No. 66.
Zondag 17 Januari 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
■BH
Oplaay 50,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE PALESTRIN A STRAAT 10, AMSTERDAM. TELE- I
FOON Z. -1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN- i
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NEET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. I
Voor Advertenti-ïn wende men zich tot onze Administratie Drukkerij .Jacob van C&mpen*
N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam, Tel. .Noord 1775, oftotde advertentie
bureaux. Prijs der Advertentï5n per regel 25 cent.
Van de ontzaglijke kanonnen der Duitschers is meer dan een3 gesproken: de
uitwerking der 42 cM. mortieren moet allerverschrikkelijkst zijn. We zien er hiervan
iets op onze plaat. Een afdeeling Engelsche_troepen was voor 't eerst in 't vuur en
maakte dadelijk kennis met een projectiel uit een reuzenkanon. Het was bij Yperen,
de granaat-, viel midden onder een troep artilleristen: negen daarvan werden in
stukken gescheurd; beschrijft een der overlevenden, en er werd een gat in den grond
geslagen zoo groot, dat men er een paard en wagen in kon plaatsen.
Aardbevingen in Italië.
'h Is ongeveer zes jaren geleden, dat
Messed na, de bekende stad op Sicilië, door
een ontzaglijke aardbeving zoo goed als ver
weest werd. Een aardbeving in Italië is
mot zoo iets vreemds als in vele andere lan
den, te onzent bijv-, maar soms wordt dit
klassieke land toch geteisterd op een .wijze,
daT de geheel e wereld er door getroffen
Wordt. Ook nu is Italië weer bezocht door
een catastrofe, die aan duizenden en duizen
den het leven heeft gekost.
Ditmaal is het niot Sicilië, dat geteisterd
werd, noch het. vulkanisch zuidelijk doe!
,van Italië, maar meer het midden van het
groote schiereiland. Krachtig is bijv. ook
de aardbeving gevoeld in de hoofdstad, maar
Al" veroorzaakte zij er groote schade, per
soonlijke slachtoffers vallen niet. te be
treuren.
Wel in vele andere plaatsen, zooals we
reed3 zeiden, bij duizenden. Romeinsche
bladen schatten het aantal menschen, dat
omgekomen is op meer dan 10.000, tal van
plaatsen zijn met den grond gelijk gemaakt,
en enorm is de stoffelijke schade. De aard
schokken hadden hoofdzakelijk plaats in de
provincie Rome, maar daar dan ook over
een grooteoppervlakte
'Doch vooral is Avezzano geteisterd, een
stad, ongeveer 60 K.M. ten oosten van
Rome, op de westelijke helling der Abruz-
De Nieuwe Boschwachter.
Naar hel Hoogduit&ch
Lodewijk Oostendorp,4e comp.2e bot.15e reg.
De houtvester Ras zat in den „Rooden
Haan" achter een pint bier, met het geweer
tusschen de knieën, peinzend naar dan grond
turende, want de stroopers maakten het al te
bont. Om do waarheid te zeggen, was de jacht
in ,,het Bergsche" al te verlokkend. In do
koninklijke wouden hoorde men het geschreeuw
van t'wist-zoekende herten; reëcn waren er bij
de vleet, en hazen... men viel er over, zoo-
als de roodo Brenner beweerde, en do roodo
Brenner kon het weten, want hij stond wijd
en zijd bekend als de wilddief van professie.
Dt> roodo Brenner stond overigens geenszins
in slechten reuk. maar het stroopen kon hij
niet laten, dat wist jan en alleman en vooral
die bcechwachter Ras. die hem meer dan eens
gesnapt en achter slot en grendel gebracht
had. Voor don houtvester had roode Brenner
machtig veel respect, en wijl deze nu juist de
felagkana?r binnenkwam en des houtvesters
ampn hem.als een ouden vijand knorrend be
groette, kroop bij ongemerkt in den donker
sten hoek en bestelde een glas klare.
„Wel Ras, wat schort er aan? Je rijkfc of
het zeven weken in een stuk regenen moest,"
zei lachend de steeds opgeruimde hospes, te
genover den boschbeambte schrijlings op een
stoel plaats nemende. Hindert je de pijn
boomspinner of steekt jo de beukenworm?"
