zondag 27 December 1914. Orgaan voor Leger en VSoot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Ge tossland in don ronzonstrijd. m. o/. Oplaag 50,OOO exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE PALESTRIN ASTRA AT 10. AMSTERDAM. TELE FOON Z. -JSCS. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK. VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor AdvertentiPn wende men rieb tot odm Administratie Drnkkery .Jacob van Carapen* N. Z. Voorburgwal 234-2-10 fKeirc-rryk 9) Arr.s'crdnro, Tel. Noord 1775, of tot do advertentie bureaux. Prys der AdvertentiPn per regel 25 cent. Ziehier een yreeselijk tooneel uit den strijd aan de Marne, toen de Duitschers vandaar -werden verdreven. Eigenlijk toonde een Duitsch genie-officier zich hier een twee.den Van Speyckterwijl hij hot toezicht hield op hot leggen van mijnen onder de brug, werd hij verrast door een afdeeling zouaven er was geen ontkomen aaD. Toén gaf hij bevel de mijnen, aan te steken en hij vloog met vriend en vijand de. lucht in. Op het oogenblik, dat we dit schrijven, wordt- in veie lauden het heilige Kerstfeest gevierd. Niet onder de Slavische volken, de ttusssn, de Serviërs en anderen. Ook is voor de Franschen Nieuwjaar een grooter en inniger feestdag. Maar vooral de Duit schers en Eugeischen vieren hun Kerstmis met een vreugde en opgewektheid, die deze donkere dagen maakt* tot de helderste en lichtste plekken in het jaar. Helaas, dit jaar nietAl doet men in het vaderland zijn best den soldaten eenige Kerstvreugde te verschaffen, al worden naar de Duitsche troepen aan het front duizenden groote en Zijn „Kerstkindje". Doon bodewijk Ooslendorp, 4e c. 2e bat. 15e rcg. inf. 't Was een knaapje van zes jaren. Zijn broekje was aan beide knieën deerlijk ge havend, een deel van het rechterpijpje dreigde het te begeven. G-anzend blonde krullen omlijst-en bet tenger gezichtje, waaruit, een paar mooie blauwe oogen keken, zoo helder, alsof ze nog ncoit door tranen verduisterd waren geweest. Zijn kieltje, blijkbaar uit betere omgeving afkomstig, wss gescheurd en van twijfelachtige kleur. Aan den rechtervoet droeg hij een meisjes laars, aan den linker een jongensscboen, beide veel te groot, met gaten, omgebogen punten en geheel afgolocpen hakken. Arm, och zoo arm, en toch zulk een echt engelen kopje Jantje had hot koud in zijn schamele kleertjes, want het was Kerstavond, en sinds gisteren had hij niets meer te eten ge had. Zijn maagje riep, schreeuwde om eten, maar Jantje kou niets krijgen, in huis was niets meer te vinden, vader wa6 dood, en moeder?... moeder?... Wat moest hij beginnen? Vragen durfde hij niet meer, want toen hij eens schreiend en bibberend van koude iemand om een 6tukje brood gevraagd had was hij met harde woorden afgewezen. Zoo, ben jij pas zes jaar en moet je nu al bedelen't Is een schand Maak dat je wegkomt brutale jongen Maar jantje had zoo'n honger, en met de maag valt niet te redeneeren, vooral njet met de maag van een zesjarig kind, er moest wat op gevonden worden, en de honger maakte ook ons knaapje vernuftig. Jantje kreeg een gedachte, een mooie, een heerlijke gedachte. Ik schrijf een brief aan het Keret- krrfdje te Bethlehem. Dat was een groote uitkomst, en van louter pleizier klapte hij in zijn ver kleumde handjes. Ja, een brief naar het KerstkindjeMaar hoe zou ons ventje dat klaar spelen Hij kon nog niet lezen of schrijven. De kinderen uit het volk raken bekend met verschillende dingen, waar kleine