No. 52. Woensdag 16 December 1914. Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. VERZOEK. Oplaag 50,000 exemplaren. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER EEDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELE FOON Z. <1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIREN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor AdvertentiSn wende men zich tot onze Administratie Drukker^ „Jacob ran Campcn" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amstïrdara, Tel. Noord 1776, of tot de advertentie bureaux. Pry's der AdvertentiCn per regel 25 cent. De Spahi's( de Marokkaansche cavaleristen, nemen met groote dapperheid aan den strijd in Noord-Frankrijk deel. Onlangs werd Turnes met succes en met veel verliezen voor de Franscben gebombardeerd, zonder-dat men de positie van het geschut ontdekken kon. Toen trok een groep Spahi's er op uit en vond het stuk goed verdekt op een boerenerf opgesteld. Men sloop nader en direct na het lossen van een schot overviel men de kanonniers, die als boeren verkleed neergeschoten werden. De bewoners van het erf ondergingen als verraders hetzelfde lot. Het stuk werd als buit meegevoerd. Geen audiëntie. Blijkens bericht in de „Staatscourant" wordt Donderdag a.s. door den Minister van Oorlog geen audiëntie verleend. Wij verzoeken beleefd gifien, be stemd voor het Kon. Nat. Steuncomité, niet aan ons ter doorzending, maar direct aan den penningmeester, den heer Jhr. Mr. VAN DOORN, Koningin negracht 35, 's.Gravenhage, te zenden. De mededeeling daarvan komt dan toch wel in ons blad. Adm. „De Solüatencourant", Ds toestand in den reuzenstrijd. De president der Fransclie republiek Poincaré beeft een bezoek gebracht aan Reims. Dat is een feit, 't welk den toestand teekentReims, dat eens in het bezit was der Duitschers, Reims, dat daarna van beide kanten werd beschoten, deze stad is nu zoo veilig, dat het Fransche staats hoofd er een bezoek kan brengen. Een an der bericht, hetwelk belangwekkend ge roemd kaïi worden, is, dat de Fransche re- geering weer haar zetel van Bordeaux naar Parijs heeft verlegd. Dit beteekent, dat zij aich veilig gevoelt in de hoofdstad. Deze feiten bewijzen, dat de geallieer den, men weet, dat dit de naam is voor de verbonden Franscben, Engolschen en Russen, en men mag daar nu de Belgen ook wel bij tellen, er van overtuigd zijn, dat zij, zoo ze al geen veld winnen, tocli mee- z-en, den Duitschers voorgoed den verderen opsnarksch in Frankrijk te hebben afgesne- (Jen. De strijd, zooals hij nu is, kan nog eenigen tijd duren en heeft wel niet tot een besliste overwinning gevoerd, ook zijn er zeker nog verrassingen te verwachten, maar den zwaren aanval der Duitschers re kent men blijkbaar als afgeslagen. De wer kelijkheid is, dat er aan weerskanten slechts kleine zegepralen worden behaald en luttele neerlagen geleden. Het is in dit opzicht leer zaam "de jongste telegrammen eens na te gaanvan Fransche zijde wordt bijv. op één dag gemeld, dat drie aanvallen der Duitschers bij Yperen werden afgeslagen, dat het Fransche leger aanmerkelijk terrein won in het Lepêtrewoud en dat de dag bui tengewoon kalm verliep. Maar tegelijker tijd werd van Duitschen kant bericht, dat de vijand in de Vogezen twee hardnekkige aanvallen deed, die eindigden met de neer laag en met het verliesvan 600 gevangenen aan de Fransche zijde. overigens verliep de dag kalm. Zeshonderd krijgsgevangenen te maken, beteekent in een oorlog als dezen natuurlijk zoo goed als niets, en ook verder blijkt uit de berichten, hoe de overwinningen of neer lagen totaal geen gewicht