Hi Sill Binnenland. OP ZEE. Legerzaken. Correspondentie. Q DE SOED ATENCOUR A ]VT van Vrijöag: Januari 1915 De Duitschers komen! Die uitroep is gehoord in een Fransehe loopgraaf en zie daar waarom al deze mannen op hun hoede zijn. De geweren zijn in aanslag en zoodra zich maar een enkele man vertoont yan den vijand, kan men er zekér van zijn, dat hij zijn deel ontvangt. Men krijgt hier weer een ander idee van een loopgraaf dan op som mige kiekjes; hier zien we een breeden aarden wal, nog niet eens van halve-mans- hoogte en waarachter de soldaten moeten zitten of liggen, willen ze veilig zijn voor de vijandelijke kogels. voortdurend bediend, en zijn telkens van stelling veranderd. De avond valt. Het duel duurt voort, de projectielen fluiten door de lucht; overal slaan de vlammen uit, de ruïnes der dorpen branden. Het wordt bitter koud. En alge meen wordt om versterkingen geroepen. Maar het water in de Aisne stijgt steeds, Btijgt steeds. Eerst moet een brug hersteld Worden. De genie zal den gehoelen nacht ,werken. Morgen zullen er op den rechter - over versche troepen aankomen met voor raden munitie en ook levensmiddelen. Van avond moeten de soldaatjes zich tevreden stellen met een stuk beschuit eu wat koud yleesch. De artillerie-commandant vraagt om nieuwe munitie morgen. De creneeskuu- dige dienst wil zijn gewonden naar achte ren evacueeren morgen. De pontonniers werken in het ijskoude water. Het blijkt onmogelijk bij Venizel een brug te slaan. De Aisne is geen rivier meer, bet is een meer. Bij Missy is de toestand gunstiger; hier is bet water niet zoo breed, maar de stroom beviger. kien zal bet beproeven. De red ding van bet leger bangt er van af. Op den rechteroever werkt de infanterie, die den goheelen dag gevochten beeft, den geh.ee- leu nacht door met houweel en schop om loopgraven te maken. Het daglicht breekt aan. De brug bij Missy is hersteld. Tien soldaten Lebben be vroren voeten gekregen, tien andere zijn verdronken. De versterkingen kunnen op marcheren. De munitiètreinen rijden op. Maar dit duurt niet lang. Om -twintig mi nuten over acht klinkt een luid gekraak een algemeen sauve qui peut het volgen de oogenblik is de overgang weer verbro ken. Twee compagnieën zijn er over hoen getrokken; honderd granaten zijn overge bracht. Er waren er 2000 noodig De geneeskundige dienst brengt een ge deelte van de gewonden over naar de boer derij van St. Paul. Hier strooit de vijand zijn granaten. De dorpen kunnen niet meer bezet blijven en moeten ontruimd. Onze linkervleugel deboucheert uit Crouy en doet voor den elfden keer een aanval op hoogte 132. Zege wij bijten ons vast op de helling, wij vernietigen den vijand in een bajonet- aanval en slaan er met de kolf op de munitie moet gespaard worden: ieder man heeft nog maar 50 patronen tot zijn be schikking. Ons centrum rukt uit op Bucy, Mantel, St. Marguerite. VoorwaartsMaar de over macht is te groot, Von Kluck is te sterk; stap voor stap moeten we achteruit naar onze ruïnes. De rechtervleugel houdt vast. Steeds vermeerdert het aantal vijandenzij komen aan per trein, te voet, per auto, van Laon, Vervins, Mézières. Tegen drie uur komen troepen van het 7e leger in zicht; Von Hëeringen komt Von Kluck onder steunen. Honderd maal vallen wij aan en honderd maal moeten we terug. We komen geen me ter vooruit.. Maar we verliezen ook geen duimbreed gronds. Bevel van den generalen stafStand houden. Opnieuw zijn twee bruggen weggeslagen. En daar op den linkeroever staan onze ver sterkingen opeengehoopt en moeten wach ten, wachten. De zware artillerie onder steunt ons manhaftig. De tweede nacht breekt aan. Niets meer te eten; geen patronen meer, geen grana ten. En onder dekking van d. duisternis wordt de terugtocht aanvaard over een brug, die weer bij Missy is geslagen. liet fort Condé dekt de operatie, die in goede orde wordt uitgevoerd. Het ondermijnen van loopgraven. LONDEN. De „Morning