Kerstboompjes gezonden, de strijd woedt onverminderd voort aan de Yser als aan den Weichsel, aan de Aisne en aan den Donau, in de Vogezen als in de Karpathen. Op het Westelijk als op het Oostelijk oor logsterrein is overigens de toestand in de laatste dagen weer weinig veranderd. In België, voornamelijk aan de Yser, wordt met groote felheid gestreden. Vooral bij Nieuwpoort is verwoed gevochten. De stad is in de handen der gealiiëerden, ten minste wat er van over is, W3nt zij ligt bijna geheel in puin, maar wordt toch eiken dag opnieuw hevig beschoten door de Duitschers. De positie der troepen schijnt in het Westen maar steeds ongeveer dezelf de te blijven. Hier gaan de Franschen vooruit, daar wijken zo weer terug, 't is de historie, die reeds maanden achtereen zoo heeft geduurd. Een Fransch communiqué en in den regel van andere kinderen nooit hooren, de arme leert reeds vroegtijdig zelf zich te helpen; de kleine Jan wist dan ook wel raad. Een beetje verder, op den hoek van de 6t.raat, was een posthuis en daar woonde, zcoals het bordje achter het kleine venster aan- duide: ,,Ik>uin, schrijver van brieven en requesten". „Vader Bouin", zooals hij door groot en klein genoemd werd, was een oud-6Lrijder met een stuurech uiterlijk, een prikkelbaar karakter, maar oen goed hart; hij leidde een geregeld leven eu kon vrij goed voortkomen, tcch mopperde bij nog al eens, dat zij hem niet wilden opnemen in het invaliedenliuis, omdat hij nog zoo flink ter been was en dan moet je zoo'n rheumatiek hebben Ons Jantje keek fluks door de ruitjes van het posthuis en zag daar den „schrij ver" ritten met een pijp in den mond en wachtende op een klant. De klant gaat naar binnen en zegt met een hoog stemmetje, maar bevende van koude Dag, mijnheer, ik kom om een brief te laten schrijven. Dat koEt tien stuivers, antwoordt vader Bouin. Jantje kon zijn pet niet afnemen, want hij had er geen, maar hoewel onthutst, maakte hij een beleefde verontschuldiging en zcide Dat wist ik niet, meneer, neem me asjeblieft niet kwalijk. En meteen was hij al bij de deur om heen te gaan, maar papa Bouin had schik in hem en vroeg; Zeg eens, ventje, ben je ook een sol- datenkind Keen, klinkt hot heel naïef; ik ben moeders kind. Zoo herneemt de schrijver, dus je hebt geen tieB stuivers? Hoeveel dan? Niets, meneer, geen halven cent. En je moeder zeker ook niet?... dat lean ik wel aan je rien. Die brief moet zeker dienen om een boterham tekrijgen, nietwaar 3 Ja, ja, roe-pt het ventje haastig, een boterham, ja, een boterham. Kom dan maar hier, tien regeltjes en een half velletje zullen mij niet armer ma- kon. rijn die nogal objectief, be vest* ,t dit weer. Daarin 6taat bijv. dat de gealiiëerden van de zee tot de Leie eenig terrein wonnen in de duinen, dat zij te Zwartelen, ten zuid oosten van Yjieren, een groep huizen bezet ten, doch dat van den anderen kant, de Duitschers ten Zuiden van Dixmuiden over - de Yser kwamen en zich daar versterkten op het bruggenhoofd. Dus aan beide zij- den winst en verlies. Van het Oostelijk gevechtsterrein komen berichten van haast denzelfden aard. Niet zonder beteeken is lijkt het echter, dat de Duitsche berichten vrijwel zwijgen over ge- beurtenissen daar, terwijl de Russen en Oostenrijkers lange mededeelingen openbaar maken. Natuurlijk omdat zij van over winningen hebben melding te maken. Het Russische comuniqué spreekt echter tevens van zeer hevige aanvallen der Duitschers. bij dag en bij nacht. Op