Uit Leger en Vloot. S p 0 ft Ï31S SOLD A.TCENCOUP TXTM." van Vrljaag1 .Tnntiari De soldaat, die do shako van Gerhard us Hoff, milioien Depót Bat. heeft geleend, wordt beleefd verzocht deze aan hem op te zenden Deso zal dan op zijn beurt de veldmuts terug zenden, G. Hoff, zaal 55, Mil. Hospitaal, Den Haag. A. J. de B., Fort Kwadijk. Niet geuohikt voor ons blad. Red. Tegenwoordig adres gevraagd van E. Schef- fer H.S., lste kl. der 4e corop. hospitaalsold. door E. Groen, korporaalziekenverpleger 4e comp. lste bat. 19e reg. infanterie 2e divisie Veldleger. Verloren. Degene, die Zaterdagmiddag 16 Jan. in s-Hertogenboscbuit trein 106 een verkeerd koffertje meegenomen heeft, wordt verzocht dit to zenden aan J. Veldkamp, Bedum (Gron.). Het. door hem achtergelaten koffertje is gedeponeerd aan het station te Utrecht. Zaterdag 9 Jan. jl- in den trein van 8.14 uu: n.m. uit Rotterdam naar Arnhem bij het uit stappen in Leerdam koppel en bajonet A. W" N. 9727. Verzoeke bericht C. H. v. d. Ploeg p/a. L. Vrancken, Nieuwenhuizenstraat 80/ Leerdam. Bivakmutsen enz. Kapitein ter Zee Sablonière schrijft ons Mij kwam uwe editie van Woensdag 13 dezer in handen waarin een klacht van den zeemilicien J. P. van der Pot over de stief moederlijke bedeeling van de zeemilitie, wat betreft bivakmutsen, polsmoffen, buikgor dels en versnaperingen op de feestdagen. Het stukje maakt door de onjuistheid een onaangenamen indruk, en alvorens het aan de redactie aan te bieden had de inzender zich wel eens wat beter op de hoogte mogen Btellen, of wat hij schreef wel waar is. Dan zoude hem gebleken zijn dat op den 2den Kerstdag aan boord van Hr. Ms. schepen Buffel'' en ,,Van Galen" de be manning werd getraoteerd door het dames comité, en dat bivak-mutsen zijn verstrekt aan de schepelingen van de varende schepen. Gevoelt de milicien van der Pot behoefte om een buikgordel te dragen dan zoude hem deze op advies van den Officier van Ge zondheid verstrekt kunnen worden uit den voorraad door het dames-comité ter bc- ecnikking gesteld. Ik breng het dames-comité gaarne mijn dank voor hetgeen zij voor mijne beman ning heeft gedaan. De Kapitein ter zee, Commandant van Hr, Ms. „Van Galen". SABLONIèRE. Excelsior! Een onderofficier schrijft ons: Aanvankelijk mot eenig wantrouwen begroet zooals helaas alles wat des soldaats is is de Soldatencourant zoo zoetjesaan do vriend van allen geworden. Niet alleen dankt zij dit 6an de heerlijke overzichten ,,De Toestand in den reuzenstrijd" en aan de prettige verhaal tjes, maar vooral ook do derde en vierdo pagina droegen daartoe bij, bewijzen als zij telkens waren, dat. daar een plaatsje is voor ieder, voor den klager zoowel als voor don dankbare, voor proza, dicht en rijmpjes, voor een jolige grap, maar ook voor een ernstig woord. Het laatste wordt zoo graag niet gele zen? Vergis u daarin niet! In do ernstige tijden, die we doormaken, dragers van veel ellende, oorzaken van veel opoffering voor iedereen en niet het minst voor de meeston onzer gemoliiliseerden, in heel die droeve om lijsting wordt do ernst vaak beter geaccepteerd dan luim en scherts.-Ik herinner me, hoe bij een soldatenfeest een groep van twaalf, vijf tien landweermannen hoofdschuddend bleef toezien: „het was nu geen tijd om te feesten!" En mijn tegenwerping dat treuren en suffen toch evenmin baat brengen, kon slechts bewer ken, dat zij wegstopten. Zij hadden ongelijkernstig is de tijd, ernstig moeten vooral ook wij, soldaten, blijven; maar dat sluit niet uit, dat de geest eens afgeleid, eens ontspannen moet worden! Hulde daarom aan de commissies, die dat doel nastreven zij verhoogen de kracht van ons leger en doen een weldaad aan de maatschappij, waarin wij straks zooals we allen wensehen, weer terug- keeren. Wel zou ik liet aanbevelenswaardig vinden, dat dit laatste nog meer in 't oog ge houden werd dat ontspanning