No. 52.
Woensdag 16 December 1914.
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
VERZOEK.
Oplaag 50,000 exemplaren.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER EEDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELE
FOON Z. <1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor AdvertentiSn wende men zich tot onze Administratie Drukker^ „Jacob ran Campcn"
N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amstïrdara, Tel. Noord 1776, of tot de advertentie
bureaux. Pry's der AdvertentiCn per regel 25 cent.
De Spahi's( de Marokkaansche cavaleristen, nemen met groote dapperheid aan den
strijd in Noord-Frankrijk deel. Onlangs werd Turnes met succes en met veel verliezen
voor de Franscben gebombardeerd, zonder-dat men de positie van het geschut ontdekken
kon. Toen trok een groep Spahi's er op uit en vond het stuk goed verdekt op een
boerenerf opgesteld. Men sloop nader en direct na het lossen van een schot overviel
men de kanonniers, die als boeren verkleed neergeschoten werden. De bewoners van
het erf ondergingen als verraders hetzelfde lot. Het stuk werd als buit meegevoerd.
Geen audiëntie.
Blijkens bericht in de „Staatscourant"
wordt Donderdag a.s. door den Minister van
Oorlog geen audiëntie verleend.
Wij verzoeken beleefd gifien, be
stemd voor het Kon. Nat. Steuncomité,
niet aan ons ter doorzending, maar
direct aan den penningmeester, den
heer Jhr. Mr. VAN DOORN, Koningin
negracht 35, 's.Gravenhage, te zenden.
De mededeeling daarvan komt dan
toch wel in ons blad.
Adm. „De Solüatencourant",
Ds toestand in den reuzenstrijd.
De president der Fransclie republiek
Poincaré beeft een bezoek gebracht aan
Reims. Dat is een feit, 't welk den toestand
teekentReims, dat eens in het bezit was
der Duitschers, Reims, dat daarna van
beide kanten werd beschoten, deze stad
is nu zoo veilig, dat het Fransche staats
hoofd er een bezoek kan brengen. Een an
der bericht, hetwelk belangwekkend ge
roemd kaïi worden, is, dat de Fransche re-
geering weer haar zetel van Bordeaux naar
Parijs heeft verlegd. Dit beteekent, dat zij
aich veilig gevoelt in de hoofdstad.
Deze feiten bewijzen, dat de geallieer
den, men weet, dat dit de naam is voor
de verbonden Franscben, Engolschen en
Russen, en men mag daar nu de Belgen ook
wel bij tellen, er van overtuigd zijn, dat
zij, zoo ze al geen veld winnen, tocli mee-
z-en, den Duitschers voorgoed den verderen
opsnarksch in Frankrijk te hebben afgesne-
(Jen. De strijd, zooals hij nu is, kan nog
eenigen tijd duren en heeft wel niet tot een
besliste overwinning gevoerd, ook zijn er
zeker nog verrassingen te verwachten,
maar den zwaren aanval der Duitschers re
kent men blijkbaar als afgeslagen. De wer
kelijkheid is, dat er aan weerskanten slechts
kleine zegepralen worden behaald en luttele
neerlagen geleden. Het is in dit opzicht leer
zaam "de jongste telegrammen eens na te
gaanvan Fransche zijde wordt bijv. op
één dag gemeld, dat drie aanvallen der
Duitschers bij Yperen werden afgeslagen,
dat het Fransche leger aanmerkelijk terrein
won in het Lepêtrewoud en dat de dag bui
tengewoon kalm verliep. Maar tegelijker
tijd werd van Duitschen kant bericht, dat
de vijand in de Vogezen twee hardnekkige
aanvallen deed, die eindigden met de neer
laag en met het verliesvan 600 gevangenen
aan de Fransche zijde. overigens verliep
de dag kalm.
Zeshonderd krijgsgevangenen te maken,
beteekent in een oorlog als dezen natuurlijk
zoo goed als niets, en ook verder blijkt uit
de berichten, hoe de overwinningen of neer
lagen totaal geen gewicht in de schaal leg
gen, wat den eindelijken uitslag betreft.
