No. 48. Zondag 6 December 1914.' Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Een angstig uur. Oplaag 50,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE PALESTRLN ASTRA AT 10, AMSTERDAM, TELE FOON Z. -1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WÉÉK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAIREN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Adverleutitn wende men zich tot onze Adininisi i atio Drukkerij „Jacob van Camp«nn N. Z. Voorburgwal 234-340 (Keizerrijk 9) Amsterdam, Tel. Noord 1776, of tot do advertentie bureaux. Prijs der AdvertentiBn per regel 25 cent. Een aandoenlijk tooneeltje in een tehuis voor Belgische vluchtelingen te Ealing m Enge land. Een Engelsch jong meisie komt een Bolgisch weesje als liaar zusje begroeten. Er zijn meer Engelsche lamilies die ouderlooze kinderen als eigen, kinderen opnemen. Sank der vrouwen aan onze landverdedigers. O Tiran mannen, die nu reeds vier maan den aan grens of kust, in de forten of op de vloot gereed staan onze neutraliteit te handhaven, mogen niet vergeten worden, als de schoonste, de intiemste feestdagen van heb jaar naderen, het mooie huise lijke feest van Kerstmis. Verreweg de meesten hunner zullen dan nog ver van hun gezinnon zijn en de innige blijheid van den huiselijken haard missen. Zooveel wij kunnen, moeten wij hen daarvoor schadeloos stellen, en zij, die de godinnen en bewaaksters zijn van den huiselijken haard, de vrouwen van Neder land, moeten daartoe allereerst haar best doen. Op Kerstmis moeten deze vrouwen toonen, dat zij begrijpen, hoe de mannen van Nederland eeu duren plicht vervullen voor het land, dat ons aller vaderland is. Dat is ook de meening van den ,,Van Dag tot Dag''-schrijver in heb Handels blad'' en met instemming halen wij hier een gedeelte van zijn artikel aan. "Waarom de vrouwen van Nederland den Landverdedigers dankbaar zijn, gevoelt iedereen, die beseft hoe de toekomst van elk volk wordt voorbereid door de zelfver loochening of het gebrek aan zelfverlooche ning van de jonge mannen, die nu leven. Wanneer er een geslacht opstond van schouderoptrekkende mannen, die zeggen „hèt kan mij niet schelen!" en die, zoo ze gedwongen werden hun land te dienen, dit lusteloos en onverschillig doen, daar ze niet blijmoedig het zelfopofferend dienstbetoon willen verleenen, dat onontbeerlijk is voor 's lands behoud, dan zou zulk een geslacht een verrader zijn jegens het verleden en de toekomst van zijn volk. Het onteerde de Door Lodewijk Oostendorp. 4e gomp., 2© bat. 15e reg. inf. 3e sec. (Slot.) De „Mamuon" was rechtstandig gezon ken, en had op den bodem der zee. 'tusschen de klippen, zoodanige stelling aangenomen, alsof ze op een werf lag. Wij klauterden, zonder dralen naar boven. Het doffe, rom melende geruisck in het water voorspelde een nakend gevaar. Wat wij doen wilden, moest dus spoedig gebeuren. Parker ging naar de kajuit, ik naar het ruim, en'langs eeu ladder kwam ik in de machinekamer. Alles was hier ledig, ik zag niets als water. Ik wilde'verder gaan, toen ik plotseling een verschrikkelijk leven boven mijn hoofd hoorde. Duidelijk hoorde ik de zware voet stappen van een mensch, die liep alsof hij in doodsangst verkeerde. Ik schrok, want daar onder in de diepe stilte der zee, ldonk het geluid werkelijk vreeswekkend. Maar ik herstelde mij spoedig. Het kon niemand anders zijn dan Parker. Ik ging, zoo snel mijn zware duikerpak het toeliet, door het naaste luik naar boven. Het was inderdaad Parker, die zoo over het dek stormde. Hij vloog op mij toe, greep krampachtig mijn arm en wees PMt do kajujtc groote doodenhet weigerde over te reiken aan, de kinderen de lichtende fakkel van het nationaal bestaan, welke het eenmaal ontving op voorwaarde van die