,,G<«n van beide, maar de drommel hale
bet stroopersgespuis." De vuist van den eer
lijben boschwachter kwam zoo onzacht op de
tafel terecht, dat de glazen in de hoogte spron
gen. .Zampa likte zijn meester de hand, alsof
hij hem tot bodaren wilde brengen, en de roode
Br«aoer lei zijn smnrig stompje aarden pijp
zen. Vandaar komen vreeselijke, aangrij
pende berichten over de ramp, die hoe lan
ger hoe ernstiger lijkt te zijn geweest. Eerst
zouden er maar een duizend rijm overgeble
ven van de bevolking, die volkomen onge
deerd zijn, een later bericht sprak zelfs van
maar 80 overlevenden.
"Wij nemen bier het volgende over
van een telegram uit RomeEen
gemeentebeambte van Avezzano, die
een der weinige overlevenden uit de
geteisterde stad, vertelt, dat hij op
straat was, toen de schok kwam. Alles viel
in stukken, terwijl een geweldige stofwolk
uit de ruines opsteeg. De beambte ijlde
naar huis en redde zi jn tante en haar dienst
bode, en begaf zich toen naar het Torlonia-
plein, waar de weinige overlevenden zich
verzamelden.
De ,,Messagero" zegt, dat onder de doo-
den zich bevinden de onderprefect met zijn
gezin, de geheele staf van de prefectuur, de
burgemeester, de raadslieden, 95 a 100 sol
daten (het garnizoen), alle karabiniers, vier
van de zeven douanebeambten, 8 a 9 poli
tiebeambten, vele geneesheeren en notabe
len, onder wie de vroegere afgevaardigde
Cerri. De fabrieken zijn verwoest, evenals
het vermaarde kasteel der Colonnas. De en
kele honderden overlevenden kampeeren
om vuren op het voornaamste plein der
stad. Zij schijnen voor het oogenblikhun
zinnen verloren te hebben en zijn niet in
staat hulp te bieden aan de slachtoffers.
op do tafel, en loerde tersluiks naar den
boschwachter.
..Is er op uw jachtgebied iets voorgevallen?''
„God zij dank, in mijn district niet, maar
daar boven aan de Sieg heeft bloed gestroomd."
„Bloed?"
..Helaas! En een man is verminkt!"'
Rondom de eikenhouten tafels heer sell te
doodschc stilte, de spelers legden de kaarten
neer, en 't was voor den eersten keer van zijn
leven dat den rooden Brenner in de herberg
de pijp uitging.
„Van nacht is het gebourd bij manescLija.
Boven bij de Sieg kwam de bosch waohtor; en
opeens knalt oen schot, en nog een. Maar op
hetzelfde oogenblik is de boschwachter ach
ter een witten wilg, onderzoekt, zijn geweer,
en wijl hij geen kogel bij de hand heeft, neemt
hij hagel, maar van den dikst on. En dadelijk
knalt het in do struiken, en op de open plaats
komt een kerel met twee hazen, die hij niet
geschoten, maar uit de strikken gehaald heeft,
-■i wie denkt ge dat liet was?"
„Nu ja, wie?"
„Krombeek uit Bil, die mij altoos de hei
steelt!"
„Waarlijk?"
„Waarachtig! Hij komt dwars over een open
plek, en het is heldere maneschijn. Hij keert
den boschwachter half den rug toe, deze houdt
zich achter den wilg, ligt bedaard aan, houdt
hem scherp in liet oog. om niet te missen,
daarna roept hij„balt!" En wat denkt
ge, dat er gebeurd is? Do kerel keert, zich om,
brengt bliksemsnel het geweer aan den schou
der en .schiet op den houtvester. De gansche
lading komt ter hoogte van het hoofd in den
boom terecht, dat de splinters er afvliegen."
„En de boschwachter?"
„Deze niet mis, geeft vuur cn schiet hem
beide ladingen in de beenen. De wilddief valt,
de houtvester springt op hem toe, en liad hij
den schurk liet geweer niet uit de hand ge
rukt, ctyn zou liij beter getroffen hebben dan
nocb zelfs om een woord te spreken. Zij
brachten den nacht onder den blooten he
mel in bittere koude door. Men hoort nog
steeds uit de ruïnes hartroerende kreten
om hulp.
