zondag 27 December 1914.
Orgaan voor Leger en VSoot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Ge tossland in don ronzonstrijd.
m. o/.
Oplaag 50,OOO exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE PALESTRIN ASTRA AT 10. AMSTERDAM. TELE
FOON Z. -JSCS. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK. VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor AdvertentiPn wende men rieb tot odm Administratie Drnkkery .Jacob van Carapen*
N. Z. Voorburgwal 234-2-10 fKeirc-rryk 9) Arr.s'crdnro, Tel. Noord 1775, of tot do advertentie
bureaux. Prys der AdvertentiPn per regel 25 cent.
Ziehier een yreeselijk tooneel uit den strijd aan de Marne, toen de Duitschers vandaar
-werden verdreven. Eigenlijk toonde een Duitsch genie-officier zich hier een
twee.den Van Speyckterwijl hij hot toezicht hield op hot leggen van
mijnen onder de brug, werd hij verrast door een afdeeling zouaven
er was geen ontkomen aaD. Toén gaf hij bevel de mijnen, aan
te steken en hij vloog met vriend en vijand de. lucht in.
Op het oogenblik, dat we dit schrijven,
wordt- in veie lauden het heilige Kerstfeest
gevierd. Niet onder de Slavische volken, de
ttusssn, de Serviërs en anderen. Ook is
voor de Franschen Nieuwjaar een grooter
en inniger feestdag. Maar vooral de Duit
schers en Eugeischen vieren hun Kerstmis
met een vreugde en opgewektheid, die deze
donkere dagen maakt* tot de helderste en
lichtste plekken in het jaar. Helaas, dit
jaar nietAl doet men in het vaderland
zijn best den soldaten eenige Kerstvreugde
te verschaffen, al worden naar de Duitsche
troepen aan het front duizenden groote en
Zijn „Kerstkindje".
Doon
bodewijk Ooslendorp, 4e c. 2e bat. 15e rcg. inf.
't Was een knaapje van zes jaren. Zijn
broekje was aan beide knieën deerlijk ge
havend, een deel van het rechterpijpje
dreigde het te begeven. G-anzend blonde
krullen omlijst-en bet tenger gezichtje,
waaruit, een paar mooie blauwe oogen keken,
zoo helder, alsof ze nog ncoit door tranen
verduisterd waren geweest. Zijn kieltje,
blijkbaar uit betere omgeving afkomstig,
wss gescheurd en van twijfelachtige kleur.
Aan den rechtervoet droeg hij een meisjes
laars, aan den linker een jongensscboen,
beide veel te groot, met gaten, omgebogen
punten en geheel afgolocpen hakken. Arm,
och zoo arm, en toch zulk een echt engelen
kopje
Jantje had hot koud in zijn schamele
kleertjes, want het was Kerstavond, en
sinds gisteren had hij niets meer te eten ge
had. Zijn maagje riep, schreeuwde om eten,
maar Jantje kou niets krijgen, in huis was
niets meer te vinden, vader wa6 dood, en
moeder?... moeder?...
Wat moest hij beginnen? Vragen durfde
hij niet meer, want toen hij eens schreiend
en bibberend van koude iemand om een
6tukje brood gevraagd had was hij met
harde woorden afgewezen.
Zoo, ben jij pas zes jaar en moet je
nu al bedelen't Is een schand Maak
dat je wegkomt brutale jongen
Maar jantje had zoo'n honger, en met
de maag valt niet te redeneeren, vooral
njet met de maag van een zesjarig kind, er
moest wat op gevonden worden, en de
honger maakte ook ons knaapje vernuftig.
Jantje kreeg een gedachte, een mooie, een
heerlijke gedachte.
Ik schrijf een brief aan het Keret-
krrfdje te Bethlehem.
Dat was een groote uitkomst, en
van louter pleizier klapte hij in zijn ver
kleumde handjes. Ja, een brief naar het
KerstkindjeMaar hoe zou ons ventje dat
klaar spelen Hij kon nog niet lezen of
schrijven. De kinderen uit het volk raken
bekend met verschillende dingen, waar
kleine Kerstboompjes gezonden, de strijd
woedt onverminderd voort aan de Yser als
aan den Weichsel, aan de Aisne en aan den
Donau, in de Vogezen als in de Karpathen.