brandende te houden en aan de jongeren over te geven. Zulk een geslacht is zonder macht en heer lijkheid. Het is onfrisch en decadent. Het heeft zijn ziel verloren- Het is eene mummie. Maar zulk een geslacht kent Nederland niet! Onze jonge mannen vervullen ernstig en krachtig op de vloot, op de grenzen en in de garnizoenen de veredelende taak, welke de Koningin hun op de schouders legde. Blijmoedig en volhardend vervullen zij hun plicht en verdragen zij veel dat onaangenaam is. Ze zijn ver van huis en hun gewonen arbeid. Velen, die gewoon waren te bevelen, moeten nu gehoorzamen, en velen hunner ontdekten reeds dat zij dus een machtige en goede levenservaring opdoen. Wie het land du? nederig en zelfopofferend dient, be-, loont zich zelf. Zij, die dit doen, doorloopen de gestrenge school, waar men kent zelfverloochening, tucht, ge hoorzaamheid, orde, methode, matigheid, zelfbedwang, vasthoudendheid, volharding en geduld. Ze worden gesterkt door de we tenschap, dat binnen de grenzen ons geheele volk en buiten de grenzen de machtige na buren letten op hun gedrag en houding en opmerken of ze even als hun voorvade ren alles over hebben voor hun onafhanke lijkheid en voor de eer en toekomst van Kun volk. En ook dit weten onze landsverdedigers, dat onder hen, die in de eerste plaats vol vertrouwen tot hen opzien, wetende dat ze als ware Nederlandsche mannen hun plicht doen en de oude vlag hoog houden, in de eerste plaat6 behcoren hun moeders, hun Toen ik daar naar toe wilde gaan,, stamp hij met beide voeten en poogde mij terug te houden. Hij wees naar den boven ons liggenden schoener en smeekte mij met de levendigste gebaren naar boven te gaan. Het is een ontzettend gezicht, wanneer een beangst hart zich alleen door teekens ver staanbaar kan maken, wanneer het geluid der stem onverstaanbaar is. Ik za«- wei nig of niets van Parker's gezicht, maar zijn oogen gloeiden door het" dichte masker van den duikerhelm als vurige kolen, als de oogen van een wilde kat. „Ik wil gaan,'' riep ik en rukte mij los. Hij vouwde de handen, maar waagde het niet mij te volgen. „Goede hemel," dacht ik, „wat moet hij daar iets vreeselijks gezien hebben, dat het in staat is den moed van een zoo on verschrokken man als Parker te verlam men Toch wilde ik het zelf gaan zien. Ik ging dus, kwam bij de kajuitsdeur en trad in het salon, maar zag niets. „Ik neem Parker niet; iueèr mee," dacht ik „hij bezit werkelijk geen moed". Ik stapte door het salon en. opende de deur der tweede groote kajuit. Barmhartige GodWat moest ik daar beleven, wat moesten mijn oogen daar zien Had ik mij niet aan de deur vastgehouden, ik zou in onmacht zijn gevallen Daar stonden voor mij een aantal raen- schen, mannen, vrouwen, jonge meisjes én kinderen, alles in dezelfde houding waarin zjj den doodstrijd gegtreden hadden, door vrouwen, hun bruiden, hun geliefden. En het is een opwekkend denkbeeld voor onze landsverdedigers, een denkbeeld, dat van jongens mannen maakt, dat ze, door kloek en onverzettelijk te zijn, de borstweer van het land vormen, al die liefhebende vrou wen helpen beschermen tegen oorlogsgevaar als gevolg van schennis onzer grenzen. En dit gevoelen te zamen met hen, al die flink© jqngemannen, die, niet opgeroepen tot dienen, vrijwillig tot den landstorm boetraden, om het leger tot hulptroepen te kunnen dienen. Eu dit beseffen ook wi\ de oudere mannen, die zoo hartelijk-dan!:- baar zijn aan onze landsverdedigers voor hun trouw. Maar het diepst van allen gevoelen <1 i l de Nederlandsche vrouwen. Zij zijn vervuld met een dankbaarheid, die haar tot een symbolische daad dreef. Zij wenschen ce-a Kerstmisgroeb en een kleine gave te zenden aan alle landsverdedigers, die ver van huis waken voor 'e lands eer en behoud. Een