqué
mee, dat in die drie dagen de Duitechers
meer dan twintig duizend man hebben ver
loren. De vraag is echter gewettigd, hoe de
tegenpartij dat. zoo precies weet-. Waar
schijnlijk zullen echter de verliezen wel zeer
groot zijn geweest.
In het Oosten hadden de Russen het of
fensief hervat. Naar het schijnt over het
geheele front, dat zich ook daar langzamer
hand tot een ontzaglijke lengte heeft uitge
breid en nu loopt '.-au 'fc noorden van,
West-Pruisen tot aan de Bukowina. Maai
de aanvallende beweging der Russen had
hoofdzakelijk plaats in Polen en in de
Bukowina. Op beide terreinen is zij mislukt.
In de Bukowina vooral', naar het blijkt:
daar vonden de Russen een leger van een
half millioen vijanden tegenover zich en in
sche platina normaalmaat i& verdwenen. Een
troost is liet, dat er nog een normaalmaat is
tc Londen en een normaal tc Parijs.
Bij het Belgische leger.
Men kan zich onmogelijk voorstellen
welke enorme voorraden levensmiddelen
hier voor de troepen noodig zijn. In do
eerste plaats brood en vleescb, dan koffie
en Lier. Het vleesch werd aanvankelijk
verkregen door het vee in den omtrek vzn
de boeren op te koopen. Doch die voorraad
was na eenige maanden uitgeputen an
derdeels liet men 't melkvco ongemoeid,
wijl men de melk dichtbij bfehoeide voer
de hospitalen. Nu wordt dan ook het vee
dieper in Frankrijk opgekocht. Bij beele
kudden wordt het dan gestald, zoo dicht
mogelijk achter het front, en aldaar go-
slacht. In vierendeelen wordt 't dan verder
naar het front gevoerd en daar verwerkt.
Met het brood gaat het anders. Dit luimt
geheel gereed met trein in Veurne, Ador.-
j kerke enz. Daar wordt het overgeladen in
j groot© vrachtauto's en met deze voertuigen
naar het front gevoerd. Die dienst eischt
keel wat overleg, en heel wat menschen.
Men kan wel gerust zeggen dat pl.rn. 30
der ingedeelden bij het leger voor den vor-
zorgingsdiensfc noodig zijn, en hoe verder
het front van de basis af is, hoe grooter
dit leger moet zijn. Van het front tot in
het land waar de voorraden zijn, moet het
één ononderbroken keten ziin. In Frankrijk
gaat het vrij gemakkelijk daar hier de vele
havens do voorziening vergemakkelijken.
In alle havens komen de transportschepen
bij dozijnen binnen. Het brood en andcro
levensbenoodigdheden, zijn dan ook nu
tegen ilormale prijzen tc bekomen. Zelfs
tot in Veurne en La Panne kan men gebak
en koekjes krijgen. Dit vraagstuk is dus
voor het leger der bondgenoot©" geen
vraagstuk meer.
Behalve de voorziening met levensmidde
len, )3 heb aanvoeren van munitie een
quaestie van belang. Dit geschiedt meestal
des nachts. Dan hoort- men de zware wa
gens rammelend over de wegen gaan. Veel
v. ordt ook langs de waterwegen aangevoerd.
Men heeft daarvoor bijzondere middelen,
die ik nu niet nader omschrijf. En alles
gaat met een regelmaat, die ik, eerlijk ge
zegd, van de Franschen b.v. niet had ver
wacht, Doch de Engelsehen schijnen bun
stiptheid geënt te hebben op de Fran&chen.
Bij de Belgen marcheeide de zaak van
meet af aan al tamelijk goed. De troepen
aan '"t front hebben dan ook aan niets ge-
f.ÏMls d* K'arp'xthen f*Ü te Mm Mar brfk\ vf? I*'*".? fc ■■oor
Hongarije, »«rfen zij tenrawerpen. F,F pas', gennmen
Ovrrigon: raa hei slechi weer aaD beide' i' Ti l! v. "T r*u OTtr
fronten in de laatste dagen. Ooi op het. d,t I,aa.tsH heb n,iet.te b k,ra/en- p
Oostelijke oorl&trterreiu heersebt, L del?3"??1 ,!l?r..2°? ïr'J alï Uaagsebe
het goede en het schoone, dat hem. dat
vreemde tooverland schenken zou.