Op het Westelijk als op het Oostelijk oor
logsterrein is overigens de toestand in de
laatste dagen weer weinig veranderd. In
België, voornamelijk aan de Yser, wordt
met groote felheid gestreden. Vooral bij
Nieuwpoort is verwoed gevochten. De stad
is in de handen der gealiiëerden, ten
minste wat er van over is, W3nt zij ligt
bijna geheel in puin, maar wordt toch
eiken dag opnieuw hevig beschoten door de
Duitschers. De positie der troepen schijnt
in het Westen maar steeds ongeveer dezelf
de te blijven. Hier gaan de Franschen
vooruit, daar wijken zo weer terug, 't is
de historie, die reeds maanden achtereen
zoo heeft geduurd.
Een Fransch communiqué en in den regel
van andere kinderen nooit hooren, de arme
leert reeds vroegtijdig zelf zich te helpen;
de kleine Jan wist dan ook wel raad. Een
beetje verder, op den hoek van de 6t.raat,
was een posthuis en daar woonde, zcoals
het bordje achter het kleine venster aan-
duide: ,,Ik>uin, schrijver van brieven en
requesten". „Vader Bouin", zooals hij
door groot en klein genoemd werd, was een
oud-6Lrijder met een stuurech uiterlijk, een
prikkelbaar karakter, maar oen goed hart;
hij leidde een geregeld leven eu kon vrij
goed voortkomen, tcch mopperde bij nog
al eens, dat zij hem niet wilden opnemen
in het invaliedenliuis, omdat hij nog zoo
flink ter been was en dan moet je zoo'n
rheumatiek hebben
Ons Jantje keek fluks door de ruitjes
van het posthuis en zag daar den „schrij
ver" ritten met een pijp in den mond en
wachtende op een klant.
De klant gaat naar binnen en zegt met
een hoog stemmetje, maar bevende van
koude
Dag, mijnheer, ik kom om een brief
te laten schrijven.
Dat koEt tien stuivers, antwoordt
vader Bouin.
Jantje kon zijn pet niet afnemen, want
hij had er geen, maar hoewel onthutst,
maakte hij een beleefde verontschuldiging
en zcide
Dat wist ik niet, meneer, neem me
asjeblieft niet kwalijk.
En meteen was hij al bij de deur om heen
te gaan, maar papa Bouin had schik in
hem en vroeg;
Zeg eens, ventje, ben je ook een sol-
datenkind
Keen, klinkt hot heel naïef; ik ben
moeders kind.
Zoo herneemt de schrijver, dus je
hebt geen tieB stuivers? Hoeveel dan?
Niets, meneer, geen halven cent.
En je moeder zeker ook niet?... dat
lean ik wel aan je rien. Die brief moet
zeker dienen om een boterham tekrijgen,
nietwaar 3
Ja, ja, roe-pt het ventje haastig, een
boterham, ja, een boterham.
Kom dan maar hier, tien regeltjes en
een half velletje zullen mij niet armer ma-
kon.
rijn die nogal objectief, be vest* ,t dit weer.
Daarin 6taat bijv. dat de gealiiëerden van
de zee tot de Leie eenig terrein wonnen in
de duinen, dat zij te Zwartelen, ten zuid
oosten van Yjieren, een groep huizen bezet
ten, doch dat van den anderen kant, de
Duitschers ten Zuiden van Dixmuiden over -
de Yser kwamen en zich daar versterkten
op het bruggenhoofd. Dus aan beide zij-
den winst en verlies.
Van het Oostelijk gevechtsterrein komen
berichten van haast denzelfden aard. Niet
zonder beteeken is lijkt het echter, dat de
Duitsche berichten vrijwel zwijgen over ge-
beurtenissen daar, terwijl de Russen en
Oostenrijkers lange mededeelingen openbaar
maken. Natuurlijk omdat zij van over
winningen hebben melding te maken. Het
Russische comuniqué spreekt echter tevens
van zeer hevige aanvallen der Duitschers.
bij dag en bij nacht. Op verschillende pun
ten, vooral aan de Pilitza en de Xida, werd
zeer hevig gevochten. De Russen berichten
weer van een aantal gevangenen, die zij ge
maakt hebben. Toch lijkt het- er niet op, dat
de gevechten der laatste dagen in Polen
eenige beslissing zullen brengen.