Dan doet men op het oostelijk oorlogster-
rein de zaken wat meer in het groot. Daar
maken de Rnssen 1000 Duitschers, de Duit
schers 11000 Russen krijgsgevangen. Dat
is iets meer, maar valt nog in het niet bij
de 90,000 krijgsgevangenen van Hinden
burg bij de Masurische Meren in de eerste
maand van den oorlog. Ook meent men,
dat voorloopig de toestand in 't oosten niet
veel zal veranderen, de operaties staan daar
op het oogenblik stil; de Russen zijn terug
geslagen in Polen en hun opmarsch in Ga-
licië is momenteel tegengehouden. Doch dat
alles ia oud nieuws: al vaker wierp men de
Russen terug in Polen, zij drongen toch
weer vooruit al vaker hielden de Oostenrij
kers hen tegen in Galicië, ontzetten dezen
zelfs Przemysl, maar konden niet verhinde
ren, dat de Russen zegevierend verder ruk-,
ken naar Krakau, hun hoofddoel. Ala deze
vesting eenmaal is ingenomen moet het
Duitsche leger in Polen en oostelijk Pruisen
bevreesd zijn in den rug te worden aange
vallen en zal het moeten terugtrekken. Zoo
ver is het nog niet, maar het is mogelijk,
dat het zoover zal komen.
Over 't geheel dus nog weinig of geen
verandering in den algemeenen toestand.
Voor 't oogenblik zijn de vredesstemmen
weer verklonken, maar zij kunnen elk oogen
blik opnieuw gehoord worden. De Paus
heeft van zijn pogingen moeten afzien den
strijders in den grooten oorlog met het
Kerstfeest rust te verschaffener waren
onoverkomelijke bezwaren voor een wapen
stilstand gedurende de Kerstdagen.
België.
De strijd in België.
Een der berichtgevers meldt uit Sluis
Naar het schijnt is de toestand der legers
van de geallieerden aan het westelijk front
in het algemeen beschouwd, gunstig.
Het stukje Belgische bodem dat van het
Duit-sch bewind vrijgeblevën is, wordt met
den dag iets grooter. Na verbitterde gevech
ten zijn de geallieerden er in geslaagd in
de richting van Roesselaere door te breken
door het innemen van het veerhuis te
Poesele bij Merckem en van de loopgraven,
welke Woldendreft en Passchendaele be-
heerschten. De geruchten dat de Duit
schers den terugtocht begonnen zijn, zijn
echter ongegrond en voorbarig. Zeker
is het, dat de noodige maatregelen
door de Duitschers genomen zijn, opdat
eventueel een terugtocht zoo weiuig moge
lijk moeilijkheden zal ondervinden.
De voorwaartsche beweging der geallieer
den in de streek van Dixmuiden geschiedt
onder zeer moeilijke omstandigheden. Im
mens de overetrooming van de Yservallei,
welke tot bescherming gediend heeft tegen
de Duitschers, en daarvoor uiterst doel
treffend gebleken is, bemoeilijkt natuurlijk
ook den opmarsch der geallieerden zelf.
Bij die moeilijkheid komt -nog, dat
de Duitschers hunne troepen, zëlts veld
artillerie, met een verbazende snelheid ver
plaatsen. Zoo verandert af en toe hunne
strategische stelling of ze slagen erin de
geallieerden te verschalken en sterker te
schijnen dan ze werkelijk zijn, zoodat de
aanvallende bewegingen der geallieerden,
onder de beste omstandigheden begonnen,
mislukken. Deze gemakkelijke verplaat
sing is vooral voordeeüg voor hen, wanneer
bij mistig of buiig weder de verkenning
door vliegmachines moeilijk of onmogelijk
is. Dat. was o.a. het geval bij de beschieting
van Lam pern isse.
Overigens verliep de dag op het westelijk
oorlogstooneel over het algemeen rustig.
La Bassée veroverd door de Franschent
LONDEN. De ..Daily Mail-' verneemt
uit Noord-Frankrijk, dat de Franschen La
Bassée hebben genomen na een schitteren-
Duitschland.
Een tegenslag voor v. Kluok.
