No. 45.
zondag 29 Rovemuer 1914.
Orgaan voor Leger en Vloot.
MEDEDEELING.
Een grappig avontuur.
De toestand in den reuzenstrijd.
Oplaag 50,000 exemplaren.
E SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELE
FOON Z -1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertentifin wend» men zich tot onze Administratie Drukkerij .Jacob ran Carnptn",
N. Z. Voorburgwal '234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam. Tel. Noord 1770, of tot de adverteniio-
bureaux. Prys der Advertentiën per regel 25 cent.
Dit de „Graphic".
Het toeken des kruiess. Een plechtig oogenblik. Een Russisch soldaat neemt voor zijn
vertrek naar h!et front afscheid van zijn familie en oui.vuugt den z^gen van zijn vader
Voortdurend entwangen wij verzoeken tot
nazending van losse nummers, waaraan door
ons met het grootste pleizler wordt voldaan.
Tor vergemakkelijking en vereenvoudiging
van onzo administrate richten wij tot deze
aanvragers hot beleefde verzoek, om voortaan
tegelijkortijd met hun aanvragen de kosten
dezer exemplaren te vergo6don a 1 cent por
stuk. Men kan daartoe gemakkelijk genoeg In
zijn schrijven de noodtge postzegels insluiten.
Gezondheidsleer.
Door J. P. Bijl, officier v. gezondheid.
XVIII.
De M a r s c h. II.
Behalve do behandeling van zweetvoeten, zal
men geregeld zorg moeten dragen om ecltknob-
bcls en likdoorns to voorkomen of te genezen.
Het voorkomen zal vooral daarin bestaan dat
men zorgt voor een paar goed passende schoe
nen. terwijl 't genezen kan geschieden door uit
snijden of door een smeersel. Het uitsnijden
gebeurt dikwijls op ondoelmatige wijze, zoodat
beter is om den dokter een smeersel of pleister
te vragen. Gewoonlijk zal zoo'n middel de lik
doorn binnen enkele dagen doen verdwijnen.
's Winters bestaat nog het gevaar voor win
tervoeten. Om die lastige kwaal te voorkomen
zal men moeten traoliten de voeten zooveel
mogelijk warm en droog to honden. Do later
to besproken zorg voor sokken en schoenen is
hierbij helangrijk. Beginnen do toenen reeds
do gevolgen van den winter to vertonnen, zijn
ze gezwollen en blauwachtig en jeuken ze, dan
helpt dikwijls goed gedurende ongeveer een
kwartier een zéér warm voetbad te nemen. To
velde zal dit zelden mogelijk zijn, maar tijdens
een verlof kan men het thuis gemakkelijk
doen. .Vertoonen de teenen wondeplekken,
dan zal men den officier van gezondheid om
een zalf of smeersel kunnen vragen.
Ten slotte is voor de verzorging van de
voeton noodig, dat do nagels geregeld en op de
juiste wijze geknipt worden. Worden de nagels
(Slot.)
Het noodlot echter zou spoedig een einde
maken aan ons gezellig samenzijn. De deur
van do huiskamer ging open stappen wer
den in do gang gehoord. Het Folgend oogen
blik zou do keuken belegerd worden, maar
Goddank, hot gevaar werd afgewend. Met een
ontzettende tegenwoordigheid van geest, legde
zij haar groote, ruwe handen op mijn lippen,
blies do knarsen uit, opende de deur, sloot
haar achter zich, ging haar meesteres in de
gang tegemoet, en begon met haar to confe-
roeren over liet eten van den volgenden dag.
Ik zat onbew egelijk in de duisternis en hoor
de het geheelo ..interessante" gesprek.
De koude saucijsjes, waaraan ik juist bezig
geweest was, moesten bewaard worden tot den
volgenden ochtend hij het ontbijt.
Goeden nvond, lievo vrouw.
Ik ga uit,"
Hot was de stem van mijnheer zelf. Zijn
vrouw antwoordde:
,,Laat het nu niet zoo Iaat worden, van
avond. Waar ga je naar toe?"
..Naar het- Ossino. Zij hebben daar gebra
den kreeft en een heelijko Mei-bowl van avond."
met ronde hoeken geknipt, dan worden zij bij
iederen stap in 't vleesch gedrukt cn kunnen
zoodoeftde zeer hinderlijke verwondingen doen
ontstaaneen in 't vleesch gegroeido nagel.
