No. 72. Zondag 31 Januari 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Sjeang Hennekers. Gezondheidsleer, Oplaag 50,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES DEE REDACTIE PALESTRTN ASTRA AT 10, AMSTERDAM. TBLE- flOOX Z. -1%8. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PEE WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MIL IT ALBEN 3 ('ENT, ABONNEMENT 1.50 TER DRIE MAANDEN. Voor Advert©nti?n wende ia en rich tot. het Alg. Adv erter. tl e- Bureau BOUXJA Co Heerengracht 226 Amsterdam of tot de Drukkerij .Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam, Prys der Advcrtentièn per regel 30 cent. De Duitsche vliegmachines hebben al heel wat bommen geworpen. „"Werpen" is eigenlijk het rechte woord niet; men laat Z6 eerder vallen. Hoe dat gebeurt, laat de teokening hierboven zien; er is een heel mechanisme voor noodig. Op het kiekje hierboven stellen we ons voor, dat een deel van den vleugel en van den zijkaut der vliegmachine is weggesneden. We zien nu, hoe de bommen bevestigd zijn onder aan het vliegtuig; door een druk met zijn voet. laat de „man op den uitkijk"' er een vallen: een bom laat los ea barst beneden uiteen, dood en verderf verspreidend. f«lededeei!ng. Dringend verzoeken wij nogmaals om bij correspondentie over „DE SOLDAiENCOliRANÏ" toch zorgvuldig te vermelden, hoe het adres luidt van het pakket Soldatencouranten dat men ontvangt. Aan verzoeken om wijziging te biengen in den inhoud der pakstten, kan geen gevolg worden gegeven worden, wanneer men ons niet precies mededeelt, hoe deze pakketten geadresseerd worden. Namen en plaatsen komen op onze expedltie- lijst niet voor, maar wel volledige aanduiding van de onderdeeien, waaraan wij toezenden. Men houde toch met dit verzoek dat wij reads vele malen deden rekening, om zich zelf en ons in onze drukke werkzaamheden, noodelooze moeite te besparen. Langer in dienst honden van dienstplichtigen bij lis Landweer. I. In ons "blad is reeds vermeld, dat in do zitting van de Tweed© Kamer der Staten- Generaal van 26 Januari j.l. met bijna alge meen© stemmen het wetsontwerp tot het langer in dienst hoilden van dienstplichtigen bij do landweer is aangenomen. Bij de beraadslagingen over dit wetsont werp zijn door de ministers van oorlog en van binnenlandsche zaken belangrijke rede voeringen gehouden, die wij verkort in ,,De Soldatencourant" zullen laten volgen. De heer Bosboom, minister van oor log, sprak aldus Mijnheer de Voorzitter. Gedurende do schriftelijke en mondelinge behandeling van dit wetsontwerp en het daaraan voorafgegane Indische Schets. n. (Slot.) Sjeang was thans 18 jaar en een der knapste jongens van het dorp. Rijzig van gestalte, lenig in al zijne bewegingen, oen flinke kop met donkerbruin haar en in het fijn besneden gezicht een paar zwarte oogen, die flink en blijmoedig de wereld in blikten. Men zou op 'fc eerste gezicht niet zeggen, met een eenvoudigen boerenjongen te doen to hebben, daar zijn geheele figuur bepaald iets gedistingeerds had. Op zékeren dag kreeg Sjeang een boek in handen, bevattende reisbeschrijvingen uit onzeu Indischen archipel. Hij had daar eerst rnasj: wat onverschillig in zitten bladeren, totdat op eens zijne belangstelling werd op gewekt en hij met meer aandacht ging lezen. Zijne belangstelling steeg bij elke bladzijde. Als hij maar een oogenblik tijd had, 't zij in huis of buiten, nam Sjeang ziju boek voor den dag om nog vlug eenige hoofdstukken te lezen. Toen hij zijn boek had uitgelezen, kon hij er nog maar niet van scheiden, 'e Zondags na de hoogmis, inplaats, van zooals naar ge woonte, met de dorpsjongens het bosch in te trekken, bleef