in de schaal leg gen, wat den eindelijken uitslag betreft. Dan doet men op het oostelijk oorlogster- rein de zaken wat meer in het groot. Daar maken de Rnssen 1000 Duitschers, de Duit schers 11000 Russen krijgsgevangen. Dat is iets meer, maar valt nog in het niet bij de 90,000 krijgsgevangenen van Hinden burg bij de Masurische Meren in de eerste maand van den oorlog. Ook meent men, dat voorloopig de toestand in 't oosten niet veel zal veranderen, de operaties staan daar op het oogenblik stil; de Russen zijn terug geslagen in Polen en hun opmarsch in Ga- licië is momenteel tegengehouden. Doch dat alles ia oud nieuws: al vaker wierp men de Russen terug in Polen, zij drongen toch weer vooruit al vaker hielden de Oostenrij kers hen tegen in Galicië, ontzetten dezen zelfs Przemysl, maar konden niet verhinde ren, dat de Russen zegevierend verder ruk-, ken naar Krakau, hun hoofddoel. Ala deze vesting eenmaal is ingenomen moet het Duitsche leger in Polen en oostelijk Pruisen bevreesd zijn in den rug te worden aange vallen en zal het moeten terugtrekken. Zoo ver is het nog niet, maar het is mogelijk, dat het zoover zal komen. Over 't geheel dus nog weinig of geen verandering in den algemeenen toestand. Voor 't oogenblik zijn de vredesstemmen weer verklonken, maar zij kunnen elk oogen blik opnieuw gehoord worden. De Paus heeft van zijn pogingen moeten afzien den strijders in den grooten oorlog met het Kerstfeest rust te verschaffener waren onoverkomelijke bezwaren voor een wapen stilstand gedurende de Kerstdagen. België. De strijd in België. Een der berichtgevers meldt uit Sluis Naar het schijnt is de toestand der legers van de geallieerden aan het westelijk front in het algemeen beschouwd, gunstig. Het stukje Belgische bodem dat van het Duit-sch bewind vrijgeblevën is, wordt met den dag iets grooter. Na verbitterde gevech ten zijn de geallieerden er in geslaagd in de richting van Roesselaere door te breken door het innemen van het veerhuis te Poesele bij Merckem en van de loopgraven, welke Woldendreft en Passchendaele be- heerschten. De geruchten dat de Duit schers den terugtocht begonnen zijn, zijn echter ongegrond en voorbarig. Zeker is het, dat de noodige maatregelen door de Duitschers genomen zijn, opdat eventueel een terugtocht zoo weiuig moge lijk moeilijkheden zal ondervinden. De voorwaartsche beweging der geallieer den in de streek van Dixmuiden geschiedt onder zeer moeilijke omstandigheden. Im mens de overetrooming van de Yservallei, welke tot bescherming gediend heeft tegen de Duitschers, en daarvoor uiterst doel treffend gebleken is, bemoeilijkt natuurlijk ook den opmarsch der geallieerden zelf. Bij die moeilijkheid komt -nog, dat de Duitschers hunne troepen, zëlts veld artillerie, met een verbazende snelheid ver plaatsen. Zoo verandert af en toe hunne strategische stelling of ze slagen erin de geallieerden te verschalken en sterker te schijnen dan ze werkelijk zijn, zoodat de aanvallende bewegingen der geallieerden, onder de beste omstandigheden begonnen, mislukken. Deze gemakkelijke verplaat sing is vooral voordeeüg voor hen, wanneer bij mistig of buiig weder de verkenning door vliegmachines moeilijk of onmogelijk is. Dat. was o.a. het geval bij de beschieting van Lam pern isse. Overigens verliep de dag op het westelijk oorlogstooneel over het algemeen rustig. La Bassée veroverd door de Franschent LONDEN. De ..Daily Mail-' verneemt uit Noord-Frankrijk, dat de Franschen La Bassée hebben genomen na een schitteren- Duitschland. Een tegenslag voor v. Kluok. „Een merkwaardig geval, waarbij een gasfabriek een