No. Vrijdag 1 Januari 1915. Orgaan voor Leger en Vloot. In .het theater te Goulommier. Oplaag 50,000 exemplaren. DE SOLDATENCOURANT ADRES DEE EEDACTIE PALESTEINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELE FOON 'Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PEE WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NEET-MILITAIREN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Ad verton tiën wende men zich lot onze Administratie Drukkerij „Jacob van Campen11 N. Z. Voorburgwal 234-240 (Koizcrrjjk 9) Amst irdam, Tel. Noord 1775. of tot de ad vcrteniie bureaux. Prys der AdvertentiCn per regel 25 cent. Nieuwjaarsmorgen spreekt men lijn wenschen, zijn gebeden uit voor wat men met al zijn hart verlangt in het nieuw ingetreden jaar. Ook bet jonge meisje, dat we hierboven zien. Nauwelijks opgestaan, knielt zij voor haar bed neer en vraagt als eenive wensch van haar kind.rhart: „Lieve Heer, bescherm pappie en breng hem in het menwe jaar terng!" Eerder dan zij kon hopen, wordt haar bede vervuld, op hetzelfde sogeubiih opent haar vader de deur. weliswaar gekwetst on den linker arm ïn een doek, maar overigens gezond en veilig. Van Oud in Nieuw. „Weer is een jaar voorbijgegaan inct al zijn lief en leed!".... NeJn, deze gewone aanhef bij een jaarwisseling is ditmaal te banaal. Het jaar, dat voorbijging, bad zeker voor ons zijn vreugd en zijn verdriet als elke jaar kring, maar boven al het andere staat dat eene groote leed, dat ons allen trof: de wereld oorlog, die geheel Europa in beroering heeft gebracht, de reuzenstrijd, waarin duizenden gevallen zijn, huizen en steden en dorpen verwoest werden, het eigendom van talloozen vermeld. Niet in ons land, gelukkig, maar zoo ooit, dan hebben wij nü gevoeld, dat alle menschen broeders zijn, en het leed van die velen daarginds is ook ons tot een leed geworden, ,,tot een zwaard, dat ons door het harte is gegaan". Als een jaar, dat ons zoo iets bracht, verdwijnt, kunnen wij niet. anders dan het een weemoedig vaarwel" toe te roe pen, maar tegelijkertijd keeren wij ons tot het nieuwe jonge jaar, dat komt en wij heeten het welkom. Welkom in de blijde hoop, dat het ons veel goeds zal geven, maar dat hot ons in de eerste plaats, en spoedig, terug.schenke, wat het vorige zoo wreed heelt verstoord: den vrede! Wij weten met, wat het jonge jaar voor ons, afzonderlijk ot te zamen, verborgen houdt in de plooien van zijn kleed, maar onze grootste, innigste hoop ïs, dat het de palmtak des vredes zij. Wij weten, als wij zoo spreken, dat wij het cïoen in den naam der vele tienduizenden lezers van onze „Soldatencourant", in den naam der vele tienduizenden mannen in leger en vloot, die huis en hof, vrouw en kinderen verlieten om den plicht voor het vaderland op zich te nemen. Wij weten, dat zij dat allen blijmoedig hebben gedaan, in het bewustzijn, dat Vorstin en Volk hun dat vroe gen, in het besef, dat zij op die wijze ons aller vaderland hebb n gered van do oorlogs- jammeren, dieanderi l inden troff. n. Wij spre ken uit hun naam, als wij hopen, dat spoedig de vrede weer zal heerschen en hun allen toestaan naar hun gezin, hun werk terug te keeren, maar we weten ook, dat wij uit naam van het gansche volk spreken, wan neer we zeggen, dat wij trotsch zijn op onze jongens", die ter zee en te land, aan de grens, de kust, in de forten cn op de schepen zonder morren een plicht doen, die voor zeer velen hard en moeilijk is; trotsch op hen, die, waar zoovele anderen nauwelijks gevoelen dat er een oorlog is, dag en nacht op hun post zijn om te waken tegen een nog altijd mogelijken aanval. Aan onze soldaten en onze zeelieden. 