Vrijdag 8 Januari 1915. Orgaan voor Leger en Vloot. vu m. 62. Zorgt voor goede verzending Een misverstand. Vijf maanden oorlog. /X&WSp Oplaag 50,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELE FOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor AdvertentiCn wende men rich tot onze Administratie Drnkkery .Jacob Tan Campen" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk9) Amsterdam, Te!. Noord 1775, of tot do advertentie bureaux. Prijs der AdvertentiPn per regel 25 cent. Vaak genoeg hebben we gehoord van de verwoestingen, die de oorlog in België heeft aangericht en menigmaal hebben we daarvan iets laten zien op een plaatje. 'tGaat op andere plaatsen van het oorlogsterrein dikwijls niet minder heftig toe. Hierboven geven we een kiekje uit een Fransch stadje, bezet door Engelsehe troepen en gebombardeerd door het Duitsche geschut. Welke verwoestingen dit heeft aangericht, is duidelijk genoeg te zien. Zeer hevig moet de beschieting zijn geweest, vertelt een Engelsch officier, die met moeite aan den dood ontsnapte„De meesten gebouwen stortten", zegt hij, „als kaartenhuisjes in".- Nogmaals zien wij ons genoodzaakt te waar schuwen, dat tal van brieven, ons uit leger en vloot toegezonden, door onvoldoende verzor ging van den afzender niet in onze handen komen. Telkens biedt de post ons met. port belaste stukken aan, die evenwel steeds door ons wor den geweigerd, aangezien „De Soldatencou rant" geen voortdurende portbetalingen voor hare rekening kan nemen. Zij, die van hun inzetading in „De Soldatencourant" dus niet gemerkt hebben of op hunne eventueel© vra gen geen antwoord ontvingen, moeten derhalve rekenÏDg houden met de mogelijkheid, dat hun stukjes niet in ons bezit zijn geraakt. Wie dus zekerheid wil hebben, dat ziju brie ven door de post aan „De Soldatencourant" worden afgeleverd, drago nauwkeurig zorg aan d© voorschriften van adrt-sséering en van het gewicht der stukken te voldoen. Tien jaren geleden was ik een piepjong luitenantje en Mirza een speelsche jonge hondals bweo goede kameraden woonden wij in Versailles waar ik toen in garnizoen lag. Op Nieuwjaarsdag had ik gedineerd bij een oom en hoewel ik het heele menu reeds lang vergeten ben, staat mij nog levendig voor den geest dat er een reusachtige mal- eche kip werd voorgediend. Terwijl ik er een goed stukje van nam, dacht ik aan Mirza, die nu alleen in Versailles zat en zeker zoo graag zijn deel van het heerlijke maal zou gehad hebben en ik besloot, voor ik been- ging een bezoek in de keuken af te leggen en do oude getrouwe keukenprinses om wat kluifjes voor mijn huisgenoot te vragen. Eerst keek ze wel een weinig vreemd op, maar daar ik een neef van den gastheer v-as, wilde ze mijn verzoek niet weigeren en pakte ze heel gracieus wat afgekloven bout jes en zeer onsmakelijk uitziende beenderen ir. een papieren bonbonzalc. Niemand zou hebben kunnen vermoeden dat in het keu rige pakje een versnapering voor mijn hond zat verborgen. Thuis gekomen, sprong het goede dier onder vriendschappelijk geblaf om mij heen, eu ik weet zeker dat hij iets van de verras sing vermoedde, want onophoudelijk lilcke- baarde hij. Voorzichtig maakte ik het nette touwtje los om tot mijn groote verbazing, bij het openmaken van den zak, een menig te sierlijke marrons-glacés te aanschouwen Hoe die metamorphose had plaats gehad, was mij eers teen raadsel, doch eindelijk herinnerde ik mij de onvoorzichtigheid te hebben begaan van mijn pakje op do bank n. Over 't geheel boezemt de oorlog in hot Westen one, Nederlanders, ontegenzeglijk veel meer