Sjeang thuis en zat don geheeleu dag tot 's avonds too zich in zijne Leb ili mij vaak afgevraagd' hou nu Gaat het hier om een aanvraag ia -tijd van vollen vrede, bijvoorbeeld voor groolc manoeuvres? Of staan wij hier in de buitengewone omstan digheid van oorlogsgevaar, die aanleiding tot het indienen van dit wetsontwerp hebben ge geven? Ik heb mij afgevraagd: beseft men dan niet den ernst van den toestand, waarin wij verkceren Gelukkig heb ik gistermiddag van den ge- achton afgevaardigde uit Venlo, uit deze hooge vergadering eigenlijk voor hot eerst vernomen, dat wij verkeeren onder omstandigheden., waarin de militaire eischen praedomiueeren boven alle belangen, die op liet oogen blik vooi ons land van beteekeuis zijn. Ik stel daar da delijk tegenover de uitspraak vau den geach- ten afgevaardigde uit Rotterdam, die als zijn meening te kennen gaf, dat de militaire orga nisatie zich ook op dit oogenblik aan de maat schappelijke eiscken moet aanpassen. Men ge voelt bij die twee scherpe tegenstellingen aan welke zijde ik. als Minister van Oorlog, de verantwoordelijkheid dragende, dat wij in mi litairen zin onder alle omstandigheden aan onze verplichtingen zullen kunnen voldoen, be hoor te staan. De Regeering acht het noodig, dat het leger op zijn volle sterkte en in zijn organieke samenstelling gereed blijft om als werktuig in liaar hand alles to doen wat ver- eischt wordt om aan onze nationale en inter national*) verplichtingen te voldoen. Dc vraag, of dit moet, is door de Regeering in toestem- menden zin beantwoord, en do motieven welke tot dat antwoord hebben geleid zijn door mij, zoover als ik gaan kon, in de beide Nota's, die ik aan dc Kamer heb doen toekomen, uiteen gezet. De Regeering staat hier tegenover de om standigheden ©enigermate als oen veldheer te genover den vijand. Een veldheer moet zijn besluiten nemen, meestal staande tegenover tal van vraagteekens, tegenover vele onbekenden. Daartegenover kan hij in den regel over feite lijke waarheden slechts in zeer geringe mate beschikken. Een van d© eerste eischen aan een veldheer te stellen is het bezit van intuïtie, en erkend moot worden, dat de Regeering bij lectuur te verdiepen. Soms werd het hem te machtig en dan riep hij in verrukking uit „Och, waat mot 'fc dao todli sjoon zien!'' Sjeng ging aau 'fc peinzen. Hij werd opmerkelijk stil, men had reeds eenigen tijd opgemerkt, dat hij uiet was, zoo- als gewoonlijk. Hij kon soms zoo eigen aardig zitten kijken, als verzonken iu diepe gedachten en steeds zweefde dan voor zijn geest, dat tooveraentige schoon© land, daar ver weg, over den oceaan, waarvan hij in zijn boek gelezen had. Op een goeden dag kwam het. er uit. Men zat aan tafel aan het. middageten en Sjeang zat weer zwijgend voor zich uit te staren- „Sjeang'', vroeg vader, ,,bis ste neet good jong? Mankeert, dieg get" Zék 't da.au 1 Nein vaojcr, antwoordde Sjeang, mieg mankeert niks, ieg bin neet kraank. ,Noe sjpreck op, zeide vader, en mèr gaw, ieg bin dat motee meu. Vaojer, hernam Sjeang, geer mot. neet kwacd weerde, ieg zal 't uug mor zèkge. ieg wol nao den Oost Heilige Slevenier! riep vader en liet van schrik zijn lepel vallen, .,wols tieg nao den Oost V „Mêh jong, doe bis getik „Hub ste 't bie oos dan neet good?" „Zin moojer en ieg uiet altied goed veur dieg gewêes? Sjteit neet pront um Welf oor haar maatregelen raak intuïtief m«et hande len. De Regeering kan bij haar medetlcelingén hoofdzakelijk slechts dc feiten geven, die haar' bekend zijn. Wat nut zou het hebben om in comité-generaal meer te geven dan dat? Wat zou bet gevolg daarvan zijn? Geen ander dao verzwakking, juist waar zij sterk