No. 51. Zondag 13 December 1914. Orgaan voor Leger en Vloot. Een nsofit. Onder redactie van D. MANASSEN. Oplaag 50,000 exemplaren. DE SOLDATENCOURANT ADRES DEE EEDACTIE PALE8TRINASTRAAT 10. AMSTERDAM. TELE FOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PEE WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS YOOE MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIRE^ 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertentir-n wende men rich tot onre Administratie DrukkerijJacob van Campen" N.Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Ams'ndam, Tel. Noord 1776, of tot de advertentie bureaux. Prys der AdvertentiCn per regel 25 cent. Scherpschutters in boomen goed verdekt „genesteld", kunnen het den vijand geducht lastig maken. -Maar ook machinegeweren worden wel in de boomen Opgesteld. Zoo werden de Engelschen in de vuurlijn onlangs zeer gehavend, totdat men begreep waar dat welgerichte vuur van daan kwam. Machinegeweren werden toen op de boomtoppen gericht en 'niet lang werd het vuur afgegeven, of men zag enkele scherpschutters uit de boomen tuimelen. Oorlogsgevaar ,.De Standaard-' schrijft Ook de stellige uitspraak der Regeering, dat het oorlogsgevaar nog allerminst, gewe ken is, was èn noodig en kan uit nemend werken. Het is zoo lichtzinnig en zoo onvoorzich tig, zooals meer dan één publicist het nu reeds doet voorkomen, alsot wat op het Oost front bij Lodz en Przemysl. en op het West front aan de Yser wordt afgespeeld, ons eigenlijk niet deren kan. Doch wie zoo arm aan doorzicht, is, deed dan toch beter zich over 7x>o ernstig vraag stuk niet uit te lateu. Wie toch even nadenkt, voelt terstond, dat onze neutraliteit uitsluitend afhangt van de vraag, of beide oorlogvoerende partijen onze neutraliteit even gewenscht achten. Zoolang dit aanhoudt, zijn we natuurlijk buiten schot. Komt hierin daarentegen keer, en acht een der beide partijen, rechts of links doet er niet toe, dat het ons in oorlog brengen, baar bate belooft, dan zijn we er morgen den dag ingehaald, eer we er op bedacht zijn. Bovendien, de krijgskans kon ook in het Westen keeren, en kwam het er toe, dat het Duiteche leger terug werd geslagen, door heel België heen werd teruggedron gen, en tegen onze grenzen kwam op- (Een ware gebeurtenis uit den Franschen veldtocht). De koude Januari-naclit brak aan. Uit den grauwen hemel dwarrelde de sneeuw 't geleken zoovele witte punten, die witte strepen werden, wanener de wind er achter heen zat. Langs den door muren en tuinen aan beide zijden ingesloten landweg kwamen twee Duit sdie soldaten geloopen. „Nu", bromde de een. „Vosz, ik geloof, dat wij verkeerd geloopen zijn." „Ja, da geloof ik ook, sergeant," ant woordde de ander. „Dat zou een fatale historie zijn, in zulk een duisternis en bij zulk een hondenweer, in dit ellendige land, waar overal de belagers op den loer staan." „Ja sergeant, dat is zooals u zegt", zeide de met Vosz aangesprokene weer. „Hoppla, daar ging ik haast, 't Is dan ook verduiveld glad en donkerhè Vosz, bij moeder in het hoekje van den haard is het toch beter!" Vosz knikte weemoedig met het hoofd en mompelde: „Dat is zoo, ja, ja!" En de wind dreef hun weer de ijzige sneeuwvlokken in het gelaat, terwijl zij moedig voortschreden. Een sombere kamer in een Fransclie boe renhofstede. Iu de groule wijdbuikige vuurpot flikkert een vuur, daarvoor zit in een oud vaderlijken leunstoel een oude man met zil veren haren. liet grauwe katje sohijut liet op de knieën van den grijsaard te bevallen, want- het paart zijn eigenaardig gebrom, spinnen noemt men het, aan liet eentonig getik-tak der pendule, en het zingen van den theeketel. Een bedaagde matrone loopt druk bezig ïieen en weer, om de laatste sporen