Maar ook uit vele andere plaateen komen
berichten van geweldige teisteringen. De
verschillende telegrammen melden daarom
trent nog best volgendeDe schok werd
o-a. gevoeld te Liontolanico, waar het tele
graafkantoor OT.-aar lieeft geleden. Huizen
werden vernield in Cineto, Romano, Dalue-
tria, Zsjarolo en Finggi. In liet laatste
plaatsje stortte de klokketoren in elkaar.
Ook te Torre Cajetani schijnen slachtoffers
gevallen te zijn.
Te Fersntino en Subiaco werden huizen
verwoest-
Te Maranca Gaslia stortte het station,
eenige huizen en de toren in elkaar. Ook
hier moeten menschen zijn gedood. Te Fra
ti none werden huizen beschadigd. In Filet-
tino werden verschillende gebouwen ver
nield, de kerk werd beschadigd, twee per-
soDen werden gewond. Vooral Torricella en
Rabina hadden het zwaar te verantwoor
den; hier viel één doode. Ook te Auticalï
en Corrado werd schade aangericht; hier
moet één doode zijn. Te Ti vol i werd volgens
de geruchten een man gedood. Te Morlupo
richt. De Paus bevond zich op het oogen
blik van de ramp in de bibliotheek, hij
knielde neder, bad eenigo oogonblikken en
gaf toen order om na te gaan wat er ge
beurd was on inlichtingen in te winnen
o\er de aangerichte schade.
Aan do basiliek van St. Pieter rijn hon
derd ruiten van de koepel gebroken, er is
overigens geen andere schade aangericht.
Alleen gingen eonige oude scheuren weer
open.
Een blok van de buitenste colonnade van
St. Pieter is verschoven.
Naar de schatting op Donderdag zijn
12,000 personen gedood, 20,000 gewond.
Men vermoedt -echter, dat het er veel meer
zijn.
Vrijdag heeft ook de Paus het door de
aardbeving beschadigde ziekenhuis Santa
Marta te Rome bezoekt. Dit is iets s
bijzonders; want- het wordt bijna als een
i principe beschouwd, dat de Heilige Vader
het Vaticaa-n niet verlaat.
Een droom, die werkelijkheid kan worden.
Een verlofsofficier zendt
regelen
de volgende
JJLCM1 güMUUU. .-iut I U J 'I-* 3 I -
Velletri zijn enkele huizen beschadigd,
anderen stortten in. j De avond
in huis een Zondag zonder
zon'schijn,
'1 de postbracht mij goen brief.
Te Perugia werd een langdurige, hevige j lk was al hen, gedachten vloden
schok gevoeld en verwekte een paniek onder Naar 't werk,
huis,
de bevolking. Er vielen echter geen slacht-
offers. Te Canura werden drie ODeeuvolsen- ,.e droomen g
naar *c zoetste
vrouwtjelief.
offers. Te Capura werden drie opeenvolgen- I gingen -moe ra al dat poinnjn,
1 Greep ik de pen, en schreef den droom terneer,
de sterke schokken gevoeld, welke tot groote I q dM.'„(.h Tenterk.i,JM
armst onder de inwoners aanleiding gaven w.j smeeken, bidden u daarom o Heer.
in Castellamare di Italia werden twee schok- j
ken waargenomen, ook hier geen dcoden of i Een Droom,
gewonden. Te Pasjara duurde de beving Zwaait af, zwaait af', do vrede is gesloten,
twintig seconden, doch richtte geen schade De trein staat klaar, nu als de wind naar huis,
aan. $ot op 'fc gehakt, verorbert je beschuiten,
Volgens latere berichten werden heftige °P. ë°°lt af t te lang gedragen knus.
schokken gevoeld te Aguila, Chicti en Cas-
j 17i - r, J'ftrteekt op t rapier, een bloem op onzen hoed.
tellamare aan de Adnatische Zee, waar i Veemt afschc.,d van olkaar fcw^ieogenooten
lichte beschadigingen liet gevolg waren. Te Vooruit, naar buis, o zaal ge vrede zoet.
Subiaco, Caprarola en Cosa werden verschil
lende huizen beschadigd; ook de kerk had
©enigszins te lijden.