belang in dan de strijd, die gevoerd v.ordt in het Ooston, door Oostnrijk en Duitschland tegen Rusland. Daarvoor zjju redenen to over. Het westelijk oorlogsterreia ligt zooveel dich terbij; men kan soms aan onze grens het ge daver van't kanon hooren. Dan kennen wij allen, al is het ook alleen bij name, het gebied waar ge/ochtoi wordt: Leuven.Mechelen, Ant werpen, Brussel, Xieuwpoort, Ypereu. ook Amiens, Reims, de Aisne, de Marne, we heb ben er van gehoord of gelezen, als we er niet geweest zijn. Heel anders aan het Oosterfront. Daar hoo- ren we van namen en streken, waarvan onze schoolwijsheid geen donkbeeld had. We zijn niet thuis op dat terrein. Zoo we al wisten van het bestaan der Masurische meren en van Eydtkuhnen, we hoorden nu het eerst van Lyck, vau Mavla, van Suwalki en Reszow, van Pi'zemysl en Nordenburg, van de Pilitza en de Raw ka om het hierbij te laten blijven. En de namen spreken niet tot onze verbeelding, wij kunnen ons gc-en voorstelling maken van hun ligging, verhoudiug, tenzij we elk oogenblik in de tran te leggen. Een oude dame, die naast mij had gezeten, had zeker in de kaast van het uitstappen te Versailles mijn pakje genomen en ik het hare. Mirza en de waardige matrone waren er de dupe van en ik had er een voorraad heerlijke maru6ns glacés bij gewonnen. Gelukkig dat ik op dat oogenblik nog niet wist wat mij boven het hoofd hing. II.* Op tafel lag een briefje, dat een uitnoo- diging behelsde tot een diner bij de gravin Cervilly, een vriendin van mijn moeder, die zich daardoor geroepen voelde mij allerlei beleefdheden te bewijzen. Zonder aarzelen nam ik de invitatie aan, want gretig maakte ik van iedere gelegen heid gebruik, die mij in de nabijheid van Raymonde Cervilly bracht. En toch. huwelijksplannen had ik toen tertijd in het geheel niet, want Ravmonde was jong, mooi en rijk en zou dus haar eischen zeker kooger stellen dan een luite nant zonder rang en zonder fortuin. Wel schepte het meisjes zichtbaar beha gen in mijn gesprekken en toonde zij mij cenige voorkeur, doch ik schreef dit toe aan de omstandigheid dat onze moeders intieme vriendinnen geweest waren. Den tweeden Januari zaten Raymonde en ik in de groote salon te midden van een aan tal gasten. Het was reeds tamelijk laat ge worden en de gastvrouw keek eenigszin6 ze nuwachtig op de pendule, toen de deur voor de laatste maal geopend werd en de knecht aa ndiende „Mevrouw de markiezin de Saint James". Wie schetst mijn verbazing, toen ik in de oude douairière, die statig binnentrad, mijn gezellin van den vorigen avond herkende, Na zich verontschuldigd te hebbeu over haar laat verschijnen, overhandigde zij Raymonde een zak. de kaart raadplegen, 't Is bovendien zoover van ons bed, zooals men zegt, en door dit alles ver slapt do belangstelling. Toch is de vraag gewettigd, of deze strijd im 't Oo6ten niet van nog grooter belang is dan dsc in "t Westen. Hier mogen Engeland en Duitschland bloedig strijden om de oppermacht, ten slotte zijn beide naties toch zoo groot en krachtig, ook al wordt do eene overwonnen, dat er van eene vernietiging geen sprake kan zijn. In werkelijkheid kan het Engelsche volk het Duitsche niet missen en omgekeerd, en beide zijn noodig voor de algemeen© welvaart der wereld. Do strijd van Duitschland en Oostenrijk tegen, Rusland is van eén anderen aard. Hier geldt het oen -oorlog van ras tegen ras, Germanen tegen Slaven. De aanleiding tot den oorlog, do hulp van Rusland aan Servië wijst daar reeds op. 