van het ge noten avondeten te doen verdwijnen. De w^nd •n sneeuw slaan tegen de ramen en doen die iMt'Orgnd rammelen* 1 schuiven, zoodat heb in den hoek tusschen Limburg en Noord-Brabant vastraakte, zoo zou het zeer de vraag zijn, of interneering van wie over de gren6 kwamen, ons geluk ken zou. Dit is niets als het om een 50,000 maai gaat, maar als er een .half millioen aan kwam dringen, konden we in zeer ern stig gevaar geraken. Slechte deze twee gevaren gaten we aan. Er i6 natuurlijk veel meer. Maar hoofdzaak ie, dat onze neutraliteit, als ze ook maar één der oorlogvoerende partijen wezenlijk hinderen gaat, op staanden voet geschonden kan worden, en dan is het met onze onzijdigheid gedaan, en gelijk gezegd, eer we er op verdacht- zijn. Nu desalniettemin binnenshuis alvast maar weer spectakel te gaan maken, is een onvergeeflijke fout, die ter dege onder de oogen moet worden gezien. En de hooge wilskracht van de regeering blijkt er uit, dat ze tegen zoo onvergeeflijke beweging op zoo ernstigen toon waarschuwt. toestand in den reuzenstrijd. Het belangrijkst, dat in de laatste dagen voorviel, gebeurde op zee. Ja, men kan zeggen, dat dezer dagen de belangrijkste „Hoor toch eens, George, wat een honden weer," begon de vrouw, terwijl zij luisterend bleef staan, „ach Georg, had je mijn raad maar gevolgd, en had je onzen neef, Louis Lenne, maar lateu komen, dan behoefden wij in den bangen oorlogstijd niet zoo alleen, te zijn, ach, acht" „Troost je, Josianne! Do Pruissen zijn een hzfichaafd volk. Zij zullen ons arme land lieden niets doen. En wat Louis betreft, God geve, dat die deugniet van onze deur verwij derd blijft." „Ach Georg, heb je dan niet gelezen, dat de Pruisen de vreeselijke Uhlanen medegebracht hebben? En de wild» stammen uit de moeras sen en bossehen van Pommeren en Mecklen burg moeten verschrikkelijke barbaren zijn." „Ja, God behoede ons voor die lieden." „Zij moeten in vellen loopeu en nog h reeder en bloeddorstiger zijn, dan do wilde stammen uit Afrika. Eu vanavond is het zoo'n bar weer. Bij iederen windvlaag schrik ik ik ben zoo angstig en onrustig als hing er een groot ongeluk boven ons hoofd." „Dat is inbeelding, Die verschrikkelijke krantenverhalen en die...'' „Hoor je niets, Georg, klonken daar geen voetstappen?" De grijze vrouw had haar hand op den arm van haar man gelegd en beiden luisterden. Daar klonken kolfslagen op de deur en een onaangename stem riep..open, alle donders, doe open!" „De vijand, de Pruisen", stamelden zij beiden. .Doe dadelijk open of wij loopen het geheele nGst omver!" en reeds renden drie soldaten binnen. De blauwe nationale garde-shako op hi?t hoofd, de oogen brandende, zoostonden zij daar. De een liep op den ouden man toe en zette hem den geweertromp op de borst. „Voor den dag met je schijven, ouwe dui tendief!" riep hij. „Louis Lenne, jij hier?" antwoordde de be dreigde met rustiger stem, terwijl hij den in dringer vast in do oogen zag. „Ja, ik ben hier", gaf de ander honend ten antwoord, terwijl hij tevergeefs den blik van zeeslag, tot- nog toe in dezen oorlog, heeft plaats gehad. In den Atlantischen Oceaan zijn de Engelsche en Duitsche eskaders in strijd gekomen. Ditmaal wat verder van de Zuid-Amerikaansche kust. dan den vorigen keer, toen bet bekend zeegevecht bij Chili plaats had. Een eskader van vijf Duitsche kruisers, met twee kolenschepen, ontmoet te een Engelsch kruisers-eekader bij de Falkland-eilanden, op ongeveer 250 mijl van de Zuid-Amerikaan6che kust. Elders in dit blad geven wij een uitvoerige beschrijving van den slag, hier zij alleèn gezegd, dat de strijd eindigde met een volkomen overwin ning der Engelschen. Drie der Duitsche kruisers, ook de berichten uit Berlijn erkennen dit, zijn