OP ZEE. Binnenland. Q 'tis de vraag, of de meesten onzer wel een goede voorstelling hebben van een loopgraaf. Waarschijnlijk niet, en die is dan ook moeilijk te krijgen. Want de eene loopgraaf is de andere niet en velen verschillen ontzaglijk van elkaar. Sommige zijn niet meer dan greppels in 't vlakke land gegraven, andere zijn echter heele holen onder den grond, zoo bijv. aan do Aisne, waar de grond bestaat uit zandsteen. Loopgraven van dien aard zien we op de plaat hierboven; het is daar, duidelijk genoeg, vrij veilig, en er is plaats voor nog heel wat anders dan de strijders alleen, Zelfs de veldkeuken kan er met gemak een plaatsje vinden. schot in bet gezicht maakt den vijand sneller en zekerder onschadelijk, dan kolfslag en bajo netstoot. Toen hij er ook andere officieren naar vroeg, 'bleek hem, dat den .TapaneChen infanteristen geleerd wordt, bij oen bajonetaanval onmid- delijk vóór de botsing met den vijand bun vuurwapens gereed te hebben, om, inplaats van den eersten uitval te doen, den tegenstan der op bet oogenblik, waarop do bajonetten zich kruisen, door een schot neer te leggen. De Japaneezen, zoo eindigt de generaal, hebben beslist succes gehad met deao methode. Engeland. Kanonschoten gelost te Doverx DOVER. Dinsdagavond te 11 uur 30 .werden twee kanonschoten gelost in de ha ven van Dover; naar het heet, was een vij andelijke onderzeeër de haven binnengeko men. De Londensche haven. LONDEN". De Transportarbeidersbond te Londen heeft een aanbod van de dokwer kersorganisatie te Rotterdam, dat 1000 Rotterdamaoke arbeiders naar Londen zou den komen, omdat het aantal arbeidskrach- ten in de haven aldaar onvoldoende zou zijn, geweigerd. De Londensche Union schreef dat het aanbal arbeiders te Londen meer dan voldoende is. De militaire quaestie. Men weet, dat de oppositie in het Hoo- gerhuis en ook verschillende der oppositie bladen de regeering hard zijn gevallen^ omdat rij niet voldoende mededeelingen deed omtrent den oorlog en de daarmede in verband staande quaesties, waarmee dan de militaire quaestie werd bedoeld. Men wil cijfers en gegevens hebben omtrent den toeloop voor het vrijwilligersleger, omdat men hoopt op argumenten voor de invoe ring van den dienstplicht. In de „Times" van gisteren behandelt de militaire mede werker nog weer eens deze quaestie, hij doet dit in een uitvoerig artikel, waaraan hij als motto geeft een uitspraak van Wil liam Pitt van 18 Juli 1803, luidende „Het is onmogelijk, dat een volk voldoende inspanning rich zal getroosten tot het weer staan van een gevaar, omtrent welks aard en grootte het stelselmatig in onwetend heid wordt gehouden". De medewerker van de „Times" zal het volk dab gevaar nu doen kennen en hij be toogt, dat de verklaring van lord Lucas, dat de regeering, omdat ze van Duitsch- Jands maatregelen ten aanzien van de leger- sterkte niet op de hoogte was, ook zelf ge heimhouding wilde betrachten, dwaasheid is, omdat ieder die bekend is met moderne legers weet, wat Duitscliland doet en ge daan heeft. De militaire medewerker van de „Times" weet hoeveel geoefende mannen Duitseh- land bij het uitbreken van den oorlog had. Hij weet precies hoeveel dooden, gewonden engevangenen er verloren gingen voor het Duitsche ieger, hij kan het ziekencijfer wel schatten en daar men ook verder de cijfers hoeft van de getallen van Landsturm en Ersatz-reserve kan berekenen hoeveel jeugdige reeruten nog te krijgen, kan men berekenen, dat achter de 4,900,000 geoefen de Duitsche soldaten bij het uitbreken van den oorlog, er nog een reserve was van 4,000,000 man, die nog geoefend moesten worden, maar zeker" in het voorjaarwel licht nog eerder, beschikbaar zullen zijn. Zeker, zegt de medewerker van de „Ti mes", „wij staan niet alleen tegenover deze aantallen", ook de bondgenooben heb ben hiermee te maken. Maar daarom moest de regeering haar plannen voorbereiden in nauw overleg met de generale staven van Frankrijk en Rusland. Het