Uit Leger en Vloot.
S p 0 ft
Ï31S SOLD A.TCENCOUP TXTM." van Vrljaag1 .Tnntiari
De soldaat, die do shako van Gerhard us
Hoff, milioien Depót Bat. heeft geleend, wordt
beleefd verzocht deze aan hem op te zenden
Deso zal dan op zijn beurt de veldmuts terug
zenden, G. Hoff, zaal 55, Mil. Hospitaal, Den
Haag.
A. J. de B., Fort Kwadijk. Niet geuohikt
voor ons blad. Red.
Tegenwoordig adres gevraagd van E. Schef-
fer H.S., lste kl. der 4e corop. hospitaalsold.
door E. Groen, korporaalziekenverpleger 4e
comp. lste bat. 19e reg. infanterie 2e divisie
Veldleger.
Verloren.
Degene, die Zaterdagmiddag 16 Jan. in
s-Hertogenboscbuit trein 106 een verkeerd
koffertje meegenomen heeft, wordt verzocht
dit to zenden aan J. Veldkamp, Bedum
(Gron.). Het. door hem achtergelaten koffertje
is gedeponeerd aan het station te Utrecht.
Zaterdag 9 Jan. jl- in den trein van 8.14 uu:
n.m. uit Rotterdam naar Arnhem bij het uit
stappen in Leerdam koppel en bajonet A. W"
N. 9727. Verzoeke bericht C. H. v. d. Ploeg
p/a. L. Vrancken, Nieuwenhuizenstraat 80/
Leerdam.
Bivakmutsen enz.
Kapitein ter Zee Sablonière schrijft ons
Mij kwam uwe editie van Woensdag 13
dezer in handen waarin een klacht van den
zeemilicien J. P. van der Pot over de stief
moederlijke bedeeling van de zeemilitie, wat
betreft bivakmutsen, polsmoffen, buikgor
dels en versnaperingen op de feestdagen.
Het stukje maakt door de onjuistheid een
onaangenamen indruk, en alvorens het aan
de redactie aan te bieden had de inzender
zich wel eens wat beter op de hoogte mogen
Btellen, of wat hij schreef wel waar is.
Dan zoude hem gebleken zijn dat op den
2den Kerstdag aan boord van Hr. Ms.
schepen Buffel'' en ,,Van Galen" de be
manning werd getraoteerd door het dames
comité, en dat bivak-mutsen zijn verstrekt
aan de schepelingen van de varende schepen.
Gevoelt de milicien van der Pot behoefte
om een buikgordel te dragen dan zoude hem
deze op advies van den Officier van Ge
zondheid verstrekt kunnen worden uit den
voorraad door het dames-comité ter bc-
ecnikking gesteld.
Ik breng het dames-comité gaarne mijn
dank voor hetgeen zij voor mijne beman
ning heeft gedaan.
De Kapitein ter zee,
Commandant van Hr, Ms. „Van Galen".
SABLONIèRE.
Excelsior!
Een onderofficier schrijft ons:
Aanvankelijk mot eenig wantrouwen begroet
zooals helaas alles wat des soldaats is is
de Soldatencourant zoo zoetjesaan do vriend
van allen geworden. Niet alleen dankt zij dit
6an de heerlijke overzichten ,,De Toestand in
den reuzenstrijd" en aan de prettige verhaal
tjes, maar vooral ook do derde en vierdo
pagina droegen daartoe bij, bewijzen als zij
telkens waren, dat. daar een plaatsje is voor
ieder, voor den klager zoowel als voor don
dankbare, voor proza, dicht en rijmpjes, voor
een jolige grap, maar ook voor een ernstig
woord. Het laatste wordt zoo graag niet gele
zen? Vergis u daarin niet! In do ernstige
tijden, die we doormaken, dragers van veel
ellende, oorzaken van veel opoffering voor
iedereen en niet het minst voor de meeston
onzer gemoliiliseerden, in heel die droeve om
lijsting wordt do ernst vaak beter geaccepteerd
dan luim en scherts.-Ik herinner me, hoe bij
een soldatenfeest een groep van twaalf, vijf
tien landweermannen hoofdschuddend bleef
toezien: „het was nu geen tijd om te feesten!"
En mijn tegenwerping dat treuren en suffen
toch evenmin baat brengen, kon slechts bewer
ken, dat zij wegstopten.
Zij hadden ongelijkernstig is de tijd, ernstig
moeten vooral ook wij, soldaten, blijven; maar
dat sluit niet uit, dat de geest eens afgeleid,
eens ontspannen moet worden! Hulde daarom
aan de commissies, die dat doel nastreven
zij verhoogen de kracht van ons leger en doen
een weldaad aan de maatschappij, waarin wij
straks zooals we allen wensehen, weer terug-
keeren. Wel zou ik liet aanbevelenswaardig
vinden, dat dit laatste nog meer in 't oog ge
houden werd dat ontspanning rekening hield
imet veredeling en ontwikkeling.