rol speelt, wordt door het „Journal of Gflighting" vermeld: „Het was op Zondag 6 September, dat het hoofdkwartier van generaal Yon Kluck den infanterie-aanval. De admiraliteit bij den snellen opmarsch van het Duitsche (waarom juist dezeontving nog geen be leger naar Parijs te Coulommiers werd ge- I vestiging van dit bericht, vestigd in een afgelegen woning. Op dien - LONDEN. Uit Noord-Frankrijk wordt avond was Von Kluck met zijn geheelen staf aan de „Times'' gemeld, dat de vijand bezie het veldtochtsplan voor den volgenden terugtrok van zijn stelling op de beu- dag"uit te werken, toen plotseling het gas veis zuidoostelijk van La Bassée, welke al lager en lager ging branden en ten slotte hij zoo lang wist vast te houden en geheel uitging. Von Kluck was in groote dat de* druk van het Fransche offen- vrees, omdat hij niet wist wat hem in donker sief op de linie Rijssel- kon overkomen. Zijn omgeving maakte zich voor de verdediging gereed en enkele officieren zochten te vergeefs naar kaarsen. De generaal Darmstadt snelde naar het stadhuis en nam daar den gemeente-secre taris gevangen, waarna hij hem mee deed voeren naar de gasfabriek. Daar bleek, dat de gashouder volkomen leeg waren, omdat de gas-directeur den vorigen dag aan den haal was gegaan. Niettemin werden de maire, de secretaris en de griffier gevangen gehouden, met toezegging den volgenden morgen te worden doodgeschoten, terwijl aan d§ stad 100,000 fr. boete werd opge legd. Met dat al was veel tijd verloren ge gaan, het werk van den Generalen Staf was volkomen gedesorganiseerd, en er moest een nieuw verdedigingsplan worden opgemaakt. De nacht wa6 intusschen reeds ver gevor derd en de Engelsche troepen konden aan rukken. en den aanval beginnen. Toen moest Von Kluck zonder gereed plan vech ten, met het gevolg dat de Duitschers terug moesten. Dat was het begin van den tegen slag der Duitschers aan de Marne. „Hoewel op zichzelf een klein feit-, is wellicht het vluchten van den directeur der gasfabriek te Coulommiers de oorzaak, dat de Duitschers voor Parijs moesten te rugtrekken." Dit lezen wij in „Lucht. Licht. Water" orgaan van den Loodgietersbond. Men kan er van zeggen: ,,£>e non vero hen trovato". (Als 't niet waar is, is 't goedgevonden Een treinbotsing. BERLIJN. Aan de „Deutsche Tageszei- tung" wordt .over Geneve gemeld: Oc_-»iv<crd ik uit mijn somber gepeins gewekt door Atrecht en de ver- meestéring van Vermelle3 dezen terugtocht noodzakelijk maakten. De lichting 1916 in Frankrijk. De noodige maatregelen zijn genomen voor de spoedige inschrijving van de dienst plichtigen voor de lichting-1916. Een en ander is zoo geregeld, dat de lichting 20 Maart zal kunnen komen om geoefend te worden. De dienstplichtigen uit de door den vijand bezette gemeenten moeten zich laten inschrijven in liun tijdelijke woonplaats. De Fransche regeèring naar Parijs terug. PARIJS. President Poincaré en de ministers zijn, overeenkomstig de eenigen tijd geleden gemaakte schikkingen, Woens dag j.I. naar Parijs teruggekeerd. Een bezoek in een Fransche loopgraaf. Uit een veldpostbrief in het „Berl. Tagebl." Grauw, somber en loodzwaar hingen de wolken boven onshet was bitter koud. Wij hadden slecht geslapen in ons eng aard- hol, want al waren wij langzamerhand ge wend geraakt aan het voortdurende schie ten der Franschen, zoodat ons dat niet zoo erg meer hinderde, aan de koude konden wij ons moeilijker gewennen. Ik had ergen honger, en niets anders om dien te stillen dan een stuk oud commiesbrood, dat ik met een slok koude koffie naar beneden spoelde en het was nog wel mijn verjaardag. Mijn