behoort te staan. Een veldheer heeft zijn weifelingen,, heeft te kampen in eigen boezem, toch moet liij besluiten nemen; hij moet, maar nimmer maffi hij naar buiten laten bemerken, dat hij wei felt. Dat aan do Regeering weifelingen niet bespaard worden, betiocf ik niet te zeggen. Maar om sterk te staan moet zij het vertrou wen bezitten van het volk en van zijn vertui gemvoordigers. Van hot eerste oogenblik af aan, dat de politieke horizon begon te verduis teren, heeft de Regeering daarop gerekend. Ik kan een eigenaardige illustratie bijbren gen van de moeilijkheden, van de weifelingen, tiic zich kunnen voordoen, terwijl toch besliste' maatregelen moeten worden genomen. Ik verzoek do Kamer zich voor een oogen blik te verplaatsen in de laatste dagen van. Juli. Ik heb vóór qiii een exemplaar van een onzer groote bladen van 28 Juli Daarin vind i ik een stuk waarboven staat„Tér Geruststel-! ling". Datstuk vangt aan aldus: ..Onze militaire medewerker schrijft: Hebt ge het laatste telegram ai gelezen?) Zoodra tie Serviërs den Donau overschrijdend laat het detachement te Deventer de spoöi weg- brug over den IJssel in de lucht vliegen." g Men gevoelt uit dezen aanhef in welken toon, in welken diapason dat artikel gesteld was. Het stak min cf meer den draak met ze kere voorzorgsmaatregelen van de Regeering, waaromtrent een cn ander was uitgelekt. Het artikel gaat door het is interessant, juist omdat het de militaire medewerker is, die het schrijft „Bestaat er kans op, hunnen en derhalve ■willen do groote Eu t opcoach© Mogendheden vechten Weet ge, dat frankrijk, zoo u zulks dc onthullingen van senator Humbert nog met hebben gezegd, op het oogenblik niet in staat is, een emstigen strijd te aanvaarden? Is het u onbekend, dat Rusland, nog steeas door. met echte barbaarschhc-id onderdrukte, woelingen verscheurd wordt, nog steeds niet gereed is met de reorganisatie van leger en vloot na den on- gelukkigen strijd met Japan? Meent ge soms. dat Engeland op liet oogenblik de handen niet meer dan vol beeft mc-t de netelige Ulster- quaesiie, die elk oogenblik tot een 'bloedige» burgeroorlog kan leiden Wat kan er dau van een Europeesoh conflict worden, tenzij Duitsch- land meent, dat nu het. nimmer terugkeerende' moment daar is, om Frankrijk, door inwendi- gen politieken strijd en telkens wisselende ieger- organisatie ondermijnd, opnieuw, evenals in 1870, voor jaren tot machtenoosheid to trap pen. Maar Duitschland kamt geld te kort zegt men, en dan de vredeskeizer, die juist door het rammelen met kuras en sabel, ieder in rus tig ontzag houdt, is cr ook nog en eindelijk de diplomaten te Berlijn on te Ivonden verstondf door J. P. BIJL, officier van gezondheid. XXIV. Hel kwartier. I. In do „Wenken voor hel behoud der gezond heid te Velde die aaja de militairen zijn uitgereikt, wordt aangaande het kwartier ge zegd „Wees zindelijk op uw kwartier. Bevuil het ligstroo cn dekens niet niet eetwaren, afval of met vuile schoenen. Spuw niet. Laaide dekens zoo dikwijls mogelijk in de zon hangen. Indien ge ongedierte hebt, meldt dat d3n den officier van gezondheid, anders besmet ge uw geheele kwartier cn dan i- reiniging moeilijk meer mogelijk. Laat u dus niet door valsche schaamte weerhouden." Hierin is het belangrijkste weergegeven wat da soldaat moet doen en laten om het kwartier in. goeden staat to houden. Wij zullen than- eens nagaan om welke redenen die zorg voor het kwartier zoo noodig is en daarbij in het bijzonder de grootere kwartieren beschouwen De huisvesting van een groot aantal nien- feehen in een beperkt© ruimte he?ft- steeds veel moeilijkheden en gevaren met zich ge bracht. Een