't Ls moeilijk daar nu reeds een oordeel over te vellen, maar ihogelijk is het, dat wij tlians, onbewust, een worsteling bijwonen, of het begin eener worsteling, zooals de wereld geschiedenis maar enkele malen zag. Zoo kwa- Belgrado bezet, maar daarna werden zij verslas- gen door do Serviërs, die hun hoofdstad op nieuw in bezit namen. Japan s strijd schijnt zich te zullen bepalen tot Oost-Azii-, waar het de hoofdstad en een deel van het Duitsche gebied Kiao-Tchow, in China, -zette. Turk sche strijdmachten bevechten de Russen in Kaukasië, maar zonder dat aan weerskanten groote successen worden behaald. Do Turkscho vazalstaat Egypte beeft zich onafhankelijk ver klaard en is een sultanaat geworden, m3ar (tevens eon Engelsch protectoraat. Enkele elementen onder de Boeren in Zuid- Afrika meenden van den grooten strijd in Europa gebruik te moeten inakou om tegen do Engelschen in opstand te komen. Deze zoo genaamde „rebellie" werd echter spoedig den kop ingedrukt; de leider, generaal De Wet, werd gevangen genomen en generaal Beijera verdronk bij een poging om te ontvluchten. Slot volrjt.) men na de Grieken de Romeinen, na de Lati.j- neir-^le Gothen en Germanen, is het thans de beurtc'der Slaven, om de wereld te overheer- schen Hoe dit ook zij, de oorlog in het Oosten i" in elk geval heel anders dan die in het Westen. Aan do Rkssische Westgrens hebben nog groote en kleinere veldslagen plaats, gaan de Russen vooruit in 't vijandelijk land, worden zij weer teruggedreven in 't eigen. Deze enkele zin goeft eigenlijk do geheele geschiedenis van den strijd daar. Zóó ging het van den beginne aan. Dadelijk, in de allereerste dagen van Augustus, drongen de Russen in het noordon van Oostelijk-Pruisen bij Eydtkuhnen over Gumbinnen voorbij Koningsbergen in het land van den tegenstander door, doch tegelijk ver overde een Duitsoh leger Czenstoohow in Zuid westelijk Polen en trok den weg op naar Lodz. Aan dé Oostenrijksche grens ging het niet anders, een Oostenrijksche leger- macht behaalde een overwinning bij Krasnik in 't zuiden van Polen en drong verder door in dit Russisch land met Warschau als doel voor oogen. Maar tegelijk rukten Russische troepen in Oostelijk Galieië op, dreven daar de Oostenrijkers voor zich uit en naderden Lomberg. In 't begin van den oorlog had men zoo aan het Oostelijk front vier gevechts- terroinen, niet meegerekend, dat tot zelfs in, 't zuiden van Galieië, aan de noordpunt van. Rumcnië, Oostenrijkersen Russen elkaar be- j streden. Allengs smolten die vier oorlogstooneelen 1 samen tot tweede strijd in Galieië. waar de Russen steeds verder getrokken zijn, Lem- berg innamen, Przemysl insloten en opruk ten naar Krakau, en de hevige gevechten van Duitschers en Russen in Oost-Pruisen cn, Polen beurtelings. Terwijl in Galieië de Run-j een totnogtoe, al leden ze soms ueivigeri1 tegenstand, de overhand behielden, is de strijd in Oost-Pruisen en Polen een heeu en weer, een op en neer, dat reeds maanden aanhoudt. De Russen leken eerst diep in het vijandelijk land te zullen optrekken, maar de bekende generaal von Hindenburg versloeg hen bij do Masurische meren, nam er 90,000 man gevangen, dreef do anderen terug in Po len. Een Duitsche legermacht drong Russisch- Polen binnen, kwam tot op een twintig KM. van Warschau en bedreigde deze stad en sterko vesting. Zij scheen verloren, tot de Russen weer, zooals vaak te juister tijd, ver sterking kregen en de Duitschers terugdre ven. Nu kwam er weer een dag, dat opnieuw de Russen in het oosten van Pruisen ver sohenen. Maar opnieuw joeg Yon Hindenburg ze terug, opnieuw drong hij door in Polen en bezette Lodz. Waarschijnlijk zijn we nog niet