rekening hield imet veredeling en ontwikkeling. Zoo ben ik b.v. zoo vrij te spreken van geld. tijd on krachten verspillen, als men een gehce len avond gaat vullen met komieke voordrach ten, waar nu totaal niets in zit! Liefst nog afgewisseld door enkele straatdeuntjes als mu ziek. Het kleinste tooneeltjo zou den toehoor ders nog minstens beschaafde taal te hooren geven; van een middelmatig zanger kan de wijze van zingen nog goed voordoen; gymnas tische toeren zouden ideo voor sdlioono vormen geven enz. enz., maar als enkele honderden volwassen menschen van oen heclen avond niets meenemen, dan hoe een keukenmeid haar ver legen Hannes het vrijen en kussen leert; hoe ze drukwerk in een envelop moeten sluiten om het portvrij te maken, enz., dan is die avond verloren gegaan soit.... maar dan is ook een boel geld versmoten! De gelegenheid is zoo schoon, om onzen mannen, die thuis dikwijls niets zien en bespreken, eenigo ontwikkeling mee naar huis te geven. Van school gegaan, toen hunne hersens eigenlijk eerst geschikt wer den om te leeren, komen ze nu plotseling in omstandighedendie hen als 't ware weer in de armen voert der beschaving. Voor velen, voor zeer velen is dit beeld verre overdreven gelukkig! maar voor allen is wat te doen on voor do meesten nog zeer veel! Toe dan, gij die intellectueel meer bedeeld zijt; leer die min der bevoorrechten het excelsior! Voer hen op, waar ge dit kunt! Drijf hooger hun idealen en rust niet, al wijzen de resultaten niet dadelijk op stijging. De winteravond-cursussen b.v. moe ten er niet op rekenen een. rijken oogst to plukken maar bij do meeston zullen zij dit bereiken, dat de groot en verstandig geworden leerlingen beginnen in te zien, dat hun nog veel ontbreekt en dat zij dit zoo gemakkelijk unnen aanvullen, die prikkel kan al vast heel wat goeds doen. PETER. (Wordt vervolgd.) De Paus en de aardbeving. Men schrijft ons uit het leger: Het groote respect, geachte heer redacteur, lat ik gevoel voor den inhoud en de strekking van „onze" Soidatencourant, brengt me er ioe, even terug te komen op de laatste alinea .an uw artikel over de aardbeving in Italië in iiet nummer van Zondag 17 Januari j.l. Vele soldaten lezen bijna uitsluitend de Soldatencourant en voor hen vooral zou ik graag wat meer vertellen over het bezoek van den Opperpriester aan het ziekenhuis Santa Marta of liever over de waarde en gevolgen van zulk een daad, indien zij werkelijk ge paard was gegaan met een verlaten van het Vatikaan. Want, zooals immers een Wolff be richt het Reuter-telegram is komen tegenspre ken, de Paus heeft het Vatikaan niet verloten, doch is langs de sakristio van de Sint Pieter de talrijke gewonde slachtoffers gaan bezoe ken; zonder dus op straat te komen. De ge schiedenis alleen kan ons de zorgvuldigheid, om dat te vermijden, verklaren. De Pausen waren sedert eeuwen niet alleen opperherder der Kerk, doch tevens wereldlijk vorst, gobieders der Pauselijke Staten. Het dappere vechten der Pauselijk-zouaven (waar onder wij zoo menigen Hollandsche held tel len!) kon echter niet verhinderen, dat dit wereldlijk gebied in 1870 den H. Vader ge woonweg ontnomen werd en gevoegd bij Ita lië. De Paus werd niets gelaten dan het Vati- caan, den Sint Pieter en enkele annexe ge bouwen. De Italiaansche regeering regelde toen door de garantiewet van 13 Mei 1871 hare verhouding tot het Vatikaan, welke den Paus niet verbiedt het Vatikaan te verlaten. De „gevangenschap des Pausen" waarvan men spreekt, is dus eene vrijwilligeal doen gebeurtenissen, zooals voorvielen bij het over brengen van het stoffelijk overschot van Z. H. Pius IX, (door anti-clerikalen met stee- nen gebombardeerd), aan een zekeren dwang denken. Dat stipt blijven op Vatikaansch ge bied is een protest van den Paus tegen de ont- rooving zijner Staten, waarbij zich noch Pius IX, noch Leo XIII, noch Pius X z.z. g.g. heb ben neergelegd en waartegen ook Z. H. Bene- dictus XV bij Zijne troonsbestijging een klin kend protest heeft doen hooren. Daarom be vreemdde het Reuterbericht iedereen ten zeer ste; doch spoedig is opgehelderd, dat al schijnt er uitzicht to zijn op eenige toenade ring tusschen de lt. regeering en het Vati kaan de Heilige Vader nog niet dien stap heeft gezet, waardoor Hij eensdeels zijne ver heven waardigheid aan verguizing prijs zou geven en anderdeels zou te kennen geven in den bestaanden toestand te berusten. R. N. Mobilisatie-Club. Mil.