De Oo6tenrijksehe berichten zijn vrij op
timistisch. Zij spreken zelfs van 43,000 Rus
sische krijgsgevangenen. Van den strijd in
eigenlijk Galicië maken ze geen gewag, wel
van gevechten in de Karpathen. Daar zou
den de Oostenrijkers de Russen maar steeds
voor zich uit jagen en Hongarije zou reeds
gezuiverd zijn van vijanden.
Er wordt thans bericht, uit Engelsche
bron, dat Oostenrijk getracht zou hebben
vrede te sluiten met Servië. Het zou, door
bemiddeling van Rumenië, werkelijke vre
desonderhandelingen hebben aangeknoopt.
Doch Servië wilde niet-.
heele geïnundeerde terrein. De Fransche en
Engelsche eskaders namen een belangrijk,
op een gegeven oogenblik zelfs een beslis
send, aandeel in den strijd. Deze strijd om
Nieuwpoort is het keerpunt in de operaties
in Vlaanderen.
De Duitschers bombardeerden Oost-Duin
kerken eu Coxyde om de aandacht af te
leiden oudertusselien maakten zij een
sterke verdedigende stelling in orde, het
geen voor hen een levensquaestie i3.
De bondgenooten voerden een krachtig
doorgevoerden aanval uit en dreven do
Duitschers uit hun stellingen op den rech
teroever van het kanaal van Nieuwpoort.
De Fransche troepen moeiten vijf bruggen
over, welke door den vijand 1 eheer-cht
werden. De artillerie van de bondgenooten
bewee? opnieuw haar superioriteit: met
doodelijke juistheid overstelpte zij de Duit
sche loopgraven met granaatkartetsvuur,
waarna de infanterie den vijand met de
bajonet uit zijn stellingen wierp.
De Belgische troepen verleenden krachfc-
dadigen bijstand. Vijf verschillende linies
van loopgraven werden genomen.
De Fransche vliegers bewezen groote dien
sten bij het opsporen van Duitsche onder
zeeërs, waarop dan door de torpedo boot
jagers jacht werd gemaakt. Uit wraak bom
bardeerden de Duitschers de steden aan de
kust.
De bondgenoot©i hadden eveneens succes
in de omgeving vau Béthune. De Engelsche
troepen hadden een zware taak te vervul
len zij slaagden na vier weken hardnekkig
vechten erin den vijand over een afstand
van tien mijl terug te werpen. Duitsche
vliegers bombardeerden de stad, waarbij
twaalf burgers werden gedood en twintig
gewond.
België.
De strijd aan de User.
Berichten uit België.
I LONDEN. De „Daily Mail"' verneemt
t uit Noord-Frankrijk van officieele zijde, dat
Een onzer correspondenten te Sluis seiut de Belgen Dinsdag de Duitsche positie aan
het volgende: 'èe Yser boven St. George doorbraken en
De strijd aan de User rs sedert enkele daar stelling innamen,
dagen mot nieuwe felheid hervat ten
N.-O. van Nieuwpoort, op de eenige De „Vlaamsche Gazet" drukt een brief
strook land, welke tusschen de zee en het af van een Belgisch soldaat, die als telegra-
kanaal van Nieuwpoort niet overstroomd fist bij het leger in Veurue-Ambacht werk-
is. Dagelijks hebben bloedige gevechten van. zaam ia Het volgende is er aan ontleend:
man tegen man plaats in de streek, tus- „Dixmuidei, Pervijsse, Yperen liggen
schen Lombaertzijde en Westende gelegen, alle verguisd. De lijken zijn op het kerkhof
waar de verbondenen in de aldaar zeer uit den grond geschoten. In de omliggende
breede duinstrook oen voor hen zeer gun- streken vindt go in al de weiden alle 5 a 6
stige stelling handhaven en vrij gemakkelijk meters eene „marmit", d.i. een door een
de hevigste aanvallen der Duitschers kunnen/fvranaat geploegde put, welke voor de 12
tegenhouden. l>it is nog onlangs weerkom. Kanonnen ongeveer 1,5 meter diep is en
gebleken bij den eersten aanval op Paling- J 2k meter doorsnee heeft, en voor de stufe-
brugge-Nieuwpoort, die met de hulp der t ken van 28 cm. zoo iets van 3 meter diepte
vloot afgeslagen werd. Deze aanval was ge- eu 4 meter doorsnee. In deze putten wor-
richt op de drie op elkander volgende brug- den onze docden begraven. De aarde is hier
gen, welke den weg naar Kales beheerschen. 1 letterlijk omgeploegd door de granaten en
Volgens de jongste berichten zouden de J de huizen worden nu nederig vertegenwoor-
verbondenen een geslaagden tegenaanval digd door ©en steenhoop,
hebben gedaan en zijn ze thans tot Middel- 1 Onze divisies lossen beurtelings de eerste
kerke govorderd, een plaatsje halverwege vuurlijn af na een tiental dagen loopgraaf-
Van de gekwetsten wil ik niet spreken.
