Het laatste gevecht van de „Emden".
OP ZEE.
DE» SOLD ATEKTCOUR AKTT van "Vrijdag XQ December 1 9X4
Een historische ontmoeting. Op hot laatste plekje grond, dat den Belgen nog te verdedigen
overgebleven is, had dezer dagen de historische ontmoeting plaats tusschen den
Koning der Belgen Albert en Koning George van Engeland. De ontmoeting was
zeer hartelijk. Koning George lanchte bij Koning Albert in diens villa aan
zee en verleende zijn gastheer een hooge onderscheiding.
de witte velden. Aan den helderen hemel
boven ons twinkelden de sterrebeelden.
Slechts met moeite scheidden wijom na een
flinken draf weer het hoofdkwartier te be
reiken.
We vielen juist binnen, toen het souper
werd opgediend. Een petroleumlamp en
een kaars op een leege flesch zorgden voor
de verlichting. Aan het hoofd van de tafel
zat weder de divisiecommandant, die op
aangename en kameraadschappelijke wijze
het gesprek onderhield.
Maar ook thans kwamen voortdurend
berichten binnen. Er moest op dit punt
van de grens scherp gewaakt worden, daar
de Russen herhaaldelijk pogingen deden
om naar Gumbinnen en In,sterburg door te
breken.
Plotseling werden de gesprekken ge
staakt. Duidelijk was het knetteren van
mitrailleurs te hooren, ook ginds aan de
apdere zijde van het bosch kwam leven, de
vijandelijke batterijen vuurden er duchtig
op los. We snelden naar buitenin het
maanlicht lag het slapende dorpscherp
toekende de silhouetten der schildwachten
zich af. In de verte werd een vuurgloed
zichtbaar van een nieuwen brand.
„Een nachtelijke aanval van de Russen",
zeide een der officieren; „dat doen zij
graag bij maanlicht."
Al spoedig bleek echter, dat de hoofd
aanval aangezet werd op een ander deel van
het front.
's Morgens werden eenige gevangenen in
het hoofdkwartier gebracht, en kwam be
richt van de voorposten, dat een sehijnaan-
val afgeslagen was.
Engeland.
Hoe "kanonnier Harlock geridderd werd.
Een medewerker van de „Daily Telegr.
vertelt hoe een kameraad van sergeant
Harlock van de 113e batterij het verhaal
deed van de wijze waarop de sergeant het
Victoria-krui8 verkreeg.
De soldaat vertelt
„Bombardier Harlock, dat was hij toen
nog, had vei'bazend geluk. WIJ waren in
actie op een open terrein en het ging er
warmpjes toe, hoor „Jack Johnson's" en
kartetsen. Toen een „Jack Johnson" (een
granaat) insloeg sprong er tegelijkertijd
juist een kartets en het hield toen niet op.
Een kartets sprong juist onder het kanon
van Harlock, de staart 'van de affuit werd
vernield en Harlock kreeg splinters in zijn
Techter dij niet erg hoor, maar erg'
genoeg dat ze hem misschien wel een paar
weken in het hospitaal zouden houden
hij ging naar het verband-station, en de
dokter verbond hem en zei hem naar de
ambulance te gaan om zich naar het hospi
taal te laten brengen.
„Harlock gaat naar buiten, maar
hij kijkt niet uit naar een ambulance, maar
gaat terug naar de batterij. O hé! hij was
hier nog geen vijf minuten of hij kreeg er
een in zijn rug. Weer wandelt hij naar het
verbandstation, en de dokter vraagt hem
waarom hij niet naar het hospitaal is ge
gaan. tHarlock zegt, dat hij geen ambulance
had gezien. Toen hij weer verbonden was
geeft de dokter een hospitaalsoldaat last
Een officier van den Australischen kruiser
„Sydney" geeft in een brief aan. zijn vader de
•volgende interessante beschrijving van den
strijd tusschen de „Sydney" en de „Emden":
Op 9 No.vember bevonden wij ons met ons
schip op ongeveer 50 mijlen ten Oosten van de
Cocos-eilanden (ten Zuidwesten van Java),
toen wij 's morgens om 7 uur een draadloos
telegram, verzonden door het station voor
draadlooze telegrafie op genoemde eilanden,
ontvingen, dat al3 volgt luidde: „Vreemd oor
logsschip in de nabijheid van do haven". Van
de „Melbourne" ontvingen wij daarop bevel
om met vollen stoom naar de eilanden te gaan
en een onderzoek in te stellen.
Ik nam juist een bad, toen een mijner col
lega's binnenkwam en mij vertelde, dat de
vijand zich op 40 mijlen afstand van ons be
vond. Ik dacht eerst, dat het oen „mop" was,
maar ten slotte wist hij mij te overtuigen, en
ook de groote snelheid, waarmede wij vooruit-
stoomden, bewees, dat er iets aan de hand was.