-sergeant A. G. Hamers schrijft ons: Woensdagavond 13 Jan. jl. gaf bovenge noemde club weer een uitvoering in Hotel „De Roskam" te Weesp. Door de welwillende mede werking van het Dubbclmannenzangkwartet i an Wormervoer, onder directie van den heer Cor. Boon Dz., en het Kanonniersen&emble ,,de Jovclo Pistolets", is deze avond schitte rend geslaagd. Ik kan dan ook niet nalaten een woord van hulde te brengen aan den heer Boon, over de schitterende wijze, waarmede hij zijn clubje dirigeorde. Uit Hansweert. Korp. O. v. d. Swaluw eohrijft ons: „Het is cm blijft een feit, dat behoorlijke ontspanning voor de militairen een noodzake lijke behoefte is. Verveling dreigt bij velen al te ras binnen te sluipen en ze wekt dikwijls een stemming, die met bevorderlijk is aan ean goeden geest onder de manschappen. Voor af leiding dient te worden gezorgd.." Zoo ongeveer luidde een artikel in „Het Vaderland" door Max van Gelder, impi»?ssario te Amsterdam. Dit nu geschiedt terecht te Hansweert. Allen hier werken ten zeerste mee. Met dankbaarheid gewaag ik er van. Zoo hadden we Donderdag jl. in de zaal van den heer Mollet weer een ïn-gezelligen avond. Te 7 uur begon de uitvoering. De zaal was tot in de uiterst© hoeken met lielangstellenden ge vuld. In ons midden verscheen professor Don Bosco, (J. Bork, Albert Cuypstraat 51, Am sterdam), de Koning der Goochelaars. Op dien naam maakt hij met recht aanspraak. Wat wij van liem gezien heben, is in éën woord verba zingwekkend. En op hoe leukeaardige ma nier wist hij ons bezig t© Iwudem. Zijn eerste optreden nam al direct voor hem in. Hij heette ons op innemende wijze harte lijk welkom. Hij zou dezen avond een greep doen uit den schat van toeren, die hij ter zij ner beschikking had. Hj sprak do hoop uit, dat zijn prestatie op het gebied van de humo ristisch© goochelkunst ons mocht nopen, bam nog eelis terug te roepen. Alsnu begon hij met zijn goocheltoeren. Na tuurlijk is liet voor mij ondoenlijk alles te ver tellen wat ons te zien werd gegeven en ik zou ook to veel plaatsruimte vergen van „De Sol datencourant' Verscheidene grappige tooneeltjes zie ik in den geest terug. Een paar broede, metalen ringen wc-rden in vloeipapier gewikkeld in den vorm van een tamboerijn. Hij stootie nu Lot vloeipapier stuk en uit het daardoor ontstane gat haalde hij tot verbazing van allen een twintig verschillende doeken, oen massa lint en uit dat lint een kronkelende slang. Hij liet een metalen kogel glijden langs een koord. Op commando ging de kogel in verschil lende tempo s naar beneden. TV Weled. heer v. Doorninek, voorz. van de pi. comm. voor rratw. en ontsp. der gemob. troepen, zou de kur.st ook eens beproeven Helaas! De kogel luisterde niet naar hem en in versnelde bewe ging rolde hj naar beneden. Tot troost kreeg hij van D. B. mee: „U moet' het net doen zooals ik, meneer, en dan gaat het wel." Dien wijzen rand gaf hij ook aan anderen, die zijn kunsten wilden nadoen. Don Bosco deed zich ook kennen, als een eerst© klas soldeerder. Hij nam een zakdoekje van één der aanwr-zige dames, liet een jochie e~ een stukje uitknippen, nam een lucifer, stak het uitgeknipte stukje aan flapte allee aan elkaar, neep het goed samen en daarna vertoonde hij het zakdoekje ongeschonden aan ons oog en gaf h©t terug aan de dame. Hij vroeg