is hier geen quaestie van strijdplannen, maar een quaes tie van de mobilisatie der nationale hulp bronnen. En de medewerker in de „Times" meent, dat de regeering in dit opzicht niets heeft gedaan. Er is natuurlijk wel voeling tusschen de verschillende Btaven, maar dat is niet voldoenbo, er dient te zijn een nauwe samenwerking tusschen de geallieerden, ten einde wederkeerig elkaar in te lichten en voor te lichten over de hulpmiddelen van den vijand, de politieke bedoelingen vast te stellen, het aandeel in de strijdvoering voor ieder te bepalen, enz. In overleg met de staven der geallieerden moet worden vast gesteld hoeveel troepen Engeland zal moe ten leveren en in verband hiermee zal de regeoring dan maatregelen moeten nemen om zich die troepenmacht te verschaffen. De behoefte moet zich niet regelen naar de recruteering, maar de recrutcering naar do behoefte en aldus, betoogt de „Times" ver der, in de hoop de overtuiging te kunnen weWsen, dat ten slotte toch de dienstplicht noodig zal zijn. Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterreln, PARUS. Heb communiqué omtrent den «fgeloopen nacht meldt: Onze troeper slaagden er in de onlangs door de Duit schors gemaakte loopgraven ten noordwes ten van Fouquesoourb en ten noorden van Boye te vernielen. Vijandelijke aanvallen in de streek ten noorden van Soissons werden tegengehou den. Zooals in het ochtend-communiqué is meegedeeld, maakte de overstrooming van de Aisne, waardoor verschillende van onze bruggen werden weggeslagen, de communi caties van onze troepen, welke op de hellin gen aan den rechteroever ageerden, zeer gevaarlijk. Wij konden hun geen verster kingen zenden en dat was oorzaak van het terugtrekken dezer troepen, die onder zeer moeilijke omstandigheden streden. Zij wa ren verplicht enkele kanonnen in den steek te laten, ten gevolge van het instorten van een deel van een brugde' kanonnen waren onbruikbaar gemaakt. De Duitschers maak ten gevangenen, voornamelijk gewonden,die bij de terugtrekkende beweging niet ailen konden worden meegenomen. Wij op onze beurt maakten tal van niet-gewonde gevan genen, behoorende tot bataljons van zeven verschillende regimenten. Hier is dus wel een partieel voordeel behaald door den vijand, dat echter van geen invloed zal zijn op het geheel der operatiën, die aan den gang zijn. Ten gevolge van de hindernis, die de Aisne biedt en van de door ons geno men maatregelen, is de vijand niet in staat aan den zuidelijken oever van de rivier zijn succes te benutten, dat overigens slechts een zuiver plaatselijk karakter draagt. BERLIJN. Uit het groote hoofdkwartier gemeld: Bij Nieuwpoort en zuidoostelijk van Yperen duren de artilleriegevechten voort. Een bijzonder krachtig vuur richtte de vijand op de badplaats Westende, die zeker spoedig geheel verwoest zal zijn. Vijandelijke torpedobooten verdwenen, zoodra zij vuur kregen. Bij de voortzetting van den aanval van 12 Januari ten noordoosten van Soissons deden onze troepen opnieuw een aanval op de hoogten van Viegny en Saveberben. In stroomenden regen en op een doorweek ten kleibodem werd tot het donker werd, loopgraaf na loopgraaf bestormd en op den vijand veroverd, en de vijand tot aan den rand der hoogvlakte teruggedreven. Veertien Fransche officie ren en 1130 manschappen werden gevangen genomen; 4 kanonnen, 4 mitrailleurs en een zoeklicht werden vermeosterd. Een schitterend wapenfeit van onze troepen on der de oogen van den „allerhöchsten Kriegsheir". De totale oorlogsbuit uit de gevechten van 12 en 13 Januari noordoos telijk van Soissons blijkt nu na nauwkeu rige vaststelling te bestaan uit: 3150 ge vangenen, acht zware kanonnen, een revol verkanon, zes mitrailleurs en ander mate riaal. Ten noordoosten van het kamp van Chalons vielen de Franschen gisteren voor- en namiddags met aanzienlijke strijdkrach ten ons ten oosten van Perthes aan. Op enkele plaatsen drongen ze onze loopgraven binnen, werden echter door