Men hoede er zich dus voor ue hoeken der
nagels te kort te knippen.
Maatregelen vóór den marscü.
In de tweede plaats hebben wij genoemd de
maatregelen die de soldaten voor het begin
van den marsch moeton nemen. Voor een deel
zijn die wepr in handen van de officieren, in
het bijzonder van den officier van gezondheid,
die het ziekenrapport houdt voordat uitgerukt
wordt, maar voor een ander deel heeft de sol
daat zelf te zorgen. Vóór alles moet hij maken
dat de voeten in een goeden staat verkeeren
en dit gedurende den' marsch blijven. Een be
langrijk punt hiervoor is dat dc sokken en
schoenen goed zitten.
Wat de sokken betreft is het hier natuurlijk
niet do plaats om na te gaan of de, aan den
soldaat verstrekte sokken aan alle eisdien vol
doen. In sommige opzichten hebben de man
schappen evenwel niet te klagen. In de eerste
plaats is het, althans 's winters, van groot voor
deel, dat ze van dikke wol vervaardigd zijn
in de tweede plaats is het aantal dat den
manschappen verstrekt wordt, ock voldoende.
Het is de kunst om er zooveel mogelijk voor
deel van te hebben. De sokken dienen voor
namelijk om kleine verwondingen van de voe
ten door oneffenheden in de schoenen tegen
te houden en verder om de voeten tegen koude
te beschermen. Voor beide doeleinden is het
gewichtig dat. zij van wol zijn vervaardigd.
Hierdoor toch laten ze ruwheden in de schoe
nen minder gevoelen dan wanneer ze ran
katoen, vooral dun katoen, vervaardigd wai
Wat de beschutting tegen koude betreft is
wol ook het meest geschikte materiaal. Wollen
sokken bevatten, zooals iedereen zien kan, veel
meer lucht dan katoenen, en lucht beschermt
goed tegen koude. Men denke slechts aan dub-
belo ramen, die ook een laag lucht tusschen
zich sluiten en waardoor de koud© minder in
de kamers doordringt. Bovendien vult een
wollen sok zich niet zoo gemakkelijk geheel
met vocht als een katoenen. Een katuenen
Een handdruk, een kus, en d© hoer des
huizes ging naar benoden. D© goede huisvrouw
had haar beraadslagingen met do k»:»konmoid
geëindigd en was naar de huiskamer terugge
keerd Alleen Bello, de trouwe vergezcller van
zijn na?oster Bello, de zwarte j>oodel snuf
felde onrustig bij do keukendeur.
,,Kom, Bello, kom hier boost", riep zijn
meester half onderweegs de tap. Maar Bello
kwam niet, hij snuffelde nog oen beetje harder.
,,Ga j© weg, gauw!" riop Hanna in haar
handen klappende. D© trouwe hond gehoor
zaamde eindelijk on liep de trap af naar zijn
meest»?r, die onderwijl ongeduldig geworden
was Ik haalde verruimd adem en, ofschoon
het niet beleefd is, midden in een maal op te
houden, besloot ik, mijne dwaze positie ten
volle beseffende, zoo spoedig mogelijk te ver
trekken. Maar helaas, dat was zoo gemakke
lijk niet.
Hanna verweet mij, dat ik haar maal niet
meer eer aandeed, en om de kroon op baar
goedheid te retten, haalde zij een flesch met
een staartje wijn uit do kast; kortom, zij wil
de mij niet laten gaan!
..Kom. blijf nog maar ©en kwartiertje"
overreedde zij. t
,,Ik moet de vaten nog wasschon. Het water
is nu juist heet." Toen zweeg zij een oogen
blik en keek me schalks aan. ..Als n me wilt
helpen met bet afdrogen van de bcwl, dan ben
ik gauw klaar. Daarna ben ik vrij en wjj kun
nen een eindje gaan wandelen.
sok, die vochtig wordt neemt het vocht iu zich zijn etem niet hebben laten hooren.
op, alle lucht verdwijnt er uit, zij wordt J IQ bet Oosten, in Polen voornamelijk,
hard en legt zich. vast tegen do huid aan, zoo- de strijd heftiger. Ue berichten zijn niet
dat ook tusschen sok en huid geen luchtlaagje
meer aanwezig is. Bij wollen sokken is dit niet
zoo. Zij nemen voent geleidelijk op en staan
het geleidelijk weer af, zij blijven voor een
deel luchthoudend en plakken niet zoo vast
aan de huid, zoodat ook tusschen sok en huid
steeds een luchtlaagje overblijft. Bovendien
vormen ze minder gemakkelijk plooien, waar
door weer het ontstaan van verwondingen
wordt tegengegaan.