Post" verneemt uit Parijs: Onlangs maakten de communi qués melding van een geslaagde ondermij ning van Fransehe loopgraven bij Reims. De kapitein, die in die loopgraven bevel voerde, geeft nu een beschrijving van het geen hij toen ondervond. Ik was bezig oen diensttelegram te schrijven, toen ik plotse ling den indruk kreeg of er een aardbeving plaats had. Ik werd met geweld voorover geworpen en bedekt met modder. Mijn kaars was gedoofd. Met moeite mijn hut verlatend, vond ik veertig bedolvenen, maar de soldaten ter rechter- en linkerzijde van de plaate waar de ontploffing had plaats gehad, waren niet van hun plaats geweken, hoewel bun kameraden onder aardmarsa's werden bedolven. Toen volgde een geweldig geschutvuur en een oogenblik later, toen dit geëindigd was, verschenen tweehonderd Dnitechers, in de meening, dat geen Franschman moer in Jeven was. Maar ver rast door een hevig vuur, moesten zij ©en smadeiijken terugtocht aanvaarden, hun doo- den en gewonden achterlatende. Aan Fransehe zijde waren tachtig dooden en ge wonden. De door de ontploffing gemaakte krater had oen middellijn van veertig meter en was vijftien meter diep. Fmnscïie verdedigtngsmaatregelen. De correspondent van de „Berlingske Ti- dende" begint een brief uit Frankrijk met do volgende vaelbcteekencnde woorden: „Opgave van tijd en plaats en van nog vele andere dingen zal men in de schildering, die ik hier laat volgen, moeten ontberen. Des niettemin geeft zo een getrouw beeld van de werkelijkheid. Woorden, die gedurende deze korte episode gevallen zijn, moet ik ver zwijgen. Zware en angstige gedachten, die zich don eenigen Deen, dio dit meemaakte, op drongen, mogen niet onder woorden wórden gebracht, zelfs hier niet, waar ik voor mijn landslieden schrijf. Ik weet maar al te goed, ik heb ook nog andere lezers." Overigens geeft de correspondent de vol gende schildering van do uitgebreide Fransehe verdedigingsmaatregelen, dio hij op een auto tocht door het land aantrof. „Op de volden aan beide zijden van den weg geeft het prikkeldraad een eigenaardig uiter lijk aan de stoppelvelden. Men ziet do landstadjes niet eerder, voor dat men in hun straten is. Waarachtig, al is het ook steeds mijn illusie geweest, op het land te wonen, in een huisje met een tuintje en oen hoenderhok hier zou ik toch liover feen grond koopen, in ieder geval uic-t in eze tijden. Het aanplanten van prikkeldraad is hier in deze streken een specialiteit gewor den, dat voor mij echter elko aantrekkings kracht mist. En of do kuilen, die do soldaten graven, wel moeten dienen voor het bewaren van tuin- en veldvruchten? Onder het land bouwgereedschap, dat ik op al mijn reizen door de wereld heb gezien, heb ik nog nooit aan gepunte palen aangetroffen, zooals ik ze hier bij honderden zie gebruiken. Hoe onvolkomen ook mijn landbouwkundige kennis moge zijn, ik weet, toch heel goed wat een eg is en waar-i voor zij gewoonlijk gebruikt wordt; maar in de landstadjes hier ziet men alle eggon bij elkaar op do wegen, waar ze rechtop staan, met de spitso punten naar het Noordoosten gericht (de richting, waarin wij rijden). De automobielen moeten zich nu eens links, dan weer rechts tusschen ze doorwerken. Ja, jal In deze streek wordt een merkwaardige soort van landbouw beoefend. Ook do huizen zijn Anders dan overal elders. Hun vensters, dio op het Noorden en Oosten uitzien, zijn met metalen platen bekleed, of zo zijn dichtgemetseld of wel achter zand zakken verborgen. Ma^r daarvoor is er dan ook hier eu daar i,n den muur een steen uitge beiteld, altijd weer op dezelfde hoogte en op gelijken afstand van elkaar. Die zoo gevormde openingen doen het meest donken aan de schietgaten van een oude vesting zeer ver klaarbaar, want dat zijn zo ook. Gelijk alle werk van menschenhand, heeft ook het krijgs wezen zijn kringloop. In den tijd van do enel- vurendo en verdragende artillerie komen ook weer oude voorlaadmortiercn uit den tijd