Zoo ben ik b.v. zoo vrij te spreken van geld.
tijd on krachten verspillen, als men een gehce
len avond gaat vullen met komieke voordrach
ten, waar nu totaal niets in zit! Liefst nog
afgewisseld door enkele straatdeuntjes als mu
ziek. Het kleinste tooneeltjo zou den toehoor
ders nog minstens beschaafde taal te hooren
geven; van een middelmatig zanger kan de
wijze van zingen nog goed voordoen; gymnas
tische toeren zouden ideo voor sdlioono vormen
geven enz. enz., maar als enkele honderden
volwassen menschen van oen heclen avond niets
meenemen, dan hoe een keukenmeid haar ver
legen Hannes het vrijen en kussen leert; hoe
ze drukwerk in een envelop moeten sluiten om
het portvrij te maken, enz., dan is die avond
verloren gegaan soit.... maar dan is ook een
boel geld versmoten! De gelegenheid is zoo
schoon, om onzen mannen, die thuis dikwijls
niets zien en bespreken, eenigo ontwikkeling
mee naar huis te geven. Van school gegaan,
toen hunne hersens eigenlijk eerst geschikt wer
den om te leeren, komen ze nu plotseling in
omstandighedendie hen als 't ware weer in
de armen voert der beschaving. Voor velen,
voor zeer velen is dit beeld verre overdreven
gelukkig! maar voor allen is wat te doen on
voor do meesten nog zeer veel! Toe dan, gij die
intellectueel meer bedeeld zijt; leer die min
der bevoorrechten het excelsior! Voer hen op,
waar ge dit kunt! Drijf hooger hun idealen en
rust niet, al wijzen de resultaten niet dadelijk
op stijging. De winteravond-cursussen b.v. moe
ten er niet op rekenen een. rijken oogst to
plukken maar bij do meeston zullen zij dit
bereiken, dat de groot en verstandig geworden
leerlingen beginnen in te zien, dat hun nog
veel ontbreekt en dat zij dit zoo gemakkelijk
unnen aanvullen, die prikkel kan al vast
heel wat goeds doen.
PETER.
(Wordt vervolgd.)
De Paus en de aardbeving.
Men schrijft ons uit het leger:
Het groote respect, geachte heer redacteur,
lat ik gevoel voor den inhoud en de strekking
van „onze" Soidatencourant, brengt me er
ioe, even terug te komen op de laatste alinea
.an uw artikel over de aardbeving in Italië in
iiet nummer van Zondag 17 Januari j.l.
Vele soldaten lezen bijna uitsluitend de
Soldatencourant en voor hen vooral zou ik
graag wat meer vertellen over het bezoek van
den Opperpriester aan het ziekenhuis Santa
Marta of liever over de waarde en gevolgen
van zulk een daad, indien zij werkelijk ge
paard was gegaan met een verlaten van het
Vatikaan. Want, zooals immers een Wolff be
richt het Reuter-telegram is komen tegenspre
ken, de Paus heeft het Vatikaan niet verloten,
doch is langs de sakristio van de Sint Pieter
de talrijke gewonde slachtoffers gaan bezoe
ken; zonder dus op straat te komen. De ge
schiedenis alleen kan ons de zorgvuldigheid,
om dat te vermijden, verklaren.
De Pausen waren sedert eeuwen niet alleen
opperherder der Kerk, doch tevens wereldlijk
vorst, gobieders der Pauselijke Staten. Het
dappere vechten der Pauselijk-zouaven (waar
onder wij zoo menigen Hollandsche held tel
len!) kon echter niet verhinderen, dat dit
wereldlijk gebied in 1870 den H. Vader ge
woonweg ontnomen werd en gevoegd bij Ita
lië. De Paus werd niets gelaten dan het Vati-
caan, den Sint Pieter en enkele annexe ge
bouwen. De Italiaansche regeering regelde
toen door de garantiewet van 13 Mei 1871 hare
verhouding tot het Vatikaan, welke den Paus
niet verbiedt het Vatikaan te verlaten.
De „gevangenschap des Pausen" waarvan
men spreekt, is dus eene vrijwilligeal doen
gebeurtenissen, zooals voorvielen bij het over
brengen van het stoffelijk overschot van
Z. H. Pius IX, (door anti-clerikalen met stee-
nen gebombardeerd), aan een zekeren dwang
denken. Dat stipt blijven op Vatikaansch ge
bied is een protest van den Paus tegen de ont-
rooving zijner Staten, waarbij zich noch Pius
IX, noch Leo XIII, noch Pius X z.z. g.g. heb
ben neergelegd en waartegen ook Z. H. Bene-
dictus XV bij Zijne troonsbestijging een klin
kend protest heeft doen hooren. Daarom be
vreemdde het Reuterbericht iedereen ten zeer
ste; doch spoedig is opgehelderd, dat al
schijnt er uitzicht to zijn op eenige toenade
ring tusschen de lt. regeering en het Vati
kaan de Heilige Vader nog niet dien stap
heeft gezet, waardoor Hij eensdeels zijne ver
heven waardigheid aan verguizing prijs zou
geven en anderdeels zou te kennen geven in
den bestaanden toestand te berusten.