verschillende pun ten, vooral aan de Pilitza en de Xida, werd zeer hevig gevochten. De Russen berichten weer van een aantal gevangenen, die zij ge maakt hebben. Toch lijkt het- er niet op, dat de gevechten der laatste dagen in Polen eenige beslissing zullen brengen. De Oo6tenrijksehe berichten zijn vrij op timistisch. Zij spreken zelfs van 43,000 Rus sische krijgsgevangenen. Van den strijd in eigenlijk Galicië maken ze geen gewag, wel van gevechten in de Karpathen. Daar zou den de Oostenrijkers de Russen maar steeds voor zich uit jagen en Hongarije zou reeds gezuiverd zijn van vijanden. Er wordt thans bericht, uit Engelsche bron, dat Oostenrijk getracht zou hebben vrede te sluiten met Servië. Het zou, door bemiddeling van Rumenië, werkelijke vre desonderhandelingen hebben aangeknoopt. Doch Servië wilde niet-. heele geïnundeerde terrein. De Fransche en Engelsche eskaders namen een belangrijk, op een gegeven oogenblik zelfs een beslis send, aandeel in den strijd. Deze strijd om Nieuwpoort is het keerpunt in de operaties in Vlaanderen. De Duitschers bombardeerden Oost-Duin kerken eu Coxyde om de aandacht af te leiden oudertusselien maakten zij een sterke verdedigende stelling in orde, het geen voor hen een levensquaestie i3. De bondgenooten voerden een krachtig doorgevoerden aanval uit en dreven do Duitschers uit hun stellingen op den rech teroever van het kanaal van Nieuwpoort. De Fransche troepen moeiten vijf bruggen over, welke door den vijand 1 eheer-cht werden. De artillerie van de bondgenooten bewee? opnieuw haar superioriteit: met doodelijke juistheid overstelpte zij de Duit sche loopgraven met granaatkartetsvuur, waarna de infanterie den vijand met de bajonet uit zijn stellingen wierp. De Belgische troepen verleenden krachfc- dadigen bijstand. Vijf verschillende linies van loopgraven werden genomen. De Fransche vliegers bewezen groote dien sten bij het opsporen van Duitsche onder zeeërs, waarop dan door de torpedo boot jagers jacht werd gemaakt. Uit wraak bom bardeerden de Duitschers de steden aan de kust. De bondgenoot©i hadden eveneens succes in de omgeving vau Béthune. De Engelsche troepen hadden een zware taak te vervul len zij slaagden na vier weken hardnekkig vechten erin den vijand over een afstand van tien mijl terug te werpen. Duitsche vliegers bombardeerden de stad, waarbij twaalf burgers werden gedood en twintig gewond. België. De strijd aan de User. Berichten uit België. I LONDEN. De „Daily Mail"' verneemt t uit Noord-Frankrijk van officieele zijde, dat Een onzer correspondenten te Sluis seiut de Belgen Dinsdag de Duitsche positie aan het volgende: 'èe Yser boven St. George doorbraken en De strijd aan de User rs sedert enkele daar stelling innamen, dagen mot nieuwe felheid hervat ten N.-O. van Nieuwpoort, op de eenige De „Vlaamsche Gazet" drukt een brief strook land, welke tusschen de zee en het af van een Belgisch soldaat, die als telegra- kanaal van Nieuwpoort niet overstroomd fist bij het leger in Veurue-Ambacht werk- is. Dagelijks hebben bloedige gevechten van. zaam ia Het volgende is er aan ontleend: man tegen man plaats in de streek, tus- „Dixmuidei, Pervijsse, Yperen liggen schen Lombaertzijde en Westende gelegen, alle verguisd. De lijken zijn op het kerkhof waar de verbondenen in de aldaar zeer uit den grond geschoten. In de omliggende breede duinstrook oen voor hen zeer gun- streken vindt go in al de weiden alle 5 a 6 stige stelling handhaven en vrij gemakkelijk meters