krachtige tegenaanvallen verdreven en onder zware verliezen in hunne positie teruggeworpen. Zij lieten 160 gevangenen in onze handen, In de Argonnen en in de Vogezen ge schiedde niets van belang. Een Duitsche vilegcrtaohine neer geschoten. Een treffend verhaal hoe een „Taube" bij Amiens werd neergeschoten, wordt uit Parijs gemeld. Toen Zondag een der meest ervaren Fran sche vliegers met een oUicier als waarne mer naar de Fransche linie's terugkeerde, werd bij Rijssel een vijandelijke vlieger op gemerkt. Men besloot jacht op hem te maken en zette dus de motoren aan. De ver volging duurde een uur en werd zoo handig verricht, dat de Duitsche vlieger dacht dat hij het gevaar ontkwamhij ontdekte zijn fout te laat. Toen hij ongeveer twintig meter van zijn tegenstander af was, nam de Fransche officier-waarnemer hem rustig op den korrel van zijn repeteergeweer en gaf vier schoten af in geregelde opvolging. ITet eerste schot trof den Duitschen oilicier- waarnemer midden in het hart (het bleek dat hij de zoon was van generaal Falken- liayn, den chef van den generalen staf)het tweede en derde schot troffen den bestuur der, het vierde raakte do machinerie. Plotse ling begon de „Taube'' te dalen en kwam neer midden tusschen de Fransciie stellin gen. De Fransche machine bereikte slechts enkele meters verder den grond. Toen volg de een treffend tooneel. De twee bestuurders liepen op elkaar toe en terwijl de Duibscher zijn ongewonde hand uitstak zeide hij „Hoewel mijn vlucht mislukt is ben ik er trotsch op een man als gij zijt tob tegen stander te hebben gehad.' Kapitein v. Falkenhayn was dadelijk dood geweest. Het eenige papier, dat hij hem gevonden werd, was een klacht van zijn vader, dat het vliegerskorps niet die goede diensten had weten te bewijzen, \yelke men ervan verwacht had< Oostenr ij k. Den Oostenrijksche minister-crisis. WEENEN. Het „Fremdeublatt" be vat de volgende mededeeling: „De minis ter van het Kouinkl. en Kedzerl. Huis, de minister van buitonland9che zaken graaf Berchtold, die Z. M. reeds geruimen tijd geleden had verzocht hem van zijn ambt te ontheffen heeft dit verzoek opnieuw bij den Keizer ingediend. De Keizer heeft de gewichtige persoon lijke redenen, die den minister van buiten- land6che zaken hebben genoopt; zijn ontslag te vragen, erkend en zijn verzoek ingewil- ligd. Tot opvolger van graaf Berohtold als minister van buitenlandscke zaken zal de Hongaarsche minister baron Stephan von Burian benoemd worden." Rusland. In Polen. De Peteraburgsohe correspondent van de „Times" seint d.d. 11 Jan., dab gedurende de afgeloopen weok het offensief der Duit schers in Polen zich - beperkte tot een smalle zone van ongeveer 10 mijlen, op oen afstand van ongeveer 30 mijlen ten westen van War schau. Deze zone strekte zich uit langs den rechteroever van de Rafka tusschen het ge hucht Mogihely, twee mijlen ten zuiden van Bolimof en Soeitsja, een dorpje op onge veer gelijken afstand van Bolimof en van Soekatsjef. Hier hebben de Duitschers twee legercorpsen, van welke er een in reserve is. Zij hebben bier tevens tal van zware kanon nen m stelling gebracht. De vijandelijke loopgraven op den rechter den oostelijken cover van de Bafka loopen over ©enigè mijlen afstand ongeveer evenwijdig met de Rafka. Op sommige plaatsen loopt een Duit sche loopgraaf door het eene deel van een dorp, de Russische door liet andere. Hier liggen tevens de bosschen van Bolimof. En men meent dat de Duitschers het uiterste inspannen om zich het bezit van deze bos- sohen te verzekeren, en volgens verklaringen van gevangenen zouden ze van oordeel zijn de Russische liniën wel te kunnen doorbre ken als ze maar eerst deze bosschen hebben. Sedert Maandag wordt in de buurt van Bolimof hevig gevochten, herhaaldelijk wis selen stellingen van bezit, maar ondanks de groote offers van menscken en het haast on ophoudelijke bombardement maken de Duit schers geen beteekenen.de vorderingen. De correspondent