Het is dus van groot belang, dat de sokken
volkomen duidelijk. Ue Russische spreken
van een aanstaande overwinning, de Duit-
schers zouden bij Lodz een nog grooter ne
derlaag lijden dan voor een paar weken bij
Warschau. Doch ook de telegrammen uit
Petrograd geven toe, dat er nog geen be
slissing is gevallen en ook spreken zij er van,
dat de onvermoeibare Hinaenburg reeds
weer elders een inval in Polen voorbereidt
Op en af gaat de strijd tegen de Russen
zoodanig behandeld worden dat hun voordee- B]: afwisseling wordt die gestreden in Po
len niet verloren gaan. l©n en op Pruisisch gebied. Nu eens verslaan
In de eerste plaats zal men hebben zorg te
dragen, dat hun zachtheid en hun lüht- Dmtechers do Russen, dan weer omge-
houdendheid niet verheten. Wnt ia» eigen- k«rd- Dat 15 geweest van het begin
schappen betreft, dreigen vooral twee gevaren van den oorlog, dus vier maanden lang.
en dat zijn: onvoldoend horstellen cn vuilheid, j Op deze wijze kunnen de strijdvoerende
Wordt een sok op niet deskundige wijze partijen nog maanden voortgaan, zonder
hersteld, hetzij door dun katoen, hetzij doordat <jat er een verandering van belang koint.
cv plooien .11 komen of, rooals wel eens ge- Want h<Jt Weden moge do oorlog «:i
beurt, doordat mot gestopt of gemaasd wordt, karaktor dragen, ddar mogen <lo
maar de randen van het gat eenvoudig aan s
elkaar vastgenaaid worden, dan is het natuur- groote veldslagen ontbreken, het resul-
lijk gevolg, dat do sok op zoo'n plaats haar taat xs hetzelfde. Ook hier blijft de beslis-
zachtheid verliest en druk gaat uitoefenen op ring uit, ia feitelijk sedert maanden de toe-
de huid. De meeste soldaten herstellen hun stand onveranderd. Nu de winter reeds is
sokken tegenwoordig zelf niet, maar laten hei ingetreden, zal het nog moeilijker zijn voor
doen Meestal zal dit wel volgens de regelen de eene of andere partij om een beslissenden
Ta tkërTpgTSmT slecht Ssteïde f* -
hand een uitputtingsoorlog. Van weerskan-
sok kan oorzaak zijn van een pijnlijken voet en
daardoor een marsch zeer lastig maken.
(Wordt vervolgd).
ten zijn de verliezen nog zeer groot, de
vraag zal ten slotte zijn, wie het grootste
uithoudingsvermogen heeft, wie het langst
steeds nieuwe troepen kan aanvoeren en
voldoende wapenen en ammunitie heeft.
Aan een groote plotselinge overwinning,
die den toestand geheel wijzigt, en zelfs tot
een vrede voert, kunnen we niet meer ge-
looven daarvoor is het oorlogsterrein te
uitgestrekt, staan er op verschillende pun
ten te vele honderdduizenden mannen in
het veld.