stemming werd hoe langer hoe som berder, toen ik mij vroegere verjaardagen •in het geheugen terugriep. Plotseling echter Figaro" verneemt uit Petersburg berich ten over een botsing van twee met bommen geladen treinen met te zamen 72 wagons. Do ontploffing der bommen was zoo ontzet tend, dat de wagens volkomen werden ver nield. Op 60 KM. afstand werd de ontplof fing vernomen. Een nader onderzoek is on mogelijk, omdat van het personeel van den trein niemand in het leven is gebleven. Volgens den „Berl. Lokal Anzeiger" zou het ongeluk' zijn toe te schrijven aan een aanslag van nihilisten. Een bestrafte professor. BERLIJN. De Academie van Weten schappen alhier hield Dondeqrdag in aan sluiting aan de ©fficieele zitting een bespre king over de brieven van prof. Lasson. De leden veroordeelden eenparig op de scherp ste wijze de uitlatingen van Lasson. Zij zouden het ten zeerste betreuren, indien de intellectueel© kringen in Nederland van oordeel waren, dat de uitingen van Lasson ook slechts in de verste verte de meening weergaven, die men. in intellectueele krin gen in Duitschland omtrent Nederland heeft. De leden hopen, dat de verklaringen van Lasson 'in Nederland beschouwd zullen wor den als een jammerlijke vergissing. (Prof. Lasson heeft eenigen tijd geleden in een artikel, aan een Nederlandsch blad toegezonden, zich op zeer onhebbelijke wij ze uitgelaten over Nederland en het Neder- landsche volk, waarvan het eerste eigenlijk slechts een aanhangsel van Duitschland zou zijn, terwijl het tweede als een quantité iiégiigeable moest worden beschouwd). Brand in een kazerne te Kielt LONDEN. De „Daily Express" publi ceert, in een speciale editie, een telegram uit Kopenhagen, meldende dat de Gottorp- kazerne te Kiel door brand volkomen ver nietigd is. De oorzaak van den brand wordt geheim gehouden. Een officievse afwijzing. BERLIJN. De „Nordd. Allgem. Zeit." schrijft: „Volgens een mededeeling van de „Figaro" zou de vroegere uitgever van het „Journal d'Allemagne" te Genève werk zaam zijn voor de vorming van een Duitsch- Fransche vredescommissie. „Wij constateeren, dat officieele Duit sche kringen niets te maken hebben met deze doellooze propaganda Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterrein. PARIJS. Zaterdag was het bijzonder rus tig. De vijand deed drie krachtige aanvallen op de streek ten zuid-oosten van Yperen, die echter afgeslagen werden. In het bosch van Le Prêtre hebben wij flinke vorderin gen gemaakt. BERLIJN. Officieel wordt uit het groote hoofdkwartier gemeld: Nadat op 11 December de Fransche aan val op Apremont (z.o. van St. Mihiel) mis lukt was. deden de Fransche troepen giste rennamiddag een aanval, in een breed front, over Fliry (t.uschen St. Mihiel en Pont-a- Mousson). De aanval eindigde voor de Franschen met en verlies van 600 gevange nen, en van een groot aantal dooden en ge wonden. De Duil<=riie verliezen bedroegen ongeveer 70 gewonden. het bevel: „Ordonnans, dagorder naar de naastbij gelegen compagnie brengen." Ik begaf mij onmiddellijk op weg om mij van mijn opdracht te kwijten. Deze was echter niet zonder gevaar, daar de weg, dien ik moest volgen, slechts op honderd M. af stand van de Fransche stellingen lag .en niet gedekt was. Onderweg hoor ik plotse ling uit onze voorgeschoven loopgraaf roe pen: „Caraarade fransais, attention". Ik lette er voorloopig niet verder op, want ik moest in de eerste plaats mij zoo snel moge lijk van mijn opdracht kwijten. Nadat ik dat gedaan had, en teruggekeerd was, kreeg ik bevel naar de voorste loopgraaf te gaan. Toen ik daar aankwam, was mijn