Ernstige schade is aangericht te Desora,
waar de telegrafische gemeenschap is ver
stoord. Uit Sulmoua wordt gemeld, dat
het dak van de kerk te San Domenico is
ingestort; vijf soldaten werden gekwetst.
t,Geeft acht, geeft acht"
('Appèl, - geen doel,
nog eenmaal aange
treden;
;een een mankeert er
j Tuigt 'fc rosiriant, st-edkt eens nog de trompet-
petton,
I Stijgt in, naar huis. ons land ontsprong den
dans.
Uit Napels wordt geseind, dat volgens Sjok, sjok, met vaart van dertig kilometer,
pater Alfani, den bekende seismoloog,0 de j. Ga3t- 'b huis t06> ™°uw> kind, 't bruïd'ken
O dierbaar leaid,
aardschok, te ccrdcrleu naar d> -cs.i
gen van de toestellen, het vreeselijkst heeft
gewoed in een gebied meteen straal van ruim
honderd mijlen, waarvan het centrum waar
schijnlijk ligt in de provincie Potenza. Aan
gezien de verbinding met Potenza is verbro
ken, vreest men, dat daar eenernstige
lamp heeft plaats gehad.
Vreeselijke gevolgen van de aardbeving
worden verder gemeld uit Adezzano, CJelano,
Coslamsle en Circhio. Te Bussi zijn zes doo-
den en vele gewonden. Te Ca6tel Vecchio
een doode, versohillerde gewonden. Te San
Cilioe, een voorstad van Ocre, vier dooden..
verschillende gekwetsten. Te Paggio en
verschillende andere plaatsen zijn talrijke
dooden.
Troepen zijn gezonden naar de getroffen
provincies. Te Sora zijn talrijke huizen in
gestort-, bijna alle andere zijn onbewoon
baar.
De koning bracht in zijn auto een bezoek
aan. Frosmore en. Avezzano, ofschoon men
hem had afgeraden naar deze bijzonder ge
teisterde strekoi te gaan, waar de aard
schokken nog voortduren.
Omtrent de schade in de hoofdstad Rome
aangericht, wordt het volgonde geseind
De boog van do oude Porta del Popoio
is gescheurd, oen der kleine torens van het
miiisterie vau financiën is ingestort, een
der standbeelden van den gevel van San Gio-
lianni in Laterano is neergevallen, en de
koepel is beschadigd. Het standbeeld van
Colonua Autoaia op de Piazza Oolonna
schijnt verschoven te zijn. Ook op het Vati-
kaan heeft de schok eenige schade aange-
wachfc,
kost'lijk land der vaad'ren,
One bloed bleef ons. de zoete vrede laoht.
„Stijgt uit, stijgt uit", het voorschrift over
treden,
Gooit, werpt, rolt, stoot, vliegt, va.lt er uit,
(Ziet den majoor, rijn troep is hij vergeten)
Kust, zoent, vrouw, kind, de nooit vergoten
bruid.
De stad berlagd, het volk begroet zijn zonen,
't Fabrieksvolk vrij, en alio scholen leeg.
Geen rangen meer, slechts Holla mi sche sol-
daten,
slechts kind van 't land, dat vrijheid weder-
kreeg.
En nu aan 't werk, do vechtjas uitgetrokken,
Het werkpak aan; de zeeën zijn weer vrij.
Export herleeft, rookt schoorsteen dor fabrie-
brieken.
Werkt zwoegt, zaait, poot-, opdat de vrucht
gedij.
Het land is arm, en uitgeput de bronnen
Helpt 'fc arme volk, geeft geld, verhoort, hun
bêe
Maakt Holland groot, als 't was voor d'oor
logstijden
Zelfs grooter nog... o, vrfo!
Te velde, December 1914.
D.
den eersten keer. Hij vloekte als een ketter,
maar het baatte hem niets. Hij ligt te Bon
in de kliniek, en zooveel is zeker, dat beide
beenen moeten afgezet worden."
Nauwelijks heeft de houtvester dit verteld,
of een hand drukt hem onaangenaam zwaar
op den schouder; achter hem staat de roode
Brenner, hij is bleek als een lijk en staart
hem aan met glazen oogen.
„Heer houtvester, is dat waar? Beide....
beide beenen?"'
Nu staat de boschwachter langzaam op en
kijkt den rooden Brenner zoo scherp en door
dringend aan, alsof hij tot hem alleen sprak.