van Louis Philippe in gebruik bij het beschieten van vijandelijke loopgraven, waarbij de afstand soms niet meer dan 50 meter bedraagt. In de eeuw der cement- en ijzerbetonforten heeft toch ook do stadsvesting uit den roof- riddertijd, zooals men die nog algemeen in Albanië aantreft, wederom haar waarde teruggekregen, en waar het haar aan dekking voor de ter verdediging opgestelde artillerie ontbreekt, daar moet deze maar gemaakt worden. Onze auto's snorden ook voorbij een kerk hofmuur; ook deze was met schietglouven en openingen voor machinegeweren ter verdedi ging ingericht; het terrein daarvoor is met mijnen, wolfskuilen en andere verborgen of ook wel zichtbare hindernissen ter verdediging voorbereid. Rusland. Op het Oostelijk oorlogsterrein. De Russische legatie te 's-Gravenhage ontving de volgende berichten omtrent de krijgsverrichtingen der Russische legers: Op den linkeroever van de Weichsel heb ben wij, in den nacht van den 17n Januari, bij Gurnin de loopgraaf hernomen welke des vorigen avond door de Duitschers was ge nomen en de vroegere inrichting er van hersteld. Twee aanvallen, den volgenden dag door door de Duitschers in die plaats ondernomen, hadden oven weinig succes als die, welke zij leverden op het front van Wesuwka-Gullen. Zij werden afgeslagen door het vuur der Russen, dat eveneens, in de streek van Piotrkow, een geblindeerde automobiel der Duitschers wrnielde. Hernieuwde pogingen des vijands om Tarnow te bombardeoren met zijn zwaar geschut werden door het vuur van ons ge schut verijdeld. Van het overige deel van het front valt geen enkele verandering te melden. WEENEN. (Officieel). In Polen en Weefc- Galicie heeft een artillerie-gevecht plaats gehadj in de Kaxpathem viel niets voor^ Uit ©enige plaateen komen opnieuw be richten omtrent zwaron sneeuwval. Bij Jakobeni in het zuiden van de Boe kowina werd' een aanval der Russen afge slagen. De vijand leed daarbij zware ver liezen BERLIJN. Officieel meldt de Duitsche generale staf: In Oost-Pruisen niets nieuws. Bij Radzonow, Biezum en Sierpc werden de Russen onder zware verliezen terugge slagen. Eenige honderden Russische ge.- vangenen vielen in onze handen. Ten Westen van de Weichsel en ten Oos ten van de Pilitza bleef de toestand onver anderd. Een Russische nederlaag in de Karpathen-. BERLIJN. De te Krakau verschijnende „Maprzod" meldt uit de Karpathen, dab het eerste Poolsche legioensregiment, onder bevel van den overste Zsosenkowiski, den onder aanvoering vau Engelsohe officieren, warmeor ik denk aan de 30,00. vrouwen en kinderen die vermoord zijn, zie ik niet in waarom ik Engelands eer zou ophouden en daag ik eenige mannnen uit met de vinger op mij te wijzen en te zeggen: je hebt oen fout gemaakt. Ik weet dat de Regesring mij beschouwt als een rebel, en teleurgesteld is over mij. Ook ik ben teleurgesteld over de Regeering, die ik daar heb gesteld en waarvoor ik mijn bloed heb opgeofferd. Er wordt gesproken van gelijke rechten. Ga maar naar de ge vangenis en krijg een gewone quitantie voor een pijp, en zie of er ecu enke] woord IIol- landsch op is. Waar komen die gelijke rechten dan in?" Comdfc. Fourie wil hier dit bewijsstuk aan zijn verdediger tea: hand stellen, maar deze zegt, dat hij dit niet mag aanvaarden, tnaar dat 't aan 't Hof moet worden gegeven. Rustig keerde Fourie zich om, eu overhan- Russen een zware nederlaag heeft "toege^Higde dit aan -een der klerken. D'an vervolgt bracht. In een aantal aanvallen werd geheel Russisch regiment vernietigd; drie duizend Russen vielen op het 'slagveld, 11 officieren en 600 man werden gevangen genomen, terwijl 3 machinegeweren en veel krijgsmateriaal .buit gemaakt werd. De op perbevelhebber van het legercorps, aarts hertog Jozef Ferdinand, heeft met de hoogr ste waardeering over dit wapenfeit gespro ken en vele leden van het legioen voor on derscheidingen voorgedragen. Het Russische offensief tegen Hongarije. LONDEN. De