Ik weet niet, wat de anderen op dat moment
gevoelden, maar ik was ernstig gestemd en
vroeg mijzelf af, hoo het mot mij zou afloo-
pen.
Om kwart over negenen kwamen de kokos
palmen der Keeling-eilanden in het gezicht en
vijf minuten later ontdekten wij de Emden",
or liever haar schoorsteen en, op een afstand
van ongeveer 15 mijlen. Om tien minuten over
half tien opende zij van een grooten afstand
hem weg te brengen, zeggende, als hij in
staat is geweest naar zijn batterij te loopen,
kan hij ook wel naar het hospitaal loopen.
Met z'n tweeën gaan ze dus weg, maar
Harlock beduidde den soldaat, dat de dok
ter een beetje al te zwaar op de hand is en
dat er nog genoeg lui zijn die de hulp van
den verpleger meer noodig hebben dan hij
en dat als de hospitaal naar het verband-
station wilde teruggaan, hij, Harlock, zijn
weg zelf wel zou vinden. De soldaat vond
dat goed, maar zegt tegen Harlocknou
geen gekheid hoor, anders loop ik tegen de
lamp. Je gaat regelrecht naar het hospi
taal.
Harlock zegt „Goeie morgen" en keert
dan de woorden van den dokter om als ik
naar het hospitaal kan loopen, zegt hij bij
zich zelf, kan ik net zoo goed teruggaan,
naar de batterij. Zoo komt hij terug en
drommels hij is nog maar weer nauwelijks
vijf minuten bij ons of hij krijgt eenige
splinters in zijn arm.
Een paar van onze officieren ontmoeten
's avonds den dokter en vertelden hem van
Harlock en toen moest deze voorkomen en
kreeg een standje. Maar ik denk dat ze
werk hadden om zich goed te houden. In
elk geval hij is sergeant geworden en kreeg
het Victoria-kruis.
Frankrijk.
Op het Westelijk oorlogsterrein.
LONDEN. Het persbureau meldt: Na
een periode van betrekkelijke kalmte is de
strijd in Noord-Fraulcrijk en Vlaanderen
krachtig hex-vat. Een gecombineerde aanval
der geallieerden werd gisteren ondernomen
over de lijn Hollebeeke tot Wyteaohoote.
Verschillende Duitsche loopgraven werden
genomen, een aantal krijgsgevangenen ge
maakt. Wij gingen goed vooruit.
BERLIJN. Officieel. Uit het groote
hoofdkwartier werd Dingdagmorgen ge
meld De Fransehen deden gisteren op ver
schillende plaatsen tevergeefs aanvallen.
De aanvallen op onze stellingen zuid
oostelijk van Yperen mislukten met sterke
verliezen voor den vijand.
Een vijandelijke aanval uit de streek
noordoostelijk van Suippes werd afgeslagen
met groote verliezen voor den vijand, even
als een aanval noord-oostelijk van Ornes
(ten noorden van Verdun).
In de streek van Ailley en Aprémont
(zuidelijk van St. Mihiel) trachtten de
Franschen met een viermaal herhaaldebe
storming onze stellingen te nemen. De
aanvallen raïfelxxkton, eveneens mislukte een
hernieuwde vijandelijke offensieve bewe
ging uit de richting van Flirey (noordelijk
van Toul).
In de Vogezen duren de gevechten nog
steeds voort. Bij de herovering van het
dorpje Steinbach (westelijk van Sennheim)
maakten wij driehonderd gevangenen.
Tusschen vriend en vijand.
In het „Berliner Tageblatt" schrijft een
officier van gezondheid o.a, het volgende
scheteje
Sedert weken gaat het om het dorp W. Be
gin September waren wij er. Daarop kwamen
het vuur op ons en kort daarop stoomden wij
op haar toe
Het heetste gedeelte van den strijd was voor
ons het eerste halfuur. Om te beginnen open
den wij het vuur met de kanonnen aan bak
boordzijde. Ik stond bij kanon No. 1, toen de
adelborst Atkins tot mij zeide: „Moet er ge
laden worden, sir?"
„Neen," antwoordde ik, „wacht tot het be
richt daartoe komt."
„De Emden" vuurt reeds," merkte hij oven
later op.
„Goed, laad dan, maar geef nog geen vuur."
Later hoorde ik, dat het bevel om te laden
reeds 10 minuten eerder bij de andere kanon
nen ontvangen was. Enfin, mijn treuzelen had
gelukkig geen n ad eel i ge gevolgen voor ons.
Atkins was geduronde het geheel© gevecht zoo
koel als een komkommer.