En terwijl de groote strijd nog voort-
woedt, begint de politiek weer een woordje
mee tc spreken. Een politiële, die het er
blijkbaar op toelegt om den oorlog nog uit
to breiden De verschillende groote mogend
heden doen hun best om de volken, die nog
in vrede zijn, over te halen hun zijde te
kiezen. Portugal aarzelt nog steeds, doch in
'tBalkanschicreiland hebben, naar 't lijkt,
geen een politieke besprekingen plaats. Die gelden
vooral Rumeniö en Bulgarije, welke wel ge-
i mobiliseerd hebben, maar nog niet in den
Waakt, voor TJw edelst eu hoogst bezit, ;lkcL, Zlj„ Zulkn 2i, de 2ijd
Waakt voor TJw land,,waakt, waakt en van de Triple Entente d.w.z met
T Rusland strijden, of van het Drievoudig
Laat t beste wat m TT isblijken. J^Vorbond. <iua zich bij Oostenrijk aanslui-
ren? In beide gevallen kunnen zij er bij
winnen, maar ook verliezenHet schijnt
een moeilijk geval te wezen voor deze Bal-
kansfcaten, maar men vreest, dat zij er niet
buiten zullen kunnen blijven.
Dan moet er op gewezen worden, dat ook
in Azië de gemoederen opgewonden worden,
j In Afghanistan, de oude bufferstaat tus-
i reken Engelsch cn Russisch gebied, zoowel
als in Perzië bereidt men zich voor op den
oorlog. En Frankrijk heeft ook nog troepen
te onderhouden in Marokko, waar de Mo-
I hammedanen weer heviger hun overheer-
schers bestrijden, en waar in een gevecht
onlangs 100 Franschen sneuvelden.
De dijken opgehoogd!
Aan Charles Boissevain.
De stormen loeien om het lage land,
De golven beuken en deuken het strand,
De wering dreigt te bezwijken.
De wateren rijzen en hol staat de zee,
Zij is niet meer veilig, onze veilige stee
Op, mannen, op, naar de dijken!
De spaden en schoppen, neemt ze ter
hand
En graaft in de klei en schept in het zand,
Maakt hooger en hooger de dijken.
Waait wilder en woester de wind om TT
heen 1
Den moed en de lust verliez'
Gij mannen, gij weet' niet van wijken
Het land heeft U noodigHoudt.
Bewaar 't stuk grond waar eens Uw vader
om streed.
Op, mannen, öp, naar de dijken!
R. THAROD.
De telegrammen brengen nog steeds geen
nieuws, dat op een beslissing wijst op het
een of ander punt. In 't Westen, in 't Oos
ten, in 't Zuiden wordt gevochten, meer of
minder heftig, maar nergens schijnt de eene
of de andere partij zich de zege te kunnen
toeschrijven. Een correspondent in de
„Times" wijst er op, dat men, als er ge
meld wordt, dat de dag rustig is geweest,
volstrekt niet moet meenen, dat er niet ge-
België.
De beschieting van Zeebrugge.
LONDEN. De oorlogschepen, die de
Duitschers te Zeebrugge hebben gebombar
deerd. zijn naar een Engelsche haven terug
gekeerd om voorraden in te nemen.
vochten wordt: het kanon zwijgt nooit. De ff1boteni ied« TChiP
.„J*.j vuurde een groot aantal granaten af.
De vliegers deden nuttig werk door de
posities van den vijand te verkennen en de
torpedovernielers eveneens doordat zij den
strijd, die uit de loopgraven wordt gevoerd,
kan wel eens stilliggenin de laatste dagen
waren vele strijders zoo stijf van koude en
vermoeienis, dat zij uit de loopgraven
moesten worden getild. Dezen hebben na
tuurlijk geen aanvallen gedaan, maar daar
om was het goschut achter hen niet stil.
En als we nu melden, dat er geen beslis
send nieuws is, wil dit volstrekt niet zeg
gen, dat er niet gevochten wordt. Integen
deel, ook in de laatste dagen is er weer zeer
heftig gestreden aan het oostelijk front,
doch eveneens in Frankrijk en België, en
in den strijd tegen Servië.
Op het Westelijk oorlogsterrein heeft zich
geen enkele wijziging voorgedaan, wordt
uit Parijs geseind- Hier en daar zouden de
vijand tot schieten noopten, zoodat de En-
gelsche oorlogsschepen het vuur konden be
antwoorden eu de kanonnen der Duitschers
spoedig buiten werking stellen.
Volgens do berichten heeft de vijand
zware verliezen geleden, terwijl de Engel
scha schepen zonder verlies ontkwamen.
Ook de Duitsche onderzeeërs hebben
zwaar geleden.
Hernieuwde actie.