3an de beschermers van onzen vaderlandschen grond, een gelukkig nieuwjaar! Mose 1915 een jaar van vreugde en zegen voor hen zijn, een jaar van vrede, die voorspoed brengt! Een Krïjgaherïnnering. (Slot.) Onder de toonoelspelers bevond zich een barbier uit HirsChberg in Silezië, Schiller genaamd, die zeer gezien was onder de ka meraden, daar hij door zijn aanstekelijke vroo'.ijkheid en humor de lachers op zijn hand wist te krijgen. Ook bij den hoofdman stond hij in bij zondere gunst, daar hij het er goed afge bracht had. een voor hem bestemd paard, waarop niemand zich gewaagd had, af te rijden. „Wie heeft dit gekkenwerk aangevoerd?" dondeTJe de kapitein „wiens werk is dat?" Onze Schiller was als hofdame" ge kleed en bevond zich eveneens op het too- nool, toen de kapitein die onheilspellende vraag deed. Onverschrokken, zooals het een krijgsman betaamt, trad hij voor den kapitein in zijn 006tuum als dame en meldde op flinken, mi- De Oorlogsleening. De oorlogsleening is nu door de Tweede en de Eerste Kamer aangenomen en de- re geering doet een beroep op de natie om haar te steunen in den moeilijken tijd, dien ;c oo c-eit, ditmaal niet om zich persoon lijk beschikbaar te stellen voor de .verdedi ging der grenzen maar om haar te helpen aan het geld te komen noodig voor de eco nomische hulp aan de zwaarst getroffen kringen der bevolking. Het is een groot bedrag, dat de regee ring vraagt: 275 millioen, en heel het volk wordt dan oofc uitgenoodigd aan de oorlogs leening mee te doen. Men behoeft daar voor niet rijk te zijn, men kan ook voor kleine bedragen, tot f 100, inschrijven. En men is zijn geld niet kwijt integendeel het rijit waaiooij-t een vrij hooge rente, vijf procent. Het is dus een geldbelegging, die c.-a.n te bevelen is. De kans van daling der stukken is door de hooge rente, juist neel gering, en dit blijkt- ook wel hieruit, «lat de Nederlandsche Bank de Schuldbrie- lifairen toon Present, kapitein, dat zijn Schillers werken Nu was het toch met den ernst en ge strengheid van den kapitein voorgoed ge daan; maar desondanks joeg hij nog steeds te paard, de toonee.spelers, ouder het groot ste gejubel der toeschouwers van het t-oo- neel, waarbij eenigen, niet aan hun klee ding gewend, struikelden er ontstond een bonte verwarring, waarbij menig stuk gar derobe totaal bedorven werd. Nog lang daarna echter werden soli en ko ren ten beste gegeven, totdat langzamer hand de slaap zijn rechten deed gelden, dén een zocht hij in het parket op, een ander achter de coulissen, een derde op het too- neel, een vierde in een loge. De groote straatdeur bi oef den gansdien nacht openstaan in een herberg in de on middellijke nabijheid van het theater scheen het nog lustigjes toe te gaantenminste wij konden niet inslapen van het geschreeuw en glazengerinkel. Ongeveer middernacht bijna alle ka meraden waren in diepen slaap verzonken deed zich aan den ingang van het thea ter een vreemd getier en spektakel hooren; een Franschman, door onzen kapitein ge volgd, klaagde, dat verstond ik er tenmin ven dezer vrijwillige leening beleent met een surplus van 5 Dit wil zeggen, datji wie voor 1000 gulden inschrijft-, voor zijn gt.nkken bij de Nederlandsche Bank dade lijk f 950 krijgt en nog een rijksdaalder rente trekt voor die vijftig gulden. Wij bespreken deze leening hier, omdat er ook onder onze militairen misschien zijn, die op deze wijze onze regeering, die 't zoo moeilijk heeft, kunnen en willen steunen. De leening wordt, te beginnen met het jaar 1916 bij gedeelten afgelost; de geheel o af lossing heeft plaats vóór 31 December 1929. Do inschrijving op