No. 48.
Zondag 6 December 1914.'
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Een angstig uur.
Oplaag 50,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE PALESTRLN ASTRA AT 10, AMSTERDAM, TELE
FOON Z. -1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WÉÉK VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Adverleutitn wende men zich tot onze Adininisi i atio Drukkerij „Jacob van Camp«nn
N. Z. Voorburgwal 234-340 (Keizerrijk 9) Amsterdam, Tel. Noord 1776, of tot do advertentie
bureaux. Prijs der AdvertentiBn per regel 25 cent.
Een aandoenlijk tooneeltje in een tehuis voor Belgische vluchtelingen te Ealing m Enge
land. Een Engelsch jong meisie komt een Bolgisch weesje als liaar zusje
begroeten. Er zijn meer Engelsche lamilies die ouderlooze kinderen
als eigen, kinderen opnemen.
Sank der vrouwen aan onze landverdedigers.
O Tiran mannen, die nu reeds vier maan
den aan grens of kust, in de forten of op
de vloot gereed staan onze neutraliteit te
handhaven, mogen niet vergeten worden,
als de schoonste, de intiemste feestdagen van
heb jaar naderen, het mooie huise
lijke feest van Kerstmis. Verreweg
de meesten hunner zullen dan nog
ver van hun gezinnon zijn en de
innige blijheid van den huiselijken
haard missen. Zooveel wij kunnen, moeten
wij hen daarvoor schadeloos stellen, en zij,
die de godinnen en bewaaksters zijn van den
huiselijken haard, de vrouwen van Neder
land, moeten daartoe allereerst haar best
doen. Op Kerstmis moeten deze vrouwen
toonen, dat zij begrijpen, hoe de mannen
van Nederland eeu duren plicht vervullen
voor het land, dat ons aller vaderland is.
Dat is ook de meening van den ,,Van
Dag tot Dag''-schrijver in heb Handels
blad'' en met instemming halen wij hier een
gedeelte van zijn artikel aan.
"Waarom de vrouwen van Nederland den
Landverdedigers dankbaar zijn, gevoelt
iedereen, die beseft hoe de toekomst van
elk volk wordt voorbereid door de zelfver
loochening of het gebrek aan zelfverlooche
ning van de jonge mannen, die nu leven.
Wanneer er een geslacht opstond van
schouderoptrekkende mannen, die zeggen
„hèt kan mij niet schelen!" en die, zoo ze
gedwongen werden hun land te dienen, dit
lusteloos en onverschillig doen, daar ze niet
blijmoedig het zelfopofferend dienstbetoon
willen verleenen, dat onontbeerlijk is voor
's lands behoud, dan zou zulk een geslacht
een verrader zijn jegens het verleden en de
toekomst van zijn volk. Het onteerde de
Door Lodewijk Oostendorp.
4e gomp., 2© bat. 15e reg. inf. 3e sec.
(Slot.)
De „Mamuon" was rechtstandig gezon
ken, en had op den bodem der zee. 'tusschen
de klippen, zoodanige stelling aangenomen,
alsof ze op een werf lag. Wij klauterden,
zonder dralen naar boven. Het doffe, rom
melende geruisck in het water voorspelde
een nakend gevaar. Wat wij doen wilden,
moest dus spoedig gebeuren. Parker ging
naar de kajuit, ik naar het ruim, en'langs
eeu ladder kwam ik in de machinekamer.
Alles was hier ledig, ik zag niets als water.
Ik wilde'verder gaan, toen ik plotseling een
verschrikkelijk leven boven mijn hoofd
hoorde. Duidelijk hoorde ik de zware voet
stappen van een mensch, die liep alsof hij
in doodsangst verkeerde. Ik schrok, want
daar onder in de diepe stilte der zee, ldonk
het geluid werkelijk vreeswekkend. Maar ik
herstelde mij spoedig. Het kon niemand
anders zijn dan Parker.