aan het einde van dit wisselend oorlogsspel. Er wordt ook elders gevochten dan aan de Oost- en de Westgrenzen van Duitschland. Meer landen dan de zeven eerstgenoemden hebben zich aangesloten bij den grooten oor log. Japan al dadelijk, dat Engeland's zijde koos; later Turkije, dat als Duitschlands bond genoot in strijd kwam met Rusland. Boven dien hadden Oostenrijk-llongarije nog hun krijg uit te vechten met Servië, en moest Duitschland België verder bekampen. Na tuurlijk tellen de gevechten in Servië, Kau kasië mee en ook het verder optreden van Duitschland in België, waar het ook nog Antwerpen veroverde. maar de eindbeslis sing zal alleen vallen aan het Wester- of Oosterfront. In Servië hebben eerst de Oosten rijkers oen groote overwinning behaald en „Dit is wat voor u, beste kind, ge houdt immers veel van marrons glacés? Dat meen ik ten minste onthouden te hebben." Dadelijk begreep ik da,t het mijn zak moest zijn en het koude zweet*brak mij uit bij die gedachte. „Dank u wel, lieve tante, werkelijk u be derft mij, na tafel zullen wij er eens van proeven." „Als ze eens vermoeden kon wat die keu rige bonbon-zak bevat," kon ik niet nala ten to denken. Men ging aan tafel en ge lukkig merkte niemand mijn verlegenheid op. Ik zat naast Raymonde en gedurig gaf ik, haar verkeerd antwoord, cf maakte ik, om toch maar het discours gaande te hou den, de onzinnigste opmerkingen. Die ongelukkige zaak nam al mijn den ken in beslag; wat moest ik beginnen, als de oude dame mij herkende? En in dit elegant gezelschap moest het toch al heel wonderlijk klinken dat een lui tenant zulke onmogelijke restjes van een diner mee naar huis droeg. Ik nam mij voor, evenals de anderen mij zeer verbaasd te toonen, als de zak zou worden opgemaakt. Eindelijk verlieten wij de eetzaal. III. „Nu is het ontzettend oogenblik geko men," dacht ik„hoe zal ik mij 't best uit de moeilijkheid reddeu En met veel tegenwoordigheid van geest- bood ik Raymonde den arm en geleidde ik haar van tafel. Mijnheer de Corvilly noodigde de heeren in do rookkamer. Gewoonlijk prefereerde ik het, dadelijk met de dames mede te gaan, doch nu greep ik dit- laatste redmiddel aan en volgde ik de heeren. j©e rookkamer was naa-st het salon en J De toestand in den reuzenstrijd. Ditmaal verlangt het zoogenaamd Zuide lijk oorlogstooneel allereerst onze aandacht, en wel de strijd tusschen Rusland cnTurkije. In de laatste dagen kwamen er zegevierende berichten uit Konstant-inopel. Het Turksche leger handhaafde den ouden roem van zijn dapperheid; zegevierend drong het door in Trans-Kaukasië en nam er de stad Arda- ghan in, niet verder dan 70 K.M. gelegen van de grens van 't eigenlijke Rusland. De Turksche triomf schijnt maar van korten duur te zijn geweest: Russische berichten maken thans melding van een geduchte ne derlaag der Ottomaansche troepen. Maandag behaalden de Russische troepen een volko men overwinning over de Turken in den Kaukasus, bij Sarykamyscb. Twee leger korpsen werden verslagen, een daarvan het negende, werd door de Russen geheel gevangen genomen, met de korpsoomman- danten en drie divisiechefs aan het hoofd. Kleine Turksche detachementen, die er in slaagden zich los te maken, werden krach tig achtervolgd en vernietigd. Ardaghan werd hernomen door de Russen. Het wordt bijna eentonig om te vertellen, dat de toestand in den oorlog over 't geheel zich nog niet wijzigt. Vooral op het Weste lijke oorlogsterrein komt geen de minste verandering. Zooals de vijanden nu op het laugo front tegenover elkaar liggen, lagen' zij ook reeds voor twee en