Even later hoorde ik een gekraak en zag ik,
hoe oen granaat terechtkwam in de nabijheid
van kanon No. 2 aan stuurboordzijde. Ik wist
echter niet, dat alle kanonniers, die dat stuk
bedienden, er door buiten gevecht waren ge
steld. Daar ik geen vlammen of rook bespeurde,
en er dus geen brand ontstaan was, ging ik
met mijn werk door, dat al mijn aandacht in
beslag nam. Het laden der stukken ging uit
stekend, maar hot aanbrengen van munitie liet
nog wel iets te wensohon over en het was
bovendien een zeer gevaarlijk baantje. Voort
durend hoorde ik de ontploffing van granaten
in onze nabijheid. Eenige oogenblikken later
boorde ik, dat hc-t schild van kanon No. 1 aan
stuurboordzijde door een granaat weggeslagen
was. Een der manschappen kwam mij vertellen
de Franschen binnen. Einde September werd
het hun in stormloop afgenomen. In October
namon wij het weer. Nu hebben wij ieder een
helft. Aan het eene eind liggen de Franschen,
aan het andere eind hebben wij ons kwartier.
In het midden van het dorp, in een der beste
huizen woont een ongetrouwde dame, midden
in de dertig, niet onknap. Zo is bijna de eenige
inwoonster van heb half in elkaar geschoten
dorp.
Toen wij binnen trokken nam zij als eenigo
waardige vertegenwoordigster van het vrou
welijk geslacht ons onder haar hoede. En de
vestibule van haar huis diende ons bij gebrek
aan een beter vertrek als offïciers-cantine.
Een groote ronde tafel vulde die bijna geheel.
Boven de deur waaide de witte vlag met lieu
rood© kruis. „Ik ben neutraal", zei zij. Ze was
als verpleegster opgeleid en had hier onder de
Franschen een klein lazeret ingericht. Als wij
haar vroegen of zij niet bang was omdat nieu
we gevechten te verwachten waren, wees zij
gewoonlijk op de vlag en zei: „Ik ben neu
traal."
Zij had hier reeds bombardementen en
straatgevechten meegemaakt. „Waar waart,
gij in dien tijd?," Zij liet mij haar stevig ge
welfden kelder zien. Er stond een bed on een
tafel en levensmiddelen lagen or opgestapeld
Nu was ze van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat bezig om voor ons te zorgen. Van onze
eerste morgenkoffie tot de laatste bisschop
toe, waarmee we om 'middernacht afscheid
pleegden te nemen van de cantine-tafel.
Toen wij uit het dorp terug trokken, wilden
wij haar meenemen. „Wij moeten het dorp
misschien beschieten," zeiden wij. Zij ging nieu
mee. ,,Ik ben neutraal," zei zij. En wees op
haar vlag.
De Franschen trokken binnen en zij zorgde
voor hen. Het dorp werd door ons beschoten.
Haar huis bleef gespaard. Er vonden straatge
vechten plaats. Zij, ging niet weg.
Nu behoort het dorp voor de helft ons on
voor de andere helft aan de Franschen. Zij
woont in het midden. Boven haar deur waait
stukgeschoten de witte vlag met het roode
kruis. Soms in het middaguur, als meest wa
penstilstand heerscht, komt in een doek ge
huld, een vrouw met oen mandje aan de hand
naar buiten en draagt het vandaag naar dit
einde, morgen naar het andere einde van het
dorp en alle wapens zwijgen. Ieder kent haar.
Zij is neutraal.
Als de oorlog ten einde is, krijgt zij van
Frankrijk liet legioen van eer en van Duitsch-
la.nd het ijzeren kruis.
De zwijger.
In de „Echo de Paris" geeft Paul Bour-
get deze schets van den Fransehen opperbe-
velhebben generaal Joffre:
Ik wil trachten van dezen aanvoerder een
portret te geven, niet een levende afbeel
ding van den man, die met zicb mee
draagt het bestaan van bet gelieele land,
maar een schets van zijn persoonlijkheid,
zooals op het oogenblik in de gedachten
van eiken Franschman zijn wezen voor ons
staat. Van hem getuigde Lord Kitchener,
die andere oude, ruwe oorlogs-werker, die
anders niet overloopt van loftuitingen:
,,'t Is een groot man".
Het is wel natuurlijk, dan men niet met
één slag in het denken van een volk, dat
zicb in gevaar bevindt, het levend symbool
wordt van bet nationale heil, wanneer men
niet een zeer sterke persoonlijkheid bezit.
Ik weet«daardoor niet, wijl ik hem persoon
lijk niet ken, op welke wijze bij zou kunnen
afwijken van de voorstelling, welke we ons
van hem gemaakt hebben. En ziehier die
voorstelling.
In de eerste plaats vertegenwoordigt hij
voor ons de deugd aangeduid door den ©ere
titel. van den Zwijgerdat is de Stilte.