eene „marmit", d.i. een door een de hevigste aanvallen der Duitschers kunnen/fvranaat geploegde put, welke voor de 12 tegenhouden. l>it is nog onlangs weerkom. Kanonnen ongeveer 1,5 meter diep is en gebleken bij den eersten aanval op Paling- J 2k meter doorsnee heeft, en voor de stufe- brugge-Nieuwpoort, die met de hulp der t ken van 28 cm. zoo iets van 3 meter diepte vloot afgeslagen werd. Deze aanval was ge- eu 4 meter doorsnee. In deze putten wor- richt op de drie op elkander volgende brug- den onze docden begraven. De aarde is hier gen, welke den weg naar Kales beheerschen. 1 letterlijk omgeploegd door de granaten en Volgens de jongste berichten zouden de J de huizen worden nu nederig vertegenwoor- verbondenen een geslaagden tegenaanval digd door ©en steenhoop, hebben gedaan en zijn ze thans tot Middel- 1 Onze divisies lossen beurtelings de eerste kerke govorderd, een plaatsje halverwege vuurlijn af na een tiental dagen loopgraaf- Van de gekwetsten wil ik niet spreken. Dit is onmenschelijk. Het komt dikwijls voor, dat de loopgraven niet voorzien kun nen worden van mondbehoeften, aangezien zij door de obussen regen niet genaakbaar zijn. Begrijp dan het lot dier heldhaftige jongens onder zulke omstandigheden. In hoevclo loopgraven ateeg het water niet tot 20 of 30 centimeter? De telegrafisten hier hebben het ook niet beneden de markt. Onze verschansingen worden beschoten met shrapnells, eoms met brisants. Dan kruipen we op onzen buik door het slijk voort, naar de loopgraven, die verbonden moeten worden met het hoofd kwartier. Dit is een sport, om van dikke menschen magere te maken- Natuurlijk moet er één van onze mannen het toestel dienst doen. Hij wordt dan na één of twee dagen afgelost. Zoo krijgt een ieder rijn beurt, om in den dans te treden. Vandaag of morgen is 't mijn toer, op de ,.po6te de combat" bij de telefoons... De poste de combat No. 1 ligt op 2$ uur gaans van hier, tegen den Yserstroom. Men moot daar 's nachts afgelost worden, anders is men voor de poes. Men riskeert daar zijn huid, maar 't is voor 't vaderland. Nochtans wordt er bij ons niet gevoch ten, om die eereplaatsen te betrekken, wel integendeel't is zoo maar uur ver door 't slijk te baggeren, tot over de enkels, 1 in een wind om omver te waaien, in een regen, die plast, om ginder, op gevaar af, reeds onderweg getroffen te worden, 24 uren bij de telefoon te zitten, ineengedoken als een opgejaagde muis, in een loopgraaf, welke voor vloer een slijkmassa, voor pla fond wat aarde op eenige balkjes vertoont, waar het 6Üjkwater voort-durend doorsij pelt." Plcizicrbootjcs in den oorlog Heinrich Binder, de oorlogscorrespondent van het „Berliner Tagoblatt" in het westen schrijft: Met een snelheid van veertig kilometer vliegt onze kleine boot door het kanaal maritieme. De binnenhaven van Zeebruuge wordt als vei lige ankerplaat» opgezocht. Op rustige zomer dagen droeg de motorboot vroolijke gaat< n over de meren un de HaTcl. Het sianke lijf van de boot is staalgrijs ge verfd. Zooals alles grys is in dezen oorlog: zelfs de zee, die in gelijkmntig rhythmo van achter de pier omhoog spat, schijnt haar groene kiour verloren to hebben. Onder een grijzen hemel een grijzo zee. In het wis-ton op de vlakko kanalen en op do traagstroomendo rivieren van België is f-u afdocling motorbooten samengesteld, rn-'t lui tenant S. aan int hoofd. Zrj is feitelijk een macbiucgewoor-afdoeling te water, die den staat vaartuigen, paarden en tros bespaar». De