„Een merkwaardig geval, waarbij een
gasfabriek een rol speelt, wordt door het
„Journal of Gflighting" vermeld:
„Het was op Zondag 6 September, dat
het hoofdkwartier van generaal Yon Kluck den infanterie-aanval. De admiraliteit
bij den snellen opmarsch van het Duitsche (waarom juist dezeontving nog geen be
leger naar Parijs te Coulommiers werd ge- I vestiging van dit bericht,
vestigd in een afgelegen woning. Op dien - LONDEN. Uit Noord-Frankrijk wordt
avond was Von Kluck met zijn geheelen staf aan de „Times'' gemeld, dat de vijand
bezie het veldtochtsplan voor den volgenden terugtrok van zijn stelling op de beu-
dag"uit te werken, toen plotseling het gas veis zuidoostelijk van La Bassée, welke
al lager en lager ging branden en ten slotte hij zoo lang wist vast te houden en
geheel uitging. Von Kluck was in groote dat de* druk van het Fransche offen-
vrees, omdat hij niet wist wat hem in donker sief op de linie Rijssel-
kon overkomen. Zijn omgeving maakte
zich voor de verdediging gereed en enkele
officieren zochten te vergeefs naar kaarsen.
De generaal Darmstadt snelde naar het
stadhuis en nam daar den gemeente-secre
taris gevangen, waarna hij hem mee deed
voeren naar de gasfabriek. Daar bleek, dat
de gashouder volkomen leeg waren, omdat
de gas-directeur den vorigen dag aan den
haal was gegaan. Niettemin werden de
maire, de secretaris en de griffier gevangen
gehouden, met toezegging den volgenden
morgen te worden doodgeschoten, terwijl
aan d§ stad 100,000 fr. boete werd opge
legd. Met dat al was veel tijd verloren ge
gaan, het werk van den Generalen Staf was
volkomen gedesorganiseerd, en er moest een
nieuw verdedigingsplan worden opgemaakt.
De nacht wa6 intusschen reeds ver gevor
derd en de Engelsche troepen konden aan
rukken. en den aanval beginnen. Toen
moest Von Kluck zonder gereed plan vech
ten, met het gevolg dat de Duitschers terug
moesten. Dat was het begin van den tegen
slag der Duitschers aan de Marne.
„Hoewel op zichzelf een klein feit-, is
wellicht het vluchten van den directeur
der gasfabriek te Coulommiers de oorzaak,
dat de Duitschers voor Parijs moesten te
rugtrekken."
Dit lezen wij in „Lucht. Licht. Water"
orgaan van den Loodgietersbond.
Men kan er van zeggen: ,,£>e non vero
hen trovato". (Als 't niet waar is, is 't
goedgevonden
Een treinbotsing.
BERLIJN. Aan de „Deutsche Tageszei-
tung" wordt .over Geneve gemeld: Oc_-»iv<crd ik uit mijn somber gepeins gewekt door
Atrecht en de ver-
meestéring van Vermelle3 dezen terugtocht
noodzakelijk maakten.
De lichting 1916 in Frankrijk.
De noodige maatregelen zijn genomen
voor de spoedige inschrijving van de dienst
plichtigen voor de lichting-1916. Een en
ander is zoo geregeld, dat de lichting 20
Maart zal kunnen komen om geoefend te
worden.
De dienstplichtigen uit de door den
vijand bezette gemeenten moeten zich laten
inschrijven in liun tijdelijke woonplaats.
De Fransche regeèring naar Parijs terug.
PARIJS. President Poincaré en de
ministers zijn, overeenkomstig de eenigen
tijd geleden gemaakte schikkingen, Woens
dag j.I. naar Parijs teruggekeerd.
Een bezoek in een Fransche loopgraaf.
Uit een veldpostbrief in het „Berl.
Tagebl."
Grauw, somber en loodzwaar hingen
de wolken boven onshet was bitter koud.
Wij hadden slecht geslapen in ons eng aard-
hol, want al waren wij langzamerhand ge
wend geraakt aan het voortdurende schie
ten der Franschen, zoodat ons dat niet zoo
erg meer hinderde, aan de koude konden
wij ons moeilijker gewennen. Ik had ergen
honger, en niets anders om dien te stillen
dan een stuk oud commiesbrood, dat ik met
een slok koude koffie naar beneden spoelde
en het was nog wel mijn verjaardag.
Mijn stemming werd hoe langer hoe som
berder, toen ik mij vroegere verjaardagen
•in het geheugen terugriep. Plotseling echter
Figaro" verneemt uit Petersburg berich
ten over een botsing van twee met bommen
geladen treinen met te zamen 72 wagons.