R. N.
Mobilisatie-Club.
Mil.-sergeant A. G. Hamers schrijft ons:
Woensdagavond 13 Jan. jl. gaf bovenge
noemde club weer een uitvoering in Hotel „De
Roskam" te Weesp. Door de welwillende mede
werking van het Dubbclmannenzangkwartet
i an Wormervoer, onder directie van den heer
Cor. Boon Dz., en het Kanonniersen&emble
,,de Jovclo Pistolets", is deze avond schitte
rend geslaagd.
Ik kan dan ook niet nalaten een woord van
hulde te brengen aan den heer Boon, over de
schitterende wijze, waarmede hij zijn clubje
dirigeorde.
Uit Hansweert.
Korp. O. v. d. Swaluw eohrijft ons:
„Het is cm blijft een feit, dat behoorlijke
ontspanning voor de militairen een noodzake
lijke behoefte is. Verveling dreigt bij velen al
te ras binnen te sluipen en ze wekt dikwijls
een stemming, die met bevorderlijk is aan ean
goeden geest onder de manschappen. Voor af
leiding dient te worden gezorgd.."
Zoo ongeveer luidde een artikel in „Het
Vaderland" door Max van Gelder, impi»?ssario
te Amsterdam. Dit nu geschiedt terecht te
Hansweert. Allen hier werken ten zeerste
mee. Met dankbaarheid gewaag ik er van.
Zoo hadden we Donderdag jl. in de zaal van
den heer Mollet weer een ïn-gezelligen avond.
Te 7 uur begon de uitvoering. De zaal was tot
in de uiterst© hoeken met lielangstellenden ge
vuld. In ons midden verscheen professor Don
Bosco, (J. Bork, Albert Cuypstraat 51, Am
sterdam), de Koning der Goochelaars. Op dien
naam maakt hij met recht aanspraak. Wat wij
van liem gezien heben, is in éën woord verba
zingwekkend. En op hoe leukeaardige ma
nier wist hij ons bezig t© Iwudem. Zijn eerste
optreden nam al direct voor hem in.
Hij heette ons op innemende wijze harte
lijk welkom. Hij zou dezen avond een greep
doen uit den schat van toeren, die hij ter zij
ner beschikking had. Hj sprak do hoop uit,
dat zijn prestatie op het gebied van de humo
ristisch© goochelkunst ons mocht nopen, bam
nog eelis terug te roepen.
Alsnu begon hij met zijn goocheltoeren. Na
tuurlijk is liet voor mij ondoenlijk alles te ver
tellen wat ons te zien werd gegeven en ik zou
ook to veel plaatsruimte vergen van „De Sol
datencourant'
Verscheidene grappige tooneeltjes zie ik in
den geest terug. Een paar broede, metalen
ringen wc-rden in vloeipapier gewikkeld in den
vorm van een tamboerijn. Hij stootie nu Lot
vloeipapier stuk en uit het daardoor ontstane
gat haalde hij tot verbazing van allen een
twintig verschillende doeken, oen massa lint
en uit dat lint een kronkelende slang.
Hij liet een metalen kogel glijden langs een
koord. Op commando ging de kogel in verschil
lende tempo s naar beneden. TV Weled. heer
v. Doorninek, voorz. van de pi. comm. voor
rratw. en ontsp. der gemob. troepen, zou de
kur.st ook eens beproeven Helaas! De kogel
luisterde niet naar hem en in versnelde bewe
ging rolde hj naar beneden. Tot troost kreeg
hij van D. B. mee: „U moet' het net doen
zooals ik, meneer, en dan gaat het wel." Dien
wijzen rand gaf hij ook aan anderen, die zijn
kunsten wilden nadoen.
Don Bosco deed zich ook kennen, als een
eerst© klas soldeerder. Hij nam een zakdoekje
van één der aanwr-zige dames, liet een jochie
e~ een stukje uitknippen, nam een lucifer,
stak het uitgeknipte stukje aan flapte allee
aan elkaar, neep het goed samen en daarna
vertoonde hij het zakdoekje ongeschonden aan
ons oog en gaf h©t terug aan de dame.
Hij vroeg een hoed aan één der boeren. Eén
was zoo welwillend hem af te staan en wat
haalde D, B. uit dien hoed? Niet meer dan 5
wekkers.
Mooie kunstjes vertoonde hij met de kaarten.