Ik ging, zoo snel mijn zware duikerpak
het toeliet, door het naaste luik naar
boven. Het was inderdaad Parker, die zoo
over het dek stormde. Hij vloog op mij
toe, greep krampachtig mijn arm en wees
PMt do kajujtc
groote doodenhet weigerde over te reiken
aan, de kinderen de lichtende fakkel van
het nationaal bestaan, welke het eenmaal
ontving op voorwaarde van die brandende
te houden en aan de jongeren over te geven.
Zulk een geslacht is zonder macht en heer
lijkheid. Het is onfrisch en decadent. Het
heeft zijn ziel verloren- Het is eene mummie.
Maar zulk een geslacht kent Nederland
niet!
Onze jonge mannen vervullen ernstig en
krachtig op de vloot, op de grenzen en in
de garnizoenen de veredelende taak,
welke de Koningin hun op de schouders
legde. Blijmoedig en volhardend vervullen
zij hun plicht en verdragen zij veel dat
onaangenaam is. Ze zijn ver van huis en
hun gewonen arbeid.
Velen, die gewoon waren te bevelen,
moeten nu gehoorzamen, en velen hunner
ontdekten reeds dat zij dus een machtige en
goede levenservaring opdoen. Wie het land
du? nederig en zelfopofferend dient, be-,
loont zich zelf. Zij, die dit doen,
doorloopen de gestrenge school, waar
men kent zelfverloochening, tucht, ge
hoorzaamheid, orde, methode, matigheid,
zelfbedwang, vasthoudendheid, volharding
en geduld. Ze worden gesterkt door de we
tenschap, dat binnen de grenzen ons geheele
volk en buiten de grenzen de machtige na
buren letten op hun gedrag en houding
en opmerken of ze even als hun voorvade
ren alles over hebben voor hun onafhanke
lijkheid en voor de eer en toekomst van
Kun volk.
En ook dit weten onze landsverdedigers,
dat onder hen, die in de eerste plaats vol
vertrouwen tot hen opzien, wetende dat ze
als ware Nederlandsche mannen hun plicht
doen en de oude vlag hoog houden, in de
eerste plaat6 behcoren hun moeders, hun
Toen ik daar naar toe wilde gaan,, stamp
hij met beide voeten en poogde mij terug
te houden. Hij wees naar den boven ons
liggenden schoener en smeekte mij met de
levendigste gebaren naar boven te gaan.
Het is een ontzettend gezicht, wanneer een
beangst hart zich alleen door teekens ver
staanbaar kan maken, wanneer het geluid
der stem onverstaanbaar is. Ik za«- wei
nig of niets van Parker's gezicht, maar
zijn oogen gloeiden door het" dichte masker
van den duikerhelm als vurige kolen, als
de oogen van een wilde kat.
„Ik wil gaan,'' riep ik en rukte mij los.
Hij vouwde de handen, maar waagde het
niet mij te volgen.
„Goede hemel," dacht ik, „wat moet
hij daar iets vreeselijks gezien hebben, dat
het in staat is den moed van een zoo on
verschrokken man als Parker te verlam
men Toch wilde ik het zelf gaan zien.
Ik ging dus, kwam bij de kajuitsdeur en
trad in het salon, maar zag niets.
„Ik neem Parker niet; iueèr mee,"
dacht ik „hij bezit werkelijk geen moed".
Ik stapte door het salon en. opende de deur
der tweede groote kajuit.
Barmhartige GodWat moest ik daar
beleven, wat moesten mijn oogen daar zien
Had ik mij niet aan de deur vastgehouden,
ik zou in onmacht zijn gevallen
Daar stonden voor mij een aantal raen-
schen, mannen, vrouwen, jonge meisjes én
kinderen, alles in dezelfde houding waarin
zjj den doodstrijd gegtreden hadden, door
vrouwen, hun bruiden, hun geliefden. En
het is een opwekkend denkbeeld voor onze
landsverdedigers, een denkbeeld, dat van
jongens mannen maakt, dat ze, door kloek
en onverzettelijk te zijn, de borstweer van
het land vormen, al die liefhebende vrou
wen helpen beschermen tegen oorlogsgevaar
als gevolg van schennis onzer grenzen.
