Vrijdag 8 Januari 1915.
Orgaan voor Leger en Vloot.
vu
m. 62.
Zorgt voor goede verzending
Een misverstand.
Vijf maanden oorlog.
/X&WSp
Oplaag 50,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELE
FOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor AdvertentiCn wende men rich tot onze Administratie Drnkkery .Jacob Tan Campen"
N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk9) Amsterdam, Te!. Noord 1775, of tot do advertentie
bureaux. Prijs der AdvertentiPn per regel 25 cent.
Vaak genoeg hebben we gehoord van de verwoestingen, die de oorlog in
België heeft aangericht en menigmaal hebben we daarvan iets laten zien op een
plaatje. 'tGaat op andere plaatsen van het oorlogsterrein dikwijls niet minder heftig
toe. Hierboven geven we een kiekje uit een Fransch stadje, bezet door Engelsehe
troepen en gebombardeerd door het Duitsche geschut. Welke verwoestingen dit
heeft aangericht, is duidelijk genoeg te zien. Zeer hevig moet de beschieting zijn
geweest, vertelt een Engelsch officier, die met moeite aan den dood ontsnapte„De
meesten gebouwen stortten", zegt hij, „als kaartenhuisjes in".-
Nogmaals zien wij ons genoodzaakt te waar
schuwen, dat tal van brieven, ons uit leger en
vloot toegezonden, door onvoldoende verzor
ging van den afzender niet in onze handen
komen.
Telkens biedt de post ons met. port belaste
stukken aan, die evenwel steeds door ons wor
den geweigerd, aangezien „De Soldatencou
rant" geen voortdurende portbetalingen voor
hare rekening kan nemen. Zij, die van hun
inzetading in „De Soldatencourant" dus niet
gemerkt hebben of op hunne eventueel© vra
gen geen antwoord ontvingen, moeten derhalve
rekenÏDg houden met de mogelijkheid, dat hun
stukjes niet in ons bezit zijn geraakt.
Wie dus zekerheid wil hebben, dat ziju brie
ven door de post aan „De Soldatencourant"
worden afgeleverd, drago nauwkeurig zorg aan
d© voorschriften van adrt-sséering en van het
gewicht der stukken te voldoen.
Tien jaren geleden was ik een piepjong
luitenantje en Mirza een speelsche jonge
hondals bweo goede kameraden woonden
wij in Versailles waar ik toen in garnizoen
lag.
Op Nieuwjaarsdag had ik gedineerd bij
een oom en hoewel ik het heele menu reeds
lang vergeten ben, staat mij nog levendig
voor den geest dat er een reusachtige mal-
eche kip werd voorgediend. Terwijl ik er een
goed stukje van nam, dacht ik aan Mirza,
die nu alleen in Versailles zat en zeker zoo
graag zijn deel van het heerlijke maal zou
gehad hebben en ik besloot, voor ik been-
ging een bezoek in de keuken af te leggen
en do oude getrouwe keukenprinses om wat
kluifjes voor mijn huisgenoot te vragen.
Eerst keek ze wel een weinig vreemd op,
maar daar ik een neef van den gastheer
v-as, wilde ze mijn verzoek niet weigeren en
pakte ze heel gracieus wat afgekloven bout
jes en zeer onsmakelijk uitziende beenderen
ir. een papieren bonbonzalc. Niemand zou
hebben kunnen vermoeden dat in het keu
rige pakje een versnapering voor mijn hond
zat verborgen.
Thuis gekomen, sprong het goede dier
onder vriendschappelijk geblaf om mij heen,
eu ik weet zeker dat hij iets van de verras
sing vermoedde, want onophoudelijk lilcke-
baarde hij. Voorzichtig maakte ik het nette
touwtje los om tot mijn groote verbazing,
bij het openmaken van den zak, een menig
te sierlijke marrons-glacés te aanschouwen
Hoe die metamorphose had plaats gehad,
was mij eers teen raadsel, doch eindelijk
herinnerde ik mij de onvoorzichtigheid te
hebben begaan van mijn pakje op do bank
n.
Over 't geheel boezemt de oorlog in hot
Westen one, Nederlanders, ontegenzeglijk veel
meer belang in dan de strijd, die gevoerd v.ordt
in het Ooston, door Oostnrijk en Duitschland
tegen Rusland. Daarvoor zjju redenen to over.