kame raad, de andere ordonnans, juist bezig de Franschen door geschreeuw te kennen te geven, dat men hun een flesch met een bericht- wilde toewerpen. Er werd daarbij gezwaaid met een stok, waaraan een witte zakdoek bevestigd was en ik bemerkte daar op, dat zich aan de overzijde iets bewoog. De Franschen schenen echter bevreesd voor een overval. Toen nam ik ©en kort besluit, sprong over de borstwering en riep de Franschen nogmaals toe, dat ik een bericht voor hen had. Onze commandant had n.l. bepaald, dat onze laatste overwinningsbe- rïchten aan de Franschen zouden worden medegedeeld, daar wij moesten veronder stellen, dat hun veel verzwegen werd. Ik nam dus de flesch en trachtte die naar den overkant te slingeren, ze viel echter in het midden tusschen de beide loopgraven. Ik kroop daarop door onze draadversper ring en riep op Fransch „niet schieten''. Maar plotseling klonk een „halte la". Ik bleef staan, maar werd van de linkerflank beschoten. Ik knielde neder en riep, dat dit niet eerlijk was. Een Fransch officier riep mij daarop uit de verte toe, dat er niet meer op mij geschoten zou worden dat ik maar een oogenblik zou wachten. Toen verscheen het hoofd van een Fransch sol daat boven de borstwering en de Fransch- man klauterde naar boven. Hij scheen ©enigszins beangst te zijn, ik liep echter kalm op hem af nam de flesch op en reikte hem die over. Toen zeide hij op goed Duitsch „Wat is er voor nieuws?" Ik ver telde hem het een en ander, maar hij scheen niet op zijn gemak en wilde snel weer weg. Ik stak hem nog eenige sigaren toe, die ik bij mij had, wij zeiden elkander goeden dag en ieder ging naar de zijnen terug. Ik meldde mij bij mijn compagnies-commandant en vertelde hem wat gebeurd is en daarna ook aan den staf. Daar vernam ik, dat een aanval zou worden gedaan, maar dat deze nu nog wat uitgesteld zou worden, om eiken schijn van oneerlijkheid te vermijden. Toen ik weder bij mijn troep terugkwam, werd mij gezegd: „De Franschen wenken, zij willen blijkbaar iemand 6preken." Ik liep snel met eenige officieren haar de voor ste loopgraaf en zag dat er werkelijk ge wenkt werd. Dus kroop ik weder door de draadversperring en naderde de vijande lijke 6telüng. Ik wilde echter niet te nabij komen, maar de Fransche officier riep mij toe, dat ik gerust kon komen, dat mij op zijn eerewoord geen leed zou geschieden. Ik liep dus op de Fransche loopgraaf toe, voelde mij daar echter onaangenaam ge troffen, toen ik onmiddellijk door een paar krachtige armen naar binnen werd getrokken. Ik wendde mij onmiddellijk tot 1 den officier, die mij verzekerde, dat ik op zijn eerewoord kon rekenen. Eenige solda ten vonden dit blijkbaar maar half goed, zij dufden echter niet® zeggen. En nu ont span zich een interessant gesprek in het Fransch. De officier bedankte eerst voor ons nieuws en zeide toen, dat ook hij mij iets wilde geven. En hij stak mij het laat ste nummer van de Matin" toe. De luitenant verklaarde verder het zeer onaangenaam to vinden, dat wij dadelijk schoten, zoodra een Franschman zicli maar even liet zien ten bewijze toonde hij mij zijn doorschoten mantel. Ik antwoordde, dat het ons al niet beter ging dan hun en dat ook wij den neus niet buiten de loop graven konden steken, of wij werden onder vuur genomen. Ik bracht het gesprek daar na oj> de gevangenen en weidde uit over het goede leven, dat deze bij de Duitschers hadden, waarop mij verzekerd werd, dat de Franschen het bij ons niet beter konden hebben, dan de Duitschers in de Fransche krijgsgevangenschap. Toen ons gesprek zoover gevorderd was, kwam de kapitein. Ik had