En dit gevoelen te zamen met hen, al die
flink© jqngemannen, die, niet opgeroepen
tot dienen, vrijwillig tot den landstorm
boetraden, om het leger tot hulptroepen te
kunnen dienen. Eu dit beseffen ook wi\
de oudere mannen, die zoo hartelijk-dan!:-
baar zijn aan onze landsverdedigers voor
hun trouw.
Maar het diepst van allen gevoelen <1 i l
de Nederlandsche vrouwen. Zij zijn vervuld
met een dankbaarheid, die haar tot een
symbolische daad dreef. Zij wenschen ce-a
Kerstmisgroeb en een kleine gave te
zenden aan alle landsverdedigers, die
ver van huis waken voor 'e lands eer
en behoud. Een commissie van Nederland
sche vrouwen heeft zich gevormd om een
blijk van waardeering te zenden aan greus-
en kustbewakere en aan de fortbezettingcu
Wie, evenals ik, veel gevoelt voor het
denkbeeld een huldebewijs van dankbare
vrouwen aan onze troepen te zenden, zon-
dere daarvoor een gift af, en make dat
vele tienduizenden van onze jongens een
pakje ontvangen
Komt, vrouwen en mannen, zendt hun
dien groet.
Die zal hun zeggen: jongens, wij zijn je
dankbaar. Wat gij. doormaakt, duurt al zoo
lang, eu wij weten niet wat de toekomst
brengen zal. Maar wat wij wel weten is,
dat gij volharden zult bii wat ge zoo goed
hebt begonnen, en dat gij ons land zult
blijven versterken door het voorbeeld van
blijmoedig© plichtsvervulling, dat gij geeft.
Op Kerstmis zullen de vrouwen van Ne
derland aan u allen denken.
Vrouwen van eiken stand doen een be
roep op aller medewerking tot haar plan.
Een aanzienlijk hoofdcomité zetelt in
Den Haag, in verschillende audere plaatsen
insgelijks comités, zoo in Amsterdam, de
hoofdstad. Moge in het geheele land door
sympathie gevonden worden voor deze hulde
van dankbaarheid aan onze landverdedigers.
Voorwaar, ze verdienen die!
Gezondheidsleer.
Door J. P. Bijl, officier v. gezondheid.
XXI.
De Marsch. V.
Behalve om uit te rusten kan men do halten
op nog audere wijze nuttig gebruiken. Zoo bijv.
door het verzorgen van de voeten. Wanneer
iemand tijdens den marsch pijn aan zijn voe
ten gehad heeft en gedurende de rust er geen
last meer van heeft, moet hij bedenken, dat
de pijn weer spoedig terug zal komen wanneer
de troep zich in beweging zet. Hij moet dus
oogenblikkelijk onderzoeken wat de oorzaak
van co pijn is.
Soms zal een steentje in den schoen de oor
zaak van alle ellende zijn, een anderen keer
een plooi in d© sok, weer een anderen keer
een spijkertje van de zool, dat hindert. Der
gelijke kleine oorzaken, die groote gevolgen
kunnen hebben, n.l. een voortdurende toene
ming van pijn tijdens den marsch, kunnen ge
durende een korte halt gemakkelijk weggeno
men worden. Is een plooi in do sok of een
verkeerd gestopt gat de oorzaak dan helpt het
uitstekend om de sokken van rechter en lin
ker voet te verwisselen.
Zeer veel last hebben dikwijls menschen met
zweetvoeten. Zijn de sokken geheel nat gewor
den dan is het best© om t© vragen schoon© uit
den ransel t© mogen aantrekken. Kan zoo
iemand 's zomers bovendien zijn voeten nog even
wasschen, dan zal hij geheel verjongd het vol
gende deel van <!on weg afleggen.