Brennerbeide beenen! Dt> man wordteen
kreupele, uit de kliniek komt hij in het tucht
huis en" de zware, diepbewogen stem van
den houtvester klonk Z3clit als met onderdrukt
smartgevoel „hij heeft vrouw en kinderen
evenals ik en als jij. Brenner!"
De roode Brenner liet zich langzaam op een
nabijstaanden stoel neder en keek ernstig voor
zich. Nu was Krombeek een ellendig kreupele
en morgea zoo was de afspraak morgen
zouden zij samen strikken gaan zetten.
De houtvester echter ging opgewonden
voort:
„Ja, zoo gaat het! De lui verluilakken de
helft van hunnen tijd, de jenever wordt hun
afgod, den weg naar do kerk verloeren zij, zij
weten ten laatst© van God noch zijn gebod, en
zijn daarbij eindelijk nog trotech op hunne
slinksche wegen en maniereu. Is een wilddief
niet evengoed een dief als een 3ndere? Maar
het gebod dat zegt: „Gij zult niet stelen" heeft
hij verleerd, en zoo de boschwachter hem be
trapt, dan vergeet hij ook dat er een gebod
bestaat-: „Gij zult niet doodslaan"! Dan schiet
hij maar raak, net alsof do houtvester geen
menscb, maar een hond was. Dat zeg ik, aan
ieder die het hooren wil Brenner! wie
mij in het bosch aantreft, vergete niet, dat
ik voortaan niet alleen hagel, maar ook een
kogel in den loop heb! Mij is hei leven eren
De toestand in den reuzenstrijd.
Er is in de laatste dagen zeer liardnek-
dig gevochten in Noord-Frankrijk. Duit-sche
zoowel Fransche berichten maken er melding
lief als ieder ander. Ziet ge, B renner, dat is
zwaar kaliber."'
Hij legde de patroon in het bijzijn van den
wilddief in het geweer, betaalde zijn gelag,
floot zijn hond en verliet, het gezelschap
groetend, de gelagkamer.
H.
De roode Brenner ging twee nachten achter
oen niet naar het bosch; hij droomde thuis van
strikken, die hij had gespannen, van een groo-
ten reebok, die in den strop hing, en van den
man, die zijn strikken vernielde. Bij dag liep
hij overal rond, in.'t bosch durfde hij zich niet
wagen, want daar lokien hem de strikken te
sterk, en aan deze strikken zat do luizige wiud-
liond, de houtvester Ras, zooals hij hem nijdig
noemde. Op den koper beschouwd was de Roode
Brenner beter dan waarvoor hij doorging. Tot
dusver had hij er nooit aan gedacht, zijn ge
weer op don boschwachter aan te leggen, als
deze hem betrapte. Hij kende dc roodwangige
kinderen van den boschwachter, die vaak heel
vertrouwelijk met hem praatten: hij kende cn
achtte ook de brave vrouw van den houtvester,
en wanneer hij, zooals gansch natuurlijk was.
den man zelf niet kon lijden, op. hem schie
ten kon hij toch niet. Wel, de bóschwachter
had hom al vaak gesnapt, de straffen werden
steeds zwaarder, maar toch, op hom schieten
neen!... Maar nimmer zou hij zich meer laten
betrappon, het- mocht ^aan hoe het wou. Maar
hoe dat aangelegd? Gansch heimelijk, gelijk
een dief in den nacht, was bij hom de gedach
te opgekomen, liet stroopen geheel en al te
latenmaar toornig had liii ze op zij gezet.
Lang zou hij het zoo niet volhouden, dat wist
do roodo Brenner, hij moest naar het bosch, hij
zou en hij moest!....
Was Mulders Jan er maar niet «eweest. over
wien hij rich ergerde! Mulders Jan deed ook
aan het stroopen, en schoot hem onder de dui
ven. 'fc Was niete dan broodnijd die liem
plaagde. De drommel mocht Hannes halen,
van en zij komen overeen in dit opzicht,
dat Duitschland in de bnnrt van Soissons,
aan de Aisne, een voordeel heeft behaald.