commissie van Nederland sche vrouwen heeft zich gevormd om een blijk van waardeering te zenden aan greus- en kustbewakere en aan de fortbezettingcu Wie, evenals ik, veel gevoelt voor het denkbeeld een huldebewijs van dankbare vrouwen aan onze troepen te zenden, zon- dere daarvoor een gift af, en make dat vele tienduizenden van onze jongens een pakje ontvangen Komt, vrouwen en mannen, zendt hun dien groet. Die zal hun zeggen: jongens, wij zijn je dankbaar. Wat gij. doormaakt, duurt al zoo lang, eu wij weten niet wat de toekomst brengen zal. Maar wat wij wel weten is, dat gij volharden zult bii wat ge zoo goed hebt begonnen, en dat gij ons land zult blijven versterken door het voorbeeld van blijmoedig© plichtsvervulling, dat gij geeft. Op Kerstmis zullen de vrouwen van Ne derland aan u allen denken. Vrouwen van eiken stand doen een be roep op aller medewerking tot haar plan. Een aanzienlijk hoofdcomité zetelt in Den Haag, in verschillende audere plaatsen insgelijks comités, zoo in Amsterdam, de hoofdstad. Moge in het geheele land door sympathie gevonden worden voor deze hulde van dankbaarheid aan onze landverdedigers. Voorwaar, ze verdienen die! Gezondheidsleer. Door J. P. Bijl, officier v. gezondheid. XXI. De Marsch. V. Behalve om uit te rusten kan men do halten op nog audere wijze nuttig gebruiken. Zoo bijv. door het verzorgen van de voeten. Wanneer iemand tijdens den marsch pijn aan zijn voe ten gehad heeft en gedurende de rust er geen last meer van heeft, moet hij bedenken, dat de pijn weer spoedig terug zal komen wanneer de troep zich in beweging zet. Hij moet dus oogenblikkelijk onderzoeken wat de oorzaak van co pijn is. Soms zal een steentje in den schoen de oor zaak van alle ellende zijn, een anderen keer een plooi in d© sok, weer een anderen keer een spijkertje van de zool, dat hindert. Der gelijke kleine oorzaken, die groote gevolgen kunnen hebben, n.l. een voortdurende toene ming van pijn tijdens den marsch, kunnen ge durende een korte halt gemakkelijk weggeno men worden. Is een plooi in do sok of een verkeerd gestopt gat de oorzaak dan helpt het uitstekend om de sokken van rechter en lin ker voet te verwisselen. Zeer veel last hebben dikwijls menschen met zweetvoeten. Zijn de sokken geheel nat gewor den dan is het best© om t© vragen schoon© uit den ransel t© mogen aantrekken. Kan zoo iemand 's zomers bovendien zijn voeten nog even wasschen, dan zal hij geheel verjongd het vol gende deel van <!on weg afleggen. Vooral ook blaren zal men mocton verzor gen alvorens verder te gaan. De wijze waarop dit mo©t geschieden, zullen wij later bespro ken. Dikwijls ziet inen dat aan een voet niet veel afwijkingen te bespeuren zijn en dat hij toch veel pijn veroorzaakt. In vele gevallen is dit een gevolg- van de algemeen© zwelling en uit zetting, die de voeten tijdens den marsch on dergaan. Wanneer de schoenen uitgetrokken en de voeten een beetje hoog gelegd worden, zóodafc het bloed gemakkelijk kan wegstroomen, j wordt dit bezwaar spoedig eenigszins vcr- holpen. Is de voet op bepaalde plaatsen pijnlijk, b.v. boven op den middenvoet, zonder dat er een ernstige oorzaak voor bestaat, dan helpt het dikwijls om den voet te maa»?eren. Men vrage liiervoor de hulp van een hospitaal-soldaat of oen kameraad. Zelf den voet masseeren gaat zeer moeilijk. Dit masseeren moet zoo ge schieden, dat mende huid niet stuk maakt (men make haar dus eerst wat vettig b.v. met gewoervet)3e. van de teen en naar boven masseert, en 3e. het voorzichtig doet, zonder - pijn te veroorzaken. Voornamelijk moet het pijnlijke gedeelte gewreven worden, maar niet alleen. De geheele voetrug moet zijn deel Het is natuurlijk onnoodig te zeggen, dat men in sommige gevailen de hulp van den of ficier van gezondheid moet inroepen. Behalve pijnlijke voeten zal men ook de noo- Jige aandacht moeten schenken aan andere kieine ongemakken. Hoeft b.v. de ransel een plek van den rug open geschuurd, dan zal een i.o.