Vooral ook blaren zal men mocton verzor
gen alvorens verder te gaan. De wijze waarop
dit mo©t geschieden, zullen wij later bespro
ken.
Dikwijls ziet inen dat aan een voet niet veel
afwijkingen te bespeuren zijn en dat hij toch
veel pijn veroorzaakt. In vele gevallen is dit
een gevolg- van de algemeen© zwelling en uit
zetting, die de voeten tijdens den marsch on
dergaan. Wanneer de schoenen uitgetrokken
en de voeten een beetje hoog gelegd worden,
zóodafc het bloed gemakkelijk kan wegstroomen,
j wordt dit bezwaar spoedig eenigszins vcr-
holpen.
Is de voet op bepaalde plaatsen pijnlijk, b.v.
boven op den middenvoet, zonder dat er een
ernstige oorzaak voor bestaat, dan helpt het
dikwijls om den voet te maa»?eren. Men vrage
liiervoor de hulp van een hospitaal-soldaat of
oen kameraad. Zelf den voet masseeren gaat
zeer moeilijk. Dit masseeren moet zoo ge
schieden, dat mende huid niet stuk maakt
(men make haar dus eerst wat vettig b.v. met
gewoervet)3e. van de teen en naar boven
masseert, en 3e. het voorzichtig doet, zonder
- pijn te veroorzaken. Voornamelijk moet het
pijnlijke gedeelte gewreven worden, maar niet
alleen. De geheele voetrug moet zijn deel
Het is natuurlijk onnoodig te zeggen, dat
men in sommige gevailen de hulp van den of
ficier van gezondheid moet inroepen.
Behalve pijnlijke voeten zal men ook de noo-
Jige aandacht moeten schenken aan andere
kieine ongemakken. Hoeft b.v. de ransel een
plek van den rug open geschuurd, dan zal een
i.o.-pitaal-soldaat door een klein verbandje dit
gemakkelijk kunnen verhelpen en daardoor de
rest van den marsch veel minder vermoeiend
maken.
Wanneer we spreken over het nuttig maken
van de rust, dan moet daaronder ook gere
kend worden het eten. drinken en het verrich
ten van een andere natuurlijke behoefte. Wat
hei- drinken betreft geldt hier wat reeds be-
vpmkcn is in liet opstel over drinkwater: drink,
indien ge bezweet zijt niet plotseling te veel
koiul water en drink slechts water van goede
.quaüleil, uit een pomp dus, die de officier van
gezondheid u zal kunnen aanwijzen.
Hei. eten moet om dezelfde redenen als die
wij besproken hebben toen wij het hadden over
de to nemen maatregelen vóór den marsch
voldoende zijn om honger te stillen en nieuwe
kracht te geven, maar niet overdreven veel of
t© zwaar zijn en zonder alcohol genuttigd wor
den. De hoofdmaaltijd zal dan ook niet gehou
den worden indien het grootste deel van den
weg nog voor do boeg ligt, tenzij daartoe be-
paalde redenen bestaan.
Over het doen van natuurlijke behoeften
kunnen wij kort zijn, dat wijst zich zelf. Alleen
zou ik dit willen opmerken, dat indien men
in een streek is waar besmettelijke ziekten
heerschen, als typhus, cholera, bloeddiarrhee,
of wanneer de ziekte al bij den troep aanwezig
is, men goed zal doen door tijdens een rust
even een greppel te graven en daarin de ont
lasting en urine te loozen. De greppel kan
«voor 't vertrek dicht- gemaakt worden, 't Is het
werk van een oogenbhk en wanneer er ernstige
ziekten heemchen kan men zoodoende een
verspreiding voorkomen.