een hoed aan één der boeren. Eén was zoo welwillend hem af te staan en wat haalde D, B. uit dien hoed? Niet meer dan 5 wekkers. Mooie kunstjes vertoonde hij met de kaarten. Hij liet verschillende aanwezigen kaarten kie zen en kwamen de gekozen kaarten op zijn commando niet te voorschijn? En dan het wer ken met die 8 groote ringenOp alle mogelijke manieren wist hij ze in korten tijd van en aan elkaar te krijgen. Hij liet do aanwezigen ook probeeren. Maar jawel; het lukte niet. Voor D. B. was het ook niet moeilijk aan eieren te komen. Hij nam een zwarte zak, zeide maar: „tok, tok!" en in den zak rolde de eieren. Een jonge juffrouw uit H. wou het kunstje ook leeren. (Ze werd voor haar moedig naar voren treden met een daverend applaus begroet). Maar hoe ze ook „tok, tok!" prak; rle verwachte eieren bloven weg en alleen als D. B. hielp, kwamen ze te voorschijn. Om sleutels los te krijgen, die met een ster ken knoop aan een koord waren vastgemaakt, was het werk van een oogenblik. D. B. nam een dameshorloge. Hij deed het in een doosje en gaf het in handen van een knaapje. Na een poosje liet hij het ventje het doosje openen en tot groote ontsteltenis van het kereltje was het horloge verdwenen. D. B. zeide nu„Ja man netje. je moet zorgen, dat de dame haar horloge terugkrijgt." Wat maakte nu ons baasje in zijn ongekunstelde verlegenheid een allergrappigst figuur! Maar D. B. trad weer op als helper. Hij nam een revolver, schoot envan een bouquet, staande op een tafeltje, openden zich de bloemen en er tusschen zagen we het hor loge hangen. Hij gaf het aan het nu gelukkige jochie en deze bracht het met verheugd ge zicht naar de dame. Van onder een grooten doek haalde D. B. achtereenvolgens 4 kommen, gevuld met water en daarin zwommen goud- visschen. In het te voorschijn tooveren van allerlei geldstukken was hij een eerste meester. Hij sprak maar „zijn tooverspreukjes" en klaar was hij. Een soldaat kwam op het tooneel. Och arme; zijn neus begon te zwellen. Een operatie nood zakelijk! D. B. trad handelend op en ontpopte zich als een kundig operateur. In een minimum Uit Heilevoettluls. Mil. J. Top «chrijft ons In een vorig artikeltje mooht ik reeds wij zen op de manier waarop onze beminde oomp. canm. de gezelligheid der „Steenen loods" *jn zijn© bevolking tracht t© verhoogen. Ook do laatst© weken getuigen bij vernauwing hoe het nuttige met het aangename te onzen gerieve verbonden wordt. In den ©e raten tijd der mo- I bilisatio werden onze krachten geheel in brelag j genomen door het maken van loopgraven op j de batterij, voor welks uitstekenden aanleg en i toestand, door don hoer overat© van het rog. j bij zijn bezoek aan do verschillende fronten 1 alhier, onzen oomp coram, in vluende bewoor- dingen dank werd betuigd, door welken lof ook wij ons uitermate gestreeld voelden. Wie, na eenigen tijd, Hollevoetaluis een be- zoek brengt, zal moeit© hebben om de eertijds, onbekoorlijke, dorre ..steenen loods" t© her kennen. D© laatst© weken trokken we er bijnn j dagelijks op uit om aan de zgn. Quack een j wagen zand of schelpen te halen. Weer noch wind werden ontzien en onder vroolijk gcaang werd de reis aanvaard. Onder leiding van on zen oomp. comm. werd nu de gebeele omtrek d»r loods herschapen in een woonpark, door sneden van schelpen- en zandpaden en met groen omrande perken, waarin oen aantal bloombollen wachten op do koesterende stralen der zon, om, bij ontplooiing in bonte menge ling en schittering van kleuren, de loods met een nymbus van bloemen omgeven. Het aanschouwen dezer kleurenrijkdom zal genoeg zame voldoening schenk/en voor aJ de moeite doorvoor getroost, en het cement tusschen l onzen oomp. comm. en zijne manschappen hechter doen zijn dan ooit. j Een lezing te Hellevoetsluls over den landbouw. Mil. P. Bic mond schrijft ons Deze lezing, zoo leerrijk gedaan door den korp. Hage, werd