Hoe groot dit voordeel is, wordt natuurlijk
van beide kanten verschillend beschouwd,
maar ook uit Fransche bron wordt niet
ontkend, dat de troepen van Joffre ietwat
hebben moeten terugwijken en dat een aan
tal krijgsgevangenen in handen der Duit
schers zijn gevallen, De Franschcn wijten
de schuld daarvan aan het hooge water en
de regens, waardoor een aantal bmggen zijn
vernield. De Duitschers zeggen, dat zij 4700
Fransche krijgers gevangen hebben genomen;
volgens de berichten uit Parijs waren dat
meest gewonde soldaten. Ook zouden
de Duitschers niet veel nut kannen trekken
van het behaalde voordeel, wegens den
hinderpaal, dien de Aisne vormt, en door
de maatregelen, die ;t Fransche legerbestuur
heeft genomen, zoo zegt een te Parijs
uitgegeven communiqué.
Dat de Duitschers bij de hoogte van
Crouy, zooals de juiste aanduiding luidt,
eenigszins vooruitgeschoven zijn, is blijkbaar
niet te loochenen, maar dat dit van eenigen
inyloed zal zijn op den verderen loop van
den oorlog, is niet te denken. Het bewijst wel,
dat de grootste krachtinspanning der beide
tegenstanders in de laatste dagen het front
in Noord-Frankrijk gold. Daar. wordt blijk
baar van weerskanten groote druk uitge
oefend, daar is hevig, gevochten. Ook nog
na het gevecht bij Crouy werd er slag ge
leverd: de Franschen handhaafden zich daar
toen in hun posities, doch moesten bij
Yregny terugtrekken, daar hun troepen
ernstig werden bedreigd.
In België staat de strijd echter evenmin
stil, al gaat het er niet zoo hevig toe, als
de laatste weken van 'fc vorige jaar.
Donderdag bijv. heer3chte er een dichte mist
bij Nieuwpoort, maar desniettemin had er
een zwaro kanonnade plaats. Een munitie
depot der Duitschers in een hoeve bij
Stuy venskerke werd door de Belgen verwoest
Van het Oosterfront komen in de laatste
dagen zoo goed als geen berichten. Een
officieel communiqué uit Weenen spreekt
van een rustig verloop in West-Galicië
Russisch Polen, van onbeduidende
schermutselingen in de Karpathen cn Buko-
wina. De Russen zouden thans, volgens
sommige berichten, een aanval op Zeven
bergen (ten Oosten van Hongarije) in den
zin hebben. In den Kaukasus wordt in de
laatste dagen weer gevochten, bij KaraUrgan
werd sedert vijf dagen door Russen en Tnrken
slag geleverd. Ook Perzië is thans in den
strijd betrokken; de Turken at-aan aan de
zijde der Perzen om de Russen nit dit land
te verdrijven: zij hebben nu Tebris en Selmas
bezet en drijven de Russen terug in Asser-
beidschan.
Onder de berichten in dit blad zal men
n groote plaats toegewezen zien aan
vreeselijke aardbevingen, welke in Italië heb
ben plaats gehad, welke weliswaar recht
streeks met den oorlog niets te maken heb
ben, maar die toch even de aandacht daarvan
afwenden. De ramp herinnert- aan die van
voor zes jaren, toen Messina op Sicilië werd
verwoest. Volgens één bericht zouden er
meer dan 25000 menschen bij omgekomen
zijn en tal van plaatsen zijn geheel verwoest,
met den aardbodem als gelijk gemaakt.
België.
In Noor Uw ést-België
Een onzer correspondenten seinfc ons nit
Sluis:
In de richting der kusfc worden da
gelijks ontploffingen gehoord. Veien den
ken, dat er mijnen aan de kusfc spoelen en
aldaar ontploffen. Difc is zeker wel wat over
dreven, daar slechte enkele mijnen bij toe
val ontploffen. Te Zeebrugge, waarover
reeds zooveel werd geschreven, is, zooals
een ieder weet, een heel mijnenveld in het
vaarwater geankerd, onder elkander alsook
met de kust verbonden. Zoo wordt een on-
doorvaarbaar net gevormd om het binnen
komen van de haven te verhinderen. Van
een plaats aan de kust kan men, als het
noodig is, enkele dezer mijnen doen ont
dien rakkerAl de hazenDe beste reebokken
't was om er razend van te worden. Hij, Bren
ner, sloop droefgeestig om het bosch, en Han
nes zat in het neb en had goed pijpen snijden.