tot zinken gebracht, de beide anderen werden achtervolgd en ecu er van, de „Nürnberg moet ook vernield zijn. Twee kolenschepen werden genomen. Allen het lot der „Dresden" is op 't oogen- blik, dat we dit schrijven, nog onbeslist, maar overigens werd dus het geheele Duit sche eskader vernietigd. Voor de Engelsche marine is dit een triomf, die opweegt tegen de nederlaag aan de Chileensche kust. Toch blijkt ook hierin alweer, hoe moei lijk het zal zijn tot een beslissing te komen in den oorlogto land en ter zee strijden de tegenstanders met afwisselend geluk, al valt er niet aan te twijfelen, dat ten slotte de Engelsche vloot de meerdere zal blijven. Te land is er in de laatste dagen weer zeer weinig .gebeurd, dat werkelijk van belang was. Dat de Franschen eenige hon derden meters vooruitgegaan zijn bij Ques- noy, dat de Duitschers eenige loopgraven hij Reims hebben moeten ontruimen en dat zij ook echter een zwaren aanval der Fran- sche artillerie hebben afgeslagen en de vijand groote verliezen toebrachten, dit zijn feiten van maar heel geringe beteekenis in dezen krijg, die feitelijk sedert maanden op dezelfde hoogte blijft. Omtrent, bel Oostelijk oorlogsterrein wordt van beide kanten gemeld, dat het daar in de laatste dagen rustig toegaat, maar dat men zich van weerszijden voorbereidt op een zwaren strijd. Op deze wijze kan de oorlog nog maanden duren, is het een wonder, dat vredesge- ruchten eens weer de ronde doen? Ditmaai in Duitsche bladen, te Berlijn. Uit Rome werd daarheen gemeld, dat volgens een Fransch blad, men ziet de zaak is nogal ingewikkeld, de Yereeuigde en Italië he* initiatief zouden willen nemen om den vrede tot stand te brengen. Doch Frankrijk zou van een vrede nog niet willen weten, en een nadere bevestiging van het gerucht ont breekt dan ook, en het blijde woord zal wel weer verklinken. Berlijnsehe bladen, o. a. het „Berl. Ta- geblatt", bespreken een ander olm, dit wel licht meer kans van 6lagen kon hebben, en da' van den Paus Tïitgaat. Z.H. zou aan de verschillende kabinetten hebben voorgesteld om gedurende de Kerstdagen een algemee- nen wapenstilstand te sluiten en den legers volkomen rust te gunnen. De regeeringen schijnen er wel ooren naar te hebben, maar men weet niet, hoe de militaire autoriteiten der verschillende landen de zaak beschou- den. Men verneemt thans, dat Rusland, rt welk zijn Kerstmis een twaalf dagen later viert zich zou verzetten, en dan komt er natuurlijk niets van. Het „Berl. Tagebl." meent intusschen, dat het zeker in alle oorlogvoerende staten de groot ste vreugde zou verwekken, wanneer het verlangen van den Paus te vereenigen was •met de algemeene militaire toestanden. De telegrammen der laatste dagen meld den, dat keizer Wilhelm weer aan zijn ge wone keelziekte leed, en te bed is moeten blijven. Thans schijnt de toestand echter weer verbeterd te zijn en op volkomen her- stol valt te rekenen. den grijsaard trachtte te ontwijken, „jehadt zeker liever gehad, dat ik was ©bleven." „Louis, Louis, wat doe je!'" riep de vrouw, terwijl ze den soldaat het. geweer uit de han den trachtte te rukken, „.bedenk, dat er een God is!" ..Houdt me dat woedende wijf van het lijf!" knarsetandde hij, zich tot zijn makkers wendende, „wat sta jelui daar te suffen, voor waarts, aangepakt I" „Bang voor een ouden man en een oude vrouw!" bromde een der beide anderen ge krenkt, nu men zijn dapperheid in twijfel trok. „Kom Henri!'" „Ik heb van den beginne af niet mee willen doen. Het zijn immers onze. landgenooten---" „Och, de duivel hale je!" antwoordde Louis, „je hadt als een vrouw ter wereld moe ten komen Door deze woorden geprikkeld, grepen de andere twee nu de oude vrouw beet, maar met een kracht, welke men van haar