Times" verneemt uit Petersburg, dat de troepen me.t spoed naar Transsylvanië oprukken. Er worden be langrijke sucessen gemeld uit Kimpolung en Jacobeny in de Boekowina. In Russische militaire kringen beschouwt men de bezet ting van den Kirlibaba-pas (tusschen de Boekowina en Transsylvanië) als een zaak van groot belang, daar zoo de eenige goede' weg wordt verkregen overTranssylvanië naar Hongarije. Door dien pas te bezetten zijn de Russen in staat den spoorweg naar Mar in arosSziget te vermeesteren. Volgens de laatste berichten hebben de Russen een groot deel van de provincie Piock (noordwest Polen) gezuiverd van vijanden en naderen zij de Duitsche grens. De vijand zendt in allerijl troepen daarheen. De Duitschers zenden een Saksisch corps naar de Servische grens en zenden troepen ter ondersteuning van het Oostenrijkschè leger in de Karpathen, terwijl nu de op- marsch der Russen naar Transsylvanië ook er toe zal leiden, dat de uitzending van Duitsche troepen naar Hongarije zal worden verlangd. Oostenrijk. Hongaarsche Landstorm opgeroepen. BOEDAPEST. Tegen 21 Januari worden door den burgemeester der hoofdstad de mmilitair opgeleide landstormplichtige manschappen der lichtingen 1875, 1876, 1877, 1878, 18794 1880, 1881 en der jon gere lichtingen voor den dienst bij den landstorm opgeroepen. Turkije. Ontevredenheid in Konstantinopcl. LONDEN. De „.Morning Post" ver neemt uit Athene, dat volgens berichten, uit Kcnstantinopel groote ontevredenheid heerscht tegen-het optreden door de Jong- Turken, voornamelijk van Enver-pasja. die krachtig toeneemt sedert de rampen in den Kaukasus. Een wijdvertakte samenzwering is ontdekt, die geleid werd door een bloed verwant van prins Saba-Eddindeze ont snapte aan de arrestatie, maar vele ande ren werden gevangen genomen. Engelsche inval in Palestina verwacht. LONDEN. De „Daily News" verneemt nog uit Kairo, dat men in Turksche kringen vreest voor een Britschen inval in Pales tina; op de heuvels rondom Nazareth wor den versterkte stellingen aangelegd, en het grootste deel der Duitsche kolonie uit Haifa vluchtte naar Bethlehem. Zuid-Afrika. De bezetting van Sivakopmwnd. KAAPSTAD. De speciale berichtgever van Reuter te Swakopmund (Duitech Zuid- West Afrika) seint bijzonderheden over de bezettingl dier stad op 14 Jan. Voordat tob de bezetting kon worden overgegaan, wer den landmijnen door den vijand ontstoken, om het voortrukken der Britsche troepen tegen te gaan. Daarbij werden twee man Een deel der vijandelijke strijdma-cht werd bij de nadering onzer troepen op den terugtocht gezien. De gebouwen in de stad waren in goeden t-oestand, maar de centrale voor eleëtrisoh licht, de pieren, de tele graafkabels en de instrumenten waren ver nield en alle levensmiddelen uit de stad weggevoerd. Het proces van commandant Fourie. De rebellie in Zuid-Afrika is zoo goed als geëindigd met het verloopen der beweging de leiders er van zijn gevangen genomen als generaal De Wet, of gestorven, zooals gene raal Beijers. Ook eenige mindere chefs zijn gearresteerd, daaronder commandant Fourie en zijn broeder Johannes Fourie, luitenant. Deze werden reeds in December gevangen genomen, stonden terecht wegens rebellie en werden veroordeeld, de oudste tot den dood, de jongste insgelijks, maar diens straf werd later gewijzigd in Vijf jaren dwangarbeid. Commandant Fourie onderging de straf den 20 December, des morgens. Deze zaak, en voo.ral het vonnis, heeft heel wat beroering verwekt in Zuid-Afrika en de bladen daar staan er vol van. Men vindt over 't geheel, dat de krijgsraad, grootendeols bestaande uit Engelsche offi cieren, al te straf tegenover den bekenden Zuid-Afrikaanschen officier, een man, aan wien de Boeren-republieken veel verplicht zijn. Commandant Fourie hield zelf zijn eigen verdedigingsrode. Wij nemen daaruit 't vol gende over ontleend aan de „Volksstem". Toen er een tijd geleden sprake was van oorlog in Duitsch