do leening wordt open gesteld op alle werkdagen van 2 tot en mot 11 Januari van des morgens 9 uur tot des 1 uur: a. ten kantore van den Agent, van het Ministerie van Financiën te Amsterdami b. bij alle betaalmeesters c. bij de ontvangers der directe belastin gen in gemeenten waar geen betaalmeester gevestigd is; d. bij de postkantoren ter plaatse waar geen betaalmeester of ontvanger der directe belastingen gevestigd is. De ingevulde inechrijvingsbüjetten kun- nen desgewenscht per post aan fcovengo- 1 noemde kantoren worden gezonden. Inschrijvingsbiljetten op 11 Januari na één uur des middags ingekomen, blijven buiten aanmerking. Deze zijn verkrijgbaar van af Dinsdag 29 December aan de bovengenoemde kan toren alsmede aan alle postkantoren. Des gewenscht. wordt aan alle kantoren, waat formulieren verkrijgbaar zijn, hulp verleend bij de invulling daarvan. Bij de inschrijving op de vrijwillige lee- ning behoeft niemand te vreezen, dat hij ingeval niet genoeg geld bijeen komt., latei niettemin voor het volle bedrag in de ge dwongen heffing zal worden betrokken. Immers worden bij de vrijwillige leoning stortingsbewijzen verstrekt, die eventueol ingeleverd kunnen worden voor de godwon. gen boffing, zoodat men voor bet daarmede overeenkomende bedrag van die beffing zal zijn vrijgesteld. In alle oorlogvoerende landen, zoowel als in tal van neutrale staten, zijn sinds het uitbreken van den oorlog groote staatslec- nmgen vraagde men. In Noorwegen is nog pas een staalf- leeuing meer dan tweemaal vc-Iteekead. Hét j zou een ramp voor ons staatskrediet zijn, indien alleen Nederland hierop een uitzon- j dcring zou maken en indien bier gedwon gen, tot minder gunstige voorwaarden bo vendien, zou moeten geschieden wat overal elders vrijwillig mogelijk is geweest. Een ieder kenne thans zijn plicht. Onze Koningin beeft een schitterend voorbeeld i gegeven door voor f 2i millioen op de vrij- willige leeuing in te schrijven. Laat bet Koninklijk voorbeeld in breede kringen na- volging vinden. Het moet van alle kanten inschrijvingen 6troomen, opdat de geschie- denis later zal kunnen getuigen, dat in dit jaar van beproeving het Nederlandsche volk uiefc geaarzeld heeft om gehoor te ge ven aan de roepstem van zijn regeering en dat de grootste staatsleening, waartoe ooit in Nederland moest worden overgegaan, i met vereende krachten schitterend is ge- slaagd. Zoo zij het! uitgegeven. Overal is het aange- bedrag gemakkelijk bij een ge kc- De toestand in den reuzsnstrijd. Er is maar heel weinig nieuws van het oorlogsveld. Dit bete eken t natuurlijk niet, dat er in de laatste dagen niet is gevoch ten, maar dat er geen gevechten van belang zijn geleverd, noch in het westen, noch in het oosten. Zoo verklaart bijv. een FraDSch communiqué van 29 Dec. 10 unr *s avonds, dat er geen enkel bericht was ontvangen, dat ver melding verdiende. Wei een bewijs, dat het stil was toegegaan, want in de officieels medodeelingen maakt men gaarne gewag van elke 100 meter, die men vooruitgekomen is, van elke hoeve, die men op den vijand heeft veroverd. Van het Oostelijk oorlogsterrein, onze lezers bemerken het ook aan de telegrammen, insgelijks geen nieuws. Een Russisch be richt vermeldt) eenige minder belangrijke feiten, zooals dat op het centrum tusschen de Pilitza en den Boven-Weichsel kanon gebulder werd gehoord. Overigens beweren de Russen, dat zij vooruitgegaan zijn, zoowel in Polen als in Galicië, ondanks den modderigen toestand van het terrein daar Intusscheu onderscheidden zoowel keizer Wilhelm als keizer Frans Jozef, den Duit- schen generaal Von Mackenscn, bevelhebber van het