Dit is onmenschelijk. Het komt dikwijls
voor, dat de loopgraven niet voorzien kun
nen worden van mondbehoeften, aangezien
zij door de obussen regen niet genaakbaar
zijn. Begrijp dan het lot dier heldhaftige
jongens onder zulke omstandigheden. In
hoevclo loopgraven ateeg het water niet tot
20 of 30 centimeter?
De telegrafisten hier hebben het ook niet
beneden de markt. Onze verschansingen
worden beschoten met shrapnells, eoms met
brisants. Dan kruipen we op onzen buik
door het slijk voort, naar de loopgraven,
die verbonden moeten worden met het hoofd
kwartier. Dit is een sport, om van dikke
menschen magere te maken- Natuurlijk
moet er één van onze mannen het toestel
dienst doen. Hij wordt dan na één of twee
dagen afgelost. Zoo krijgt een ieder rijn
beurt, om in den dans te treden. Vandaag
of morgen is 't mijn toer, op de ,.po6te de
combat" bij de telefoons... De poste de
combat No. 1 ligt op 2$ uur gaans van
hier, tegen den Yserstroom. Men moot
daar 's nachts afgelost worden, anders is
men voor de poes. Men riskeert daar zijn
huid, maar 't is voor 't vaderland.
Nochtans wordt er bij ons niet gevoch
ten, om die eereplaatsen te betrekken, wel
integendeel't is zoo maar uur ver
door 't slijk te baggeren, tot over de enkels, 1
in een wind om omver te waaien, in een
regen, die plast, om ginder, op gevaar af,
reeds onderweg getroffen te worden, 24
uren bij de telefoon te zitten, ineengedoken
als een opgejaagde muis, in een loopgraaf,
welke voor vloer een slijkmassa, voor pla
fond wat aarde op eenige balkjes vertoont,
waar het 6Üjkwater voort-durend doorsij
pelt."
Plcizicrbootjcs in den oorlog
Heinrich Binder, de oorlogscorrespondent
van het „Berliner Tagoblatt" in het westen
schrijft:
Met een snelheid van veertig kilometer vliegt
onze kleine boot door het kanaal maritieme.
De binnenhaven van Zeebruuge wordt als vei
lige ankerplaat» opgezocht. Op rustige zomer
dagen droeg de motorboot vroolijke gaat< n over
de meren un de HaTcl.
Het sianke lijf van de boot is staalgrijs ge
verfd. Zooals alles grys is in dezen oorlog:
zelfs de zee, die in gelijkmntig rhythmo van
achter de pier omhoog spat, schijnt haar groene
kiour verloren to hebben. Onder een grijzen
hemel een grijzo zee.
In het wis-ton op de vlakko kanalen en op
do traagstroomendo rivieren van België is f-u
afdocling motorbooten samengesteld, rn-'t lui
tenant S. aan int hoofd. Zrj is feitelijk een
macbiucgewoor-afdoeling te water, die den
staat vaartuigen, paarden en tros bespaar».
De l-ooten worden kosteloos ter b<«rnikkuig ge
steld. Htm eigenaars zijn, to<-a het corps ge
vormd was, eerst geoefend in hot gebruik vau
karabijn, pistool en machinegeweer. Bij schiet
oefening- n op do Wann-ioe bij Berlijn werden
ten slotte 2S procent treffers bereikt. Toen
kon het corpet te velde trekken.