ieder, die wel eens iets gelezen hseft- over den toestand, die in vroeger eeuwen ïn de steden heerschte weet met welke bezwa ren men toen te kampen bad. De muren, die de steden omgaven, maakten een uitbreiding niet mogelijk, zoodat bij vermeerdering Tan be volking do beschikbare ruimte per persoon steeds minder werd. Overbevolking, onvoldoen de luchtver versching, gebrekkige vuilafvoer waren schoring en inslag en een hoog sterfte cijfer, vooral wanneer besmettelijke ziekten in hefc land kwamen, was het gevolg. Maar ook in den tegen woord ïgen tijd ziet men in de armenwijken der groote steden veelal toestanden, de huisvesting betreffende, dio weinig van die in de middeleeuwen zullen verschillen. Halverwege do vorig© enuw werd naar de huisrestiug in de achterbuurten door den Engelschmun Hawksley een onderzoek inge steld en in zijn belangrijk rapport komt hij tot de slotsom, dat de grootste sterfte heerscht ïn die woningeu. waar per persoon de minste hoeveelheid lucht aanwezig is. Iets dergelijks ziet men b.v» op schepen en wat voor ons van veel belang is, in leger plaatsen. Ook daar ziet men dat ziekten, vooral besmettelijke ziekten, het meest heer- schen wanneer er overbevolking is. Zeer dui delijk kwam dit uit tijdens dttn Krimoorlog. De Engolschen en Franse-hen verkeerden aan vankelijk onder gelijke omstandigheden en in 'beide legers woedden 'infectieziekten, vooral cholera en- oorlogstyphus. De Engelsehen hebben toen den geneeskundi- dienst volmacht gegeven om de noodig© gn [hygiënische maatajgelen te treffen. Zij ie-'",'ijoawden ruime" goed 'w-- elkanders immers reeds ten aanzien van liet bv.- coawden ruime) go=d geventileerde barak- houd van den Europcescten vrede. j ken, zorgden voor geregelden vuilafvoer. Neen, waarlijk het zal zoo'n V3art niet I bodemdr.iinage enz., ^terwijl de Fransche ge- loopen, blijf kalm toch toezien, hoe de berg bezig is een muis het aanzijn te schenken." Dat was den SSsten Juli. Op 1 Augustus verklaarde Duitschland den oorlog aan Rus land, bezetten Duitsche troepen Luxemburg en werd het ultimatum aan België gelanceerd. Nu weet ik wel, het was slechts de militaire medewerker van dat blad, die hier aan het woord was; maar ik geloot toch met eenig recht te mogen veronderstellen, dat, wanneer op 28 Juli de Kamer bijeen was geweest en dan ter sprake waren gekomen enkele voorzorgs maatregelen, die door do Regeering werden ge nomen. men de Regeering allicht zou gevraagd hebben: maar wat bogint gij toch? En ik maak mij sterk dat, wanneer er op den dag waarop door de Regeering het besluit werd genomen om het leger te mobiliseeren dat was 31 Juli zitting was geweest van deze Kamer, op dat oogenblik gevraagd zou zijn om comité- generaal, en dat men gezegd zou hebben: leg de zaak bloot. En dau zou het voor cle Re geering uiterst moeilijk geweest zijn do Kamer te bevredigen, omdat ik kom bier terug op miju vergelijking met den veldheer hierbij noodig was een intuïtief optreden van dc Re geering in menig opzicht. Het zou zeer moei lijk ziju geweest met feiten de noodzakelijkheid aan to toon en, om op dat oogenblik ons leger te mobiliseeren. Indien do oorlog niet ware uitgebroken, zou de Regeering zich daarop hebben moeten verantwoorden en het ware zeer goed denkbaar, dat dit zou zijn uitgeloo- pen op een conflict, ten gevolge waarvan de Regeering had moeten aftreden. Ziedaar een 'an de redenen, waarom in een comité-generi>« door de Regeering geen heil wordt gezien. Zij moet in deze omstandighe den een beroep doen op het vertrouwen van (Wordt vervolgd.) hie de midda-g op taofel, do© hubs toch veur niks te zörgc. Toen „mooier" haar jongs ten zoon hoor de verklaren, dat hij als soldaat naar den Oost wilde, barstte zij in snikken uit, maar fcusschen hare tranen door vroeg zij .