Hij liet verschillende aanwezigen kaarten kie
zen en kwamen de gekozen kaarten op zijn
commando niet te voorschijn? En dan het wer
ken met die 8 groote ringenOp alle mogelijke
manieren wist hij ze in korten tijd van en aan
elkaar te krijgen. Hij liet do aanwezigen ook
probeeren. Maar jawel; het lukte niet.
Voor D. B. was het ook niet moeilijk aan
eieren te komen. Hij nam een zwarte zak, zeide
maar: „tok, tok!" en in den zak rolde de
eieren. Een jonge juffrouw uit H. wou het
kunstje ook leeren. (Ze werd voor haar moedig
naar voren treden met een daverend applaus
begroet). Maar hoe ze ook „tok, tok!" prak;
rle verwachte eieren bloven weg en alleen als
D. B. hielp, kwamen ze te voorschijn.
Om sleutels los te krijgen, die met een ster
ken knoop aan een koord waren vastgemaakt,
was het werk van een oogenblik. D. B. nam
een dameshorloge. Hij deed het in een doosje
en gaf het in handen van een knaapje. Na een
poosje liet hij het ventje het doosje openen en
tot groote ontsteltenis van het kereltje was het
horloge verdwenen. D. B. zeide nu„Ja man
netje. je moet zorgen, dat de dame haar horloge
terugkrijgt." Wat maakte nu ons baasje in zijn
ongekunstelde verlegenheid een allergrappigst
figuur! Maar D. B. trad weer op als helper.
Hij nam een revolver, schoot envan een
bouquet, staande op een tafeltje, openden zich
de bloemen en er tusschen zagen we het hor
loge hangen. Hij gaf het aan het nu gelukkige
jochie en deze bracht het met verheugd ge
zicht naar de dame. Van onder een grooten
doek haalde D. B. achtereenvolgens 4 kommen,
gevuld met water en daarin zwommen goud-
visschen.
In het te voorschijn tooveren van allerlei
geldstukken was hij een eerste meester. Hij
sprak maar „zijn tooverspreukjes" en klaar
was hij.
Een soldaat kwam op het tooneel. Och arme;
zijn neus begon te zwellen. Een operatie nood
zakelijk! D. B. trad handelend op en ontpopte
zich als een kundig operateur. In een minimum
Uit Heilevoettluls.
Mil. J. Top «chrijft ons
In een vorig artikeltje mooht ik reeds wij
zen op de manier waarop onze beminde oomp.
canm. de gezelligheid der „Steenen loods" *jn
zijn© bevolking tracht t© verhoogen. Ook do
laatst© weken getuigen bij vernauwing hoe
het nuttige met het aangename te onzen gerieve
verbonden wordt. In den ©e raten tijd der mo-
I bilisatio werden onze krachten geheel in brelag
j genomen door het maken van loopgraven op j
de batterij, voor welks uitstekenden aanleg en
i toestand, door don hoer overat© van het rog. j
bij zijn bezoek aan do verschillende fronten 1
alhier, onzen oomp coram, in vluende bewoor-
dingen dank werd betuigd, door welken lof
ook wij ons uitermate gestreeld voelden.
Wie, na eenigen tijd, Hollevoetaluis een be-
zoek brengt, zal moeit© hebben om de eertijds,
onbekoorlijke, dorre ..steenen loods" t© her
kennen. D© laatst© weken trokken we er bijnn
j dagelijks op uit om aan de zgn. Quack een
j wagen zand of schelpen te halen. Weer noch
wind werden ontzien en onder vroolijk gcaang
werd de reis aanvaard. Onder leiding van on
zen oomp. comm. werd nu de gebeele omtrek
d»r loods herschapen in een woonpark, door
sneden van schelpen- en zandpaden en met
groen omrande perken, waarin oen aantal
bloombollen wachten op do koesterende stralen
der zon, om, bij ontplooiing in bonte menge
ling en schittering van kleuren, de loods met
een nymbus van bloemen omgeven. Het
aanschouwen dezer kleurenrijkdom zal genoeg
zame voldoening schenk/en voor aJ de moeite
doorvoor getroost, en het cement tusschen
l onzen oomp. comm. en zijne manschappen
hechter doen zijn dan ooit.
j Een lezing te Hellevoetsluls over den landbouw.
Mil. P. Bic mond schrijft ons
Deze lezing, zoo leerrijk gedaan door den
korp. Hage, werd jammer genoeg, althans aan-
i vankelijk, door zeer weinigen bijgewoond. Dit
J werd gelukkig gedurende de vergadering
eenigszins beter, zoodat bij het einde naar mijn
1 schatting toch nog een veertigtal aanwezig
waren, waarronder tot onze voldoening een
officier.