-pitaal-soldaat door een klein verbandje dit gemakkelijk kunnen verhelpen en daardoor de rest van den marsch veel minder vermoeiend maken. Wanneer we spreken over het nuttig maken van de rust, dan moet daaronder ook gere kend worden het eten. drinken en het verrich ten van een andere natuurlijke behoefte. Wat hei- drinken betreft geldt hier wat reeds be- vpmkcn is in liet opstel over drinkwater: drink, indien ge bezweet zijt niet plotseling te veel koiul water en drink slechts water van goede .quaüleil, uit een pomp dus, die de officier van gezondheid u zal kunnen aanwijzen. Hei. eten moet om dezelfde redenen als die wij besproken hebben toen wij het hadden over de to nemen maatregelen vóór den marsch voldoende zijn om honger te stillen en nieuwe kracht te geven, maar niet overdreven veel of t© zwaar zijn en zonder alcohol genuttigd wor den. De hoofdmaaltijd zal dan ook niet gehou den worden indien het grootste deel van den weg nog voor do boeg ligt, tenzij daartoe be- paalde redenen bestaan. Over het doen van natuurlijke behoeften kunnen wij kort zijn, dat wijst zich zelf. Alleen zou ik dit willen opmerken, dat indien men in een streek is waar besmettelijke ziekten heerschen, als typhus, cholera, bloeddiarrhee, of wanneer de ziekte al bij den troep aanwezig is, men goed zal doen door tijdens een rust even een greppel te graven en daarin de ont lasting en urine te loozen. De greppel kan «voor 't vertrek dicht- gemaakt worden, 't Is het werk van een oogenbhk en wanneer er ernstige ziekten heemchen kan men zoodoende een verspreiding voorkomen. Na gesproken te hebben over de halten en pusten tijdens.den marsch wordt het thans tijd het een en under' te zeggen van den marsch belfv Ook geduten-tio het marcheeren moet men Veel dmgèn doen en niet nfitoder nalaten om in staat te zijn den geheelen weg zonder bezwaar af te leggen. Tan groote beteekenis is de wijza waarop de troepencommandanten d© collonnes for- meerep. Allerlei overwegingen uit een oogpunt van marsohdisoipline zijn hierbij van belang, maar ook de -hygiëne wordt in de reglementen niet vergeten. Zoo zegt 97 van het V. "V. dat de afdeeling, die aan het hoofd marcheert, de minste vermoeienis ondergaat, zoodat het aanbeveling verdient niet steeds dezelfde afdeeling aan het hoofd te plaatsen. Ook in andere opzichten is hc«t formeeren van de colonne van veel beteekenis. Ieder mensch toch produceert warmte, iedereen is dus als een soort kacheltje te beschouwen. Hoe dichter de manschappen bij elkaar loopen, hoe minder kan dus de wind door den troep blazen en hoe minder warmte gaat er ver loren. Hierdoor kan men zoowel 's winters als zomers den marsch vergemakkelijken, 's Win ters zal men de warmte zooveel mogelijk bij den troep houden, terwijl zomers de af standen tusschen de onderdeelen vergroot zullen worden om den wind vrij spel te geven en de door de manschappen voortgebrachte warmte als 'tware weg te blazen. Bovendien heeft men zoodoende bij droog weer veel min der last van stof. De verschillende plaatsen in den troep zijn lang niet alle gelijkwaardig. Zooals wij zagen, is vooral 's zomers het gemakkelijkst loopen in de voorste gelederen, waaruit volgt dat iemand, die vermoeid en dreigt bevangen te worden door de warmte, door gedurende eenigen tijd vooraan te gaan marcheeren, spoe dig de voordeden van de eerste gelederen zal ondervinden. Uit een hygiënisch oogpunt is zoo'n verandering van gelid soms gewenscht, alleen de marschdiscipine komt er wel eens tegen in verzet. 