Als de familie Hennekers voortaan, vóór
het naar bed gaan het avondgebed had ge
daan, kon men telkens „vaojer Henne
kers" hooren zeggen Noe kin jer nog eine
„Wees Gegroet" veur ooze Sjeang in den
Oost.
Twee jaar later vinden wij Hennekers
terug als fuselier bij eene Compagnie der
Koloniale Reserve t© Kota-Radja. Het le
ven in Indië beviel hem uitstekc-nd het kli
maat had tot dusverre geen nadeeligen in
vloed op hem gehad; alleen was zijne ge-
la-atskhur niet meer zoo blank als voor
heen. Zijn humeur had in de tropen niets
geleden. Zingende stond Sjeang 's morgens
op eu 's avonds kroop hij zingende onder
de wol".
De schoonheid van hefc land had zijne ver
wachtingen verre overtroffen. Toen hij te
Padang den eersten voet aan wal zette,
stond hij getroffen bij hefc zien der tropische
natuurpracht. Zoo schoon had hij het zich
niefc voorgesteld. Het was in December en
hier was alles frisch en groen, alsof hefc in
Limburg iu de Meimaand was. En dan die
heerlijke Indische vruchten. Ananas, pi
sang, ramboetan, manga, ^jeroek, doerian,
neen, daar kunnen onze Limburgsche vruch
ten het niefc bij halen.
modder en maakt de operatiën grootendeels
onmogelijk. Zelfs de granaten blijven daar
in vast zitten en doen maar weinig kwaad.
Thans scheen in de laatste dagen de winter
bij ons zijn intocht 'le willen doen en wordt-
dc grond hard. Indien dat op de gevechts
terreinen ook is gebeurd, beeft de artillerie
vooral natuurlijk meer te zeggen en lrunnen
wij van nog heviger aanvallen hooren.
BeSgië»
Dc
oorlogster rein heersebt nu de wwkV a J* i v ~?1g
aaakfc de operatiën gwotendeels .t<Ams^m9cLe Vondelpark.
Nat-uurhjjc is er controle, en scherpe con
trole, doch ik ben nu zoo langzaam hier
een bekende geworden.
Ik ging nu dan ook weer een kijkje nemen
te X. bi j hefc ontladen van een waggon ronde
bruinbrooden. 'fc Brood, waarvan ik een
snee proafde, smaakte allerbest. Door vier
man, twèe in en fcwee buiten den wagon,
werden 8000 broeden in IA uur gelo6t en iu
verschillende auto's gedistribueerd. Tel
kens als een auto zijn portie had, werd in
een boekje afgeteekend, en schoof hefc ding
met een vaa-fcje er van door. En zoo ging
:t- met een tiental wagons tegelijk, zoodafc in
enkele uren kilometers in den omtrek ieder
kon voorzien ziju van 'fc dagclijksch brood.
Behalve deze voorziening is er nog de
dienst voor de winkels en particulieren.
Allerlei artikelen toch zijn nog noodig. die
niefc rechtstreeks door de legerintendance
worden verschaft.
Behalve voor al deze zaken heeft men dan
ook militairen noodig voor de bewaking der
versterkte en andere plaatsen, zoodafc hoog
stens 50 der troepen die onder ue wapens
zijn, voor den veld- of vestïngdienst kunnen
gebruikt worden.
En laat ons nu een kijkje nemen in hefc
hartje van het hoofdkwartier van het Bel
gische leger. Iu hefc oude stadje Veurne op
de groote markt, zetelt, de staf. In hefc
mooie 17-eeuwsche stadhuis is de «rukte als
van een groote zaak. Herhaaldelijk komen
en gaan de boodschappers. De wacht, aan
de deuren, frordfc hier door de Belgische
gendarmerie waargenomenIeder die het
gebouw nadert, moet halt houden, tofc de
gendarm hem heeft gevraagd, voor wat en
Ruim een millioen Belgen afwezig. -
Brusselschc standaard-maat zoek.