„Sjean is dat det land woe de bavionen en de girofelsnegel (kruidnagelen) vandaan komme?" Va-der wilde er niets van weten, hij tracht te op alle mogelijke manieren zijn Benja min van diens voornemen af te brengen, maar niets mocht baten, steeds was bet ©iu, de van d© geschiedenis dat Sjeang uitriep: ,,©n toch wil ieg nao den Oost!J Teneinde raad, werd de oude pastoor in den arm genomen. Al het redenaarstalent van den ouden zielekerder was niet iu staat Sjeang tot andere gedachten te brengen en toen hij zijn eerwaarden ouden vriend ge zegd had: „Menier pastoor, es voajer mieg neet liet goon gebeur© cr ongelukke. vond zijn Zeereerwaarde het weusche.ijk aan Sjeang's vader te adviseeren om den jon gen iu Gods naam maar zijn zin te geven. Toen eenige weken later Sjeang, in kolo niaal uniform, afscheid had genomen, aau den ouden pastoor beloofd had te zullen schrijven, toen hij a] zijne geliefkoosde plaatsen in bosch en weide, op heuvel en in dal nog eenmaal had bezocht, toen is liij heengegaan blijmoedig en vol hoop in al neeskundige dienst slechts tegenwerking on dervond. De Fransche manschappen bleven wonen in de hutten van leem, plaggen en stroo, die ze ongeveer een meter diep in den grond hadden uitgegraven. De proef op de som was, dat het volgend jaar de ziekten bij do Engelschen geweken waren, terwijl het hooge sterftecijfer bij de Fra-nsohen onverminderd bleef voortbestaan. Eenzelfde verbetering van den gezondheids toestand ziet men optreden, wanneer de huil vesting verbetert in andere kwartieren waar veel gevaar is voor overbevolking, b.r. in toe vluchtsoorden voor dakloozen, nacLTasylen d. Ook wat dit betreft, zijn de Engelschen do leermeesters van Europa geweest. Reeds in 1851 kwam daar een wet tot stand, waarin allerlei bepalingen voorkwamen be treffende den gezondheidstoestand in dergelij ke kwartieren. Deze verblijven, waar het arme deel der groote-stadsbevolking voor een deel samenhokte en die de broeinesten waren infectieziekten, werden steeds beter ingericht-, het- toezicht op de gebouwen en de bewoners werd steeds strenger en het aantal ziekten werd van jaar tot jaar minder. Uit dit alles blijkt dus, dat dé toestand waarin het kwartier verkeert van grooten in vloed is op cle gezondheid van de bewoners en het zal dus van belang zijn om na te gaan wat do oorzaak is van den slechten gezond heidstoestand in <lo overbevolkte verblijven van allerlei soort. Wij zullen ons daarbij weer geheel laten leiden door de omstandigheden, waaronder de manschappen te velde thans verkeeren en daarbij nagaan in hoeverre zij mogelijk minder gewenschto toestanden zelf kunnen verbeteren. (Wordt vervolgd.) Ce toestand in den reuzenstrijd. De oorlog grijpt al verder om zich. lieen en al ingewikkelder worden de t-oestanden. Nu is er iets gebeurd, dat van een belang rijke, zeer ver gaande strekking kan zijn do militaire autoriteiten, zoo wordt uit Londen bericht, nemen maatregelen om het Suezkanaad te sluiten. Dit kau natuurlijk riet anders dan tijdelijk zijn en z«3fs liecl kort tijdelijk. Zoo niet, dan is de schade, aan cle wereldhandei toegebracht, niefc te ramen- Ook ons land zou er onder lijden onze schepen naar de Oost zouden weer den ouden langen weg om Kaap de Goede Hoop moeten nemen. Doch Engeland zeker niet minder, nog meer denkelijk, liet zou do l<wte verbinding met geheel zijn Aziatische koloniën missen. Er is natuurlijk oen reden voor, dat het Kanaal gesloten wordt: de aanvallen der Turken er op in de laatste daven. Die maakten de vaart