niet verwacht zou hebben, wierp zij de beide mannen van zich a.f en viel voor Louis op de knieën. „Bij de nagedachtenis uwer moeder, spaar ons. Louis!" „Vooruit, bind haar!" En de beide sterke soldaten grepen de oude vrouw en weldra lag zij gebonden en gekneveld op den grond. „josianne!" De grijsaard wilde zijn vrouw ter hulp snellen, doch de geweerloop en een donderend „halt!" dwongen hem om te blijven zitten. „Zoo," sprak.de indringer, „nu kunnen wij aan het werk. Voor den dag met den sleutel, waar heb je je geld geborgen? Anders, waar achtig, jc bent een kind des doods!" „Zoek maar. je zult niets vinden, wij heb ben geen geld," antwoordde de boer. „Oho, dat gaat zoo maar niet, ik zal tot drie tollen en dan trek ik af." Zooals God wil! Ik heb tooh nog slechts korten tijd te leven." ..Genoeg ééDl" Na een kleine pauze, waarin men het tik ken der klok kon liooren, riep hij: ..Twee! Wil je nog altijd niets loslaten?" De oude man richtte zich t.otscli op, terwijl hij een blik yol verachting op den soldaat België. De strijd aan. de Yscr. LONDEN. De „Daily News" ver neemt uit BelgiëDoor een handi- gen zet hebben de Belgen verschil- j lende loopgraven aan den Yser genomen, j Zij maakten toebereidselen voor een scbijn- c an val met vlotten, en terwijl de Duitschers i daarop aanvielen, deden de Belgen op een andere plaats een aanval op de Duitsche loopgraven, en dreven de bezetting met de bajonet daaruit. Op die wijze hebben de Belgen, bijna een kilometer terrein ge wonnen. Een Belgisch vlieger aan het werk. LONDEN. De „Daily Cbron." bevat een verhaal hoe een Belgisch vlieger een i Duitsch convooi en oen detachement cavale- lie ernstige verliezen berokkende. De twin- tigjarige aviateur, die als vrijwilliger dienst j had genomen bij de luchtvaartafdeeling, is zes weken geleden tot luitenant bevorderd. Toen hij den 8sten in de richting van Ostende vloog, bemerkte hij een Duitsche colonne. De vlieger, die zoo laag vloog, dat j men hem voor een Duitschen aviateur hield, vernielde drie motorwagens en bracht groote wanorde in de colonne, waardoor hij kon ontkomen, een hoogte bereikende van 5000 voet. Naar Brugge vliegende, wierp hij bommen op een afdeeling cavalerie, die i verdekt stond opgesteld achter boerderijen. De eerste bom viel te ver, maar de tweede ontplofte midden tusschen een escadron. Daar het vuur van den vijand de machine beschadigd had, moest de aviateur dalen op geïnundeerd terrein. Maar hij slaagde erin door het water wadende de Belgische stellin gen te bereiken. Het vliegtuig is door de Belgen gered. Duitschland. Prins Joachims ontsnapping in een vliegtuig Met een enkel woord is reeds gemeld, dat bij- de gevechten in Polen het den zoon van den Duitschen Keizer, Joachim, alleen mo gelijk was geweest aan gevangenschap te ontkomen, door de vlucht in een aeroplane. De correspondent van de „.Times" te Pe tersburg vertelt hieromtrent het volgende in een telegram van 7 December Luitenant Bolikudi, die te Petersburg gewond terug keerde, vertelt, in de „Kurier", dab prins Joachim van Pruisen op 24 November in een aeroplane ontsnapte toen de Russen een plaats bezetten, die met B. (waarschijnlijk Brezin) wordt aangeduid. Bij het binnen komen van het dorp vernam de luitenant van Russische officieren, die tijdelijk krijgs gevangen waxen geweest, dat prins Joachim daar het bevel voerde. Toen het gevecht een voor de Duitschers ongunstigen 1 -er nam, besteeg de prins zijn paard en galoppeerde naar de achterhoede. Op dat oogenblik kwamen drie Duitsche aeroplanes, die bo ven B. vlogen neer en trachtten den prins op te nemen, maar de Russische ar tillerie schoot ze stuk. Een aanzienlijk deel van de vijandelijke strijdmacht was nauw door de Russen