Zuidwest, was ik een van die personen, die er niet over geraasd heb ben, doch er toch tegen waren, want ik kon niet inzien waarom onze Regeering een oor log zou verklaren tegen Duitschland dat ons nqait eenig kwaad had gedaan. Ik kon niet inzien waarom onze jonge Afrikaners zou den vechten om de eer van Engeland op te houdenwanneer wij nagaan van de Slach- tersnek-moord, van de moord aan de Bloed rivier in Natal en de moord op onze men- ^schen te Pietretief gepleegd door kaffers hij rustig „10 October laatstleden was ik naar 'n concert iri 't Opera-gebouw gecaan, gege ven ter nagedachtenis aan onze geachte pre sident Kruger op zijn verjaardag. In plaats van muziek te hooren en aanspraken over het leven van president Kruger, heb ik daar vuile scheldwoorden gehoord, en terwijl door 'n dominee 'n openingsgebed werd ge daan, is „Rule Brittannia" met stokken door onze keelen afgestooteu en werden de dames met rotte eieren op het platform ge gooid. Als dit Britsche gelijkheid is, dan wil ik daar niet onder leven, dan is 't mij 'n grooter eer hier te staan als gevangene dan als 'n officier in het Engelsche leger". -Commandant Fourie richt zich thans 'hooger op en zegt met nadruk: „Wat ik heb gedaan, deed ik met open oogen en uit eigen vrije overtuiging. Ik ben zelfs van daag nog overtuigd dab God dit onrecht niet zal gedoogen, en ik ben vandaa nog over tuigd ervan, dat er nog menschen genoeg in 't veld zijn om Zuid-Afrika te redden". Dan wendt Fourie zich om, naar zijn •broer, die naast hem in 'n stoel zit en op hem wijzend zegt hij „Wat mijn broer betreft, mijn invloed heeft hem bewogen te doen wat hij heeft gedaan, onder mijn orders en instructies, en ik zou 't Hof willen vragen in aanmerking •te nemen dab hij jong is. Hij is mijn jongste broer en hij geloofde in mij. Als er van daag van die Afrikaners in het Hof zijn die hun hart moesten uitspreken als ik dit van- seerde en op het punt was de vlag te hijschen, van een fort een kanonschot op het schip werd gelost. De kogel ging door tusschen de commandobrug en den fokke- mast en viel boen in het water. De kapitein gaf de Zweedsche overheid kennis van het voorval en verlangde, dab de minister van buitenlandsche zakon bij de Engelsche regeering een vertoog zou indie nen, daar de beschieting van vreedzame handelsschepen in strijd is met het volken recht. Ontploffing van een mijn. Men seint uit Breskens Een ooggetuige deelt het volgende mede omtrent oan vroeeelijk ongeluk, dat Maan dagmiddag op de Schelde plaats had. Ongeveer half één was de mijnenlegger „Triton" van de Kon. Ned. Marine uit gevaren om een mijn versperring te lichten. Door den laatsten storm waren oenige mij nen losgeraakt. Ter hoogte van het gehucht Nieuwe Sluis, ongeveer één uur loopens westwaarts van Breskeiis, stootte de „Tri ton" op een der losgeraakte mijnen, waarop een ontzettende ontploffing volgde en de barlcas onmiddellijk zonk. Aan boord bevonden zich 1 officier en 4 minderen, die allen door den slag wegge slingerd werden. Inmiddels was uit Vlissin- gen telefonisch om hulp verzocht en in min der dan geen tijd verscheen een torpedoboot j op de plaats van de ramp. De lijken wer- don met deze boot naar Vlissingen overge bracht. Op do torpedoboot werd de vlag halfstok geheschen. In Vlissingen stonden vele menschen, die van het ongeluk gehoord hadden, te wachten op de komst van de boot. Er heerschte groote consternatie. De namen van de verongelukten zijn: de luitenant ter zee 2de klasse J. M. Ludetn uit Amsterdam, de korporaal-torpedist B. J. de Jager, stamboeknummer 3184, de zoemilicien-matroos L. Reemans, sbb.no. 546, de zeemilicien-machinedrijver J. M. Grijspaardt, stb.no. 975, en de zeemilicien A. L. van den Elshout, sbb.no. 765. In staat van beleg verklaard. Bij Kon. besluit van 19 dezer zijn met ingang van dien datum de volgende ge meenten in staat van beleg verklaard: In de provincie Groningen: Groningen, in de