Do ontploffing der bommen was zoo ontzet
tend, dat de wagens volkomen werden ver
nield. Op 60 KM. afstand werd de ontplof
fing vernomen. Een nader onderzoek is on
mogelijk, omdat van het personeel van den
trein niemand in het leven is gebleven.
Volgens den „Berl. Lokal Anzeiger" zou
het ongeluk' zijn toe te schrijven aan een
aanslag van nihilisten.
Een bestrafte professor.
BERLIJN. De Academie van Weten
schappen alhier hield Dondeqrdag in aan
sluiting aan de ©fficieele zitting een bespre
king over de brieven van prof. Lasson. De
leden veroordeelden eenparig op de scherp
ste wijze de uitlatingen van Lasson. Zij
zouden het ten zeerste betreuren, indien de
intellectueel© kringen in Nederland van
oordeel waren, dat de uitingen van Lasson
ook slechts in de verste verte de meening
weergaven, die men. in intellectueele krin
gen in Duitschland omtrent Nederland
heeft.
De leden hopen, dat de verklaringen van
Lasson 'in Nederland beschouwd zullen wor
den als een jammerlijke vergissing.
(Prof. Lasson heeft eenigen tijd geleden
in een artikel, aan een Nederlandsch blad
toegezonden, zich op zeer onhebbelijke wij
ze uitgelaten over Nederland en het Neder-
landsche volk, waarvan het eerste eigenlijk
slechts een aanhangsel van Duitschland zou
zijn, terwijl het tweede als een quantité
iiégiigeable moest worden beschouwd).
Brand in een kazerne te Kielt
LONDEN. De „Daily Express" publi
ceert, in een speciale editie, een telegram
uit Kopenhagen, meldende dat de Gottorp-
kazerne te Kiel door brand volkomen ver
nietigd is.
De oorzaak van den brand wordt geheim
gehouden.
Een officievse afwijzing.
BERLIJN. De „Nordd. Allgem. Zeit."
schrijft: „Volgens een mededeeling van de
„Figaro" zou de vroegere uitgever van het
„Journal d'Allemagne" te Genève werk
zaam zijn voor de vorming van een Duitsch-
Fransche vredescommissie.
„Wij constateeren, dat officieele Duit
sche kringen niets te maken hebben met
deze doellooze propaganda
Frankrijk.
Op het Westelijk oorlogsterrein.
PARIJS. Zaterdag was het bijzonder rus
tig. De vijand deed drie krachtige aanvallen
op de streek ten zuid-oosten van Yperen,
die echter afgeslagen werden. In het bosch
van Le Prêtre hebben wij flinke vorderin
gen gemaakt.
BERLIJN. Officieel wordt uit het groote
hoofdkwartier gemeld:
Nadat op 11 December de Fransche aan
val op Apremont (z.o. van St. Mihiel) mis
lukt was. deden de Fransche troepen giste
rennamiddag een aanval, in een breed front,
over Fliry (t.uschen St. Mihiel en Pont-a-
Mousson). De aanval eindigde voor de
Franschen met en verlies van 600 gevange
nen, en van een groot aantal dooden en ge
wonden. De Duil<=riie verliezen bedroegen
ongeveer 70 gewonden.
het bevel: „Ordonnans, dagorder naar de
naastbij gelegen compagnie brengen."
Ik begaf mij onmiddellijk op weg om mij
van mijn opdracht te kwijten. Deze was
echter niet zonder gevaar, daar de weg, dien
ik moest volgen, slechts op honderd M. af
stand van de Fransche stellingen lag .en
niet gedekt was. Onderweg hoor ik plotse
ling uit onze voorgeschoven loopgraaf roe
pen: „Caraarade fransais, attention". Ik
lette er voorloopig niet verder op, want ik
moest in de eerste plaats mij zoo snel moge
lijk van mijn opdracht kwijten. Nadat ik
dat gedaan had, en teruggekeerd was, kreeg
ik bevel naar de voorste loopgraaf te gaan.