't Winters doet zich soms het tegengestelde voor en zal de troep die vooraan loopt en de sneeuw moet plat trappen, het meest vermoead worden. Iets dergelijks doet zich voor wanneer een het instroómeoide water. All© waren, toen het schip op den klip stootte, van hun zit plaatsen opgesprongen en hadden naar de deur willen gaan, maar het plotseling bin- nenstrooinende water had het hun belet. Eenigen hadden de tafel, anderen de stoe len, weder anderen de zoldering gegrepen om zich daaraan vast te houden, en zoo stonden zij nog allen daar als lijken. Bij de deur lag eeu hoop op en over elkander op den grond. Een der mannen had zich over de tafel willen redden, en hield nog een kolom vast welke de zoldering steunde, terwijl zijn wanhopig© blikken op de deur gevestigd waren. Op de deur Op de deur Ja op mij staarden thans a'. die vreeselijke. ver glaasde oogen, die oogen waaruit het leven door den dood verdrongen was. Hun koude blikken, zonder uitdrukking, vervulden mij met een ijzige huivering en doodsangst-. Die verschrikkelijke verwrongen gezichten zon der leven, maar waarop duidelijk t^Jezen stond, de doorgestane schrik, de doods angst en namelooze smart, gaven die koude, glazige oogen een nog vrees el ijker uitdruk king, dan zulks over het algemeen bij lijken het geval is, en het angstwekkende van het- lijk op de tafel is niet te beschrij ven. Zijn lang, zwart haar en verwarde baard gaven hem 't voorkomen van een uit de hel ontvloden gedrocht.. Ik lette niet meer op het gewaar der zee, die reeds onrustig begon te worden, toen wij hot gtoomeebip betraden* Hier onder, in de diepte, bad ik weinig van den storm te duchten, zoolang hij niet in een orkaan overging. Maar hij had wer kelijk in kracht t-oegenomeu, zonder dat ik het bemerkte, en de daardoor ontstane be weging van het water, dat bij "een 'orkaan tot op den bodem beroerd wordt, begonik reeds te ontwaren. Plotseling werd.het stoomschip, dat na zijn ondergang ine» een stille zee tot nu toe onbewegelijk op de klip had gelegen, door de golven in beweging gebracht. Daardoor werden alle beweegbare voorwerpen op het schip door elkander geworpen, en zoo ook de lijkeu, en bet was of de vreeselijke man op de tafel naa-r mij wide toespringen. Ontzet snelde ik weg met een gewaarwor ding, alsof die lijken als zooveel spoken mij op de hielen zaten. Geen andere gedachte had ik meer, als zoo spoedig mogelijk weg te komen uit die vreeselijke plaats der ver schrikking. waarin het moedigste hart krampachtig ineen moest krimpen. Ik wist nauwelijks wat ik deed. Ik poogde mij van de gewichten te ontdoen, om dadelijk naar boven te stijgen, maar door de haast ge lukte bet mij niet. Pas toen ik mijn krach ten vergeefs daartoe had verspild, herin nerde ik mij, dat mijn luchtbuis nog in de machinekamer lag, en dat ik deze, eer ik naar boven ging, eerst moest vrijmaken. Maar waar was Parker gebleven? Twee gewichten, die ik zag liggen, bewezen mij dat hij naar boven gevlucht was. Ik keek omhoog en zag onzen schoener,. 492? de gol troep een marsch maakt, terwijl een gure wind waait. De manschappen, die aan do ivindzijdo loopen hebben hiervan natuurlijk hot meeste last, de marsch zal voor hun de meeste be zwaren opleveren en zij zullen het meeste kans hebben om b.v. bevroren ooren te krijgen. Ook in dergelijke omstandigheden is het uit een hygiënisch oogpunt van belang dat dezelfde manschappen niet steeds aan do windzijde van de colonne loopen. Ondanks gunstige omstandigheden en on danks het nemen van de noodigo voorzorgen, gebeurt het toch dikwijls dat do marsch voor sommige soldaten groote moeilijkheden mot zich brengt. Daarom marcheert de officier van gezondheid aan den staart van do afdeeling, zoodat hij manschappen, die niet meo kunnen, dadelijk kan inspecteercn en bepalen ,,in