Een bijzondere correspondent van „De
Tijd" te Brussel seint
Hefc onderzoek naar hefc aantal uitgeweke
nen uit België heeft, uitgewezen dat de vij
andelijke inval meer dan een millioen Bel
gen hun grondgebied heeft doen ontruimen
Onze standaard maat is weg. Een verlies
van fr. 20,000. Men weet, dat te Brussel
een standaard werd bewaard van de nor
maal, wetenschappelijk vastgestelde lengte
en gewicht-maten. Die standaard was opge
borgen bij de archieven van den senaat in
een brandkast. Drie personen hadden een
sleutel. De standaard zelf ligt in een doos,
mede met een geheim slot gesloten. Hij is
van platina en heeft, een waarde van circa
fr. 20,000. Thans is die brandkast, naar
„Hefc Vlaamsehe Nieuws" weet fce vertellen,
opengebrand met oxygeengas en de Belgi-
Sjeang gevoelde zich gelukkig en had
geen oogenblik spijt, dat hij zijn L-imburgsch
dorpje verlaten had.
Hennekers was echter geen vechtersbaas.
Hij was evenmin lai', als er uitgerukt- moest
worden zou bij nooit achterblijven, maar
hij voelde niets voor hc-t oorlo?s"-er!c
Hij vond Indië prachtig, hefc soldatenle
ven heel aardig, maar vechten verafschuwde
lij.
Iu Sjeangs eenvoudig, braai hart huisde
te veel liefde om zich met genoegen te kun
nen overgeven aan het, in zija oog, bar-
baarsck vernietigingswerk.
Hij vond het. zoo jammer, dat dit idy-
lisch schoon land, waar elke grasspier, elke
struik, elke palm, elke bloem tot zijn hart
sprak van liefde en bewondering, zoo dik
wijls ontaardde in een gruweltooneel va a j
dood en verwoesting....
De pest Tjofc. D&ng moest, ontzet- worden
en ook de compagnie, waar Sjeang toe be
hoorde, maakte dce! uit van de colonne, die
den vijand rond Tjofc Rang moest verdrij
ven. Zijn© compagnie kreeg de opdracht den
vijand, die van een heuveltop reeds gerui-
men tijd de colonne mefc goed succes had
bestookt, uit «ijne stelling te verdrijven.
Men opende hefc vuur op de vijandelijke
stelling en na eenige salvo's te hebben af
gegeven, werd het signaal attake^ren gebla
zen. Allen stormden tegen de helling op.
Sjeang bevond zich bij de voorsten, die
bijna den heuveltop hadden bereikt.
Op eens zag men Hennekers wankelen,
hij deed neg ten vergeef sche poging om op
de been te blijven en stortte neder.
De compagnie stormde steeds voorwaarts,
men kon zich thans niefc bekommeren om
dooden of gewonden, aan de opdracht njoest
worden voldaan.
Na een korfc maar hevig gevecht, van
man tegen man, koos de vijand het. bazen-
pad en weldra was de communicatie tneb
Tjofc Rang hersteld.
Toen men de gewonden en gesneuvelden
ging ophalen, vond men ook liet lijk van
Sjeang, een kogel had zijn liefdevol hart
doorboord Zijn zangerige mond was voor
eeuwig gesloten ©n wellicht had hij in zijn
laatste oogen blikken nog even gedaehfc aan
zijn schoon Limburg, aan zijn ouden pas
toor, aan het eeuwenoude kerkje er> aan
ziju weenende moeder.
En gij oude, krom gewerkte vader, daar
ginds in uw nederig Limbunrsck dorpje,
bid hedenavond een extra „Wees gegr vpt
voor uw zoo Sjeang, die daar ver weg over
de zeeën, iu dat wonderschoone sprookjes
land, ontzield ter neder ligt, in de seha/luw
van de weelderige palme i en in den geur
van de schoone bloemen, die uw kind zoo
zeer bewonderd bad
P. LE BRON DE VEXELA.