tevoren reeds overlegd wat ik hom zou zeggen en ver klaarde dus, dat wij voktrekt geen oorlog met Frankrijk hadden gewild en dat Enge land, dat a! sinds jaren erop uit was ge- wéesfc om ons te gronde te richten, onze eigenlijke vijand was en dat de Franschen recd6 lang begrepen moesten hebben wat voor vrienden zij aan de Engelschen had den. Toen gaf de kapitein het gesprek een andere wending door de vraag of de Duit schers werkelijk dachten ten slotte de over winning te behalen. Deze vraag bracht mij eenigszins in de war, daar ik gaarne een diplomatiek antwoord wilde geven om de Franschen niet te ontstemmen. Ik zeide daarom maar, dat het onmogelijk was nu reeds den afloop van den oorlog te voor spellen, maar 'dat de toestand mij niet on gunstig leek. De kapitein kwam toen plotseling op de gedachte, dat het eigenlijk niet te pas kwam, dat ik in de Fransche loopgraaf was, want dat ik nu de stelling kon opnemen. Dat ik ze reeds van vroegere patrouille- tochten kende, zeide ik hem maar niet. Toen zag hij plotseling het lint van het IJzoreu Kruis op mijn borst en maakte mij daarover een compliment, dat ik beant woordde met eenige vriendelijke woorden over het Legioen van Eer, dat hij droeg. Nu achtte ik echter den tijd'gekomen om heen te gaan. Ik ging in de positie staan en vroeg'den kapitein óf hij mij nog iete te zeggen had. Ik groette daarop en ging heen. Bij mijn terugkomst in de loopgraaf werd ik met gejuich ontvangen, want mijn kame raden hadden zich reeds ongerust gemaakt over miju lang uitblijven." De toestand in 3'oord-Frankrijk De ,,Times"-correspondent in Noord- Frankrijk meldt, dat met uitzondering van enkele punten, voornamelijk ten zuiden van Yperen, v*aar zij herhaalde aanvallen deden, de Duitschers voornamelijk genoodzaakt wa ren zich tot de verdediging te bepalen. In de gevechten van de laatste week heeft trou wens de artillerie de voornaamste laak te vervöllen gehad. Voortdurend hadden he vige geschutdueis plaats van Yperen tot Rijssel en van Rijssel tot Atrecht. En naar de ..Times''"-correspondent meent, worden de Duitsche zware kanonnen overtroffen door de Engelsche houwitsers. Wat de veld artillerie aangaat staan de beide partijen gelijk, wellicht zijn de geallieerden wat in het voordeel. De Britsche houwitsers en de Fransche kanonnen van 75 hebben de Duit schers uit ver6chil.ende belangrijke posities verdreven. En dientengevolge kon de in fanterie vooruitgaan en zich %'ersterken in het gebied, dat veroverd was. Ten noordoosten van Yperen hebben de Enge.schen groote vorderingen gemaakt zij hebben den vijand teruggeslagen in de rich- tine van Rcesselaere. De Duitsche batterijen ten westen van Rijssel zijn door de Engelsche artillerie tot zwijgen gebracht. De Duitsche granaten vallen nu niet meer in Armentièresook Béthune ligt buiten bereik van het zwaar geschut. De heuvels ten zuidoosten van La Bassée zijn door de Duitschers ontruimd zij hadden die zoo lang en zoo hardnekkig verdedigd. De druk van he: Fransche offen sief op de lijn RijsselAtrecht en de inbe zitneming van het dorp Vermelles maakte dien terugtocht onvermijdelijk. Dit dorp Vermelle6 ligt slechte enkele mijlen ten zuiden van La Basséehet ia een positie, vanwaar een groote omtrek kan worden beheorscht. De Franschen slaagden er in door te dringen tot vier mij len van Lens; zij waren dichtbij Pont-a-Vea- din, een fabrieksstad ten nooraen van Lena, waar de spoorwegen van Rijssel, La Bassée en Atrecht samenkomen. Toon waren de stellingen der Duitschers bij La Bassée niot langer houdbaar. Dat zij de kust in Noord-Frankrijk rul len bereiken