boe verre ongestelde militairen den marsch kunnen vervolgen, in de ziekenarren of ziekenwagens opgenomen en medegevoerd, of wel onmiddel lijk in de meest nabijzijndo plaats in-behande ling genomen moeten worden." (Wordt vervolgd.) De toestand in den reuzenstrijd. De berichten van de oorlogsterreinen zijn in de laatste dagen al heel schaarscb, en zij maken ons niet veel wijzer. Alleen die van heb zuidelijk oorlogstooneelin Servië, zijn wat uitgebreider en duidelijker; daar hebben d© Serviërs blijkbaar een neerlaag geleden, hun hoofdstad Belgrado is door den vijand bezet, 't Kan verwonderen, dat- dit al niet eerder is gebeurd; reeds in 't begin van den oorlog, op een der eerste dagen van Augustus, werd Belgrado door de Oostenrijkers beschoten en werd het ver laten door 't- grootste gedeelte der Servi sche troepen. Men vreesde de stad, die slechts door den Don au van 't vijandelijk land is gescheiden, niet te kunnen behou den. Thans is Belgrado gevallen en... de Ser viërs zouden wei vrede willen sluiten. Dat 'niet alleen, maar ook Oostenrijk zou daar naar wel ooren hebben. Het conflict, waar om eigenlijk de groote strijd uitbarstte, zou dus worden beëindigd, maar zonder, naar we geloovèn, dat daardoor eenige invloed wordt uitgeoefend op den Europeeschen oorlog. In sommige kringen in Engeland is wel weer het woord „vrede" gevallen, maar voprloonig liikt het nog niet zoover.. Een Engelsch blad'waarschuwt er 'ook Voor, "dat zij, die bopen, dat met nieuwjaar de strijd uit zal zijn, zich zullen vergissen, en zelfs zij, die "meenen, dat in het voorjaar de vrede zal komen, geven blijk van een al te groot optimisme. De Duitsche Rijksdag is bijeengekomen en hij heeft opnieuw oor- logscredieten ten bedrage'van vijf milliard goedgekeurd. Een beslissing valt ook nog maar niet, op geen der beide oorlogsterreinen, in 't westen of het oosten. Uit België en Frank rijk hoort men van steeds nieuwe gevech ten, maar wijziging brengen die niet j in den toestand: do soldaten blijven j steeds in de loopgraven en over ben been buldert bet kanon. Wat er in Polen gebeurt, is niet zoo duidelijk. - De groote Russische overwinning blijkt door do Engelsche bladen wel wat overdrc- j ven. Nog altijd zitten de Duitechere in Po. IIen, van een omsingeling hunner troepen i'b niets gekomen; volgens Russische berichten doordat generaal Rennenkampi te laat op j het slagveld kwam, hij zou nu van zijn com- j mando zijn ontheven. In olk geval geven do Duitschers den strijd daar nog niet op, integendeel zij richten zich in Polen in voor een wintercampagne, naar verluidt. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat er best een groote slag op handen kan zijn, zooals som migen beweren, en dat keizer Wilhelm aan 't Oostelijk© front verkeert, zou wel bewij zen, hoe de Duitschers van plan zijn aan vallend op te treden. Willen zij opnieuw vooruitdringen naar Warschau? Van de krijgsverrichtingen in Galioië hooren we in de laatste dagen ook weinig of niets. D© Russen 6chijnen Krakau, hun voorloopig doel, nog niet bard te naderen, maSr 't gelukt blijkbaar evenmin aan de vereenigd© Duitsche en Oostenriiksche troe pen om hen te verdrijven uit het Oosten- rijksche land. Te Berlijn heerschte voor een paar dagen opgewondenheid, volgens Engelsche bladen althans: eeu stoutmoedig vijandelijk vlie ger zou bommen hebben geworpen op de geschuifabriek van Krupp te Eeseu. Do schade is onbekend, de vlieger bleef onge deerd. België. De strijd in België. De bijzondere oorrespondent der „Tel." te Sluis meldt d.d. 3 Dec. Wonderlijke dagen in Vlaanderen 1 Nu hevig kanongebulder, dan weer stilte. Eu zoo gaat bet ook bij de menschenop winding door de gedachte: zal er nu ein delijk verandering komen, nu men wec-r hardnekkig