Na gesproken te hebben over de halten en
pusten tijdens.den marsch wordt het thans tijd
het een en under' te zeggen van den marsch
belfv Ook geduten-tio het marcheeren moet men
Veel dmgèn doen en niet nfitoder nalaten om in
staat te zijn den geheelen weg zonder bezwaar
af te leggen.
Tan groote beteekenis is de wijza waarop
de troepencommandanten d© collonnes for-
meerep. Allerlei overwegingen uit een oogpunt
van marsohdisoipline zijn hierbij van belang,
maar ook de -hygiëne wordt in de reglementen
niet vergeten. Zoo zegt 97 van het V. "V.
dat de afdeeling, die aan het hoofd
marcheert, de minste vermoeienis ondergaat,
zoodat het aanbeveling verdient niet steeds
dezelfde afdeeling aan het hoofd te plaatsen.
Ook in andere opzichten is hc«t formeeren
van de colonne van veel beteekenis. Ieder
mensch toch produceert warmte, iedereen is
dus als een soort kacheltje te beschouwen.
Hoe dichter de manschappen bij elkaar loopen,
hoe minder kan dus de wind door den troep
blazen en hoe minder warmte gaat er ver
loren. Hierdoor kan men zoowel 's winters als
zomers den marsch vergemakkelijken, 's Win
ters zal men de warmte zooveel mogelijk bij
den troep houden, terwijl zomers de af
standen tusschen de onderdeelen vergroot
zullen worden om den wind vrij spel te geven
en de door de manschappen voortgebrachte
warmte als 'tware weg te blazen. Bovendien
heeft men zoodoende bij droog weer veel min
der last van stof.
De verschillende plaatsen in den troep zijn
lang niet alle gelijkwaardig. Zooals wij
zagen, is vooral 's zomers het gemakkelijkst
loopen in de voorste gelederen, waaruit volgt
dat iemand, die vermoeid en dreigt bevangen
te worden door de warmte, door gedurende
eenigen tijd vooraan te gaan marcheeren, spoe
dig de voordeden van de eerste gelederen zal
ondervinden. Uit een hygiënisch oogpunt is
zoo'n verandering van gelid soms gewenscht,
alleen de marschdiscipine komt er wel eens
tegen in verzet.
't Winters doet zich soms het tegengestelde
voor en zal de troep die vooraan loopt en de
sneeuw moet plat trappen, het meest vermoead
worden.
Iets dergelijks doet zich voor wanneer een
het instroómeoide water. All© waren, toen
het schip op den klip stootte, van hun zit
plaatsen opgesprongen en hadden naar de
deur willen gaan, maar het plotseling bin-
nenstrooinende water had het hun belet.
Eenigen hadden de tafel, anderen de stoe
len, weder anderen de zoldering gegrepen
om zich daaraan vast te houden, en zoo
stonden zij nog allen daar als lijken. Bij
de deur lag eeu hoop op en over elkander
op den grond. Een der mannen had zich
over de tafel willen redden, en hield nog
een kolom vast welke de zoldering steunde,
terwijl zijn wanhopig© blikken op de deur
gevestigd waren.
Op de deur Op de deur Ja op
mij staarden thans a'. die vreeselijke. ver
glaasde oogen, die oogen waaruit het leven
door den dood verdrongen was. Hun koude
blikken, zonder uitdrukking, vervulden mij
met een ijzige huivering en doodsangst-. Die
verschrikkelijke verwrongen gezichten zon
der leven, maar waarop duidelijk t^Jezen
stond, de doorgestane schrik, de doods
angst en namelooze smart, gaven die koude,
glazige oogen een nog vrees el ijker uitdruk
king, dan zulks over het algemeen bij
lijken het geval is, en het angstwekkende
van het- lijk op de tafel is niet te beschrij
ven. Zijn lang, zwart haar en verwarde
baard gaven hem 't voorkomen van een uit
de hel ontvloden gedrocht..