l-ooten worden kosteloos ter b<«rnikkuig ge steld. Htm eigenaars zijn, to<-a het corps ge vormd was, eerst geoefend in hot gebruik vau karabijn, pistool en machinegeweer. Bij schiet oefening- n op do Wann-ioe bij Berlijn werden ten slotte 2S procent treffers bereikt. Toen kon het corpet te velde trekken. Het grootste gedeelte ging naar het oosten, de rest naar het westen In 44 ur.r moesten wij van Span dan naar Leuven. Het mijnen veld van Qo Scheld" rondom Antwerpen moeat verkond worden Denzelfden dag was Antwer pen echter gevallen en aDrk-r werk wachtte do kleine, onrustige dingen, die a!s spelend op do golven schommelen Hier moest een brug op geblazen worden, daar een drijvende mijn op- gevischt. Soma moc*t een geraffineerd uapon van do Belgen onschadelijk worden gemaakt. Er dreven balken in het water met een on- zichtbare explosieve lading, houten mijnen dus. In do Schelde vonden wij nog andere vorrnfisin- gen, prikkeldraadversperringen onder den wa terspiegel, waarin schroef en roer onklaar raakten. Bij Gent moeeten wij schepen laten zinken, maar het voornaamste en spannendste werk was het verke.nnen van dcD mijnenzordols. Er kwamen wilde, onrustige dagen. Wij vin gen frajic-tirenrs en namen Belgische soldaten in politiek gevangen Zij waren herkenbaar aan hun penning. Zij wierpen dien ni"t weg. omdat zij die later, bij de afrekening, moesten laten zien. Daar de Duitschers echter alle tak ken doorzochten en het hemd op de borst open den, lieten zij de penningen aan een touwtje in hun mouw hangen. De mannen van de w.r>- torbooten der Wannsee hebben dat spoedig ontdekt. Toen het kustgebied veroverd was. werd een patrouillcdionst voor de booten ingesteld. Aan de grens, op de kanalen, over Brugge en Osten- Oostende en Nieuwpoort. Dit bericht moet echter nog bevestigd worden. De strijd in Vlaanderen. LONDEN. De correspondent van de „Daily Tel." in Noord-Frankrijk seint: De strijd bij Nieuwpoort was de meest welgeslaagde actie in de afgeloopen week. De Fransche en Belgische troepen maakten zich meestor van belangrijke stellingen. De bondgenooten rukten voorwaarts in het ge- Jantje gehoorzaamt, vader Bouin strijkt zijn papier glad, doopt zijn pen in den inktkoker en begint met zijn oude fouriers- hand inderdaad in sierlijke letters te schrijven Parijs, 25 December 18..., dan op een rieuwen regel. Aan mijnheer... Hoe heet die mijnheer, vrindje? Welke? vroeg het kind verwonderd. Wel die meneerj© weet wel.... ik meen dien meneer van de boterham. Nu had Jantje hem begrepen en ant woordde Neon, 't is geen meneof. Sapperloot, een dame dan? Vader Bouin trok een bedenkelijk ge zicht en streek zich over zijn kalen knik ker. Hoe graag hij ook brieven schreef en 't liefst velen van tien stuivers, die uiet te lang waren, was hij, geheel verschillend van onze soldaten, erg beschroomd, als men hem kwam vragen een brief aan een dame op te stellen. Dus oen dame, zegt ge? Janeenziet stotterde Jantje. Neen maar, die is goedWeet je dan niet eens aan wien je moet schrijven? O, jawel, haast het kind te antwoor den. Voor den dag dan er mee en gauw een beetje; ik kan mijn tijd wel beter ge- bruikeu. Jantje begint te beven, wordt bleek, dan rood, vuurrood, 't is of hem de keel wordt dichtgeknepen, nu het woord er uit. moet. Eindelijk roept hij in één adem Ik moet een brief hebben voor het Kerstkindje Bouin lacht niet, neen heelemaal niet: hij legde de pen neder, nam zijn pijp uit den mond en sprak op ernstigen