Daar er natuurlijk toehoorders waren uit
verschillende dcelen des lands, moest onze
spreker aooals hij zeide zeer algemeen blijmn,
wat hij dan ook op een waardige wijze gedaan
heeft. Onder moor wees hij er op dat- naast
oen energiek leger, de kracht ©ener natie
schuilt in een bloeiende landbouw. Hij gaf ver
der nog te kennen dat, zoö'n lezsflg aangena
mer en doeltroffender wordt, door .vragen te
stellen, wat door enkelen gpxlaan w,<=-rd, die
door hem op een aangename en onderwijzende
manier werden beantwoord.
Korp. Hage. ik geloof wel, dat ik nit ajler
naam spreek, wanneer ik u dank zeg voor de«c
lezing door u alhier gedaan, waardoor gij ocis
We worden nu eens heel ver van huis verplaatst. We zien hier ©en op -v>
uit Westelijk Galicië, waarin de Russische troepen reeds ver zijn doorgedrongon, en
waar zij Krakau, de sterke vesting, naderden. Doch in de laatste weken werden rr'.
heftiger aangevallen door Duitschers en Oostenrijkers en tot stilstand, hier en ©<w
tot den terugtocht, gedwongen. Zoo bij de rivier de Dunajec. Maar voordat zij den
terugtocht naar 't Oosten aanvaardden, Jieten zij do groote spoorwegbrug daar; .er
in de lucht vliegen. We zien er hier de overblijfselen van. De Russen zijn nu blijk
baar al ver weg en 't is er rustig.
De oorlog spaart niets of niemand, we hebben het meer dan eens gezegd.
We zien bet hierboven weer. Een vreeselijke verwoesting is aangericht door een
Duitsclie granaat. Hij is midden in het huis neergevallen en heeft alles vernield,
wat in zijn weg kwam. Dat gebeurt gewoonlijk zoo. Doch het tragische was in
dit geval, dat er in het huis een aantal gewonde Kngelsche soldaten W3ren onder
gebracht, van de Cameron-Highlandersverscheidene hunner werden gedood, «laaronder
de officier vau gezondheid; de anderen zwaar gewond.
Iets, wat in buurmans huis gebeurt, vinden we altijd belangrijker dan wat
ver van ons plaats heeft. We kennen dat huis gewoonlijk wel en de menschen, die
er in wonen. Zoo gaat het ook met dezen oorlog. We zijn steeds vol belangstelling
voor den grooten strijd in Belgis, voor alles, wat daar gebeurt, wat daar te zien is.
De krijg tegen Rusland is zoo ver weg, dat wij er minder voor voelen. Toch wordt
daar even hevig gestreden, zijn het ook daar vooral de kanonnen, die dood en verderf
verspreiden. Zoo'n Russisch veldkanon bijv. als we hierboven zier, is een knaap
om niet mee te spotten en de Russische kanonniers zien er ook heldhaftig genoeg uit.
van iijd opendo hij het gezwel enklink
klaar rijksdaalders rolden er uit.
Groote consternatie bij den lijder!
Oogenblikkelijk genas D. B. do gemaakt©
wonden en de soldaat verliet het tooneel, hoefde
niet voor do operatie betalen enkreeg
een zwarten neus op den koop toe. Allen schud
den van het lachen. Die eenige Don Bosco!
Zijn laatst© toer was ook uitgezocht. In den
vorm van een sierlijken waaier, ontplooide hij
tal van vlaggetjes en er boven uit de vlag van
ons land. De pianist zette nu het Volkslied in
en staande en uit volle borst zongen allen
mee. De commandant, Tadema, nam nu bet
woord. In hartelijk gekozen bewoordingen
dankto hij D. 13. voor zijn prachtige goochel
toeren en riep hem een „tot weerziens" toe.
D. B. bracht nu eveneens zijn dank aan den
commandant, dat hij hem in de gelegenheid had
gesteld hier te H. op te treden. De comman
dant zeide naarna, dat deze dankbetuiging
voor een goed gedeelte aan het adres van den
vaandrig, Swaters, thuis hoorde. Deze toch
had hem uitgenoodigd.
Tot laat in den nacht bleven velen, onder
gezellig samenzijn, nog bijeen.
Uit 't fort bij „Westervoort".
Mil.-korp. Koenders schrijft, ons:
Hier in ons fort vielen ons afgeloopen week
een muziek- en zangavond ten deel. Jelui moet
nJ. weten, dat er in Arnhem en omstreken al
tijd dames en heeren gevonden worden, die
medelijden b©bben met ons mobilisatie- en klei
mannen. Nu zal men geneigd zijn te zeggen:
kleimannen?-Ja. we zijn kleimannen, want we
leven hier to midden van water en klei.