door het Kanaal gevaar lijk, en de Maatschappij, die het bestuurt, heeft in zooverre gelijk de vaart er door te stremmen. Het ia waar, het is op hefc oogenblik Engeland, dat. het Kanaal sluit, n aar dat zal gebeuren in naam der Sucz- Kanaal-Maatschappij. wier neutraal karak ter door alle mogendheden gewaarborgd is. Hoelang de sluiting zal duren, is nog niet ie zeggenindien men haar volhoudt tot de Turken geen aanvallen meer doen, kan er nog heel wat tijd voorbijgaan. Er zal echter wel wat op gevonden worden. Van hefc eigenlijk oorlogsterrein niefc veel nieuws. Evenwel is er in de laatste dagen ir. West en Oost hard gevochten, zonder dat er groote resultaten zijn bereikt,. Den 25, 26 en 27 Januari hebben de Duifcschera blijkbaar zware aanvallen gedaan, op ver schillende punten van Yperen tot in d© Vogezen, maar we vernemen niet van een zegepraal van belang op hefc een of ander punt. Wel deelt een Franscli communiqué mee, dat in die drie dagen de Duitechers meer dan twintig duizend man hebben ver loren. De vraag is echter gewettigd, hoe de tegenpartij dat. zoo precies weet-. Waar schijnlijk zullen echter de verliezen wel zeer groot zijn geweest. In het Oosten hadden de Russen het of fensief hervat. Naar het schijnt over het geheele front, dat zich ook daar langzamer hand tot een ontzaglijke lengte heeft uitge breid en nu loopt '.-au 'fc noorden van, West-Pruisen tot aan de Bukowina. Maai de aanvallende beweging der Russen had hoofdzakelijk plaats in Polen en in de Bukowina. Op beide terreinen is zij mislukt. In de Bukowina vooral', naar het blijkt: daar vonden de Russen een leger van een half millioen vijanden tegenover zich en in sche platina normaalmaat i& verdwenen. Een troost is liet, dat er nog een normaalmaat is tc Londen en een normaal tc Parijs. Bij het Belgische leger. Men kan zich onmogelijk voorstellen welke enorme voorraden levensmiddelen hier voor de troepen noodig zijn. In do eerste plaats brood en vleescb, dan koffie en Lier. Het vleesch werd aanvankelijk verkregen door het vee in den omtrek vzn de boeren op te koopen. Doch die voorraad was na eenige maanden uitgeputen an derdeels liet men 't melkvco ongemoeid, wijl men de melk dichtbij bfehoeide voer de hospitalen. Nu wordt dan ook het vee dieper in Frankrijk opgekocht. Bij beele kudden wordt het dan gestald, zoo dicht mogelijk achter het front, en aldaar go- slacht. In vierendeelen wordt 't dan verder naar het front gevoerd en daar verwerkt. Met het brood gaat het anders. Dit luimt geheel gereed met trein in Veurne, Ador.- j kerke enz. Daar wordt het overgeladen in j groot© vrachtauto's en met deze voertuigen naar het front gevoerd. Die dienst eischt keel wat overleg, en heel wat menschen. Men kan wel gerust zeggen dat pl.rn. 30 der ingedeelden bij het leger voor den vor- zorgingsdiensfc noodig zijn, en hoe verder het front van de basis af is, hoe grooter dit leger moet zijn. Van het front tot in het land waar de voorraden zijn, moet het één ononderbroken keten ziin. In Frankrijk gaat het vrij gemakkelijk daar hier de vele havens do voorziening vergemakkelijken. In alle havens komen de transportschepen bij dozijnen binnen. Het brood en andcro levensbenoodigdheden, zijn dan ook nu tegen ilormale prijzen tc bekomen. Zelfs tot in Veurne en La Panne kan men gebak en koekjes krijgen. Dit vraagstuk is dus voor het leger der bondgenoot©" geen vraagstuk meer. Behalve de voorziening met levensmidde len, )3 heb aanvoeren van munitie een quaestie van belang. Dit geschiedt meestal des nachts. Dan hoort- men de zware wa gens rammelend over de wegen gaan. Veel v. ordt ook langs de waterwegen aangevoerd. Men heeft daarvoor bijzondere middelen, die ik nu niet nader omschrijf. En alles gaat met een regelmaat, die ik, eerlijk ge zegd, van de Franschen b.v. niet had ver wacht, Doch de Engelsehen schijnen bun stiptheid geënt te hebben op de Fran&chen. Bij de Belgen marcheeide de zaak van meet af aan al tamelijk goed. De troepen aan '"t front hebben dan ook aan niets ge- f.