toon Zeg eens, kereltje, je bent tcch niet van plan een oud-gediende voor den mal te houden? Je bent nog te klein om je een pak slaag te geven, dat is je geluk. En nu rechtsomkeert, voorwaarts, marsch.... en als de drommel de deur uit! Jantje werd bang voor den boozen blik en den dreigenden vinger van den ouden snorrebaard, hij maakt rechtsomkeert zoo haastig als zijn sloffende schoenen hem dit toelaten. leven (in dit seizoen), om in de tweede lijn vat uit te rusten. Gnnoodig u te melden, hoe aangenaam het is, in die kille aarde, ineengedoken en onbeweeglijk dagen en nachten bij 't gure winterweder door te brengen, en dan rollen de „brisants" en „shrapnells" boven uw hoofd door «1e lucht- ruimte en ontploffen als een zandhoos in den grond. Wee! als de loopgraven ontdekt zijn, want de dood wordt met oorverdoovend ge kraak in het roude gezaaid. Op hetzelfde oogenblik had Bouin spijt van zijn uitval; noen, dat was geen kwajon- gensstreek, daarvoor was het kind te lief er te bedeesd. Het medelijden begon te spre- ken. Mijn God, prevelde hij, wat wordt er j toch een ellende geleden in dat groote Pa rijs! Hij riep het kind weer terug. Zeg eens vent, hoe heet je Jantje. Jantje, wie? Alleen maar Jantje. Bouin voelde ziin oogen vochtig worden, maar dat wilde hij met laten blijken, hij J zweeg een oogenblik en vroeg verder. En wat wil je aan 't Kerstkindje schrijven j Ja, sprak het kind, ik geloof, dat ik hem maar aan God moest schrijven. Maar hoe heb ik het nu? Voor wie is uw brief? Eigenlijk voor het Kerstkindje. Maar waarom schrijf je dan niet aan het kindje zelf? Omdat, klonk heb allerliefst kinder lijk, omdat het Kerstkindje nog niet lezen kan. Voor zijn doen redeneerde ons knaapje al heel goedzelf kon hij nog niet lezen en hij was al zes jaar dus dat kleine kindje van Bethlehem nog veel minder. Vader Bouin beet zenuwachtig op zijn pijp, en om zijn ontroering te verbergen, zeido hij eenigsrins ongeduldig. Maar nu gauw opgebiecht, wat wil je vragend Ik wil Let kindje zeggen, dat moeder altijd maar door slaapt, van gistermorgen af, en of nu het kindie een engel wil stu ren om moeder wakker te maken- De oud-soldaat kreeg het nu wezenlijk benauwd, want hij begon te vermoeden en te vreezen, dat hij tot een verschrikke lijke ontdekking zou komen. Toch kon hij zich niet bedwingen verder te vragen. Je sprak daar straks van een boter ham, nietwaar? Ja, antwoordde de kleine, een boter ham; ik heb zoo'n honger, vóórdat moeder ging slapen, gaf zij mij het laatste stuk brood, dat er in huis was. En wat heeft zij zelf dan gegeten? Moeder zei altijd, dat ze geen hon ger had. Wat heb ie gedaan om haar wakker De Tsaritsa van Rusland en haar dochters hebben een verheven voorbeeld gegeven in de verzorging van gewonden, dia van de slagvelden aankwamen te St. Petersburg. En haar voorbeeld heeft navolging gevonden. Zooals ook in andere landen hebben tal van Russische jonge dames zich aangesloten bij het Roode Kruis. We geven een photo van eea groep Russische verpleegsters weer, die windsels, enz maken te maken 1 Wel, zooals altijd, ik heb haar een zoentje gegeven. Haaide zij nog adem 1 Jantje lachte even, en dat glimlachje maakte hem inderdaad mooi en hef ais een engel.... Ik weet het niet, zo: hij, maar haalt oen mensch dan niet altijd adem? Vader Bouin wendde het hoofd om, want een paar dikke tranen rolden hem over de wangen. Hij antwoordde niet op de vraag van het kind, maar mot een stem, die eenigszins beefde, vroeg