ingesloten en de prins werd bedreigd met gevangenneming, toen plotse ling een ander vliegtuig daalde, hem op nam en weder opstijgend, 6nel verdween. Engeland. Landverraad. LONDEN. Zekere Ahlers, vroeger Duitsch consul te Sunderland, ge naturaliseerd Engelschman, is van hoogverraad beschuldigd. Hij zou Duitschers hebben geholpen het land te verlaten om zich bij het Duitsche leger te voegen. Zijn schuld werd als bewezen aan genomen en met doodvonnis gestraft. LONDEN. Het Persbureau be richt, dat in zake Ahlers de rech ter in hoogeren aanleg appèl verleende op somjnigo wetsquaesties die bij het onder l sloeg. „Ellendige hond!" klonk het, „je durft ze ker slechts weerlooze menschen aanvallen!" Het gelaat van den soldaat had een asch- rale kleur gekregen, zijn oogen puilden uit hun kassen, het schuim stond hem op den mond: „„Drie! Zoo vaar dan tor helle, kop pige gek!" Zijn vinger beroerde den druk ker, doch op hetzelfde oogenblik sloeg zijn makker hein het geweer uit de hand, zoodat de kogel in den wand vloog. „Geen, moord!" riep hij, „geen moord! "Wij willen geen bloed op ons geweten hebben!" j ,,Ja" sprak ook <i> ander. „Laten wij liever het geheele nest leeghalenwat er dan is. vin den wij wel en den ouden man kunnen wij zoo lang hinden „Nu, ook goed", bromde Louis, wat ik dan later met d»ve l>eid© ouden te verhandelen heb, weet ik wel dat is mijn zaak en daar mee behoeft ge u niet te bemoeien. Zou je denken, dat ik zoo dom zou zijn om die twee te laten leven? Ieder kind zou me dan aan de gendarmen kunnen overleveren. Neen, zoo 'n ezel ben ik niet!"' I „Wat je naderhand wilt doen, is jouw zaak. dat gaat ons niet aan", meende een der gar den. De andere schudde het hoofd, i ..Ik had liever, dat het zonder bloedvergieten afliep." Toen drongen de krachtige mannen op den grijsaard toe en eeu wosteling begon, waarvan de uitslag niet twrujfelachtig was. De op den grond liggende vrouw was het in tusschen gelukt, de prop uit den mond te ha- len en haar hartverscheurend hulpgeschrei weerklonk ver in den omtrek. „Duivel! stop de heks den mond door een kolfslag!"' schreeuwde Louis buiten zichzelf van woede. De onderofficier Muller en de soldaat Vosz hadden, intusschen hun marsch voortgezet. „Vosz", sprak de eerste, plotseling stilstaan de, ..luister eens, 't is net of er iemand om hulp roept." „Ja. sergeant, dat geloof ik ook", meende de ander, met onverstoorbare kalmte. zoek zijn gerezen. De terdoodveroordeling was het eenige vonnis dat de rechter in ver band met. de wet op hoogverraad kon uit spreken. Wanneer dit vonnis in appèl wordt bevestigd zal de minister van binnenland- sche zaken voorstellen liet te veranderen in dwangarbeid of gevangenschap. Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterrein. BERLIJN. Officieel wordt uit het groote hoofdkwartier gemeldIn de streek van Souain bepaalden de Fran- echen zich Donderdag tot heftig artil lerievuur. Eeu hernieuwde aanval, aan den oostelijken rand -van het Argonnenwoud, door de Franschen ondernomen op Vaug A en Boureuilles kwam niet vooruit, doch werd gekeerd door het vuur onzer artillerie. De vijand leed klaarblijkelijk groote verliezen. Drie vijandelijke vliegers wierpen Woens- dag op de „open, niet in het operariege- bied liggende stad" Freiburg in Baden tien bommenschade werd niet aangericht. Dit wordt slechts gemeld, om het feit vast te stellen, dat opnieuw, zooals meerma len in dezen oorlog in een „open, niet in het operatiegebied liggende stad", door dc-n vijand bommen werden geworpen. PARIJS. (Communiqué). De dag van Woensdag is kalm voorbijgègaan in België en in de buurt van Atrecht. De Franschen zijn eenige honderden meters vooruitgegaan in de streek van Quesnoy. De Fransche artillerie