Het westelijk oorlogsterreia ligt zooveel dich
terbij; men kan soms aan onze grens het ge
daver van't kanon hooren. Dan kennen wij
allen, al is het ook alleen bij name, het gebied
waar ge/ochtoi wordt: Leuven.Mechelen, Ant
werpen, Brussel, Xieuwpoort, Ypereu. ook
Amiens, Reims, de Aisne, de Marne, we heb
ben er van gehoord of gelezen, als we er niet
geweest zijn.
Heel anders aan het Oosterfront. Daar hoo-
ren we van namen en streken, waarvan onze
schoolwijsheid geen donkbeeld had. We zijn
niet thuis op dat terrein. Zoo we al wisten van
het bestaan der Masurische meren en van
Eydtkuhnen, we hoorden nu het eerst van
Lyck, vau Mavla, van Suwalki en Reszow, van
Pi'zemysl en Nordenburg, van de Pilitza en
de Raw ka om het hierbij te laten blijven. En de
namen spreken niet tot onze verbeelding, wij
kunnen ons gc-en voorstelling maken van hun
ligging, verhoudiug, tenzij we elk oogenblik
in de tran te leggen. Een oude dame, die
naast mij had gezeten, had zeker in de
kaast van het uitstappen te Versailles mijn
pakje genomen en ik het hare. Mirza en de
waardige matrone waren er de dupe van en
ik had er een voorraad heerlijke maru6ns
glacés bij gewonnen.
Gelukkig dat ik op dat oogenblik nog niet
wist wat mij boven het hoofd hing.
II.*
Op tafel lag een briefje, dat een uitnoo-
diging behelsde tot een diner bij de gravin
Cervilly, een vriendin van mijn moeder, die
zich daardoor geroepen voelde mij allerlei
beleefdheden te bewijzen.
Zonder aarzelen nam ik de invitatie aan,
want gretig maakte ik van iedere gelegen
heid gebruik, die mij in de nabijheid van
Raymonde Cervilly bracht.
En toch. huwelijksplannen had ik toen
tertijd in het geheel niet, want Ravmonde
was jong, mooi en rijk en zou dus haar
eischen zeker kooger stellen dan een luite
nant zonder rang en zonder fortuin.
Wel schepte het meisjes zichtbaar beha
gen in mijn gesprekken en toonde zij mij
cenige voorkeur, doch ik schreef dit toe aan
de omstandigheid dat onze moeders intieme
vriendinnen geweest waren.
Den tweeden Januari zaten Raymonde en
ik in de groote salon te midden van een aan
tal gasten. Het was reeds tamelijk laat ge
worden en de gastvrouw keek eenigszin6 ze
nuwachtig op de pendule, toen de deur voor
de laatste maal geopend werd en de knecht
aa ndiende
„Mevrouw de markiezin de Saint James".
Wie schetst mijn verbazing, toen ik in de
oude douairière, die statig binnentrad, mijn
gezellin van den vorigen avond herkende,
Na zich verontschuldigd te hebbeu over
haar laat verschijnen, overhandigde zij
Raymonde een zak.
de kaart raadplegen, 't Is bovendien zoover van
ons bed, zooals men zegt, en door dit alles ver
slapt do belangstelling.
Toch is de vraag gewettigd, of deze strijd im
't Oo6ten niet van nog grooter belang is dan
dsc in "t Westen. Hier mogen Engeland en
Duitschland bloedig strijden om de oppermacht,
ten slotte zijn beide naties toch zoo groot en
krachtig, ook al wordt do eene overwonnen, dat
er van eene vernietiging geen sprake kan zijn.
In werkelijkheid kan het Engelsche volk het
Duitsche niet missen en omgekeerd, en beide
zijn noodig voor de algemeen© welvaart der
wereld.