Voor de dames en heeren is het ©en dub
bele opoffering ons een muziek, of zangavond
te geven, daar zij het er zonder vuile schoe
nen, japon of pantalon niet afbrengen. Reden,
waarom wij voor zoo'n avond dubbel dankbaar
moeten zijn. Op 12 Januari had een Arn-
H.mvsah inuaiekgez «kjdliap, or moedel ijk van
de „Dillotanten Vereeniging", bestaande uit
eenige dames en hoeren het toch maar ge
waagd ons te komen opvroolijken. Bij aan
komst even na zoven unr. werd hot gezelschap
verwelkomd door den luitenant Vermeulen en
dokter Graf. Na die verwelkoming werden de
muziekinstrumenten bestaand© uit violen, vio
loncel «n piano in werking gebracht en kon
het muziekgezelschap haar talent eens toonen.
Dat de muziek nogal in den smaak viel, hewees
het. applaus, dat op het eerste nummer reeds
volgde. De daaropvolgende nummers genoten
evenveel bijval, waaruit bleek dat het gezel
schap volkomen was berekend voor zijn taak.
Maar zooals ieder weet, gezelligheid kont
geen tijd. zoo ging het ook hier weer en wel
dra was de tijd van eindigen aangebroken.
Onder het zingen van ..lang zullen ze leven"
werd deze genoegelijke muziekavond over tie
nen gesloten.
Tevens voegen wij hier nog een dankbetui
ging bij aan bet adres van de heeren Slinkert
en Van Slooten, voor de moeit© die zij zich
dne 15en Januari getroost hebben, om ons den
langen winteravond, door het voordragen van
'zangstukjes met pianobegeleiding zoo aange
naam mogelijk te maken.
Uit aller naam,
W. J. KOENDERS,
mil. korpl.
wederom opgewekt hebt, de thuone van den
landbouw steeds meer t© volgen.
Daar wij genoodzaakt zullen zijn, hier nog
lang ons vermaak te zoeken, geef ik u hierbij
uit veler naam ons verlangen te kennen, dat
gij ons nog vele malen op iets dergelijks zult
kom©n vergasten, en ons al zoo een avond be
zorgen, die niet onnut voorbijgaat.
P. B.
Front Haerlem.
Dankbetuiging.
Mil. J. de Bruijn schrijft ons:
Niet iu staat allen persoonlijk te danken,
breng ik langs dozen weg mijn hartelijken
dank aan allen, die bij mijn huwelijk hebben
medegewerkt tot het aanbieden van de mooie
en nuttige cadeaus, welke mij steeds een aan
denken zullen blijven, aan den gezel li gen en
hartelijken omgang met mijn kameraden tij
dens de mobilisatie.
Mil. J. DE BRUIJN,
Rood H. Front. Haerlem
Hellevoetslnis, 18 Jan. '15.
Kameraadschap.
Men schrijft ons:
Heden werd uit ons midden gerokt door zijn
overplaatsing ons aller vriend
CORNELIS.
Dat hij weer spoedig in ons midden mag
terugkeeren is de wensch van zijn diepbedroef
de vrienden.
A. LEEUWENBURG, mil.-korp.
J. A. WELTEVREDE. mil.
J. ANDEWEG, mil.
G. KRAIJENBRINK mil
P. DE KIEVIT, mil.
Ie Bat. Ie Comp. 6e Reg. Inf.
3e Divisie Veldleger.
Verzoeken om ontspanning.
Uit Hilvarenbeek en uit Willemstad ontvan
gen wij briefjes, waarin de wensch te kennen
gegeven wordt dat gezelschappen eens wat ver
maak en ontspanning zullen komen brengen.
Geloof, Hoop en Liefde.
(Van mil. Tigehelhoven.)
't Geloof is volharden in het,goede,
Volharden tot in eeuwigheid,
Steeds opzien en niet levensmoede,
Steeds vroom zijn en verblijd.
De Hoop schenkt rust aan 't zoekend
hart©,
Schenkt rust en vreê in tegenspoed,
Doet 't angstig hart, vervuld van smarte,
Omstralen door een liefdegloed.
D e Lie f de is het schoonste streven,
Dat op deer' aard bestaat.
De liefde schenkt haar rijken zegen
In groote overdaad.
Aldus zijn geloof, hoop en liefde
Door niemand ooit gevreesd,
Doch ik zeg vol overtuiging:
De Liefde is het meest.
Den Haag.
TIGHELHOVEN.
Op 't oorlogsveld.
(Van ord.-wielrijder Onmens).
De hemel is in 't Oosten rozerood gekleurd
En höeft de bruine heidepadden dauw-
beweend,
Waar 's nachts de zilverblank© mane heeft
getreurd.
Een dapper strijder in do koude heeft
gesteend.
Nog ligt hij neer met zwar© wonden in de
borst,
Den feilen blik van 't pas nog vlammend
oog gedoofd,
Vergeefs geroepen om wat laaf nis voor den
dorst,
Van alle krachten door zijn hëoten dorst
beroofd.