BERLIJN. De „Lokalanzeiger'1 bericht
uit GenèveDe Woensdag voortgezette
Franschen even vooruit geschoven zijn, j p°ghigen van den tusschen de kust en Ype-
elders de Indiërs een terrein hebben her- I ren bevel voerenden Franschen generaal Fov
nomen, dat zij verloren hadden op den Duitsche genietroepen bij de voorbe-
vijand, maar van eenig belang is dit niet. weiding eener actie op groote schaal te sto-
Bij Yperen zou zelfs het kanon Donderdag
Je behoeft niet lovreesd te zijn voor me
euw mijn vrijer mag altijd ©ven aan do
deur komen om me te halenmevrouw vindt
dat goed. Ik maak altijd die conditie als ik
n dienst zoek."
Wil je nog niet een boterham met kaas5
Is echte Limburger, hoor. Mijnheer eet
nooit andere."
Het was werkelijk roerend. Mijnbeer Ham-
mor wa« nu al ©en kenner van kaas ook. Maar
ik kon niets meer naar binnen krijgen. Mijn
honger was meer dan gestild.
,.Wel b?kom© het je. Hanna. Ik zal niets
meer gebruiken." (Ik vergat dat ik alleen van
het feestmaal gegeten had). „Maar nu moet
ik heusch weg."
Zij zette een pruilend lipje, keek me nog
eeus zeer verleidelijk aan en plotseling voor
ik 't kon verhinderen, had zij mij een helder
witten boezelaar voorgedaan.
De huisdeur ging weer open, luid en waar
schuwende krakendegroot© stappen die
van een man hoorde ik op de trap; de
kleir» bel, aangebracht aan de deur van mijn
heer Hammer's kamer, klingelde.
Een vreeselijke ontsteltenis greep mij aan
het was de heer des huizes ü>lfnatuurlijk
met z'n afschuwelijken liond. Hij zou wel da
delijk in de keuken komen ik had er een
voorgevoel van.
g eens legde Hanna haar hand nat en
dampend on mijn mond, blies de kaarsen uit
eo vloog naar de deur«
ren, bleven weder zonder gevolg.
Zoo gauw al terug, mijnheer! Hebt u iets'
vergeten Oh, de huissleutelIk zal hem u
dadelijk brengen, mijnheer. Ga weg Bello, ga
weg kom ga weg, zeg ik je!"
De stem der vrouw des huizes hoorde men
nu ook.
..O, ben jij 't man? Ik dacht al: wie zou
nog zoo laat een visite komen maken."
..Is mijnheer Eisenstein niet hier?"
Ik werd zoo koud als ijs.
„Mijnheer Eisensteinzei een zachte, hel
dere stem, en ik voelde dat ik rood van
schaamte werd. ..Mijnheer Eisenstein? Neen,
die is niet hier. papa. Waarom vraagt u dat
Waarom zou mijnheer Eienstein hier zijn?"
Het was de blonde Agne6 die sprak. Ag
nes met de zachte blauwe oogen. Ik meende
haar helderen blik door de duisternis' heen op
mij gericht te zien.
"Hana, is mijnheer Eisenstein hier van
avond niet geweest? Weet je dat wel zeker?"
„Neen. mijnheer, ik heb dien heer vanavond
niet gezien. Niemand is hier geweest."
..Daar begrijp ik niets van!" zei mijnheer
Hammer. „Ik ben naar de woning van mijn
heer Eienstein geweest om hem te vragen ot
hij meeging naar het café. Zijn oppasser stond
aan de deur en vertelde, dat zijn meester uit
gegaan was. Ik vroeg hraem waarheen.
,,Den grooten weg afgegaan naar het huis
ran den kolonel. Hij wist niet den naam. Maar
dat moet toch bepaald hier zijn, want een an
dere kolonel woont hier niet in de buurt. Hij"
De in het Fransche bulletin vermelde ter
reinwinst tusschen Langeniarck en Termo-
boeko is van geenerlei belang met het oog
op een poging door te breken.
Belangrijke Duitsche vorderingen in de
omgeving van Verdun noodzaakten de Fran-
sche legerbevelhebbers nieuwe maatregelen
te treffen om de uit het Noordwesten nade
rende Duitschers zoo mogelijk tegen te hou
den. Woensdag had een gevecht plaats bij
Bethonoourt. Ilier kunnen, naar de mili
taire pers aanneemt, in de eerstvolgende
dagen nieuwe botsingen worden verwacht.