Toen ik daar aankwam, was mijn kame
raad, de andere ordonnans, juist bezig de
Franschen door geschreeuw te kennen te
geven, dat men hun een flesch met een
bericht- wilde toewerpen. Er werd daarbij
gezwaaid met een stok, waaraan een witte
zakdoek bevestigd was en ik bemerkte daar
op, dat zich aan de overzijde iets bewoog.
De Franschen schenen echter bevreesd voor
een overval. Toen nam ik ©en kort besluit,
sprong over de borstwering en riep de
Franschen nogmaals toe, dat ik een bericht
voor hen had. Onze commandant had n.l.
bepaald, dat onze laatste overwinningsbe-
rïchten aan de Franschen zouden worden
medegedeeld, daar wij moesten veronder
stellen, dat hun veel verzwegen werd. Ik
nam dus de flesch en trachtte die naar den
overkant te slingeren, ze viel echter in het
midden tusschen de beide loopgraven.
Ik kroop daarop door onze draadversper
ring en riep op Fransch „niet schieten''.
Maar plotseling klonk een „halte la". Ik
bleef staan, maar werd van de linkerflank
beschoten. Ik knielde neder en riep, dat
dit niet eerlijk was. Een Fransch officier
riep mij daarop uit de verte toe, dat er
niet meer op mij geschoten zou worden dat
ik maar een oogenblik zou wachten. Toen
verscheen het hoofd van een Fransch sol
daat boven de borstwering en de Fransch-
man klauterde naar boven. Hij scheen
©enigszins beangst te zijn, ik liep echter
kalm op hem af nam de flesch op en reikte
hem die over. Toen zeide hij op goed
Duitsch „Wat is er voor nieuws?" Ik ver
telde hem het een en ander, maar hij scheen
niet op zijn gemak en wilde snel weer weg.
Ik stak hem nog eenige sigaren toe, die ik
bij mij had, wij zeiden elkander goeden dag
en ieder ging naar de zijnen terug. Ik
meldde mij bij mijn compagnies-commandant
en vertelde hem wat gebeurd is en daarna
ook aan den staf. Daar vernam ik, dat een
aanval zou worden gedaan, maar dat deze
nu nog wat uitgesteld zou worden, om eiken
schijn van oneerlijkheid te vermijden.
Toen ik weder bij mijn troep terugkwam,
werd mij gezegd: „De Franschen wenken,
zij willen blijkbaar iemand 6preken." Ik
liep snel met eenige officieren haar de voor
ste loopgraaf en zag dat er werkelijk ge
wenkt werd. Dus kroop ik weder door de
draadversperring en naderde de vijande
lijke 6telüng. Ik wilde echter niet te nabij
komen, maar de Fransche officier riep mij
toe, dat ik gerust kon komen, dat mij op
zijn eerewoord geen leed zou geschieden.
Ik liep dus op de Fransche loopgraaf toe,
voelde mij daar echter onaangenaam ge
troffen, toen ik onmiddellijk door een
paar krachtige armen naar binnen werd
getrokken. Ik wendde mij onmiddellijk tot
1 den officier, die mij verzekerde, dat ik op
zijn eerewoord kon rekenen. Eenige solda
ten vonden dit blijkbaar maar half goed,
zij dufden echter niet® zeggen. En nu ont
span zich een interessant gesprek in het
Fransch. De officier bedankte eerst voor
ons nieuws en zeide toen, dat ook hij mij
iets wilde geven. En hij stak mij het laat
ste nummer van de Matin" toe.
De luitenant verklaarde verder het zeer
onaangenaam to vinden, dat wij dadelijk
schoten, zoodra een Franschman zicli maar
even liet zien ten bewijze toonde hij mij
zijn doorschoten mantel. Ik antwoordde,
dat het ons al niet beter ging dan hun en
dat ook wij den neus niet buiten de loop
graven konden steken, of wij werden onder
vuur genomen. Ik bracht het gesprek daar
na oj> de gevangenen en weidde uit over
het goede leven, dat deze bij de Duitschers
hadden, waarop mij verzekerd werd, dat de
Franschen het bij ons niet beter konden
hebben, dan de Duitschers in de Fransche
krijgsgevangenschap.