hij opnieuw: En hebt je niets geveeld, toen je je moeder gekust hebt? Noen... Ja... Zij was zoo koud... maar het is ook zoo koud bij ons erg koud En zij beefde en rilde zeker van kou, nietwaar? O neenZij maakte niet de minste be- weging. Zij was zoo mooi, zoo mooiDe handen lagen doodstil en op de borst ge vouwen. en zij waren heel wit. Haar hoofd lag achterover, bijna achter het kussen, haar oogen waren half dicht, en zoo lag zij naar den hemel ie kijken. Vader Bouin sprak niet meer, maar hij dacht Ik benijd de rijkenik, die behoor lijk te eten en te drinken heb. En ziedaar een aöder, die sterft van hongerja van honger!! Nu nam hij het lieve kind. zette het op zijn knieën en zeide op innig goeden toon Hoor eens, lief vrindje, je brief is af, al weggestuurd en bezorgd ook. Breng mij nu naar je moeder. Heel graag, meneer. Waarom huilt u? vroeg Jantje vol verwondering. Ik huil niet, antwoordde de oud-krij ger. terwijl hij het kind innig aan zijn hart drukte en met tranen besproeide Mannen weenen immers niet! Maar, arm kind. je zult straks zelf schreien, en bitter schreien ook. Nog zoo klein en nu reeds zoo verlaten I Wat was ik zelf bedroefd, toen ik mijn goede moeder moest missen, en ik was reeds zooveel ouder Kleine Jan begreep niets van dat alles en stond met- zijn groote blauwe kijkers vader Bouin aan te staren. Deze scheen het kind heelemaal te vergeten en vervolgde voor zich zelf: O! Wat herinner ik me dat alles nu levendig? Ik zie moeder nog op haar sterfbad, in de laatste oogenblikken, en ik boor nog duidelijk wat zij mij toen op het hart drukte, voordat rij mij vaartwel zeide: ..Jongen, wees altijd een fatsoenlijk mensch en een braaf Christen" Jongens... jongens!... Bouin ochudde bedenkelijk het hoofd. Toen stond hij op, nam het kind in ziin armen, drukte het nogmaals aan zijn hart en zeide, als sprak hij tot iemand, die voor anderen onzichtbaar was: „Ja dierbare, oude moeder, hier ben ik weer. Wees tevreden. Laat mijn vrienden mij uitlachen en bespotten zooveel zij willen. Waar gij rijt lieve moed r, wil u ook we zen, en ik zal u tevens dien kleinen, lieven engel meebrengen. Nooit zal hij mij weer verlaten, hij heeft twee vliegen in één klap geslagen, hij zelf krijgt in mij een vader, en :k wordt wederom een oprecht Christen... Hiermede eindigt de geschiedenis. De arme vrouw, die van ellende omkwam, werd i niet uit den dood opgewekt. Wie zij was'; Jantje wi6t niet boe zij heette. Welk ma*-- telaarsleven zij geleid beeft? Ik weet hot evenmin. Maar nu ken ik een jongeman in Parijs, die „schrijver" is, geen schrijver van brieven in een posthuisje, op den hoek van twee straten, zoo..ls vader Bouin. maar ven echte schrijver, die schoone en verdien stelijke stukken schrijft in dagbladen tijdaffiriften. Hij heet nu geen „Jantje' meer, maar kortweg „Jan". Vader Bouin heeft zijn posthuis reeds lang verlaten, maar al hebben de jaren zijn beenen nog strammer gemaakt, hij praat nooit meer van het invaliedenhuis. Hij i:-: een knappe oude heer, eerlijk en fatsoenlijk, zooals altijd, en daarenboven een braaf Christen. Hij gaat groot op de glorie var zijn „Kerstkindje", zooals hij „Jantje' nog dikwijls noemt, en als hij deze geecb:-- denie op zijn eigenaardige wijze verhar. eindigt hij altijd met deze innige over tniging: Ik weet werkelijk niet welke postbe ambte zulke brieven bezorgt, maar in dcu Hemel komen zij allemaal aan hun adres 1 L. O.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1