negende Duitsche legerkorps, we gens zijn overwinning bij Lowicz, op 17 December. De Russen daarentegen her denken van hun kant, dat zij 50,000 krijgs gevangenen hebben gemaakt in de eerste helft van December. Maar dit leidt er niet toe, dat er ééuige beslissing is gevallen in den grooten strijd. Die duurt voort, week na week, maand na maand. En het verlangen naar het einde er van, naar vrede, neemt toe in de geheele wereld. Geen wonder, dat men dan ook weer vredesgalmen hoort. Uit Bern heb ben zich geruchten over de wereld ver spreid, dat do Luxembnrgsche staatsminister Eyschen, de Zwitsersche bondsraad en de Nederlandsche regeering het initiatief tot een bemiddeling tusschen Frankrijk en Duitschland zouden hebben genomen. Eyschen spreekt thans deze geruchten tegen, wel heeft hij als zijn meening te kennen gegeven, det het openen van vredesonderhandelingen binnen afzienbaren tijd mogelijk was, op het oogeublik echter was de zaak nog voorbarig. Te lang moest men echter daarmede ook niet wachten, want als er groote overwinningen waren behaald, zon de overwinnaar te zware eischen stel len. INu verkeerde men nog in een stadium, dat beide partijen konden beweren zege pralen te hebben behaald, terwijl er toch nog geen beslissing was gevallen. Een feit, dat zeker belangrijk mag worden genoemd, is dat de Yereenigde Staten van Noord-Amerika thans een protest hebben ingediend bij Engeland over diens optreden ten opzichte van neutrale handelsschepen. In dat optreden zon, volgens een nota uit Washington aan de Britsche regeering, maar ook bestemd voor Frankrijk en Rus land, gebleken zijn, dat Engeland zich niet aan vaste bepalingen hield en niet alle natie s gelijk behandelde. Volgens onzen gezant te Washington heeft Nederland feitelijk het zelfde protest bij Engeland ingediend. België. Uit V? est-Vlaanderen. In de ..Kölnieche Zeifrang** vinden wij de volgende typische echeieen van het oorlogsveld in West-Vlaanderen Het modderbad. „Om uur vapavond moet de compagnie ten Mesten van c>... met het tront naar... staan, gereed om naar de voorste linie op te rukken!" zoo luidde het bevel van den batal jons-commandant. Do lucht was grijs en langzaam vielen kleine, koude regendruppels neer. in de Bclie- raering van den Decern ber-dag stond de com pagnie gereed voor den marsch. Toen kwam het. commando: ^Voorwaarts". De weg was modderig; daar de ondergrond echter hard was, kwam de modder slechts tot over de schoenen. Spoedig echter verlieten wij den weg. Het ging dwars over het veld, over grep pels, door in eikaar geschoten boei der yen, en langs lijken van dieren. De grond was vol gaten van granaten, met water en modder ge vuld. Populieren staken met hun takken tegen den nachtelijken hemel af. Het is moeilijk cozen marsch to beschrijven. Het oriënteeren is in dat land, dat overal een der uitziet, het moeilijkste. Eike granaat ver nielt een punt, waarmee men zich zou kunneu oriënteeren. Zoo gebeurde liet, dat onze com mandant verdwaalde, en hij aan het hoofd van de compagnie uit den eenon greppel in den anderen liep, en uit het eene granaat-gat in het andere viel. En allen volgden getrou welijk zijn voorbeeld. In bit begin volgde op eiken val in ren buil een min of meer krach tige vioek. Maar toen de modder ons tot aan do borst reikte en bij eenigen van ons zelfs tusschen den kraag van de jas drong, vatte men alles van den humorïstïschen kant op. Het duurde niet lang ot onze compagnies-comman dant moest ons bot zwijgen opleggen en alle vroolijkheid vermeden, want wij waren slechts 500 Meter vin den vijand verwijderd, d:e ons zijn groeten sissend en huilend over