Do strijd van Duitschland en Oostenrijk tegen,
Rusland is van eén anderen aard. Hier geldt
het oen -oorlog van ras tegen ras, Germanen
tegen Slaven. De aanleiding tot den oorlog, do
hulp van Rusland aan Servië wijst daar reeds
op. 't Ls moeilijk daar nu reeds een oordeel
over te vellen, maar ihogelijk is het, dat wij
tlians, onbewust, een worsteling bijwonen, of
het begin eener worsteling, zooals de wereld
geschiedenis maar enkele malen zag. Zoo kwa-
Belgrado bezet, maar daarna werden zij verslas-
gen door do Serviërs, die hun hoofdstad op
nieuw in bezit namen. Japan s strijd schijnt
zich te zullen bepalen tot Oost-Azii-, waar het
de hoofdstad en een deel van het Duitsche
gebied Kiao-Tchow, in China, -zette. Turk
sche strijdmachten bevechten de Russen in
Kaukasië, maar zonder dat aan weerskanten
groote successen worden behaald. Do Turkscho
vazalstaat Egypte beeft zich onafhankelijk ver
klaard en is een sultanaat geworden, m3ar
(tevens eon Engelsch protectoraat.
Enkele elementen onder de Boeren in Zuid-
Afrika meenden van den grooten strijd in
Europa gebruik te moeten inakou om tegen
do Engelschen in opstand te komen. Deze zoo
genaamde „rebellie" werd echter spoedig den
kop ingedrukt; de leider, generaal De Wet,
werd gevangen genomen en generaal Beijera
verdronk bij een poging om te ontvluchten.
Slot volrjt.)
men na de Grieken de Romeinen, na de Lati.j-
neir-^le Gothen en Germanen, is het thans de
beurtc'der Slaven, om de wereld te overheer-
schen
Hoe dit ook zij, de oorlog in het Oosten i"
in elk geval heel anders dan die in het Westen.
Aan do Rkssische Westgrens hebben nog groote
en kleinere veldslagen plaats, gaan de Russen
vooruit in 't vijandelijk land, worden zij weer
teruggedreven in 't eigen. Deze enkele zin
goeft eigenlijk do geheele geschiedenis van den
strijd daar. Zóó ging het van den beginne
aan. Dadelijk, in de allereerste dagen van
Augustus, drongen de Russen in het noordon
van Oostelijk-Pruisen bij Eydtkuhnen over
Gumbinnen voorbij Koningsbergen in het land
van den tegenstander door, doch tegelijk ver
overde een Duitsoh leger Czenstoohow in Zuid
westelijk Polen en trok den weg op
naar Lodz. Aan dé Oostenrijksche grens ging
het niet anders, een Oostenrijksche leger-
macht behaalde een overwinning bij Krasnik
in 't zuiden van Polen en drong verder door
in dit Russisch land met Warschau als doel
voor oogen. Maar tegelijk rukten Russische
troepen in Oostelijk Galieië op, dreven daar
de Oostenrijkers voor zich uit en naderden
Lomberg. In 't begin van den oorlog had men
zoo aan het Oostelijk front vier gevechts-
terroinen, niet meegerekend, dat tot zelfs in,
't zuiden van Galieië, aan de noordpunt van.
Rumcnië, Oostenrijkersen Russen elkaar be- j
streden.
Allengs smolten die vier oorlogstooneelen 1
samen tot tweede strijd in Galieië. waar de
Russen steeds verder getrokken zijn, Lem-
berg innamen, Przemysl insloten en opruk
ten naar Krakau, en de hevige gevechten
van Duitschers en Russen in Oost-Pruisen cn,
Polen beurtelings. Terwijl in Galieië de Run-j
een totnogtoe, al leden ze soms ueivigeri1
tegenstand, de overhand behielden, is de
strijd in Oost-Pruisen en Polen een heeu en
weer, een op en neer, dat reeds maanden
aanhoudt. De Russen leken eerst diep in het
vijandelijk land te zullen optrekken, maar de
bekende generaal von Hindenburg versloeg
hen bij do Masurische meren, nam er 90,000
man gevangen, dreef do anderen terug in Po
len. Een Duitsche legermacht drong Russisch-
Polen binnen, kwam tot op een twintig KM.
van Warschau en bedreigde deze stad en
sterko vesting. Zij scheen verloren, tot de
Russen weer, zooals vaak te juister tijd, ver
sterking kregen en de Duitschers terugdre
ven. Nu kwam er weer een dag, dat opnieuw
de Russen in het oosten van Pruisen ver
sohenen. Maar opnieuw joeg Yon Hindenburg
ze terug, opnieuw drong hij door in Polen en
bezette Lodz. Waarschijnlijk zijn we nog niet
aan het einde van dit wisselend oorlogsspel.