jammer genoeg, althans aan- i vankelijk, door zeer weinigen bijgewoond. Dit J werd gelukkig gedurende de vergadering eenigszins beter, zoodat bij het einde naar mijn 1 schatting toch nog een veertigtal aanwezig waren, waarronder tot onze voldoening een officier. Daar er natuurlijk toehoorders waren uit verschillende dcelen des lands, moest onze spreker aooals hij zeide zeer algemeen blijmn, wat hij dan ook op een waardige wijze gedaan heeft. Onder moor wees hij er op dat- naast oen energiek leger, de kracht ©ener natie schuilt in een bloeiende landbouw. Hij gaf ver der nog te kennen dat, zoö'n lezsflg aangena mer en doeltroffender wordt, door .vragen te stellen, wat door enkelen gpxlaan w,<=-rd, die door hem op een aangename en onderwijzende manier werden beantwoord. Korp. Hage. ik geloof wel, dat ik nit ajler naam spreek, wanneer ik u dank zeg voor de«c lezing door u alhier gedaan, waardoor gij ocis We worden nu eens heel ver van huis verplaatst. We zien hier ©en op -v> uit Westelijk Galicië, waarin de Russische troepen reeds ver zijn doorgedrongon, en waar zij Krakau, de sterke vesting, naderden. Doch in de laatste weken werden rr'. heftiger aangevallen door Duitschers en Oostenrijkers en tot stilstand, hier en ©<w tot den terugtocht, gedwongen. Zoo bij de rivier de Dunajec. Maar voordat zij den terugtocht naar 't Oosten aanvaardden, Jieten zij do groote spoorwegbrug daar; .er in de lucht vliegen. We zien er hier de overblijfselen van. De Russen zijn nu blijk baar al ver weg en 't is er rustig. De oorlog spaart niets of niemand, we hebben het meer dan eens gezegd. We zien bet hierboven weer. Een vreeselijke verwoesting is aangericht door een Duitsclie granaat. Hij is midden in het huis neergevallen en heeft alles vernield, wat in zijn weg kwam. Dat gebeurt gewoonlijk zoo. Doch het tragische was in dit geval, dat er in het huis een aantal gewonde Kngelsche soldaten W3ren onder gebracht, van de Cameron-Highlandersverscheidene hunner werden gedood, «laaronder de officier vau gezondheid; de anderen zwaar gewond. Iets, wat in buurmans huis gebeurt, vinden we altijd belangrijker dan wat ver van ons plaats heeft. We kennen dat huis gewoonlijk wel en de menschen, die er in wonen. Zoo gaat het ook met dezen oorlog. We zijn steeds vol belangstelling voor den grooten strijd in Belgis, voor alles, wat daar gebeurt, wat daar te zien is. De krijg tegen Rusland is zoo ver weg, dat wij er minder voor voelen. Toch wordt daar even hevig gestreden, zijn het ook daar vooral de kanonnen, die dood en verderf verspreiden. Zoo'n Russisch veldkanon bijv. als we hierboven zier, is een knaap om niet mee te spotten en de Russische kanonniers zien er ook heldhaftig genoeg uit. van iijd opendo hij het gezwel enklink klaar rijksdaalders rolden er uit. Groote consternatie bij den lijder! Oogenblikkelijk genas D. B. do gemaakt© wonden en de soldaat verliet het tooneel, hoefde niet voor do operatie betalen enkreeg een zwarten neus op den koop toe. Allen schud den van het lachen. Die eenige Don Bosco! Zijn laatst© toer was ook uitgezocht. In den vorm van een sierlijken waaier, ontplooide hij tal van vlaggetjes en er boven uit de vlag van ons land. De pianist zette nu het Volkslied in en staande en uit volle borst zongen allen mee. De commandant, Tadema, nam nu bet woord. In hartelijk gekozen bewoordingen dankto hij D. 13. voor zijn prachtige goochel toeren en riep hem een „tot weerziens" toe. D. B. bracht nu eveneens zijn dank aan den commandant, dat hij hem in de gelegenheid had gesteld hier te H. op te treden. De comman dant zeide naarna, dat deze dankbetuiging voor een goed gedeelte aan het adres van den vaandrig, Swaters, thuis hoorde. Deze toch had hem uitgenoodigd. Tot laat in den nacht bleven velen, onder gezellig samenzijn, nog bijeen. Uit 't fort bij „Westervoort". Mil.