Wij werden reeds zoo lang vermoeid daor
bet woord Wij hebben ze bij zoo groote
hoeveelheden gekend, beloften en ïjdel-
heden
Dadelijk bij de eerste communiqués,
welk een opluchting! Geen phrases; daden.
Geen beroep op zenuwen en aandoening.
Een preciese aanduiding, welke u noodzaakt
de gebeurtenissen op de kaart na te kijken,
en zelf. den marsch der troepen te volgen,
hun terugtocht hier, hun vooruitgang daar.
En dan vrordt deze inlichting nog terug
gebracht op een minimum.
De generaal is met zijn eigen aangelegen
heden bezig, welke niet de uwe zijn. Hij
verlangt er niet naar, noodelooze twist-ge-
sprekken uit te lokken; hij wenscht geen
uitroepen van verrukking, noch van teleur
stelling, welke wellicht onder de soldaten
zonden kunnen worden herhaald.
Hij doet geen beroep op de publieke
opinie, en aangezien bij er niet op speculeert,
kalmeert bij baar.
Zijn stilzwijgendheid bereikt dat wonder,
dat hij de publieke opinie weet te discipli
neeren en haar weet te benutten voor den
geest van eendracht in bet leger.
Wanneer bet uur zal zijn gekomen, om
voor den tegenwoordigen oorlog bet stand
beeld op te richten, waarop onze erkente
lijkheid bet aanspraak doet maken, dan zul
len wij op de eerezuil geen advocaat plaatsen
in rok, bezig met een toespraak te houden.
Wij zullen er een officier op zetten, in
uniform, in gepeins verzonken. Want het
zal dit denken zonder ophef zijn geweest,
dat ons beeft gered.
Den merkwaardig verhaal.
PARIJS. Een belangrijke rol is bij de
verovering van Vermelles gespeeld door de
doofstommentaal. Het „Journal des Sourd-
muets" deelt daarover mede: De Duit-
schers hadden de kinderen bijeen gebracht
in de school en daarop hunne mitrailleuses
geplaatst. De Fransche kolonel was daar
door in ©en groote moeilijkheid gekomen
hij had last gekregen het dorp op 5 Dec.
te nemen, maar hij kon niet besluiten op de
school te schieten. Achter een afgebrokkel-
den muur kon hij de kinderen zien spelen
op het schoolplein. Onder deze zag hij een
manke, en uit diens gebaren maakte de ko
lonel op, dat hij doofstom was.
Dadelijk riep de kolonel een man, die de
doofstomrnentaal kende, en gaf dezen last
de aandacht van den knaap te trekken,
door zonnestralen in een klein spiegeltje
optevangen. Zoo kon hij den knaap toen den
raad geven alle kinderen bijeen te brengen
in een der boeken van de speelplaats. Zoo
dra dat geschied was plaatste de kolonel
de tien beste schutters achter den wal, en
van daa.r konden zij de Duitsche bedienings
manschappen van de mitrailleuse, hoewel
zij gedekt waren opgesteld, neerschieten.
De kolonel vormde tevens een colonne om
de school te nemen. Zoodra de doofstom
me het afgesproken sein geven hadr
schoten de scherpschutters de Duitsche be
diening der mitrailleurs weg, de infanterie
nam met de bajonet de school en de speel
plaats, en tien minuten later was "Vermelles
in handen der Franschen.
Het ondermijnen van loopgraven.
Herhaaldelijk wordt melding gemaakt
van het ondermijnen van loopgraven, waar
toe men zijn toevlucht neemt, nu bajonet-
aanvallen weinig resultaat opleveren, daar
beide partijen vrijwel even sterk blijken te
zijn.
In den Temps" treffen wij, een brief
aan van een infanterist, die de explosie in
bet boscb van Grurie, waarvan onlangs in
een communiqué werd melding gemaakt,
heeft medegemaakt.
Hij schrijft dan o.m.:
Ik zat in mijn loopgraaf en was bezig je
pakje uit te pakken, toen ik plotseling een
vreeselijke ontploffing hoorde: blijkbaar
had de vijand onze loopgraaf ondermijnd.
Ik had nog juist den tijd, je brief in m'n
zak te steken, toen de Duitschers, gebruik
makende van onze verwarring, de gemaakte
bres al binnendrongen. Zij zaten' ons zoo
dicht op bet lijf, dat ik van mijn revolver
moest gebruik maken. We zijn ze ten slotte
baas geworden, maar ik verzeker je, bet
kostte moeite 1 Wij bestookten elkaar met
bandgranaten. Het was een ontzettende
strijd: om twee uur 's middags drongen zij
binnen en pas 's morgens om twee uur had
den we ze eruit gewerkt. Ik had er toen
ook meer dan genoeg van: ik was d-oodop.