het hoofd zond. De weg naar de loopgraaf is gewoonlijk li uur lang. Door liet vuur van den vijand wer den wij echter gedwongen, een omweg te ma ken. zoodat wij vier uur onderweg waren, voor wij onai plaats van bestemming bereikten. De pen i.s niet in staat te beschrijven. hoe de compagnie er toen uit zag. Meer dan een vinger dilc lag de modder op ons geplakt, ons ..veldgrijs" was van de vrrten tot de patroon- tnsschen in een gele tleikleur veranderd. De jassen dropen van den regen. Toch was de stemming der „Rijnlanders" ste van, op luiden toon, dat in zijn, aan het thea lèr grenzendeu ckampagneku.der in gebroken was; de keider was opengebroken, eeu groot deel van den inhoud gestolen, ter wijl overal de glasscherven over den grond verspreid lagen. Zijn verlies moet wel groot geweest zijn, want hij stond er bepaald op, dat de kapi tein midden in den nacht opstond om de zaak te onderzoeken. Nauwelijks ingeslapen, moesten al de in het theater verblijf houdende manschappen bij nacht en ontij aantreden niemand wist wat er eigenlijk voorviel. Slechts de Franschman, met een fakkel vooruitloopend en hevig gesticuleerdvertelde aan ieder een. die het hooren wilde, dat er iets vree- selijks was. En inderdaad, het strenge gelaat van den kapitein voorspelde het ergste in zijn blik was niets meer van de goedmoedigheid en vriendelijkheid, die hij ons eenige uren te voren in zoo hooge mate getoond 1 ad. Ter wijl wij allen in rij en gelid moesten treden, werden onze zakken in het theater door een onderofficier aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, omdat men door het vinden van eenige flessehen geloofde den dief op het spoor te zullen komen. Toen uit het resultaat van het onderzoek bleek, dat alle nasporingen vruchteloos wa ren geweest, vorderde de kapitein, dat die genen zich zouden aanmelden, die zich aan den inbraak schuldig gemaakt hadden. Al len zwegen, of het met een gerust gewe ten was ik durf het niet te zeggen. Steeds dreigender werd het gelaat van den kapitein, steeds woedender de bestolen Franschman. De kapitein verklaarde toen, dat hij tot op heden met de houding van de manschap pen tevreden was geweestdat liet hem een even groote vreugde als eer geweest was, ze aan te voeren, maar dab hij zich nu schaam de, een bende spitsboeven onder zijn bevel te hebben. Bij i^ze woorden ontstond een ontevreden gemompel in de rijende kapi tein moest toch kunnen nagaan, dat hij loor die woorden ook onschuldigen beschul digde. Hij beriep zich toen op het eergevoel der liedenmen moest, om niet langer ver dacht te worden. de schuldigen „aangeven". Toen dit bevel ook niet uitgevoerd werd, kondigde hij ons aan, dat wij voor straf in 't vervolg alle „gunsten" op den nóg vol genden marsch zouden moeten ontberen dat waren werkelijk schoon© vooruit-zich ten voor de volgende dagen 1 goed gebleven. Als er niet stilte gecomman deerd was, dan zouden wij zingend door bet modderbad getrokken zijn. Acht-en-veortig uur moesten wij in de v«>or.st© loopgraaf blijven, door granaat-vnur bestookt. Ook hier stonden wij in do modder of in het water tot aan de knieën. Acht-en-voertig uur kregen wij rust, om daarna weer dezelfde stelling in te nemen. Dat deze rusttijd niet voldoende was om ons slechts oppervlakkig sriioon te maken, is to begrijpen. Wie weten wil, hoe wij er uitzagen, toen wij in St.... binnenrukten, moet uit klei soldaten-figuren maken, maar mag ze niet verven, anders lijken zij niet 7let waarnemen van artillerie-vitv;erking. Wij lagen eenige uren op het natte stroo uit te rusten, toen de telefoon klonk. „Bericht van het bataljon: Er komt vandaag