provincie FrieslandGaasterland, In den oorlog moet men zich natuurlijk behelpen en men moet gebruik maken van gelegenheden, die anders voor een ander doel bestemd zijn. Zoo is het dikwijls moeilijk om de gewonden onderdak te brengen. Hierboven zien we ze liggen in een kerk. De plaat is ontleend aan de werkelijkheid, zooals die zich voordoet op het Westelijk oorlogsterrein. Daar worden heel dikwijls Godshuizen tot hospitalen inge richt. daag moet en zij zijn geen Godloochenaars, kunnen zi j veen andere woorden gebruiken, dan ik vandaag uitspreek. Ik kan niet valsch wezen. Ik heb 't nooit kunnen wezen in mijn leven, en God zal mij bewaren, dat ik het ooit word. Mijn daden hebben altijd mijn hart gewezen. „Ilc ben niet van plan het Hof om genade te vragen. Genade van mijn God, die mij geleid heeft, was genoegmaar ik vraag de manschappen, die onder mij hebben ge diend, genadig te behandelen. Mijn invloed was sterk over hen". De rede maakte een diepen indruk, maar de veroordeeling volgde niettemin, en zoo als we zeiden, Zondagmorgen 20 December had de executie plaats. Commandant Fourie onderging gelaten en heel kalm den dood. Hij verzocht alleen, dat rnen hem niet in het gezicht zou schieten, hij had een groot Afrikaner hart, daar was plaats genoeg. Voor de terechtstelling sprak hij lang met den geestelijke, ds. Neethling, en deze be geleidde hem ook op zijn laatsten tocht. Op de plaats aangekomen, ging Fourie op een stoel zitten en bond zich zelf den blind doek voor de oogen. Hij zong met vaste stem „Als wij de doodsvallei betreen, Laat ons elk aardse vriend alleen". Bij de laatste woorden vielen de schoten en Fourie was niet meer. Verdrag beveiliging menschenlevens op zee. Blijkens medodeoling van Hr. Ms. gezant te Londen is do Nederlandsche akte van be krachtiging van h»t op 20 Januari 1914 te Londen geteokeud verdrag voor de beveiliging van menschenlevens op zee op het Foreign Of fice neergelegd. Het tijdstip van de inwerkingtreding van het verdrag zal later worden beleend gemaakt. („St.-Ct.") Een Italiaansch schip vergaan. WEENEN. De Italiaansche stoom boot „Varese", thuisbehoorend te Ge nua, is op de vaart van Sfax naar Venetië bij Pola op 18 Januari 's middags bij nevelig slecht weer rechtstreeks in het mijnenveld gevaren. Het schip stiet op een mijn en is gezonken. Van de bemanning werd slechts één man gered. Een lijk is ge vonden. Stoomschip beschoten, BERLIJN. Het Zweedsche stoom schip „Halfdan", dat Maandag uit Engeland te Norrkoeping aankwam, meldt dat heb, toen het bij de bin- n/muajri Ér x~:iza' iool de havenforten pas Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, Lemsterland, Sloten en Stavoren in de provincie Gelderland: Ealgoy, Beu- ningen, Doornspijk, El burg, Ermelo, Har derwijk, Oldebroek, Ovorasselb en Wijchen; in de provincie Utrecht: Amersfoort, Leusden, Soest eu Zeist; in de provincie Noord-Holland: Urk; in de provincie Zuidholland: Bodegraven in de provincie Noordbrabanb: Beers, Beugen en Rijkevoort, Boxmeer, Cuyk en St. Agatha, Echaren, Gassel, Grave, Haps, Linden, Maashees en Overloon, Oef feit, Oploo, St. Anthonis en Ledeackor, Sam- beek, Velp en Vierlingsbeek. („St. Ct.") De afkondiging van den staat van beleg in verschillende gemeenten, welke de Staatscourant van hedenavond bekend maakt, is geschied omdat in die gemeen ten de internecringsdepots gevestigd zijn, en het thans mogelijk zal zijn de gewenschte maatregelen van orde beter te kunnen handhaven. De afkondiging van den staat van beleg in enkele Noordbrabantsehe gemeenten, zooals de gemeente Maashees en Overlaan, is geschied om den smokkelhandel te kun nen tegengaan. Militaire Huisvlijt-wedsfrijden. uitgeschreven door de afdeeling Brielle van den Volksbond tegen drankmisbruik. Van de vervaardigde voorwerpen zalop den 12on13en en 14en Februari a.s. te Brielle ©ene tentoonstelling worden gehou den. Nader zal iu dit blad bij advertentie worden