Het grootste gedeelte ging naar het oosten,
de rest naar het westen In 44 ur.r moesten
wij van Span dan naar Leuven. Het mijnen
veld van Qo Scheld" rondom Antwerpen moeat
verkond worden Denzelfden dag was Antwer
pen echter gevallen en aDrk-r werk wachtte do
kleine, onrustige dingen, die a!s spelend op do
golven schommelen Hier moest een brug op
geblazen worden, daar een drijvende mijn op-
gevischt. Soma moc*t een geraffineerd uapon
van do Belgen onschadelijk worden gemaakt.
Er dreven balken in het water met een on-
zichtbare explosieve lading, houten mijnen dus.
In do Schelde vonden wij nog andere vorrnfisin-
gen, prikkeldraadversperringen onder den wa
terspiegel, waarin schroef en roer onklaar
raakten. Bij Gent moeeten wij schepen laten
zinken, maar het voornaamste en spannendste
werk was het verke.nnen van dcD mijnenzordols.
Er kwamen wilde, onrustige dagen. Wij vin
gen frajic-tirenrs en namen Belgische soldaten
in politiek gevangen Zij waren herkenbaar
aan hun penning. Zij wierpen dien ni"t weg.
omdat zij die later, bij de afrekening, moesten
laten zien. Daar de Duitschers echter alle tak
ken doorzochten en het hemd op de borst open
den, lieten zij de penningen aan een touwtje
in hun mouw hangen. De mannen van de w.r>-
torbooten der Wannsee hebben dat spoedig
ontdekt.
Toen het kustgebied veroverd was. werd een
patrouillcdionst voor de booten ingesteld. Aan
de grens, op de kanalen, over Brugge en Osten-
Oostende en Nieuwpoort.
Dit bericht moet echter nog bevestigd
worden.
De strijd in Vlaanderen.
LONDEN. De correspondent van de
„Daily Tel." in Noord-Frankrijk seint:
De strijd bij Nieuwpoort was de meest
welgeslaagde actie in de afgeloopen week.
De Fransche en Belgische troepen maakten
zich meestor van belangrijke stellingen. De
bondgenooten rukten voorwaarts in het ge-
Jantje gehoorzaamt, vader Bouin strijkt
zijn papier glad, doopt zijn pen in den
inktkoker en begint met zijn oude fouriers-
hand inderdaad in sierlijke letters te
schrijven
Parijs, 25 December 18..., dan op een
rieuwen regel. Aan mijnheer...
Hoe heet die mijnheer, vrindje?
Welke? vroeg het kind verwonderd.
Wel die meneerj© weet wel.... ik
meen dien meneer van de boterham.
Nu had Jantje hem begrepen en ant
woordde
Neon, 't is geen meneof.
Sapperloot, een dame dan?
Vader Bouin trok een bedenkelijk ge
zicht en streek zich over zijn kalen knik
ker. Hoe graag hij ook brieven schreef en
't liefst velen van tien stuivers, die uiet te
lang waren, was hij, geheel verschillend van
onze soldaten, erg beschroomd, als men
hem kwam vragen een brief aan een dame
op te stellen.
Dus oen dame, zegt ge?
Janeenziet stotterde
Jantje.
Neen maar, die is goedWeet je dan
niet eens aan wien je moet schrijven?
O, jawel, haast het kind te antwoor
den.
Voor den dag dan er mee en gauw een
beetje; ik kan mijn tijd wel beter ge-
bruikeu.
Jantje begint te beven, wordt bleek,
dan rood, vuurrood, 't is of hem de keel
wordt dichtgeknepen, nu het woord er uit.
moet. Eindelijk roept hij in één adem
Ik moet een brief hebben voor het
Kerstkindje
Bouin lacht niet, neen heelemaal niet:
hij legde de pen neder, nam zijn pijp uit
den mond en sprak op ernstigen toon
Zeg eens, kereltje, je bent tcch niet
van plan een oud-gediende voor den mal te
houden? Je bent nog te klein om je een
pak slaag te geven, dat is je geluk. En nu
rechtsomkeert, voorwaarts, marsch.... en als
de drommel de deur uit!