vertelt dan verder eenige me dedeelingen van een gewond (Russisch) of ficier, die verhaalde van herhaaldelijk afge slagen nachtelijke aanvallen der Duitschers, die daarbij zware verliezen leden. Zooals in deze mededeelingen steed3 gebruikelijk is leest men ook thans weer van stapels lijken, zoo hoog dat de Russische soldaten niet kon den schieten; er moest eerst gaten gemaakt worden in dezen muur van lijken om de mi trailleurs in dienst te kunnen stellen. Met groote waardeoring overigens spreken de Russische zegslieden van den correspondent van de groote dapperheid der Duitschers, die zich door geen verliezen lieten afschrikken om tob het uiterste door te zetten. Bommen op Warschau geworpen. BERLUN. Volgens een bericht van dë „Koorjen Warsjawsky" hebben de bommen der Duitaohe vliegtuigen ontzettende schade veroorzaakt. De brand van de petroleum tank werd door een bom veroorzaakt. Onge veer 40 huizen werden vernield; ook vele menschenlevens zijn te betreuren. De Duit sche vliegers hadden op één dag op 20 plaatsen hommen geworpen en werden be schoten door de batterijen der verschillende forten. Zij hebben echter blijkbaar geen schade geleden. Den overwinning der Bussen. PETROGRADE. De Russen hebben in den Kaukasus een verpletterende nederlaag toegebracht aan de Turk- sche achterhoeden te Olti en daar een gioot aantal Turken gevangen genomen en artillerie buitgemaakt. De Turken leden ook groote verliezen te Karovergon, waar een ge heel infanterie-bataljon werd gevangen ge nomen en artillerie-parken, wapens, kudden vee en treinen met voorraden werden buit gemaakt. Den inval der Bussen in Zevenburgen? VENETIë. Volgens een telegram uit Boecharest aan de „Secoio" zijn de Russen op het punt om een in val te doen in Zevenburgen. Zij hebben voor dit doel 85,000 man en 40 kanonnen bijeengebracht in de nabijheid van de Petzekonisj-pas. De Hongaren hebben alle beschikbare troepen naar de pas gezonden om deze te verdedigen. Perzië. De Turken in Persia, LONDEN. Uit Petersburg wordt aan de „Times" geseind, dat er in Aserbirdsjan, waa.r de Turken een inval.deden, .vreeselijke toestanden heerschen. Te Tebriz zijn de ban ken gesloten. De Armenische bevolking vlucht naar den Kaukasus, geteisterd door koude en honger. Reeds rijn meer dan 60,000 Armeniërs in den Kaukasus aange komen, velen bezweken onderweg; Zuid-Afrika. De oorlog fn Zuid-Afrika. Tot dusver is nog maar zeer weinig uitge lekt omtrent, hetgeen in de Duitsche koloniën in Afrika, die door de Britten en de Fran schen besprongen worden, voorvalt. De oorspronkelijke berichten, van Engel- sche zijde, omtrent do inneming en. do bezet ting van de liavenplaatsen vestigden eeniger- mato den indruk aln zouden de koloniën zelve reeds in handen van de bondgenooten zijn, en er slechts enkele, gedesorganiseerde over blijfselen van de Duitsche bezettingstroepen zijn overgebleven, die in het binnenland terug getrokken een vrij hopeloozen kamp volhiel den. Den overmachtigon bondgenooten zou hot echter wel niet veel moeite kosten ze verder klein te krijgen. Uit de langzamerhand binnensluipende be richten blijkt echter, dat niets minder waar is terwijl Lord Kitchener in zijn jongste ver slag aan het Hoogerhuis uitgebracht gïeu ovorwinningsbericht kon brongen, doch on Kei de droge mededeeling doen, dat een gemengde strijdmacht onder generaal Dobell met succes opgerukt en vensclullende belangrijke plaatsen bezette. Uit het een en ander moet men opmaken, dat do Duitsche bezettingstroepen in de be doelde koloniën nog volstrekt niet uit het veld geslagen zijn en zij, ofschoon geheel van het overige deel der wereld afgesloten, den ongel ij ken strijd met bekwaamheid, volharding en moed voider blijven voeren. Dat het den bondgenooten in, hot freede yrij- wel golieel verov-vd gewaande gebied van Ka meroen niet bijzonder voor den wind gaat, kon. men reods opmaken uit het 'bericht, eenige da gen geledon gepubliceerd omtrent een