-korp. Koenders schrijft, ons: Hier in ons fort vielen ons afgeloopen week een muziek- en zangavond ten deel. Jelui moet nJ. weten, dat er in Arnhem en omstreken al tijd dames en heeren gevonden worden, die medelijden b©bben met ons mobilisatie- en klei mannen. Nu zal men geneigd zijn te zeggen: kleimannen?-Ja. we zijn kleimannen, want we leven hier to midden van water en klei. Voor de dames en heeren is het ©en dub bele opoffering ons een muziek, of zangavond te geven, daar zij het er zonder vuile schoe nen, japon of pantalon niet afbrengen. Reden, waarom wij voor zoo'n avond dubbel dankbaar moeten zijn. Op 12 Januari had een Arn- H.mvsah inuaiekgez «kjdliap, or moedel ijk van de „Dillotanten Vereeniging", bestaande uit eenige dames en hoeren het toch maar ge waagd ons te komen opvroolijken. Bij aan komst even na zoven unr. werd hot gezelschap verwelkomd door den luitenant Vermeulen en dokter Graf. Na die verwelkoming werden de muziekinstrumenten bestaand© uit violen, vio loncel «n piano in werking gebracht en kon het muziekgezelschap haar talent eens toonen. Dat de muziek nogal in den smaak viel, hewees het. applaus, dat op het eerste nummer reeds volgde. De daaropvolgende nummers genoten evenveel bijval, waaruit bleek dat het gezel schap volkomen was berekend voor zijn taak. Maar zooals ieder weet, gezelligheid kont geen tijd. zoo ging het ook hier weer en wel dra was de tijd van eindigen aangebroken. Onder het zingen van ..lang zullen ze leven" werd deze genoegelijke muziekavond over tie nen gesloten. Tevens voegen wij hier nog een dankbetui ging bij aan bet adres van de heeren Slinkert en Van Slooten, voor de moeit© die zij zich dne 15en Januari getroost hebben, om ons den langen winteravond, door het voordragen van 'zangstukjes met pianobegeleiding zoo aange naam mogelijk te maken. Uit aller naam, W. J. KOENDERS, mil. korpl. wederom opgewekt hebt, de thuone van den landbouw steeds meer t© volgen. Daar wij genoodzaakt zullen zijn, hier nog lang ons vermaak te zoeken, geef ik u hierbij uit veler naam ons verlangen te kennen, dat gij ons nog vele malen op iets dergelijks zult kom©n vergasten, en ons al zoo een avond be zorgen, die niet onnut voorbijgaat. P. B. Front Haerlem. Dankbetuiging. Mil. J. de Bruijn schrijft ons: Niet iu staat allen persoonlijk te danken, breng ik langs dozen weg mijn hartelijken dank aan allen, die bij mijn huwelijk hebben medegewerkt tot het aanbieden van de mooie en nuttige cadeaus, welke mij steeds een aan denken zullen blijven, aan den gezel li gen en hartelijken omgang met mijn kameraden tij dens de mobilisatie. Mil. J. DE BRUIJN, Rood H. Front. Haerlem Hellevoetslnis, 18 Jan. '15. Kameraadschap. Men schrijft ons: Heden werd uit ons midden gerokt door zijn overplaatsing ons aller vriend CORNELIS. Dat hij weer spoedig in ons midden mag terugkeeren is de wensch van zijn diepbedroef de vrienden. A. LEEUWENBURG, mil.-korp. J. A. WELTEVREDE. mil. J. ANDEWEG, mil. G. KRAIJENBRINK mil P. DE KIEVIT, mil. Ie Bat. Ie Comp. 6e Reg. Inf. 3e Divisie Veldleger. Verzoeken om ontspanning. Uit Hilvarenbeek en uit Willemstad ontvan gen wij briefjes, waarin de wensch te kennen gegeven wordt dat gezelschappen eens wat ver maak en ontspanning zullen komen brengen. Geloof, Hoop en Liefde. (Van mil. Tigehelhoven.) 't Geloof is volharden in het,goede, Volharden tot in eeuwigheid, Steeds opzien en niet levensmoede, Steeds vroom zijn en verblijd. De Hoop schenkt rust aan 't zoekend hart©, Schenkt rust en vreê in tegenspoed, Doet 't angstig hart, vervuld van smarte, Omstralen door een liefdegloed. D e Lie f de is het schoonste streven, Dat op deer' aard bestaat. De liefde schenkt haar rijken zegen In groote overdaad. Aldus zijn geloof, hoop en liefde Door niemand ooit gevreesd, Doch ik zeg vol overtuiging: De Liefde is het meest. Den Haag. TIGHELHOVEN. Op 't oorlogsveld. (Van ord.