Er wordt ook elders gevochten dan aan de
Oost- en de Westgrenzen van Duitschland.
Meer landen dan de zeven eerstgenoemden
hebben zich aangesloten bij den grooten oor
log. Japan al dadelijk, dat Engeland's zijde
koos; later Turkije, dat als Duitschlands bond
genoot in strijd kwam met Rusland. Boven
dien hadden Oostenrijk-llongarije nog hun
krijg uit te vechten met Servië, en moest
Duitschland België verder bekampen. Na
tuurlijk tellen de gevechten in Servië, Kau
kasië mee en ook het verder optreden van
Duitschland in België, waar het ook nog
Antwerpen veroverde. maar de eindbeslis
sing zal alleen vallen aan het Wester- of
Oosterfront. In Servië hebben eerst de Oosten
rijkers oen groote overwinning behaald en
„Dit is wat voor u, beste kind, ge houdt
immers veel van marrons glacés? Dat meen
ik ten minste onthouden te hebben."
Dadelijk begreep ik da,t het mijn zak
moest zijn en het koude zweet*brak mij uit
bij die gedachte.
„Dank u wel, lieve tante, werkelijk u be
derft mij, na tafel zullen wij er eens van
proeven."
„Als ze eens vermoeden kon wat die keu
rige bonbon-zak bevat," kon ik niet nala
ten to denken. Men ging aan tafel en ge
lukkig merkte niemand mijn verlegenheid
op. Ik zat naast Raymonde en gedurig gaf
ik, haar verkeerd antwoord, cf maakte ik,
om toch maar het discours gaande te hou
den, de onzinnigste opmerkingen.
Die ongelukkige zaak nam al mijn den
ken in beslag; wat moest ik beginnen, als
de oude dame mij herkende?
En in dit elegant gezelschap moest het
toch al heel wonderlijk klinken dat een lui
tenant zulke onmogelijke restjes van een
diner mee naar huis droeg.
Ik nam mij voor, evenals de anderen mij
zeer verbaasd te toonen, als de zak zou
worden opgemaakt.
Eindelijk verlieten wij de eetzaal.
III.
„Nu is het ontzettend oogenblik geko
men," dacht ik„hoe zal ik mij 't best uit
de moeilijkheid reddeu
En met veel tegenwoordigheid van geest-
bood ik Raymonde den arm en geleidde ik
haar van tafel.
Mijnheer de Corvilly noodigde de heeren
in do rookkamer.
Gewoonlijk prefereerde ik het, dadelijk
met de dames mede te gaan, doch nu greep
ik dit- laatste redmiddel aan en volgde ik
de heeren.
j©e rookkamer was naa-st het salon en J
De toestand in den reuzenstrijd.
Ditmaal verlangt het zoogenaamd Zuide
lijk oorlogstooneel allereerst onze aandacht,
en wel de strijd tusschen Rusland cnTurkije.
In de laatste dagen kwamen er zegevierende
berichten uit Konstant-inopel. Het Turksche
leger handhaafde den ouden roem van zijn
dapperheid; zegevierend drong het door in
Trans-Kaukasië en nam er de stad Arda-
ghan in, niet verder dan 70 K.M. gelegen
van de grens van 't eigenlijke Rusland. De
Turksche triomf schijnt maar van korten
duur te zijn geweest: Russische berichten
maken thans melding van een geduchte ne
derlaag der Ottomaansche troepen. Maandag
behaalden de Russische troepen een volko
men overwinning over de Turken in den
Kaukasus, bij Sarykamyscb. Twee leger
korpsen werden verslagen, een daarvan
het negende, werd door de Russen geheel
gevangen genomen, met de korpsoomman-
danten en drie divisiechefs aan het hoofd.
Kleine Turksche detachementen, die er in
slaagden zich los te maken, werden krach
tig achtervolgd en vernietigd. Ardaghan
werd hernomen door de Russen.