acht de „Ti mes "-correspon dent buitengesloten. Te Atrecht i6 de weeretand der Duit schers hardnekkiger. Doch ook hier komen de Franschen vooruit, voornamelijk ten zuidwesten van Atrecht, in d.e richting van Douai en Kamerrijk, waar versefcinendo Duitsche loopgraven genomen zijn. De „Times"-correspondent geeft een droevige schildering van hetgeen Armen£iè- rea geleden heefthet lag in het midden van den strijd, werd eens door dé Duitschers en door de Britten bezet, en geruimen tijd gebombardeerd, waarbij 60 ménschen go- dood, 120 gewond werden. In de voorstad Houplines is geen huis meer heel. Het hospitaal is vernield. Het stadhuis is echter onbeschadigd. Rusland. Op het Oostelijk oorlogsterreln. PETROGRAD. De generale staf van den opperbevelhebber meldt: de gevechten in den omtrek van Prasnitz en Tsjechanof heb ben een normaal verloop. De Duitschers hervatten op 10 en 11 December de hard nekkige aanvallen tegen de lijn Ilow Lowitéj, die echter dag en nacht werden afgeslaver. en waarbij de Duitschers zware verliezen leden. Op verschillende plaatsen hadden tegen aanvallen met de bajonet plaats, die met succes werden bekroond. Op andere punten aan den linkeroever der \Veichsel wordt slechts geschutvuur on derhouden. Op enkele plaateen trok do vijand iets van onze gevechtslinie terug. Ten zuiden van Krakau had op 10 De cember een hevig gevecht plaatswij namen dien dag vier kanonnen en zeven mitrail leurs, benevens 4000 gevangenen. Den 1]en December werd het gevecht met dezelfde hevigheid voortgezet. In de Karpathen zijn de bergpassen bezet door sterke Oostenrijksche afdeelingen, die een aanvallende beweging willen onder nemen. BERLIJN. Officieel wordt uit het groote hoofdkwartier gemeld: In Noord-Polen namen wij een aantal vijandelijke posities; daarbij maakten wij 11,000 gevangenen en werden 43 mitrail leurs buitgemaakt. Uit Oost-Pruisen en Zuid-Polen is nieta bijzonders te melden. Om Lodt. BERLIJN. Officieel wordt uit het groote hoofdkwartier bericht: De ontruiming van Lodz door de Russen geschiedde '6 nachts in stilte, dus zonder strijd en bleef eenigen tijd onopge merkt. Zij was echter het resultaat van de voorafgaande driedaagsche gevechten, waarin aan de Russen zware verliezen waren toegebracht, vooral door ons zwaar geschut. De verlaten loopgraven waren letterlijk met dooden gevuld. Nooit tevoren, zelfs niet bij Tannenburg, zijn onze troepen over zooveel lijken van Russen heengetrokken als bij de gevechten om Lodz en Lowitsj, in het algemeen tus schen Pabianice en de Weichsel. Ofschoon wij de aanvallers waren, leden wij veel minder verliezen dan de Russen. Wij hebben betrekkelijk we'nig gesneuvel den te betreuren. Bij de bekende doorbre king van de Russische linie door het 25ste reserve-corps verloor dit slechts bijv. 120 man, de omstandigheden in aanmerking ge nomen zeker een zeer gering aantal. Van den vijand daarentegen werden alleen op do hoogte ten zuiden van Lutomirsk (ten westen van Lodz) door ons niet minder dan 887 doode Russen gevcïtden en begraven. Ook de totale verliezen van de Russen kunnen wij, evenals in vroeeere veldslagen, vrij nauwkeurig nagaan zij bedrage» tot dusverre in Polen .de 80.000 gevangenen, die wij maakten en die intusschen per spoor De taak om op behoorlijke wijze voor de duizenu n ki'«gevanponei'. e1,r.» groote strijdmacht nu reeds heeft gemaakt, te zorgen is ni<-t geirakici k Ju veh- ge vallen worden ze aan den arhpid gezer. Zoo ziet men hier eeu ploeg Russische krijgs gevangenen met grondwerk bezig in Oost-Pruisen.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1