Jantje werd bang voor den boozen blik
en den dreigenden vinger van den ouden
snorrebaard, hij maakt rechtsomkeert zoo
haastig als zijn sloffende schoenen hem dit
toelaten.
leven (in dit seizoen), om in de tweede lijn
vat uit te rusten. Gnnoodig u te melden,
hoe aangenaam het is, in die kille aarde,
ineengedoken en onbeweeglijk dagen en
nachten bij 't gure winterweder door te
brengen, en dan rollen de „brisants" en
„shrapnells" boven uw hoofd door «1e lucht-
ruimte en ontploffen als een zandhoos in
den grond.
Wee! als de loopgraven ontdekt zijn,
want de dood wordt met oorverdoovend ge
kraak in het roude gezaaid.
Op hetzelfde oogenblik had Bouin spijt
van zijn uitval; noen, dat was geen kwajon-
gensstreek, daarvoor was het kind te lief er
te bedeesd. Het medelijden begon te spre-
ken. Mijn God, prevelde hij, wat wordt er
j toch een ellende geleden in dat groote Pa
rijs! Hij riep het kind weer terug.
Zeg eens vent, hoe heet je
Jantje.
Jantje, wie?
Alleen maar Jantje.
Bouin voelde ziin oogen vochtig worden,
maar dat wilde hij met laten blijken, hij
J zweeg een oogenblik en vroeg verder.
En wat wil je aan 't Kerstkindje
schrijven
j Ja, sprak het kind, ik geloof, dat ik
hem maar aan God moest schrijven.
Maar hoe heb ik het nu? Voor wie is
uw brief?
Eigenlijk voor het Kerstkindje.
Maar waarom schrijf je dan niet aan
het kindje zelf?
Omdat, klonk heb allerliefst kinder
lijk, omdat het Kerstkindje nog niet lezen
kan.
Voor zijn doen redeneerde ons knaapje al
heel goedzelf kon hij nog niet lezen en hij
was al zes jaar dus dat kleine kindje van
Bethlehem nog veel minder. Vader Bouin
beet zenuwachtig op zijn pijp, en om zijn
ontroering te verbergen, zeido hij eenigsrins
ongeduldig.
Maar nu gauw opgebiecht, wat wil
je vragend
Ik wil Let kindje zeggen, dat moeder
altijd maar door slaapt, van gistermorgen
af, en of nu het kindie een engel wil stu
ren om moeder wakker te maken-
De oud-soldaat kreeg het nu wezenlijk
benauwd, want hij begon te vermoeden
en te vreezen, dat hij tot een verschrikke
lijke ontdekking zou komen. Toch kon hij
zich niet bedwingen verder te vragen.
Je sprak daar straks van een boter
ham, nietwaar?
Ja, antwoordde de kleine, een boter
ham; ik heb zoo'n honger, vóórdat moeder
ging slapen, gaf zij mij het laatste stuk
brood, dat er in huis was.
En wat heeft zij zelf dan gegeten?
Moeder zei altijd, dat ze geen hon
ger had.
Wat heb ie gedaan om haar wakker
De Tsaritsa van Rusland en haar dochters hebben een verheven voorbeeld gegeven in
de verzorging van gewonden, dia van de slagvelden aankwamen te St. Petersburg. En
haar voorbeeld heeft navolging gevonden. Zooals ook in andere landen hebben tal
van Russische jonge dames zich aangesloten bij het Roode Kruis. We geven een
photo van eea groep Russische verpleegsters weer, die windsels, enz maken
te maken 1
Wel, zooals altijd, ik heb haar een
zoentje gegeven.
Haaide zij nog adem 1
Jantje lachte even, en dat glimlachje
maakte hem inderdaad mooi en hef ais een
engel....
Ik weet het niet, zo: hij, maar haalt
oen mensch dan niet altijd adem?
Vader Bouin wendde het hoofd om, want
een paar dikke tranen rolden hem over de
wangen. Hij antwoordde niet op de vraag
van het kind, maar mot een stem, die
eenigszins beefde, vroeg hij opnieuw:
En hebt je niets geveeld, toen je je
moeder gekust hebt?