Weg zijn z'n makkers, bondgenocton in den
strijd,
Naar 't Westen hebben zij den vijand na
gesneld
In donk'ren nacht, die leek hem. wol 'n
eeuwigheid,
Nadat hij door den vijand was terneer-
gcvcld.
De heide glinstert van den eilr'ron morgen
dauw.
Een eenzaam vogeltje fluit ginds zijn och
tendlied.
De witte wolkjes glijden over 't zacht©
blauw
In lang© rijen, rood getint in 't ver verschiet.
De dappere strijder hoort d© verre schoten
nog
En kreunt en doet de matte oogen dient.
„O, lieve moeder, och, moet ik dan sterven
toch
En u niet zien meer voor 't volbrengen
van mijn plicht,
i Hij ziet <3© liefdezuster niet. die nader-
treedt,
Die van nabij zijn zwakke klacht© had
gehoord,
Die heel den naoht haar best© zorgen had
besteed
Aan 't lijden van zijn dappre broeders,
onverstoord.
Zij knielt en spreekt den uitg©putten krijgs
man aan,
En lescht zijn brandend h©eten dorst met
frisschen dronk.
Hij glimlacht even, hoort het vinkje slaan,
En prevelt dank voor haar, die koele laarais
schonk.
Als in een droom ziet hij, zijn moeder voor zich
staan,
Zijn vader en zijn broer. Zij drukken hem de
hand.
Een zucht, hij sterft. Hij was ten strijde
heengegaan,
En stierf op 't veld van ©er voor 'i dierbaar
vaderland.
J. OOMENS.
Eus Piotches.
(Van mil. Paul Wijsen.)
Mot stievele, geel of zwarte scheun,
Gekleed in blauw, in gries of greun.
Met of zoonder leero votches,
Zoe zeet ger eus piotches.
Te voot, te peerd of neve de hun
Ou Yreizx altied de beste vrun,
Bij niarsche of 't koken vaan de pötohes.
Zoe zien noe eus piotches.
Veur ns zien eus jonges alle egaol,
Al kome ze oet kastiel of zaol,
Of oet de kleinst© krótches,
'fc Blieven eus piotches.
En reup hun daan 't heil vaan 't land,
Daan goon ze blij ouch hand in hand,
Bij troppen of kompl«jtche6,
Eus gooi cn flinke piótehes.
Eus jonges, blieve moon ter en trouw.
Al leete ze thees soms koend en vrouw.
Met uienig vuur en klötches,
Dat teikent eus piötehes.
En is 't nudig daan geve ze hun blood,
Tot Terdeidiging vaan land en good.
Daorum op hun gezondheid, twie drei pötches.
Lang leve de Mastreechter piotches
P. W.
Een van 't eerste regiment.
(Van mil. J. Breuker.)
Ik ben een jongen van 't eerst© Regiment,
Ik doe me dienst zoo als het hoort, heel coa-
tent,
En nu in mobilisatietijd neem ik de orders heel
Tenblyd.
's Morgens is het vroeg op, voor dag en dauw,
Dan is het de paarden drinken en voeren, heel
gauw.
Na het voeren kunnen wij 3an 't eten gaan
't Is bij Van Donk en je laat er niets van
staan.
Als het ©ten is gedaan, zeg ik: we zullen naar
den stal toegaan,
De paarden worden gepoetst, heel vlug,
De staart en manen gekamd, gepoetst hoofd,
buik, beenen ©n rug.
Dan komt d© wachtmeester in den stal en kijkt
de paarden na;
Hij kijkt dan stipt, dat is waar. maar zijn ze
goed, dan zegt hij weerik ga
Dan worden eerst nog de hoeven in 't vet
gezet,
En zeg ik: nu maar weer op hun plaats gezet.
De vakken worden nog wat opgeeohud, dan
hebben ze een heel goed bed.
Dan komen de harnachamenten aan de beurt.
Je kijkt dan, of er niete aan 't leerwerk is ge-
soheurd,
Is er iete stuk, dan breng je het naar den
zadelmaker ras
Want kapotte boel is iet®, dat niet past,
En kom jo er com® mee voor den dag, don g»
je in do kast.
Nu, ik geloof, dat ik mo bost heb gedaan,
Want dichten is voor mij lang geen baan!
Maar je kan niet weten, waar 't goed voor is,
Zoo'n e tukje in de Soldatenkrant u lang mot
mis.
Ik bob mo beet er op gedaan, dot is zeker ea
gewis.
J. BREUKER,
lste Reg. kL 3e E«.
Met verlof.
(Van kanonnier Groenouwe.)
Wanneer je met verlof mag gaan,
Steek je je in jouw bast© pakkie,
Jo haalt don ketel bij den kok,
Verorbert eerst met smaak je prakkio,
Jo zet een gelegenheadsgczicnt,
Denkt aan geen dienst, geen ptopere-jaa®&\
En met ©en vrijbiljet op zak,
Zit jo dra in de „3e klaceo".