Ik lette niet meer op het gewaar der zee,
die reeds onrustig begon te worden, toen
wij hot gtoomeebip betraden*
Hier onder, in de diepte, bad ik weinig
van den storm te duchten, zoolang hij niet
in een orkaan overging. Maar hij had wer
kelijk in kracht t-oegenomeu, zonder dat ik
het bemerkte, en de daardoor ontstane be
weging van het water, dat bij "een 'orkaan
tot op den bodem beroerd wordt, begonik
reeds te ontwaren.
Plotseling werd.het stoomschip, dat na
zijn ondergang ine» een stille zee tot nu toe
onbewegelijk op de klip had gelegen, door
de golven in beweging gebracht. Daardoor
werden alle beweegbare voorwerpen op het
schip door elkander geworpen, en zoo ook
de lijkeu, en bet was of de vreeselijke man
op de tafel naa-r mij wide toespringen.
Ontzet snelde ik weg met een gewaarwor
ding, alsof die lijken als zooveel spoken mij
op de hielen zaten. Geen andere gedachte
had ik meer, als zoo spoedig mogelijk weg
te komen uit die vreeselijke plaats der ver
schrikking. waarin het moedigste hart
krampachtig ineen moest krimpen. Ik wist
nauwelijks wat ik deed. Ik poogde mij van
de gewichten te ontdoen, om dadelijk naar
boven te stijgen, maar door de haast ge
lukte bet mij niet. Pas toen ik mijn krach
ten vergeefs daartoe had verspild, herin
nerde ik mij, dat mijn luchtbuis nog in de
machinekamer lag, en dat ik deze, eer ik
naar boven ging, eerst moest vrijmaken.
Maar waar was Parker gebleven? Twee
gewichten, die ik zag liggen, bewezen mij
dat hij naar boven gevlucht was. Ik keek
omhoog en zag onzen schoener,. 492? de gol
troep een marsch maakt, terwijl een gure wind
waait. De manschappen, die aan do ivindzijdo
loopen hebben hiervan natuurlijk hot meeste
last, de marsch zal voor hun de meeste be
zwaren opleveren en zij zullen het meeste kans
hebben om b.v. bevroren ooren te krijgen. Ook
in dergelijke omstandigheden is het uit een
hygiënisch oogpunt van belang dat dezelfde
manschappen niet steeds aan do windzijde van
de colonne loopen.
Ondanks gunstige omstandigheden en on
danks het nemen van de noodigo voorzorgen,
gebeurt het toch dikwijls dat do marsch voor
sommige soldaten groote moeilijkheden mot
zich brengt. Daarom marcheert de officier van
gezondheid aan den staart van do afdeeling,
zoodat hij manschappen, die niet meo kunnen,
dadelijk kan inspecteercn en bepalen ,,in boe
verre ongestelde militairen den marsch kunnen
vervolgen, in de ziekenarren of ziekenwagens
opgenomen en medegevoerd, of wel onmiddel
lijk in de meest nabijzijndo plaats in-behande
ling genomen moeten worden."
(Wordt vervolgd.)
De toestand in den reuzenstrijd.
De berichten van de oorlogsterreinen zijn
in de laatste dagen al heel schaarscb, en
zij maken ons niet veel wijzer. Alleen die
van heb zuidelijk oorlogstooneelin Servië,
zijn wat uitgebreider en duidelijker; daar
hebben d© Serviërs blijkbaar een neerlaag
geleden, hun hoofdstad Belgrado is door
den vijand bezet, 't Kan verwonderen, dat-
dit al niet eerder is gebeurd; reeds in 't
begin van den oorlog, op een der eerste
dagen van Augustus, werd Belgrado door
de Oostenrijkers beschoten en werd het ver
laten door 't- grootste gedeelte der Servi
sche troepen. Men vreesde de stad, die
slechts door den Don au van 't vijandelijk
land is gescheiden, niet te kunnen behou
den.