gecu artillerie-waarnemer De compagnie, die X l>ezet heeft, moet probeeren waarnemingen te verrichten en de geschikte doelpunten aan geven." Do luitenant zeide tot mij: „Nu „Gefreiter", als journalist kunt u wel waarnemen Jk kwam gapend uit mijn deken; deed mijn natte jm aan, sloeg een stuk tent-doek om mijn beenen, nam veldkijker en c-ompas en ging naar de ruïne, om een geschikt waar- ncmingspunt te vinden. Een half ingestorte muur gaf een voldoend uitzicht, maar nood in- iusselien ook den vijand de gelegenheid mij uit zijn stolling, 5 K.M. verder, eenvoudig weg te schieten. Slechts aan het feit, dat do Franschen druk bezig waren met bun kookgereedschap, heb ik bet te danken, dat ik deze regels nog kan schrijven. Het doel, dat wij moesten beschieten, lag ongqveer 50 M. naar rechts en bestond uit ©en huis, waaruit.wij steeds flank-vuur kregen.' Met behulp van het oompas werd bet doel voor de artillerie aangegeven, en het duurde niet lang, of door de telefoon klonk:: „Vuur" en boem de granaat suisde voorbij „50 meter verder naar links, en even zoovee! meter korter instellen" vuur" boem! „Nog 25 meter verder links, hoogte goed" „vuur" boem! Rechter hoek getroffen! 5 meter naar links". Boem! Toen sloeg de granaat in het dak, pannen en balken vlogen door de lucht. „Een treffer". Boem! Boem! Boem! Slag op slag sloegen de granaten in het go bouiv, tot'de vlammen er uit oplaaiden. „Het doel brandt", melddo ik, en met vuren zal op rehouden worden, was liet antwoord, dat ik kreeg. Tevreden ging ik naar den kelder, om mij met een kop koffie wat te verkwikken. Nau- Toen na IJ uur het bericht: ,,vuur-pauze" kwam, had ik mijn middageten zeker verdiend. Het vuur werd den gehoelen dag ternauwer nood beantwoord, een bewijs voor do treffer» van onze kanonnen Toen wij 21 uur later in een andore stelling kwamen, werd ik door den majoor wegens „uit stekende waarnemers-diensten" geprezen e:i tot onderofficier bevorderd. Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterrein. BERLIJN. Uit het groote hoofdkwartier wordt gemeld over het westelijk oorlogstoo- neel Bij Nieuwpoort hernieuwde de vijand zijne aanvalspogingen, doch zonder succes. Hij werd daarbij gesteund door het vuur van uit zee, doch ook" dit bracht ons geen schade toeslechts werden cenigo bewoners van Weetende gedood of gewond. Ook de aanval van deri vijand op bet gehucht St. George, dat in officieel© be richten als in Fransche handen wordt aan gegeven, mislukte. Zuidelijk vfh Yperen werd door ons een vijandelijke loopgraaf genomen, waarbij ©en paar dozijn gevangenen in onze handen vielen. Herhaalde krachtige aanvallen in de streek ten Noordwesten van Atrecht wer den afgeslagen. Ten zuiden van Verdun herhaalde de vijand zijn aanvallen, zonder' eenig sucees. Hetzelfde geschiedde bij zijn pogingen om de hoogte ten westen van Sennh'eim te her- Het. Fransche gezantschap deelt onder dagfceekening van Dinsdag het volgende mede omtrent de krijgsverrichtingen Den 26n was bet kalm tusschen cie zee en de Leie, en werd bij tusschnenpoozen geschutvuur gewisseld. Tusschen de Leie en de Oise niet bij zonders, behalve dat voor Compierre, Zuid- Westelijk van Peronne, een verdedigings werk voor het leggen van tegch-mijnen ver lied werd. In het Aisne-dal en in Champagne werd over en weder geschutvuur gelost. Te Vingre hebben wij een mortierenbatterij. Het was te verwachten, dat er van het Kerstfeest in ue oorlogvoerende landen niet veel ter' 1 ?oude komen. Niet alleeD omdat vele mannen en vaders aan de grens, op de slagv- den -tonden, maar ook omdat het in vele gezinnen aan geld ont brak. Dat begreep ui m