Je krijgt gezelschap bij de vleet,
Ieder verteit aiiu wedervaren
Wat of io denkt van Nederland
En van de dreigende gevaren.
En iedereen brengt nieuws dan me©.
Jo knnt op reis soms zeer veel loeren
En waar je waarheid komt te kort,
Ga je z© zelf maar fabriceeren.
En moet je overstappen, dan
Ga je we! twintig malen vragen
En moppert op den conducteur,
Die toch zoo weinig kan verdragen.
En ben je, waar je wezen moet,
Dan doe je vlug het raampio open,
Je ziet je meisje en oudeiui
Verlangend langs den trein reed» loepen.
Eindelijk heb je ne begroet,
Ze overladen jo met vragen.
Je meisje kijkt verlangend reeds
Naar 't pakjo, wat je mee moet dragen.
Zo denkt t Is zeker wat voor mij
Maar ga jo 't eindelijk open maken,
Dan komt do vuile wasoh er uit,
Voor d' werkvrouw, om schoon te maken.
En is dan je verlof weer op,
En ben jo aan den trein gekomen,
Jo zoekt direct een plaatsje op,
Waar j© lekker kunt gaan droomen.
Je slaapt nog beter aan in bed,
En kijk je niet goed uit je oogen,
Dan is de trein reed© voor je 't weet,
Voorbij je garnizoen gevlogen.
Kanonnier K. R. A.
G. J. GROENOUWE.
Rust In vreö.
(Van mil. Van Mzanen.)
Als zacht-kens 't licht der zon verdwijnt
En schaduwen, zoo vaag beltjnd,
Zich spreidon over 't aardrijk been,
Dan komen 'ruisohloos aangegleên
D© schimmen van een oud geslacht,
Met harnas, helm en lans en speer,
En zeggen mij onhoorbaar zacht:
„Gord gij u aan; ik kan niet meer."
En 't wmdje zucht zoo dreef hun smart:
„Wi© waakt voor 't bloed drt ik vergootf"
Ach rust in vree; voor u mijn hart,
't Land mijn trouw, tot in den dood.
C. J. VAN MAANEN.
Voetbal In het leger.
In navolging Ten diverse andere compag
nieën is hot op initiatief van enkele manschap
pen gelukt by de 4e comp, 3e bat. Jagers een
voet bal veroeniging op te richten. Veel belang
stelling bestond er bij de manschappen en onz©
geacht© compagniescommandant nam het eere
voorzitterschap op zich. De rca.-lo luit. en
militie 2o luit. onzer compagnie werden tot
eore-leden benoemd. Met den steun Tan boren-
go..^:mue neeren en leden en donateurs bopea
wij ons deel te bereiken, n.l. het spelen van
wedstrijden tegen ander© oompagmoa-eiftallen.
Aanvaaxedyk zijn twee elftallen in elkaar ge*
zet en hot le elftal speelde reeds enkele wed
strijden tegen burgerclub®. De Bond voor
Lich. Opvoeding sreide welwillend haar terrein
disponibel. Doordat echter de© Zondags veel
menschen afwezig zijn en enkelen bezwaren
hebben om op bondag t© spelen, leidt dit noga
e©ns tot moeilijkheden met het samenstellen
van een elftal. Onze wensch i£ dan ook te ge
raken tot hot spelen van een competitie op een
door do weekschen dag.
Het bestuur der V. V. 4/1II Jager»,
MENSINK, mil., le voorz.
MOBAOH, sergt., vice-voorz.
v/u. WAAL, m ia aecr.
HOFLAND, mil., 2e se er.
Voetbal-competitie I en II R.C.
Secr. Joh. Geurink schrijft ons:
Uitslag wedstrijden 10 Jan 191Ó.
IA—4/1 2—7
2/13/1 1^4
1 II—4AI 2—1
2/113 II 1—2
waardoor do stand wordt:
gesp. gew. gel. verl. punt. doelp. gem.
4T 2 2 4 10—2 2
3A 2 2 4 3^2 2.—
1,AI 2 2 4 4—1
2/n 2 1 12 6
3AI 2 1 12 2—3 1
4 AI 2 2 0 4—7 0
IA 2 2 0 3—12 0
2A 2 2 0 1—7 0
Het Zulderbad.
In ons vorig nummer maakten wij melding
van het zwemfeest van het Amsterdamsche
Zuiderbod Daarbij werd ook gemeld, dat dit
Bad zijn inrichting ter beschikking van het
garnizoen had gesteld, zoodat onz© militairen
er gratis gebruik van konden inakca. Scrgcsn;
A. de B«ter, t© Amsterdam, deelt on6 thans
mede, dat bij ervaringen heeft opgedaan