-wielrijder Onmens). De hemel is in 't Oosten rozerood gekleurd En höeft de bruine heidepadden dauw- beweend, Waar 's nachts de zilverblank© mane heeft getreurd. Een dapper strijder in do koude heeft gesteend. Nog ligt hij neer met zwar© wonden in de borst, Den feilen blik van 't pas nog vlammend oog gedoofd, Vergeefs geroepen om wat laaf nis voor den dorst, Van alle krachten door zijn hëoten dorst beroofd. Weg zijn z'n makkers, bondgenocton in den strijd, Naar 't Westen hebben zij den vijand na gesneld In donk'ren nacht, die leek hem. wol 'n eeuwigheid, Nadat hij door den vijand was terneer- gcvcld. De heide glinstert van den eilr'ron morgen dauw. Een eenzaam vogeltje fluit ginds zijn och tendlied. De witte wolkjes glijden over 't zacht© blauw In lang© rijen, rood getint in 't ver verschiet. De dappere strijder hoort d© verre schoten nog En kreunt en doet de matte oogen dient. „O, lieve moeder, och, moet ik dan sterven toch En u niet zien meer voor 't volbrengen van mijn plicht, i Hij ziet <3© liefdezuster niet. die nader- treedt, Die van nabij zijn zwakke klacht© had gehoord, Die heel den naoht haar best© zorgen had besteed Aan 't lijden van zijn dappre broeders, onverstoord. Zij knielt en spreekt den uitg©putten krijgs man aan, En lescht zijn brandend h©eten dorst met frisschen dronk. Hij glimlacht even, hoort het vinkje slaan, En prevelt dank voor haar, die koele laarais schonk. Als in een droom ziet hij, zijn moeder voor zich staan, Zijn vader en zijn broer. Zij drukken hem de hand. Een zucht, hij sterft. Hij was ten strijde heengegaan, En stierf op 't veld van ©er voor 'i dierbaar vaderland. J. OOMENS. Eus Piotches. (Van mil. Paul Wijsen.) Mot stievele, geel of zwarte scheun, Gekleed in blauw, in gries of greun. Met of zoonder leero votches, Zoe zeet ger eus piotches. Te voot, te peerd of neve de hun Ou Yreizx altied de beste vrun, Bij niarsche of 't koken vaan de pötohes. Zoe zien noe eus piotches. Veur ns zien eus jonges alle egaol, Al kome ze oet kastiel of zaol, Of oet de kleinst© krótches, 'fc Blieven eus piotches. En reup hun daan 't heil vaan 't land, Daan goon ze blij ouch hand in hand, Bij troppen of kompl«jtche6, Eus gooi cn flinke piótehes. Eus jonges, blieve moon ter en trouw. Al leete ze thees soms koend en vrouw. Met uienig vuur en klötches, Dat teikent eus piötehes. En is 't nudig daan geve ze hun blood, Tot Terdeidiging vaan land en good. Daorum op hun gezondheid, twie drei pötches. Lang leve de Mastreechter piotches P. W. Een van 't eerste regiment. (Van mil. J. Breuker.) Ik ben een jongen van 't eerst© Regiment, Ik doe me dienst zoo als het hoort, heel coa- tent, En nu in mobilisatietijd neem ik de orders heel Tenblyd. 's Morgens is het vroeg op, voor dag en dauw, Dan is het de paarden drinken en voeren, heel gauw. Na het voeren kunnen wij 3an 't eten gaan 't Is bij Van Donk en je laat er niets van staan. Als het ©ten is gedaan, zeg ik: we zullen naar den stal toegaan, De paarden worden gepoetst, heel vlug, De staart en manen gekamd, gepoetst hoofd, buik, beenen ©n rug. Dan komt d© wachtmeester in den stal en kijkt de paarden na; Hij kijkt dan stipt, dat is waar. maar zijn ze goed, dan zegt hij weerik ga Dan worden eerst nog de hoeven in 't vet gezet, En zeg ik: nu maar weer op hun plaats gezet. De vakken worden nog wat opgeeohud, dan hebben ze een heel goed bed. Dan komen de harnachamenten aan de beurt. Je kijkt dan, of er niete aan 't leerwerk is ge- soheurd, Is er iete stuk, dan breng je het naar den zadelmaker ras Want kapotte boel is iet®, dat niet past, En kom jo er com® mee voor den dag, don g» je in do kast. Nu, ik geloof, dat ik mo bost heb gedaan, Want dichten is voor mij lang geen baan! Maar je kan niet weten, waar 't goed voor is, Zoo'n e tukje in de Soldatenkrant u lang mot mis. Ik bob mo beet er op gedaan, dot is zeker ea