Toen ons gesprek zoover gevorderd was,
kwam de kapitein. Ik had tevoren reeds
overlegd wat ik hom zou zeggen en ver
klaarde dus, dat wij voktrekt geen oorlog
met Frankrijk hadden gewild en dat Enge
land, dat a! sinds jaren erop uit was ge-
wéesfc om ons te gronde te richten, onze
eigenlijke vijand was en dat de Franschen
recd6 lang begrepen moesten hebben wat
voor vrienden zij aan de Engelschen had
den. Toen gaf de kapitein het gesprek een
andere wending door de vraag of de Duit
schers werkelijk dachten ten slotte de over
winning te behalen. Deze vraag bracht mij
eenigszins in de war, daar ik gaarne een
diplomatiek antwoord wilde geven om de
Franschen niet te ontstemmen. Ik zeide
daarom maar, dat het onmogelijk was nu
reeds den afloop van den oorlog te voor
spellen, maar 'dat de toestand mij niet on
gunstig leek.
De kapitein kwam toen plotseling op de
gedachte, dat het eigenlijk niet te pas
kwam, dat ik in de Fransche loopgraaf was,
want dat ik nu de stelling kon opnemen.
Dat ik ze reeds van vroegere patrouille-
tochten kende, zeide ik hem maar niet.
Toen zag hij plotseling het lint van het
IJzoreu Kruis op mijn borst en maakte mij
daarover een compliment, dat ik beant
woordde met eenige vriendelijke woorden
over het Legioen van Eer, dat hij droeg.
Nu achtte ik echter den tijd'gekomen om
heen te gaan. Ik ging in de positie staan
en vroeg'den kapitein óf hij mij nog iete
te zeggen had. Ik groette daarop en ging
heen.
Bij mijn terugkomst in de loopgraaf werd
ik met gejuich ontvangen, want mijn kame
raden hadden zich reeds ongerust gemaakt
over miju lang uitblijven."
De toestand in 3'oord-Frankrijk
De ,,Times"-correspondent in Noord-
Frankrijk meldt, dat met uitzondering van
enkele punten, voornamelijk ten zuiden van
Yperen, v*aar zij herhaalde aanvallen deden,
de Duitschers voornamelijk genoodzaakt wa
ren zich tot de verdediging te bepalen. In
de gevechten van de laatste week heeft trou
wens de artillerie de voornaamste laak te
vervöllen gehad. Voortdurend hadden he
vige geschutdueis plaats van Yperen tot
Rijssel en van Rijssel tot Atrecht. En naar
de ..Times''"-correspondent meent, worden
de Duitsche zware kanonnen overtroffen
door de Engelsche houwitsers. Wat de veld
artillerie aangaat staan de beide partijen
gelijk, wellicht zijn de geallieerden wat in
het voordeel. De Britsche houwitsers en de
Fransche kanonnen van 75 hebben de Duit
schers uit ver6chil.ende belangrijke posities
verdreven. En dientengevolge kon de in
fanterie vooruitgaan en zich %'ersterken in
het gebied, dat veroverd was.
Ten noordoosten van Yperen hebben de
Enge.schen groote vorderingen gemaakt zij
hebben den vijand teruggeslagen in de rich-
tine van Rcesselaere.
De Duitsche batterijen ten westen van
Rijssel zijn door de Engelsche artillerie tot
zwijgen gebracht. De Duitsche granaten
vallen nu niet meer in Armentièresook
Béthune ligt buiten bereik van het zwaar
geschut. De heuvels ten zuidoosten van La
Bassée zijn door de Duitschers ontruimd
zij hadden die zoo lang en zoo hardnekkig
verdedigd. De druk van he: Fransche offen
sief op de lijn RijsselAtrecht en de inbe
zitneming van het dorp Vermelles maakte
dien terugtocht onvermijdelijk.
Dit dorp Vermelle6 ligt slechte enkele
mijlen ten zuiden van La Basséehet ia
een positie, vanwaar een groote omtrek
kan worden beheorscht. De Franschen
slaagden er in door te dringen tot vier mij
len van Lens; zij waren dichtbij Pont-a-Vea-
din, een fabrieksstad ten nooraen van Lena,
waar de spoorwegen van Rijssel, La Bassée
en Atrecht samenkomen. Toon waren de
stellingen der Duitschers bij La Bassée niot
langer houdbaar.
Dat zij de kust in Noord-Frankrijk rul
len bereiken acht de „Ti mes "-correspon
dent buitengesloten.