een halve maand, eu kunnen zij over drie maa-nden nog lig gen. Alle pogingen, van den eenen zoo goed als van den anderen kant, om daarin veran dering te brengen, zijn mislukt. Hoe vaak hebben de Duitschers al niet getracht, bij Nieuw poort en bij Yperen, om door de Fransche linies heen te breken, de verbin dingslijnen van den vijand te vernielen, dezen in den rug aan te vallen't Is hun rooit gelukt. In den modernen oorlog heeft deze strategie, waarvan Napoleon vooral gebruik maakte, afgedaan. Doorbreken of omtrekken is zoo goed als onmogelijk, nu de vliegers hoog in de lucht de posities en het oprukken der legers van den tegenstan der gadeslaan, en daartegen dus dadelijk maatregelen kunnen worden genomen. In België althans zijn al dergelijke pogin gen op niets uitgeloopen. Thans bemerkt men eenigc zwaardere actie in het Oosten van dit front. Bij het dorp Steinbach, in den Boven-Elzas, deen de Franschen liun best om door het Duitsche leger tc breken. Tot nog toe vruchteloos, maar er wordt in de laatste dagen zeer hard gestreden, daar in de buurt. Het gevolg er van is, dat- ook de Duitschers op dit- punt hun legers ver sterken en de toestand blijft-, zooals hij was. Gezegd moet echter worden, dat de Fran sche generalissimus zijn pogingen nog voort zet en bij Steinbach steeds druk uitoefent. door de openstaande deur kon ik juist Raymoude gadeslaan. Er zag haar don zak nemen en de sierlijke lintjes losst-rikken en dadelijk daarop hoorde ik de kreten en ge affecteerde gilletjes der dames. Wat mij treft, ik had dien avond wel tien sigaren willen rooken, alleen als een reden om nog langer uit het salon te blijven. Raymonde vertelde ons het geheele geval in kleuren eu geuren en haar verhaal ver wekte croote hilariteit. Ook ik schertste met de anderen mede en vroeg mejuffrouw de Cervilly lachend om ook iet-s van den exquisen inhoud van den zak. Alleen de markiezin de Saint James deelde niet in de algemeene vroolijkheid. „Op zoo'n manier gedupeerd te worden is affreus", klaagde zij. „Ik ben woedend, want ik weet zeker, dat mijn nieuwe huis knecht- het expres gedaan heeft; nu, mor gen krijgt hij zijn congé!" IV. Ik voelde, dat het een laagheid zou zijn, wanneer ik zou blijven zwijgeneen on schuldige zou daardoor uit zijn dienst wor den ontslagen Maar ik kon toch tusschen al die men- scben de waarheid met zeggen, zonder voor jaren de rieéo te worden. Mevrouw de Saint-James wilde ik alles mededeelen en zoodra ze opstond om te vertrekken, volg de ik haar. „Mag ik u naar uw rijtuig brengen, me vrouw?" Zij keek mij glimlachend aan en nam toen mijn arm, terwijl we door den tuin gingen „Mevrouw, zoudt u me even willen aan- hooren?" vroeg ik deemoedig. „He?" vroeg de markiezin. „Goed£ hemel, zij is doof", dacht ik. „Alles loopt mij wel tegen, het is zeker niet om de conversatie gemakkelijker te Daarentegen schijnen de Duitschers een krachtiger aanval in den zin te lieobon op de vestingen-linie in de Vogezen. Die in te nemen schijnt hebl moeilijk en de Duit schers lijken het er nu op aan te leggen ze in te sluiten en zoo de Franschen in den flank of in den rug to vallen. Doch ook dit moet, volgens sommigen, een hachelijke onderneming zijn. Wat de krijgsverrichtingen aan 't Ooste lijk front betreft-, de Duitsche en Russische telegrammen zijn het er over eens, dat er niets belangrijks is gebeurd. Uit Berlijn wordt geseind, dat Duitschland nu in het veroverd gebied in Polen een eigen bestuur heeft ingesteld, met Duitsche civiele amb tenaren aan het hoofd. Bewijst dit, dat Duitschland vasten voet heeft in dit RuBsi- sche land en niet zoo gauw verjaagd denkt te worden Ook in Galieië schijnt op het oogenblik de actie %Tijwel stil te liggen; noch de Oostenrijkers noch de Russen spre ken van behaalde zegepralen van eenig be lang. Op het Ooster- zoowel ale op het Westerfront klaagt men over het slechte weer der laatste dagen en over de modderige terreinen. Duitschland. Oorlvysbrood. Op bevel van den Keizer wordt in het Duitsche hoofdkwartier geen ander dan oorlogsbrood gegeten. Hijzelf houdt zich strikt aan dit voorschrift. Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterreir», PARIJS. Niettegenstaande den slechten toestand van het terrein, maakt onze infan terie vorderingen in de duinen tegenover N ieuwpoort. In de street van St. Joris heeft zij op verschillende plaatsen 200, 300 en 500 M. terrein gewonnen door het nemen van hui- zcd e,i gedeelten van loopgraven. Dank zij den granaten uit onze mortie ren heef i. d.e vijand het aanleggen van loop graven in de buurt van Notre Dame de Lorette totaal moeten opgeven. Dicht bij den weg naar Rijssel hadden de Duitschers één onzer loopgraven genomen. wij heroverden ze echter onmiddellijk. Wij hebben het ghucht Creuxargent op 2 K.M. afstand van Orbcy ten zuidoosten van den Col Bonhommo bezet en ons daar ingericht. Onze aanwinsten op den weg van Tbann naar Cernav hebben wij behouden. De Fransche legatie doelt omtrent de krijgsverrichtingen heden bet volgende mede: v Van de zee tot aan de Oise was de dag kalm. Op oenige punten van het front werd over en weer geschutvuur gewisseld. Tegen over Noulette bracht onze zware artillerie de Duitsche batterijen tot zwijgen. Aan de Aisne en in Champagne was het kanonvuur bijzonder hevig. Onze batterijen hebben weder zeer duidelijk hun meerder heid getoond. Zij hebben vijandelijke reser ves onder vuur kunnen nemen. Wij hebben ens meester gemaakt van enkele steunpun ten, die door den vijand bezet werden in do streek van Perthes en Meenil-lee-Hurlos. In don Boven-Elzas hebben wij stormen derhand oen belangrijke hoogte ten westen van Cernay genomen. Een vijandelijke te genaanval werd afgeslagen. Te Steinbach hebben wij bezit genomen van de wijk, waarin de kerk en het kerkhof zijn gelegen. In de streek van Cernay en in die van Aa- pach was het geschutvuur zeer levendig. Önzo zware artillerie heeft het vuren eener Duitsche batterij doen ophouden. BERLIJN. Ten noorden van Atrecht hebben onze troepen een loopgraaf van 200 M. lengte in de lucht laten vliegen en daarbij eenige krijgsgevangenen gemaakt. Latere tegenaanvallen van den vijand mis lukten. In Argonne werden verschillende Fran sche aanvallen afgeslagen. Een aanval der Franschen tusschen Stein bach en Uffbolz werd in een bajonetgevecht afgeslagen PARIJS. Het communiqué van 10 uur 50 's avonds luidt In den afgeloopen nacht hebben onze troepen zich meester gemaakt van een steengroeve, gelegen in een hoek, gevormd door den straatweg RouvroisSt. Mihiel en dien van Maizey naar St. Mihiel, alsook van de nabijgelegen loopgraven. Omtrent andere operaties wordt niets bericht. Het weer blijft zeer slecht. Het regent onophoudelijk. ~~Yf i i Vjn V1 Een loopgraven-oorlog is deze krijg vooral, en we vinden dan ook in de bladen overvloedige beschrijvingen van den toestand in deze verschansingen, die zich hon derden kilometers ver uitstrekken. We hebben al gelezen van sommige gemakken iu die loopgraven^ van douches zelfs. Een Fransch teekenaar werd daardoor geïn spireerd en hij laat ons de loopgraven zien zooals ze niet zijnEen carricatunr van de loopgraven dus. Gemakkelijke banken voor de mannen in de vuurlinie, als zij een oogenblik uitrusten in de uren, dat ze vrij zijn, een biljart, een clown, die kunstjes maakt, een schermoefening, een keurig wijntje, bloemen, enz. Er is gele genheid om een bad te nemen, zijn brieven te schrijven aan een bureau-ministre, muziek te maken, te schilderen, er is een stal voor paarden dichtbij en er zijn mooie meisjes op den achtergrond. maken.