Thans is Belgrado gevallen en... de Ser
viërs zouden wei vrede willen sluiten. Dat
'niet alleen, maar ook Oostenrijk zou daar
naar wel ooren hebben. Het conflict, waar
om eigenlijk de groote strijd uitbarstte, zou
dus worden beëindigd, maar zonder, naar
we geloovèn, dat daardoor eenige invloed
wordt uitgeoefend op den Europeeschen
oorlog.
In sommige kringen in Engeland is wel
weer het woord „vrede" gevallen, maar
voprloonig liikt het nog niet zoover.. Een
Engelsch blad'waarschuwt er 'ook Voor, "dat
zij, die bopen, dat met nieuwjaar de strijd
uit zal zijn, zich zullen vergissen, en zelfs
zij, die "meenen, dat in het voorjaar de
vrede zal komen, geven blijk van een al te
groot optimisme. De Duitsche Rijksdag is
bijeengekomen en hij heeft opnieuw oor-
logscredieten ten bedrage'van vijf milliard
goedgekeurd.
Een beslissing valt ook nog maar niet,
op geen der beide oorlogsterreinen, in 't
westen of het oosten. Uit België en Frank
rijk hoort men van steeds nieuwe gevech
ten, maar wijziging brengen die niet
j in den toestand: do soldaten blijven
j steeds in de loopgraven en over ben
been buldert bet kanon. Wat er in
Polen gebeurt, is niet zoo duidelijk.
- De groote Russische overwinning blijkt
door do Engelsche bladen wel wat overdrc-
j ven. Nog altijd zitten de Duitechere in Po.
IIen, van een omsingeling hunner troepen i'b
niets gekomen; volgens Russische berichten
doordat generaal Rennenkampi te laat op
j het slagveld kwam, hij zou nu van zijn com-
j mando zijn ontheven. In olk geval geven
do Duitschers den strijd daar nog niet op,
integendeel zij richten zich in Polen in voor
een wintercampagne, naar verluidt. Dit
neemt natuurlijk niet weg, dat er best een
groote slag op handen kan zijn, zooals som
migen beweren, en dat keizer Wilhelm aan
't Oostelijk© front verkeert, zou wel bewij
zen, hoe de Duitschers van plan zijn aan
vallend op te treden. Willen zij opnieuw
vooruitdringen naar Warschau?
Van de krijgsverrichtingen in Galioië
hooren we in de laatste dagen ook weinig
of niets. D© Russen 6chijnen Krakau, hun
voorloopig doel, nog niet bard te naderen,
maSr 't gelukt blijkbaar evenmin aan de
vereenigd© Duitsche en Oostenriiksche troe
pen om hen te verdrijven uit het Oosten-
rijksche land.
Te Berlijn heerschte voor een paar dagen
opgewondenheid, volgens Engelsche bladen
althans: eeu stoutmoedig vijandelijk vlie
ger zou bommen hebben geworpen op de
geschuifabriek van Krupp te Eeseu. Do
schade is onbekend, de vlieger bleef onge
deerd.
België.
De strijd in België.
De bijzondere oorrespondent der „Tel."
te Sluis meldt d.d. 3 Dec.
Wonderlijke dagen in Vlaanderen 1 Nu
hevig kanongebulder, dan weer stilte. Eu
zoo gaat bet ook bij de menschenop
winding door de gedachte: zal er nu ein
delijk verandering komen, nu men wec-r
hardnekkig strijdt? en dan sombere gela
tenheid.
En men vraagt elkaar wat dat kanonge
bulder £eeft uitgewerkt. Maar weinig
nieuws dringt door. Ook de Duitschers zijn
niet gerust.
Men schrijft den tegenslag toe aan 't
guur weer, nevel, sneeuw, overstroOming
In Duitsche bieden vindt men die stem-
teivg. -
Intusschen is bet weer werkelijk ook
guur. Regen- eu stormvlagen. Sommige
loopgraven gelijken beken. Men woelt rund-
om Yperen, manschappen zoowel als wa
gens en geschut, in slijkpoelen.