aanval door do Duitsche troepen op een door de Fran schen bezette plaats, Edea in Kameroen, gedaan. De aanval werd wel is waar afgesla gen, maai- dit doet weinig af aan de beteoke- nis van hot feit, dat de invallers gedwongen zijn een dofensievo houding aam te nemen en zij zich bijzonder gelukkig rekenen (wat blijkt uit do gewisselde telegrammen van gelukwen- eclring) zich aldus met goed gevolg ie hobben kunnen verweren. Dat men in Engeland vindt, voor zoover de Engolschen, wier blikken natuurlijk voorna melijk naar do zijde van Vlaanderen zijn ge richt, aandacht voor de gebeurtenissen in West Afrika over hebben dat de regeoring wel zéér spaarzaam is met haar mededeelingen om trent de espedities in deze streken, leest men uit hetgeen lord Curzon in het Hoogerhuis hoeft gezogd naar aamleiding van Lord Kitche ner's reeds aangehaalde rede. Gaarne had hij nadere inlichtingen willen ontvangen (welke echter, voor zoover wij kunnen nagaan niet werden verstrekt.) In de „Times" van 12 dezer komen enkele brieven voor van militairc-n, die deel uitmaken van deze koloniale expedieties. O. a. van een oficier van gezondheid bij de strijdmacht in West-Afrika. Deze schrijft d.d. 24) November: Het vechten duurt hier voort; het is thans een guerilla geworden en men weet niet hoe lang hot nog duren kan. De bondge nooten zijn in het voordeel en de Duitschers konden uit de kustplaatsen en eenige plaatsen binnenlands verdreven worden. Nieuwe voorraden levensmiddelen en munitie j kunnen niet worden ingevoerd maar toch hou den zij vol. Zij hobben ons eenige leelijke klap- pen toegebracht en worden vormoedelijk opge- houden door illusies omtrent overwinningen in i Europa. Nieuws kunnen zij niet krijgen, want de Bondgenooten hebben alle kabels in hun I bezit. Het was te Yora, dat de Duitschers ons in Augustus den eersten klap. gaven; toen sneuvelden 6 Britscho officieren. De volgende maand heroverden zij Nsamakang. aan een rivier in Kameroen; bij deze gelegenheid sneu velden aan Britsche zijde drie 'blanken, een j werd gewond, terwijl zes (waaronder de ge- j wonde officier) werden gevangen genomen; er sneuvelden bij de honderd inlandsen© soldaten. 1 De Britsoko soldaten hielden zich goed en wis- I ten, toen de zaak geheel hopeloos stond, zich door den vijand heen te slaan en in het bosoh te ontkomen. Do meeaten van hen gelukte het j aan de Duitschers te ontkomen en zijn na eenige dagen honger to hebben geleden, te Ikom teruggekeerd. Dit gebeurde den 6en September. Den volgendon Vrijdag bezoclit ik N'ama- kang mot een anderen officier. Wij gingen met een barkas waarop een witte vlag en een Roode Kruisvlag varen geheschen om medicij- nog een ander korps van 1500 man, waarvan 300 vrijwilligere en 1200 man Indische troe pen, een vereterkte stelling, Longido gohee- tem, op ongeveer 15 mijl vam de grens zou heb ben te nomen. De drie aanvallen zouden op denzelfdesn dag plaats mooten hobben. Hior, nu men juist het meest belangwek kende deol van hot verhaal zou mogen ver wachten, is de censor, dan wel do „Times"- redactio bezig geweest. Eenige puntjes goven de plaats aan, waar het verhaal van hot te Tanga gebourdo zou hebben moten staan. Daarna vervolgt do sehrij'ver: ...Naar het blijkt moesten zij (zij: blijkbaar de strijdmacht die Tanga aan zou vallen) haastig don terugtocht aannemen, en van de 6000 man, die waren geland, gingen er een 1000-tal verloren. De schrijver besöhrijft verder, hoe ook de aanval op Longido schipbreuk leed en hij met zijn afdeeling juist in den muil van den leeuw liop, waarin hij selchts met veel moeite weer ontkwam. Twee dagen na dit gevecht, zoo eindigt de hrïef, ontruimden de Duitschers de plaats (Longido) en konden de Britten er zich vesti gen maar do gebeele bewoging ia tot stilstand gekomen; men zou trachten den aanval weer opniouw te organiseeren en liet in een maand of twee drie nogmaals te beproeven. Vermoedelijk is doze nieuwe beweging thans ingezet met