ÏMls d* K'arp'xthen f*Ü te Mm Mar brfk\ vf? I*'*".? fc ■■oor Hongarije, »«rfen zij tenrawerpen. F,F pas', gennmen Ovrrigon: raa hei slechi weer aaD beide' i' Ti l! v. "T r*u OTtr fronten in de laatste dagen. Ooi op het. d,t I,aa.tsH heb n,iet.te b k,ra/en- p Oostelijke oorl&trterreiu heersebt, L del?3"??1 ,!l?r..2°? ïr'J alï Uaagsebe het goede en het schoone, dat hem. dat vreemde tooverland schenken zou. Als de familie Hennekers voortaan, vóór het naar bed gaan het avondgebed had ge daan, kon men telkens „vaojer Henne kers" hooren zeggen Noe kin jer nog eine „Wees Gegroet" veur ooze Sjeang in den Oost. Twee jaar later vinden wij Hennekers terug als fuselier bij eene Compagnie der Koloniale Reserve t© Kota-Radja. Het le ven in Indië beviel hem uitstekc-nd het kli maat had tot dusverre geen nadeeligen in vloed op hem gehad; alleen was zijne ge- la-atskhur niet meer zoo blank als voor heen. Zijn humeur had in de tropen niets geleden. Zingende stond Sjeang 's morgens op eu 's avonds kroop hij zingende onder de wol". De schoonheid van hefc land had zijne ver wachtingen verre overtroffen. Toen hij te Padang den eersten voet aan wal zette, stond hij getroffen bij hefc zien der tropische natuurpracht. Zoo schoon had hij het zich niefc voorgesteld. Het was in December en hier was alles frisch en groen, alsof hefc in Limburg iu de Meimaand was. En dan die heerlijke Indische vruchten. Ananas, pi sang, ramboetan, manga, ^jeroek, doerian, neen, daar kunnen onze Limburgsche vruch ten het niefc bij halen. modder en maakt de operatiën grootendeels onmogelijk. Zelfs de granaten blijven daar in vast zitten en doen maar weinig kwaad. Thans scheen in de laatste dagen de winter bij ons zijn intocht 'le willen doen en wordt- dc grond hard. Indien dat op de gevechts terreinen ook is gebeurd, beeft de artillerie vooral natuurlijk meer te zeggen en lrunnen wij van nog heviger aanvallen hooren. BeSgië» Dc oorlogster rein heersebt nu de wwkV a J* i v ~?1g aaakfc de operatiën gwotendeels .t<Ams^m9cLe Vondelpark. Nat-uurhjjc is er controle, en scherpe con trole, doch ik ben nu zoo langzaam hier een bekende geworden. Ik ging nu dan ook weer een kijkje nemen te X. bi j hefc ontladen van een waggon ronde bruinbrooden. 'fc Brood, waarvan ik een snee proafde, smaakte allerbest. Door vier man, twèe in en fcwee buiten den wagon, werden 8000 broeden in IA uur gelo6t en iu verschillende auto's gedistribueerd. Tel kens als een auto zijn portie had, werd in een boekje afgeteekend, en schoof hefc ding met een vaa-fcje er van door. En zoo ging :t- met een tiental wagons tegelijk, zoodafc in enkele uren kilometers in den omtrek ieder kon voorzien ziju van 'fc dagclijksch brood. Behalve deze voorziening is er nog de dienst voor de winkels en particulieren. Allerlei artikelen toch zijn nog noodig. die niefc rechtstreeks door de legerintendance worden verschaft. Behalve voor al deze zaken heeft men dan ook militairen noodig voor de bewaking der versterkte en andere plaatsen, zoodafc hoog stens 50 der troepen die onder ue wapens zijn, voor den veld- of vestïngdienst kunnen gebruikt worden. En laat ons nu een kijkje nemen in hefc hartje van het hoofdkwartier van het Bel gische leger. Iu hefc oude stadje Veurne op de groote markt, zetelt, de staf. In