Maar Hannes wist nog niet dat Pias een kogel
op het geweer had, dat Krombeek beide bee
nen werden afgezet, beide beide beenen!
Eindelijk ging ring de roode Brenner weer
naar de herberg de „R-oode Haan", en waar
achtig daar zat hij weer de houtvester Ras, en
de ongelukshond Zampa, knorde weer tegen
liem, a-ls altijd. Gaarne had hij hem een flin-
ken trap gegeven, dat mormel. Op liet oogen
blik zat de boschwachter zoo gezelling in de
gelaglcamer; hoe veilig had hij nu naar het
bosch kunnen gaan, als hij dat had geweten!
De roode Brenner geloofde zijn oogen niet:
de houtvester gaf hem een toeken naast hem
te komen zitten. Eenigszins verlegen voldeed
hij aan zijn wenk.
„Zet je! Hola, hospes, breng Brenner een
borrel, een grootcn."
Brenner wist niet wat hem overkwam. De
htoutvester trakteerde hem? Daar moest zeker
iets achter steken!
..Wel, Brenner, hoe staat het leven? Ik heb
u lang niet meer in het bosch gezienhoe gaat
hefc u?"
„Slecht."
In één wip was de borrel in de keelholte ver
dwenen Brenner voelde zich echter niete op
zijn gemak in gezelschap van Ras.
..Toe vrouw, schenk Brenner nog een borrel
in; een groóten!"
Brenner wist niet wat hem overkwam't
was hem net alsof hij behekst- was. Hij zei
niets en spuwde welktuigelijk eenige lceeren
op den vloer.
..Kom, steek een sigaar op!"
Brenner beet de spits er ai en spuwde liet
puntje ver weg en de houtvester bood hem een
lucifer aan.
Nu kreeg hij het al te benauwd. Hij kon het
in de met tabaksrook gevulde gelagkamer
ploffen, als een vijandelijk schip rich in do
buurt bevindt. Van tijd tot tijd worden ter
controle van de goede inrichting dezer mij
nen, verschillend© ervan tot ontploffing
gebracht, dat is ook nu bet geval. Meer dan
vijftig mijnen, voor Zeebrugge gelegd, wer
den zoo fêdert eenigo dagen opgeblazen en
aanstonds door nieuwe vervangen.
De noordelijke kust is duchtig versterkt,
hetgeen reeds meermalen is vermeld. Van
Zeebrugge tot aan hefc Zwin is do gchpele
eerst© rij duinen met loopgraven bedekt.
Zelfs de huizen van Knock© tot aan Zoute
zijn in even zooveel kleine fortjes veran
derd; talrijke mitrailleurs en kanonnen
worden in de huizen en in de duinen ge
plaatst. Difc geschut bestaat meest uit ves-
tinggeschut, met den datum 1877 op bet
affuit, doch op enkele strategische punten
zijn eenige zwaardere stukken van 15 c.M.
en 36 c.M. opgesteld. Zelfs werd de ge
heele Hazegras-polder met den St. Paul-
dijk, zeedijk en internationalen dijk in staat
van verdediging gebracht, om oeno ontsche
ping langs bet Zwin en do Hondenplaafc
te beletten.
De bezettingstroepen van hefc zeegebied
staan allen onder hefc bevel van den heer
Vo» Arnim, lid van het Pruisische Hee-
rtfnhuis. Zijn moeder, Engelscho van ge
boorte, vertoeft te Londen en zijn zwager ia
officier in het Engeische leger.
Onmogelijk is de getalsterkte van de
troepen, die deze posities verdedigen, op te
geven. Hefc aantal wordt op ongeveer
10,000 geschat, infcusschen heeft een voort
durend verkeer van troepen van en naar
het front plaats. Hot groote hotel to Knocke
en de naastgelegen villa's zijn allen in
kazernes veranderd. Een geheel escadron
doodBlcophnzarenonder het bevel van
Oberleutenant Bieling. plaatselijk com
mandant van Knock©, is aldaar ingekwar
tierd.
Onlangs werd een dame, vronw van een
Engolschen officier, met hare tachtigjarige
moeder, aldaar verblijvend, gevangen ge
nomen. In een brief, door haar geschreven
en op een koerier gevonden, had ze al de
Duifcsche stellingen opgeteekend. Zij tracht
te aldus haren man in te lichten.