het onlangs gemelde bombarde ment van Dar es Salam. Men zal thans nader nieuws mooten afwach ten: wellicht zal do Britsche regeering er wil len geven, nu lord Curzon er nog zoo op aan gedrongen heeft. Deze zeide nog in het Hoogerhuis, naar aanleiding van laatstgemeld bericht: „Laatst lazen wij in do bladen dat Dar es Salaan met succes is gebombardeerd. Wat is daar precies gebeurd? Wij lezen van het bom bardement en de vernieling van 6chepen in de haven, maar ik kan or niet nit opmaken of wij do steden hebben genomen en die bezet houden. Kort geleden werden wij heel wat op gelucht door het bericht, dat do „Königsberg" in een kreek van de Oostkust van Afrika was opgesloten. Sedert dien tijd hebben wij niets meer gehoerd van hot schip, noch van de be manning. Gaarine zou ik willen vragen of geen nadere inlichtingen kunnen worden verstrekt." Waarom men in Engeland zoo geheimzinnig doet met do berichten omtrent deze Afrikaan koloniën, laat zich niet geheel verklaren. De Duitschers, die zich daar verdedigen, zijn toch van alle verkeer met de buitenwereld afge sloten. Schip gezonken. HAMBURG. Het Noorsche stoomschip Castor" is in de Noordzee gezonken. Volgens de verklaring van den kapitein Zelden is er heftiger en verwoeder gestreden dan in de laatete maanden in het kleine stukje België, dat nog niet in het bezit van Duitschland is. Langs de Yser, bij Yperen, bij Nieuwpoort werden telkens opnieuw pogingen gedaan om door de vijandelijke troepen heen te breken. In de laatste weken heeft vooral het plaatsje Lombartzijde, bij Nieuwpoort, het moeten ontgelden.-Van weerskanten werden steeds opnieuw pogingen gedaan om het dorp te veroveren of te behouden. Zoo'n poging wordt hierboven afgebeeldDuitscho marine-infanteristen bestormen Lombardszijde en trachten er de Franschen uit te drijven. Dat dit niet gemakkelijk gaat, zien we duidelijkook het geschut speelt er een rol in. nen te brengen en persoonlijke bagage van de gevangenen. De Duitsche officieren waren uit stekende kerels en wij en zij en, de gevangenen (die op parool waren) zaten om een groote tafel, rookten cigaretten en dronken zoete champagne. Bij onzen terugkeer ontdekten wij twee vluchtelingen die zes dagen in hot bosoh waren geweest zonder voedsel. Nooit heeft men Britsche officieren in zulk een Oiavcloozen en vervuilden toestand gezien 1 Zij waren nat, vu.il en gehavend maar de glimlach stond hun op het gelaat en zij hadden geladen revolvers in hun gordel. Wij r.a-men hen aan boord. Den Tolgenden dag ontmoetten wij een geheele sectie, die de rivier niet over had kunnen komen. Sedert eind October ben ik op de grens ge weest met een kleine afleeling van 160 man. De Duitschers hebben ons herhaaldelijk een bezoek gebracht maar wij hebben hen afge slagen." Van veel grooter omvang is de nederlaag geweest den Britten in Duitsch-Gost-Afrika toegebracht. Ook hieromtrent is door de Brit- siche regeoring zoo goed als niets medegedeeld (lord Curzon sprak in het Hoogerhuis van „undue reticence"). Enkel weet men uit de verliezenlijsten dat daar een kleine vijftigtal officieren gesneuveld zijn of gewond, dan wel gevangen genomen. In een brief van een deel nemer aan de expeditie welke do Times even eens geeft, vindt men enkele opgaven qn fei ten welke op deze mislukte onderneming be trekking hebbener is echter in gesohrapt, vermoedelijk het meest essontiëelel In dien brief vertelt schrijver, dat bij den aanvang van den oorlog een beroep werd ge daan op de kolonisten in Britsch-Oost-Afrilca; vrijwilligers boden zich aan voor do vei ligheid van de spoorlijn in de buurt van do Duitsche grens. Terwijl deze aldus zorgden, maakte de overheid plannen voor een alge- moenen aanval om zich van Duitsch-Oost- Afrika in bezit te stellen. Aan dezen aanval had do schrijver, ook een kolonist, als vrijwil liger' medegedaan. Tot don 2en No-ember toe, zoo vertelt ny, viel er niet veel vermeldingswaardigs voor. Do Britten dekten heel