,,'t Is ©en mollenwerk". Ik herinner aau
die karakteriseering door een boer. Inder
daad, de manschappen blijven twee dagen
in de loopgraven en krijgen dan een dag
rtisfe. In de gemeenten achter 't front ziet
men vermoeide soldaten komen, bleek van
kcude, beslijkt van top tot teen. Boven 't
doodsche, omgewoelde land loopen telefoon-
t_i-
Dit plaatje is te aardig om het niet eens af te drukken in dezen, zooveel kalme
ren tijd. Het stelt den stormloop voor van beangstigde menschen op de Nederlandsche
Bank in het begin van Augustus.
ven heen en weer geslingerd. Ik moest dus
nog eens naar de machinekamer om mijn
luchtbuis vrij te maken. Maar toen ik weer
terug wilde, werd het plotseling donker.
Het luik, waardoor ik was afgedaald, was
Een huivering overviel mij. B: wilde bot
geen prijs langer vertoeven op deze plaats
der verschrikking. Ik moest, koste wat
wilde, beproeven het luik te openen. Het
wederstond echter al mijn krachtsinspan
ning. De druk, die de massa water er op
uitoefende, was al te groot. Mijn luchtbuis,
die er tusschen zat en buitengewoon steik
was, hield heb luik een weinig open. Re
probeerde het nogmaals met een ijzeren
stang tusschen die opening te wringen, en
het gelukte mij wel er een stuk hout tus
schen te krijgen, maar het zoover te openen
dat ik uit dit lijkenschip kon komen, daar
van was geen sprake.
En altijd woester werd de zee, en oefende
haar kracht uit op het schip, dat sterk
naar één zijde begon over te hellen. Ik be
proefde nu door een andereu uitgang op
het dek te komen, maar daartoe was mijn
luchtbuis niet lang genoeg. Ik keerde dus
weder naar het gesloten luik terug, maar
ik wist reeds, om mijn dood af te wachten.
Moest ik nu hier, op deze verschrikkelijke
plaats, mijn leven laten? Vreeselijke ge
dachte! Ik leunde moedeloos en afgemat
tegen de ladder; mijn hoofd duizelde, en
het was of er roode eu gele vonken uit mijn
oogen sprongen, fie tijd mijner jeugd trok
in heldere, lieflijke beelden voor mij heen.
Ik zag mij als knaap op de heide het vee
hoeden; ik zag mij door het bosch snellen
met den schooltasch op den rug; zag mijn
dierbare ouders en broers en zusters, vrien
den en bekenden, uitsluitend vriendelijke
gezichten, met welke ik toen mijn levens-
weg ging; zag mij weder op het kantoor
met andere jongelui aan de lessenaars zit
ten zag mij op de zee, om mij in de nieuwe
wereld te gaan vestigen; zagMaar wat
was dat Eeu hevig© schok, waarop terstond
ï'Og ©en tweed© en heviger volgde. De storm
boven was nog in kracht toegenomen. Het
schip werd door den tweeden schok geheel
op zijde geworpen. Ik beklom de ladder en
beproefde nogmaals mijn krachten tegen het
luik. Van den druk van het water bevrijd,
ging het open. Ik sprong er uit en was
v-eder op den bodem der zee. Het was boog
tijd, want een oogenblik later richtte het
schip zich weder op en sloot d© waterdruk
andermaal het luik Het losmaken der ge
wichten had, nu het met overleg geschiedde,
geen bezwaar, en enkel© minuten later was
ik weder op onze schoener.
Mijn kameraad Parker was nooit meer
te bewegen het duikerspak aan te trekken.
Wat mij betreft, ik duik nog altijd, maar
nooit meer, nooit meer om een gezelschap
doode schipbreukelingen op te zoeken.
L. O.