Te Atrecht i6 de weeretand der Duit
schers hardnekkiger. Doch ook hier komen
de Franschen vooruit, voornamelijk ten
zuidwesten van Atrecht, in d.e richting van
Douai en Kamerrijk, waar versefcinendo
Duitsche loopgraven genomen zijn.
De „Times"-correspondent geeft een
droevige schildering van hetgeen Armen£iè-
rea geleden heefthet lag in het midden van
den strijd, werd eens door dé Duitschers
en door de Britten bezet, en geruimen tijd
gebombardeerd, waarbij 60 ménschen go-
dood, 120 gewond werden. In de voorstad
Houplines is geen huis meer heel. Het
hospitaal is vernield. Het stadhuis is echter
onbeschadigd.
Rusland.
Op het Oostelijk oorlogsterreln.
PETROGRAD. De generale staf van den
opperbevelhebber meldt: de gevechten in
den omtrek van Prasnitz en Tsjechanof heb
ben een normaal verloop. De Duitschers
hervatten op 10 en 11 December de hard
nekkige aanvallen tegen de lijn Ilow
Lowitéj, die echter dag en nacht werden
afgeslaver. en waarbij de Duitschers zware
verliezen leden.
Op verschillende plaatsen hadden tegen
aanvallen met de bajonet plaats, die met
succes werden bekroond.
Op andere punten aan den linkeroever
der \Veichsel wordt slechts geschutvuur on
derhouden.
Op enkele plaateen trok do vijand iets
van onze gevechtslinie terug.
Ten zuiden van Krakau had op 10 De
cember een hevig gevecht plaatswij namen
dien dag vier kanonnen en zeven mitrail
leurs, benevens 4000 gevangenen.
Den 1]en December werd het gevecht
met dezelfde hevigheid voortgezet.
In de Karpathen zijn de bergpassen bezet
door sterke Oostenrijksche afdeelingen,
die een aanvallende beweging willen onder
nemen.
BERLIJN. Officieel wordt uit het
groote hoofdkwartier gemeld:
In Noord-Polen namen wij een aantal
vijandelijke posities; daarbij maakten wij
11,000 gevangenen en werden 43 mitrail
leurs buitgemaakt.
Uit Oost-Pruisen en Zuid-Polen is nieta
bijzonders te melden.
Om Lodt.
BERLIJN. Officieel wordt uit het groote
hoofdkwartier bericht:
De ontruiming van Lodz door de
Russen geschiedde '6 nachts in stilte, dus
zonder strijd en bleef eenigen tijd onopge
merkt. Zij was echter het resultaat van
de voorafgaande driedaagsche gevechten,
waarin aan de Russen zware verliezen waren
toegebracht, vooral door ons zwaar geschut.
De verlaten loopgraven waren letterlijk met
dooden gevuld.
Nooit tevoren, zelfs niet bij Tannenburg,
zijn onze troepen over zooveel lijken van
Russen heengetrokken als bij de gevechten
om Lodz en Lowitsj, in het algemeen tus
schen Pabianice en de Weichsel.
Ofschoon wij de aanvallers waren, leden
wij veel minder verliezen dan de Russen.
Wij hebben betrekkelijk we'nig gesneuvel
den te betreuren. Bij de bekende doorbre
king van de Russische linie door het 25ste
reserve-corps verloor dit slechts bijv. 120
man, de omstandigheden in aanmerking ge
nomen zeker een zeer gering aantal. Van den
vijand daarentegen werden alleen op do
hoogte ten zuiden van Lutomirsk (ten
westen van Lodz) door ons niet minder dan
887 doode Russen gevcïtden en begraven.
Ook de totale verliezen van de Russen
kunnen wij, evenals in vroeeere veldslagen,
vrij nauwkeurig nagaan zij bedrage» tot
dusverre in Polen .de 80.000 gevangenen,
die wij maakten en die intusschen per spoor
De taak om op behoorlijke wijze voor de duizenu n ki'«gevanponei'. e1,r.»
groote strijdmacht nu reeds heeft gemaakt, te zorgen is ni<-t geirakici k Ju veh- ge
vallen worden ze aan den arhpid gezer. Zoo ziet men hier eeu ploeg Russische krijgs
gevangenen met grondwerk bezig in Oost-Pruisen.