wat terrein. Maar do Duitechere vonten het geraden ben niet in den weg te komen, zoodat de invallers feitelijk niets van hen bemerkten. Eten keer alleen viel oen kleine afdeeling bjjna in een hinder laag. Anders werd niets van do Duitschers ver nomen tel', 2 November toe; drie dag was be stemd voor den algemoenen aanval. Hot plan was als volgt opgezet: Er zouden 1000 man Europeesche troepen met 6000 man Indische uitbrakken om Tango, de havenstad waar de spoorweg begint, te nemen; twee oorlogssche pen zouden de actio steunen. Iutusschan zou oen twoede 1 corps, ongeveer 1500 man sterk, de Duitsclie kolonie binnen- rukken ten Zuiden van Kilimandjaro. terwijl was het schip in aanraking gelcomen met een, vermoedelijk Engelsche, mijn. De bemanning is op den stoker na gered een werkster werd gewond. Do bemanning is te Hamburg aange komen. Een nieuwe rol voor onderzeeërs. De maritieme medewerker van de „Times" schrijft het volgende: Iets nieuws in de geschiedenis van den zee-oorlog is de wijze, waarop de aanval op de „Formidable" geschiedde. Dit slagschip zonk, zooals Lord Crewe Donderdag mede deelde, door een torpedo of torpedo's door een Duitschen onderzeeër gelanceerd; deze onderzeeër vier daarbij boven en niet onder bet wateroppervlak. De tijd en de omstandigheden maken het onmogelijk, dat de boot ondergedompeld was en alleen door middel van de periscope haar doel kon treffen. "Wat verwacht weFd, is ge beurd, en de onderzeeër heeft de plaats ingenomen van den torpedo-jager, die tor pedo's lanceert. Bij hetgeen do onderzeeër overdag onder water verrichten kan, is nu gekomeu hetgeen hij 5s nachts aan do opper vlakte kan prestoeren. Overdag moet hij naderbij sluipend" op zijn prooi wachten, maar 's nachts kan liij er moedig op los varen en door zijn betrekkelijke onzicht baarheid kan bij het doel zoeken, om dan aan te vallen. Thans opereert hij no- alleen, maar later kan hij mot andere booten geza menlijk aanvallen. Er is gezegd, dat deze ontwikkeling van de oorlogs-taktiek met onderzeeërs te ver wachten was, omdat in begin van 1904 eenige proefnemingen pl ats hadden gehad, om deze aanvals-meth-oden na te gaan. Toen werd meegedeeld, dat het resultaat was, dat verscheidene slagschepen getorpilleerd waren. Nog niet lang geleden verdedigde minister Churchill (26 Maart 1913) een ver mindering van het aantal torpedo-jagers op het programma van aanbouw; bij wees er op, dat de functies van dit type op andere scheepstypen overgegaan waren, in het bij zonder op den kleinen kruiser en grooben onderzeeër. Het was misschien onvermij delijk dat dit gebeuren zou., omdat het aan vankelijk voordeel, dat de oorspronkelijke torpedoboot bij een nachtelijkcn aanval had: haar betrekkelijke onzichtbaarheid, veel kleiner werd, toen de waterverplaat sing vergroot werd, om haar een groolere snelheid te geven en haar in staat te stel len in volle zee te varen. Tegenwoordig is Enkele Iepels^ciaags) sterken zenuwen en f lichaam.^ 20.000 Artsen 'erkennen dit schriftelijk.!^ in Apotheken en Drogisterijen verkrijgbaar. Erochuie»] bij hel Gen. Agenlsohap, Sarphalialr. 34, Amnterdam. I het doel van dit type, n.l. om de groote schepen van den vijand met torpedo's aan te vallen, overgenomen door den torpedo jager. Maar zelfs met zijn groote snelheid is het voor den torpedojager zeer moeilijk een nachtelijken aanval uit te voeren, zon der gezien te worden. De onderzeeër echter is Onafhankelijk van de weersgesteldheid en kan zoolang op zee blijven, als de voorraden levensmidde len, olie en torpedo's strekken, terwijl hij, onder bescherming van de duisternis en met alleen rijn commandotoren boven water, zeer dicht bij zijn prooi kan komen, zonder gezien te worden Hot is zeer waar schijnlijk, dat d<5 onderzeeër, toen hij zijn torpedo's afschoot op de „Formidable", op een kleinen afstand van dit schip verwijderd wasde toestand van de zee en zijn betrek kelijke onzichtbaarheid veroorloofden hem