hefc mooie 17-eeuwsche stadhuis is de «rukte als van een groote zaak. Herhaaldelijk komen en gaan de boodschappers. De wacht, aan de deuren, frordfc hier door de Belgische gendarmerie waargenomenIeder die het gebouw nadert, moet halt houden, tofc de gendarm hem heeft gevraagd, voor wat en Ruim een millioen Belgen afwezig. - Brusselschc standaard-maat zoek. Een bijzondere correspondent van „De Tijd" te Brussel seint Hefc onderzoek naar hefc aantal uitgeweke nen uit België heeft, uitgewezen dat de vij andelijke inval meer dan een millioen Bel gen hun grondgebied heeft doen ontruimen Onze standaard maat is weg. Een verlies van fr. 20,000. Men weet, dat te Brussel een standaard werd bewaard van de nor maal, wetenschappelijk vastgestelde lengte en gewicht-maten. Die standaard was opge borgen bij de archieven van den senaat in een brandkast. Drie personen hadden een sleutel. De standaard zelf ligt in een doos, mede met een geheim slot gesloten. Hij is van platina en heeft, een waarde van circa fr. 20,000. Thans is die brandkast, naar „Hefc Vlaamsehe Nieuws" weet fce vertellen, opengebrand met oxygeengas en de Belgi- Sjeang gevoelde zich gelukkig en had geen oogenblik spijt, dat hij zijn L-imburgsch dorpje verlaten had. Hennekers was echter geen vechtersbaas. Hij was evenmin lai', als er uitgerukt- moest worden zou bij nooit achterblijven, maar hij voelde niets voor hc-t oorlo?s"-er!c Hij vond Indië prachtig, hefc soldatenle ven heel aardig, maar vechten verafschuwde lij. Iu Sjeangs eenvoudig, braai hart huisde te veel liefde om zich met genoegen te kun nen overgeven aan het, in zija oog, bar- baarsck vernietigingswerk. Hij vond het. zoo jammer, dat dit idy- lisch schoon land, waar elke grasspier, elke struik, elke palm, elke bloem tot zijn hart sprak van liefde en bewondering, zoo dik wijls ontaardde in een gruweltooneel va a j dood en verwoesting.... De pest Tjofc. D&ng moest, ontzet- worden en ook de compagnie, waar Sjeang toe be hoorde, maakte dce! uit van de colonne, die den vijand rond Tjofc Rang moest verdrij ven. Zijn© compagnie kreeg de opdracht den vijand, die van een heuveltop reeds gerui- men tijd de colonne mefc goed succes had bestookt, uit «ijne stelling te verdrijven. Men opende hefc vuur op de vijandelijke stelling en na eenige salvo's te hebben af gegeven, werd het signaal attake^ren gebla zen. Allen stormden tegen de helling op. Sjeang bevond zich bij de voorsten, die bijna den heuveltop hadden bereikt. Op eens zag men Hennekers wankelen, hij deed neg ten vergeef sche poging om op de been te blijven en stortte neder. De compagnie stormde steeds voorwaarts, men kon zich thans niefc bekommeren om dooden of gewonden, aan de opdracht njoest worden voldaan. Na een korfc maar hevig gevecht, van man tegen man, koos de vijand het. bazen- pad en weldra was de communicatie tneb Tjofc Rang hersteld. Toen men de gewonden en gesneuvelden ging ophalen, vond men ook liet lijk van Sjeang, een kogel had zijn liefdevol hart doorboord Zijn zangerige mond was voor eeuwig gesloten ©n wellicht had hij in zijn laatste oogen blikken nog even gedaehfc aan zijn schoon Limburg, aan zijn ouden pas toor, aan het eeuwenoude kerkje er> aan ziju weenende moeder. En gij oude, krom gewerkte vader, daar ginds in uw nederig Limbunrsck dorpje, bid hedenavond een extra „Wees gegr vpt voor uw zoo Sjeang, die daar ver weg over de zeeën, iu dat wonderschoone sprookjes land, ontzield ter neder ligt, in de seha/luw van de weelderige palme i en in den geur van de schoone bloemen, die uw kind zoo zeer bewonderd bad P. LE BRON DE VEXELA.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1