Geen onzer had de laatste 24 uur een stuk
gegeten. Maar enfin, de aanval was alweer
afgeslagen. Het meest nog spijt het me, dat
ik de meeste van mijn spullen in handen
zijn verraad 450 francs gekregen.
Een ander geval vau spionnage is dat
van een Duitsche schooljuffrouw en haar
man, die doodgeschoten werden bij
Romegny. Do vrouw stond glimlachend
tegenover de soldaten van het vuurpeloton,
en hield haar mans hand vast.
Het was ontzettend dat zij wel een kwar
tier moesten wachten, terwijl de gendarmes
worstelden met een Dnitsch soldaat, die ook
moest worden doodgeschoten wegens plun
dering.
Rusland.
Pctrograd zonder water.
PETROGRAD. De stad is zonder waiter,
aangezien de leidingen van de Newa door
het. ijs versperd zijn. Dit is voor het eerst
sinds 1893, dat de fabrieken moesten wor
den stopgezet en de theewinkels en open
bare badinrichtingen moesten gesloten wor
den. De stations zijn in duisternis gehuld.
Een tocht naar de Russisch-Turksche grens.
Een berichtgever van het Russische blad
„Rjetsj" schildert als volgt zijn ervaringen op
een reis naar het oorlogsterrein aan de Rus-
sisch-Turksche grens.
„Te Moskou bemerkt men uiterlijk betrek
kelijk weinig van den oorlog, het feit echter,
dat de conducteurs die te velde zijn, vervangen
zijn door hun vrouwen, die trouwens den dienst
uitstekend verrichten, wijst erop dat de toe
stand niet geheel normaal is. Komt men ech
ter in eon der inrichtingen voor hulp en steun,
die door het Roode Kruis of do Zemstwoi in
het leven zijn geroepen, dan bemerkt men
dadelijk, dat de gedachton der Moskouers ginds
bij hun strijdende broeders zijn. In die inrich
tingen maken zich duizenden verdienstelijk,
jonge monschen en oude, beroemde en onbe
kende, de „gepatenteerde redders van het vader
land" echter, zij, die het hardst om oorlog
hebben geschreeuwd, zijn niet te ontdekken.
In den trein, die ons van Moskou naar Tiflis
brengt, bemerkt men reeds meer van den oor
log. Vrouwen ziet men heelemaal niet, behalve
liefdezusters, die zich naar het tooneel van
den oorlog begeven. Daarheen trekken ook de
meeste manlijke passagiers. In onze coupé zaten
o. a. prins Gelowani, Tsjechnikof, de gevol
machtigde van de Doema en eenige officieren
en vrijwilligers. Allen hadden het natuurlijk
over- den oorlog.
De reizigers uit den Kaukasus zien den oor
log met Tulkije veel ernstiger in dan de
Petersburgers en Moskouers.
Zij waarschuwden ons er niet te luchtig
over te denken. Wel spraken zij de hoop uit,
dat wij zouden overwinnen, maar zij boschouwen
den oorlog met Turkije volstrekt niet als iets,
dat een ondergeschikte rol in de oorlogsactie zal
spelen. Een der Kaulcasiërs, een man op jaren,
zeide o.a. tot ons: „Gij, Petersburgers, zijteen
eigenaardig slag volk. De Japansche oorlog
heeft u weliswaar het een en ander geleerd,
dat hij juist een officier, die gewond was, naar
beneden had gebracht en verscheiden andere
mannen eveneens gewond waren. Ik beval hem,
om naar kanon No. 2 aan stuurboordzijde te
gaan en eens te kijken, waarom met dat kanon
niets uitgevoerd werd. Hij ging er heen en be
merkte, dat er juist brand uitbrak, doch spoe
dig slaagde hij er in met eenige anderen het
vuur te blusschen. Later bespeurde ik eenigon
rookik snelde er heen en bemerkte, dat die
rook nog afkomstig was van het brandje, dat
juist gebluscht was. Ik zag echter ook twee
mannen liggen, waarvan de een aan den voet
en de ander in den rug gewond was.
lit droeg aan een der matrozen op voor de
gewonden te zorgen en rende daarop weder
naar mijn mannen toe. Al dien tijd voeren wij
met een snelheid van 25 a 26 knoopen. Eenige
oogenblikken later moesten wij ons naar de
kanonnen aan stuurboordzijde begeven. Atkins
plaatste ik bij kanon No. 1, daar een der
kanonniers buiten gevecht was gesteld. Plotse
ling hoorden wij eenige mannen juichen. Wij
vroegen wat er aan de hand was en hoorden
toen, dat de „Emden." verdwenen was. Tot nog
toe had ik van hot'schip zoo goed als niets ge
zien. Maar nu nam ik zelf ook een kijkje en
werkelijk van het schip was niets te hespeuren.