ongezien te naderen. Waren de Japanners b.v. in staat ge weest, zoo besluit de marine-medewerker van de „Times", onderzeeërs te gebruiken, in plaats van torpedojagers, bij den aanval op de Russische vloot op de reede van Port- Arthur, dan. is het waarschijnlijk, dat elk schip gezonken zou zijn, in plaats van de betrekkelijk geringe schade, welke nu toe gebracht is kunnen worden, daar de torpe dojagers ontdekt werden, voordat zij vol doende genaderd waren, om met volslagen effect te kunnen opereeren. Een schip beschoten. LONDEN. Uit het fort aan die Fïrth of dyde (westkust van Schotland) zijn twee schoten gelost op een schip, dat niet ant woordde op ©en sein. De projectielen vielen in de stad Gouxock aan den anderen oever; een daarvan sloeg een gat in een muur; niemand kreeg echter eenig letsel. De slag bij de Falkland-eilanden. BERLIJN. Volgens hier ontvangen nadere berichten omtrent den slag bij de Falkland-eilanden is van de "be manning van de „Scharnhorst" niemand gered, zijn van de „Gneisenau 7 officie ren en 127 dek-officieren, onderofficieren en manschappen gered, van de „Niim- berg" 7 onderofficieren en manschappen, geen enkel officier en van de „Leipzig7? 4 officieren, 15 dek-officieren, onderofficieren en manschappen. Van de begeleidende ©chepen de „Baden" en de „Sfea. Label" zijn alle opvarenden gered. Het is mogelijk, dat behalve de opgege- venen nog enkele andere officieren en man schappen in leven zijn. Vloot-uitbreiding in de Ver. Staten. WASHINGTON. De marine-commis sie nit het Representantenhuis keurde het programma voor den aanbouw voor de vloot goed. In dit pro- mma wordt voorgesteld over te gaan tot den aanbouw van twoo pantoerschepenzes torpedobëotjagers en zeventien onderzeesche booten per jaar. Het programma zal wor den opgenomen in de maxine-wet die weldra aan het Huis zal worden onderworpen. Overlevenden van „Nürnberg" en „Gneisenau". LONDEN. Tweehonderd overlevenden van de Duitsche kruisers „Nümberg" en „Gneasenau" zijn heden in Engeland aan- De ooriog6leening. Uit Den Haag wordt ons bericht, dat op de oorlogsleening is ingeschre ven voor een bedrag van J/09 milli-oen 918,000 gulden; aan de inschrijvers die geen voorkeur gevraagd hebben, wordt het inge schreven bedrag voor 60 toegewezen. Dat wil dus zeggen, dat de leening zeer goed Er is roden zich daarover te verheugen. Want a.l beduidt de inschrijving op deze leendng, "bij bet gekozen rentetype en de in geval van mislukking dreigende gedwongen leening, geen groote opoffering, een zoo ruime overteekeuing bewijst /toch dat er een groote begeerte geweest is om mee te doen, bewijst ook vertrouwen in bet land, zijn cre- diet en zijn toekomst. Wij verheugen ons in dezen uitslag, omdat wij er in zien een toeken van meeleven van de burgers met hun land, een bewijs dat niet angstvallig gerekend is met boe weinig men af kon, dus van bereidheid om offers te brengen. Wij weten niet of dat noodig zal zijn wat de toekomst ons nog brengen kan, kan niemand zeggen. Maar wij beschouwen de overtee keuing van de leening als een voorteeken, dat, mochten grootore opofferingen, finan- cieelo of andere, noodig worden, ons volk ook die met blijmoedigheid zal dragen. Auto-ongeluk. Vrijdagnacht kwam een tiental hoeren in twee auto's van Vdissingen naar Middel burg. In de eerste auto, die bestuurd werd door den eigenaar, jhr. A. E. B. uit Mid delburg, zaten, behalve kapitein Adr. Hackstroh, drie andere militairen. Vermoe delijk door het slippen geraakte deze auto in den Waterweg en hierbij kwam kapitein Hackstroli om liet leven. 'Het ongeluk ge beurde to half twee. Eerst Vrijdagmorgen half acht werd het lijk opgehaald. De andere heeren kwamen zonder ernstige wonden er af, doch de eigenaar moest naar het gasthuis worden vervoerd, daar zijn geestvermogens in do war waren. De auto 'is ontzettend gehavend. De ver ongelukte kapitein was gedetacheord bij 8e

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2