strijdt? en dan sombere gela tenheid. En men vraagt elkaar wat dat kanonge bulder £eeft uitgewerkt. Maar weinig nieuws dringt door. Ook de Duitschers zijn niet gerust. Men schrijft den tegenslag toe aan 't guur weer, nevel, sneeuw, overstroOming In Duitsche bieden vindt men die stem- teivg. - Intusschen is bet weer werkelijk ook guur. Regen- eu stormvlagen. Sommige loopgraven gelijken beken. Men woelt rund- om Yperen, manschappen zoowel als wa gens en geschut, in slijkpoelen. ,,'t Is ©en mollenwerk". Ik herinner aau die karakteriseering door een boer. Inder daad, de manschappen blijven twee dagen in de loopgraven en krijgen dan een dag rtisfe. In de gemeenten achter 't front ziet men vermoeide soldaten komen, bleek van kcude, beslijkt van top tot teen. Boven 't doodsche, omgewoelde land loopen telefoon- t_i- Dit plaatje is te aardig om het niet eens af te drukken in dezen, zooveel kalme ren tijd. Het stelt den stormloop voor van beangstigde menschen op de Nederlandsche Bank in het begin van Augustus. ven heen en weer geslingerd. Ik moest dus nog eens naar de machinekamer om mijn luchtbuis vrij te maken. Maar toen ik weer terug wilde, werd het plotseling donker. Het luik, waardoor ik was afgedaald, was Een huivering overviel mij. B: wilde bot geen prijs langer vertoeven op deze plaats der verschrikking. Ik moest, koste wat wilde, beproeven het luik te openen. Het wederstond echter al mijn krachtsinspan ning. De druk, die de massa water er op uitoefende, was al te groot. Mijn luchtbuis, die er tusschen zat en buitengewoon steik was, hield heb luik een weinig open. Re probeerde het nogmaals met een ijzeren stang tusschen die opening te wringen, en het gelukte mij wel er een stuk hout tus schen te krijgen, maar het zoover te openen dat ik uit dit lijkenschip kon komen, daar van was geen sprake. En altijd woester werd de zee, en oefende haar kracht uit op het schip, dat sterk naar één zijde begon over te hellen. Ik be proefde nu door een andereu uitgang op het dek te komen, maar daartoe was mijn luchtbuis niet lang genoeg. Ik keerde dus weder naar het gesloten luik terug, maar ik wist reeds, om mijn dood af te wachten. Moest ik nu hier, op deze verschrikkelijke plaats, mijn leven laten? Vreeselijke ge dachte! Ik leunde moedeloos en afgemat tegen de ladder; mijn hoofd duizelde, en het was of er roode eu gele vonken uit mijn oogen sprongen, fie tijd mijner jeugd trok in heldere, lieflijke beelden voor mij heen. Ik zag mij als knaap op de heide het vee hoeden; ik zag mij door het bosch snellen met den schooltasch op den rug; zag mijn dierbare ouders en broers en zusters, vrien den en bekenden, uitsluitend vriendelijke gezichten, met welke ik toen mijn levens- weg ging; zag mij weder op het kantoor met andere jongelui aan de lessenaars zit ten zag mij op de zee, om mij in de nieuwe wereld te gaan vestigen; zagMaar wat was dat Eeu hevig© schok, waarop terstond ï'Og ©en tweed© en heviger volgde. De storm boven was nog in kracht toegenomen. Het schip werd door den tweeden schok geheel op zijde geworpen. Ik beklom de ladder en beproefde nogmaals mijn krachten tegen het luik. Van den druk van het water bevrijd, ging het open. Ik sprong er uit en was v-eder op den bodem der zee. Het was boog tijd, want een oogenblik later richtte het schip zich weder op en sloot d© waterdruk andermaal het luik Het losmaken der ge wichten had, nu het met overleg geschiedde, geen bezwaar, en enkel© minuten later was ik weder op onze schoener. Mijn kameraad Parker was nooit meer te bewegen het duikerspak aan te trekken. Wat mij betreft, ik duik nog altijd, maar nooit meer, nooit meer om een gezelschap doode schipbreukelingen op te zoeken. L. O.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1