gewis. J. BREUKER, lste Reg. kL 3e E«. Met verlof. (Van kanonnier Groenouwe.) Wanneer je met verlof mag gaan, Steek je je in jouw bast© pakkie, Jo haalt don ketel bij den kok, Verorbert eerst met smaak je prakkio, Jo zet een gelegenheadsgczicnt, Denkt aan geen dienst, geen ptopere-jaa®&\ En met ©en vrijbiljet op zak, Zit jo dra in de „3e klaceo". Je krijgt gezelschap bij de vleet, Ieder verteit aiiu wedervaren Wat of io denkt van Nederland En van de dreigende gevaren. En iedereen brengt nieuws dan me©. Jo knnt op reis soms zeer veel loeren En waar je waarheid komt te kort, Ga je z© zelf maar fabriceeren. En moet je overstappen, dan Ga je we! twintig malen vragen En moppert op den conducteur, Die toch zoo weinig kan verdragen. En ben je, waar je wezen moet, Dan doe je vlug het raampio open, Je ziet je meisje en oudeiui Verlangend langs den trein reed» loepen. Eindelijk heb je ne begroet, Ze overladen jo met vragen. Je meisje kijkt verlangend reeds Naar 't pakjo, wat je mee moet dragen. Zo denkt t Is zeker wat voor mij Maar ga jo 't eindelijk open maken, Dan komt do vuile wasoh er uit, Voor d' werkvrouw, om schoon te maken. En is dan je verlof weer op, En ben jo aan den trein gekomen, Jo zoekt direct een plaatsje op, Waar j© lekker kunt gaan droomen. Je slaapt nog beter aan in bed, En kijk je niet goed uit je oogen, Dan is de trein reed© voor je 't weet, Voorbij je garnizoen gevlogen. Kanonnier K. R. A. G. J. GROENOUWE. Rust In vreö. (Van mil. Van Mzanen.) Als zacht-kens 't licht der zon verdwijnt En schaduwen, zoo vaag beltjnd, Zich spreidon over 't aardrijk been, Dan komen 'ruisohloos aangegleên D© schimmen van een oud geslacht, Met harnas, helm en lans en speer, En zeggen mij onhoorbaar zacht: „Gord gij u aan; ik kan niet meer." En 't wmdje zucht zoo dreef hun smart: „Wi© waakt voor 't bloed drt ik vergootf" Ach rust in vree; voor u mijn hart, 't Land mijn trouw, tot in den dood. C. J. VAN MAANEN. Voetbal In het leger. In navolging Ten diverse andere compag nieën is hot op initiatief van enkele manschap pen gelukt by de 4e comp, 3e bat. Jagers een voet bal veroeniging op te richten. Veel belang stelling bestond er bij de manschappen en onz© geacht© compagniescommandant nam het eere voorzitterschap op zich. De rca.-lo luit. en militie 2o luit. onzer compagnie werden tot eore-leden benoemd. Met den steun Tan boren- go..^:mue neeren en leden en donateurs bopea wij ons deel te bereiken, n.l. het spelen van wedstrijden tegen ander© oompagmoa-eiftallen. Aanvaaxedyk zijn twee elftallen in elkaar ge* zet en hot le elftal speelde reeds enkele wed strijden tegen burgerclub®. De Bond voor Lich. Opvoeding sreide welwillend haar terrein disponibel. Doordat echter de© Zondags veel menschen afwezig zijn en enkelen bezwaren hebben om op bondag t© spelen, leidt dit noga e©ns tot moeilijkheden met het samenstellen van een elftal. Onze wensch i£ dan ook te ge raken tot hot spelen van een competitie op een door do weekschen dag. Het bestuur der V. V. 4/1II Jager», MENSINK, mil., le voorz. MOBAOH, sergt., vice-voorz. v/u. WAAL, m ia aecr. HOFLAND, mil., 2e se er. Voetbal-competitie I en II R.C. Secr. Joh. Geurink schrijft ons: Uitslag wedstrijden 10 Jan 191Ó. IA—4/1 2—7 2/13/1 1^4 1 II—4AI 2—1 2/113 II 1—2 waardoor do stand wordt: gesp. gew. gel. verl. punt. doelp. gem. 4T 2 2 4 10—2 2 3A 2 2 4 3^2 2.— 1,AI 2 2 4 4—1 2/n 2 1 12 6 3AI 2 1 12 2—3 1 4 AI 2 2 0 4—7 0 IA 2 2 0 3—12 0 2A 2 2 0 1—7 0 Het Zulderbad. In ons vorig nummer maakten wij melding van het zwemfeest van het Amsterdamsche Zuiderbod Daarbij werd ook gemeld, dat dit Bad zijn inrichting ter beschikking van het garnizoen had gesteld, zoodat onz© militairen er gratis gebruik van konden inakca. Scrgcsn; A. de B«ter, t© Amsterdam, deelt on6 thans mede, dat bij ervaringen heeft opgedaan

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 3