Noen... Ja... Zij was zoo koud... maar
het is ook zoo koud bij ons erg koud
En zij beefde en rilde zeker van kou,
nietwaar?
O neenZij maakte niet de minste be-
weging. Zij was zoo mooi, zoo mooiDe
handen lagen doodstil en op de borst ge
vouwen. en zij waren heel wit. Haar hoofd
lag achterover, bijna achter het kussen,
haar oogen waren half dicht, en zoo lag zij
naar den hemel ie kijken.
Vader Bouin sprak niet meer, maar hij
dacht
Ik benijd de rijkenik, die behoor
lijk te eten en te drinken heb. En ziedaar
een aöder, die sterft van hongerja
van honger!!
Nu nam hij het lieve kind. zette het op
zijn knieën en zeide op innig goeden toon
Hoor eens, lief vrindje, je brief is af,
al weggestuurd en bezorgd ook. Breng mij
nu naar je moeder.
Heel graag, meneer. Waarom huilt u?
vroeg Jantje vol verwondering.
Ik huil niet, antwoordde de oud-krij
ger. terwijl hij het kind innig aan zijn hart
drukte en met tranen besproeide
Mannen weenen immers niet!
Maar, arm kind. je zult straks zelf
schreien, en bitter schreien ook. Nog zoo
klein en nu reeds zoo verlaten I Wat was ik
zelf bedroefd, toen ik mijn goede moeder
moest missen, en ik was reeds zooveel
ouder
Kleine Jan begreep niets van dat alles
en stond met- zijn groote blauwe kijkers
vader Bouin aan te staren. Deze scheen het
kind heelemaal te vergeten en vervolgde
voor zich zelf: O! Wat herinner ik me dat
alles nu levendig? Ik zie moeder nog op
haar sterfbad, in de laatste oogenblikken,
en ik boor nog duidelijk wat zij mij toen op
het hart drukte, voordat rij mij vaartwel
zeide: ..Jongen, wees altijd een fatsoenlijk
mensch en een braaf Christen"
Jongens... jongens!...
Bouin ochudde bedenkelijk het hoofd.
Toen stond hij op, nam het kind in ziin
armen, drukte het nogmaals aan zijn hart
en zeide, als sprak hij tot iemand, die voor
anderen onzichtbaar was:
„Ja dierbare, oude moeder, hier ben ik
weer. Wees tevreden. Laat mijn vrienden
mij uitlachen en bespotten zooveel zij willen.
Waar gij rijt lieve moed r, wil u ook we
zen, en ik zal u tevens dien kleinen, lieven
engel meebrengen. Nooit zal hij mij weer
verlaten, hij heeft twee vliegen in één klap
geslagen, hij zelf krijgt in mij een vader,
en :k wordt wederom een oprecht Christen...
Hiermede eindigt de geschiedenis. De
arme vrouw, die van ellende omkwam, werd
i niet uit den dood opgewekt. Wie zij was';
Jantje wi6t niet boe zij heette. Welk ma*--
telaarsleven zij geleid beeft? Ik weet hot
evenmin. Maar nu ken ik een jongeman in
Parijs, die „schrijver" is, geen schrijver
van brieven in een posthuisje, op den hoek
van twee straten, zoo..ls vader Bouin. maar
ven echte schrijver, die schoone en verdien
stelijke stukken schrijft in dagbladen
tijdaffiriften. Hij heet nu geen „Jantje'
meer, maar kortweg „Jan".
Vader Bouin heeft zijn posthuis reeds
lang verlaten, maar al hebben de jaren zijn
beenen nog strammer gemaakt, hij praat
nooit meer van het invaliedenhuis. Hij i:-:
een knappe oude heer, eerlijk en fatsoenlijk,
zooals altijd, en daarenboven een braaf
Christen. Hij gaat groot op de glorie var
zijn „Kerstkindje", zooals hij „Jantje'
nog dikwijls noemt, en als hij deze geecb:--
denie op zijn eigenaardige wijze verhar.
eindigt hij altijd met deze innige over
tniging:
Ik weet werkelijk niet welke postbe
ambte zulke brieven bezorgt, maar in dcu
Hemel komen zij allemaal aan hun adres 1
L. O.