heeftnog steeds de overhand over de Duiteche aan de Ai:ne en in Champagne en heeft de Duitechers genoodzaakt eenige loopgraven bij Reims j te ontruimen. De Franseben maken nog voortdurend vorderingen in Argonne en hebben daar j nog eenige loopgraven genomen. Zij hebben zes tegenaanvallen afgeslagen. I Heb terrein, door de Franschen genomen, wordt overal versterkt. Bernard Citroen, f Het Weekblad van den A. 3". D. B. meldt: Dezer dagen sneuvelde in de loopgraven bij Armentières de heer Bernard Citroen, een bekend Parijsch diamantkoopman, van Hollandöche afkomst. Hij was ais vrijwilli ger bij het Fransche leger in dienst getre den. Zijn beide broeders dienen eveneens onder het Fransche vaandel. Een charge van de chasseurs d'Afrique". Eind November schrijft een corres pondent van do „Daily Telegraph" was de Duitsche aanval op het Noord-Fransche stadje Albert op zijn hoogtepunt. Maar nog is het in handen der geallieerden dank zij den chasseurs d'Afrique (de Afrikaan- sche Jagersj! Toen de fabrieken en andere gebouwen van het stadje ua, <*-n dagenlang bombardement in puin lagen, werd het tjjd voor den tegen aanval. Op vyf mjjlen aistaud, naby Ovu Iers, was eeu sterke vijauuelykc cavalerie afdeeling gesignaleerd, en de "ïr3nscho siai besloot het terrein voor de infanterie te doei zuiveren door de cavalerie. De cliasseurs d'Afrique kregen do opdrach. do Fransche verbindingslijn iuct Aveluy tegei do Pruisische garde-dragonders te beschermen s Morgens om negen uur reed de dapperi cavalerie op de kleine Arabische paardje» den weg naar Becordel op, en nu is een der ehas seurs, die thans in een hospitaal ligt, aan hei woord „Wij reden door een boschje; in een greppe lag een man in zóó natuurlyko houding, dat hc. was alsof hij sliep. Twee van ons stapten ai en, het lichaam omdraaiende, bemerkten dat het een uhlaan was; hjj kon nog niet Jan. dood zijn, en was dwars door het hart ge schoten. Aangezien geen der onzen nog hier gevoo» was, waren wij zeer verbaasd; maar toch bh ven wij kalm, en verwachtten met spanning he treffen met do keizerlijke garde-ruiters. Ongeveer drie kilometer van La Bas veil. hieldeu wij rust, en de officieren beraadslaag den onderling. „.Laten WIJ schieten vóór wij chargeeren" - zeide de ritmeester van het derde escadroi. waartoe ik behoor. „Neen", antwoordde de kolonel, „onze oi tiers zijn precies omschreven", en, zijn sab. trekkende, riep hij uit: „Voorwaarts, kinde ren De kolonel wendde zich in het zadel om keek ons aan, en, zich in de stijgbeugels op heffende, wenkte hij met de sabel" Het was een gebaar dat op manoeuvres b. n3al moge zijn, maar op dit oogenblik kre-r het een speciale wijding; met donderende st-.-i. riep hij „Escadrons, opgepast, tot den aanval, sabels getrokken, draf, galop marsch De trompetten schetterden de charge, en d officieren herhaalden de bevelen. De geest der mannen was schitterend. W allen voelden de beteekenis van hot moment en wij reden weg. Onze kleine paardjes gingen ate vaazc in den galop zij schenen te begrijpen er van hen verlangd werd, en de dronkenseha van den strijd hield ons allen bevangen. De afstand tusschen ons en de vijandelijk linies werd kleiner-, wij zagen hen in dichte massa, schijnbaar bewegingloos. ro;r niettegenstaande dat. langzaam, op ons t-wk mende, als in verheven minachting voor onz wild aanstormende horden. Wij kwamen steeds nader, en hielden d- paarden stevig in de hand. De voeten schoe. wij wat vooruit in de beugels, die wij vast t* gen den hak duwdende sporpn hielde» w la de bossehen op ds uitgestrekte oorlogsvelden wordt hevig gevochten. Zoo dunrt n het Fransche Argonnenwoud de strijd reeds weken achtereen. Op onze plaat het gevecht in het woud ten westen van Yperen, waar