Het wordt bijna eentonig om te vertellen,
dat de toestand in den oorlog over 't geheel
zich nog niet wijzigt. Vooral op het Weste
lijke oorlogsterrein komt geen de minste
verandering. Zooals de vijanden nu op het
laugo front tegenover elkaar liggen, lagen'
zij ook reeds voor twee en een halve maand,
eu kunnen zij over drie maa-nden nog lig
gen. Alle pogingen, van den eenen zoo goed
als van den anderen kant, om daarin veran
dering te brengen, zijn mislukt. Hoe vaak
hebben de Duitschers al niet getracht, bij
Nieuw poort en bij Yperen, om door de
Fransche linies heen te breken, de verbin
dingslijnen van den vijand te vernielen,
dezen in den rug aan te vallen't Is hun
rooit gelukt. In den modernen oorlog heeft
deze strategie, waarvan Napoleon vooral
gebruik maakte, afgedaan. Doorbreken of
omtrekken is zoo goed als onmogelijk, nu
de vliegers hoog in de lucht de posities en
het oprukken der legers van den tegenstan
der gadeslaan, en daartegen dus dadelijk
maatregelen kunnen worden genomen.
In België althans zijn al dergelijke pogin
gen op niets uitgeloopen. Thans bemerkt
men eenigc zwaardere actie in het Oosten
van dit front. Bij het dorp Steinbach, in
den Boven-Elzas, deen de Franschen liun
best om door het Duitsche leger tc breken.
Tot nog toe vruchteloos, maar er wordt in
de laatste dagen zeer hard gestreden, daar
in de buurt. Het gevolg er van is, dat- ook
de Duitschers op dit- punt hun legers ver
sterken en de toestand blijft-, zooals hij was.
Gezegd moet echter worden, dat de Fran
sche generalissimus zijn pogingen nog voort
zet en bij Steinbach steeds druk uitoefent.
door de openstaande deur kon ik juist
Raymoude gadeslaan. Er zag haar don zak
nemen en de sierlijke lintjes losst-rikken en
dadelijk daarop hoorde ik de kreten en ge
affecteerde gilletjes der dames. Wat mij
treft, ik had dien avond wel tien sigaren
willen rooken, alleen als een reden om nog
langer uit het salon te blijven.
Raymonde vertelde ons het geheele geval
in kleuren eu geuren en haar verhaal ver
wekte croote hilariteit.
Ook ik schertste met de anderen mede en
vroeg mejuffrouw de Cervilly lachend om
ook iet-s van den exquisen inhoud van den
zak.
Alleen de markiezin de Saint James
deelde niet in de algemeene vroolijkheid.
„Op zoo'n manier gedupeerd te worden
is affreus", klaagde zij. „Ik ben woedend,
want ik weet zeker, dat mijn nieuwe huis
knecht- het expres gedaan heeft; nu, mor
gen krijgt hij zijn congé!"
IV.
Ik voelde, dat het een laagheid zou zijn,
wanneer ik zou blijven zwijgeneen on
schuldige zou daardoor uit zijn dienst wor
den ontslagen
Maar ik kon toch tusschen al die men-
scben de waarheid met zeggen, zonder voor
jaren de rieéo te worden. Mevrouw de
Saint-James wilde ik alles mededeelen en
zoodra ze opstond om te vertrekken, volg
de ik haar.
„Mag ik u naar uw rijtuig brengen, me
vrouw?"
Zij keek mij glimlachend aan en nam
toen mijn arm, terwijl we door den tuin
gingen
„Mevrouw, zoudt u me even willen aan-
hooren?" vroeg ik deemoedig.
„He?" vroeg de markiezin.
„Goed£ hemel, zij is doof", dacht ik.
„Alles loopt mij wel tegen, het is zeker
niet om de conversatie gemakkelijker te
Daarentegen schijnen de Duitschers een
krachtiger aanval in den zin te lieobon op
de vestingen-linie in de Vogezen. Die in
te nemen schijnt hebl moeilijk en de Duit
schers lijken het er nu op aan te leggen ze
in te sluiten en zoo de Franschen in den
flank of in den rug to vallen. Doch ook
dit moet, volgens sommigen, een hachelijke
onderneming zijn.
Wat de krijgsverrichtingen aan 't Ooste
lijk front betreft-, de Duitsche en Russische
telegrammen zijn het er over eens, dat er
niets belangrijks is gebeurd. Uit Berlijn
wordt geseind, dat Duitschland nu in het
veroverd gebied in Polen een eigen bestuur
heeft ingesteld, met Duitsche civiele amb
tenaren aan het hoofd. Bewijst dit, dat
Duitschland vasten voet heeft in dit RuBsi-
sche land en niet zoo gauw verjaagd denkt
te worden Ook in Galieië schijnt op het
oogenblik de actie %Tijwel stil te liggen;
noch de Oostenrijkers noch de Russen spre
ken van behaalde zegepralen van eenig be
lang. Op het Ooster- zoowel ale op het
Westerfront klaagt men over het slechte
weer der laatste dagen en over de modderige
terreinen.