Om de uitwerking van het ofltvangen
zware geschut te beproeven, bombardeerden
de Franschen Arnaville bij Pont-k-Mous-
sou.
De militaire schrijver kolonel Rouaeet
doet uitkomen, dat de geest van het krach
tige Duitsche offensief in het ganscEe
strijdgebied niet den indruk geeft alsof
hier lieden aan het werk waren die naar
den vrede verlangen.
De verwoesting van Tperen.
De Belgische oorlogscorrespondent van
„De Tijd" seint uit Duinkerken;
Dit is de doemenis van het noodlot: ver
leden week verspreidden de Engelsche ga
zetten het bericht, dat Yperen in vlammen
was opgegaan en de beroemde hallen' ver
nield warenHet was nietwaar..,
toen! Helaas: de werkelijkheid achter
haalde de leugen in dubbelen zin. Nu is de
vernieling der hallen droevo ernst. Het be
roemde 13e eeuwsch bouwwerk heeft zwaar
geleden. In een mijner laatste tijdingen,
waarin ik beschreef hoe voor enkele dagen
de toestand te Yperen was, deed ik reeds
voorshands uitschijnen, hoe groot gevaar
het kunstgewrocht zou loopen in de komen
de dagen, nu een krachtige nieuwe aanval
op Yperen mij aanstaande leek! Die aan
val ig gekomen, en zwaar heeft het aloude
beroemde kunstrijke Yperen geleden. De
mededeeling van de legeroverheden lijdt
geen twijfel: de hallen zijn vernield. Maar
die mededeeling is voor den man van de
gazet te kort in haar bondigheid en seffens
heb ik gepoogd ter plaatse alles zelf te kun
nen bestadigen. Ik heb een anderen reeds
ondernomen tocht afgebroken, om de
plaats te bereiken. Ik ben er echter niet
kunnen geraken, wegens de krijgskundige
maatregelen achter Yperen genomen. Maar
ik had de bijzonderheid, dat- ik een vluch
teling kon ondervragen, die onder de laat-
sten behoorde, te Yperen achtergebleven.
De man, die een eigen zaak had gedreven,
was eindelijk om lijfsbehoud vertrokken.
Toen ik wegtrok, verbelde mij deze man,
waren de Duitsche obussen bezig de hallen
te vernielen. Ze hadden al het aangrenzend
zeventieudoeuwsche prachtige stadhuis
vernield. Vooral binnen wa6 daar schrik
kelijk huis gehouden. De bekende trouw
kamer was één puinhoop, en de deuren
waren uit haar scharnieren gerukt door
de dreuning. Wat er eigenlijk van de hal
len is overgebleven, kou hij me niet zeg
gen, daar lijfsbehoud hem vluchten ueed
en men zich dan niet veel om kunst kan
bekommeren. Edoch... hij had de vlammen
zien lekken, het puin hooren neervallen,
dat door de bommen werd losgeschoten.
Ook de vlak-nabije St. Martinuskerk,
waaraan eens het klooster paalde, i6 met
bommen doorzeefd, het dak is vernield,
het inwendige is één puinhoop.
De strijd aan de Teer.
In de „Lokal-Anzeiger" vertelt von
Gottberg, die als officier te velde staat,
het een en ander van den geweldigen strijd
aan de Yser. De troep waarmee hij er heen
rukte, had weinig begrip van hetgeen er
gebeurde. Eerst 48 uur nadat Antwerpen,
dat zij zelf hadden helpen belegeren, ver
overd was, hadden zij daarvan gehoord.
Op hun marsch werden zij beschoten door
de Engelsche scheepskanonnen, die hun geen
verliezen toebrachten, maar hun kwar
tieren in puin legden. Met een zekere on-
geloovigheid hoorden de troepen den an
deren dag, dat bij Nieuwpoort en zuidelij
ker een sterke vijand in een sterke stelling
stond. Onder een hagel van ijzer naderen
zij den vijand en vermoeden nog niet, wat
er gaande is. Terwijl men in Duitschland
reeds lang van een slag bij Nieuwpoort,
Yperen en Dixmuiden leest, is de troep
nog steeds van meening, dat zij tegenover
een vijandelijke achterhoede staat. Eerst na
vele dagen van bloedigen strijd oppert een,
die er verstand van heeft, aarzelend nog de
meeningHoor eens, ik geloof dat die zaak
zich tot een slag ontwikkelt.