Ik riep hierop onmiddellijk: „De reddinghooten
uit. Daar zullen wel mannen in het water
zijn."
Juist waren mijn mannen bezig met de booten
uit te zetten, toen iemand riep: „Zij vuurt
nog altijd", waarop iedereen weer naar de
kanonnen liep Wat was gebeurd? Een licht
gele rookwolk had het schip aan ons oog ont
In het onmetelijk Russisch Rijk worden de recrutcn opgeroepen en dan naar het z.g.
depot geleid, vanwaar de verdex'e bijoenbrenging der troepenxnacht van milioenen
geschiedt. Hier wordt de eerste weg naar het Depot afgelegd en dan zijn de
mannen gewoonlijk van hun vrouwen en kinderen vergezeld. Een soldaat
gaat voorop en de stoet volgt.
van de Duitschers moest achterlaten-
Het regent maar steeds. We baggeren tot
de enkels door de modder sommige onzer
loopgraven zijn geheel ondergeloopen.
Spion/nage en executie.
LONDEN. De „Morning Post" meldt uit
Parijs een merkwaardig geval van het Duit
sche spionnage-systeem. Een Franschman
en zijn vrouw werden betrapt op het geven
van seinen aan den vijand in een voorstad
van Reims, uit hun huis, in welks nabij
heid twee Fransche batterijen waren opge
steld. Een telefoon was opgesteld in de
bovenkamer, doch de vrouw gebruikte in
den kelder een andere telefoon, om de
Fransche bevelen aan den vijand over te
brengen. De man had een stelsel van
seinen met een zakdoek in den tuin. Een
Duitsch officier, die jaren lang in Reims
had gewerkt in een ehampagnefabriek,
kwam dagelijks in de voorstad in Fransche
officiersuniform gekleed, om nadere berich
ten te halen. De spion was voorts in het
bezit van roode en blauwe vuurpijlen,,
Waarmede hij des nachts seinen gaf uit een
naburig bosclx, om de aankomst van ammu
nitie of convooien of het verwisselen der
soldaten in de loopgraven aan te geven.
Man en vrouw werden doodgeschoten. Do
man, die vroeger looper was geweest bij
een Duitsche champagnefirma, had voor
trokken; zoodat het werkelijk scheen, alsof het
geheel verdwenen was. Toen de wolk optrok
zagen wij, dat de voormast en drie schoorstee-
nen van 't schip weggeschoten waren en dat
er bovendien brand aan boord uitgebroken
was. Wij gaven de „Emden" nog oen paar
maal de volle laag, waarna het schip op het
strand liep. Om 20 minuten over elven staak
ten wij het vuren.
Wij waren wel ernstig getroffen. Op drie
plaatsen had het schip gaten hekomen, terwijl
enkele andere granaten minder belangrijke
schade hadden aangericht, behalve een, die
op het onderste gedeelte van de brug terecht
gekomen was.
Een kolenboot, die zich in de nabijheid van
de „Einden" .bevond, werd door ons achter
volgd, doch toen wij in de nabijheid waren ge
komen, bleek het schip in zinkenden toestand
te zijn. Wij namen de bemanning aan boord,
die vertelde, dat zij de 'eiken haddon open
gezet. Ora vier uur naderden wij weer de
Emden" en zagen, dat er op het schip met
een witte vlag gezwaaid werd. Maar daar hot
reeds donker iverd en wij vreesden, dat de
„Königsberg" in de nabijheid was, kon er
geen poging tot redding ondernomen worden.
Wol hadden wij dien dag reeds vier leden van
de équipage der „Emden" gered.
Den lOen November vroon in den morgen
begaven wij ons naar het telegraafstation en
hoorden daar, dat do afdeeling, die door do
„Emden" aan land gezet wat, met een schoener
was vertrokken.
Om tien minuten over elf 's morgens kwamen
wij weer bij de „Emden", In een van. de kot
maar u nog niet van de oude lichtgeloovigheid
genezeu.
Men kan zich trouwens niet voorstellen,
welke moeilijkheden de natuur zelf aan den
oorlog in den Kaukasus in don weg legt. Daar
moet ieder klompje aarde afzonderlijk veroverd
worden en de troepen kunnen zich slechts met
de grootste moeite voortbewegen. Vergeet ook
niet, dat de Turken 400,000 man in den Kau
kasus hijeen hebben getrokken. Gij hebt geen
groot denkbeeld van het Turksche leger. Het
was ook niet veel bijzonders, zoolang de hevel
voering in verkeerde handen lag. Maar thans
zijn 2500 Duitsche officieren in Turksehen
dienst. En als gij onder doze omstandigheden
toch nog venvacht, dat wij Erzeroem binnen
enkele dagen zullen veroveren, dan bewijst gij
een onvergeeflijke onkunde van den staat van
zaken. De moeite, die wij zullen moeten doen
om de overwinning te behalen, mag nïot te
gering worden geschat. Maakt u liever heele
maal geen illusies, teneinde geen teleurstelling
te ondervinden, wanneer gij zult bemerken, dat
het niet zoo gaat als gij het meest wonschelijk
acht."