Duitschland.
Oorlvysbrood.
Op bevel van den Keizer wordt in het
Duitsche hoofdkwartier geen ander dan
oorlogsbrood gegeten. Hijzelf houdt zich
strikt aan dit voorschrift.
Frankrijk.
Op het Westelijk oorlogsterreir»,
PARIJS. Niettegenstaande den slechten
toestand van het terrein, maakt onze infan
terie vorderingen in de duinen tegenover
N ieuwpoort.
In de street van St. Joris heeft zij op
verschillende plaatsen 200, 300 en 500 M.
terrein gewonnen door het nemen van hui-
zcd e,i gedeelten van loopgraven.
Dank zij den granaten uit onze mortie
ren heef i. d.e vijand het aanleggen van loop
graven in de buurt van Notre Dame de
Lorette totaal moeten opgeven.
Dicht bij den weg naar Rijssel hadden de
Duitschers één onzer loopgraven genomen.
wij heroverden ze echter onmiddellijk.
Wij hebben het ghucht Creuxargent op
2 K.M. afstand van Orbcy ten zuidoosten
van den Col Bonhommo bezet en ons daar
ingericht.
Onze aanwinsten op den weg van Tbann
naar Cernav hebben wij behouden.
De Fransche legatie doelt omtrent de
krijgsverrichtingen heden bet volgende
mede:
v Van de zee tot aan de Oise was de dag
kalm. Op oenige punten van het front werd
over en weer geschutvuur gewisseld. Tegen
over Noulette bracht onze zware artillerie
de Duitsche batterijen tot zwijgen.
Aan de Aisne en in Champagne was het
kanonvuur bijzonder hevig. Onze batterijen
hebben weder zeer duidelijk hun meerder
heid getoond. Zij hebben vijandelijke reser
ves onder vuur kunnen nemen. Wij hebben
ens meester gemaakt van enkele steunpun
ten, die door den vijand bezet werden in
do streek van Perthes en Meenil-lee-Hurlos.
In don Boven-Elzas hebben wij stormen
derhand oen belangrijke hoogte ten westen
van Cernay genomen. Een vijandelijke te
genaanval werd afgeslagen. Te Steinbach
hebben wij bezit genomen van de wijk,
waarin de kerk en het kerkhof zijn gelegen.
In de streek van Cernay en in die van Aa-
pach was het geschutvuur zeer levendig.
Önzo zware artillerie heeft het vuren eener
Duitsche batterij doen ophouden.
BERLIJN. Ten noorden van Atrecht
hebben onze troepen een loopgraaf van
200 M. lengte in de lucht laten vliegen en
daarbij eenige krijgsgevangenen gemaakt.
Latere tegenaanvallen van den vijand mis
lukten.
In Argonne werden verschillende Fran
sche aanvallen afgeslagen.
Een aanval der Franschen tusschen Stein
bach en Uffbolz werd in een bajonetgevecht
afgeslagen
PARIJS. Het communiqué van 10 uur
50 's avonds luidt
In den afgeloopen nacht hebben onze
troepen zich meester gemaakt van een
steengroeve, gelegen in een hoek, gevormd
door den straatweg RouvroisSt. Mihiel
en dien van Maizey naar St. Mihiel, alsook
van de nabijgelegen loopgraven. Omtrent
andere operaties wordt niets bericht.
Het weer blijft zeer slecht. Het regent
onophoudelijk.