Omstreeks dezen tijd liggon wij voor do
Yser in strijd met den vijand, dio zich
wonderbaarlijk handig verschanst heeft.
Diep ingegraven, door overdekking be
schut, vuurt zijn infanterie «door kleine
gaatjes in stalen platen als de a-nvaller
ook maar een vinger omhoog steekt. Zijn
artillerie kent den afstand op alle punten
van het terrein, dat er uitaiet als met een
wals glad gemaakt, maar door breede ka
nalen en slooten gevoord i». Wie eindelijk
aan de Yser stond, dertig rneter van den
vijand af, keek hoofdschuddend achtpr
zich over het land zoo glad als een dorsch-
vloer, en vroeg zich af hoe het xnogolijk ge
weest was den oever te bereiken. Nu zijn
de oevers van de Yser omzoomd met hou
ten kruisen, waarop helmen staan. Toen
echter waren het twee rijen van gloeiende
geweerloop©n. Op het donkere water dre
ven duizenden doode viaschen, die do
luchtdruk van de in het water barstende
granaten uitgeroeid had.
Het gelukte desniettemin den Brandenbur
gers den anderen oever to bereiken. Van een
smallen overgang, onder granaten-regens
opgeslagen, breidde zich aan de andere
zijde langzaam de waaier van aanvallers
ut. Stap voor stap, voet voor voet, duim
■jor duim, ging het voorwaarts tegen den
spoordijk van Nieuwpoort naar Dix
muiden. Franschen, Engelschen en
Belgen hielden met bewonderenswaar
dig taaie dapperheid stand. De bagage
met- de veldkeukens bleef aan de over
zijde. Wij zaten koud en lagen koud,
want in de loopgraven, in het vette
polderland, verzamelde zich water. Wij be
hoefden niet te graven. Do vijand had voor
ons gegraven, na heldhaftige verdediging
zijn vaak met dooden gevulde stellingen
ontruimd. Nog feller dan zijn infanterie
wist zijn artillerie te strijden. Den heelen
dag en ook 'a nachts strooide zij haar gra
naten en schrapnells. Wij verloren veei
bloed en toch vraagt men zich na uren van
een zoo helsch vuur af. hoe iemand nog
leefde. Wij lagen een dag ter zijde van de
schutters langs den weg dien de vi'
rijand
sloeg
zijn
der vuur hield. Rechte en links
ijzeren vuist zoo hard in den bodem" dat
wij het sidderen voelden. Maar wij brach
ten dien dag en zoo menigen anderen, die
niet minder heet was, er het leven af en bet
is merkwaardig zooals een rnensch zich dan
:s avonds verheugt over het leven, dat hem
geschonken is.
Ten slotte was 's avonds alle6 genot. Op
een stormachtigen, natten en kouden
bivaknacht aten wij gepofte aardappels en
sardines. Stroo was er in overvloed. Tot
aan hals en ellebogen er in gewikkeld, vroeg
ikhoe komt het, dat storm en regen, waar
over wij vandaag zoo hevig gevloekt hebben,
nu bijna als een aangenaam slaaplied tegen
de tentbanen slaau I Mijn buurman keek
met een peinzenden glimlach over zijn beker
heen naar onze aardappelen: „Wij zijn blij,
dat we nog leven en op gekookte aardappels
kunnen neerzien, in plaats van ongekookte
van onderen te bekijken."
Verder vertelt von Gottberg nogLang
zaam kwamen wij voorwaarts tegen den
spoorweg NieuwpoortDixmuiden. Brand
punt van den strijd was het dorp Peroyse
aan den straatweg naar Veurne. Wij lagen
met den linker elleboog aan dezen weg en
waren getuige van de heldhaftige worsteling
om het dorp. Onophoudelijk drongen ba
taljons uit de Mark in de eerste huizen
en telkens overweldigde hen de granaten-
hagel van den- vijand. Een schemerende
morgen van dit op en neer golven van vele
dagen heeft zich vooral vast in mijn geheu
gen genesteld. Vlak aan den weg staat een
eenzaam huis en daarachter een strooscihelf.