bericht, waar en wanneer die voor werpen kunnen worden ingeleverd. Het Bestuur van voormelde afdeeling. Bivakmutsen voor soldaten. Men verzoekt ons het volgende mede te dee- len Het hoofdcomitó van Nederlandsche vrouwen voor het breien van bivakmutsen voor solda ten heeft sedert begin December tot heden, ruim 56G00 stuks bivakmutsen beschikbaar ge steld voor de troepen aan kusten, grenzen en bruggen, of in forten. Op Ï0 December ontving het van de Ko ningin de opdracht, te voorzien in de toen nog beslaande dringende behoefte aan bedoelde mutsen; waarbij H. M., voor de aanschaffing van grondstoffen, cene bijdrage schonk van 500. Enkele dagen geleden kon het hoofd comitó aan H. M, berichten dat aan de op dracht was voldaan en dat het, met den. kraoh- tigen steun van H. M., or in geslaagd was ruim 10.800 bivakmutsen te verkrijgen en te verstrekken. Dit aantal was reeds eenige hon derdtallen grooter dan het destijds als dringend noodig opgegeven© van 10.000 stuks. Het hoofdcomitó zet thans zijne werkzaam heden nog voort tot 1 Februari, ten einde zoo veel mogelijk to voorzien in de nog overgeble ven zeer ruime verdere behoefte aan bivakmut sen. IlSezeer do voorhanden bivakmutsen zeker in Februari, en wellicht ook in Maart, aan de gebruikers nog uitnemende diensten zullen bewijzen, is het winterseizoen toch to ver ver stroken, om dan nog veel uitkomsten te mogen verwachten van verdere pogingen om mutsen te doen breien. Met het einde van Januari zal het hoofd comité dus zijno taak, in algemeenen zin, sta ken. Maar niettemin blijven de dames, leden van dat comité, volkomen bereid ook daarna nog bivakmutsen, welke haar mochten worden toegezonden, in ontvangst te nemen en te ver strekken. En het vertrouwt in elk geval vóór Februari nog een flinke hoeveelheid van deze door de militairen algemeen zoo bijzonder ge waardeerde verwarmdingsartikelen te zullen verkrijgen, ter uitreiking aan troepen die er nog !l meest behoefte aan hobben. De Nederlandsche vrouwen en meisjes dio aan het hoofdcomité zoo flink en op zoo ruim© schaal hulp on medewerking hebben verleend, mogen met groote voldoening terugzien op haar gemeonschappelijken arbeid, waardoor do militairen, die 's lands .neutraliteit hebben te beschermen, naar vermogen konden worden gevrijwaard tegen nadeelige gevolgen van hun dienstverrichtingen in het koude en natte jaargetijde. Begrafenis kapitein Hackstroh. Maandagmiddag had te Nijmegen de plech tige teraardebestelling plaats van don te Mid delburg ten gevolg© van oen auto-ongeluk om het leven gekomen kapitein A. Haclcstroh, van het 16e rog. inf. Do directeur van de Hoogoro Krijgsschool, luitenant-kolonel Van der Hoog, herdacht den overledene in gevoelvolle woor den, wijzend© op do ontroering die de tijding van het ongeluk door hot goheelo land ge bracht had. Ook werd een afscheidsgroet ge bracht namens den commandant van het veld leger, do officieren van den Staf en der Krijgs school en door d© compagnie waarover de over ledene liet bevel heeft gevoerd. Do broeder van den overledene, luitenant Hackstroh, dank te voor de betoonde belangstelling. Landstorm-afdeelingen. In Utrecht is sedert kort een nieuwe Land- storma-fdeeling opgericht naast de reeds be staande; zij ontvangt dus het cijfer II. Als commandant is opgetreden kapitein J. J. van Noorle Jansen, en do toegetreden vrijwilligers zijn hoofdzakelijk leden van het Utrechtscho Studentencorps, zoodat aan deze afdeeling do naam is geschonken van L. S.