~~Yf
i i Vjn V1
Een loopgraven-oorlog is deze krijg vooral, en we vinden dan ook in de bladen
overvloedige beschrijvingen van den toestand in deze verschansingen, die zich hon
derden kilometers ver uitstrekken. We hebben al gelezen van sommige gemakken
iu die loopgraven^ van douches zelfs. Een Fransch teekenaar werd daardoor geïn
spireerd en hij laat ons de loopgraven zien zooals ze niet zijnEen carricatunr
van de loopgraven dus. Gemakkelijke banken voor de mannen in de vuurlinie, als
zij een oogenblik uitrusten in de uren, dat ze vrij zijn, een biljart, een clown, die
kunstjes maakt, een schermoefening, een keurig wijntje, bloemen, enz. Er is gele
genheid om een bad te nemen, zijn brieven te schrijven aan een bureau-ministre,
muziek te maken, te schilderen, er is een stal voor paarden dichtbij en er zijn
mooie meisjes op den achtergrond.
maken.*'''
En mijn stem verheffend tot een soort
geloei, herhaalde ik:
„Mevrouw, zoudt u mij even willen aan-
hooren V'
„Zoo, hebt gij mij iets te zeggen, dat
m'eende ik al te begrijpen
Ik keek haar aan, ze had mij dus erkend,
maar hoe kon ze dan haar huisknecht be
schuldigen? Uit beleefdheid voor mij, mis
schien.
„Ik zal u zeggen, hoe het gebeurd is,
mevrouw, indien u mij wilt beloven met
niemand over de zaak te spreken. Laat die
geheim blijven..."
„O, op mijn discretie kunt ge rekenen,
mijnheer, het is heusch niet Sen eersten
keer dat ik in zoo iete gemoeid word."
Verbaasd staarde ik baar aan.
„Ik weet heel goed wat ge mij wilt zeg
gen," vervolgde de douairière, ,,al heb ik
geen scherp gehoor, mijn oogen zijn toch
i og goed. Ik heb u aan tafel eens geobser
veerd, mijnheer, en ik heb gezien dat ge
Ontroerdet, wanneer ge naar Raymonde
keekt-."
„Het komt mij toch vreemd voor me
vrouw..."
„Dat ik dat geraden heb, op mijn leeftijd
is men in die dingen uitgestudeerd: meer
jongelui hebben zich tot mij gewend, die
naar de hand van Raymonde donken."
„Maar mevrouw, u bedriegt u, ik ben
niet vefliefd, daar loopt de zaak niet
over, ik..."
„Zeker zal ik handelen, laat alles gerust-
aan xnij over," zeide de doove douairière
met een beschermend knikje, alsof ze heel
goed verstaan had wat de jonge man zeide.
„Ik zal uw zaak bepleiten alsof het mijn
eigen was, want ge zijt me zeer sympathiek.
Kom mij morgen maar eens bezoeken."
Geheel verbluft bleef ik uog staan terwijl
het rijtuig reeds was weggereden.
Dien avond heb ik Mirza voor het eerst
en het laatst schandelijk slecht behandeld.
Een venijnige trap deed hem achteruit vlie
gen, zcodat hij jankend onder de tafel ver
dween, terwijl ik hom maar steeds door
overlaadde mot allerlei scheldwoorden. Hij
was immers de oorzaak van alles, en ik was
door hem zoo in ongelegenheid gekomen
Eerst die ongelukkige knecht, die geheel
buiten zijn schuld zou worden weggezon
den, en dan ik, welk een zot figuur zou ik
maken
Morgenochtend zou ze zeker dadelijk met
haar nichtje gaan spreken, die er natuurlijk
niet over zou deuken een armen luitenant
te trouwen. Wat zou men mij uitlachen die
volgende dagen, als het praatje zich ver
breidde. Wie weet of 't mij niet voorgoed
onmogelijk maakte. Het was verschrikkelijk.
Ik wilde naar de markiezin de Saint-
James gaan om haar in de ooren te brul
len, dat de zaak geheel anders was, toen
ik mij plotseling bedacht dat ze vergeten
had mij haar adres te geven.
Ik kon slechts te weten komen dat zij
een kasteel bewoonde op een grooten afstand
van Versailles.
Den volgenden dag ontving ik een briefje
van dezen inhoud
Mijnheer,
„Ik heb eerst met Raymoude gesproken
en daarna met haar ouders, die all e, goed-
vinden wat hun dochter wenscht. U kunt
u dus declareeren, uw aanzoek zal gunstig
worden opgenomen."
M. de Saint James.
Weinig tijd later behoorde ik tot de ge
lukkigste stervelingen. De schoone en riike
Raymonde wa6 mijn liefhebbende gade.
Waarom ik het echter met alle geweld door
zette, dat de door de markiezin ontslagen
huisknecht in onzen dienst overging, heeft
ze nooit begrepen.