*''' En mijn stem verheffend tot een soort geloei, herhaalde ik: „Mevrouw, zoudt u mij even willen aan- hooren V' „Zoo, hebt gij mij iets te zeggen, dat m'eende ik al te begrijpen Ik keek haar aan, ze had mij dus erkend, maar hoe kon ze dan haar huisknecht be schuldigen? Uit beleefdheid voor mij, mis schien. „Ik zal u zeggen, hoe het gebeurd is, mevrouw, indien u mij wilt beloven met niemand over de zaak te spreken. Laat die geheim blijven..." „O, op mijn discretie kunt ge rekenen, mijnheer, het is heusch niet Sen eersten keer dat ik in zoo iete gemoeid word." Verbaasd staarde ik baar aan. „Ik weet heel goed wat ge mij wilt zeg gen," vervolgde de douairière, ,,al heb ik geen scherp gehoor, mijn oogen zijn toch i og goed. Ik heb u aan tafel eens geobser veerd, mijnheer, en ik heb gezien dat ge Ontroerdet, wanneer ge naar Raymonde keekt-." „Het komt mij toch vreemd voor me vrouw..." „Dat ik dat geraden heb, op mijn leeftijd is men in die dingen uitgestudeerd: meer jongelui hebben zich tot mij gewend, die naar de hand van Raymonde donken." „Maar mevrouw, u bedriegt u, ik ben niet vefliefd, daar loopt de zaak niet over, ik..." „Zeker zal ik handelen, laat alles gerust- aan xnij over," zeide de doove douairière met een beschermend knikje, alsof ze heel goed verstaan had wat de jonge man zeide. „Ik zal uw zaak bepleiten alsof het mijn eigen was, want ge zijt me zeer sympathiek. Kom mij morgen maar eens bezoeken." Geheel verbluft bleef ik uog staan terwijl het rijtuig reeds was weggereden. Dien avond heb ik Mirza voor het eerst en het laatst schandelijk slecht behandeld. Een venijnige trap deed hem achteruit vlie gen, zcodat hij jankend onder de tafel ver dween, terwijl ik hom maar steeds door overlaadde mot allerlei scheldwoorden. Hij was immers de oorzaak van alles, en ik was door hem zoo in ongelegenheid gekomen Eerst die ongelukkige knecht, die geheel buiten zijn schuld zou worden weggezon den, en dan ik, welk een zot figuur zou ik maken Morgenochtend zou ze zeker dadelijk met haar nichtje gaan spreken, die er natuurlijk niet over zou deuken een armen luitenant te trouwen. Wat zou men mij uitlachen die volgende dagen, als het praatje zich ver breidde. Wie weet of 't mij niet voorgoed onmogelijk maakte. Het was verschrikkelijk. Ik wilde naar de markiezin de Saint- James gaan om haar in de ooren te brul len, dat de zaak geheel anders was, toen ik mij plotseling bedacht dat ze vergeten had mij haar adres te geven. Ik kon slechts te weten komen dat zij een kasteel bewoonde op een grooten afstand van Versailles. Den volgenden dag ontving ik een briefje van dezen inhoud Mijnheer, „Ik heb eerst met Raymoude gesproken en daarna met haar ouders, die all e, goed- vinden wat hun dochter wenscht. U kunt u dus declareeren, uw aanzoek zal gunstig worden opgenomen." M. de Saint James. Weinig tijd later behoorde ik tot de ge lukkigste stervelingen. De schoone en riike Raymonde wa6 mijn liefhebbende gade. Waarom ik het echter met alle geweld door zette, dat de door de markiezin ontslagen huisknecht in onzen dienst overging, heeft ze nooit begrepen.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1