-afdeeling „Utr. Stud. Corps"men hoopt het getal toegetre- denen binnen kort op een honderdtal vrijwilli gers te kunnen brengen, aangezien de Senaat de aanmeldingen krachtig steun* De afdee ling bestaat uit wielrijders, doch beschikt bo vendien over een viertal motor-rijwielen en een automen tracht de afdeeling van een ma chine-geweer te oorzien. Van practisohe dienstverrichting vernamen wij uit den laatsten tijd van de Haagsc'ne Landstorm-afdeeling I, die met een veertigtal wielrijders te Breda gedetacheerd werd, en daar gedurende haar verblijf bij de vierde di visie in December zeer goed voldaan schijnt to hebben. De Haarlemsche afdeelingen, zoowel I als II, maken geregeld veld-oefeningen met den troep; in de vorige weken kwamen nog al eens oefeningen in de buurt der Spaarnestad voor, mot do om de stelling Amsterdam lig gende forten als aanvals-doel. De Delftsche Studenten Landstorm-afdee ling bovindt_ zich nog steeds in het zuiden des lands, waar'dankbaar gebruik wordt gemaakt van haar technische diensten, voor den marco- nigrafischen dienst; deze afdeeling bestaat eveneens hoofdzakelijk uit wielrijders. Onze Gooiscbe afdeelingen leggen zich in den laatsten tijd, behalve patrouille- en velddien sten, hoofdzakelijk op scherpschieten toe, daar toe sedert December in staat gesteld door een wat aanmoedigender houding van het Departe ment van Oorlog. Do afdeeling Hilversum I (voetvolk) zal waarschijnlijk binnenkort, even als de meeste andere Gooischo afdeelingen in uniform worden gestoken. Een gecombineerde nacht-oefening onder de kapiteins Van den Borg (Hilversum) en Dudok van Heel (Naar- c.en) staat binnenkort op het programma. De nieuwe aanmeldingen gaan langzaam. Toch kan niet ontkend worden, dat do be staande Landstorm-afdeelingen geleidelijk in getalsterkte toenemen, ook dat en van tijd tot tijd nieuwe afdeelingen gevormd kunnen wor den. Uit de Staatscourant. Bij K. B. is met ing. van 1 Febr. aan den kapitein J. Roijers, van het 15e reg. inf., eervol ontslag uit den mil. dienst verleend en is het bedrag van het pensioen vastgesteld op 2083 'sjaars. Bij K. B. is, gerekend van 29 Dec. 1914, bestemd voor den dienst bij een interneerings- depot, de gep. luit.-kol. dor mariniers D. °G. Vreeden berg. Inlijving lichting 1915. Op 16 en 17 Februari a.s. zullen worden in gelijfd de dienstplichtigen der lichting van lo. die toegewezen zijn aan het tweede bataljon van elk der regimenten grenadiers, jagers en infanterie, met uitzondering van hen die in het bezit zijn van het bewijs, be doeld in art. 70, eerste ïid, der Militiewet 2o. die toegewezen zijn aan hot wapen der infanterie en van wie, óp grond van het door hen genoten onderwijs, kan worden verwacht, dat zij do geschiktheid bezitten om in oplei ding te worden genomen voor don rang van officier 3o. die toegewezen zijn aan het eerste batal jon van elk der onder lo. genoemde regimen- ten en in het bezit zijn van het daarin bedoeld bewijs. De inlijving van de dienstplichtigen die, toe gewezen aan het tweede bataljon van elk dor regimenten grenadiers, jagers en infanterie, in ihot bezit zijn van het onder lo. bedoeld bewijs, zal, behoudens nadere bevelen, geschie den op 16 on 17 April a.s. Alleen om zeer gewichtige redenon waaronder in dit geval ook studiebelangen kun nen Worden gerekend kan aan deze in te lijven dienstplichtigen uitstel van eerste-oefe ning worden verleend, indien zij daartoe als nog ten spoedigste zelf hun verlangen bij (on- gczegeld) verzoekschrift aan den Minister van Oorlog te kennen geven, met overlegging van een deugdelijk bewijsstuk, omtrent het werke lijk bestaan van de reden der aanvrage. De dienstplichtigen zullen echter rekening moe ten honden met de mogelijkheid, dat het uit stel wordt ingetrokken, zoodra de omstandig heden' daartoe aanleiding mochten geven. (St. Ct.) v. L. Alphen. Moet langö den militair hierar- chiekcn weg aan den Minister van Oorlog wor den aangevraagd. Red. Ondergeteekcndo zoekt do adressen van zijn twee broers bij het leger te velde bij het wa pen der Infanterie- do eene broer heeft vroe ger gediend bij het 10e Reg. Inf. Zijn non,m is Marinus Veltscholtende andoro bij het 7e Reg, Inf. De naam van. de tweede is Theodoor Voldsoholten. Hij hoopt spoedig iets te hooren. Milicien H. VELTSCHOLTEN, le Reg. Vest.-Arfc., 2© Oomp.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2