Amerika ook, het rijke land, dat niet door den oorlog wordt geteisterd en men zond er groote schepen heen met Kerstgaven voor de armen en misdeelden Voor ieder der oorlogvoerende partijen was er wat Hier zien wij de „Jason" in Genua liggen: de kisten voor Duitschland en Oostenrijk worden er gelost om door 'tneutrale Italië verder te worden gezonden. welijks had ik echter den eersten slok genomen, of daar ging de telefoon, die mij ais burger ook al zooveel last bezorgde. „De zware artillerie zal den oosteiijken rand van L. onder vuur nemen. Wilt n verder waar- Zuohtend klom ik op mijn waarnemingspost en daar klonk weer: „Schot onderweg". Eenige seconden later was er in de lucht oen gesuis waar te nemen, dat spoedig in hevigheid toenam. Daarop kwazn er in de aangegeven richting een witte rookwolk, een doffe knal volgde. Knal op knal volgde: sommie© in de verte, andere wat dichterbij, maar do meeste schoten waren treffers. Den anderen morgen begonnen allen een grondig onderzoek naar de dieven in te stel len, maar alles was tevergeefsch. Diegene, die bij het aantreden van de wacht nog on der den invloed van hun roes lagen te snur ken, waren zoodra ze ontwaakten bepaald van alles flink op de hoogte gesteld, want iedereen kon zijn „alibi" bewijzen. De op den avond te voren zoo heerlijk ingewijde rustdag had veel van zijn aantrek kelijkheid verloren en wel daardoor, dat iedereen onder de verdenking stond aan den diefstal metj inbraak deelgenomen te hebben. Wij zouden echte riets te onzer veront schuldiging hooren, dat wij niet verwacht hadden. Het gerucht van de inbraak had zich natuurlijk wijd en zijd verspreidde buren staken overal de koppen bij elkaar en zetten bedenkelijke gezichten, juist zoo, alsof zij van de gansche geschiedenis van de inbraak geen woord geloofden. Dit kwam natuurlijk ook ons ter oorede officieren, de kapiteins, hoorden dit even eens en deze zorgden er voor, dat de ge waande bestolene door den maire van het dor]) duchtig ondervraagd werd- En jawel," de kerel werd zoo in 't nauw welke bommen wierp in onze loopgraven, tot zwijgen gebracht. Bij Beauine hebben wij twee mitrailleurs vernield. In de streek van Perthes heeft de vijand, na een hevige beschieting, een tegenaanval beproefd op de loopgraven welke hij had verloren, maar de aanval werd dadelijk afgeslagen door ons infan terie- en geschutvuur. In Argonne zijn wij wat vooruitgegaan. Ten Zuiden van St. Hubert won een com pagnie 100 a 200 meter terrein. Wij heb ben een ravijn onder vuur genomen waar in de vijand verscheidene verschansingen gebracht, dat hij ten slotte moest bekennen, dat hij de gansche geschiedenis slechts ver zonnen had, met het doel van de Pruisen een aanzielijke som als schadevergoeding los tc krijgen. Was de vent niet dadelijk door eenige Fransche politieagenten gevangen genomen, zeker zou de lynchwet op hem toegepast en hem voorgoed de lust benomen zijn voor d^ tweede maal een dergelijke lage streek uit te halen. Wederom moesten wij aantreden; dit maal echter om van den kapitein de verblij dende mededoeling te hooren, dat hij in werkelijkheid nooit aan onze eerlijkheid ge twijfeld had. Om ons eenigszins schadeloos te stellen, veroorloofde hij ons in ons kwartier, het theater, des avonds een voorstelling te geven, waarhij hij zelf en eenige vrienden tegenwoordig zouden zijn. En toen des avonds de voorstelling plaats had, waren de kapitein en zijn gasten o&k aanwezig en zoo doende is het voor mij een der aardigste, gezelligste avonden gebleven, die ik heb doorgebracht in een Franschen schouwburg.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1