Te Brugge werd de zestigjarige heer J.,
een welbekend artist, en zijn zoontje van 14
jaar op grond'van een laffe aanklacht, in
zijn huis gevangen genomen'; beiden rijn
naar Duitecbland gezonden.
Duitschland.
Bajonetgever.ht.
In het „Berliner Tageblatt" geeft gene
raal von JetzBch eenige wenken aan de
jonge soldaten, die thans te velde trekken,
roet het oog op hefc bajonetgevecht.
Om een handig bajonetvechter te worden,
zoo zegt hij, hoorfc bij den besten aanlog van
den soldaat toch nog steeds een grondige oplei
ding. Het bajonetechermen is tot nog toe iu
onze sportkringen niet beoefend. Op het oor
logsveld in den strijd van man tegen man,
speelt het echter een beslissende ro!. Nu komt
hefc daarbij zooals bij iederen strijd op leTen
en dood vooral aan op den vasten wil. om
den tegenstander buiten gevecht te stellen.
Tegen een, nog zoo ontheoretischen, maar
krachtigen stoot helpt vaak zelfs de fraaiste
parade niet."
Voor de jonge soldaten vertelt hij nog
de volgende ervaring:
Als commandant van do beaottingsbrigade
China, had hij gelegenheid nauwkeurig waar
te nemen, wat er op hefc Rnssisch-Japansche
oorlogstooneel gebeurde, vooral, omdat de
Japaneezen voortdurend officieren en minde
ren van hun bezefctingscorps in China uitwis
selden, tegen genezende gewonden van het
oorlogsierrein.
Het viel nu den generaal op, dat bij allo
bajonetgevechten *oor Port-Arthur het geta!
der door bajonetsteken en kolfslagen gewonde
Japaneezen, ongeëvenredigd veel grooter wa3
dan dat der Russen. Toen hij, tegenover een
hooggeplaatst Japanseh officier daarover zijn
verwondering uitsprak, temeer nog, daar mSr.
bij de Japaneezen met hun beroemde Jioejit-
soe-opleiding anders zou verwachten, ant
woordde dezo glimlachend: Neen. onze man
nen zijn betere bajonetechermors dan de Rus
sen, maar ze zijn ook verstandiger dan deze.
Waarom zullen ze met kolf en bajonet vech
ten, als ze scherpe patronen hebben? Een
schier niet uithouden. Hij blies eenige dikke
rookwolken voor zich uit, en wierp den twee
den borrel door hefc keelgat.
„Zoo, gaat het slecht?"'
„Zeer slecht!"
„Waar zit 'fc hem?"
„Waar hij zit? Tusschen de hooge eiken
houdt hij zich od. de slungel,''
„Wie?"
„Mulders Hannes. Als ik boschwachter was.
kreeg ik hem nog hedenavond te pakken. Al
les kan ik verdragen, maar dat de schoonste
hazen zoo maar strijken gaan, kijk, dat hin
dert mij."
„Zoo"
„Hoor eens hier. Ras, als ik in uw plaate
•as, de drommel zou de wilddieven halen. Ik
zou den een voor den ander wel beet krjjgen,
maar Mulders Hannes is de ergste
„Denkt gij?"
„Dat denk ik niet. dat weet ik; ik kon
dien tem slaan, zoo hindert hij mij."
„Het doet me pleizier. Brenner, dat gij een
hekel aan den wilddief hebtcn gij begrijpt dus,
dat ik geen enkelen door de vingers zie. Als
ik op het boech moet passen, dan is het min
plicht ze te vatten, waar ik ze krijgen kan!"
„Dat is niet meer dan uw plicht."
„Ik zie, gij zïjt nog zoo dom niet, aks ge wel
lijkt.
Ik hoop, dat wij elkaar nooit meer in het
bosch treffen
Dit zeggende stond de houtvester op, betaal
de al het genronkene, en liet, na een kort
„Goeden Nacht!" den rooden Brenner, die
gansch verbluft scheen, den tijd om over allc3
na te denken. Eindelijk schoof deze zijn sme
rige pet iu den nek, en zei op profeiischen
toon tot den waard
„Hospes, dat heeft wat te beteekenen!"
f8lot tolgl. j