En hoe verder wij naar het zuiden kwamen,
hoe "filter deze waarschuwende en ontnuchte
rende stemmen ons in de ooren klonken. De
ztridlander vat, niettegenstaande zijn op-
heethloodigheid, den oorlog veel ernstiger op
dan wij.
Servië.
Belgrado door Oostenrijk ontruimd.
WEENEN. Van liet Zuidelijk oorl^gstoo-
neel wordt officieel gemeld; De operaties,
ters werd ik er heen gezonden. Door do
branding was het aan boord komen zeer moei
lijk. De Duitschers hielpen mij echter en ik
werd ontvangen door don kapitein van de
„Emden". Ik vertelde hem van onzon kapi
tein, dat, als hij zijn eerewoord wilde geven,
de kapitein bereid was de geheele bemanning
aan boord van de „Sydney" te nemen en naar
Colombo te brengen. Nu moesten de zwaar
gewonden in do booten gebracht worden. Er
waren er vijftien. Wij brachten drie zwaar
gewonden in iedere boot. De Duitschers leden
allen vreeselijken dorst, daarom heschen wij
de watervaten uit de booten aan dok en gretig
braken zij zo open, waarbij zij den gewonden
eerst water gaven.
fk zeide tot den kapitein van de Emden":
„U heeft heel goed gestreden, mijnheer." Hij
scheen ©enigszins bedremmeld en zeide:
„Neen." Ik ging weg, maar even later kwam
hij naar me toe en zeide: „Ik dank u zeer
voor wat u gezegd hebt, maar ik ben niet
tevreden, wij hadden het heter moeten doen.
"U had veel geluk, toen u al mijn schoorsteenen
in het begin wegschoot."
Toen ging ik bet sohip eens bekijken. Ik
kan het haast niet beschrijven. Het geleek een
slachthuis; het gezicht was vreeselijk. De
Duitsche dokter verzocht mij, om mdrphme te
vragen.
Vari do Duitsche officieren vond ik Vittliöff,
den torpedo-luitenant, het aardigste. Luite
nant Schal had veel van een Engelschman.
Te Colombo brachten wij alle gewonden,
Engelschen en Duitschers, aan wal. Uit het
aantal geredden konden wij hur verliezen op
die liet gevóJg zijn van de terugtrekking van
den rechtervleugel, maakteu het raadzaam
ook Belgrado te ontruimen. De stad werd
zonder strijd overgegeven. De troepen heb
ben door de doorgestane vermoeienissen veel
geleden, dooh zijn met den besten geest be
zield.
De Fransóhe legatie meldt
In Servië is de vijand van 10 tot 13 Deo.
over het geheel© front blijven terugtrekken
De Servische voorhoede heeft Veliki Bos
niark bereikt in de richting van Sjabatz,
alsmede Zavlaka in de richting van Loanit-
za. Het centrum van het Servisch© leger
beweegt zich naar het noorden, op Belgrado
aanrukkende. Tijdens hun aftocht hebben
de Oostenrijkers talrijke krijgsvoorraden
verloren. Sinds de hervatting van het offen
sief tot e.n met 11 Dec. bedraagt het aan
tal krijgsgevangenen door de Serviërs ge
maakt, 28000. De Serviërs hebben 70 ka
nonnen en 44 machinegeweren vetmeesterd.
In Bosnië hebben do Montenegrijn-
sch© troepen na een strijd van twee dagen,
Vitzgrad genomen en do Oostenrijkers naar
de overzijde van de Drina teruggeworpen.
De Koning van Servië en zijn leger.
De Matin" heeft uit Nislx een interessante
beschrijving ontvangen van de wederverschij
ning van koning Peter te midden zijner troe
pen.
Juist op het oogenblik, waarop hot land in
den meest kritieken toestand verkeerde
aldus genoemd blad en de Serviërs tegen
over 'n zesvoudige overmacht stonden, kwam
koning Peter op het slagveld aan. Hij was
vergezeld van zijn belde zoons Alexander en
George.
Voor het bevel tot den algemecnen aanval
gegeven werd, sprak de-koning zijn troepen
als volgt toe
„Dappere soldaten! Uw oude koning is ge
komen, om met u te sterven, voor ons vader
land, voor Servië. Laten wij den vijand ver
drijven".