Het huis is door granaten verbrijzeld en
dagelijks het doel van de vijandelijke
artillerie. Want van haar vliegers weet.
zij, dat tusschen het huis en de schelf een
generaal met zijn brigadestaf staat: Het is
nevelig en nog geen goed dag en daarom
zijn daar de officieren van de troepen in
den omtrek bij elkaar gekomen.
Zij liggen daar zonder mogelijkheid uit
do kloeren te komen. Nu al tien dagen lang
in de modder met koud eten, onbesc£%md
tegen het vocht van boven en beneden. Dan
komt er een adjudant en meldt den gene
raal Bataljon van... regiment ter beschik
king van de... brigade in opmarsch. Aan
voerder luitenant H. Gevechtssterkte...
man.
.Dat is niet veel!" zegt hoofdschuddend
de generaal „Neen," antwoordt de luite
nant. Wij hebben gisteren den majoor, drie
zal bepaald op weg hierheen geweest zijn, wel
licht heeft hij den weg gemist. Nu, goeden
avond lievelingen, het zal zich wel spoedig op
helderen." En hij stond op het punt de deur
uit tc gaan.
Goddank! Ik was gered. Ik zou zoo spoedig
mogeliik zien weg te komen.
..Bello. kom hier. Kom hier beest!"
Maar Bello was in het geheel niet van zins
het bevel van zijn baas op te volgen. Die el
lendige hond begon weer als een razende te
blaffen en te snuffelen aan de deur. Hij rende
naar zijn meester terug. Ik hoorde duidelijk 't
geluid van zijn nagels op den sieenen vloer.
Hij kwam evenwel weer terug. Ik kon onmo
gelijk langer onbeweeglijk blijven stil-zitten;
mijn linkerbeen begon te slapen. Ik bewoog
me even, heel even, maar dat was genoeg voor
Bello. Hevig blaffende, sprong hij woest tegen
de deur op.
..Wat is er toch in vredesnaam in die keu
ken"' hoorde ik mijnheer Hammer, die onder
wijl de trap opgekomen was, zeggen
En voor Hanna zich tuschen hem en de deur
kon plaatsen, rukte de hand van heur meester
haar wijd open, en het lioht van zijn kandelaar
viel op mijn bleek en ontsteld gezicht. Vrouw,
dochter en keukenmeid stonden rondom hem.
Alles schemerde mij voor de oogen. Ik hoor
de uitroepen van verbazing der beide dames,
het schreien van Hanna. het triomphantelijk
geblaf van Bello dat afschuwelijke, kleine
dier en bevond mij op straat, alleen in den
donkeren nacht. Aohter mij hoorde ik het
spottend lachen van den heer Hammer.
Den -volgenden morgen zag ik Gottlieb
Feuerstacke peinzend staren op een wit keu-
kenboezelaor dat hij op mijn slaapkamer ge
vonden had.
Vele jaren zijn sedert dien vreeeelijken
avond verloopen. Ik ben generaal en een ster
rersiert mijn mannelijke boret.
Benige grijze haren vertoonen zioR reeds op
mijn hoofd, mijn lieve, blonde vrouw heeft de
zelfde zaohte, blauwe oogen van vroeger be
houden en zij maakt het huishouden in orde
met de goede Hanna. Bij onS huwelijk stond
mijn schoonmoeder haar aan ons af."
Soms zeer gewichtig zijn de besprekingen
oyer het voor den volgenden dag to gebruiken
diner. Dikwijls kunnen mijn vrouw en zij het
er niet over eens worden.
Rudolf, wat wil je morgen eten Ik weH
niet wat ik nemen moet. Too ventlief, bedenk
eens wat?
Mijn gezicht neemt dan een ernstig© uit
drukking aan ik denk een oogenblik diep n.-.
het is een belangrijke quaestie. Dan open ik
mijn lippen en zeg zacht:
..Heerlijk geurende omelet, aux fine3 heb
bes, verrukkelijke speksaus en
De goede, oude Hanna bedekt dan haar ge
licht vol schaamte met haar boezelaar en holt
de kamer uit.