de Fransch-Engelsche macht de Duitschers verjoeg. Zware sneeuwval bemoeilijkte het vechten. „En zie je daar geen licht?" „Ja, dat zie ik sergeant." „Hier blijven kunnen we niet .Hé, wat ls jlat?" Een door den grooten afstand geftempte kreet drong toe hen door, een kreet van iemand, die in nood verkeert. Een oogenblik stond de onderofficier besluiteloostoen wend de hij zich tot zijn makker. „Vosz, wij zijn maar met ons twiteën, wie weet hoeveel Franschen daar bezig zijn, om hun eigen landslieden k»t vel over de ooren te halen. "Wat zullen wij doen Wij zijn niet geroepen om Franschen tegen Franschen te beschermen, maar misschien ook heeft God ons ter rechter tijd hierheen gezonden: wat denk jij ervan, Vosz?" „Ik denk precies als u, sergeant!" ..Nu, voorwaart6 dan!" ..Waar u gaat, ga ik ook!" Da.t klonk zoo eenvoudig en zoo trouw, dat do schoonste redeneeringen niet zooveel luid den kunnen uitdrukken. Spoedig hadden de beiden de hofstee bereikt en op den drempel van het vertrek staande, riep de Duitsche sergeant uit: „Donnerwetter, wat is bier aan de hand?" Met schrik en ontzetting staarden de Fran sche soldaten naar de twee gestalten in de deuropening. Het ^mplicht deed hun helmen en de tot schieten gereed gehouden ge" eren blinken. „Sacré nora de Dien, de vijanden, de Prui sen! vSauve qui peut!" stamelden de bandie ten en met eenige sprongen waron zij door het achterhuis verdwenen. Twee 6choten knalden hen na. De oude man was opgestaan en zag zijn be vrijders vol verbazing aan. Toen hij d© vreemde uniformen zag. scheen hij een nog gruwelijker behandeling ver- v.achten, want- dit waren immers de gevrees de Pruisen. Dit was de vijand! „Genade!" riep bij, tewijl lnj do handen met een smeekend gebaar ophief. „Genade, ik ben een arme boer!" „Vrees niete, wij dcon u geen kwaad", trachtte de sergeant in de weinige gebrekkige woorden, welke hy m die vreemde taal kon sproken, den boer aan het verstand te bren gen. ..Genade, genade!" riep de oude man -weer, zijn zakken omkeerend, waardoor eenige munt stukjes rammelend op de 6teenen vloer vie len. „Dit is al mijn geld!" „Mat?" vroeg Yosz verwonderd, „houdt hij ons voor struikroovers?" „Dat 6chijnt zoo." Na veel praten gelukte het den soldaten, den oucten man van hun goede bedoeliusen overtuigen en gewillig liet hij zich in bed brengen. Daarop hieven zij de vrouw op, leg den ook haar te l>ed, wreven haar slapen met azijn en goten haar wat wijn in den mond. Spoedig kwam zij bij, terwij! de kat aan het voeteneinde op het bed sprong en daar weldra befcagelijk lag te spinnen. En weer raasde de theeketel en weer liet dn klok haar weemoedig tik-tak hooren, doch nu voerde de groote forsche soldaat, inplaat.-. van hot oude vrouwtje, de huishouding. Toen de beide oude menschen weer wat op hun verhaal waren gekomen, overstelpten zij de mannen met woorden, van dank. terv i|l hun de tranen over de wangen liepen. Vosz wendde zich snel af en begon vol ijte-r in het haardvuur te poken. Ook Müller was zeer geroerd. „Ai wel. baas genoeg! Wij hebben niets meer dan ona?n plicht gedaan." Een gelukkigen nacht brachten de vier menschen met elkaar door. Het beste, wat kelder en provisiekast opirverden, kwam voor den dag. Het avontuur van den nacht werd verteld en de oude lieden konden er niet o-,»-.- uit, dat hun redders uit Mecklenburg kwamen en toch niet in dieiunvellen liepen en evenmin barbaren waren. Toen de beide krijgers den volgenden mor gen afscheid namen van de landlieden, was het, als trokken hun zonen ten strijde. Z. weenden bitter en stonden nog lang op den drempel (te vertrekkenden na to krjken, die- voortschreden in den kouden voclïtigen win termorgen.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1