Toen begon de slag, in de onmiddellijke na
bijheid van Torpolai en slechts 15 mijlen van
den berg Opelnatz, waar de asch der konink
lijke familie rust. Daar begon de aanval op
het Oostenrijksohe centrum, die in een schit
terende overwinning eindigde.
Koning Peter werd overal door zijn troepen
op buitengewoon geest-driftige wijze ontvan
gen.
Arable.
Een Italiaansch consulaat bestormd.
De correspondent van de „Times" te
Rome maakt melding van een th'aixs uit
Massowah ontvangen bericht omtrent de
gevangenneming van den Britsohen oowul
te Hodeida (in Yemen) een maand onge
veer geleden. Do consul werd in zijn bureau
door Turksche gendarmen aangevallen. Hij
vluchtte in het Italiaansche consulaat, maar
de Turksche gendarmen drongen hier met
geweld binnen, waarbij de kawas werd ge
wond. en arresteerden den Britschen consul-
Volgens den correspondent van de „Ti
mes" is men in Italië over dat optreden
der Turken zeer verontwaardigd en ver
langt de openbare meening, volledig© vol
doening van do Turksche regeering. De
Italiaansche regeering heeft reeds ernstig©
vertoogen tot d© Port© gericht, maar kreeg
ten antwoord dat do verbinding tusschen
Konstantinopel en Hodeida is verbroken
de Porta zal echter de noodig© stappen
doen. Minister. Sonnino verklaarde Zaterdag
in de Kamer dat hij geantwoord had op
onmiddellijk voldoening te moeten aandrin
gen en dat lxij hoopte dat de Turksche
xegeering niet do wandaden van ©en plaat
selijke overheid zou pogen te dekken
Volgens een Reuterbericht zouden niet
alleen de Britsche, maar ook de Fransche
consul te Hodeida in Arabië geïnterneerd
zijn.
Zweden.
Een Koningsbijcenkomst.
STOCKHOLM. Op uiknoodiging van
den koning van Zweden zal Vrijdag
18 December een samenkomst plaats heb
ben tusschen de koningen van Zweden,
Denemarken en Noorwegen te Malmö.
De koningen zullen door hunne ministers
van buitenlahdsche zaken vergezeld worden.
De samenkomst zal uitdrukking geven
aan de goede verstandhouding tusschen de
drie Skandinavische staten en aan de tus
schen hen bestaande volkomen eenstemnxig-
heid om de tot. nu too gehandhaafde onzij
digheids-politiek voort te zetten. De samexi-
komst heeft bovenal ten doel gelegenheid
te hebben, te beraadslagen over de middelen,
die kunnen worden beraamd om de econo
mische moeilijkheden, voor de drie landen
uit den oorlogstoestand voortvloeiende, te
beperken.
Gevecht En do Uoordzee.
LONDE-N, 1G Dec. (Reuter.) De
Engelsche admiraliteit meldt, dat in de
Noordzee hedenmorgen ©en belangrijke be
weging van de Duitsche vloot plaats had.
Scarborough en Hartlepool zijn gebom
bardeerd.
Onze flottieljes zijn op verschillende
punten in gevecht gewikkeld.
De actie wordt voortgezet.
maken. Zij kunnen niet minder dan ISO dooden
gehad hebben, 20 ernstig gewonden en onge
veer hetzelfde aantal licht gekwetsten.
Toen wij hot laatst in Sydney waren, namen
wij drie jongens aan boord van het oefenschip
„Tingira". De kapitein zeide: „Ik heb zo wer
kelijk niet noodig. maar, omdat aij vlug zijn,
zal ik ze nemen. Het gevcclit had twoe of drie
weken 'ater plaats, maar de twee, die direct
onder mijn toezicht stonden, werkten schitte
rend. Do oen droeg het geheele gevecht door
projectielen naar ziju kanon, zonder ook maar
't minst om dekking te donken.
Het was zeer interessant met de Duitsche
officieren to praten. Den eersten dag zeide oen
van hen tot mij: „Go vuurt op de witte vlag".
Ik ging dadelijk op de zaak in en de torpedo
luitenant en een ingenieur zeiden: „Neen, dat
is niet zoo." Maar wij lieten het hier niet bij
blijven. Een van ons ging naar den kapitein
en hij kreeg van kapitein Von Muller do ver
zekering, dat wij niets van dien aard gedaan
hadden cn dat hij van plan was zijn officieren
bijeen te roepen en hun dit mede te deden.
Toon kapitein Von Muller het schip .to
Colombo zou verlaten, bedankte hij mij voor
het redden van de gewonden, schudde mij de
hand en salueerde. De „Sydney" had meer van
eon hospitaal- dan van een oorlogsschip. Prin
Hohenzollorn was een bescheiden jongeman